LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Transcriptie

1 LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL Modulaire opleiding NT2 Alfa R1 AO BE 004 Versie 2.0 BVR Pagina 1 van 89

2 WOORD VOORAF Het voorliggende opleidingsprofiel NT2 Alfa R1 valt uiteen in 2 delen: Traject NT2 Alfa R1 1.1 Breakthrough/Basisniveau Traject NT2 Alfa R1 1.2 Waystage Tussen de ontwikkeling van beide trajecten ligt niet alleen enige tijd, maar er werd ook meer ervaring opgebouwd met de ontwikkeling van opleidingen voor de basiseducatie. Het was dus zaak beide trajecten harmonisch op elkaar te laten aansluiten en toch bepaalde evoluties in het opleidingsprofiel op te nemen. De ontwikkelgroep van het traject NT2 Alfa R1 1.2 heeft enerzijds duidelijk gekozen voor continuïteit in de structuur en anderzijds toch enige versoepeling aangebracht. De trajecten NT2 Alfa R1 1.1 en NT2 Alfa R1 1.2 vormen samen één opleiding en leiden tot een certificaat. Aangezien het ontwikkelingsproces van beide trajecten in de tijd verspreid verliep, werden ze als zelfstandige publicaties ontwikkeld, aan de Vlor voorgelegd en door de minister goedgekeurd. Beide documenten zijn ongewijzigd in dit opleidingsprofiel opgenomen. Na evaluatie van de trajecten NT2 Alfa R1 1.1 en NT2 Alfa R1 1.2 uiterlijk twee jaar na implementatie, zullen beide trajecten tot één opleiding worden herwerkt. Versie 2.0 BVR Pagina 2 van 89

3 Inhoud 1 Opleiding Relatie opleiding referentiekader Inhoud Certificering Niveau Duur Plaats van de opleiding in de basiseducatie Modules Leertraject Modules Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Start (055) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 1 (056) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 2 (057) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 3 (058) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 4 (059) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 5 (060) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 6 (061) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 7 (062) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 8 (063) Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 9 (064) Versie 2.0 BVR Pagina 3 van 89

4 Situering van de module in het traject Instapvereisten Studieduur Ontwikkelingsdoelen Opleiding Relatie opleiding referentiekader Inhoud Certificering Niveau Duur Plaats van de opleiding in de basiseducatie Modules Leertraject Modules Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 10 (BE 069) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Ondersteunende elementen Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 11 (BE 70) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Ondersteunende elementen Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 12 (BE 071) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Ondersteunende elementen Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 13 (BE 072) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Ondersteunende elementen Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 14 (BE 073) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Versie 2.0 BVR Pagina 4 van 89

5 4.5.8 Ondersteunende elementen Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 15 (BE 074) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Ondersteunende elementen Module NT2 Alfa R1 1.2/Waystage 16 (BE 075) Situering van de module in de opleiding Instapvereisten Studieduur Contexten Ontwikkelingsdoelen Sleutelcompetenties Attitudes Ondersteunende elementen Versie 2.0 BVR Pagina 5 van 89

6 LEERGEBIED ALFABETISERING NEDERLANDS TWEEDE TAAL Modulair traject NT2 Alfa R Breakthrough/Basisniveau AO BE 004 Versie 2.0 BVR Pagina 6 van 89

7 1 Opleiding 1.1 Relatie opleiding referentiekader Volgende referentiekaders werden gebruikt: 1. De Opleidingsprofielen Moderne Talen van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling 1 ; 2. Het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen: leren, onderwijzen, beoordelen van de Raad van Europa 2 waarop de Opleidingsprofielen Moderne Talen, het kader 1, zijn geënt; 3. Het opleidingsprofiel Latijns Schrift 3 gebruikt in de Centra voor Volwassenenonderwijs; 4. Het Geletterdheidkader van de Nederlandse Taalunie 4 ; 5. De niveaus van geletterdheid van de International Adult Literacy Survey van de Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling 5 waar het Geletterdheidkader van de Nederlandse Taalunie, het kader 4, naar verwijst en gebruik van maakt. Het dient ook vermeld dat tijdens de ontwikkeling van het Opleidingsprofiel NT2 Alfa R rekening werd gehouden met de ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het basisonderwijs, respectievelijk van het kleuteronderwijs en het lager onderwijs. De belangrijkste - d. w. z. de voor de volwassen doelgroep meest relevante - eindtermen en ontwikkelingsdoelen van het basisonderwijs, zijn gedekt door de ontwikkelingsdoelen voor de alfabetisering op niveau 1.1 (A1) via het Nederlands als tweede taal (NT2) van analfabete of zeer laaggeschoolde anderstalige volwassenen. 1.2 Inhoud Het traject 'NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau hoort thuis in de Basiseducatie. NT2- opleidingen situeren zich op een bepaald niveau, in het decreet volwassenenonderwijs 'richtgraad' genoemd. Een richtgraad is "een specifieke graad binnen het secundair onderwijs voor sociale promotie voor studiegebieden die niet in graden, overeenstemmend met die van het secundair onderwijs, ingedeeld kunnen worden." (art. 3,42 ) 6 Met het traject 'NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau bestaat een NT2-aanbod voor anderstalige cursisten die ongeletterd zijn of zeer laaggeschoold en die bijgevolg de trajecten van R1, niveau A1, niveau 1.1 van de Basiseducatie, m.n. 180 (inburgering) of 240 (niet-inburgering) lestijden, niet kunnen doorlopen. Het traject werkt aan twee facetten van geletterdheid m.n. PROZAGELETTERDHEID en DOCUMENTGELETTERDHEID. Na het traject heeft de cursist een alfabetiseringsniveau bereikt dat zich situeert op het Didactisch IJkpunt van het Geletterdheidskader 7 van de Nederlandse Taalunie. De taalgebruiker kan dan communiceren in een anderstalige samenleving met zeer beperkte talige middelen om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn onmiddellijke omgeving, d.w.z. dat hij/zij vertrouwde, alledaagse uitdrukkingen en zeer eenvoudige zinnen kan gebruiken. Hij/zij kan zichzelf of iemand anders voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden met betrekking tot persoonlijke gegevens zoals de woonplaats, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. De 1 Brussel, juli 2001, maart 2003 verbeterde versie: 2 Common European Framework of Reference for Languages: learning, teaching, assessment, Council of Europe, Cooperation/education/Languages/ 3 Zie website Dienst voor onderwijsontwikkeling: 4 BOHNENN, E. e.a., Laaggeletterd in de Lage Landen-Hoge Prioriteit voor beleid, Nederlandse Taalunie, Den Haag, Organisation for Economic Co-operation and Development, Paris, the Minister of Industry, Canada, Decreet tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs (2 maart 1999). 7 BOHNENN, E. e.a., Laaggeletterd in de Lage Landen-Hoge Prioriteit voor beleid, Nederlandse Taalunie, Den Haag, Versie 2.0 BVR Pagina 7 van 89

8 taalgebruiker is in staat op een eenvoudig niveau te communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. De taalleerder heeft ook de technische beginselen van het lezen en schrijven onder de knie. Hij/zij kan bijvoorbeeld (ver)eenvoudig(d)e teksten lezen en beheerst het beginnend schrijven. Hij heeft ook inzicht in functies en gebruik van geschreven taal. Hij/zij herkent bijvoorbeeld belangrijke documenten en kan zich een idee vormen van de inhoud van informatieve teksten. Het Didactisch IJkpunt biedt de taalleerder binnen het maatschappelijk-persoonlijk domein een persoonlijk perspectief. 8. Meer concreet kan de taalleerder na het volgen van het traject 'NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau o.a. volgende leeshandelingen uitvoeren: hij/zij leest eigen naam en adres; hij/zij herkent belangrijke documenten en formulieren (brieven, kaarten, rijbewijs, betalingsdocumenten); hij/zij begrijpt vertrouwde woorden, zeer eenvoudige zinnen en een kort, eenvoudig voor hem/haar geschreven bericht; hij/zij kan letterlijk gevraagde informatie halen uit standaardteksten; hij/zij kan zich een idee vormen van de inhoud van niet voor hem/haar geschreven informatieve teksten mede op basis van illustraties, koppen en bekende woorden. Wat de schrijfhandelingen betreft, kan de cursist op dit niveau o.a. eigen personalia invullen in een formulier; een kaartje schrijven; een bericht of informatieve tekst schrijven van een paar eenvoudige zinnen; gegevens in trefwoorden noteren. Het traject ' NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau bestaat uit 10 modules van telkens 60 lt. Het totale traject omvat 600 lt. De modules zijn: "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Start "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 1"; "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 2"; "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 3"; "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 4"; "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 5"; "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 6"; "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 7 ; NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 8 ; NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Certificering Tijdens het traject ' NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau behaalt de cursist deelcertificaten voor die modules waarvoor hij slaagt. Dit traject leidt niet tot een certificaat. 1.4 Niveau Het modulaire traject 'NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau situeert zich op het niveau R Duur 600 lt. 8 Volgens BOHNENN, E. e.a., Laaggeletterd in de Lage Landen-Hoge Prioriteit voor beleid, Nederlandse Taalunie, Den Haag, 2004, p17. Versie 2.0 BVR Pagina 8 van 89

9 1.6 Plaats van de opleiding in de basiseducatie Nr. Leergebied Opleiding Code Lestijden Niveau 1 Informatie- en communicatietechnologie Informatie- en communicatietechnologie (ICT) AO BE Nederlands Nederlands (NT1) AO BE SO 1 3 Nederlands tweede taal Nederlands voor anderstaligen (NT2) AO BE /480 R 1 4 Alfabetisering Alfabetisering in het Nederlands tweede taal Nederlands voor anderstaligen (NT2 Alfa) AO BE 004 R 1 15 Latijns schrift R 1 - BE AO BE R 1 5 Wiskunde Wiskunde AO BE SO 1 6 Maatschappij-oriëntatie Maatschappij-oriëntatie: maatschappelijk functioneren AO BE BaO 7 Maatschappij-oriëntatie: maatschappelijk participeren AO BE SO 1 8 Maatschappij-oriëntatie: opstap TKO AO BE SO 1 9 Maatschappij-oriëntatie: functioneren op het werk 1 AO BE BaO 10 Maatschappij-oriëntatie: functioneren op het werk 2 AO BE SO 1 11 Talen Frans: opstap talen AO BE R 1 12 Frans: opstap TKO AO BE SO 1 13 Engels: opstap talen AO BE R 1 14 Engels: opstap TKO AO BE SO 1 Versie 2.0 BVR Pagina 9 van 89

10 1.7 Modules Naam Code Lestijden Vak NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau Start NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 1 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 2 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 3 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 4 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 5 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 6 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 7 NT2 Alfa - M BE Lt Niet van toepassing 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 8 NT2 Alfa - 1.1/Breakthrough/Basis-niveau 9 M BE Lt Niet van toepassing Versie 2.0 BVR Pagina 10 van 89

11 1.8 Leertraject Versie 2.0 BVR Pagina 11 van 89

12 2 Modules 2.1 Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Start (055) Situering van de module in het traject In de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Start" leert de ongeletterde of laaggeletterde taalbehoeftige in een anderstalige omgeving met zeer beperkte talige middelen hoofdzakelijk mondeling communiceren om tegemoet te komen aan de mogelijkheid om het volledige traject NT2 Alfa R1-1.1 te volgen. De cursist oefent zich met andere woorden in de vaardigheden luisteren en spreken binnen het educatieve domein en dan meer bepaald binnen de context van het opleidingscentrum en de taalles. Om in dit domein binnen deze contexten te kunnen functioneren, leert hij/zij ook al vertrouwde alledaagse uitdrukkingen en zeer eenvoudige zinnen te gebruiken en begrijpen, gericht op de bevrediging van de allereerste concrete maatschappelijke behoeften zoals zichzelf voorstellen. Hij/zij leert op een eenvoudig niveau communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner heel langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. Terwijl de cursist in deze module werkt aan de verwerving van de vaardigheden spreken en luisteren bereidt hij/zij ook de voorwaarden voor die nodig zijn om de vaardigheden schrijven en lezen te verwerven. De module is gesitueerd in het EDUCATIEVE DOMEIN. Het taalaanbod van het traject bestaat uit een keuze van geschikt taalmateriaal uit de volgende met een * aangeduide contexten uit dit domein 9 : CONTEXT CONCRETISERING 1 *Locaties zoals school/*centrum, *klaslokaal, *open ruimte, *gangen, cursistenvereniging, *open leerruimte, *kantine. 2 *Instellingen zoals het* centrum voor volwassenenopleiding. 3 *Personen zoals de * cursist zelf (personalia), *de lesgever, *het team van lesgevers, *collega s cursisten, bibliotheekpersoneel, *kantinepersoneel, *secretariaatsmensen. 4 *Voorwerpen zoals *schrijfmateriaal, *lesmateriaal, *voedsel (te verkrijgen in het opleidingscentrum), *audio-visueel materiaal/toestellen, *bord, *krijt, *stiften, computers, boekentas. 5 *Evenementen en/of centrum- en klassengroepactiviteiten en/of organisatie van het lesgebeuren zoals *inschrijfmomenten, *lesmomenten (dagen van de week, uren), * pauzemomenten, *bezoeken en uitstappen, *huiswerk, gesprek, discussie, *groepswerk, examens, evaluatie, rollenspel. 6 *Teksten en documenten *zoals inschrijfformulieren, *tekstboeken, *handboeken, lezers, referentiewerken, geprojecteerde tekst (met OHP/via beamer), computerschermtekst, *oefenboeken, *oefenbladen, artikels uit kranten en tijdschriften, woordenboeken Instapvereisten De cursist is anderstalig en niet- of laaggeletterd. D.w.z. hij/zij functioneert op niveau 1 van de IALSstudie 10 en onder het Didactische IJkpunt van het Geletterdheidskader Studieduur 60 lt. 9 Vrij vertaald uit: Common European Framework of Reference for Languages: learning, teaching, assessment, Council of Europe, p48-49, Cooperation/education/Languages/ 10 IALS = International Adult Literacy Survey, OESO, BOHNENN, E. e.a., Laaggeletterd in de Lage Landen-Hoge Prioriteit voor beleid, Nederlandse Taalunie, Den Haag, Versie 2.0 BVR Pagina 12 van 89

13 2.1.4 Ontwikkelingsdoelen MODULE NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisnivau Start M BE 055 Spreken in een gesprekssituatie en op kopiërend 12 niveau gericht naar een bekende informatie geven door te reageren op herkenbare M BE 055 OD S01 vragen (informatieve teksten); aan een bekende informatie vragen door eenvoudige en gestandaardiseerde M BE 055 OD S02 vragen te stellen (informatieve teksten); gericht naar een bekende een mededeling (informatieve teksten) formuleren; M BE 055 OD S03 gericht naar een bekende op een mededeling (informatieve teksten) M BE 055 OD S04 reageren; gericht naar een bekende een uitnodiging formuleren (persuasieve teksten); M BE 055 OD S05 gericht naar een bekende op een uitnodiging reageren; M BE 055 OD S06 gericht naar een bekende een afspraak maken (informatieve teksten); M BE 055 OD S07 gericht naar een bekende een afspraak afzeggen (informatieve teksten); M BE 055 OD S08 gericht naar een bekende een eenvoudige instructie formuleren M BE 055 OD S09 (prescriptieve teksten); gericht naar een bekende een beleving (informatieve teksten) formuleren; M BE 055 OD S10 bij een bekende informeren naar een beleving door eenvoudige en M BE 055 OD S11 gestandaardiseerde vragen te stellen (informatieve teksten); gericht naar een bekende een mening formuleren (informatieve teksten); M BE 055 OD S12 gericht naar een bekende een klacht formuleren(informatieve teksten); M BE 055 OD S13 gericht naar een bekende een probleem (informatieve teksten) formuleren; bij een bekende informeren naar een probleem door eenvoudige en gestandaardiseerde vragen te stellen (informatieve teksten). M BE 055 OD S14 M BE 055 OD S15 Tekstkenmerken voor spreken De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken: ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en M BE 055 ST 01 vertrouwde inhouden; ze zijn ultra kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 055 ST 02 ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen; M BE 055 ST 03 ze worden in een zeer laag spreektempo uitgesproken; M BE 055 ST 04 ze worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner; M BE 055 ST 05 ze kunnen uitspraakfouten bevatten; M BE 055 ST 06 foutief taalgebruik komt voor. M BE 055 ST 07 De cursist kan desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren: woordenschat, grammatica; uitspraak en intonatie; taalregister: informele situaties; de socioculturele aspecten: sociale conventies en gebruiken. bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: informatie verzamelen en ordenen; een beroep doen op het eerder geleerde; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende M BE 055 OD S16 M BE 055 OD S17 M BE 055 OD S18 12 Zie bijlage: begrippenlijst. Versie 2.0 BVR Pagina 13 van 89

14 communicatiestrategieën aanwenden: gebruik maken van niet-verbaal gedrag (mimiek, gebaren, geluid); compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg). geeft bij de uitvoering van de spreektaak blijk van spreekdurf; bereidheid om de standaardtaal te benaderen doorzettingsvermogen. M BE 055 OD S19 Luisteren op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit herkenbare vragen, (informatieve teksten); M BE 055 OD L01 relevante gegevens selecteren uit antwoorden op herkenbare vragen; M BE 055 OD L02 relevante gegevens selecteren uit een mededeling (informatieve teksten); M BE 055 OD L03 relevante gegevens selecteren uit een uitnodiging (persuasieve teksten); M BE 055 OD L04 relevante gegevens selecteren uit een afspraak die gemaakt wordt; M BE 055 OD L05 relevante gegevens selecteren uit een afspraak die wordt afgezegd; M BE 055 OD L06 alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie M BE 055 OD L07 (prescriptieve teksten); relevante gegevens selecteren uit een beleving (informatieve teksten); M BE 055 OD L08 relevante gegevens selecteren uit een mening (informatieve teksten); M BE 055 OD L09 relevante gegevens selecteren uit een klacht (informatieve teksten); M BE 055 OD L10 relevante gegevens selecteren uit de melding van een probleem. M BE 055 OD L11 Tekstkenmerken voor luisteren De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken: ze zijn waar mogelijk semi-authentiek of authentiek; M BE 055 LT 01 ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en M BE 055 LT 02 vertrouwde inhouden; ze zijn ultra kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 055 LT 03 ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd; M BE 055 LT 04 ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken. M BE 055 LT 05 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren: woordenschat en grammatica / notions en functions; uitspraak en intonatie; taalregister (enkel informeel); de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: het luisterdoel bepalen; het eerder geleerde oproepen en gebruiken; zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden: gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag (mimiek, gebaren, geluid); in een luistersituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken. De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid: grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt; M BE 055 OD L12 M BE 055 OD L13 M BE 055 OD L14 M BE 055 OD L15 Versie 2.0 BVR Pagina 14 van 89

15 zich in te leven in de socioculturele wereld van de gesprekspartner; zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid). Schrijf- en leesvoorwaarden De cursist ontwikkelt een fijne schrijfmotoriek, d.w.z. dat hij/zij in staat is cirkelvormige, lineaire schrijfbewegingen uit te voeren; kan zich oriënteren in de tijd; kan zich oriënteren in de ruimte; kan visueel discrimineren; kan visueel lezen; kan klankverschillen visueel discrimineren; kan klanken en woorden auditief discrimineren. M BE 055 OD C01 M BE 055 OD C02 M BE 055 OD C03 M BE 055 OD C04 M BE 055 OD C05 M BE 055 OD C06 M BE 055 OD C07 De kenmerken van de te lezen en te schrijven teksten zijn als volgt: ze zijn ultra kort, ze bestaan meestal op niveau van letter/cijfer, woord; M BE 055 RWT 01 ze worden geproduceerd zonder eisen te stellen aan het tempo. M BE 055 RWT 02 de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is voor de schrijf- en leesvoorwaarden: woordenschat; uitspraak en intonatie; lees- en schrijfrichting; voor de schrijf- en leesvoorwaarden desgewenst volgende leerstrategieën toepassen: voorkennis oproepen en gebruiken; het lees- en schrijfgedrag afstemmen op het aangegeven doel; voor de schrijf- en leesvoorwaarden volgende communicatiestrategieën aanwenden: in de schrijf- en leessituatie om uitleg vragen. De cursist geeft bij het werken aan de schrijf- en leesvoorwaarden blijk van lees- en schrijfbereidheid; doorzettingsvermogen. M BE 055 OD C08 M BE 055 OD C09 M BE 055 OD C10 M BE 055 OD C11 Versie 2.0 BVR Pagina 15 van 89

16 2.2 Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 1 (056) Situering van de module in het traject In de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 1" leert de anderstalige ongeletterde en laaggeletterde taalleerder in een anderstalige omgeving met zeer beperkte talige middelen hoofdzakelijk mondeling communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn/haar onmiddellijke omgeving. De cursist oefent zich met andere woorden in de vaardigheden spreken en luisteren binnen het maatschappelijk-persoonlijk domein. Om in dit domein te kunnen functioneren leert de cursist eenvoudige elementaire taaluitingen als instructies en voorstellen verwoorden aan bekenden en onbekenden uit zijn/haar nabije omgeving. Hij/zij leert ook ze te begrijpen en ernaar te handelen of er mondeling op te reageren. De cursist leert het globale onderwerp begrijpen in mededelingen en gesprekken. Hij/zij leert op een eenvoudig niveau communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner heel langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. Terwijl de cursist in deze module werkt aan de verwerving van de vaardigheden spreken en luisteren bereidt hij/zij ook de voorwaarden voor die nodig zijn voor de verwerving van de vaardigheden schrijven en lezen. De module is gesitueerd in het MAATSCHAPPELIJK-PERSOONLIJK DOMEIN. Het taalaanbod van de module bestaat uit geschikt taalmateriaal uit een keuze van de volgende contexten 13 uit dit domein: De contexten zijn: 1 Contacten met officiële instanties 7 Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 Onthaal 5 Openbaar en privévervoer 11 Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 Klimaat Instapvereisten De cursist dient verplicht de competenties te bezitten van de module "NT2 ALFA R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Start Studieduur 60 lt Ontwikkelingsdoelen MODULE NT2 Alfa R1 1.1/Breakthrough/Basisniveau 1 M BE 056 Spreken in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau: een instructie geven aan een bekende taalgebruiker; een voorstel verwoorden; op een voorstel reageren. Tekstkenmerken voor spreken De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken: ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige inhouden en op inhouden die afhankelijk van de doelgroep voorspelbaar en vertrouwd zijn of die met de omgeving en de cultuur ervan vertrouwd maken; M BE 056 OD S01 M BE 056 OD S02 M BE 056 OD S03 M BE 056 ST Zie bijlage: begrippenlijst. Versie 2.0 BVR Pagina 16 van 89

17 ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 056 ST 02 ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen; M BE 056 ST 03 ze worden in een laag spreektempo uitgesproken; M BE 056 ST 04 ze worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner; M BE 056 ST 05 ze kunnen uitspraakfouten bevatten; M BE 056 ST 06 ze kunnen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten. M BE 056 ST 07 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren: woordenschat, grammatica; uitspraak en intonatie; taalregister: informeel, informeel; de socioculturele aspecten :sociale conventies en gebruiken; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: informatie verzamelen en ordenen; een beroep doen op eerdere leerervaringen; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende communicatiestrategieën aanwenden: gebruik maken van niet-verbaal gedrag (mimiek, gebaren, geluid); compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg); bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak desgewenst reflecteren op taal en taalgebruik. De cursist geeft bij de uitvoering van de spreektaak blijk van spreekdurf; communicatiebereidheid; bereidheid om de standaardtaal te benaderen; doorzettingsvermogen. M BE 056 OD S04 M BE 056 OD S05 M BE 056 OD S06 M BE 056 OD S07 M BE 056 OD S08 Luisteren op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling; M BE 056 OD L01 het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een gesprek. M BE 056 OD L02 De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken: ze zijn waar mogelijk semi-authentiek of authentiek; M BE 056 LT 01 ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige inhouden en op inhouden M BE 056 LT 02 die afhankelijk van de doelgroep voorspelbaar en vertrouwd zijn of die met de omgeving en de cultuur ervan vertrouwd maken; ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 056 LT 03 ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd; M BE 056 LT 04 ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken. M BE 056 LT 05 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren: woordenschat en grammatica / notions en functions; uitspraak en intonatie; taalregister (enkel formeel en informeel); de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: M BE 056 OD L03 M BE 056 OD L04 Versie 2.0 BVR Pagina 17 van 89

18 het luisterdoel bepalen; relevante voorkennis oproepen en gebruiken; zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden: gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag; in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken. De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid: grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt; zich in te leven in de socioculturele wereld van de gesprekspartner; zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid). M BE 056 OD L05 M BE 056 OD L06 Schrijf- en leesvoorwaarden De cursist ontwikkelt een fijne schrijfmotoriek, d.w.z. dat hij/zij in staat is cirkelvormige, lineaire schrijfbewegingen uit te voeren; kan zich oriënteren in de tijd; kan zich oriënteren in de ruimte; kan visueel discrimineren; kan visueel lezen; kan klankverschillen visueel discrimineren; kan klanken en woorden auditief discrimineren. M BE 056 OD C01 M BE 056 OD C02 M BE 056 OD C03 M BE 056 OD C04 M BE 056 OD C05 M BE 056 OD C06 M BE 056 OD C07 De kenmerken van de te lezen en te schrijven teksten zijn als volgt: ze zijn ultra kort, ze bestaan meestal op niveau van letter/cijfer, woord; M BE 056 RWT 01 ze worden geproduceerd zonder eisen te stellen aan het tempo. M BE 056 RWT 02 de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is voor de schrijf- en leesvoorwaarden: woordenschat; uitspraak en intonatie; lees- en schrijfrichting; voor de schrijf- en leesvoorwaarden desgewenst volgende leerstrategieën toepassen: voorkennis oproepen en gebruiken; het lees- en schrijfgedrag afstemmen op het aangegeven doel; voor de schrijf- en leesvoorwaarden volgende communicatiestrategieën aanwenden: in de schrijf- en leessituatie om uitleg vragen. De cursist geeft bij het werken aan de schrijf- en leesvoorwaarden blijk van lees- en schrijfbereidheid; doorzettingsvermogen. M BE 056 OD C08 M BE 056 OD C09 M BE 056 OD C10 M BE 056 OD C11 Versie 2.0 BVR Pagina 18 van 89

19 2.3 Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 2 (057) Situering van de module in het traject In de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 2" leert de anderstalige ongeletterde en laaggeletterde taalleerder in een anderstalige omgeving met zeer beperkte talige middelen hoofdzakelijk mondeling communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn/haar onmiddellijke omgeving. De cursist oefent zich met andere woorden in de vaardigheden spreken en luisteren binnen het maatschappelijk persoonlijk domein. Om in dit domein te kunnen functioneren leert hij/zij eenvoudige elementaire taaluitingen zoals uitnodigingen en oproepen verwoorden aan onbekenden uit zijn nabije omgeving en leert ook ze te begrijpen en ernaar te handelen en/of er ook mondeling op te reageren. De cursist leert het globale onderwerp begrijpen in een eenvoudig advies en in de beleving van een spreker. Hij/zij leert op een eenvoudig niveau communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner heel langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. Terwijl de cursist in deze module werkt aan de verwerving van de vaardigheden spreken en luisteren bereidt hij/zij ook de voorwaarden voor die nodig zijn voor de verwerving van de vaardigheden schrijven en lezen. De module is gesitueerd in het MAATSCHAPPELIJK-PERSOONLIJK DOMEIN. Het taalaanbod van de module bestaat uit geschikt taalmateriaal uit een keuze van de volgende contexten 14 uit dit domein: De contexten zijn: 1 Contacten met officiële instanties 7 Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 Onthaal 5 Openbaar en privévervoer 11 Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 Klimaat Instapvereisten De cursist dient verplicht de competenties te bezitten van de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Studieduur 60 lt Ontwikkelingsdoelen MODULE NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau mp2 M BE 057 Spreken in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau: een uitnodiging verwoorden; op een uitnodiging reageren; een oproep verwoorden; op een oproep reageren. Tekstkenmerken voor spreken De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken: ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige inhouden en op inhouden die afhankelijk van de doelgroep voorspelbaar en vertrouwd zijn of die M BE 057 OD S01 M BE 057 OD S02 M BE 057 OD S03 M BE 057 OD S04 M BE 057 ST Zie bijlage: begrippenlijst. Versie 2.0 BVR Pagina 19 van 89

20 met de omgeving en de cultuur ervan vertrouwd maken; ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 057 ST 02 ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen; M BE 057 ST 03 ze worden in een laag spreektempo uitgesproken; M BE 057 ST 04 ze worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner; M BE 057 ST 05 ze kunnen uitspraakfouten bevatten; M BE 057 ST 06 ze kunnen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten. M BE 057 ST 07 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren: woordenschat, grammatica; uitspraak en intonatie; taalregister: informeel en formeel; de socioculturele aspecten :sociale conventies en gebruiken; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: informatie verzamelen en ordenen; een beroep doen op eerdere leerervaringen; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende communicatiestrategieën aanwenden: gebruik maken van niet-verbaal gedrag; compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg); bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak desgewenst reflecteren op taal en taalgebruik. De cursist geef bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van spreekdurf; communicatiebereidheid; bereidheid om de standaardtaal te benaderen; doorzettingsvermogen. M BE 057 OD S05 M BE 057 OD S06 M BE 057 OD S07 M BE 057 OD S08 M BE 057 OD S09 Luisteren op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een advies; het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. M BE 057 OD L01 M BE 057 OD L02 De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken: ze zijn waar mogelijk semi-authentiek of authentiek; M BE 057 LT 01 ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige inhouden en op inhouden M BE 057 LT 02 die afhankelijk van de doelgroep voorspelbaar en vertrouwd zijn of die met de omgeving en de cultuur ervan vertrouwd maken; ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 057 LT 03 ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd; M BE 057 LT 04 ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken. M BE 057 LT 05 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren: woordenschat en grammatica / notions en functions; uitspraak en intonatie; taalregister (enkel formeel en informeel); de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken); M BE 057 OD L03 Versie 2.0 BVR Pagina 20 van 89

21 bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: het luisterdoel bepalen; relevante voorkennis oproepen en gebruiken; zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden: gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag; in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken. De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid: grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt; zich in te leven in de socioculturele wereld van de gesprekspartner; zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid). M BE 057 OD L04 M BE 057 OD L05 M BE 057 OD L06 Schrijf- en leesvoorwaarden De cursist ontwikkelt een fijne schrijfmotoriek, d.w.z. dat hij/zij in staat is cirkelvormige, lineaire schrijfbewegingen uit te voeren; kan zich oriënteren in de tijd; kan zich oriënteren in de ruimte; kan visueel discrimineren; kan visueel lezen; kan klankverschillen visueel discrimineren; kan klanken en woorden auditief discrimineren. M BE 057 OD C01 M BE 057 OD C02 M BE 057 OD C03 M BE 057 OD C04 M BE 057 OD C05 M BE 057 OD C06 M BE 057 OD C07 De kenmerken van de te lezen en te schrijven teksten zijn als volgt: ze zijn kort, ze bestaan meestal op niveau van letter/cijfer, woord, zin; M BE 057 RWT 01 ze worden geproduceerd zonder eisen te stellen aan het tempo. M BE 057 RWT 02 de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is voor de schrijf- en leesvoorwaarden: woordenschat; uitspraak en intonatie; lees- en schrijfrichting; voor de schrijf- en leesvoorwaarden desgewenst volgende leerstrategieën toepassen: voorkennis oproepen en gebruiken; het lees- en schrijfgedrag afstemmen op het aangegeven doel; voor de schrijf- en leesvoorwaarden volgende communicatiestrategieën aanwenden: in de schrijf- en leessituatie om uitleg vragen. De cursist geeft bij het werken aan de schrijf- en leesvoorwaarden blijk van lees- en schrijfbereidheid; doorzettingsvermogen. M BE 057 OD C08 M BE 057 OD C09 M BE 057 OD C10 M BE 057 OD C11 Versie 2.0 BVR Pagina 21 van 89

22 2.4 Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 3 (058) Situering van de module in het traject In de module "NT2 Alfa R1 1.1/Breakthrough/ Basisniveau 3" leert de anderstalige laaggeletterde taalleerder in een anderstalige omgeving met zeer beperkte talige middelen hoofdzakelijk mondeling communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn/haar onmiddellijke omgeving. De cursist oefent zich met andere woorden in de vaardigheden spreken en luisteren binnen het maatschappelijk-persoonlijk domein. Om in dit domein te kunnen functioneren leert hij/zij eenvoudige elementaire taaluitingen richten aan onbekenden uit zijn/haar nabije omgeving zoals het verwoorden van belevingen en ernaar vragen, het maken en afzeggen van afspraken en het formuleren van problemen. Hij/zij leert ook een uiting van een klacht globaal begrijpen en alle gegevens uit eenvoudige instructies. Hij/zij leert op een eenvoudig niveau communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner heel langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. Terwijl de cursist in deze module werkt aan de verwerving van de vaardigheden spreken en luisteren bereidt hij/zij ook verder de voorwaarden voor die nodig zijn voor de verwerving van de vaardigheden schrijven en lezen. De module is gesitueerd in het MAATSCHAPPELIJK-PERSOONLIJK DOMEIN. Het taalaanbod van de module bestaat uit geschikt taalmateriaal uit een keuze van de volgende contexten 15 uit dit domein: De contexten zijn: 1 Contacten met officiële instanties 7 *Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 *Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 *Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 *Onthaal 5 Openbaar en privévervoer 11 *Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 *Klimaat Instapvereisten De cursist dient verplicht de competenties te bezitten van de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/basisniveau Studieduur 60 lt Ontwikkelingsdoelen MODULE NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 3 M BE 058 Spreken in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau: zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden; vragen naar de beleving van de gesprekspartner; een afspraak maken; een afspraak afzeggen; een probleem formuleren. Tekstkenmerken voor spreken De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken: ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en vertrouwde inhouden; M BE 058 OD S01 M BE 058 OD S02 M BE 058 OD S03 M BE 058 OD S04 M BE 058 OD S05 M BE 058 ST Zie bijlage: begrippenlijst. Versie 2.0 BVR Pagina 22 van 89

23 ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 058 ST 02 ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen; M BE 058 ST 03 ze worden in een laag spreektempo uitgesproken; M BE 058 ST 04 ze worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner; M BE 058 ST 05 ze kunnen uitspraakfouten bevatten; M BE 058 ST 06 ze kunnen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten. M BE 058 ST 07 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren: woordenschat, grammatica; uitspraak en intonatie; taalregister: informeel en formeel; de socioculturele aspecten :sociale conventies en gebruiken; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: informatie verzamelen en ordenen; een beroep doen op eerdere leerervaringen; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende communicatiestrategieën aanwenden: gebruik maken van niet-verbaal gedrag; compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg); bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak desgewenst reflecteren op taal en taalgebruik. De cursist geeft bij de uitvoering van de spreektaak blijk van spreekdurf; communicatiebereidheid; bereidheid om de standaardtaal te benaderen; doorzettingsvermogen. M BE 058 OD S06 M BE 058 OD S07 M BE 058 OD S08 M BE 058 OD S09 M BE 058 OD S10 Luisteren : op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen in een klacht; alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen. M BE 058 OD L01 M BE 058 OD L02 De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken: ze zijn waar mogelijk semi-authentiek of authentiek; M BE 058 LT 01 ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en M BE 058 LT 02 vertrouwde inhouden; ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 058 LT 03 ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd; M BE 058 LT 04 ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken. M BE 058 LT 05 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren: woordenschat en grammatica / notions en functions; uitspraak en intonatie; taalregister (enkel formeel en informeel); de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: M BE 058 OD L03 M BE 058 OD L04 Versie 2.0 BVR Pagina 23 van 89

24 het luisterdoel bepalen; relevante voorkennis oproepen en gebruiken; zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) aanwenden: gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor niet-verbaal gedrag; in een gesprekssituatie om uitleg vragen, vragen om te herhalen en trager te spreken. De cursist is bij de uitvoering van de luistertaak bereid: grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt; zich in te leven in de socioculturele wereld van de gesprekspartner; zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid). M BE 058 OD L05 M BE 058 OD L06 Schrijf- en leesvoorwaarden De cursist ontwikkelt een fijne schrijfmotoriek, d.w.z. dat hij/zij in staat is cirkelvormige, lineaire schrijfbewegingen uit te voeren; kan zich oriënteren in de tijd; kan zich oriënteren in de ruimte; kan visueel discrimineren; kan visueel lezen; kan klankverschillen visueel discrimineren; kan klanken en woorden auditief discrimineren. M BE 058 OD C01 M BE 058 OD C02 M BE 058 OD C03 M BE 058 OD C04 M BE 058 OD C05 M BE 058 OD C06 M BE 058 OD C07 De kenmerken van de te lezen en te schrijven teksten zijn als volgt: ze zijn kort, ze bestaan meestal op niveau van letter/cijfer, woord, zin; M BE 058 RWT 01 ze worden geproduceerd zonder eisen te stellen aan het tempo. M BE 058 RWT 02 de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is voor de schrijf- en leesvoorwaarden: woordenschat; uitspraak en intonatie; lees- en schrijfrichting; voor de schrijf- en leesvoorwaarden desgewenst volgende leerstrategieën toepassen: voorkennis oproepen en gebruiken; het lees- en schrijfgedrag afstemmen op het aangegeven doel; voor de schrijf- en leesvoorwaarden volgende communicatiestrategieën aanwenden: in de schrijf- en leessituatie om uitleg vragen. De cursist geeft bij het werken aan de schrijf- en leesvoorwaarden blijk van lees- en schrijfbereidheid; doorzettingsvermogen. M BE 058 OD C08 M BE 058 OD C09 M BE 058 OD C10 M BE 058 OD C11 Versie 2.0 BVR Pagina 24 van 89

25 2.5 Module NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 4 (059) Situering van de module in het traject In de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 4" leert de laaggeletterde anderstalige taalleerder in een anderstalige omgeving met zeer beperkte talige middelen hoofdzakelijk mondeling communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn/haar onmiddellijke omgeving. De cursist oefent zich met andere woorden in de vaardigheden spreken en luisteren binnen het maatschappelijk-persoonlijk domein. Om in dit domein te kunnen functioneren leert hij/zij eenvoudige elementaire taaluitingen verwoorden zoals klachten gericht naar aan onbekenden uit zijn nabije omgeving. Hij/zij leert ook informatie zelfstandig vragen en geven. De cursist leert de informatie in uitnodigingen en afspraken zelfstandig begrijpen. Hij/zij leert op een eenvoudig niveau communiceren op voorwaarde dat de gesprekspartner heel langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen. De module is gesitueerd in het MAATSCHAPPELIJK-PERSOONLIJK DOMEIN. Het taalaanbod van de module bestaat uit geschikt taalmateriaal uit een keuze van de volgende contexten 16 uit dit domein: De contexten zijn: 1 Contacten met officiële instanties 7 Vrije tijd 2 Leefomstandigheden 8 Nutsvoorzieningen 3 Afspraken en regelingen 9 Ruimtelijke oriëntering 4 Consumptie 10 Onthaal 5 Openbaar en privévervoer 11 Gezondheidsvoorzieningen 6 Voorlichtingsdiensten 12 Klimaat Instapvereisten De cursist dient verplicht de competenties te bezitten van de module "NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau Studieduur 60 lt Ontwikkelingsdoelen MODULE NT2 Alfa R1-1.1/Breakthrough/Basisniveau 4 M BE 059 Spreken in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau: een klacht formuleren. in een gesprekssituatie en op structurerend niveau: informatie vragen; informatie geven. M BE 059 OD S01 M BE 059 OD S02 M BE 059 OD S03 Tekstkenmerken voor spreken De te produceren teksten vertonen volgende kenmerken: ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en M BE 059 ST 01 vertrouwde inhouden; ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 059 ST 02 ze bevatten stereotiepe formuleringen en standaarduitdrukkingen; M BE 059 ST 03 ze worden in een laag spreektempo uitgesproken; M BE 059 ST 04 ze worden geproduceerd met de medewerking van een gesprekspartner; M BE 059 ST 05 ze kunnen uitspraakfouten bevatten; M BE 059 ST Zie bijlage: begrippenlijst. Versie 2.0 BVR Pagina 25 van 89

26 ze kunnen een zekere mate van foutief taalgebruik bevatten. M BE 059 ST 07 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de spreektaak uit te voeren: woordenschat, grammatica; uitspraak en intonatie; taalregister: informeel en formeel; de socioculturele aspecten :sociale conventies en gebruiken; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak desgewenst volgende cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: informatie verzamelen en ordenen; een beroep doen op eerdere leerervaringen; bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak volgende communicatiestrategieën aanwenden: gebruik maken van niet-verbaal gedrag; compenserende strategieën gebruiken (o.m. vragen om iets te herhalen, vragen om trager te spreken en vragen om uitleg); bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak desgewenst reflecteren op taal en taalgebruik. De cursist geeft bij de uitvoering van de spreektaak blijk van spreekdurf; communicatiebereidheid; bereidheid om de standaardtaal te benaderen; doorzettingsvermogen. M BE 059 OD S04 M BE 059 OD S05 M BE 059 OD S06 M BE 059 OD S07 M BE 059 OD S08 Luisteren op structurerend niveau de informatie op overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen in een M BE 059 OD L01 uitnodiging; de informatie op overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen in een afspraak. M BE 059 OD L02 De te beluisteren teksten vertonen volgende kenmerken: ze zijn waar mogelijk semi-authentiek of authentiek; M BE 059 LT 01 ze hebben betrekking op concrete, eenvoudige, voorspelbare en M BE 059 LT 02 vertrouwde inhouden; ze zijn zeer kort en eenvoudig gestructureerd; M BE 059 LT 03 ze worden duidelijk geïntoneerd en gearticuleerd; M BE 059 LT 04 ze worden in een laag tempo en in standaardtaal uitgesproken. M BE 059 LT 05 desgewenst de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren: woordenschat en grammatica / notions en functions; uitspraak en intonatie; taalregister (enkel formeel en informeel); de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak desgewenst volgende (cognitieve en metacognitieve) leerstrategieën toepassen: het luisterdoel bepalen; relevante voorkennis oproepen en gebruiken; zijn luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (skimmen en scannen); bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende M BE 059 OD L03 M BE 059 OD L04 M BE 059 OD L05 Versie 2.0 BVR Pagina 26 van 89