Arbeidsbeleving van de melkveehouder

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeidsbeleving van de melkveehouder"

Transcriptie

1 Arbeidsbeleving van de melkveehouder Afstudeerscriptie. Voorjaar 2013 Dier en Veehouderij Dhr. R. Methorst Begeleider/Afstudeerdocent 1

2 Opdrachtgevers: PPP-Agro Advies West Oude meije KM Zegveld CAH Vilentum Dronten Kenniscentrum Agrofood & Ondernemen De Drieslag JZ Dronten Gegevens auteur: Westeindseweg EB Zoeterwoude @cah.nl mandyverhagen@live.nl Gegevens afstudeerdocent: Dhr. R. Methorst r.methorst@cahvilentum.nl

3 Voorwoord Voor u ligt de afstudeerscriptie. Een onderzoek naar de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Gedurende een half jaar ben ik bezig geweest met de uitvoering, analyse en rapportage van het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het stagebedrijf PPP-Agro Advies. Vervolgens is er een samenwerking met het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen gevormd om het onderzoek binnen de beschikbare tijd te kunnen realiseren. Het was een zware periode met veel tegenslagen maar ook hoogtepunten die ervoor zorgden dat mijn motivatie aanwezig bleef. Ik heb veel van het schrijven van de scriptie geleerd, vooral op het gebied van onderzoek. Competentieontwikkeling heeft dan ook plaats gevonden en kan worden aangetoond. Voor het schrijven van dit rapport bedank ik allereerst de medewerkers van PPP-Agro Advies West voor het beschikbaar stellen van de opdracht en het feit dat ik mijn stageperiode kan volbrengen. In het bijzonder bedank ik de heer K. de Jong en de heer P. de Vos voor de begeleiding tijdens mijn stage en bij de uitvoering van de opdracht. Verder bedank ik de heer R. Methorst voor zijn invulling als mijn afstudeerdocent en zijn hulp vanuit het Kenniscentrum Agrofood & Ondernemen. Zijn enthousiasme en kennis hebben mij erg geholpen om de afstudeerscriptie te schrijven. De heer van Diepen ben ik dankbaar voor het fungeren als mentor gedurende mijn afstudeerjaar. Ik hoop met de uitwerking van dit rapport inzicht te geven in de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Op deze manier hoop ik bij te dragen aan optimalisatie van de advisering in de melkveehouderij en melkveehouders te informeren. Zoeterwoude,

4 Samenvatting Schaalvergroting in de melkveehouderij neemt de laatste jaren steeds meer toe. Vroeger kon de melkveehouder de arbeid op het bedrijf nog alleen rondzetten. Bij een toenemende schaalvergroting wordt dit steeds moeilijker. Arbeid is dan ook de uitdaging voor de toekomst. Bedrijven moeten de arbeidsefficiëntie verhogen om de arbeidsbehoeften gelijk te stellen aan het arbeidsaanbod. Advisering over arbeid wordt in de melkveehouderij dan ook steeds belangrijker. Vanuit de advisering worden er aanknopingspunten gezocht om dit beter te kunnen doen. Bij advisering over arbeid wordt de beleving van de ondernemer niet meegenomen in het advies. Hier is verbetering mogelijk. De ondernemer moet namelijk eerst de noodzaak van het advies beleven voordat er daadwerkelijk iets gaat gebeuren veranderen. Om dit te realiseren is er onderzoek naar de arbeidsbeleving van de melkveehouder nodig. Het onderzoek heeft als doelstelling het beantwoorden van de vraag Hoe staat het met de arbeidsbeleving van de melkveehouder en waardoor wordt deze gevormd? Kortom inzicht geven in de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek en praktijkonderzoek. Het praktijkonderzoek is uitgevoerd door middel van het afnemen van een enquête en aanvullende interviews onder melkveehouders. De enquête is verstuurd naar circa 2000 melkveehouder en de respons bedroeg 198 bruikbare enquêtes. Uit deze enquête is de conclusie gerechtvaardigd dat het grootste deel van de melkveehouders (98,4 %) plezier heeft in het vak als melkveehouder. Het werk wordt over het algemeen niet als lichamelijk zwaar ervaren, geeft veel voldoening en brengt weinig stress met zich mee. Het grootste deel van de melkveehouders ervaart niet hard te moeten werken en zou dan ook niets aan het werktempo en de hoeveelheid werk willen veranderen. Wel heeft de melkveehouder vaak te weinig vrije tijd en maakt een deel van de melkveehouders zich zorgen over toekomst. Melken wordt als leukste werkzaamheid ervaren en beheer als minst leuk. Melken en beheer zou men het liefst anders willen organiseren. Melken om de reden tijdswinst, beheer om de redenen tijdswinst en werkplezier. De aandacht vanuit de maatschappij op welzijn en gezondheid van het vee maar ook op natuur en milieu daagt het grootste deel van de ondernemers uit om eens te kijken naar hoe ze dingen doen en die te verbeteren. Leeftijd, toekomstbeeld, bedrijfsgrootte, opleidingsniveau en invloed vanuit de omgeving vormen voor een groot deel de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Het type ondernemer, vormen van wel of geen maatschap en het hebben van wel of geen personeel hebben weinig tot geen invloed op de arbeidsbeleving van de ondernemer. 4

5 Summary Expansion at dairy farms has increased the last few years. Previously, the farmer could do all the work on the farm alone. But with the expansion at dairy farms it isn t easy to do that. Labour is the challenge of the future for farmers. Dairy farms must be increase the labour efficiency. Only on that way they can care of the balance between the labour that is needed on the farm and the labour that is available. Advise at dairy farms about labour and labour efficiency is in the future more important. In the world of advice, consultants are looking for points of contact to optimize the advice about labour for dairy farmers. At the moment, the experience of the dairy farmer isn t included in the advice that is given. At this point there is an opportunity for improvement. The experience from a dairy farmer is actually very important before there is something changing. For this reason a research at the experience of dairy farmers is necessary. The purpose of this research is to give an answer on the question What is the labour experience from the dairy farmer and what makes this labour experience? In short, show the labour experience of the dairy farmer. This research consists of a literature review and a practical review. In this research an inquiry is used to get results about the labour experience of a dairy farmer. Also an interview is used for support of the results from the inquiry. The inquiry was sent to around 2000 dairy farmers and the response is 198 usually inquiries. The conclusion from this research is that the most dairy farmers have pleasure in their work (98, 4 %). The work isn t physically demanding, gives a lot of satisfaction and gives relatively little stress. The majority of dairy farmers experienced not to work heavy and will not change their work rate or amount of work. The dairy farmers from this research give the information that they haven t much free time and that a part of the dairy farmers take care about the future of the farm. Milking the cows is the activity that farmers like the most. Administration is the activity that farmers the most dislike. Milking cows and administration are the activities that farmers want to change. Milking for spare more time and administration for get more pleasure in doing the work. The attention from the society for health and wellbeing from the animals and for nature and environment challenges most of the farmers to look how they do the things on their farm and how they can improve it. Age of the farmer, vision of the future, size of the company, education level and the influence from the society are a great part of the labour experience from the dairy farmer. The type of farmer, working in a partnership or working with employees on the farm has little to no effect on the labour experience from the dairy farmer. 5

6 Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding en probleemstelling Aanleiding en relevantie Probleemstelling Doelstelling Hypothese Literatuuronderzoek Arbeid Arbeid in beeld Arbeidsefficiëntie Melkveehouders en omgeving Beleving Beleving Beleving van de melkveehouder Materiaal en methode Materiaal Methode Methode deelvraag Methode deelvraag Methode deelvraag Methode deelvraag Methode hoofdvraag Resultaten & Analyse onderzoek Populatiebeschrijving Deelvraag Deelvraag Deelvraag Deelvraag Hoofdvraag

7 4.7 Checklist arbeidsbeleving Discussie Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Literatuurlijst Bijlagen Bijlage I. Enquête arbeidsbeleving Bijlage II. Frequentiehistogrammen stellingen arbeid Bijlage III. SPSS uitvoer deelvraag Bijlage IV. SPSS uitvoer deelvraag Bijlage V. SPSS uitvoer deelvraag Bijlage VI. Frequentiehistogrammen stellingen omgeving Bijlage VII. SPSS uitvoer deelvraag Bijlage VIII. Checklist schriftelijk rapporteren

8 Inleiding Dit onderzoek is tot stand gekomen door werkzaamheden tijdens de stageperiode. Adviseurs van het stagebedrijf, PPP-Agro Advies zouden graag de advisering op het gebied van arbeid willen optimaliseren. In de praktijk wordt gemerkt dat de beleving van de melkveehouder belangrijk is en om deze reden is de opdracht voor een praktijkonderzoek naar arbeidsbeleving van de melkveehouder geformuleerd. PPP staat voor Perspectief, Pegels en Plezier en dit onderzoek draagt bij aan de P van plezier. De arbeidsbeleving van de melkveehouder in beeld brengen om vervolgens de melkveehouder beter te kunnen adviseren op het gebied van arbeid. Het praktijkonderzoek is van zo n grote omvang dat dit samen met het literatuuronderzoek invulling geeft aan dit afstudeerwerkstuk. Dit omdat het een vernieuwend onderwerp is, het binnen mijn interessegebied ligt en het praktijkonderzoek niet volledig kon worden uitgevoerd gedurende de stageperiode. Op deze manier heeft er een verdere verdieping plaats kunnen vinden. Het doel van dit rapport is antwoord geven op de hoofdvraag: Hoe staat het met de arbeidsbeleving van de melkveehouder en waardoor wordt deze gevormd? Voor de uitvoering van dit onderzoek is er een samenwerking gevormd met het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen. Het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen werkt mee door middel van begeleiding en uitvoering. Naast de uitvoering en rapportage van dit onderzoek wordt er nog een artikel geschreven om onderzoeksresultaten te presenteren. Het artikel wordt geschreven na goedkeuring van dit rapport en in samenwerking met het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen en PPP-Agro Advies. De opbouw van dit rapport is als volgt: de aanleiding en probleemstelling worden in hoofdstuk 1 weergegeven. In het hoofdstuk daarna worden de resultaten van het literatuuronderzoek beschreven. Materiaal en methode van onderzoek zijn beschreven in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevat de resultaten en analyse van het praktijkonderzoek. Hoofdstuk 5 bevat de discussie en in hoofdstuk 6 zijn de conclusies en aanbevelingen beschreven. 8

9 1. Aanleiding en probleemstelling In dit hoofdstuk worden de aanleiding en probleemstelling van dit onderzoek beschreven. Verder wordt de doelstelling weergegeven en de hypothese als ondersteuning van de probleemstelling. 1.1 Aanleiding en relevantie De afgelopen jaren is de melkveehouderij sterk veranderd. Bedrijven worden groter en gespecialiseerder. Vanouds is er bij melkveehouders een grote werklust, hoge arbeidsethos. Het hard werken hoort erbij en men is gewend de arbeid zoveel mogelijk alleen te verzetten. Schaalvergroting zorgt ervoor dat melkveehouders het werk niet meer alleen kunnen rondzetten. De arbeidsbehoefte groeit, het arbeidsaanbod blijft gelijk en daardoor stijgt de arbeidsdruk (kwalitatief en kwantitatief). Het is dan ook van belang om de arbeidsfilm in beeld te brengen (Nieuwenhuis & Lammertink, 2010). Melkveehouders moeten keuzes maken om de hoeveelheid arbeid in de toekomst nog rond te kunnen zetten. Verhoging van arbeidsefficiëntie en het verminderen van fysieke arbeid door gebruik van techniek zijn volgens onderzoek van Zijlstra, Evers, Hettinga, Vermeij, Verhees & Verstegen (2012) manieren om de arbeidsbehoeften te verkleinen. Op deze manier kan de ondernemer voor het grootste deel het werk nog alleen verzetten. Echter, dit wordt bij toenemende schaalvergroting steeds moeilijker. Arbeid is dan ook een uitdaging voor de toekomst (Debergh, 2011). Daarnaast is de relatie tussen het melkveebedrijf en haar omgeving veranderd dan wel aan het veranderen. Een toename in regelgeving enerzijds en een toename in verwachtingen vanuit de maatschappij (denk aan het thema koe in de wei ) anderzijds. Ook dit leidt ertoe dat de melkveehouder keuzes moet maken. Het maken van een keuze vraagt soms om een blik vanuit een ander oogpunt. Zo blijkt uit het onderzoek arbeid adelt dat melkveehouders nog onvoldoende stilstaan bij de werkdruk en onvoldoende weet hebben van de mogelijkheden van externe arbeid (Debergh, 2012). Adviesbureaus kunnen hier een grote rol in spelen. De taak van de adviseur ligt in het analyseren van aanbod en behoeften, weergeven van knelpunten en het geven van advies over hoe deze knelpunten opgelost kunnen worden. Om dit te kunnen analyseren heeft PPP- Agro Advies het arbeidsanalysemodel ontwikkeld (Jong de, 2012). Dit model brengt het aantal arbeidsuren van een bedrijf in beeld en vergelijkt deze met de norm. Op deze manier worden knelpunten op het gebied van tijd in beeld gebracht. Vanuit de advisering wordt er gezocht naar aanknopingspunten om dit zo goed mogelijk te kunnen doen. Enerzijds om de melkveehouder te helpen. Anderzijds om omzet te kunnen maken door een toegevoegde waarde te leveren en klanten te binden. Nu wordt er alleen 9

10 naar arbeidsefficiëntie gekeken bij gebruik van het arbeidsanalysemodel. De beleving van de ondernemer wordt niet meegenomen in het advies. Hier is verbetering mogelijk. De ondernemer moet namelijk eerst beleving ervaren voordat er daadwerkelijk iets gaat gebeuren of veranderen. Soms kost een werkzaamheid veel tijd maar wordt dit niet zo ervaren door de melkveehouder (Zessen van, 2004). Wanneer er wordt geadviseerd deze werkzaamheid anders te organiseren wordt hiervan de noodzaak niet ingezien en het advies veelal terzijde gelegd. Het advies komt pas tot zijn recht als de noodzaak ervaren wordt. Dit lijkt rond het thema arbeid nog lang niet gemeengoed. De arbeidsbeleving van de melkveehouder moet in beeld worden gebracht. Onder arbeidsbeleving wordt verstaan de manier waarop men de arbeid interpreteert en ervaart. De laatste jaren neemt de fysieke belasting af als gevolg van veranderingen zoals het gebruik maken van automatisch melken of de inzet van extern personeel (Dooren, Oude Vrielink, Poelarends & Neijenhuis, 2007). Maar wat is de beleving van de melkveehouder hierbij? Er zijn ook melkveehouders die in het verleden zijn begonnen met automatisch melken maar om andere redenen dan bedrijfsbeëindiging weer zijn gestopt met automatisch melken (Dooren et al, 2007). Het is daarom interessant om te kijken naar de invloed van de arbeidsbeleving. Melken zou weleens een grote invloed kunnen hebben op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. De manier van werken van een melkveehouder heeft namelijk invloed op de kwaliteit van leven van melkveehouders (Maller, Hemsworth, Jongman, Coleman & Arnold, 2005). Ook is kennis over de arbeidsbeleving van de melkveehouder mede belangrijk omdat de houding van een melkveehouder van invloed is op het welzijn en de productie van melkvee (Hanna, Sneddon & Beattie, 2009). Wanneer een melkveehouder tevreden is en het werk met plezier uitvoert, komt dit de bedrijfsresultaten ten goede. Hieruit vloeien de volgende vragen: Hoe kunnen adviseurs hier beter op inspelen? Hoe kan men de beleving van de ondernemer meenemen in het advies? Om hier antwoord op te krijgen is er onderzoek naar de arbeidsbeleving van de melkveehouder nodig. Graaff, Reinhard & Vreke (2002) geven aan dat er verschillende manieren van beleving zijn en dat er verschillende graadmeters zijn om deze beleving te kunnen meten. Zo is er een belevingsgraadmeter voor de natuurlijke omgeving, recreatieve kwaliteit, vermindering stress etc. Deze graadmeters zijn alleen toepasbaar bij het meten van de beleving van landschappen. Op het gebied van arbeid zijn er nog geen belevingsgraadmeters beschikbaar. Vandaar dat er een manier moet worden gevonden om de arbeidsbeleving in kaart te kunnen brengen. Onderzoek naar arbeidsbeleving vindt nu vooral plaats in de gezondheidszorg. Dit wordt in de gezondheidszorg vaak gedaan in de vorm van een enquête onder de medewerkers om zo de arbeidsbeleving in kaart te brengen. Op deze manier wordt geprobeerd een 10

11 belevingsgraadmeter voor arbeidsbeleving in de gezondheidzorg te creëren (Vets, Notelaars & De Witte, 2009). Het onderzoek van Vets et al. (2009) geeft aan dat het houden van een enquête een goede manier is om arbeidsbeleving in kaart te brengen. Voor het in kaart brengen van de arbeidsbeleving van de melkveehouder in het huidige onderzoek wordt er dan ook gebruik gemaakt van het houden van een enquête onder melkveehouders. De resultaten van het onderzoek zullen de arbeidsbeleving van de melkveehouder weergeven. Op deze manier wordt er informatie verstrekt over de arbeidsbeleving van de melkveehouder en kunnen adviseurs hierop inspelen. Ook kunnen zij door middel van de opgestelde checklist de arbeidsbeleving van de melkveehouder in kaart brengen. Melkveehouders maken kennis met het feit dat de eigen beleving niet moet worden vergeten in het maken van keuzes en krijgen inzicht in de arbeidsbeleving van andere melkveehouders. 1.2 Probleemstelling Het probleem is dat er geen kennis is over de arbeidsbeleving van melkveehouders en dat er nog geen manier is om deze in kaart te brengen. Er is geen kennis aanwezig over hoe de melkveehouder de arbeid ervaart. Zo is niet bekend of er plezier wordt beleefd aan het werk, of het werk zwaar wordt gevonden en wat men als problemen ervaart op het gebied van arbeid. Dit terwijl in het moderne timemanagement men zich niet zozeer richt op effectiviteit en efficiëntie maar op persoonlijke beleving, uitdrukking van zichzelf als individu in de tijd en realisatie van wat iemand belangrijk vindt (Zijlstra, Kroeze, Roelofs & Visser, 2006). De factor beleving maakt in modern arbeidsdenken de dienst uit, of wil de dienst uit gaan maken. Wanneer mensen een keuze maken doen ze dat voor een groot deel vanuit de persoonlijke beleving. De kennis van het belang van het meenemen van arbeidsbeleving in het advies is dan ook aanwezig, alleen is de arbeidsbeleving nog niet in beeld gebracht. Onderzoek van Maller et al. (2005) wijst uit dat de manier van werken invloed heeft op de kwaliteit van leven van melkveehouders. Echter, er is onvoldoende kennis over de beleving van de werkzaamheden door melkveehouders. Wat vindt een ondernemer leuk om te doen? Wordt er voldoening gehaald uit de werkzaamheden? Wat zou een ondernemer graag anders organiseren op het bedrijf? Het probleem is het ontbreken van kennis over de beleving van werkzaamheden terwijl ook de beleving van werkzaamheden van grote invloed is op de manier van werken en kwaliteit van leven (Maller et al., 2005). De arbeidsbeleving bestaat voor een groot deel uit de beleving van de werkzaamheden. Het in beeld brengen van de beleving van de werkzaamheden is dan ook noodzakelijk wil de arbeidsbeleving van de melkveehouder in beeld kunnen worden gebracht. Het bezitten van kennis over wat van invloed is op de arbeidsbeleving van de melkveehouder is van groot belang. Heeft de leeftijd invloed op de mate waarin een 11

12 ondernemer zijn werktempo en hoeveelheid werk zou willen verlagen? Of heeft het opleidingsniveau invloed op de voldoening die een ondernemer uit zijn werkzaamheden haalt? Op deze manier kan een adviseur inspelen op de factoren die van invloed zijn op de arbeidsbeleving van de ondernemer. Ook zou de omgeving een grote rol kunnen spelen op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Denk hierbij aan de maatschappij. Zo vinden bijna alle burgers dat koeien in de wei horen en is er vaak kritiek op de manier van het houden van vee (Pol van den, 2005). Het probleem is dat het effect van de omgeving op de arbeidsbeleving van de melkveehouder nog niet in beeld is gebracht. Hier kan dan ook nog geen rekening mee worden gehouden in het advies. Om het probleem van het ontbreken van kennis over de arbeidsbeleving van de melkveehouder in beeld te kunnen brengen zijn onderstaande hoofdvraag en deelvragen opgesteld. Hoofdvraag: Hoe staat het met de arbeidsbeleving van de melkveehouder en waardoor wordt deze gevormd? Deelvragen: Hoe wordt de arbeid door de melkveehouder op het melkveebedrijf beleefd? Hoe beleeft een melkveehouder de uit te voeren werkzaamheden op het bedrijf? Wat is het effect van het type melkveehouder/bedrijf op de arbeidsbeleving van de melkveehouder? Wat voor invloed heeft de beleving van veranderingen in de omgeving op de arbeidsbeleving van de melkveehouder? Doelstelling Het doel van het schrijven van dit onderzoek is inzicht krijgen in de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Met de opgedane kennis en de resultaten uit dit onderzoek kunnen de adviseurs van PPP- Agro Advies gerichter advies verstrekken op het gebied van arbeid aan melkveehouders. De melkveehouders krijgen door middel van het onderzoek informatie over arbeidsbeleving in de melkveehouderij en kunnen op deze manier een vergelijking maken tussen hun eigen 12

13 situatie en die van anderen en wellicht dingen verbeteren. De doelgroep wordt bereikt via dit rapport, een artikel of nieuwsbericht. Via deze weg worden onderzoeksresultaten gepresenteerd. Ook via studiegroepbijeenkomsten en presentaties kan de doelgroep worden bereikt Hypothese Verwacht wordt dat het grootste deel van de melkveehouders plezier heeft in het werk en dat melken als leukste werkzaamheid wordt ervaren. De leeftijd zal verschil maken in de arbeidsbeleving van de melkveehouder net als het opleidingsniveau. Uit onderzoek in de gezondheidszorg blijkt namelijk dat naarmate werknemers ouder worden, zij hun werk als sneller emotioneel ervaren (Vets et al., 2009). Om deze reden wordt in dit huidige onderzoek ook verwacht dat een hoge leeftijd zorgt voor een afname van de arbeidstevredenheid. Dit geldt ook voor het opleidingsniveau. Iemand met een hogere opleiding heeft meer uitdaging nodig om tevreden te zijn. Bij een melkveehouder met een hoge opleiding zal de arbeidstevredenheid dan ook sneller lager zijn dan bij een melkveehouder met een lage opleiding. Daarnaast wordt verwacht dat de omgeving van invloed is op het plezier van de melkveehouder en dat de beleving afhankelijk is van het type ondernemer. Er wordt verwacht dat de omgeving een negatief effect zal hebben op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Wat betreft het type ondernemer is er de verwachting dat de persoonlijkheid van de ondernemer veel invloed heeft op de arbeidsbeleving. Zo zal de zakelijke ondernemer de arbeid anders beleven dan de genietende ondernemer die meer vanuit zijn/haar gevoel werkt. De genietende ondernemer zal een hogere arbeidstevredenheid ervaren dan de zakelijke ondernemer. De knelpunten op het gebied van arbeidsbeleving zullen naar voren komen op zowel individueel als op sectorniveau. Vervolgens kan er worden aangegeven waarom dit als knelpunt wordt ervaren. Hier wordt verwacht dat tijd het grootste knelpunt zal zijn. Uiteindelijk zal door dit onderzoek beter naar adviesbehoeften kunnen worden geadviseerd omdat nu ook de arbeidsbeleving meegenomen wordt in het advies. 13

14 2. Literatuuronderzoek Dit hoofdstuk bevat de resultaten uit het literatuuronderzoek. Het literatuuronderzoek is opgesplitst in verschillende onderwerpen die allen met het hoofdonderwerp arbeidsbeleving van de melkveehouder zijn verbonden. Zo komt arbeid aan de orde maar ook de omgeving en de verschillende manieren van beleving. 2.1 Arbeid Een beeld van arbeid in de melkveehouderij geeft inzicht in het aantal uren en kennis over de tijdsbesteding van een melkveehouder. Arbeidsefficiëntie komt aan de orde omdat dit steeds belangrijker wordt op groeiende melkveehouderijen. Deze twee aspecten worden in dit hoofdstuk toegelicht Arbeid in beeld. De werkweek is te lang en de dagen zijn volgens melkveehouders te kort om het werk uit te voeren. Vele melkveehouders vragen zich af hoe ze het werk op het bedrijf in minder tijd kunnen uitvoeren. Op deze manier houden ze tijd over voor gezin, partner, ontspanning, communicatie met burgers/consumenten en nieuwe activiteiten (Zijlstra et al., 2006). De melkveehouder wil een lagere arbeidsbehoefte, lagere werkdruk en meer arbeidsplezier. Op een melkveebedrijf met kg melk wordt gemiddeld zo n 83 uur gewerkt per week. Hiervan is 59 uur per week nodig voor melken, voeren, vee verzorging en jongvee opfok (Booij, 2005). Deze vaste werkzaamheden vragen bij elkaar al ongeveer 3000 uur per jaar. Bij het in kaart brengen van het aantal uren op melkveebedrijven in Nederland is al snel zichtbaar dat ondernemers de meeste tijd kwijt zijn aan de werkzaamheid melken. Hierop volgen beheer, voeren en veeverzorging. Een overzicht van de gemiddelde urenregistratie is weergegeven in figuur Figuur Gemiddelde tijdbesteding per onderdeel (Booij, 2005). 14

15 Om te bekijken of een bedrijf met meer melkquotum ook te maken heeft met hogere arbeidsbehoeften is onderzoeker Jelle Zijlstra van de Universiteit Wageningen een onderzoek gestart naar arbeidsbehoeften en tijdsbesteding op melkveebedrijven (2006). In dit onderzoek is duidelijk zichtbaar dat wanneer het quotum toeneemt het aantal benodigde uren ook gelijkmatig toeneemt. Dit verband is te zien in figuur Figuur Totale arbeid per week per kg melk in relatie tot de bedrijfsomvang,periode februari-maart (Zijlstra et al., 2006). In figuur is de teelt niet meegenomen. Bij een periode waarin de teelt wel is meegenomen is het aantal uren per week gemiddeld 30 uur hoger (Zijlstra et al., 2006). Kortom een groter bedrijf wordt gekenmerkt door meer arbeidsbehoeften. Techniek kan de arbeidsbehoeften verkleinen. Denk hierbij aan krachtvoerboxen, automatische melksystemen etc. De motivatie om over te stappen naar een automatisch melksysteem is voor meer dan de helft van de melkveehouders dan ook de arbeidsbesparing die de aanschaf van een automatisch melksysteem met zich meebrengt (Dooren van et al., 2007). Melken vergt immers veel tijd en zoals ook in afbeelding te zien is het een onderdeel wat de meeste tijdsbesteding heeft. De meest voorkomende andere redenen om over te stappen op een automatisch melksysteem zijn een afname van de fysieke belasting, toename van flexibiliteit of economische redenen. Automatisering om de arbeidsbehoeften te verlagen is alleen aantrekkelijk als de jaarkosten per jaar lager liggen dan de loonkosten (Nieuwenhuis et al., 2010). Een kalverdrinkautomaat of mestrobot zijn investeringen die al snel uit kunnen. De andere investeringen hangen af van de wensen van de ondernemer. Wat past bij de ondernemer als persoon en wat levert het nog meer op naast de verlaging van de jaarkosten. Personeel kan ook een optie zijn om het arbeidstekort aan te vullen. Hierdoor worden 15

16 nieuwe mogelijkheden gecreëerd (Zoer & Jong de, 2008). De ondernemer gaat van koeienboer naar mensenboer. De ondernemer verandert in een manager en inzicht in de eigen arbeidsorganisatie is nodig (Nieuwenhuis et al., 2010). Om de kosten voor arbeid in beeld te brengen is er door Kappers (2012) een analyse gemaakt van 10 melkveebedrijven met een gemiddelde bedrijfsomvang van 1,5 miljoen kg melkquotum. Bij een extra productie van kg melk brengt dit 250 uur extra werk met zich mee. Deze uren zitten vooral in het melken, voeren en verzorgen van het vee. Gemiddeld komen deze extra uren per jaar uit op 5 extra uren per week. Wanneer dit wordt omgerekend naar de extra kosten die worden gemaakt komt dit op euro extra arbeidskosten per jaar. Dit is 5 cent per kilogram melk (Kappers, 2012). Bij een melkprijs van 32 cent en een flinke aftrek van de andere kostenposten is het van belang dat de toegevoegde waarde gelijk blijft. Een stijging van het quotum maar een daling van de toegevoegde waarde is niet waar een melkveehouder extra uren voor maakt. De melkveehouder moet dan ook goed de arbeid op het bedrijf in beeld hebben en bij het maken van een keuze de arbeidskosten meenemen in de afweging Arbeidsefficiëntie Onder efficiëntie wordt verstaan: Het bereiken van zoveel mogelijk, met zo weinig mogelijk middelen. Op het gebied van arbeid gaat het dan om het rondzetten van de werkzaamheden in een zo kort mogelijke tijd en/of op een zo gemakkelijk mogelijke manier. Volgens Jelle Zijlstra (2006), onderzoeker van de Animal Science Group is de arbeidsreserve op melkveebedrijven op. Ouders helpen niet meer mee op het bedrijf en de partner gaat buitenshuis werken. Het is voor bedrijven van belang dat er efficiënt gewerkt gaat worden. Volgens adviseur Menno Kamminga van PPP-Agro Advies was arbeid in de jaren zeventig ook al een probleem (Booij, 2005). Deze beperking is toen weggenomen door vervanging van grupstallen door ligboxenstallen. Nu lijkt arbeid opnieuw een beperking door de verdere schaalvergroting (Booij, 2005). Volgens Storme (2012), landschapsarchitecte bij Inagro, is een betere arbeidsefficiëntie niet alleen te realiseren met mechanisatie. Ook het bekijken van de looplijnen en het in kaart brengen van werkuren zorgt voor een betere arbeidsefficiëntie (Debergh, 2012). Onderzoek naar de arbeidsbehoefte en tijdbesteding op melkveebedrijven geeft aan dat er een zichtbaar verband is tussen arbeidsefficiëntie en schaalomvang (Zijlstra et al., 2006). Een bedrijf met meer quotum heeft een hogere arbeidsefficiëntie. Voor een belangrijk deel wordt dit veroorzaakt door de tijd die wordt besteed aan melken en voeren. Uit nadere analyse kan worden afgeleid dat de melkrobot en het beweegbaar voerhek over het algemeen een gunstige invloed hebben op de arbeidsefficiëntie (Zijlstra et al., 2006). Het onderzoek wijst ook uit dat er bij bedrijven met ongeveer een zelfde hoeveelheid melk toch 16

17 een grote spreiding in arbeidsefficiëntie zichtbaar is. De schaalvoordelen worden voornamelijk behaald bij de activiteiten melken, voeren, jongvee-opfok en beheer. Hoe groter het bedrijf des te efficiënter verlopen deze activiteiten (Zijlstra et al., 2006). De schaalvoordelen zijn afwezig of minder aantoonbaar bij de activiteiten veeverzorging, veegezondheid en onderhoud van machines en onroerend goed. Een goede arbeidsorganisatie is ook één van de problemen bij schaalvergroting in de melkveehouderij. Een onderzoek van Zijlstra & Poelarends (2009) naar hulpmiddelen voor arbeidsorganisatie heeft uiteindelijk geleid tot het maken van negen hulpmiddelen om de arbeidsorganisatie te verbeteren. Hierbij is het maken van protocollen het belangrijkste hulpmiddel. Het is namelijk van belang dat ieder op dezelfde manier werkt en dat men kan kijken hoe er gewerkt moet worden. Vooral wanneer er met personeel gewerkt wordt is dit van groot belang (Zijlstra et al., 2009). Bovendien geeft het protocollaire werken de veehouder rust (de Jong, 2012). Het verbeteren van de arbeidsorganisatie draagt bij aan het efficiënter werken. Onderzoek door de adviseurs van Valacon-Dairy (2013) geeft inzicht in arbeid ten opzichte van duurzaamheid. Kleine bedrijven (< 100 koeien) met een lagere productie behalen een hogere levensduur van de aanwezige koeien dan grote bedrijven (> 100 koeien). Bedrijven met een lagere levensduur, de grote bedrijven, besteden over het algemeen meer tijd aan het bedrijf. Omgerekend per VAK zijn ze vergelijkbaar. De arbeidsbesteding per koe en per 100 kg melk ligt wel lager waardoor de efficiëntie hoger is. Grote bedrijven hebben dus een hogere arbeidsefficiëntie en lagere levensduur van de aanwezige koeien. Hierdoor zijn de grote bedrijven minder duurzaam op het gebied van arbeid in vergelijking met kleinere bedrijven (Colebrander, 2013). 2.2 Melkveehouders en omgeving Een melkveehouder staat midden in de maatschappij (Schenk, 2011). De bedrijven zijn grondgebonden en hebben veel invloed op de leefomgeving van burgers. Omgekeerd is de betrokkenheid vanuit de maatschappij bij melkveehouderijen groot. De maatschappij levert een bepaalde druk op melkveehouders en de blik is vaak een voorbode van vraag vanuit de markt. Er zit een uitdaging in het verbinden van markt en maatschappij. Behouden van het positieve imago kan niet door alleen te kijken naar het eigen erf. Het is van belang dat er als melkveehouder heldere keuzes worden gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met de gehele omgeving (Schenk, 2011). De afgelopen jaren is er vanuit de maatschappij veel kritiek geweest op de veehouderij. Denk aan thema s zoals dierenwelzijn en milieu. Volgens de organisatie Wakker Dier is het vijf voor twaalf voor de Nederlandse melkveesector (Wakker Dier, 2010). Er moet actie worden ondernomen op het gebied van welzijn en de veehouderijsector in Nederland moet 17

18 veranderen. Ook de partij voor de dieren is fel tegen de schaalvergroting in de melkveehouderijsector. Deze partij is het niet eens met veel aspecten van het huidige veehouden. Denk hierbij aan het jaar rond opstallen van het melkvee, onthoorning en het scheiden van kalf en moeder. Als ondernemer is het van belang om rekening te houden met de omgeving en de wensen vanuit de maatschappij. Enerzijds kan de druk vanuit de maatschappij op melkveehouders als negatief worden ervaren doordat er veel aandacht en kritiek is. Anderzijds kan het voor melkveehouders ook als positief worden ervaren doordat er door de aandacht een goede markt is voor nevenactiviteiten. Op deze manier is de ondernemer niet gedwongen tot schaalvergroting en kunnen er op andere manieren inkomsten worden gegenereerd. Om de kloof tussen de burgers/consument en de melkveehouders te verkleinen is het BGood project ontstaan. Dit project is uitgevoerd door onderzoekers van Universiteit Wageningen (WUR) en heeft een jaar geduurd. Uit dit project zijn verschillende inspiratiebronnen ontstaan en is er meer duidelijkheid gekomen over de verbinding tussen melkveehouder en burger/consument (Eijk van, 2007). Zo is transparantie het codewoord en creëert beweiding maatschappelijk draagvlak. Volgens Boogaard, onderzoeker aan de universiteit van Wageningen, wordt de toekomst van de veehouderij bepaald door de burger. De burger heeft twee beelden van de melkveehouderij. Aan de ene kant het positieve beeld van de koe in de wei aan de andere kant het negatieve beeld van de schaalvergroting. Om negativiteit om te buigen is het van belang dat de melkveehouder in gesprek blijft met de burger. De boeren die burgers ontvangen zijn de brug naar de maatschappij (Boogaard, 2010). Om hier nog meer inzicht in te krijgen is het project het nieuwe veehouden gestart met als onderdeel de kracht van koeien. De kracht van koeien laat zien dat het mogelijk is om een melkveehouderij te creëren waarin de koe het goed heeft, de ondernemer voldoende loon krijgt naar werken, er gedacht wordt aan het milieu en er tegemoet wordt gekomen aan de wensen van de burger. Onderzoek van Bos & Eijk van (2009) geeft de eisen en wensen van de burger weer. Deze eisen en wensen zijn hieronder weergegeven. Dieren moeten vrij rond kunnen lopen. Dieren behandelen als broers en zusters. Dieren moeten goed verzorgd worden. Diervoeding moet natuurlijk en vers zijn. Zo nodig een hogere prijs betalen voor dierenwelzijn. Dieren moeten in een natuurlijke omgeving leven. De veehouderij moet smakelijke en verse producten afleveren. Eerlijke en duurzame manier van produceren. 18

19 Professionele handelingsvrijheid voor boeren. Redelijke marges voor boeren. Borging van kwaliteit door regels. (Bos et al., 2009) Deze eisen en wensen van burgers zijn lang niet volledig in overeenstemming met de eisen en wensen van de melkveehouders. Om deze redenen kunnen er spanningen ontstaan en zou de omgeving van grote invloed kunnen zijn op de beleving van een melkveehouder. Binnen het project kracht van koeien wordt rekening gehouden met het ideaalbeeld van de burger en probeert men als ondernemer hier zoveel mogelijk aan te voldoen (Bos et al., 2009). Op deze manier wordt er maatschappelijk draagvlak gecreëerd en wordt de melkveehouderij in positiever daglicht gesteld. 2.3 Beleving Wat is beleving? Wat is er al bekend over de beleving van de melkveehouder? Deze vragen worden in de hierop volgende paragrafen beantwoord Beleving Beleving is een persoonlijk begrip wat op verschillende manieren is op te vatten. Beleving is een continu proces van doen en ondergaan, van actie en reflectie die zin en betekenis geven aan persoonlijke, sociaal-culturele, economische en maatschappelijke contexten in de fysieke en in de virtuele wereld (Boswijk, 2007). Beleving heeft te maken met de interactie tussen mens en omgeving (Nuijten, 2008). In figuur is dit schematisch weergegeven. Figuur Beleving van mens-omgeving (Buijs, 2003). Er wordt onderscheidt gemaakt tussen twee verschillende vormen van beleving: de affectieve en cognitieve beleving (Graaff et al., 2002). De affectieve beleving is onbewust en niet-rationeel. De cognitieve beleving is echter bewust en kan per individu en tijdstip verschillen. De manier waarop een persoon iets beleefd/ervaart/meemaakt is dan ook afhankelijk van veel verschillende factoren en voor ieder persoon verschillend. In het onderzoek is beleving steeds meer naar voren gekomen. Onderzoek naar beleving vormt geen eigen onderzoeksveld maar wordt door verschillende wetenschappelijke disciplines onderzocht (Nuijten, 2008). Op het gebied van arbeid gaat het in het kader van de beleving om de volgende aspecten: arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen, welbevinden en spanning (Vets et al., 2009). Werknemers vinden hun werk prettiger wanneer het meer afwisseling en leermogelijkheden bevat (Vets et al., 2009). Bevorderlijk voor het ervaren van plezier in het werk zijn een lage 19

20 tijdsdruk en werkdruk. De top drie van belangrijkste werkkenmerken in de voorspelling van plezier in het werk is: 1 leermogelijkheden (meer leermogelijkheden gaat samen met meer plezier), 2 afwisseling (meer afwisseling gaat samen met meer plezier), 3 problemen met het werk (meer conflicten over de inhoud van het werk gaat samen met minder werkplezier)(vets et al., 2009) Beleving van de melkveehouder De melkproductie hangt voor een deel af van de houding van de melkveehouder. Empathie heeft een significant positief effect op de melkproductie (Hanna et al., 2009). Een negatieve gedachten van de ondernemer heeft significant een negatief effect op de melkproductie en tevredenheid in het werk een significant positief effect (Hanna et al., 2009). Wanneer een melkveehouder tevreden is en zijn/haar werk met plezier uitvoert komt dit ten goede van de bedrijfsresultaten. De beleving van de melkveehouder is dus van groot belang. In een onderzoek naar beweiding van melkvee zijn de verwachtingen voor de arbeidsbeleving van de melkveehouder in beeld gebracht. De verwachting voor de arbeidsbeleving van de melkveehouder is dat deze negatiever is naarmate de pieken in arbeid hoger zijn en/of frequenter voorkomen wanneer de arbeid zwaarder is (Pol van den, 2005). Verder wordt er verwacht dat het afhankelijk is van het karakter van de veehouder welke werkzaamheden aansluiten bij de veehouder, oftewel welke werkzaamheden voor het meeste arbeidsplezier zorgen. In het onderzoek naar beweiding van melkvee zijn alleen verwachtingen gepresenteerd er zijn geen resultaten weergegeven en conclusies getrokken. 20

21 3. Materiaal en methode In dit hoofdstuk wordt informatie en verantwoording gegeven over de onderzoeksmethoden. Verder is in dit hoofdstuk de methode van analyse van de onderzoeksgegevens weergegeven. 3.1 Materiaal Het onderzoek is een beschrijvend onderzoek. De onderzoeksmethode die gebruikt wordt is surveyonderzoek. Het gaat vooral om een kwantitatief onderzoek. Deels komt er kwalitatief onderzoek aan de orde. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een enquête en interviews. De enquête is opgesteld aan de hand van de bevindingen van het literatuuronderzoek. Vervolgens is deze meerdere malen deskundig bekeken en bekritiseerd door de heer Methorst van het kenniscentrum Agrofood & Ondernemen te Dronten. Hierdoor is de validiteit verhoogd. Uiteindelijk is er een versie van de enquête getest tijdens een bijeenkomst over arbeid onder de 50 aanwezige agrarische ondernemers. Hieruit kwamen een aantal verbeterpunten naar voren net zoals uit de gehouden half-gestructureerde interviews. Na aanpassing van al deze bevindingen is er een definitieve versie van de enquête gekomen welke is bijgevoegd als bijlage I. De enquête over arbeidsbeleving is verstuurd naar circa 2000 melkveehouders, klanten van het stagebedrijf PPP-Agro Advies West. Deze versturing heeft digitaal plaats gevonden. Er is een mail verstuurd waarbij men op een link kon klikken om de enquête in te vullen. Deze link was gekoppeld aan de website van PPP-Agro Advies en hier kon men de enquête dan ook digitaal invullen. Ook werden er een aantal enquêtes meegenomen naar studiegroepen om daar ingevuld te worden. Het doel van de enquête was om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen over de arbeidsbeleving van de melkveehouder. De ondernemers die de enquête hebben ingevuld zijn vooral afkomstig uit het gebied West. Het gaat hierbij om de volgende provincies: Zuid - Holland Noord - Holland Utrecht Om de steekproefgrootte bij een betrouwbaarheidsinterval van 95% te bepalen is de hieronder weergegeven formule gebruikt. Deze formule is alleen toe te passen bij een eindige steekproefgrootte (tot 20000). n>= N x z² x p(1-p) z² x p(1-p) + (N-1) x F² 21

22 Bij een populatiegrootte van 2000 verstuurde enquêtes, een spreiding van 50%, een foutenmarge van 5% en een betrouwbaarheidsinterval van 95 % is de steekproefgrootte 323 enquêtes. In totaal zijn er 198 bruikbare enquêtes terug ontvangen. Er is dus een respons van 198 enquêtes. Hiermee wordt geen betrouwbaarheidsinterval van 95 % behaald maar van 86 %. De resultaten uit dit onderzoek zijn daarom iets minder betrouwbaar maar doordat de N (aantal respondenten) redelijk hoog is wordt er verwacht dat dit geen problemen oplevert voor de betrouwbaarheid. In totaal waren er 6 onbruikbare enquêtes. Deze enquêtes waren niet bruikbaar voor het onderzoek omdat minder dan 50% van de vragen waren ingevuld. De half gestructureerde interviews zijn afgenomen bij een achttal ondernemers die deelnemen aan het praktijknetwerk preventief risicobeheer arbeid. Dit netwerk heeft als doel het bedenken van maatregelen waardoor de bedrijfsrisico s op het gebied van arbeid afnemen. Het gaat om een betere arbeidsverdeling, opstellen van protocollen en het in kaart brengen van de arbeidsuren. Deze ondernemers hebben dan ook al over het onderwerp arbeid nagedacht en kunnen goed doordachte antwoorden geven. Vandaar ook de keuze voor het interviewen van deze ondernemers. Om de betrouwbaarheid te verhogen is het interview met de ondernemer afgenomen zonder aanwezigheid van de partner. Ook zijn de vragen zo neutraal mogelijk gesteld om te voorkomen dat de mening van de interviewer de mening van de ondernemer beïnvloedt. Om de validiteit te verhogen zijn verschillende type ondernemers geïnterviewd en allen met een verschillende bedrijfsgrootte en verschillende manier van werken. Dit om zoveel mogelijk de werkelijkheid te kunnen weerspiegelen. 3.2 Methode De gegevens afkomstig van de enquête zijn geanalyseerd met behulp van de programma s Microsoft Excel en SPSS. In Microsoft Excel is een database opgesteld met alle resultaten van de enquêtes. Vervolgens is dit bestand overgezet naar SPSS. In SPSS is eerst het code boek volledig gemaakt om met de analyse te kunnen beginnen. De interviews zijn allen uitgewerkt in Word en per vraag zijn de antwoorden gebundeld. Op deze manier worden de overeenkomsten en verschillen weergegeven en kunnen opmerkelijke antwoorden worden uitgelicht. Het interview dient als ondersteuning voor de analyse van de enquête. SPSS wordt gebruikt om hoofdvraag en deelvragen statistisch te kunnen onderbouwen en om verbanden te zoeken. Dit wordt gedaan aan de hand van het uitvoeren van verschillende toetsen. Afhankelijk van de te gebruiken variabele wordt een toets gekozen. De gebruikte toetsen zijn in tabel per variabele weergegeven. 22

23 Tabel Gebruikte toetsen in SPSS per variabele. Variabele Nominaal x Ordinaal Nominaal x Nominaal Ordinaal x Ordinaal Interval x Interval Interval x Ordinaal Toets Chi-Kwadraat toets Chi-Kwadraat toets Correlatie Spearman s Rho Correlatie Pearson Correlatie Pearson Per deelvraag worden de bijbehorende vragen uit de enquête verwerkt in SPSS. Vervolgens worden deze uitkomsten geanalyseerd. Om weer te geven hoe er per deelvraag gewerkt wordt en welke vragen uit de enquête voor het beantwoorden van de deelvraag worden gebruikt is hieronder per deelvraag een korte methode beschreven Methode deelvraag 1 Hoe wordt de arbeid door de melkveehouder op het melkveebedrijf beleefd? Voor het beantwoorden van deze deelvraag wordt er gekeken naar de stellingsvragen over arbeid (zie enquête, bijlage I). Op deze manier wordt de algemene arbeidsbeleving in beeld gebracht. Dit wordt gedaan door de frequenties per stelling te bepalen. Verder wordt het gemiddelde berekend van de invulvraag: Welk cijfer geeft u aan uw werk als melkveehouder op uw bedrijf? Om te bekijken wat van invloed is op de algemene arbeidsbeleving van de melkveehouder worden de stellingen getoetst met de volgende variabelen: leeftijd, opleidingsniveau, toekomstbeeld, personeel en maatschap. Deze variabelen zijn door de ondernemer bij de algemene gegevens in de enquête ingevuld Methode deelvraag 2 Hoe beleeft een melkveehouder de uit te voeren werkzaamheden op het bedrijf? Deze deelvraag wordt beantwoord door te kijken naar de vraag waarbij de ondernemers cijfers moeten geven aan de werkzaamheden op het bedrijf. Om de beleving van de werkzaamheden weer te kunnen geven is er een verdeling gemaakt in werkzaamheden en in cijfers. Het onderscheid in werkzaamheden is opgesteld vanuit het arbeidsanalysemodel van PPP-Agro Advies. Deze verdelingen zijn te vinden in tabel en

24 Tabel Werkzaamheden melkveehouder met omschrijving. Werkzaamheid Melken Voeren Veeverzorging Teeltwerkzaamheden Onderhoud Beheer Neventak Omschrijving De tijd tussen het in de melkput stappen om te gaan melken totdat de laatste koe de melkstal verlaat (tussentijds ophalen blijft melken). Voor- en nawerk: Melkstal klaarmaken, reinigen van melkstal, melkinstallatie, melktank, melklokaal (ook periodiek), eventueel melkrobot en omgeving. Koeien uit stal of land halen om te gaan melken. Eventueel tevens: Alle dieren die naar de robot worden gebracht en al dan niet onder begeleiding worden gemolken en het helpen daarbij. De dagelijkse voerwerkzaamheden op het gebied van melkvee, jongvee en kalveren. Onder voerwerkzaamheden wordt niet verstaan: De kuil bloot maken/losgooien en weer dichtleggen, afsnijden van plastic en grond of banden verwijderen. Totale vee verzorging op het bedrijf dus zowel van melkvee, jongvee als kalveren. Mest uitrijden, voederwinning, graslandvernieuwing en overige mechanisatie. Onderhoud aan machines, gebouwen, land. Werkzaamheden omtrent de kuil en mestbewerking. Administratie, bedrijfsbeleid, oriëntatie en proces managen. Verschillende voorbeelden van neventakken zijn: kaasmakerij, boerderijwinkel, schapen, vleesvarkens, zeugen, B&B/logies. Tabel Cijferverdeling werkzaamheden met betekenis. Cijfer Betekenis 1 Ik zie hier tegenop. 2 Ik vind het vervelend om te doen. 3 Dit doe ik omdat het erbij hoort. 4 Ik vind het leuk om te doen. 5 Ik heb er ontzettend veel schik in. 24

25 Bij het beantwoorden van deze deelvraag worden ook de resultaten gebruikt van de vraag waarbij de ondernemers aangeven wat ze graag anders zouden willen organiseren op het bedrijf. Wanneer een ondernemer iets graag anders zou willen organiseren moet er door de ondernemer ook worden aangegeven waarom hij/zij dit anders zou willen organiseren. De keuze bestaat uit de reden tijdswinst of de reden werkplezier. Bij deze vragen worden de frequenties in beeld gebracht en wordt er gekeken wat van invloed is op de beleving van de werkzaamheden. Op deze manier wordt de beleving van de werkzaamheden in beeld gebracht en kan er worden gekeken waar de knelpunten zitten op het gebied van arbeid Methode deelvraag 3 Wat is het effect van het type melkveehouder/bedrijf op de arbeidsbeleving van de melkveehouder? Voor het antwoord op deze deelvraag worden de stellingen over arbeid vergeleken met het type ondernemer, het aantal melkkoeien en het aantal hectare van een bedrijf. Op deze manier kan er worden getoetst of er een significant verband is en kan het effect worden weergegeven. De verdeling van type ondernemers is afkomstig uit een onderzoek van Pellikaan (2008). In dit onderzoek is onderscheid gemaakt tussen type ondernemers en zijn de type ondernemers beschreven. Om duidelijk te maken wat voor type ondernemers worden onderscheiden en wat de betekenis is per type ondernemer is tabel opgesteld. In tabel is dan ook de informatie te vinden betreffende type ondernemers. Tabel Type ondernemer en beschrijving (Pellikaan, 2008). Type ondernemer Zakelijke melkveehouder. Omschrijving Als zakelijke melkveehouder houdt u rekening met de maatschappij vanuit zakelijke overwegingen. U bent bereidt aanpassingen te doen als de markt ervoor betaald. U vindt zichzelf meer ondernemer dan boer. Beslissingen worden genomen op basis van cijfers niet op basis van gevoel. 25

26 Traditionele melkveehouder. Genietende melkveehouder. Overtuigde melkveehouder. Deze melkveehouder is gericht op het in stand houden van het bedrijf zonder grote veranderingen door te voeren. U bent sterk gebonden aan een vaste plek of omgeving. U laat zich voornamelijk leiden door gewoonten, intuïtie en praktijkverhalen. Als ondernemer neemt u veel aan van adviseurs en buren. Als genietende melkveehouder redeneert u vooral vanuit u zelf. De besluiten die u neemt, moeten vooral passen bij datgene waar u plezier in heeft. Ook aspecten van buiten het bedrijf spelen een rol. U vindt arbeidsvreugde belangrijker dan een hoog inkomen. U maakt uw keuzes vanuit een bepaalde overtuiging. Dat kan een religieuze overtuiging zijn, een ervaring uit het verleden of gerelateerd aan de opvoeding. Arbeidsvreugde staat boven een hoog inkomen maar normen en waarden staan bij u helemaal hoog. Welzijn en gezondheid van het dier zijn belangrijker dan de productie. Vervolgens wordt voor het beantwoorden van deze deelvraag ook het verband onderzocht tussen het type ondernemer en de variabelen: leeftijd, opleidingsniveau, toekomstbeeld, maatschap en personeel. Dit geldt het zelfde voor het aantal melkkoeien en het aantal hectare. Op deze manier wordt er niet alleen in beeld gebracht wat het effect is van het type ondernemer/bedrijf op de arbeid maar ook wat van invloed is op het type ondernemer en type bedrijf Methode deelvraag 4 Wat voor invloed heeft de beleving van veranderingen in de omgeving op de arbeidsbeleving van de melkveehouder? De stellingen over omgeving geven antwoord op deze vraag. Hierbij worden de frequenties per vraag vastgesteld. Verder wordt er bekeken wat de invloed is van deze stellingen op de andere vragen uit de enquête. Het gaat hier dan vooral over de invloed die de omgevingsstellingen uitoefenen op de arbeidsstellingen. Op deze manier wordt het 26

27 antwoord op deze deelvraag verkregen Methode hoofdvraag Hoe staat het met de arbeidsbeleving van de melkveehouder en waardoor wordt deze gevormd? De hoofdvraag Hoe staat het met de arbeidsbeleving van de melkveehouder en waardoor wordt deze gevormd? wordt beantwoord door te kijken naar de resultaten en analyses van de deelvragen. Hieruit wordt het antwoord voor de hoofdvraag geformuleerd. Alle belangrijke verbanden komen aan de orde en uiteindelijk kunnen de discussie, conclusies en aanbevelingen worden geschreven. 27

28 4. Resultaten & Analyse onderzoek In dit hoofdstuk komen de resultaten van het praktijkonderzoek aan de orde. Deze resultaten worden geanalyseerd en er worden conclusies getrokken. Dit gebeurt per deelvraag om zo het antwoord van de deelvraag in beeld te krijgen. Vervolgens wordt het antwoord op de hoofdvraag beschreven. Eerst volgt er een hoofdstuk populatiebeschrijving om de deelnemers van het onderzoek in beeld te brengen. 4.1 Populatiebeschrijving Om inzicht te krijgen in de deelnemers van het onderzoek zijn eerst de algemene gegevens geanalyseerd. Hieruit volgt een populatiebeschrijving. De populatie bestaat volledig uit melkveehouders. Het grootste gedeelte van de melkveehouders bevinden zich in de leeftijdscategorie jaar (39,9 %) en hebben als hoogst genoten opleidingsniveau middelbaar land/ tuinbouwonderwijs, MAS (45 %). Zie figuur en Figuur Leeftijd populatie. Figuur Hoogst genoten opleiding populatie. Verder heeft 18% van de deelnemende melkveehouders personeel op zijn/haar bedrijf. Dit is een klein percentage wanneer er wordt gekeken naar de schaalvergroting in de melkveehouderij en de toename van het personeel bij melkveehouderijen. Van de deelnemende melkveehouders werkt het merendeel van de melkveehouders (70,5 %) in een maatschap en heeft 13,8 % van de melkveehouders in de populatie zorgen over de toekomst en denkt dat zijn/haar melkveebedrijf over 15 jaar niet meer actief is. Zie figuur 4.1.3, 4.1.4,

29 Figuur Melkveehouders met personeel in populatie. Figuur Melkveehouders in maatschap in populatie. Figuur Melkveebedrijf van melkveehouders in populatie over 15 jaar wel/niet actief. Om de persoonlijkheden van de ondernemers mee te nemen in het onderzoek zijn er vier typen melkveehouders gedefinieerd. De uitleg per type ondernemer is weergegeven in tabel Deze typering van ondernemers is afkomstig van een onderzoek van het Centrum voor Landbouw en Milieu (Pellikaan, 2008). In figuur is te zien in welke categorie type melkveehouder de meeste melkveehouders van het onderzoek zitten. Dit betreft de categorie: Zakelijke melkveehouder. 29

30 Figuur Type melkveehouders onderzoek arbeidsbeleving. Wat betreft het bedrijf van de deelnemende ondernemers is de gemiddelde grootte 92 melkkoeien met een standaarddeviatie van 42,5. Dit betekent dat er een grote spreiding is van de waarde rondom het gemiddelde. Er zijn dus bedrijven met een klein aantal koeien en bedrijven met een groot aantal koeien. Het minimum is 20 melkkoeien, het maximum is 270 melkkoeien. Het aantal hectare per bedrijf bedraagt gemiddeld 52 ha met een standaarddeviatie van 25,9. Het minimum aantal hectare bedraagt 10 ha en het maximum aantal hectare bedraagt 155 ha. Er is een significant positief verband te vinden tussen het aantal melkkoeien en het aantal hectare dat een ondernemer bezit. Ondernemers met meer koeien hebben meer hectare tot hun beschikking (R = 0,864, p <0,01). Een logisch verband aangezien er voor het houden van meer melkkoeien ook meer hectare nodig is om de melkkoeien in de behoeften te kunnen voorzien en de mest af te kunnen zetten. (Voor de SPSS uitvoer van dit verband, zie bijlage V.) 4.2 Deelvraag 1 Hoe wordt de arbeid door de melkveehouder op het melkveebedrijf beleefd? Over het algemeen heeft de Nederlandse melkveehouder plezier in het werk. 98,4 % van de melkveehouders geeft aan plezier te hebben in het werk. Het gemiddelde cijfer wat gegeven wordt aan het vak als melkveehouder is een 7.8 met een standaarddeviatie van 0,887. Het minimum cijfer is een 5 en het maximum cijfer is een 10, dit was tevens het hoogste cijfer wat toegekend kon worden. Bij het merendeel van de ondervraagden (77,1 %) is tijdswinst bij een investering van groot belang. Deze ondernemers geven dan ook aan dat ze naast hun werk als melkveehouder te 30

31 weinig vrije tijd over houden (R = - 0,046, p < 0,05). Het gaat hier om een negatief significant verband. Het percentage ondernemers wat aangeeft te weinig vrije tijd te hebben bedraagt 44,4 %. Van de ondervraagde melkveehouders geeft 36,0 % aan het vak als melkveehouder lichamelijk zwaar te vinden. Het probleem zit vooral in de lichamelijke klachten waardoor het werk niet volledig of zonder pijn kan worden uitgevoerd (Dooren, 2003). Vooral het melken zorgt dagelijks voor een zware belasting van rug, armen en schouders. Het ziekteverzuim onder melkveehouders ligt een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. Wel neemt het ziekteverzuim onder melkveehouders de laatste jaren toe. Dit komt niet alleen door de lichamelijke belasting maar ook omdat de mentale belasting groter wordt voor melkveehouders (Dooren, 2003). Om de dagelijkse werkzaamheden af te krijgen ervaart minder dan de helft van de melkveehouders (41,5 %) hard te moeten werken. De overige 58,5 % geeft aan niet hard te moeten werken om de dagelijkse werkzaamheden af te krijgen. Wel wordt er opgemerkt dat dit heeft te maken met pieken van bijvoorbeeld de oogst. 40,2 % van de melkveehouders zou graag het werktempo en de hoeveelheid werk willen veranderen. Er blijft dus een groep van 1,3 % van de ondernemers over die hard moet werken om de dagelijkse werkzaamheden af te krijgen maar die niet het werktempo en de hoeveelheid werk wil veranderen. Slechts 20,7 % van de melkveehouders geeft aan last van stress te hebben door het werk. Vervolgens geeft 28,0 % van de melkveehouders aan een achterstand te hebben in de werkzaamheden. Er is een positief significant verband tussen deze twee variabelen ( R = 0,390, p < 0,01). Een grotere achterstand in de werkzaamheden zorgt voor meer stress bij de ondernemer. Ook de zorgen over de toekomst leveren significant meer stress op bij de melkveehouder ( R= 0,274, p < 0,01). De hoeveelheid vrije tijd heeft een significant positief effect op de hoeveelheid stress van de melkveehouder ( R = - 0,233, p < 0,01). Een ondernemer met meer vrije tijd heeft dan ook minder stress. Bijna alle melkveehouders (93,6 %) halen voldoening uit het uitvoeren van de werkzaamheden. De voldoening die wordt verkregen voor het uitvoeren van de werkzaamheden hangt samen met de hoeveelheid vrije tijd van een ondernemer. Het gaat hier om een positief significant verband ( R= 0,034, p < 0,01). Een ondernemer met meer vrije tijd haalt dus significant meer voldoening uit zijn werkzaamheden dan een ondernemer met minder vrije tijd. 27,7 % van de melkveehouders maakt zich zorgen over de toekomst. Dit is een erg hoog percentage aangezien maar 13,8 % van de melkveehouders aangeeft te denken dat over 15 jaar het bedrijf niet meer actief is als melkveebedrijf. Een grote groep melkveehouders 31

32 maakt zich dus zorgen over de nabije toekomst. Hierin kan schaalvergroting een oorzaak zijn. De ondernemer maakt zich geen zorgen over de toekomst van het bedrijf maar over de veranderingen die de toekomst meebrengt en de keuzes die gemaakt moeten worden. Om een beeld te krijgen bij de frequenties van de stellingen is in bijlage II een overzicht van de histogrammen weergegeven die horen bij de hierboven benoemde resultaten. Wat is van invloed op de algemene arbeidsbeleving van de melkveehouder? Om te bekijken wat van invloed is op de algemene arbeidsbeleving van de melkveehouder zijn de variabelen leeftijd, opleidingsniveau, toekomstbeeld, maatschap en personeel vergeleken met resultaten uit de stellingen arbeid. Leeftijd is van invloed op de mate waarin tijdswinst van belang is bij een investering. Er is een negatief significant verband (R = - 0,173, p < 0,05). Hoe ouder de ondernemer des te minder belangrijk hij/zij tijdswinst bij een investering vindt. Oudere ondernemers ( 41 jaar) vinden waarschijnlijk aspecten zoals afname van de fysieke belasting belangrijker. Ook is leeftijd van invloed op de mate waarin ondernemers hun werktempo en werkhoeveelheid willen verlagen. Oudere ondernemers ( 41 jaar) geven significant aan het meer eens te zijn met deze stelling dan jongere ondernemers ( <41 jaar). Het gaat hier om een positief significant verband. (R= 0,182, p <0,05). Oudere ondernemers ( 41 jaar) zouden meer hun werktempo en werkhoeveelheid willen verlagen. Hoe hoger de ondernemer is opgeleid hoe meer voldoening uit de werkzaamheden wordt behaald. (R= 0,190, p <0,01). Het opleidingsniveau heeft dus een significante invloed op de mate van voldoening van de veehouder. Hierin zou kennis een groot deel van de belemmeringen weg kunnen nemen waardoor het werk gemakkelijker gaat en er meer voldoening wordt behaald. Een bedrijf wat met personeel werkt geeft geen andere antwoorden op stellingen betreffende arbeid in vergelijking met een bedrijf zonder personeel. Zo is er geen significant effect op de mate van plezier wanneer er met personeel gewerkt wordt (X 2 = 0.68) en wordt ook niet significant ervaren dat er minder achterstand in de werkzaamheden is (X 2 = 2.96) of dat de lichamelijke belasting voor de ondernemer afneemt (X 2 = 0.63). Dit kan betekenen dat ondernemers pas personeel inschakelen wanneer de totale arbeidsbehoeften zo groot is dat men het niet meer alleen rond kan zetten. Het inschakelen van personeel hoeft dan geen verlichting voor de ondernemer te betekenen of minder achterstand in de werkzaamheden. Er is wel een significant verband tussen het wel of niet vormen van een maatschap en het zorgen maken over de toekomst van het bedrijf (X 2 = 13.98, p < 0,05). Ondernemers die geen maatschap vormen maken zich significant meer zorgen over de toekomst dan ondernemers 32

33 die wel een maatschap vormen. De zorgen over de toekomst van het bedrijf komen dan ook vooral door het hebben van geen opvolger. Er is een significant verband tussen de vraag of de ondernemer denkt dat het bedrijf over 15 jaar nog actief is als melkveebedrijf en de vraag of de ondernemer te maken heeft met een achterstand in de werkzaamheden (X 2 =16.00, p < 0,05). Deze ondernemers met een achterstand in de werkzaamheden maken zich ook zorgen over de toekomst (X 2 = 16.00, p < 0,05) en halen minder voldoening uit de werkzaamheden (X 2 = 8.35, p < 0,05). Alle hierboven genoemde verbanden zijn terug te vinden in de SPSS uitkomsten die zijn weergegeven in bijlage III. 4.3 Deelvraag 2 Hoe beleeft een melkveehouder de uit te voeren werkzaamheden op het bedrijf? De werkzaamheden waar een melkveehouder dagelijks, wekelijks, jaarlijks mee te maken krijgt worden door elke melkveehouder anders beleefd. Zo zijn er koeienboeren die elke dag het liefst tussen de koeien staan en machineboeren die het liefst met machines bezig zijn. De koeienboer zal melken als leuk ervaren terwijl de machineboer dit als vervelend ervaart. Bij de machineboeren zal het knelpunt in arbeidsbeleving dan ook sneller in de werkzaamheid melken zitten terwijl koeienboeren hier minder snel problemen mee ervaren. De gemiddelde cijfers die ondernemers geven per werkzaamheid staan in tabel weergegeven. (1 = Ik zie hier tegenop, 2 = Ik vind het vervelend om te doen, 3 = Dit doe ik omdat het erbij hoort, 4 = Ik vind het leuk om te doen, 5 = Ik heb er ontzettend veel schik in.) Hierin is zichtbaar dat vrijwel alle werkzaamheden niet als vervelend worden ervaren en dat men de dingen het meeste doet omdat het leuk wordt gevonden. Beheer is wel één van de werkzaamheden die niet als leuk wordt ervaren en daarom het laagst scoort (3,00). Beheer wordt gedaan omdat het erbij hoort. Het gaat dan vooral om het onderdeel administratie blijkt uit de gehouden interviews. Tabel Cijfers werkzaamheden ondernemers onderzoek arbeidsbeleving. Werkzaamheid Cijfer Melken 4,11 Voeren 4,10 Veeverzorging 4,03 Teeltwerkzaamheden 3,98 Onderhoud 3,46 Beheer 3,00 Neventak 3,78 33

34 Om te bekijken welke werkzaamheden de ondernemers vanuit de eigen beleving anders zouden willen organiseren is er per werkzaamheid de vraag gesteld of men dit anders zou willen organiseren. Wanneer het antwoord ja is maakt men de keuze of dit is voor tijdswinst of voor werkplezier. In tabel zijn de resultaten procentueel weergegeven voor deze vraag. Het percentage geeft weer hoeveel melkveehouders de werkzaamheden anders zouden willen organiseren en om welke reden. Het overige deel van de melkveehouders geeft aan deze werkzaamheid niet anders te willen organiseren. Tabel % anders organiseren voor tijdswinst of werkplezier per werkzaamheid. Werkzaamheid Tijdswinst % Werkplezier % Melken 34,2 6,8 Voeren melkvee/jongvee 21,6 4,2 Voeren kalveren 22,6 5,3 Veeverzorging 18,9 5,8 Teeltwerkzaamheden 26,3 3,7 Onderhoud 25,8 11,1 Beheer 21,1 25,3 In de tabel is duidelijk te zien dat melken het liefst anders wordt georganiseerd. Hierbij is de grootste reden het behalen van tijdswinst. Dit is een logische reden aangezien melken gemiddeld per dag het meeste aantal uren arbeid vergt (Booij, 2005). Ook kan het meespelen dat men weet dat melken gemakkelijk anders georganiseerd kan worden door de aanschaf van een automatisch melksysteem. De aanschaf van een automatisch melksysteem zorgt voor een daling van de arbeidsbehoeften en met dit in de gedachten kan men ervoor kiezen om dit als reden op te geven voor het anders willen organiseren van melken. De meeste ondernemers zouden vervolgens ook de teeltwerkzaamheden uit willen besteden om tijdswinst te behalen. Dit heeft dan vooral te maken met pieken van een tekort aan arbeidsaanbod in de oogstperiode. Om deze reden is een groot aantal ondernemers deze werkzaamheid al anders gaan organiseren, denk hierbij aan inschakelen van het loonbedrijf. Als er wordt gekeken naar de het anders organiseren met de reden verhoging van het werkplezier dan is die het hoogste bij de werkzaamheid beheer, 25,3 % van de ondervraagde ondernemers. De werkzaamheden in het kader van beheer zouden een groot deel van de ondernemers ook uit willen besteden om willen van tijdswinst (21,1 %). Kortom beheer is de werkzaamheid die ondernemers het meest anders zouden willen organiseren (21,1 % + 25,3 % = 46,4 %). 34

35 Wat is van invloed op de manier hoe ondernemers de werkzaamheden ervaren en wat ze anders zouden willen organiseren? Allereest is er een opmerkelijk significant negatief verband tussen de leeftijd van de ondernemer en het cijfer wat gegeven wordt aan de werkzaamheid voeren. (R= - 0,161, p <0,05). Bij een hogere leeftijd wordt er aan de werkzaamheid voeren een lager cijfer toegekend. Een ondernemer met een hogere leeftijd ervaart de werkzaamheid voeren dus eerder als onplezierig. De werkzaamheid voeren heeft weinig afwisseling en wellicht wordt men naar mate de leeftijd toeneemt deze werkzaamheid zat. De leeftijd van de ondernemer heeft ook een significant verband met of de ondernemer het voeren van melkvee/jongvee wel of niet anders zou willen organiseren. Oudere ondernemers willen significant vaker het voeren van melkvee/jongvee anders organiseren op basis van tijdswinst (X 2 = 11.81, p <0,05). Onder oudere ondernemers wordt hier verstaan ondernemers met een leeftijd vanaf 41 jaar en ouder. Opmerkelijk is dat ondernemers voeren van melkvee/jongvee eerder anders zouden willen organiseren om tijdswinst te behalen in plaats van werkplezier te verhogen. Dit is opmerkelijk omdat zoals eerder aangegeven er ook een verband is tussen leeftijd en het cijfer wat aan voeren wordt gegeven. Er zou worden verwacht dat wanneer men iets als minder plezierig ervaart men dit zou willen veranderen om de reden werkplezier verhoging. Dit blijkt dus niet het geval te zijn. Tijdswinst blijft belangrijker dan werkplezier. Het anders willen organiseren van het beheer op basis van tijdswinst heeft ook een significant verband met de leeftijd van de ondernemer (X 2 = 10.10, p <0,05). Jonge ondernemers < 41 jaar oud, willen beheer anders organiseren om willen van tijdswinst. Oudere ondernemers 41 willen beheer anders organiseren om willen van werkplezier (X 2 = 9.86, p <0,05). Er is dan ook een significant verband te vinden tussen de leeftijd van de ondernemer en het anders willen organiseren van beheer. Er is een negatief statistisch verband tussen het opleidingsniveau van de ondernemer en het cijfer wat wordt gegeven aan de werkzaamheid onderhoud (R = -0,171, p <0,05). Een hoog opgeleide ondernemer geeft een lager cijfer aan de werkzaamheid onderhoud. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de mate waarin de werkzaamheid onderhoud uitdaging biedt. Een hoog opgeleide melkveehouder haalt over het algemeen meer voldoening uit zijn werkzaamheden maar heeft hier wel uitdaging bij nodig. Bij de werkzaamheid onderhoud is de uitdaging minimaal. Er is een significant verband tussen het opleidingsniveau van een ondernemer en het feit dat de ondernemer teeltwerkzaamheden anders wil organiseren voor werkplezier (X 2 = 20.88, p <0,05). Ondernemers met een opleiding HBS/HAVO/VWO en of HAS geven 35

36 significant vaker aan teeltwerkzaamheden uit te willen besteden om willen van werkplezier. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het niveau van de werkzaamheid. Het hebben van wel of geen personeel en het cijfer wat is gegeven aan teeltwerkzaamheden vormt ook een verband (X 2 =11.51, p <0,01). Bedrijven met personeel vinden teeltwerkzaamheden leuker om te doen dan bedrijven zonder personeel. Dit zal komen door de tijdswinst die wordt behaald door het inschakelen van personeel waardoor de teeltwerkzaamheden gemakkelijker verlopen. Het toekomstbeeld heeft een significant verband met het cijfer wat gegeven wordt aan de werkzaamheid melken (X 2 = 8.16, p <0,05). Ook met het cijfer voeren is hier een significant verband te vinden (X 2 = 8.92, p <0,05). Het hebben van een negatief toekomstbeeld zorgt voor het geven van lagere cijfers aan de werkzaamheden. Er worden dan vooral lagere cijfers gegeven aan de dagelijkse werkzaamheden. Alle verbanden zijn terug te vinden in bijlage IV. Hierin is de SPPS uitvoer weergegeven. 4.4 Deelvraag 3 Wat is het effect van het type melkveehouder/bedrijf op de arbeidsbeleving van de melkveehouder? Allereerst is het van belang om te weten van invloed is op het type ondernemer. Vervolgens kan worden bekeken wat het effect is van het type ondernemer op de arbeidsbeleving. Beleeft een zakelijke melkveehouder de arbeid anders dan de genietende melkveehouder? Het type melkveehouder heeft niets te maken met de leeftijd van de ondernemer. Er is echter wel zichtbaar dat jonge ondernemers (< 41 jaar) vaker zakelijker zijn dan oudere ondernemers ( 41 jaar). Wellicht kijkt de oudere melkveehouder meer naar de omgeving en houd hij/zij hier rekening mee in de te maken keuzes. Bij jonge ondernemers staat vaker het bedrijf op nummer één blijkt uit de gehouden interviews. Oudere ondernemers noemen vaker het gezin, familie of een hobby. Verwacht zou worden dat het opleidingsniveau invloed heeft op het type ondernemer. Van een hoger opgeleide persoon wordt eerder verwacht dat er meer zakelijk wordt gewerkt omdat hij/zij meer kennis bezit. Echter is dit niet het geval, opleidingsniveau heeft geen effect op het type ondernemer. Het type ondernemer heeft invloed op de bedrijfsgrootte. Er is een statistisch significant verband tussen het type ondernemer en het aantal melkkoeien (X 2 = , p <0,01). De zakelijke melkveehouders hebben significant meer melkkoeien dan de traditionele, overtuigde en genietende melkveehouders. Het type ondernemer heeft invloed op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Er is een 36

37 significant verband tussen het type ondernemer en de mate van plezier in het werk (X 2 =23.01, p < 0,01). De zakelijke melkveehouder is significant vaker ontevreden dan de genietende, overtuigde en traditionele melkveehouder. Het aantal melkkoeien heeft een statistisch positief verband met de hoeveelheid plezier van een melkveehouder (R = 0,164, p < 0,05). Hoe meer melkkoeien een melkveehouder heeft des te meer plezier er wordt ervaren in het vak. Dit kan komen doordat er op deze bedrijven personeel wordt ingeschakeld. Het personeel kan dan voor de ondernemer in zijn/haar beleving de vervelende klussen doen waardoor er meer plezier wordt ervaren. Hierin is echter geen significant verband te vinden (p > 0,05). Verder vinden ondernemers met een groot aantal koeien tijdswinst bij een investering vaker belangrijker dan ondernemers met een relatief klein aantal koeien ( R = 0,158, p <0,05). Dit is een positief significant verband. Het verband is logisch te verklaren wanneer er wordt gekeken naar het feit dat meer koeien maar arbeid met zich meebrengen en dat er efficiënter moet worden gewerkt om de totale hoeveelheid arbeid te kunnen verzetten. Een investering met tijdswinst draagt dan bij aan het verhogen van de arbeidsefficiëntie. Ondernemers met meer koeien hebben ook significant meer hectare tot hun beschikking (R = 0,864, p <0,01). Dit is een sterk significant positief verband. Bij meer koeien moet er echter ook meer hectare zijn voor voederwinning en bemesting. Het verband is dan ook logisch. Het aantal hectare dat een melkveehouder ter beschikking heeft is van invloed op de mate waarin een melkveehouder zich zorgen maakt over de toekomst. Bij een daling van het aantal hectare nemen de zorgen van een melkveehouder over de toekomst toe ( R = , p <0,05). Dit zou kunnen liggen aan de uitbreidingsplannen en de zorgen die toenemen wanneer er geen ruimte is om deze planning tot uiting te laten komen. Grond geeft een bepaalde zekerheid aan de ondernemers. Ook heeft het aantal hectare invloed op de voldoening die een ondernemer uit zijn werkzaamheden haalt. Hier is sprake van een positief significant verband ( R = 0,163, p <0,05). Meer hectare zorgt voor meer voldoening van de melkveehouder. Grond als zekerheid stelt de veehouder gerust en geeft voldoening. De hierboven genoemde verbanden zijn te vinden in bijlage V. 4.5 Deelvraag 4 Wat voor invloed heeft de beleving van veranderingen in de omgeving op de arbeidsbeleving van de melkveehouder? Van de ondervraagde ondernemers geeft 61,0 % aan dat de aandacht vanuit de maatschappij rondom welzijn en gezondheid van het vee bijdraagt aan het nog eens goed kijken hoe ik als ondernemer dingen doe en die te verbeteren. Hierbij moet gedacht worden aan zaken zoals weidegang, medicijngebruik, welzijn van de koe, omgang met jonge kalveren 37

38 etc. Door de aandacht vanuit de maatschappij is meer dan de helft van de ondernemers beter gaan kijken naar het welzijn en de gezondheid van het vee. Hier heeft de maatschappij dus een grote invloed op de ondernemers. De overige 39,0 % van de ondervraagden ondernemers geeft aan dit niet zo te ervaren. In deze groep kunnen ondernemers zitten die altijd al bezig waren met het optimaliseren van welzijn en gezondheid van het vee op het bedrijf of ondernemers die het niet goed op orde hebben maar zich niets aantrekken van de omgeving. Verder ervaart 36,3 % van de ondernemers de aandacht vanuit de maatschappij rondom welzijn en gezondheid van het vee als een extra belasting bovenop het toch al drukke werk als melkveehouder. Bij 31,6 % van de ondernemers zorgt deze aandacht ook voor minder plezier in het werk. De aandacht voor natuur en milieu vanuit de maatschappij daagt slechts 58,2 % van de ondernemers uit om nog eens goed te kijken naar hoe hij/zij dingen doet en die te verbeteren. Onder natuur en milieu wordt verstaan mestuitspoeling, weidevogels, natuur en landschap. 44,9 % van de ondernemers ervaart de aandacht voor natuur en milieu als een extra belasting bovenop het drukke werk als melkveehouder. Doordat deze aandacht voor natuur en milieu als een extra belasting wordt ervaren zorgt het voor een vermindering van plezier voor de melkveehouder. 60,6 % van de melkveehouders geeft dan ook aan dat de aandacht voor natuur en milieu voelt als een bemoeienis met de eigen zaken van een melkveehouder. Op de stelling Door de bedrijfseconomische druk op de melkveehouderij kan ik op mijn bedrijf niet voldoen aan de wensen van de maatschappij is een grote variatie aan antwoorden gegeven. Dit figuur is net als de overige histogrammen die zijn opgesteld weergegeven in bijlage VI. In het histogram over de stelling Door de bedrijfseconomische druk op de melkveehouderij kan ik op mijn bedrijf niet voldoen aan de wensen van de maatschappij is te zien dat het grootste deel van de ondernemers het niet eens is met de stelling (54,3 %). Een groot deel van de ondernemers is het wel eens met de stelling (44,3 %). Dit verschil kan worden veroorzaakt door een verschillende interpretatie van de vraag, want wat zijn de wensen van de maatschappij? Ook hangt het af van de financiële status van het bedrijf. Uit de interviews blijkt wel dat het grootste deel van de ondernemers vinden dat de prijs een grote invloed heeft op de manier waarop zij als melkveehouder de arbeid beleven. Een lagere prijs voor de producten zorgt voor een negatievere arbeidsbeleving. Dit verband is niet statistisch aan te tonen doordat deze vraag niet is getoetst in de enquête. 38

39 Om de invloed van de omgeving op de arbeidsbeleving van de melkveehouder in kaart te brengen is er gekeken of er een verband is tussen de vragen over arbeidsbeleving en de vragen over de druk vanuit maatschappij. Hieruit komen de volgende verbanden: Aandacht vanuit de maatschappij zorgt voor een afname van het plezier van de melkveehouder. Het gaat hier vooral om de aandacht vanuit de maatschappij voor welzijn en gezondheid van het vee ( R= , p < 0,01). Als de aandacht vanuit de maatschappij als een extra belasting wordt ervaren dan ervaart de ondernemer hard te moeten werken om alles af te krijgen (R =0.229, p <0,01). Deze ondernemers zouden ook significant vaker hun werktempo en hoeveelheid arbeid willen verlagen ( R = 0.164, p <0,05). Stress van de ondernemer wordt voor een groot deel gevormd door de omgeving van de ondernemer (zie bijlage VI voor de correlaties). Wanneer de aandacht vanuit de maatschappij op welzijn, gezondheid van het vee en op milieu en natuur als positief wordt ervaren daalt de beleving van stress bij de ondernemers ( R= , p <0,05). De omgeving zorgt voor zorgen over de toekomst bij melkveehouders. Als de aandacht als belasting of bemoeienis wordt ervaren dan nemen de zorgen voor de toekomst toe (correlaties zie bijlage VI). Als de aandacht als positief wordt ervaren nemen de zorgen voor de toekomst af (R= , p < 0,05). Een ondernemer haalt minder voldoening uit zijn werkzaamheden als hij de omgeving als belasting/bemoeienis ervaart (correlaties zie bijlage VI). In bijlage VII zijn alle mogelijke verbanden weergegeven. Uit deze tabel zijn ook de correlatiecoëfficiënten af te lezen samen met de significantiewaarden. 4.6 Hoofdvraag Hoe staat het met de arbeidsbeleving van de melkveehouder en waardoor wordt deze gevormd? Het grote deel van de melkveehouders heeft plezier in het werk (98,4 %). Het gemiddelde cijfer wat gegeven wordt aan het vak als melkveehouder is een 7.8. Melkveehouders zijn positief ingesteld en hebben vaak van huis uit het relatief zware werkpatroon meegekregen. De meeste melkveehouders halen voldoening uit de werkzaamheden (93,6 %) en deze werkzaamheden worden door het grootste deel van de melkveehouders (64,0 %) niet als lichamelijk zwaar ervaren. Dit terwijl een melkveehouder gemiddeld een werkweek heeft van 83 uur i.p.v. de standaard 40 uur (Booij, 2005). Het percentage melkveehouders dat zich zorgen maakt over de toekomst bedraagt 27,7 %. Ook heeft 28,0 % van de melkveehouders te maken met achterstanden in de werkzaamheden. Om de dagelijkse werkzaamheden te kunnen realiseren ervaart 41,5 % van 39

40 de ondernemers hard te moeten werken. Van de ondervraagde ondernemers zou 40,2 % graag het werktempo en de hoeveelheid arbeid willen verlagen. Het aantal ondernemers wat stress ondervindt van het werk als melkveehouder is laag (20,7 %). Deze stress wordt vooral veroorzaakt door aandacht vanuit de omgeving, achterstand in de werkzaamheden en zorgen over de toekomst. Een deel van de ondernemers (44,4 %) geeft aan te weinig vrije tijd te hebben. Hierdoor is tijdswinst bij een investering voor een groot deel van de ondernemers (77,1 %) dan ook van groot belang. Het hebben van te weinig tijd heeft ook invloed op de voldoening die een melkveehouder uit zijn werkzaamheden haalt. Melken wordt door het grootste deel van de ondernemers als de meest leuke werkzaamheid gezien. Beheer is echter de werkzaamheid die door de meeste ondernemers wordt uitgevoerd omdat het erbij hoort. Ondernemers zouden melken en beheer het liefst anders willen organiseren. Melken om tijdswinst te behalen en beheer om tijdswinst te behalen en werkplezier te verhogen. Bij het veranderen van de werkzaamheid melken om tijdswinst te behalen is het van belang dat het werkplezier hierdoor niet afneemt. Melken is immers de werkzaamheid die door de meeste ondernemers als leuk wordt ervaren. De meeste melkveehouders (61,0 %) ervaren de aandacht vanuit de maatschappij als positief om nog eens te kijken naar het bedrijf en dingen te verbeteren. De aandacht voor welzijn en gezondheid van het vee wordt positiever ervaren dan de aandacht voor natuur en milieu vanuit de maatschappij. Welke factoren vormen de arbeidsbeleving van een melkveehouder? Leeftijd De leeftijd van de ondernemer is van groot belang voor de arbeidsbeleving. Jonge ondernemers vinden tijdswinst bij een investering belangrijker en vinden het werktempo en werkhoeveelheid niet te hoog. Ook heeft de leeftijd invloed op de cijfers die men geeft aan bepaalde werkzaamheden. De arbeidsbeleving wordt dan ook voor een groot deel gevormd door de leeftijd van de melkveehouder. Opleidingsniveau Opleidingsniveau vormt in mindere mate invloed de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Het opleidingsniveau heeft een verband met de voldoening die een melkveehouder uit zijn werkzaamheden haalt. Verder heeft het opleidingsniveau invloed op werkzaamheden waarbij weinig kennis is vereist. Denk hierbij aan de werkzaamheid onderhoud waarbij hoger 40

41 opgeleide ondernemers deze werkzaamheid sneller als vervelend ervaren. Toekomstbeeld Het idee of het bedrijf over 15 jaar wel of niet actief is heeft veel invloed op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Een melkveehouder die denkt dat het bedrijf over 15 jaar niet meer actief is haalt minder voldoening uit de werkzaamheden, maakt zich meer zorgen en heeft vaak een achterstand in de werkzaamheden. Deze melkveehouder geeft ook lagere cijfers aan de werkzaamheden en zou vaker iets anders willen organiseren op zijn/haar bedrijf. Kortom het toekomstbeeld vormt voor een groot deel de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Personeel Het hebben van personeel op het bedrijf heeft vrijwel weinig tot geen invloed op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Alleen in het kader van teeltwerkzaamheden kan het hebben van personeel de beleving van de melkveehouder doen veranderen. Maatschap Het vormen van een maatschap neemt de toekomstzorgen bij een ondernemer weg. Aangezien de toekomstzorgen een groot effect hebben op de arbeidsbeleving van de melkveehouder heeft het vormen van een maatschap dan ook indirect invloed op de arbeidsbeleving. Type ondernemer Het type ondernemer heeft invloed op de mate van plezier van de melkveehouder. Ook heeft het type ondernemer invloed op het aantal melkkoeien dat een ondernemer bezit. Direct vormt het type ondernemer niet de arbeidsbeleving van de melkveehouder, indirect echter wel. Bedrijfsgrootte Meer koeien is meer plezier in het vak als melkveehouder. Bij meer koeien is bij een investering ook tijdswinst belangrijker en meer koeien hebben verband met het type ondernemer. Ook is meer koeien meer hectare in bezit en is meer hectare in bezit meer voldoening uit de werkzaamheden. Kortom de grootte van het bedrijf heeft zowel indirect als direct invloed op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Omgeving De aandacht vanuit de maatschappij heeft veel effect op de arbeidsbeleving van de ondernemer. Het gaat hier vooral om een negatievere arbeidsbeleving bij een toename van 41

42 de aandacht vanuit de maatschappij. Bij het afnemen van de aandacht vanuit de maatschappij zal de arbeidsbeleving van de melkveehouder alleen maar positiever worden. De invloeden vanuit de omgeving vormen dan ook voor een groot deel de arbeidsbeleving van de melkveehouder. 4.7 Checklist arbeidsbeleving Als hulpmiddel om de arbeidsbeleving van de melkveehouder in kaart te brengen is er voor PPP-Agro Advies een checklist ontwikkeld. Door middel van het invullen van deze checklist door de ondernemer kan de adviseur rekening houden met de arbeidsbeleving van de melkveehouder in het advies. Deze checklist is een toevoeging aan het arbeidsanalysemodel van PPP-Agro Advies. De checklist is opgesteld vanuit de resultaten van het onderzoek. In tabel is de checklist arbeidsbeleving weergegeven. Tabel Checklist arbeidsbeleving melkveehouder. Checklist arbeidsbeleving. Mijn dag is te kort voor het aantal arbeid dat ik dagelijks rond moet zetten. Ik vind mijn werk als melkveehouder over het algemeen zwaar. Ik heb over het algemeen geen plezier in mijn werk. Tijdswinst is voor mij het hoofddoel bij een investering. Ik vind mijn werktempo te hoog. Ik heb last van stress door mijn werk. Ik maak me zorgen over de toekomst van mijn bedrijf. Ik haal geen voldoening uit mijn werkzaamheden. Ik ervaar aandacht vanuit de maatschappij als negatief. Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee De werkzaamheid waar ik het meeste tegenop zie is: De werkzaamheid waar ik het langste mee bezig ben is: De werkzaamheid wat ik leukste vind om te doen is: Ik word het meest belemmerd door: Mijn leeftijd is: Mijn hoogst genoten opleiding is: De ja/nee vragen zijn opgesteld om de ondernemer duidelijk te laten maken waar het knelpunt op het gebied van arbeid zit volgens de eigen beleving. Wanneer een ondernemer 42

43 de stelling beantwoord met ja dan is vast te stellen dat daar het knelpunt zit. De overige vragen zijn open vragen waarbij er inzicht wordt verkregen in de beleving van de werkzaamheden en in de algemene gegevens die van belang zijn op de arbeidsbeleving. Uit het onderzoek blijkt dat 54,2 % van de ondernemers belemmeringen ondervindt in het werkplezier. Een groot deel van de ondernemers (69,5 %) geeft aan te denken dat belemmeringen in het werkplezier zijn op te lossen. Bijna alle ondernemers (96,3 %) geven aan weleens iets te veranderen op het bedrijf om het werkplezier te verhogen. Van de ondervraagde ondernemers zou 38,9 % eens met iemand anders naar de arbeidsorganisatie op het bedrijf willen kijken. Kortom meer dan de helft van de ondernemers heeft te maken met belemmeringen in het werkplezier en zou hier graag iets aan willen veranderen of probeert hier zelf al iets aan te veranderen. Hier ligt dan ook een markt voor PPP-Agro op het gebied van arbeid. De combinatie van het arbeidsanalysemodel en de checklist maakt dat er een volledig advies gegeven kan worden op het gebied van arbeid. Bij ondernemers ontbreekt nu nog de kennis over advisering in arbeid. Aan PPP de taak om dit te verspreiden. De ondernemer heeft inzicht nodig in zijn/haar tijdsbesteding en arbeidsbeleving. Er moet een beeld gevormd kunnen worden en de gedachten moeten concreet worden gemaakt. Pas dan gaat er daadwerkelijk iets veranderen/gebeuren om de arbeidsefficiëntie en het werkplezier te verbeteren. 43

44 5. Discussie Het huidige onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de arbeidsbeleving van de melkveehouder en het achterhalen van de factoren die hier van invloed op zijn. Uit dit onderzoek zijn resultaten gekomen die zijn geanalyseerd. Zo is de arbeidsbeleving van de melkveehouder over het algemeen positief en wordt deze vooral gevormd door de factoren leeftijd, toekomstbeeld, opleidingsniveau, bedrijfsgrootte en beleving van de invloeden vanuit de omgeving. Melken wordt als leukste werkzaamheid ervaren en beheer als minst leuk. Verder is tijdswinst van groot belang bij de schaalvergroting in de melkveehouderij. Voorafgaand aan het onderzoek is een hypothese opgesteld. Deze hypothese komt goed overeen met de verkregen resultaten. De leeftijd heeft zoals verwacht invloed op de arbeidsbeleving van de melkveehouder net als het opleidingsniveau. Ook heeft de omgeving van de ondernemer invloed op de arbeidsbeleving en wordt melken als leukste werkzaamheid ervaren. De hypothese komt voor een klein deel niet overeen met de verkregen resultaten. Het gaat hierbij om de invloed van het type ondernemer op de arbeidsbeleving. Uit dit onderzoek komt dat het type ondernemer weinig tot geen invloed heeft op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. In dit onderzoek zijn verschillende type ondernemers weergegeven afkomstig van het onderzoek van Pellikaan (2008). Bij deze beschrijvingen van type ondernemers is het zo dat het ene type ondernemer mooier overkomt dan het andere type ondernemer. Dit zou weleens de keuze voor een type ondernemer door de melkveehouder kunnen beïnvloeden. Hierdoor zouden de resultaten uit dit onderzoek over de invloed van het type ondernemer in twijfel kunnen worden gebracht. Verder zouden de resultaten van het onderzoek in twijfel kunnen worden gebracht wanneer er wordt gekeken naar de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek. Het betrouwbaarheidsinterval is niet 95 % en alle deelnemende melkveehouders zijn gevestigd in West-Nederland. Ook de vragen uit de enquête kunnen op verschillende manieren zijn geïnterpreteerd waardoor vragen op een verkeerde manier zijn ingevuld. In het onderzoek is geprobeerd dit zoveel mogelijk te voorkomen door het testen van de enquête en de controle door het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen. De tijd waarin de enquête is afgenomen zou ook de resultaten kunnen beïnvloedden. De enquête is nu afgenomen in een relatief rustige tijd voor de melkveehouder. Wanneer deze afgenomen zou worden in bijvoorbeeld de zomer, de relatief drukke tijd in verband met de oogst dan zou de arbeidsbeleving van de melkveehouder weleens totaal anders kunnen zijn. Kortom de tijd van afname van de enquête zou het onderzoek kunnen beïnvloedden. 44

45 Het aantal onderzochte factoren die van invloed zouden kunnen zijn op de arbeidsbeleving van de melkveehouder is beperkt. Zo is de emotionele status, fysieke status en toekomstvisie van de ondernemer niet meegenomen in het onderzoek. Even als de financiële status, uitgangssituatie en arbeidsefficiëntie van het bedrijf. Deze factoren zouden ook van invloed kunnen zijn op de arbeidsbeleving van de melkveehouder en hier is dan ook vervolgonderzoek in aan te raden. 45

46 6. Conclusies en aanbevelingen Op basis van de resultaten uit het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek, kunnen nu verschillende conclusies en aanbevelingen worden gegeven over de arbeidsbeleving. 6.1 Conclusies Op basis van de resultaten van de enquête kan worden geconcludeerd dat het grootste deel van de melkveehouders plezier heeft in het werk. Het werk wordt over het algemeen niet als lichamelijk zwaar ervaren en men geeft aan weinig stress te ondervinden. Het grootste gedeelte van de melkveehouders zou niet de hoeveelheid werk en het werktempo willen veranderen en ervaart niet hard te moeten werken. Verder wordt er veel voldoening uit de werkzaamheden gehaald en maakt een relatief klein deel van de melkveehouders zich zorgen over de toekomst. De meeste melkveehouders (61,0 %) ervaren de aandacht vanuit de maatschappij als positief om nog eens te kijken naar het bedrijf en dingen te verbeteren. De melkveehouder van tegenwoordig heeft te weinig vrije tijd. Arbeidsefficiëntie wordt belangrijker en tijdswinst is bij een investering van groot belang. Vooral bij bedrijven met een grote schaalomvang is arbeid vaak een probleem. Aanschaf van personeel, gebruik maken van techniek en hulpmiddelen zoals protocollen kunnen hierin een deel van de oplossing vormen. In de arbeidsbeleving van de melkveehouder wordt melken als meest positieve werkzaamheid ervaren. Beheer wordt ervaren als meest negatief. Melken heeft de grootste tijdsbesteding. Vandaar dat een groot deel van de ondernemers melken anders zou willen organiseren om tijdswinst te behalen. Beheer zou men ook graag anders willen organiseren. De redenen daarvoor zijn tijdswinst behalen en het verhogen van werkplezier. Om de arbeidsbeleving van de melkveehouder positief te houden is het van belang dat de melkveehouder voldoende vrije tijd tot zijn/haar beschikking heeft en dat hij/zij zo min mogelijk zorgen heeft over de toekomst. Een afname van de hoeveelheid vrije tijd en/of een toename in de zorgen over de toekomst zorgen voor een toename van stress, afname van voldoening uit de werkzaamheden en een toename van achterstand in de werkzaamheden bij de melkveehouder. De leeftijd van de melkveehouder, het toekomstbeeld, de bedrijfsgrootte, opleidingsniveau en invloed vanuit de omgeving vormen voor een groot deel de arbeidsbeleving van de melkveehouder. Het type ondernemer, het vormen van een maatschap en het hebben van wel of geen personeel hebben weinig tot geen invloed op de arbeidsbeleving van de melkveehouder. 46

47 6.2 Aanbevelingen Bij het adviseren van een ondernemer op het gebied van arbeid is het voor adviseurs aan te raden om voor desbetreffende ondernemer de arbeidsbeleving en de factoren die van invloed zijn op de arbeidsbeleving in beeld te brengen (leeftijd, opleidingsniveau, bedrijfsgrootte, toekomstbeeld, gedachten over omgeving). Aan de adviseurs de taak om de spiegel voor de melkveehouder voor te houden en te zorgen dat er een keuze wordt gemaakt vanuit de eigen beleving. De adviseur moet de arbeidsbeleving van de melkveehouder in beeld brengen en de melkveehouder hier attent op maken. Ook moet worden weergegeven waar de arbeidsbeleving van de melkveehouder op dat moment door wordt gevormd, bijvoorbeeld een negatieve invloed vanuit de omgeving, toename van leeftijd waardoor het werk fysiek zwaar wordt gevonden etc. Pas dan beleeft een melkveehouder de noodzaak om iets te veranderen. Een klein deel van de melkveehouders ervaart het werk als negatief door de zorgen die zij hebben over de toekomst. Het is dan ook goed om als adviseur met de ondernemer te kijken naar de toekomstplannen en deze in beeld te brengen. Aan de adviseur de taak om hier over te adviseren en de zorgen over de toekomst zoveel mogelijk weg te nemen. Pas dan ervaart de ondernemer het advies als bruikbaar omdat er vanuit de beleving wordt geredeneerd. Aan ondernemers is het aan te bevelen om de eigen arbeidsbeleving in beeld te brengen. Wat vind ik als ondernemer leuk om te doen en wat zou ik graag anders willen organiseren? Redeneren vanuit de eigen beleving en niet vanuit tijd, geld of wensen van de omgeving. Bij schaalvergroting moet worden geaccepteerd het werk niet meer alleen te kunnen verzetten. Als ondernemer moet je de werkzaamheden tot je rekening nemen waar je plezier in hebt en 100 % voor gaat. Uit het literatuuronderzoek blijkt namelijk dat meer plezier van de melkveehouder ten goede komt van het bedrijf. Op deze manier wordt er een positieve vicieuze cirkel gecreëerd. De aanbeveling voor een vervolgonderzoek op het gebied van arbeid is om in het onderzoek ook de financiële status van de ondernemers in kaart te brengen. Uit de interviews die zijn gehouden als ondersteuning van het onderzoek blijkt dat ondernemers vaak prijs als grote beïnvloeding van de beleving ervaren. 47

48 7. Literatuurlijst Booij, A Arbeid als zwakste schakel. Veeteelt januari 1/2. 10 Boogaard, B Zorg voor interactie met je naaste omgeving. Anders Groeien. ( pp ). Arnhem: CRV BV. Bos, B., & Eijk van, O Programma van eisen van de burger/consument met betrekking tot de melkveehouderij. Wageningen UR Live stock research. Intern rapport 185. Boswijk Klantbeleving begrijpen, meten en bevorderen. Gevonden op 27 april 2013,ophttp://facitylymanagement.nl/LinkClick.aspx?fileticket=bOAAjD%2Bli%2Bs%3 D&tabis=2242 Colebrander, E Arbeid en duurzaamheid. Gevonden op 25 april 2013, op %20duurzaamheid_0.pdf Debergh, A Arbeid beperkende factor. Veeteelt juli 1/2. 29 Debergh, A Looplijnen bekijken loont. Veeteelt april Dooren van, H.J.C Vermindert lichamelijke belasting door automatisch melksysteem? Praktijkkompas rundvee. Juni Dooren van, H.J.C., Oude Vrielink, H.H.E., Poelarends, J.J., Neijenhuis, F Automatic milking and farmer s health and wellbeing. Animal science group Wageningen. Eijk van, O B Good project. Wageningen UR Livestock research. Gevonden op 23 maart 2013, op /nieuwbijvv/nieuws.asp?pagina=126 Graaff, R., Reinhard, S., Vreke, J Belevingsgraadmeters. LEI den Haag. Rapport Hanna, D., Sneddon, I.A., Beattie, V.E The relation between the stockperson s personality and attitudes and the productivity of dairy cows. Animal consortium Jong de, K Timemanagement is zo gek nog niet. Groeien Kappers, J Vreemde arbeid en rendement als u kg melk extra produceert? Gevonden op 12 mei 2013, op 48

49 en-rendement-als-u kg-melk-extra-produceert.aspx2012 Maller, C.J., Hemsworth, P.H., Ng, K.T., Jongman, E.J., Coleman, G.J., Arnold, N.A The relationships between the characteristics of milking sheds and the attitudes to dairy cows, working conditions, and quality of life of dairy farmers. Australian Journal of Agricultural Research Nieuwenhuis, M., Lammertink, H Van boer naar manager. Veehouderij techniek. November Nuijten, D.J.A.J.M Beleving van boeren voor natuur. Alterra Wageningen. Alterra rapport Pellikaan, F Typering veehouder geeft inzicht. Naar aanleiding onderzoek CLM. Veeteelt Pol van den, A Weidegang in beweging. Wageningen UR Livestock research praktijkrapport Rundvee 81. Schenk, S.J. LTO Noord Melkveehouderij midden in de maatschappij. Projecten LTO Noord. Vets, C., Notelaers, G., De Witte, H Analyse psychosociale arbeidsbelasting in België. Federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg. Wakker Dier organisatie Vijf voor twaalf voor de Nederlandse melkveehouderij. Wake-up call voor de Nederlandse melkveehouderij. Intern rapport Wakker Dier. Zessen van, T Sociaal melken. Veeteelt november 2. Zijlstra, J., Evers, A.G., Hettinga, H., Vermeij, I., Verhees, F.J.H.M., Verstegen,J.A.A.M Focus op economie en arbeidsefficiëntie. Wageningen UR Livestock research rapport 624. Zijlstra, J., Kroeze, G.H., Roelofs,P.F.M.M., Visser, de M Arbeidsbehoeften en tijdsbesteding op bedrijven binnen Koeien & Kansen en andere netwerken van melkveehouders. Wageningen UR Livestock research. Intern rapport 157. Zijlstra, J. & Poelarends, J., Hulpmiddelen voor de arbeidsorganisatie op grote melkveebedrijven. Wageningen UR Livestock research. Intern rapport 239. Zoer, D. & Jong de D Hoe wordt een koeienboer ook mensenboer? Melkveebedrijf 8. Management. 49

50 Bijlagen I II Enquête arbeidsbeleving Frequentiehistogrammen stellingen arbeid. III SPSS uitvoer deelvraag 1. IV SPSS uitvoer deelvraag 2. V SPSS uitvoer deelvraag 3. VI Frequentiehistogrammen stellingen omgeving. VII SPSS uitvoer deelvraag 4. VIII Checklist schriftelijk rapporteren. 50

51 Bijlage I. Enquête arbeidsbeleving. Beste ondernemer, Plezier in het werk is een belangrijke voorwaarde om succesvol te zijn in wat je doet. En wie wil er nu geen succes hebben? Toenemende omvang van bedrijven, het soort werk, personeel, lichamelijke ongemakken, regelgeving en administratieve lastendruk, privéomstandigheden etc. kunnen het plezier in het werk beïnvloeden. Om meer inzicht te krijgen in welke factoren het plezier in het werk in de melkveehouderij beïnvloeden, verzoeken we u vriendelijk om deze vragenlijst in te vullen. Ook willen we ontdekken hoe de veranderingen in de omgeving het werkplezier beïnvloeden. Wilt u de vragen zonder lang nadenken beantwoorden, want uw eerste ingeving is vaak het beste antwoord. Ik verzoek u om zelf als ondernemer de vragen te beantwoorden, dus zonder overleg met anderen. Uw antwoorden worden strikt vertrouwelijk behandeld. Bij de presentatie van de resultaten zullen alleen groepsresultaten worden gegeven en zijn uw persoonlijke gegevens dus niet meer herkenbaar. Dit onderzoek is een samenwerking tussen PPP- Agro Advies en CAH Vilentum Dronten. Alvast bedankt voor uw medewerking., Stagiaire PPP-Agro Advies Student CAH Vilentum mandyverhagen@live.nl

52 Wat voor type ondernemer bent u? U kruist degene aan die het beste bij u past. Niet degene wie u denkt te moeten zijn. De zakelijke melkveehouder. Als zakelijke melkveehouder houdt u rekening met de maatschappij vanuit zakelijke overwegingen. U bent bereidt aanpassingen te doen als de markt ervoor betaald. U vindt zichzelf meer ondernemer dan boer. Beslissingen worden genomen op basis van cijfers niet op basis van gevoel. De genietende melkveehouder. Als genietende melkveehouder redeneert u vooral vanuit u zelf. De besluiten die u neemt, moeten vooral passen bij datgene waar u plezier in heeft. Ook aspecten van buiten het bedrijf spelen een rol. U vindt arbeidsvreugde belangrijker dan een hoog inkomen. De traditionele melkveehouder. Deze melkveehouder is gericht op het in stand houden van het bedrijf zonder grote veranderingen door te voeren. U bent sterk gebonden aan een vaste plek of omgeving. U laat zich voornamelijk leiden door gewoonten, intuïtie en praktijkverhalen. Als ondernemer neemt u veel aan van adviseurs en buren. De overtuigde melkveehouder. U maakt uw keuzes vanuit een bepaalde overtuiging. Dat kan een religieuze overtuiging zijn, een ervaring uit het verleden of gerelateerd aan de opvoeding. Arbeidsvreugde staat boven een hoog inkomen maar normen en waarden staan bij u helemaal hoog. Welzijn en gezondheid van het dier zijn belangrijker dan de productie. Arbeidsbeleving Arbeidsbeleving gaat over de manier waarop u uw werkzaamheden als melkveehouder ervaart en wat u hiervan vindt. Om hier meer inzicht in te krijgen volgen hieronder een aantal stellingen over dit onderwerp. Wilt u per vraag het antwoord van uw keuze aankruisen. U kunt kiezen uit: helemaal niet mee eens (1), niet mee eens (2), eens (3) helemaal wel mee eens (4). 1. Als melkveehouder heb ik over het algemeen plezier in mijn werk Bij een investering is tijdswinst voor mij van groot belang Naast mijn werk als melkveehouder houd ik voldoende vrije tijd over Melkveehouder zijn is voor mij lichamelijk zwaar Om mijn dagelijkse werkzaamheden te kunnen realiseren moet ik erg hard werken. 6. Ik zou graag mijn werktempo en hoeveelheid willen verlagen Ik heb vaak last van stress door mijn werk Ik heb vaak te maken met een achterstand in mijn werkzaamheden Ik maak mij zorgen over de toekomst van mijn melkveebedrijf Als melkveehouder haal ik voldoening uit mijn werkzaamheden

53 Het is de bedoeling dat u een cijfer van 1 t/m 5 geeft aan onderstaande werkzaamheden. Neventak vult u alleen in als het van toepassing is. Onder neventak worden alle werkzaamheden verstaan die hier mee te maken hebben. 1 = Ik zie hier tegenop 2 = Ik vind het vervelend om te doen. 3 = Dit doe ik omdat het erbij hoort. 4 = Ik vind het leuk om te doen. 5 = Ik heb er ontzettend veel schik in. Melken Voeren Veeverzorging Teeltwerkzaamheden Onderhoud (bedrijf en gebouwen) Beheer (administratie, oriëntatie, bedrijfsbeleid) (Neventak ) Hieronder zijn een aantal werkzaamheden weergegeven. Het is de bedoeling dat u aankruist welke werkzaamheden u anders zou willen organiseren en dat u vervolgens aangeeft of dit is vanwege de reden tijdwinst en/of voor meer werkplezier. (Overige redenen worden buiten beschouwing gelaten.) U kunt hier meerdere kruisjes zetten. Het gaat niet om het anders kunnen organiseren of het al anders georganiseerd hebben. Melken Voeren melkvee/jongvee Voeren kalveren Veeverzorging Teeltwerkzaamheden Onderhoud (bedrijf en gebouwen) Anders organiseren? Tijdwinst Werkplezier Beheer (administratie, bedrijfsbeleid, oriëntatie en proces) Anders nl, Bij de volgende vragen omcirkelt u het voor u juiste antwoord. 1. Ondervindt u belemmeringen in uw werkplezier? Ja / Nee 2. Denkt u dat belemmeringen in uw werkplezier zijn op te lossen? Ja / Nee 3. Verandert u weleens iets op uw bedrijf om uw werkplezier te verhogen? Ja / Nee 4. Zou u eens met iemand anders naar uw arbeidsorganisatie willen kijken? Ja / Nee 53

54 Welk cijfer geeft u aan uw werk als melkveehouder op uw bedrijf? Werkplezier en de relatie met de omgeving Er wordt door de maatschappij (de omgeving ) steeds meer gekeken naar de manier waarop melkveehouders met hun melkvee omgaan. Denk aan zaken als weidegang, medicijngebruik, welzijn van de koe, omgaan met jonge kalveren etc. Daarnaast is er vanuit de maatschappij ook veel aandacht voor natuur en milieu. Hierbij moet u denken aan mestuitspoeling, weidevogels, natuur en landschap. Hieronder volgen een aantal stellingen over dit onderwerp. Wilt u per vraag het antwoord van uw keuze aankruisen. U kunt kiezen uit: helemaal niet mee eens (1), niet mee eens (2), eens (3) helemaal wel mee eens (4). 1. De aandacht vanuit de maatschappij rondom welzijn en gezondheid van ons vee daagt mij uit om nog eens goed te kijken hoe ik de dingen eigenlijk doe en die te verbeteren De aandacht vanuit de maatschappij rondom welzijn en gezondheid van ons vee voelt voor mij als een extra belasting bovenop mijn toch al drukke werk als melkveehouder De aandacht vanuit de maatschappij rondom welzijn en gezondheid van ons vee verlaagt mijn plezier in het melkveehouder zijn De aandacht voor natuur en milieu vanuit de maatschappij daagt mij uit om nog eens goed te kijken hoe ik de dingen eigenlijk doe en die te verbeteren De aandacht voor natuur en milieu vanuit de maatschappij voelt voor mij als een extra belasting bovenop mijn drukke werk als melkveehouder De aandacht voor natuur en milieu vanuit de maatschappij voelt voor mij als bemoeienis met mijn zaken als melkveehouder Door de bedrijfseconomische druk op de melkveehouderij kan ik op mijn bedrijf niet voldoen aan de wensen van de maatschappij Als u nog opmerkingen heeft kunt u die hier plaatsen:.. 54

55 Naam:.. Mailadres:. Aantal melkkoeien + overige koeien: Aantal stuks jongvee:. Overig vee:.. Aantal ha in gebruik:.. ha Wat is uw leeftijd? : < > 60 Bent u lid van een maatschap? Ja / Nee Denkt u dat uw bedrijf over 15 jaar nog actief is als melkveebedrijf? Ja / Nee Heeft u personeel op uw bedrijf? Ja / Nee Genoten opleidingen: Lager land/tuinbouwonderwijs (LAS) MULO/MAVO Middelbaar land/ tuinbouwonderwijs (MAS) Middelbaar kader of gelijkwaardig (MKR) HBS/HAVO/VWO Hoger land/tuinbouwonderwijs (HAS) Universitair land/tuinbouwonderwijs (Wageningen) Anders, nl Bedankt voor uw medewerking! 55

56 Bijlage II. Frequentiehistogrammen stellingen arbeid. Frequentie histogrammen stellingen arbeid. 56

57 57

58 Bijlage III. SPSS uitvoer deelvraag 1. Correlatie Leeftijd t.o.v. stellingen arbeid. * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed). ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). Correlatie Opleidingsniveau t.o.v. stellingen arbeid. * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed). ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). Chi-Kwadraat toets maatschap t.o.v ik maak mij zorgen over de toekomst van mijn melkveebedrijf. Chi-Square Tests Value df Asymp. Sig. (2-sided) Pearson Chi-Square a Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases

59 Chi-Square Tests Value df Asymp. Sig. (2-sided) Pearson Chi-Square a Likelihood Ratio Linear-by-Linear Association N of Valid Cases 188 a. 1 cells (12.5%) have expected count less than 5. The minimum expected count is Chi-Kwadraat toets bedrijf over 15 jaar nog actief t.o.v. ik heb vaak te maken met een achterstand in mijn werkzaamheden. Chi-Kwadraat toets bedrijf over 15 jaar nog actief t.o.v. ik maak mij zorgen over de toekomst van mijn melkveebedrijf. 59

60 Chi-Kwadraat toets bedrijf over 15 jaar nog actief t.o.v. als melkveehouder haal ik voldoening uit mijn werkzaamheden. 60

61 Bijlage IV. SPSS uitvoer deelvraag 2. Correlatie Leeftijd t.o.v. cijfers werkzaamheden. * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed). ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). Chi-Kwadraat toets leeftijd t.o.v. anders organiseren voeren melkvee/jongvee tijdswinst. Chi-Kwadraat toets leeftijd t.o.v anders organiseren beheer tijdswinst. Chi- Kwadraat toets leeftijd t.o.v anders organiseren beheer werkplezier. 61

62 Correlatie opleidingsniveau t.o.v. cijfers werkzaamheden. * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed). ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). Chi- Kwadraat toets opleidingsniveau t.o.v. anders organiseren teeltwerkzaamheden werkplezier. Chi-Kwadraat toets personeel t.o.v. cijfer teeltwerkzaamheden werkplezier. Chi-Kwadraat toets bedrijf over 15 jaar actief t.o.v. cijfer werkzaamheid melken. 62

63 Chi-Kwadraat toets bedrijf over 15 jaar actief t.o.v. cijfer voeren. 63

64 Bijlage V. SPSS uitvoer deelvraag 3. Chi-kwadraat type ondernemer en aantal melkkoeien. Chi-Kwadraat type ondernemer en plezier in het werk. Correlatie aantal melkkoeien/aantal ha en stellingen arbeid. * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed). ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). 64

65 Bijlage VI. Frequentiehistogrammen stellingen omgeving. 65

66 66

Advisering rond arbeid melkveehouderij. Themadag T VAB / Netwerken Veehouderij WUR/LNV 9 februari 2006

Advisering rond arbeid melkveehouderij. Themadag T VAB / Netwerken Veehouderij WUR/LNV 9 februari 2006 Advisering rond arbeid melkveehouderij Themadag T VAB / Netwerken Veehouderij WUR/LNV 9 februari 2006 Waarom aandacht voor arbeidsefficiëntie? 25 uren per week per ton melk 20 15 10 5 0 2 4 6 8 10 12 14

Nadere informatie

Hoe duurzamer, hoe minder werk en hoe meer werkplezier?

Hoe duurzamer, hoe minder werk en hoe meer werkplezier? Hoe duurzamer, hoe minder werk en hoe meer werkplezier? Een langere levensduur is het resultaat van een goede gezondheid, een goede productie, een goed karakter en een goede vruchtbaarheid. Dat scheelt

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma Afwegingskader Opstallen - Weiden Symposium Lekker Buiten: Outdoor Animal Husbandry De kracht en uitdagingen van het buiten houden van vee 19 april Wageningen Ir. Q.G.W. (René) van den Oord sr. adviseur

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

ADLO-project Arbeid ADELT

ADLO-project Arbeid ADELT ADLO-project Arbeid ADELT Op 1 mei 2010 is het demoproject gestart betreffende de Arbeidsefficiëntie en economie in de melkveehouderij: Arbeid ADELT, ook op melkveebedrijven. ADELT staat in dit geval voor

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven

Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven Arbeidsefficiëntie op melkveebedrijven Leader+ project Sterk met Melk Inhoud Verschillen in arbeidsefficiëntie Bedrijfsomvang Specialisatie Melken Voeren Veeverzorging Jongvee Teelten Onderhoud machines,

Nadere informatie

Op naar 2025. Door: Watse van Balen. 17 maart 2015

Op naar 2025. Door: Watse van Balen. 17 maart 2015 Op naar 2025 Door: Watse van Balen 17 maart 2015 Uw Toekomst? Strategieën Op sectorniveau: wat komt op sector/zuivelketen af? Op bedrijfsniveau: wat zijn cruciale beslissingen voor melkveehouders? Schaalvergroting

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

Melken in de Nieuwe Realiteit. Jelle Zijlstra, Animal Sciences Group WUR, Lelystad

Melken in de Nieuwe Realiteit. Jelle Zijlstra, Animal Sciences Group WUR, Lelystad Melken in de Nieuwe Realiteit Jelle Zijlstra, Animal Sciences Group WUR, Lelystad Wat is de Nieuwe Realiteit? Zicht op afschaffing melkquotering in 2015, hoe anticiperen? Sterkere melkprijsfluctuaties,

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN

ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN April 2014 ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN Jos v/d Werf Oebele Twijnstra Dier en melkveehouderij, Hogeschool VHL ARBEIDSREGISTRATIE OP MELKVEEBEDRIJVEN Auteurs: Jos v/d Werf 890301001 Oebele Twijnstra

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks STANDAARDKOSTPRIJS Een bedrijf moet een verkoopprijs bepalen om zijn producten te kunnen verkopen. De klant moet vooraf weten welke prijs betaald moet worden voor het aangeboden product. De standaardkostprijs

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1)

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1) Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1) Aart Evers en Michel de Haan Het lagekostenbedrijf realiseerde in 1999 een kostprijs van 74 cent per liter melk. Een mooi resultaat en gunstig voor de inkomenspositie!

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

BEWEIDING UDV ONDERWIJSDAG 5 NOVEMBER 2015. Maarten Vrolijk Agnes van den Pol-van Dasselaar

BEWEIDING UDV ONDERWIJSDAG 5 NOVEMBER 2015. Maarten Vrolijk Agnes van den Pol-van Dasselaar BEWEIDING UDV ONDERWIJSDAG 5 NOVEMBER 2015 Maarten Vrolijk Agnes van den Pol-van Dasselaar Beweiding: Top resultaten ook bij robotbedrijven Nederland Maarten Vrolijk, Livestock Research Wageningen UR Buiten

Nadere informatie

VEENWEIDEN BEWEIDEN. meer kennis, meer kansen

VEENWEIDEN BEWEIDEN. meer kennis, meer kansen VEENWEIDEN BEWEIDEN meer kennis, meer kansen VEENWEIDEN BEWEIDEN Weidegang levert een belangrijke bijdrage aan het natuurlijk gedrag van de koe. En wordt vanuit de duurzaamheidsdoelstellingen een license

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7 Media en creativiteit Winter jaar vier Werkcollege 7 Kwartaaloverzicht winter Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7 Les 8 Opbouw scriptie Keuze onderwerp Onderzoeksvraag en deelvragen Bespreken onderzoeksvragen

Nadere informatie

Vijf nieuwe innovatietrajecten voor weidegang

Vijf nieuwe innovatietrajecten voor weidegang 1 Vijf nieuwe innovatietrajecten voor weidegang Het project Amazing Grazing, dat vorig jaar van start ging, wil de huidige opstaltrend van melkvee keren. Daarvoor zijn dan wel amazing ideas nodig! Deze

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Methodiek Junior Praktijk Opleider

Methodiek Junior Praktijk Opleider Methodiek Junior Praktijk Opleider ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN HET VERSTERKEN VAN DE DOELMATIGHEID Maaike van Rooijen Suzan de Winter-Koçak Eva Klooster Harrie Jonkman Methodiek Junior Praktijk Opleider

Nadere informatie

Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee. welzijnverrdrijvingverdrijving

Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee. welzijnverrdrijvingverdrijving Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee Het onderzoek naar het verschil tussen voerhek welzijnverrdrijvingverdrijving en voerbuizen

Nadere informatie

Borstkanker: Stichting tegen Kanker (Dutch Edition)

Borstkanker: Stichting tegen Kanker (Dutch Edition) Borstkanker: Stichting tegen Kanker (Dutch Edition) Stichting tegen Kanker Click here if your download doesn"t start automatically Borstkanker: Stichting tegen Kanker (Dutch Edition) Stichting tegen Kanker

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 1

Robot & Weiden. Resultaten enquête 1 Robot & Weiden Resultaten enquête 1 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête. Het doel is het in kaart brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 1 Aanleiding en samenvatting In 2015 heeft toenmalig staatssecretaris Dijksma van EZ fosfaatrechten voor de melkveehouderij

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Inger Anneberg, anthropologist, post doc, Aarhus University, Department of Animal Science Jesper Lassen, sociologist, professor, University

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Uw doel bereiken met MelkNavigator

Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Als melkveehouder wilt u er uit halen, wat er in zit. Kies gericht voor meer melk, betere gehalten of meer grammen eiwit en/of vet.

Nadere informatie

/ GES dag STERKER WORDEN, DWARS DOOR ALLE VERANDERINGEN HEEN

/ GES dag STERKER WORDEN, DWARS DOOR ALLE VERANDERINGEN HEEN l.vandellen@acconavm.nl / 058-2887887 GES dag 14-11-2013 STERKER WORDEN, DWARS DOOR ALLE VERANDERINGEN HEEN Wat telt na 2015? Durk hat in stal bout Dierplaatsen? Mest Of toch grond? Gewoon dóórgaan is

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition)

De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition) De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition) L. A. te Winkel Click here if your download doesn"t start automatically

Nadere informatie

Engagement is not a Spur of the Moment

Engagement is not a Spur of the Moment Bevlogenheid is geen Bevlieging Affectieve Betrokkenheid als Mediator van het Verband tussen Distributieve, Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Bevlogenheid Engagement is not a Spur of the

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2 Robot & Weiden Resultaten enquête 2 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête met als doel in kaart te brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken met

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

30-11-2015 PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS. 2015 is prognose bedragen exclusief btw

30-11-2015 PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS. 2015 is prognose bedragen exclusief btw PROGRAMMA DE ROL VAN DE ADVISEUR Woensdag 2 december 2015 Ontwikkelingen en trends Uitbreiden zin of onzin? Toekomst bedrijven Risicomanagement / prijsfluctuaties De succesvolle melkveehouders De rol van

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3 Robot & Weiden Resultaten enquête 3 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête met als doel in kaart te brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken met

Nadere informatie

Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en. Emotionele Werkstressoren

Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en. Emotionele Werkstressoren WERKBEVLOGENHEID BIJ WETHOUDERS 1 Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en Emotionele Werkstressoren Work Engagement of Municipal Executive Councillors:

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden in de Verpleeg- en Verzorgingshuizen The Influence of Self-efficacy

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 167 Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 Task clarity 1. I understand exactly what the task is 2. I understand exactly what is required of

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Chris de Coach

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Chris de Coach Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Chris de Coach 4-5-2014 Beste Chris, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij hebt

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

VAN OERS AGRO SECTORRAPPORT SEIZOEN 2017/2018

VAN OERS AGRO SECTORRAPPORT SEIZOEN 2017/2018 VAN OERS AGRO SECTORRAPPORT SEIZOEN 2017/2018 VANOERS-AGRO.NL AMBITIE ONDERNEMINGSZIN RESULTAAT SECTORUPDATE BOS- & HAAGPLANTSOEN Terugblik Het weer is het afgelopen seizoen de grootste uitdaging geweest

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

NUCHTER, EEN HELDERE KIJK EN NO-NONSENSE

NUCHTER, EEN HELDERE KIJK EN NO-NONSENSE NUCHTER, EEN HELDERE KIJK EN NO-NONSENSE NATUURLIJK SAMEN NATURALLY DUTCH. Koolhaas Natuurlijk is a typically Dutch company: Sober, with a clear vision and no-nonsense. That s what our customers may expect

Nadere informatie

Weidegang in Nederland anno 2011. Dirk Keuper Erik van Well Frits van der Schans

Weidegang in Nederland anno 2011. Dirk Keuper Erik van Well Frits van der Schans Weidegang in Nederland anno 2011 Dirk Keuper Erik van Well Frits van der Schans Weidegang in Nederland anno 2011 Ontwikkelingen en verwachtingen Weidegang in Nederland anno 2011 Ontwikkelingen en verwachtingen

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

The training courses are only offered in Dutch.

The training courses are only offered in Dutch. Training courses NWO Academy Do you want to focus on the competencies we want to develop throughout the organisation, on what is important for your job and working in projects, or on strengthening your

Nadere informatie