De boerderij BSO bovenbouw

Transcriptie

1

2 De boerderij BSO bovenbouw Inhoud Opening thema... 3 Aankleding lokaal... 4 Knutselideeën Boerderij Klompen schilderen Glas in lood schilderij Dieren gutsen Pollepel dieren Spaarvarken Onderzetter Schaap Verschillende boerderijen Eetideeën Spelideeën Bezoektip Afsluiting thema

3 Opening thema Neem een mandje mee met spullen die je tegenkomt op een boerderij. Denk hierbij aan eieren, klompen, stro, hark, enz. Vraag aan de kinderen of ze weten waar je deze spullen kunt vinden en waar je ze voor gebruikt. Laat de kinderen zelf vertellen wat ze al weten over de boerderij, wie is er wel eens op een boerderij geweest, wat voor soort boerderijen zijn er?, enz. Maak samen met de kinderen een woordveld over de boerderij. Schrijf op een nieuw blad alles dat bij elkaar hoort bij elkaar. Denk aan verschillende soorten boerderijen, dieren, materialen voor op de boerderij, enz. Vertel dat de kinderen de komende weken een quiz gaan maken voor elkaar. Deze quiz wordt tijdens de afsluiting van het thema gespeeld. Zie voor de verdere uitleg afsluiting thema. Bekijk met de kinderen een filmpje over een biologische boerderij waar varkens gehouden worden. 3

4 Aankleding lokaal Zet de materialen die je mee hebt genomen bij de introductie van het thema op een tafel. Dit wordt de boerderijtafel. Met de kinderen kun je samen een boerderij maken van een grote doos, zie knutselideeën. Hier omheen worden de knutselwerkjes verzamelt, de boerderij wordt steeds groter. Denk ook eens aan dierenknuffels. Deze kun je in een doos (stal) zetten met wat stro. 4

5 Knutselideeën 1. Boerderij Maak samen met de kinderen een grote boerderij van een grote doos. Je kunt er ook voor kiezen om de kinderen in bijvoorbeeld tweetallen een boerderij te laten maken. Als je het samen maakt kan ieder kind een taak/onderdeel krijgen en samen vormt dit de boerderij. Onderdelen zouden kunnen zijn; -de boerderij zelf -het dak -stallen -een tractor -de wei waar de dieren in komen te staan Zet alles bij elkaar op een grote tafel of op de grond. Bij de boerderij worden alle knutselwerkjes verzameld. Grote doos Rood karton voor het dak Lijm Schaar om de verschillende onderdelen te maken. Dit is afhankelijk van wat er gemaakt gaat worden 2. Klompen schilderen De kinderen krijgen onbewerkte houten klompen. Ze beschilderen hun eigen klompen. Het is natuurlijk helemaal leuk als de kinderen klompen in hun eigen maat krijgen. Houten, onbewerkte klompen Verf in verschillende kleuren 5

6 3. Glas in lood schilderij Ieder kind krijgt een fotolijstje. Ze maken een tekening met als thema De boerderij op een vel papier dat in het lijstje past. Als de tekening af is halen ze het glas uit het lijstje en leggen het glas over de tekening. Met een watervaste stift trekken de kinderen de tekening over en met (plakkaat)verf verven ze de tekening in. Het karton voor achter de glasplaat beplakken de kinderen met gekleurde stukjes folie. Als de verf droog is krassen ze met een stomp voorwerp, bijvoorbeeld de achterkant van een penseel, op een aantal plaatsen de verf eraf. Draai de glasplaat zo dat de verftekening tegen het karton zit en maak het geheel vast. Nu ontstaat een glas-in-lood schilderij. 1 fotolijstje per kind Watervaste stiften Plakkaatverf Penselen Gekleurde folie Lijm 6

7 4. Dieren gutsen De kinderen krijgen een stukje linoleum. Hier te tekenen ze een dier op. Met een beitel om mee te gutsen halen de kinderen het dier uit het linoleum. Daarna bestrijken ze de afbeelding met verf en drukken het af op een wit vel. Als ze de afdruk op een gekleurd papier plakken krijg je een soort lijstje. Linoleum om mee te gutsen Verf Wit papier om op af te drukken Gekleurd papier 7

8 5. Pollepel dieren De kinderen verven een pollepel in de kleur van het dier dat ze willen maken. Op het gedeelte van de lepel schilderen ze de kop van het dier en maken ze van karton de oren en neus. Een koffiefilter beschilderen ze in dezelfde kleuren, dit wordt het lijfje. Steek de steel door de koffiefilter (zie foto) en je beestje is klaar! Pollepel Verf Koffiefilter Karton Lijm 8

9 6. Spaarvarken Ieder kind krijgt een leeg doorzichtig plastic flesje. In de bovenkant maken de kinderen met een stanleymesje een gleuf. De buitenkant van het flesje beplakken de kinderen met papier zodat het een varken wordt. Plastic flesje Stanleymesje Papier Lijm 9

10 7. Onderzetter Op een onderzetter van bijvoorbeeld kurk plakken de kinderen gekleurd papier. De kleur hangt af van het dier dat ze willen maken. Met een stift tekenen de kinderen de kop van het dier. Onderzetters Gekleurd papier Stiften 10

11 8. Schaap De kinderen maken een schaap van wattenstaafjes. Ieder kind krijgt een flinke stapel wattenstaafjes en knipt de kanten met het watje eraf. Daarna knippen ze bijlage 1 uit en plakken de stukjes wattenstaaf op het grootste figuur, zie foto. Als de eerste rij vast zit plakken ze de volgende rij er overheen, enz. Voor de kop hebben de kinderen 5 stukjes nodig. Twee voor de oren en drie in het midden. 11

12 Als laatste tekenen ze een gezicht op de kop en plakken ze het vast aan het lijfje. Met twee wasknijpers op de achterkant geplakt kan het schaap worden opgehangen aan een touw. Als je het schaap wilt laten staan moet je het lijfje kleiner maken en op de achterkant eventueel een extra houtje o.i.d. om het schaap in evenwicht te brengen. Wattenstaafjes Schaar Lijm Twee wasknijpers per kind Bijlage 1 12

13 9. Verschillende boerderijen Leg een aantal tijdschriften of plaatjes van boerderijen, dieren die bij een boerderij horen, gewassen die verbouwd worden, enz. De kinderen knippen een klein stukje van bijvoorbeeld een kip uit en plakken het op een vel papier. De rest van de afbeelding tekenen de kinderen zelf. In het geval van de kip kunnen de kinderen een kippenren tekenen met een hok waar verschillende kippen op een stok zitten. Ze kunnen bijvoorbeeld ook een maïsplant uitknippen en de rest van een akker tekenen. Rijdt er ook nog een tractor op het akker? Laat de kinderen na afloop vertellen wat ze getekend hebben. 13

14 Eetideeën Schaapje van brood Uit een witte boterham snijd je het lijfje van het schaap en uit een bruine boterham de kop. Je kunt ze ook met een schone schaar knippen. De ogen maak je van witte mini smarties of een klein toefje mayonaise en een stukje dropveter. Wit- en bruinbrood Mini smarties of toefje mayonaise Dropveter Eventueel sla als garnering 14

15 Boerderij Snijd uit een plak ontbijtkoek de vorm van een huisje. Laat het de kinderen aankleden met snoepjes. Met glazuur (poedersuiker en een heel klein beetje water) plakken ze het vast op de ontbijtkoek en maken ze hun eigen boerderij. Peperkoek Glazuur Snoep Wortel Draai een blad van oranje karton tot een punt en teken daar een paar strepen op. Dit zijn de lijntjes in een wortel. Print bijlage 2 op groen karton. Knip het uit en plak deze op de wortel. Vul nu de wortel met groenten. Denk aan snoeptomaatjes, stukjes komkommer, wortel, enz. Groen en oranje karton Verschillende soorten groenten 15

16 Kip met kuikens in eierdoos Kook een aantal eieren. Zorg dat ze hard gekookt zijn en pel ze af. Nadat ze afgekoeld zijn stop je ze terug in de eierdoos. Van een wortel maak je een snavel en van een wiebertje of een stukje dropveter de ogen. Duw de wortel en de ogen een beetje in het ei. Snijd het eventueel eerst even voor. Als je de bovenste helft van het eiwit eraf haalt en op het eigeel een snavel en ogen maakt heb je een kuikentje. Eierdoos Gekookte eieren Wortels Wiebertjes/dropveters Mes 16

17 Kip van rijstewafel Knip uit gekleurd eetpapier vleugels, snavel, lel en kam. Maak het papier een heel klein beetje nat met water en plak het vast op de rijstewafel. Maak met poedersuiker en een heel klein beetje water glazuur waarmee je de rozijntjes vast plakt. Knip om het af te maken de vleugels een stukje in. Rijstewafel Rozijntjes Glazuur Eetpapier Schaar 17

18 Spelideeën Eierrace Verdeel de kinderen in twee teams. Ieder team krijgt een mandje met rauwe eieren. De kinderen leggen een hindernisparcours af en moeten zoveel mogelijk eieren heel naar de overkant zien te krijgen. Daar aangekomen leggen ze de eieren in een mandje. Denk hierbij aan onder een tafel door, over een evenwichtsbalk, tussen palen zigzaggen, enz. Doordat je twee teams hebt wordt het een wedstrijd. Wil je werken aan groepsbinding dan kun je het ook met alle kinderen samen doen. Ze kunnen elkaar dan helpen tijdens het parcours door bijvoorbeeld elkaars hand vast te houden bij de evenwichtsbalk of aanwijzingen te geven. Extra spannend wordt het als ze het ei op een lepel moeten leggen en deze in hun hand of mond moeten houden. Koe melken Vul een stevige latex handschoen met water of melk. Knoop hem dicht, prik een klein gaatje in de vingers en hang de handschoen op aan bijvoorbeeld een stoel. Zet er een emmer onder en de kinderen kunnen de koe melken. Je kunt een wedstrijdelement toevoegen door de tijd bij te houden. Wie heeft als eerste de koe gemolken of hoeveel melk/water kan je melken in een bepaalde tijd? Dierengeluidenspel Maak het lokaal donker. Ieder kind krijgt een nummer en bij dit nummer hoort een dier. Iedereen verstopt zich, behalve het kind dat gaat zoeken. Het kind dat gaat zoeken noemt een nummer. Het kind met dat nummer maakt het geluid van een dier. De zoeker moet raden welk dier het is en wie het geluid maakt. Daarna gaat de zoeker het kind zoeken in het donkere lokaal. Als het kind gevonden is gaat de zoeker zich verstoppen en het gevonden kind wordt zoeker. Kemphanen Twee kinderen (hanen) staan op één been tegenover elkaar. De armen houden ze over elkaar tegen de borst. Ze proberen elkaar op deze manier weg te duwen. De haan die als eerste zijn evenwicht niet meer kan bewaren en omvalt heeft verloren. Dierentikkertje Dit spel speel je buiten of in een gymzaal. Een kind is de tikker. Voordat een van de andere kinderen getikt wordt mogen ze een dierennaam noemen. Als ze te laat zijn of een dier noemen dat al is geweest zijn ze af en worden ze de nieuwe tikker. 18

19 De rode boer Uit een stok kaarten haal je de boeren, de rode boer laat je zitten. Verdeel nu de kaarten onder de spelers. Ieder kind probeert paartjes te maken. (4 vrouwen, 4 tweeën, enz.) Aan het begin van het spel leggen de kinderen de paartjes die ze al in hun hand hebben op tafel. Nu mogen ze om de beurt een kaart trekken bij de persoon die aan de linker kant zit. Als ze een paartje hebben leggen ze deze op tafel. Wie blijft er zitten met de rode boer? Kruiwagenrace De kinderen vormen tweetallen. Een is de kruiwagen, de ander heeft de voeten vast. Welke kruiwagen is het snelste aan de overkant, welke kruiwagen kan het verst lopen, enz. 19

20 Bezoektip Probeer als afsluiting van het thema met een boer uit de omgeving een afspraak te maken om langs te komen. Wellicht is het mogelijk om in overleg met de boer een aantal klusjes met de kinderen op de boerderij te doen. Denk aan helpen bij het voeren van de dieren, stallen mee schoonmaken, enz. 20

21 Afsluiting thema Laat de kinderen gedurende het project een boerderijenquiz voorbereiden. Maak twee of drietallen, afhankelijk van het aantal kinderen. Ieder team maakt een korte quiz met bijvoorbeeld 5 vragen. Dit is ook afhankelijk van het aantal teams. Zorg ervoor dat de hele quiz niet te lang duurt. Je kunt de onderwerpen helemaal vrij laten maar je kunt er ook voor kiezen om ieder team een onderwerp mee te geven, bijvoorbeeld een landbouw, een boerderij met koeien, een boerderij met kippen, enz. Leg tijdens het project verschillende soorten boeken neer waar de kinderen informatie uit kunnen halen. Je kunt ook informatie vinden op internet en deze uitprinten of de kinderen zelf laten zoeken. Tijdens de afsluiting mag ieder team zijn vragen voorlezen. Laat alle kinderen voor zichzelf de antwoorden opschrijven. Voor ieder goed antwoord krijgen ze 1 punt. Omdat ieder team één keer niet meedoet, bij hun eigen vragen, blijft het aantal te behalen punten voor iedereen gelijk. Wie weet de meeste dingen over het thema de boerderij? Sluit de middag af met een lekkere traktatie, zie eetideeën. Enkele websites voor kinderen met bruikbare informatie:

22 Bijlage Bijlage 1

23 Bijlage 2