> inleidend artikel. 771 instellingen onder de wtzi W.G. van Dorp, arts 1. 1 Inleiding
|
|
- Stijn Martens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 > inleidend artikel 771 instellingen onder de wtzi W.G. van Dorp, arts 1 1 Inleiding De zorginstelling is een bekend en centraal verschijnsel in de gezondheidszorg. Het is echter nog niet zo eenvoudig om precies aan te geven wat dat is. Met de inwerkingtreding van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) op 1 januari 2006 is het begrip in de wet vastgelegd. 2 Er is een nauwe relatie met het begrip organisatorisch verband. De WTZi stelt dat een instelling een organisatorisch verband is dat een toelating heeft op basis van de wet. De toelating maakt dus van een organisatorisch verband een instelling. Een organisatorisch verband heeft kort geformuleerd een toelating nodig als zorg verleend wordt waarop aanspraak bestaat op basis van de AWBZ of de Zorgverzekeringswet (Zvw). Een toelating is daarmee in feite een soort licentie voor die organisatie om zorg te mogen geven. Ontbreekt de licentie dan kan bestuursdwang worden toegepast. Sommige zorgorganisaties zijn niet toelatingsplichtig, andere worden als toegelaten aangemerkt en behoeven daarom niet individueel een toelating aan te vragen. De WTZi is niet de eerste en enige plaats waar de genoemde begrippen in een wettelijk kader worden geplaatst. Bij de beantwoording van de vraag wat een instelling is, zal daarom ook naar andere wetten worden gekeken. 2 Categorieën instellingen Aan een toelating zijn rechten en plichten verbonden. Plichten zijn onder andere dat er transparantie-eisen aan het bestuur en de taakuitvoering van de instelling worden opgelegd, dat (soms) geen winst mag worden uitgekeerd, dat exploitatiegegevens moeten worden verstrekt en dat voor bepaalde vormen van bouw en afstoting/sloop een procedure moet worden gevolgd. Dat laatste levert dan tevens een recht op financiering op. Soms is er nog een contracteerrecht. Kader 1 geeft een uitgebreider overzicht van de effecten van een toelating. Overigens zullen zowel het resterende contracteerrecht en het zogenoemde bouwregime in de nabije toekomst verdwijnen. Om duidelijk te maken welke instellingen wel en niet onder bepaalde regels vallen, werkt de WTZi met de idee van categorieën instellingen. In het Uitvoeringsbesluit 3 wordt een indeling gegeven. Het spreken over categorieën bemoeilijkt echter enigszins het zicht op wat nu precies een instelling is. De WTZi stelt (artikel 1.1.f ) dat een instelling een organisatorisch verband is dat een toelating heeft. Deze formulering gaat uit van de gedachte dat er één organisatie is met één toelating. De praktijk is anders. Vrijwel alle zorgverlenende organisaties hebben meerdere toelatingen. Zo heeft het bestuur van een verpleeghuis zes toe- 1. Drs. Wim G. van Dorp, arts, is hoofd van de afdeling planontwikkeling van het College bouw zorginstellingen. Het artikel is op persoonlijke titel geschreven. 2. In de tekst van de wet wordt het woord instelling gebruikt en niet zorginstelling. 3. Het Uitvoeringsbesluit is een algemene maatregel van bestuur (amvb). Het besluit wordt voorgelegd aan het parlement (een zgn. voorhangprocedure), maar kan niet direct door het parlement gewijzigd worden > zorg & financiering
2 Kader 1 Via het systeem van toelatingen wordt in de WTZi het volgende geregeld: 1. Door de WTZi worden transparantie-eisen opgelegd aan de instelling. Het kunnen stellen van deze eisen was een belangrijke reden voor invoering van de WTZi. De transparantie-eisen worden verder uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit WTZi. Ze kunnen onderscheiden worden in eisen met betrekking tot de bestuursstructuur (aanwezigheid raad van toezicht, duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, enz.) en eisen aan de bedrijfsvoering (adequate, inzichtgevende financiële administratie, relaties met andere organisatorische verbanden, enz.). Onder deze laatste valt ook de wijze waarop de zorgverlening georganiseerd wordt. Als de instelling een stichting of vereniging is (onder de WTZI is rechtspersoonlijkheid van de instelling niet verplicht) zijn er aanwijzingen voor het zogenoemde enquêterecht. De WTZi legt aan bepaalde instellingen de plicht op tot het verstrekken van exploitatiegegevens. 2. Voor bepaalde onderdelen van de zorg bestaat nog contracteerplicht. Dat geldt feitelijk alleen nog maar voor de intramurale AWBZ-zorg. De kring van ex WTZi toegelaten instellingen die verblijf bieden is de groep instellingen die door de zorgkantoren gecontracteerd moet worden. Voor de overige vormen van zorg heeft de toelating deze functie verloren. 3. Alleen aan bepaalde toegelaten instellingen wordt een winstoogmerk toegestaan. 4. Een deel van de bekostiging van de zorginfrastructuur via het systeem van toelatingen. Bepaalde instellingen beschreven in termen van toelatingen hebben in een aantal gevallen voor bouw een toelating of aanpassing van de toelating nodig. Die toelating wordt altijd gevolgd door een vergunning, af te geven door het Bouwcollege (noot: toelating door VWS). Op grond van de vergunning worden de kosten van die bouw opgenomen in de vergoeding van de kapitaallasten. Bouw is in de zin van de WTZi een zeer breed begrip. Daaronder valt ook huur en zelfs het in gebruik nemen van ruimten. Voor zover bouw onder het bouwregime valt (dat wil zeggen onder de bouwartikelen van de WTZi valt), wordt de toestemming voor bouw door een speciale vorm van de toelating, de zogenaamde toelatingen mét bouw. De wetgever heeft ervoor gekozen om ook hier het begrip toelating te gebruiken, omdat een toelating mét bouw waar nodig automatisch ook een toelating tot zorg inhoudt. Er behoeft dan geen afzonderlijke toelating tot zorg worden aangevraagd (wat vroeger wel het geval was). Als onderdeel van het bouwregime kan ook gezien worden de verplichting dat bij afstoting van gebouwen of terreinen het College sanering zorginstellingen moet worden ingeschakeld. 5. Bij intrekking van een toelating of het opleggen van beperkingen door de minister een beroep kan worden gedaan op een saneringsregeling. 6. Een toelating kan aan de instelling meer specifieke aanwijzingen geven of verplichtingen opleggen. Zo is in de caresector het aantal verblijfsplaatsen onderdeel van de toelating. Voor de cure is er voor een aantal instellingen de plicht om te participeren in het ketenoverleg acute zorg. zorg & financiering >
3 latingen die aangeduid worden met de namen van de AWBZ-functies: huishoudelijke verzorging 4, persoonlijke verzorging, verpleging, enzovoort. 5 De WTZi volgend zou het dan gaan om een organisatie die tot even zoveel categorieën instellingen zou behoren. In werkelijkheid zijn er daar geen zes instellingen in de gewone zin van het woord. Er zijn ook geen zes organisatorische verbanden. Er kunnen uiteraard meerdere huizen zijn (bijv. meerdere verpleeghuizen op verschillende locaties), maar dat zijn geen instellingen zoals de WTZi het bedoelt. Een enkele keer levert dit spraakgebruik in de praktijk problemen op. Als één zorgorganisatie twee toelatingen heeft, waarvan de ene behoort tot de categorie waarbij het maken van winst wél is toegestaan en de andere niet, is de vraag welke regel geldt voor de organisatie als geheel. Dat doet zich bijvoorbeeld voor bij het ziekenhuis met een hoofd toelating als instelling voor medisch-specialistische zorg dat ook een toelating heeft als audiologisch centrum. Een audiologisch centrum mag winst maken, een instelling voor medisch-specialistische zorg niet. Wat geldt nu voor het geheel als er sprake is van één organisatie en één rechtspersoon? Terzijde zij opgemerkt dat het aantal toelatingen in de cure veel minder is dan voorheen onder de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV), de voorloper van de WTZi. Zo is uit de toelating niet meer het klassieke onderscheid tussen de verschillende ziekenhuisvoorzieningen af te leiden. Het academisch, algemeen en categoraal ziekenhuis en de revalidatie-instellingen hebben alle een toelating als instelling voor medisch-specialistische zorg. Dat geldt ook voor het voormalige zelfstandige behandelcentrum (ZBC). 6 Onduidelijkheid over het begrip instelling ontstaat ook omdat de organisatiestructuur van zorgorganisaties ingewikkelder wordt, bijvoorbeeld doordat gewerkt wordt met meerdere rechtspersonen die betrokken zijn bij de zorg. Onder andere door fusies zijn er grote eenheden ontstaan, die soms al het karakter van een holding hebben. Die ontwikkeling wordt wel al enigszins zichtbaar in regelingen die op de WTZi gebaseerd zijn en die van latere datum zijn dan de tekst van de wet zelf. In de regeling met betrekking tot de verslaglegging door zorginstellingen wordt gesproken over groepsmaatschappijen en in het jaardocument maatschappelijke verantwoording (het nieuwe uitgebreide jaarverslag voor zorginstellingen) over concerns. Maar zijn dit instellingen in de zin van de WTZi? Is de holding (ook) een instelling of zijn juist de werkmaatschappijen instellingen? En om in dit kader ook eens naar een actueel onderwerp als het geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf te kijken: is een maatschap of de medische staf van een ziekenhuis een instelling in de zin van de WTZi? 3 Het organisatorisch verband Wat bedoelt de WTZi met een organisatorisch verband? De memorie van toelichting van de WTZi brengt ons wat dat betreft niet veel verder. Voor het antwoord moet daarom een meer algemene lijn worden gevolgd. 4. Met de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat deze functie uit de AWBZ en wordt ondergebracht in de Wmo, met als gevolg dat de gemeenten hiervoor de zorgplicht krijgen. 5. De categorie instelling (= toelating) verblijf bestaat niet. Wel speelt het al dan niet aanbieden van verblijf een rol in het bouwregime. 6. Voorheen werden ZBC s als toegelaten aangemerkt op grond van een verkregen bouwvergunning ex WZV. Nu hebben ze evenals de andere instellingen voor medisch-specialistische zorg een individuele toelating. Een nieuw ZBC (de naam bestaat officieel dus eigenlijk niet meer) moet dus een toelating aanvragen > zorg & financiering
4 Onder een onderneming 7 wordt gewoonlijk verstaan een doelgerichte samenbundeling van kennis, vaardigheden en kracht tussen twee of meer personen van gelijk niveau, waarbij sprake is van taakverdeling en coördinatie. Gezien deze omschrijving vormt een professional die werkt met een ondersteunend apparaat nog geen organisatorisch verband. Bij twee specialisten die afspraken maken over de zorginhoudelijke taken is dat wel meer het geval. In het tijdperk van de WZV werd voor een ZBC de lijn aangehouden dat er ten minste twee specialisten werkzaam moesten zijn (die overigens deeltijd in dienst en van hetzelfde specialisme mochten zijn) en dat er een aparte juridische entiteit moest wezen in de vorm van een afzonderlijke rechtspersoon met een bestuur. De eis voor rechtspersoonlijkheid is in de WTZi komen te vervallen, maar de wet gaat zeker impliciet wel uit van de aanwezigheid van een bestuur. Zo wordt het bestuur genoemd in het kader van het aanleveren van informatie, het indienen van aanvragen bij het College sanering zorginstellingen, enzovoort. Daarbij wordt in de wet bestuurlijke transparantie gevraagd aan de instelling, wat toch moeilijk voor te stellen is zonder de aanwezigheid van een bestuursorgaan. Ook de toelating en de bouwvergunning ex WTZi staan in de praktijk op naam van het vertegenwoordigend orgaan. De aanwezigheid van een bestuur of in ieder geval een vertegenwoordigend orgaan lijkt dan ook een voorwaarde om te kunnen spreken over een organisatorisch verband. Is dat er niet, dan blijft het een groep van individuele beroepsbeoefenaren die niet als eenheid dat wil zeggen zonder vertegenwoordiging zorg verlenen. 4 De instelling in andere wetten Hoe wordt in aanpalende wetten met het instellingsbegrip omgegaan? In de Kwaliteitswet zorginstellingen (KZi) is een instelling een organisatorisch verband dat strekt tot verlening van zorg, waarbij zorg wordt gedefinieerd als omschreven bij of krachtens de AWBZ en de Zvw. Dat is een ruimere omschrijving dan in de WTZi, waar het alleen gaat om zorg waarop aanspraak bestaat. Voor het begrip instelling wordt in de KZi niet verwezen naar de WTZi. Een kliniek voor plastische chirurgie waar zorg wordt gegeven waarop geen aanspraak bestaat op grond van de Zvw heeft geen toelating nodig. Daarmee is de kliniek in de zin van de WTZi expliciet géén instelling maar in de zin van de KZi wél (de zorg wordt omschreven in de Zvw in de zin dat ze valt onder medisch-specialistische zorg). De KZi spreekt voorts over zorgaanbieders waaronder natuurlijke of rechtspersonen worden verstaan die een instelling vormen of in stand houden. Er is een verplichting dat de zorgaanbieder een kwaliteitsverslag produceert per instelling. In het voorstel voor de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) 8 ten slotte komt het begrip instelling niet voor. Daar wordt wel weer gesproken over zorgaanbieder, op dezelfde wijze als in de KZi (dus op de ruim omschreven wijze) met dat verschil dat ook individuele zorgverleners onder de definitie vallen. De KZi is weer niet van toepassing op individuele beroepsbeoefenaren. De AWBZ (care) en de Zvw (cure) ten slotte gebruiken het begrip instelling waarvoor wordt verwezen naar de WTZi. 7. Ik neem aan dat de begrippen organisatie en organisatorisch verband inhoudelijk niet wezenlijk van elkaar verschillen. 8. De WMG is de opvolger van de Wet tarieven gezondheidszorg. De WMG is inmiddels door de Eerste Kamer aanvaard. zorg & financiering >
5 Kader 2 geeft samengevat het gebruik van de genoemde begrippen in de drie belangrijkste instellingswetten. Kader 2 WTZi KZi WMG instelling toegelaten organisatorisch verband dat zorg verleent (met of zonder rechtspersoonlijkheid) elk organisatorisch verband dat zorg verleent maakt geen gebruik van het begrip zorgaanbieder maakt geen gebruik van het begrip rechts- of natuurlijke personen die een instelling in stand houden of vormen rechts- of natuurlijk persoon die zorg aanbiedt of die tarieven declareert zorg zorg waarop aanspraak bestaat bij of krachtens AWBZ en Zvw zorg omschreven bij of krachtens AWBZ en Zvw zorg omschreven bij of krachtens AWBZ of Zvw Met deze blik buiten de WTZi wordt het zicht op wat een instelling is niet onmiddellijk helderder. Opmerkelijk is dat er nu drie mogelijkheden zijn om de activiteiten van een zorgorganisatie te beschrijven. Naast het verlenen van zorg (WTZi) is er ook het aanbieden van zorg (vooral KZi en WMG) en het declareren van tarieven (WMG). Alles overziend kan geconstateerd worden dat de WTZi nog sterk uitgaat van de klassieke instelling op een bepaalde locatie waarbij één type zorg gegeven wordt. Bovendien zijn er nog restanten van de idee van de instelling als bouwkundige voorziening. Als vervanger van de bouwregelgeving in de WZV was daaraan ook niet altijd te ontkomen. Zo wordt op één plaats een bepaalde bouwwijze (kleinschalig wonen) expliciet nog benoemd als een categorie instelling. In de verschillende wetten wordt het begrip instelling niet op gelijke wijze gebruikt. De werkelijkheid is bovendien ingewikkelder geworden, waardoor ook in het niet-wettelijk spraakgebruik niet meer helder is wat een instelling is. 5 Het instellingsbegrip opnieuw ingevuld Een redelijk consistente gedachtelijn lijkt te zijn dat een zorginstelling een organisatorisch verband is waarbinnen zorgverleners werkzaam zijn, waarin zorgtaken worden verdeeld onder elkaar en waar zorgcoördinatie plaats vindt. Het betreft zorg zoals omschreven in AWBZ en ZVW, waardoor bijvoorbeeld instituten voor alternatieve geneeswijzen geen zorginstellingen in strikte zin zijn > zorg & financiering
6 De zorginstelling heeft één vertegenwoordigend orgaan, aan te duiden als bestuur, dat kan handelen namens de organisatie (al dan niet als rechtspersoon) en dat kan worden aangesproken op de KZi iets oprekkend de veiligheid, kwaliteit en doelmatigheid van de dienstverlening. De zorgverleners werken volgens eigen professionele richtlijnen. Daarnaast zijn er organisatierichtlijnen waarvoor het bestuur van de instelling de eindverantwoordelijkheid heeft. Elke zorgorganisatie van dit type valt onder de KZi en is daarom bekend bij de overheid. Om die reden heeft een zorginstelling een algemene toelating tot het verlenen van zorg. Voor specifieke vormen van zorg is een specifieke toelating nodig, waaraan financiële rechten en plichten verbonden kunnen zijn en eisen die alleen betrekking hebben op die vorm van zorg (zoals participatie in bepaalde overlegverbanden). Een bekostigingsvorm zal bij voorkeur moeten samenvallen met een specifieke toelating. 9 Sommige transparantie-eisen zijn zodanig verbonden aan de kwaliteit van zorg, dat deze meer passen bij de algemene toelating dan aan de specifieke toelating. Daarom zouden WTZi en KZi het begrip instelling op dezelfde wijze moeten gebruiken. Na die harmonisatie kan het begrip zorgaanbieder in de KZi komen te vervallen. Het aanbieden van zorg is tenslotte wat anders dan het verlenen van zorg. Het bestuur van de zorginstelling is de toelatingshouder, waar door de rechten en plichten verbonden aan de toelating en de eindverantwoordelijkheid voor de zorgverlening niet van elkaar gescheiden kunnen worden. Overwogen kan worden om de vergunningen op basis van de Wet bijzondere medische verrichtingen ook een toelating in deze zin te laten zijn. 10 Binnen een zorginstelling kunnen kwaliteitseenheden onderscheiden worden: onderdelen van de organisatie die een eigen veiligheids- en kwaliteitsbeleid hebben (bijv. gezien de aard van de zorg). In het kwaliteitsjaarverslag kunnen deze worden onderscheiden. Locaties zouden boven een bepaalde omvang ook gezien kunnen worden als kwaliteitseenheden. Het bestuur van een zorginstelling legt dan dus per kwaliteitseenheid verantwoording af. Het winstoogmerk of het verbod daarop dient óf gekoppeld te zijn aan de zorginstelling als geheel óf aan een specifieke toelating. In het eerste geval zal een zorginstelling geen winst mogen uitkeren als de instelling één of meerdere toelatingen heeft waarvoor het winstverbod geldt. De instelling kan dan kiezen voor het oprichten van afzonderlijke organisatorische verbanden (in de praktijk toch altijd rechtspersonen), waarvan de ene wel en de andere geen winstoogmerk heeft. Daar boven kan een moedermaatschappij worden gezet. De moedermaatschappij is dan echter geen zorginstelling (deze organisatie verleent immers geen zorg), de dochtermaatschappijen wel. De besturen van de dochters zijn eindverantwoordelijk voor de zorgverlening. In het tweede geval het winstverbod geldt voor de toelatingseenheid mag de organisatie als geheel winstbeogend zijn, maar de toelatings- c.q. bekostigingseenheid mag geen bijdrage geven aan de winstuitkering. 9. Op dit moment is een probleem dat in de beleidsregels van CTG/ZAio over de bekostiging van instellingen verschillende soorten instellingen voor curatieve zorg worden genoemd, terwijl deze op basis van de toelating niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Een ZBC wordt anders bekostigd dan het algemeen ziekenhuis, maar hebben nu beide dezelfde toelating. 10. Het komt nu voor dat een instelling wel een WBMV-vergunning nodig heeft maar geen toelating ex WTZi. zorg & financiering >
7 De financiële relatie tussen zorginstelling en zorgontvanger is als kenmerk voor de instelling van minder belang. Voor de status als zorginstelling maakt het niet uit of de kosten gedeclareerd worden aan een andere zorginstelling, de zorgvrager of de zorgverzekeraar. De WMG is van toepassing op alle personen en organisaties die zorg (zoals omschreven bij AWBZ en ZVW) declareren. 6 Het medisch-specialistisch bedrijf als instelling De hier besproken kwestie krijgt een bijzondere spits wanneer gekeken wordt naar het ziekenhuis. Is de medische staf of de maatschap een zorginstelling? Uit het document medische staf is dat niet eenduidig af te leiden. Uiteraard wordt de raad van bestuur wel genoemd. Maar als in een van de overwegingen in het document gesteld wordt dat de medisch specialist verantwoordelijk is voor het primaire proces, dan lijkt het toch meer op een organisatie waarbij de medische staf de zorg verleent en in de zin van de WTZi dus toelatingshouder is. De rest van de organisatie is dan kennelijk alleen verantwoordelijk voor het secundaire proces. Maar die bedrijfsprocessen kunnen toch moeilijk worden gezien als het verlenen van zorg zoals de WTZi dat omschrijft. Ligt het primaire proces inderdaad alleen bij de medisch specialist, dan behoort de toelating dáár terecht te komen en niet bij het ziekenhuis. De vraag kan zelfs opkomen of er nog wel sprake is van een organisatorisch verband. Gaat het dan niet veel meer om individueel werkende specialisten die het ziekenhuis alleen nodig hebben als facilitair bedrijf? Zoals bekend is de feitelijke situatie anders. De raad van bestuur is de toelatingshouder en mede als gevolg van de invoering van het geïntegreerd medisch-specialistisch bedrijf (GMSB) is er ook een verantwoordelijkheidsverdeling voor het primaire proces. In het kader van de KZi wordt ook zo gehandeld. Dit wordt scherp zichtbaar bij het geven van een bevel door de Inspectie voor de gezondheidszorg op basis van de KZi, zoals recent plaats heeft gevonden bij het UMC St Radboud in Nijmegen. In dat bevel wordt het bestuur gelast de (cardiochirurgische) zorg te staken. 11 Onomwonden wordt het geven van zorg hier gelegd bij het bestuur! De praktijk dient dan ook te zijn dat de raad van bestuur de bevoegdheid en de macht heeft dit bevel uit te voeren, overigens niet alleen bij specialisten in dienstverband maar ook bij de medisch specialisten in vrij beroep. Het bezit van een toelating geeft de houder als het ware deze bevoegdheid. Werken in een zorginstelling betekent dan ook onherroepelijk dat een deel van de professionele autonomie van de medisch specialist in het organisatorisch verband wordt ingebracht. Wie dat niet wil, moet óf kiezen voor het uitoefenen van het beroep als individuele beroepsbeoefenaar óf moet gaan werken in een samenwerkingsverband waarin de medische staf de toelatingshouder is. Daar wordt dan ook wel professionele autonomie gedeeld, maar dat blijft dan beperkt tot de beroepsgroep zelf. Het ziekenhuis is dan (weer) facilitair bedrijf en verliest zijn toelating en dus zijn functie als zorginstelling. De WTZi laat die mogelijkheid open, maar vraagt wel om een duidelijke keuze.< 11. Letterlijk schrijft de inspecteur: U dient het verrichten van cardiochirurgische ingrepen bij volwassenen met onmiddellijke ingang te staken. Met U wordt het bestuur aangesproken. Even tevoren staat uw instelling > zorg & financiering
De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2015 22 juli 2014 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2016 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieOp grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure -ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieBELEIDSREGEL AL/BR-0021
BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij
Nadere informatieWet toelating zorginstellingen
Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-7073
BELEIDSREGEL Stoppen-met-rokenprogramma Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieBeleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg
Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieBELEIDSREGEL AL/BR-0040
BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieBesluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve
BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieLangdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).
BELEIDSREGEL Overheveling ggz budget Wlz-Zvw Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-300-578. Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c
Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Zorginfrastructuur Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDe Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2016 18 november 2015 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2017 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieAan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen
Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 14 juni 2006 Ons Kenmerk B140606PVE1458 Onderwerp wijziging wet toelating
Nadere informatie1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.
Bijlage 12 bij circulaire Care/AWBZ/09/17c REGELING Declaratie AWBZ-zorg Gelet op artikel 37 en artikel 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c
Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg
BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg AWBZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatie3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.
Bijlage 23 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg AWBZ Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening
Nadere informatieBELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw
BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-5094
BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-5052
BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c
Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatie1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.
REGELING Declaratie AWBZ-zorg Gelet op artikel 37 en artikel 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld; Artikel 1. Begripsbepalingen
Nadere informatie3.3 Declaratie De rekening van de zorgaanbieder aan de patiënt of de zorgverzekeraar voor een verrichte prestatie(s).
REGELING Verpleging en verzorging Gelet op artikel 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit de volgende regeling vastgesteld: Verpleging en verzorging.
Nadere informatie3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder
Bijlage 9 bij circulaire AWBZ/Care/11/9c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieNADERE REGEL NR/CU-531
NADERE REGEL Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld:
Nadere informatieNADERE REGEL NR/CU-540
NADERE REGEL Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld:
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c
Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012
BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2012 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatie3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.
Bijlage 6 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten Wlz 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieREGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten
REGELING Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37, 38, derde lid, 39, tweede lid en 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft
Nadere informatie3.3 Declaratie De rekening van de zorgaanbieder aan de patiënt of de zorgverzekeraar voor een verrichte prestatie(s).
REGELING Verpleging en verzorging Gelet op artikel 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit de volgende regeling vastgesteld: Verpleging en verzorging.
Nadere informatieWinstuitkering in de zorg
Winstuitkering in de zorg Wenkend perspectief of fata morgana? Deze presentatie is beschikbaar op legalbusinessday.nl Dirk Jan Rutgers Thessa van der Windt Sjef Gevers Eelke van der Veen Nico Klay Een
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw
BELEIDSREGEL Ketenzorg dementie Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast
Nadere informatieDeze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren.
REGELING Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op: de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg); de beleidsregel Dyslexiezorg, kenmerk BR/CU-5076; de regeling Declaratiebepalingen
Nadere informatie3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.
Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening
Nadere informatieDeze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.
REGELING Controle en Administratie Wlz-uitvoerders Gelet op artikel 31, sub a, artikel 31, sub c, en artikel 36, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieIn de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.
BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast
Nadere informatiec. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011
BELEIDSREGEL Beleidsregel Overgangsregime kapitaallastenvergoeding () 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag
BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk
Nadere informatiePersoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding in thuissituatie door zzp ers mogelijk vanaf 2012
Regelingen en voorzieningen CODE 1.4.3.34 Persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding in thuissituatie door zzp ers mogelijk vanaf 2012 bronnen Staatsblad 2011, 346 (Besluit van 27 juni 2011, houdende
Nadere informatieWijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere
TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 168 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medischspecialistische zorg,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt
Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 23 september 2004 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport HERZIENE VERSIE IN VERBAND
Nadere informatieOp de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 september 2004, kenmerk Z/PB-2519449;
Besluit van houdende uitvoering van enige bepalingen van de Wet toelating zorginstellingen (Uitvoeringsbesluit WTZi) Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 september
Nadere informatieAdministratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011
REGELING Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011 Gelet op de artikelen 36, derde lid, 61 en 68, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieBELEIDSREGEL CI-1058a
BELEIDSREGEL CI-1058a Overige producten geestelijke gezondheidszorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatie3.3 Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel Wlz.
Bijlage 18 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c REGELING Declaratievoorschriften Wlz Ingevolge artikel 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd
Nadere informatiePrestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg
BELEIDSREGEL Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING ADD-ONGENEESMIDDELEN, april 2017 (Olumiant) Nummer Datum inwerkingtreding Datum vaststelling 1 april 2017 4 april 2017 Geldig tot Onbepaald Behandeld door Directie Regulering
Nadere informatieExperiment bekostiging verpleging en verzorging
BELEIDSREGEL Experiment bekostiging verpleging en verzorging Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
Nadere informatieWat is een persoonsgebonden budget?
Wat is een persoonsgebonden budget? Rechtsverhoudingen rondom een ongrijpbaar begrip Olaf Kwast 28 november 2016 https://wetgevingswerken.nl/blog/2016/11-28 Het persoonsgebonden budget (pgb) staat sinds
Nadere informatieOnderwerpen. Relevante zorgwetgeving. Wonen in stijl en baden in luxe Mr. P.H.A. Boshouwers Medilex 26 april 2011
Wonen in stijl en baden in luxe Mr. P.H.A. Boshouwers Medilex 26 april 2011 Onderwerpen 1. Relevante wetgeving a. AWBZ b. WTZi c. WMG 2. Rechtsvormen zorgonderneming a. Stichting b. Besloten vennootschap
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c
Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de
Nadere informatieIntroductie. Medilex Alleen de Hoofdzaken SVP! - de belangrijkste hoofdzaken voor de Cure - Cees Jan de Boer 09:34. Advocaat Team Gezondheidszorg
Medilex Alleen de Hoofdzaken SVP! - de belangrijkste hoofdzaken voor de Cure - Mr. drs. C.J. de Boer 11 januari 2011 Introductie Cees Jan de Boer Advocaat Team Gezondheidszorg 020-6789 322 06-11 388 522
Nadere informatie3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.
BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2009 Betreft ziekenhuisverplaatste zorg
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatiec. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011.
Bijlage 25 bij circulaire AWBZ/Care/10/10c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis (VPT) 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 137 2 januari 2015 Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz 16 december 2014 REGELING CA-NR-1551a Ingevolge
Nadere informatieDeze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die mondzorg leveren dan wel mondzorgprestaties in rekening brengen 1.
REGELING Regeling mondzorg Ingevolge de artikelen 36 derde lid, 37 eerste lid, aanhef en onder a, 38 derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 2680 3500 GR Utrecht OMS, NVZ St. Jacobsstraat 16 3511 OS Utrecht Postbus 2680 3500 GR Utrecht T
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 168 Wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten teneinde investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT
BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25539 20 augustus 2015 Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Vastgesteld op 11
Nadere informatieDe Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING ADD-ON USTEKINUMAB Nummer Datum inwerkingtreding Datum vaststelling (met terugwerkende kracht) 1 januari 2016 6 januari 2016 Geldig tot onbepaald Behandeld door Directie
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis
BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast
Nadere informatie3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder
Bijlage 7 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 19 Besluit van 28 november 2008, houdende derde wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieConsument Een zorgvrager, patiënt, een potentiële patiënt of degene die namens een patiënt informeert.
REGELING Regeling paramedische zorg Gelet op artikel 35, 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied
Nadere informatieWet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen
(Tekst geldend op: 23-02-2007) Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Nadere informatieDeze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.
NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot
Nadere informatieZiekenhuis Verplaatste Zorg vanaf 2010
Inleiding In overleg tussen VWS, Zorg verzekeraars Nederland [ZN], Ned. Vereniging van Ziekenhuizen [NVZ], Ned. Federatie van Universitaire Medische Centra [NFU]; ACTIZ en V&VN-transferverpleegkundigen
Nadere informatieDeze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.
REGELING Informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37 lid 1 onder d, 39 lid 2 en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-5119
BELEIDSREGEL Eenmalige verrekening overgangsregeling kapitaallasten kind en jeugd Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-2066
BELEIDSREGEL Eerste lijn (laboratorium-)onderzoeken voor huisartsenlaboratoria Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieBELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S
BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-2018
BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieVerpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg
BELEIDSREGEL Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDeze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.
Bijlage 4 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Definities Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18627 8 juli 2013 Declaratievoorschriften AWBZ-zorg Vastgesteld op 25 juni 2013 NR/CA-300-019 Ingevolge artikel 37 en
Nadere informatie3.1 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wmg.
Bijlage 25 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c REGELING Declaratievoorschriften AWBZ-zorg Ingevolge artikel 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd
Nadere informatieDeze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-rokenprogramma leveren.
REGELING Stoppen-met-rokenprogramma Gelet op de artikelen 36 derde lid, 37 eerste lid aanhef onder a, 38 derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDeze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).
BELEIDSREGEL Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatiePositie zorgverleners in de AWBZ-thuiszorg in verband met de voorbereiding contractering 2011. Inleiding
Positie zorgverleners in de AWBZ-thuiszorg in verband met de voorbereiding contractering 2011 Inleiding De afgelopen jaren is veel te doen geweest over de inzet van zelfstandige zorgverleners in de thuiszorg.
Nadere informatieBeantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Implementatie kwaliteitswet zorginstellingen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 961, nrs.
Algemene Rekenkamer BEZORGEN Lange Voorhout 8 Voorzitter van de commissie voor Postbus 20015 de Rijksuitgaven 2500 EA Den Haag T 070 3424344 Binnenhof 4 070 3424130 DEN HAAG e voorlichting@rekenkamer.nl
Nadere informatieDeclaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 )
REGELING CV/NR-100.106 Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 ) Gelet op artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de
Nadere informatieZorgovereenkomst (no. 3)
Zorgovereenkomst (no. 3) voor een zorgarrangement 1 zonder verblijf Stichting Ouderenzorg Wilgaerden, verder te noemen Wilgaerden, gevestigd te Hoorn, bij het aangaan van deze overeenkomst vertegenwoordigd
Nadere informatieRegeling innovatie voor kleinschalige experimenten
REGELING Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, 38 derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieBeleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018
Beleidsregel Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING ADD-ONGENEESMIDDELEN, februari 2017 (op aanvraag) Nummer Datum inwerkingtreding Datum vaststelling 1 februari 2017 24 januari 2017 Geldig tot Onbepaald Behandeld door Directie
Nadere informatieNADERE REGEL NR/CU-535
NADERE REGEL Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Gelet op de artikelen 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieIn de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.
Bijlage 2 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieBehandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015
Aan alle Wlz-uitvoerders Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres l Onderwerp Datum
Nadere informatieDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING ADD-ONGENEESMIDDELEN, november 2017 (ambtshalve) Nummer Datum inwerkingtreding Datum vastelling 1 november 2017 23 oktober 2017 Geldig tot Onbepaald Behandeld door Directie
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/REG Aanvaardbare kosten Wlz Bijlage 12 bij circulaire Care/Wlz/16/11c
Bijlage 12 bij circulaire Care/Wlz/16/11c BELEIDSREGEL BR/REG-17130 Aanvaardbare kosten Wlz 2017 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt
Nadere informatieDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING ADD-ONGENEESMIDDELEN, mei 2017 (op aanvraag) Nummer Datum inwerkingtreding Datum vaststelling 1 mei 2017 21 april 2017 Geldig tot Onbepaald Behandeld door Directie Regulering
Nadere informatieDeze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als
BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
Nadere informatieBELEIDSREGEL BR/CU-5059
BELEIDSREGEL Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatie