Betreft: NJCM commentaar Ontwerpwet Internationale Misdrijven (WIM)
|
|
- René de Jong
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 mw. mr. M. Hagens uitvoerend secretaris Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Juridische Zaken Afdeling Internationaal Recht Betreft: NJCM commentaar Ontwerpwet Internationale Misdrijven (WIM) Leiden, 7 november 2001 Geachte heer, mevrouw, Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) heeft met belangstelling kennis genomen van het concept voorstel van de Wet Internationale Misdrijven van 5 oktober 2001, dat zijn aanleiding vindt in de totstandkoming van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van 17 juli Het voorstel dient tot strafbaarstelling van de ernstigste misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen en beoogt onder andere te voorzien in een ruime extra-territoriale jurisdictie voor de Nederlandse rechter. De tijd die het NJCM ter beschikking stond om alle facetten van het voorstel te bestuderen was korter dan voor een commentaar wenselijk was. Het NJCM beperkt zich in zijn commentaar derhalve (vooralsnog) tot een aantal kernpunten die hieronder zijn opgenomen. Delicten Wat betreft de voorgestelde delicten maakt het voorstel een goede eerste indruk. De strafbare feiten zoals deze voorkomen in het voorstel lijken een adequate omzetting te vormen van de verplichtingen uit verschillende verdragen. Op pagina 4 van de concept MvT wordt erop gewezen dat voor de delictsomschrijvingen aansluiting is gezocht bij de internationale instrumenten waarin de feiten als misdrijf zijn aangemerkt. Dit betekent evenwel dat de omschrijvingen vager zijn dan in het Nederlandse strafrecht gebruikelijk. Hoewel het niet ongebruikelijk is dat het Nederlandse OM en de Nederlandse rechter zich voor de toepassing van delictsomschrijvingen oriënteren op internationaal recht en internationale jurisprudentie, doet zich hier naar het eerste oordeel van het NJCM een zekere spanning voor met het materiële en formele legaliteitsbeginsel. Spanning met het eerste beginsel doet teniet aan de rechtszekerheid voor de burger, van wie niet kan worden verwacht dat hij zodanig inzicht heeft in de ontwikkeling van internationale normstelling dat hij kan weten welke gedragingen precies strafbaar zijn gesteld. Spanning met het tweede beginsel is met name ook funest voor de Nederlandse politie en het OM die 1
2 strafvordering slechts kunnen toepassen op de wijze als bij de wet voorzien en waarop uiteindelijk de rechter zal toezien. Het NJCM hecht er om deze redenen aan dat zo precies mogelijk wordt aangegeven wat er onder de betreffende strafbare feiten moet worden verstaan. Aansluiting bij internationale normstelling komt naar eerste oordeel daar niet in voldoende mate aan tegemoet. Wat betreft artikel 3 (misdrijven tegen de menselijkheid) is voorts de keuze voor de definitie van het Internationaal Strafhof wat mager onderbouwd. Waarom is voor deze en niet voor één van de andere bestaande definities gekozen? Als dit is gedaan omdat verondersteld wordt dat uit het complementariteitbeginsel voortvloeit dat de delicten uit het Statuut voor het Internationaal Strafhof min of meer moeten worden overgenomen, dan dient de vraag te worden gesteld en te worden beantwoord of dit ook het geval is voor andere verplichtingen uit het Statuut. Rechtsmacht Artikel 1a verklaart in aanvulling op de bepalingen over rechtsmacht van het Wetboek van Strafrecht een drietal rechtsmachtbepalingen specifiek van toepassing. Zowel afzonderlijk als ook gezamenlijk moeten deze bepalingen als de doodsteek voor een effectieve handhaving van de onderhavige wet worden beschouwd. In de praktijk zal Nederland over het overgrote deel van de misdrijven uit deze wet geen rechtsmacht hebben. De onder a genoemde voorwaarde van aanwezigheid op Nederlands grondgebied betekent dat Nederland slechts rechtsmacht heeft indien de verdachte na begaan van het strafbaar feit naar Nederland komt. 1 Deze voorwaarde komt eveneens voor bij verschillende misdrijven die in artikel 4 Sr zijn opgesomd. Van deze bepaling mag, op zijn zachtst gezegd, worden gesteld dat hiervan niet een grote werklast te verwachten is. Voor zover het NJCM heeft kunnen nagaan is voor de genoemde misdrijven in artikel 4 nog nimmer in Nederland een zaak aanhangig gemaakt. Dit heeft er mee te maken dat de vraag of Nederland rechtsmacht heeft, afhankelijk wordt gesteld van het handelen van de verdachte. De verdachte bepaalt of Nederland bevoegd is hem te vervolgen. Slechts zeer roekeloze of onwetende verdachten zullen zich dan nog naar Nederland wagen. Het komt het NJCM voor dat ten onrechte een voorwaarde die relevant is voor de vraag of vervolging in Nederland opportuun is, hier is geformuleerd als rechtsmachtvoorwaarde. Dit heeft catastrofale gevolgen voor de mogelijkheid rechtsmacht uit te oefenen. Nederland zal bij aankomst van een potentiële verdachte niet in een informatiepositie kunnen zitten die het mogelijk maakt beslissingen rond de vervolging te nemen. Sterker nog, aangezien de aanwezigheid van de verdachte voorwaarde is voor rechtsmacht, zal voor aankomst van de verdachte geen opsporingsactiviteit kunnen plaatsvinden. Zolang de verdachte niet in Nederland is, heeft Nederland geen bevoegdheid over het feit en vereist het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel dat geen opsporingshandelingen plaatsvinden. Nu geen grondslag voor opsporing is gegeven, zullen mogelijkheden ontbreken om beslissingen te nemen die er voor zorgen dat Nederlandse rechtsmacht behouden blijft. Aanhouding en inverzekeringstelling van de verdachte is een absolute noodzaak. Immers, de verdachte heeft het zelf in de hand om weer onder Nederlandse rechtsmacht uit te komen door eenvoudigweg het land weer te verlaten. 2 1 Verdachten die het misdrijf in Nederland begaan zijn reeds op de voet van artikel 2 Sr vervolgbaar. 2 Zie voorts A.H. Klip en A.H.J. Swart, Uitsluiting en strafvervolging van asielzoekers verdacht van internationale misdrijven en het schenden van mensenrechten, in: Ongebogen recht, Opstellen aangeboden aan prof. dr. H. Meijers, SDU Den Haag 1998, p
3 De enige zaak die het NJCM heeft kunnen traceren waarin dit rechtsmachtbeginsel van toepassing was, was de zaak Pinochet uit Het OM, onvoorbereid geconfronteerd met de aanwezigheid van Pinochet in Nederland, had geen enkel inzicht in de vraag waarvan Pinochet zou kunnen worden verdacht, of Nederland daarover rechtsmacht had en of er sprake was van enige bewijspositie. Toen na vertrek van Pinochet uit Nederland een artikel 12 Svprocedure werd ingesteld, kon het Hof Amsterdam met recht zeggen dat, mede gezien de afwezigheid van de verdachte, vervolging niet opportuun was. 3 Dit laatste toont mede dat de vraag van aanwezigheid van de verdachte in de Pinochet-beslissing daar lag waar zij hoorde, namelijk als vraag van opportuniteit. De onder b genoemde voorwaarde vormt een toepassing van het passieve nationaliteitsbeginsel, zoals dit momenteel ook reeds is terug te vinden in de Wet Oorlogsstrafrecht en de Uitvoeringswet Folteringverdrag. Het NJCM is geen strafzaak bekend waarin dit beginsel de grondslag voor een vervolging vormde. Dat is ook niet vreemd als men bedenkt dat de meeste Nederlanders zich nog steeds in Nederland bevinden. Vervolging op grond van dit beginsel zal een rariteit zijn. De onder c genoemde voorwaarde voegt zo goed als niets toe aan dat wat reeds bereikt kan worden met artikel 5 Sr. In dat artikel is reeds bepaald dat de rechtsmacht zich eveneens uitstrekt over een Nederlander die in buitenland een misdrijf begaat. Hetzelfde wordt gedekt door het voorgestelde artikel 1a, lid 1, onder c. Het enige verschil bestaat erin dat de Wet Internationale Misdrijven, anders het Sr, geen voorwaarde van dubbele strafbaarheid stelt. Van dat laatste zou echter bij rechtsmacht op artikel 5 verwacht mogen worden dat dit in de praktijk geen probleem oplevert, omdat de onderhavige delicten over de gehele wereld strafbaar zijn gesteld. Derhalve mag worden verondersteld dat de strafbaarheid buiten Nederland gegeven is. Ten onrechte wordt van artikel 1a gesteld dat het zou gaan om universele rechtsmacht, die zeer ruim is. Voor zover de rechtsmachtbepalingen universeel van karakter zijn, zijn zij sterk geclausuleerd. De twijfel naar de volkenrechtelijke toelaatbaarheid van ongeclausuleerde universele rechtsmacht is niet terecht. Staten hebben in de afgelopen eeuwen op tal van delicten universele rechtsmacht gehad, zoals bij delicten tegen de staatsveiligheid, valsemunterij en piraterij - zoals opgenomen bij ons in art. 4 Sr -, alsmede drugsgerelateerde misdrijven, zonder dat daartegen volkenrechtelijk bezwaar is gemaakt. Voorts laten tal van verdragen het vestigen van universele rechtsmacht voor specifieke delicten toe. Terugwerkende kracht? De overweging de wet niet met terugwerkende kracht in te voeren, in de zin dat zij ook betrekking heeft op feiten begaan voor inwerkingtreding, is niet geheel overtuigend. De Memorie van Toelichting sluit op dit punt wel nauw aan bij het Statuut voor het Internationaal Strafhof, maar daar is dat toch vanuit een andere invalshoek gebeurd. Ook voor de ontwerpers van het Statuut staat vast dat de daarin opgenomen misdrijven reeds strafbaar waren en dat het Statuut op dat punt slechts declaratoir is. Ten aanzien van enkele artikelen Artikel 9 3 Gerechtshof Amsterdam, Beschikking van 4 januari 1995, rekestnummer 578/94. Zie voorts C. Ingelse en H. van der Wilt, De Zaak Pinochet. Over universele jurisdictie en Hollandse benepenheid, NJB 1996, p
4 In lid 3 kan het woord kennelijk worden geschrapt. Het kennelijke ligt reeds besloten in het gebruik van het werkwoord achten. Artikel 11 Gezien de rechtsmachtvoorwaarden zal een veroordeelde, als al tot uitoefening van rechtsmacht kan worden overgegaan, in de regel niet in Nederland over een kiesrecht beschikken, zodat de bepaling overbodig moet worden geacht. Artikel 12 De in dit artikel voorgestelde concentratie is zeer wenselijk. De thematiek van de misdrijven in de wet vereisen specialisatie. Dat kan slechts tot meer kwaliteit bijdragen. Immuniteiten In artikel 12a is de tekst van artikel 8 Sr ingelast. Het artikel is in de zin waarin het gebruikt zou moeten worden overbodig, nu artikel 8 Sr immers reeds bepaalt wat artikel 12a beoogt te regelen. De vraag is echter of volkenrechtelijke immuniteiten nog wel die status hebben die ten tijde van de invoering van het Wetboek van Strafrecht bestond. Het Statuut van het Internationaal Strafhof gaat daarentegen eerder uit van het niet-bestaan van immuniteiten. Gelet op het in dit Statuut besloten complementariteitbeginsel rijst het vermoeden dat zulks dan ook voor de verdragspartijen dient te gelden. De in de Memorie van Toelichting geuite vrees voor schade aan de internationale betrekkingen lijkt wel terecht. Men moet echter wel voor ogen houden dat de delicten waarover het hier gaat, vrijwel per definitie gaan over personen die zich in de hoogste regionen van de staat bevinden. Zij zullen derhalve vrijwel steeds aanspraak maken op immuniteiten. Zouden deze steeds uitoefening van rechtsmacht verhinderen, dan zal van de toch al niet ruim bemeten mogelijkheden tot vervolging weinig overblijven. Het NJCM geeft daarom in overweging een en ander negatief te formuleren: De toepasselijkheid van deze wet kan niet worden beperkt, dan door volkenrechtelijk erkende immuniteiten. Conclusie Van een Nederlandse rechtsmacht die enige kans biedt op vervolging van de zwaarste misdrijven die we kennen is hier geen sprake. Van de invloed van het complementariteitbeginsel is weinig terug te vinden. Als alle staten de rechtsmacht zo vaststellen als Nederland dat nu doet, zal het Internationaal Strafhof de meeste zaken zelf moeten doen. Het is zaak te voorkomen dat waar iedereen bevoegd is, sprake is van een omstandereffect, waarbij allen toekijken en niemand ingrijpt. 4 Als dat zou gebeuren, en het gevaar daarvoor is groot, zouden verdragspartijen het omgekeerde bereiken van wat in het Statuut is beoogd. Wij vertrouwen erop dat onze opmerkingen op uw aandacht mogen rekenen. Hoogachtend, namens het NJCM, 4 Zie A.H. Klip, Strafrechtelijke reactie op ernstige schendingen van mensenrechten in het buitenland, in: C.H. Brants et al, Er is meer, opstellen over mensenrechten in internationaal en nationaal perspectief, Utrecht 1996, p
5 Mw. mr. R.C. Oostland Vice-voorzitter 5
Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1
Aan de minister van Justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 2 december 2009 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Wetsvoorstel verruiming
Nadere informatie32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken
32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris
Nadere informatieNEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatie2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME
2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie
Nadere informatieEnkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001
Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van
Nadere informatieLJN: AA8395, Gerechtshof Amsterdam, R 97/163/12 Sv en R 97/176/12 Sv Print uitspraak
LJN: AA8395, Gerechtshof Amsterdam, R 97/163/12 Sv en R 97/176/12 Sv Print uitspraak Datum uitspraak: 20-11-2000 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Hoger beroep Uitspraak GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Beschikking
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 208 Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING
Uitvoering van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73) MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit wetsvoorstel
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 213 Uitvoering van het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal 1
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011-2012 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven
Nadere informatiede Rechtspraak Raad voor de rechtspraak
De minister van Justitie en Veiligheid Prof. mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 20
Nadere informatieius sanguinis principe geen probleem naturalisatie soms problematisch vb Nottebohm zaak (IG, 1955) [Liechtenstein-Guatemala]
1 Jurisdictie Personele Jurisdictie (19 november 2003) 2 Nationaliteit Nationaal aspect Iedere staat bepaalt vrij 2 principes worden meestal toegepast ius sanguinis ius soli vb België: Wetboek van de Belgische
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 840 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming
Nadere informatieVoorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),
Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben
Nadere informatieOok zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de Minister van Justitie DATUM 2
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen
Nadere informatieOns kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advisering ontwerpbesluit onderzoek in een geautomatiseerd werk
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieCollege van Procureurs-Generaal
Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00
Nadere informatieDe voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 10december2013 Uw kenmerk 427418 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatieDe Minister van Justitie
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 18
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 539 (R 1865) Goedkeuring van het voornemen tot intrekking van voorbehouden bij een aantal verdragen en protocollen inzake de bestrijding van
Nadere informatieGeheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht
Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Verklaring met betrekking tot de geheimhoudingsplicht Ondergetekende, Werkzaam bij gemeente Stichtse Vecht Verklaart hierbij : a. dat hij/zij op de hoogte
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044
Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den
Nadere informatieEerste Kamer der Staten Generaal T.a.v. de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie
Eerste Kamer der Staten Generaal T.a.v. de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie postbus@eerstekamer.nl Leiden, 16 mei 2017 Betreft: wetsvoorstel Computercriminaliteit III Geachte Kamerleden, Op
Nadere informatieAd 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herziening van de regels over de werking van de strafwet buiten Nederland (herziening regels betreffende extraterritoriale rechtsmacht in strafzaken)
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding
Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging
Nadere informatieWijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten
Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 95 Wet van 7 maart 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het
Nadere informatieVoorstel van wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van internationale misdrijven
Voorstel van wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van internationale misdrijven MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen deel 1. Inleiding Nederland heeft als gastland van verschillende
Nadere informatieGehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.
Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieBrief aan de minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag
Advies ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit politiegegevens in verband met de themaverwerking ter bestrijding van omkoping en tot wijziging van het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld
Nadere informatieGehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1
De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag datum 13 november 2012 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 285931
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieNederlandse Vereniging. voor Rechtspraak. Postbus EH Den Haag
2500 EH Den Haag Postbus 20301 Mr, J.RH. Donner De Minister van Justitie voor Rechtspraak Nederlandse Vereniging Postbus 30315, 2500 GH Den Haag EmaiI nvvr@bartnl Webste: www.nr.org Lange Joobout 7 2514
Nadere informatieDe minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag
De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 29 mei 2018 doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl uw kenmerk 2235179 onderwerp Advies
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 28 484 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima
Nadere informatieRapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.
Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatiede bank ambtshalve onderzoek de bank Definitieve Bevindingen
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de bank DATUM 17 maart 2006 CONTACTPERSOON
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven en enige aanverwante wetten (verruiming mogelijkheden
Nadere informatieInleiding. 1 Strafrecht
Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 572 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herziening van de regels over werking van de strafwet buiten Nederland (herziening
Nadere informatieGepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11
Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens
Nadere informatieRetouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem
Gemeente Retouradres Postbus 511, 2003PB Raadsfractie van de SP t.a.v. de heer F. Garretsen Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 17 maart 2015 K. Roos 023-5114607 kroos@haarlem.nl
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is
Nadere informatieRapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377
Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn
Nadere informatieUitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,
Nadere informatieDe Minister van Justitie
= POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 337 Regels met betrekking tot ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (Wet internationale misdrijven) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012 Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN
Nadere informatieNo.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012
... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven
Nadere informatieKlachtenregeling van Smartonderwijs
Klachtenregeling van Smartonderwijs Wanneer kunt u een klacht indienen? U kunt een klacht indienen als u vindt dat Bernadette Sanders, eigenaar Smartonderwijs, niet heeft geleverd wat in het contract is
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.699/1 van 17 januari 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 204 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het
Nadere informatieVERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie 12 april 2010
VERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie De Onafhankelijke adviescommissie praktijktoepassing ; Postbus 30941 2500 GX Den Haag Interne
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieRapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540
Rapport Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer V. te Amsterdam, met een klacht over een gedraging van het
Nadere informatiea) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.
Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal
Nadere informatieUITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?
UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd
Nadere informatieFormeel Strafrecht, De Verdachte. Hoofdstuk 6 SPV pagina 2 t/m 12
Formeel Strafrecht, De Verdachte Hoofdstuk 6 SPV pagina 2 t/m 12 Wat gaan we behandelen? Wat is formeel strafrecht? Doel strafvordering? Artikel 1 Strafvordering Waar vind je strafvordering? De drie fasen
Nadere informatieAdvies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie
PvdA Tweede Kamerfractie T.a.v. dhr. T. Langenhuyzen Postbus 20018 2500 EA Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK
ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-07-2015 Datum publicatie 06-07-2015 Zaaknummer C/16/393610 / HA RK 15-129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatie32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten
TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Nr.
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 13a 26 468 (R 1637) Goedkeuring van de op 26 juli 1995 te Brussel totstandgekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieAdviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46
Nadere informatieAdviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)
Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een
Nadere informatieVOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin,
fr NFJ)EREANDSF VFRENIGIN( VOOR Rf CH f SPRAAK De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 2030! 2500 GH Den Haag Datum 22 september 2010 Kenmerk 83.2000u/JT Uw kenmerk 5658242/ 0/6 Onderwerp
Nadere informatieSamenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever
Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd
Nadere informatieAangenomen en overgenomen amendementen
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Datum 20 december 2011 Betreffende wetsvoorstel: 32045 Wijziging
Nadere informatieDeze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig
Nadere informatieRegeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1
Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het beroep
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 juli 999 (07.09) (OR. en) 0456/99 LIMITE DROIPEN 5 RESULTAAT BESPREKINGEN van : de Groep Materieel Strafrecht d.d. : 9 juli 999 nr. vorig doc. : 9966/99 DROIPEN 4
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging
Nadere informatieSteven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013
Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatie