Studiehandleiding. : Welzijn & Onderwijs. : Medewerker Maatschappelijke Zorg Crebo Dossiercrebo Niveau : 3

Transcriptie

1 Studiehandleiding Branche Opleiding : Welzijn & Onderwijs : Medewerker Maatschappelijke Zorg Crebo Dossiercrebo Niveau : 3 Leerweg : BOL Cohort : Opleidingsduur : 3 jaar

2 Pagina 2 van 48 Inhoudsopgave Voorwoord Introductie 1 Algemene regels voor de student 1.1 Regels voor aanwezigheid en bij ziekte 1.2 Melding verzuim bij verzuimloket 1.3 Ongeoorloofd verzuim 1.4 Voortijdig vertrek van school 1.5 Aanvragen verlof 1.6 Lesuitval 1.7 Ongeoorloofd gedrag, schorsing en verwijdering 1.8 Beëindigen van de opleiding 2 Het beroep 2.1 Introductie van het beroep 2.2 Werkzaamheden / vereiste competenties 2.3 Arbeids- en beroepsperspectief resp. doorgroeimogelijkheden 3 De opleiding 3.1 Profiel van de branche 3.2 Algemene gegevens over de opleiding 3.3. Opleidingsvariant: BOL 3.4 Inhoud van de opleiding 3.5 Persoonlijk studieadvies na oriëntatiefase 3.6 Jaarindeling 3.7 Bindend (negatief) studieadvies 3.8 Overgangsregeling 3.9 Vrijstellingen 3.10 Klachtenregeling 3.11 Vereisten Nederlands en engels Nederlands Engels 3.12 Vereisten Rekenen 3.13 Vereisten Loopbaan en Burgerschap 3.14 Beroepspraktijkvorming (BPV) Voorbereiding op de BPV Beoordeling van de BPV Vinden van een erkende BPV-plaats 3.15 Lessentabel en studiebelastingsuren Studiebelastingsuren Lessentabel 3.16 Kosten van de opleiding Studiefinanciering en tegemoetkoming schoolkosten Lesgeld Overige aan de opleidingen verbonden kosten Kosten extra faciliteiten Tegemoetkoming studiekosten Aanvragen studiefinanciering

3 Pagina 3 van 48 4 De begeleiding op school en in de BPV 4.1 Studieloopbaanbegeleiding/studievoortgang Digitaal studentendossier (DSDO) Informatie via Portaal 4.2 Extra hulp en zorg 4.3 Begeleiding tijdens de BPV 4.4 Vertrouwenspersoon 5 Informatie over de examinering 5.1 Beschrijving van de examinering 5.2 De beroepsgerichte examens 5.3 Examens Nederlands 5.4 Examen Rekenen 5.5 Herkansingen Nederlands en rekenen 5.6 Examen Engels 5.7 Examenplan MMZ Diplomering Procedure bezwaar en beroep Examenreglement Bijlagen : 1 Begrippenlijst 2 Overzicht kerntaken, werkprocessen en competenties 3 Verplichte opleidingskosten 4 Topmodel MMZ 3 5 Vakantieregeling

4 Pagina 4 van 48

5 Pagina 5 van 48 Introductie Wat vind je in deze studiehandleiding? In deze studiehandleiding staat alle belangrijke informatie die je nodigt hebt voor je studie. Je vindt hier onder andere informatie over: het beroep waarvoor je wordt opgeleid; hoe de opleiding in elkaar steekt; het lesprogramma (welke vakken krijg je); de beroepspraktijkvorming die je gaat lopen; de begeleiding tijdens de opleiding; bij wie je moet zijn voor informatie; de examens die je moet maken voordat je het diploma behaalt; bij wie je moet zijn als je een klacht hebt; de regels die gelden. In de lessen van studieloopbaanbegeleiding heb je een folder gekregen waarin in het kort de onderwerpen uit de studiehandleiding beschreven staan. Deze onderwerpen zijn door de studieloopbaanbegeleider toegelicht. De studiehandleiding is een naslagwerk bij je studie. De informatie uit de studiehandleiding geldt voor de gehele opleidingsduur. Op de meeste vragen die je hebt kun je hierin een antwoord vinden. Staat dit antwoord er niet in, dan kun je hier in de studiehandleiding vinden bij wie je moet zijn om dat antwoord te krijgen. Het gebruik van de studiehandleiding. De studiehandleiding is te gebruiken als naslagwerk en is bedoeld voor de gehele opleiding. In deze handleiding staan belangrijke afspraken die een student met het Albeda College maakt zodra de student is ingeschreven en de onderwijsovereenkomst heeft getekend. De studiehandleiding beschrijft die onderwerpen die van belang zijn om het opleidingstraject te kunnen volgen. Het is belangrijk dat de student deze studiehandleiding goed bestudeert. Overal waar in de studiehandleiding zij of haar staat, kan ook hij of zijn gelezen worden Veranderingen op deze studiehandleiding worden door de SLB-er en via het internet bekend gemaakt middels een addendum (betekent bijlage). Op de website van het Albeda College staan zowel de schoolgids (voorheen studentbulletin) en het studentenstatuut. In de schoolgids staan de algemene regels en informatie over het Albeda College en in het studentenstatuut staan de regels met betrekking tot de rechten en plichten.

6 Pagina 6 van 48 1 Algemene regels voor de student 1.1 Regels voor aanwezigheid en bij ziekte op school en de BPV Bij ziekte meld je dit op de dag zelf telefonisch tussen 8.00 en uur bij de studentenadministratie op je opleidingslocatie. Opleidingslocaties en telefoonnummers van de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 van de branche Welzijn en Onderwijs: Buys Ballotlaan, Vlaardingen Kon. Julianaweg Middelharnis Pr. Alexanderlaan Rotterdam Rosestraat Rotterdam Slingeplein Rotterdam Thorbeckelaan Spijkenisse Wanneer je op dat moment ook BPV hebt, meld je je daarnaast ook ziek bij de praktijkbegeleider op de BPV (leerbedrijf). 1.2 Melding verzuim bij verzuimloket Het is verplicht om leerplichtige studenten én 18 tot 23 jarigen zonder startkwalificatie na ongeoorloofde afwezigheid van 16 les- of praktijkuren (wel of niet aaneengesloten) in een periode van vier opeenvolgende lesweken binnen vijf werkdagen te melden bij het digitaal verzuimloket van DUO. Door de opleiding wordt telefonisch contact gelegd om de reden van het verzuim te achterhalen. Verder wordt er een gesprek met de student gevoerd. Ouders/wettelijke vertegenwoordigers worden op de hoogte gesteld van aanhoudend verzuim of een melding bij het verzuimloket. De leerplichtambtenaar nodigt student en ouders/vertegenwoordigers uit voor een gesprek en kan zonodig een boete/sanctie opleggen. Voor alle studenten geldt dat verzuim gevolgen heeft voor de voortgang van de opleiding. 1.3 Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de onderwijsleider of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De onderwijsleider is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Van alle studenten wordt de aanwezigheid geregistreerd volgens het lesrooster. De lessen van het lesrooster of het vervangende lesrooster moeten worden gevolgd. Alle regelgeving rond ongeoorloofd verzuim is te vinden in het studentenstatuut. 1.4 Voortijdig vertrek van school Als je eerder weggaat dan er lessen etc. op het rooster staan, dien je je af te melden bij de administratie van de opleiding.

7 Pagina 7 van Aanvragen verlof bij bijzondere omstandigheden Bij bijv. een huwelijk of begrafenis dien je tenminste twee dagen van tevoren schriftelijk een verzoek in te dienen bij de onderwijsleider. Je voegt bij het verzoek de uitnodiging c.q. rouwkaart. De onderwijsleider zal je ook vragen om hem mee te nemen. De onderwijsleider van de opleiding beslist, eventueel in overleg met de leerplichtambtenaar (bij minderjarigen), over verlofaanvragen tot maximaal 10 schooldagen. Bij verlofaanvragen voor minderjarigen voor meer dan 10 dagen beslist altijd de leerplichtambtenaar. De student dient 8 weken van te voren een verlofaanvraag in bij de onderwijsleider van de opleiding. Verlof wordt in principe niet verleend maar is alleen in zeer uitzonderlijke gevallen toegestaan. 1.6 Lesuitval Als docenten ziek/afwezig zijn worden de lessen in principe gewoon aangeboden volgens een vervangingsrooster. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt gestreefd naar een aansluitend rooster voor de student voor die dag. De studenten worden hiervan tijdig in kennis gesteld. 1.7 Ongeoorloofd gedrag, schorsing en verwijdering Helaas is het soms nodig om op te treden bij ongeoorloofd gedrag en/of teveel verzuim. Dan zet de SLB-er de verzuim- of gedragsprotocollen in. Heb je jezelf ernstig misdragen, dan gelden de regels voor schorsing en verwijdering van het studentenstatuut. Meer informatie over het protocol bindend studieadvies en regels die gelden bij verzuim en ongewenst gedrag is te vinden in het studentenstatuut en in het protocol bindend studieadvies. 1.8 Beëindigen van de opleiding Het beëindigen van de opleiding kan op twee manieren: 1) bij het behalen van je diploma. Dan hoef je alleen de OV-studentenkaart stop te zetten. 2) voordat je je diploma hebt behaald. Het Albeda College geeft dit door aan DUO. Zelf moet je binnen vijf werkdagen de volgende zaken regelen: Stopzetten OV-studentenkaart; bij onheus gebruik zal DUO een rekening sturen. Wijzigingsformulier DUO opsturen (verkrijgbaar op steunpunt DUO,

8 Pagina 8 van 48 2 Het beroep In dit deel staat informatie over het beroep en de kansen en mogelijkheden na de opleiding (algemeen). 2.1 Introductie van het beroep Medewerker Maatschappelijke Zorg in het kort Je kunt werken bij instellingen die begeleiding en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen of dagbesteding. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, een dak- en thuislozen tehuis, een psychiatrisch centrum, een zorgboerderij, een verzorgings- of verpleeghuis. Daarnaast kun je werken bij instellingen zoals bijvoorbeeld een sociale werkvoorziening, een reïntegratiebedrijf, een asielzoekerscentrum of een justitiële inrichting. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving. Typering van het beroep De maatschappelijke zorg maakt deel uit van de sector Sociaal Agogisch Werk en de sector Verpleging en Verzorging. Typerend voor de maatschappelijke zorg is het methodisch en doelgericht begeleiden van een cliënt of groep cliënten en eventueel het cliëntsysteem met als doel het welzijn van de cliënt en/of het sociaal systeem te bevorderen en een bestaande (problematische) situatie te verbeteren. Het Sociaal Agogisch Werk richt zich met name op: - het functioneren van de cliënt in de eigen woon- en leefomgeving - het volwaardig functioneren van de cliënt in de directe sociale omgeving - het volwaardig functioneren van de cliënt als lid van de samenleving. De Verzorging en Verpleging richt zich in eerste instantie op zorgvragen die betrekking hebben op: - Vitale levensfuncties; levensprocessen in stand houden en gezond blijven; - Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL); - Het ondersteunen en begeleiden van cliënten op het gebied van dagelijkse levensbehoeften. De maatschappelijke zorg omvat de branches: gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, ziekenhuizen, welzijnsinstellingen, sociale werkvoorzieningen, reïntegratiebedrijven, justitiële inrichtingen of asielzoekerscentra. Context Beroepskrachten maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd in onder andere de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg en maatschappelijke opvang. Daarnaast zijn zij werkzaam in welzijnsinstellingen, sociale werkvoorzieningen, reïntegratiebedrijven, justitiële inrichtingen, asielzoekerscentra, verpleeghuizen en ziekenhuizen. Verder zijn zij onder andere ook inzetbaar in overige verzorgend-agogische functies binnen het sociaal agogisch werk of de verpleging en verzorging. Daarbij komen verschillende typen dienstverlening voor, zoals bijvoorbeeld 24-uurszorg (intramuraal), semi-murale zorg en ambulante zorg.

9 Pagina 9 van 48 Wat zijn kerntaken? De belangrijkste taken van een beroep, waarmee het ene beroep zich onderscheidt van het andere. Alle werkzaamheden van de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg worden in drie kerntaken samengevat: Kerntaak 1: Het opstellen van een plan van aanpak. Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende en activerende begeleiding en zorg. Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie-en professie gebonden taken. Wat zijn werkprocessen? Een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Elke kerntaak is onder te verdelen in een aantal taken. Bij elke taak hoort een werkproces. Voorbeeld: Bij kerntaak 3, uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken, horen de werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 3.2 Stemt de werkzaamheden af. 3.3 Evalueert de werkzaamheden. Een voorbeeld van een werkproces bij deze kerntaak is het evalueren van een uitgevoerde activiteit. Zo zijn er voor elke kerntaak werkprocessen beschreven. Wat zijn competenties? Die samenhang van kennis, vaardigheden, attitude en persoonlijke ontwikkeling die de student nodig heeft om in voorkomende beroepssituaties professioneel te kunnen handelen. In bijlage 1 staat een overzicht van alle (kern)taken, werkprocessen en competenties. Zo kun je precies zien wat je gaat leren en wat je moet kunnen aan het einde van de opleiding. 2.2 Werkzaamheden / vereiste competenties Je kunt komen te werken bij instellingen die begeleiding en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen of dagbesteding. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, een dak- en thuislozen tehuis, een psychiatrisch centrum, een zorgboerderij, een verzorgings- of verpleeghuis. Daarnaast kan je komen te werken bij instellingen zoals bijvoorbeeld een sociale werkvoorziening, een reïntegratiebedrijf, een asielzoekerscentrum, een justitiële inrichting. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving.

10 Pagina 10 van 48 Je krijgt te maken met bijvoorbeeld: mensen van alle leeftijden met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of zintuigelijke beperking volwassenen en ouderen met een psychiatrische aandoening volwassenen en ouderen met een verslavingsprobleem volwassenen en ouderen met een psychosociaal of gedragsprobleem ouderen met ouderdomsklachten volwassenen en ouderen die dak- of thuisloos zijn vrouwen (en hun eventuele kinderen) en mannen die te maken hebben gehad met huislijk geweld aanstaande tienermoeders volwassenen en ouderen die in justitiële inrichtingen verblijven volwassenen en ouderen die asiel zoeken in Nederland volwassenen en ouderen met een combinatie van problemen Jouw werk op niveau 3 in de maatschappelijke zorg Een medewerker maatschappelijke zorg werkt als begeleider of groepsleider (in een activiteitencentrum of op een woongroep), maar ook als sociaal pedagogisch beroepskracht, supportmedewerker, ondersteuner, groepsbegeleider. Je begeleidt cliënten van alle leeftijden met een of meerdere beperkingen en volwassen of oudere cliënten met een of meer problemen, vaak als gevolg van een psychiatrische of psychogeriatrische aandoening. Je levert informatie voor het plan van aanpak. Zo'n plan kan ook wel een handelingsplan, interdisciplinair behandelplan, begeleidingsplan, trajectplan en ondersteuningsplan genoemd worden. Hierin staat beschreven welke ondersteuning je een cliënt moet geven. Je ondersteunt individuele cliënten of een groep cliënten zo goed mogelijk op gebied van persoonlijke verzorging, wonen, scholing, sport, werk en vrije tijd. Wat voor ondersteuning een cliënt nodig heeft en welke wensen hij* heeft, is niet altijd duidelijk. Soms moet je achterhalen wat de wensen van de cliënt zijn. Je past de ondersteuning aan bij vragen, behoeften, voorkeuren, mogelijkheden, achtergrond en cultuur van de cliënt. Je houdt daarbij de begeleidingsdoelen en afspraken, die beschreven staan in het plan van aanpak, als richtlijn. Je stimuleert de cognitieve, motorische, sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van cliënten bij activiteiten. Bijvoorbeeld bij muziek maken, knutselen, boodschappen doen, koken, huiswerk maken, sporten. Daarbij schat je voortdurend in met welk handelen je het beste resultaat kunt verkrijgen: motiveren, enthousiasmeren, coachen, ondersteunen, activeren (overhalen tot activiteiten), sturen of zorg overnemen. Zonodig pas je de begeleiding aan, als er veranderingen bij de cliënt of in de situatie optreden. Je levert ook een bijdrage aan de opvoeding van jonge cliënten. Je voert activiteiten met een groep cliënten uit en zorgt dat ze gemotiveerd de activiteit uitvoeren. Je zorgt voor een goede sfeer en houdt de voortgang de cliënten tijdens de activiteit in de gaten. Zonodig pas je de activiteit aan. Als je veranderingen opmerkt in het gedrag en de gezondheid van de cliënt of in de situatie, dan kan je de ondersteuning aanpassen en zonodig op tijd ingrijpen. Indien nodig geef je veranderingen door aan je leidinggevende en aan je team. Verder ben je op de hoogte van ziektebeelden, handicaps en problemen, die bij de cliënten voorkomen. Je weet welke gevolgen deze ziektebeelden, de handicaps en problemen voor de cliënt kunnen hebben.

11 Pagina 11 van Arbeids- en beroepsperspectief / doorgroeimogelijkheden Je kunt na je opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg een leuke baan zoeken, maar nog even doorleren kan ook. Je kunt doorstromen naar een niveau 4 opleiding, zoals de opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg of Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. Of je kunt kiezen voor andere MBO-opleidingen op niveau 4, zoals Pedagogisch werker, Sociaal cultureel werker, Onderwijsassistent, Sociaal-maatschappelijk dienstverlener of MBO-Verpleegkundige.

12 Pagina 12 van De opleiding 3.1 Profiel van de branche Welzijn & Onderwijs De opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 maakt deel uit van de welzijnsopleidingen van het Albeda College. Schematisch overzicht van de welzijnsopleidingen Crebo Dossier Opleidingen Niveau Helpende Zorg & Welzijn Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 4 kinderopvang Medewerker Maatschappelijke Zorg Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Onderwijsassistent Sociaal-cultureel werker 4 Hieronder staan de algemene gegevens over de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau Algemene gegevens over de opleiding Naam ROC Albeda College Brinnummer 00GT Naam opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg Naam kwalificatiedossier Maatschappelijke Zorg Uitstroom Medewerker Maatschappelijke Zorg Diploma naam Medewerker Maatschappelijke Zorg Crebonummer/dossiercode 92650/22195 Kwalificatieniveau 3 Leerweg BOL Opleidingslocaties Rotterdam (3 locaties), Middelharnis, Spijkenisse, Vlaardingen Wet Studiefinanciering van toepassing Ja Cohort September 2013 juli 2016 Looptijd 3 jaar Studiebelastingsuren totaal 4800 Studiebelastingsuren BPV 2312 Datum vaststelling bevoegd gezag 15 juli 2013 Datum bekendmaking 15 augustus 2013

13 Pagina 13 van Opleidingsvariant BOL of BBL De opleiding kent twee leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepbegeleidende leerweg (BBL) De leerwegen leiden op voor hetzelfde diploma: Medewerker Maatschappelijke Zorg. De beroepsopleidende leerweg (BOL) kent een praktijkgedeelte tussen de 20 en 60% van de studieduur. De beroepsbegeleidende leerweg (BBL) kent een praktijkdeel van 60%. De student is werkzaam in een erkend leerbedrijf. De BBL-student gaat over het algemeen minimaal één dag per week naar school 3.4 De inhoud van de opleiding De opleiding waar je voor gekozen hebt, is een competentiegerichte opleiding. Dat betekent dat je tijdens de opleiding de noodzakelijke competenties ontwikkelt om het beroep waar je voor gekozen hebt in de praktijk uit te kunnen oefenen. Aan het einde van de opleiding beschik je dan ook over de juiste kennis en vaardigheden en ook over de juiste houding om als aankomend beroepsbeoefenaar aan de slag te gaan. De opleiding kent een opbouw volgens het werkprocesgestuurd leren. Dat betekent dat je zelfstandig werkprocessen leert uit te voeren in een specifieke situatie. In elke onderwijsperiode staan één of meer werkprocessen centraal die je, als je de leerstof en praktijk ervan hebt doorlopen, afgesloten wordt met één of meer examens (zie schema in hoofdstuk 5). In een volgende onderwijsperiode ga je aan de slag met weer andere werkprocessen, die je ook weer afrondt met een of meer examens, voor je aan de volgende werkprocessen gaat werken. Deze manier van werken houdt in dat je zowel in het tweede als derde leerjaar al examens aflegt. De indeling van de opleiding Elke opleiding binnen de branche Welzijn en Onderwijs wordt per jaar verdeeld in onderwijsperiodes van ongeveer 10 weken. Elk onderwijstraject is opgebouwd uit een school- en praktijkperiode (zie schema bij jaarindeling bij 3.6 en voor de lessentabel bij ). 3.5 Persoonlijk studieadvies na de oriëntatiefase Na de eerste 10 weken, de oriëntatiefase genoemd, wordt de student aan de hand van de inhoud van een portfolio beoordeeld en krijgt hij/zij haar eerste studieadvies. Op grond van dit studieadvies wordt bekeken welk onderwijstraject bij de capaciteiten en mogelijkheden van de student past.

14 Pagina 14 van Jaarindeling Aan het begin van ieder schooljaar ontvangt de student van de opleiding een jaarindeling. Ieder schooljaar omvat circa 40 lesweken. Het schooljaar is ingedeeld in vier periodes van ongeveer 10 weken. De schoolvakanties worden vermeld op de website van het Albeda College ( Periode School Beroepspraktijk Fase van de opleiding (BPV) 1 5 dagen per week - Oriëntatiefase 2 5 dagen per week - Ontwikkelfase 3 3 dagen per week 2 dagen per week Ontwikkelfase 4 3 dagen per week 2 dagen per week Ontwikkelfase 5 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase 6 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en start examinering 7 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en examinering 8 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en examinering 9 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en examinering 10 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en examinering 11 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en examinering 12 2 dagen per week 3 dagen per week Ontwikkelfase en examinering Aan het begin van een nieuw schooljaar krijg je van je SLB-er het rooster. Het rooster kan veranderen tijdens een studiejaar. Roosters en roosterwijzigingen kun je ook terugvinden op het Portaal. 3.7 Bindend (negatief) studieadvies Bij de opleiding wordt gewerkt met een bindend studieadvies. Als bijv. de studieresultaten onvoldoende zijn, kan daaruit een bindend negatief studieadvies volgen. Wanneer nog meer sprake is van een bindend negatief studieadvies, is te vinden in het studentenstatuut. De SLB-er bespreekt na het meedelen van het studieadvies de vervolgstappen met de student. 3.8 Overgangsregeling Het team bepaalt voor aanvang van de opleiding aan welke eisen de student moet voldoen om over te gaan naar een volgend leerjaar. De SLB-er informeert de student hierover. 3.9 Vrijstellingen Als een student verwacht in aanmerking te komen voor vrijstellingen, omdat bepaalde onderdelen van de opleiding al op een andere school of opleiding zijn afgerond, kan vrijstelling aangevraagd worden bij de subexamencommissie van de opleiding. De SLB-er kan hierover meer informatie geven Klachtenregeling De klachtenregeling staat beschreven in het studentenstatuut. Dit studentenstatuut is te vinden op (www. Albeda.nl/deelnemer/studentenstatuut).

15 Pagina 15 van Vereisten Nederlands en Engels In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is voor het hele onderwijs (van basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om de onderdelen Nederlandse taal en rekenen Nederlands Voor het onderdeel Nederlandse taal zijn er in totaal vier F-niveaus beschreven in de volgende domeinen: Mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken voeren en luisteren) Lezen Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging Voor Medewerker Maatschappelijke Zorg (mbo niveau 3) is als eindniveau 2F vastgesteld voor alle domeinen. Vrijstelling van het volgen van de lessen wordt niet verleend Engels Voor het onderdeel Engels zijn er in totaal vijf deelvaardigheden beschreven hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd: Lezen Luisteren Gesprekken voeren Spreken Schrijven Er moet altijd examen worden gedaan in alle vijf de vaardigheden. Voor mbo-3 is als eindniveau A2 vastgesteld voor de deelvaardigheden Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven en eindniveau B1 voor de deelvaardigheden Luisteren en Lezen. Vrijstelling van het volgen van lessen wordt niet verleend Vereisten Rekenen Voor het onderdeel rekenen zijn er in totaal vier F-niveaus beschreven in de volgende domeinen: getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Voor Medewerker Maatschappelijke Zorg (mbo niveau 3) is als eindniveau 2F vastgesteld voor alle domeinen. Vrijstelling van het volgen van de lessen wordt niet verleend.

16 Pagina 16 van Vereisten Loopbaan en Burgerschap Een MBO-student is niet alleen een aankomend beroepsbeoefenaar, maar is ook onderdeel van en functioneert in de samenleving. Voor elke MBO opleiding geldt dat Loopbaan en Burgerschap (LB) een verplicht onderdeel is van het opleidingstraject, dat uit twee delen bestaat: 1) loopbaan en 2) burgerschap. De korte beschrijving van deze onderdelen staan in het schema hieronder. Het ontwikkelingsgebied LB kent geen examen, maar wel een inspanningsverplichting. Om in aanmerking te kunnen komen voor het diploma moet aan de volgende door de school gestelde eisen worden voldaan: 1) voor het deel Loopbaan levert de student drie bewijzen in voor het portfolio. 2) per dimensie, er zijn er in totaal vier, wordt één theorietoets afgenomen en daarnaast moeten per dimensie twee opdrachten uitgevoerd worden (kennis en inzicht). LB Korte beschrijving van de onderwerpen 1. Loopbaan Centraal staat de reflectie op de eigen capaciteiten en motivatie voor de loopbaan. 2. Burgerschap Bestaat uit vier dimensies: 1. Politiek-juridisch Kenmerken en functioneren van een parlementaire democratie, de rechtstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van de belangengroeperingen en de maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving en de rol en de invloed van de (massa) media. 2. Economisch Heeft betrekking op twee deelgebieden: 1) de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt. 2) de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. 3. Sociaal-maatschappelijk Heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school en om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. 4. Vitaal burgerschap Heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen ( voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen.

17 Pagina 17 van De beroepspraktijkvorming In een beroepsopleiding is leren in de praktijk een vereiste. Bij elke opleiding in de branche Welzijn en Onderwijs wordt veel waarde gehecht aan het leren in de praktijk van het beroep waarvoor wordt opgeleid. Het leren in de praktijk start al in het eerste leerjaar. Praktijkervaring opdoen betekent leren in de echte beroepsomgeving en oefenen met het echte werk waarvoor is gekozen Voorbereiding op de BPV Voorafgaande aan de BPV-periode ontvangt de student een BPV-gids. Deze gids bevat informatie over de oefenopdrachten en de beoordeling in de BPV. Tijdens de SLB-lessen word de BPV-gids besproken en word de student ondersteund bij het vinden van een praktijkadres. Voorafgaand aan het leren in de beroepspraktijk is het noodzakelijk dat er een BPVovereenkomst (BeroepsPraktijkVormings overeenkomst) wordt getekend door de verantwoordelijke van de opleiding, de vertegenwoordiger van het praktijkadres en de student (een student van 18 jaar en ouder tekent deze overeenkomst zelf, een student jonger dan 18 jaar, tekent samen met zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouders of vervangende opvoeders). Met het tekenen van deze overeenkomst zijn alle partijen, dus ook de student, gehouden aan de afspraken die op de achterzijde van de overeenkomst staan. Als alle partijen de BPV-overeenkomst hebben ondertekend ontvangt een ieder één examplaar voor de eigen administratie. Meerdere praktijkplaatsen willen dat de student een actuele VOG inlevert. Een VOG is een Verklaring Omtrent Gedrag. Deze verklaring kan de student aanvragen bij het gemeentehuis van de woonplaats. Hier zijn kosten aan verbonden. De student is verplicht om, als er om een VOG wordt gevraagd, daaraan te voldoen. Wanneer de student geen VOG kan overleggen, is de student niet welkom op het praktijkadres Beoordeling van de BPV Tijdens de BPV-periode bezoekt de SLB-er de BPV-plaats en vindt er een evaluatiegesprek plaats. De bezoeken worden gepland in overleg met de werkbegeleider/praktijkopleider. Aan de hand van de inhoud van het evaluatiegesprek wordt vastgesteld of je op schema ligt met het maken van de oefenopdrachten voor de werkprocessen waaraan in de BPV-periode is gewerkt. Wanneer je onvoldoende voortgang toont, dan kan het gevolg zijn dat je een negatief studieadvies krijgt studievertraging oploopt de voortgang van je opleiding in gevaar komt je niet meer welkom bent op de BPV-plek Het vinden van een erkende BPV plaats Calibris is het kenniscentrum van de sector Welzijn, Zorg en Onderwijs. Het kenniscentrum geeft erkenningen af aan een instelling/ organisatie die voldoet aan de wettelijke eisen voor een erkende BPV-plaats. Deze erkenning is noodzakelijk om examen te kunnen doen op de BPV-plaats. Dit houdt in dat de BPV plaats dan aan criteria voldoet die duidelijk maken dat studenten er kunnen leren en begeleid zullen worden. Op de site van Calibris zijn erkende BPV plaatsen/leerbedrijven te vinden.

18 Pagina 18 van 48 De BPV-coördinatoren zorgen voor het plaatsen van de student in de BPV. De student kan ook zelf zoeken naar een BPV plaats. Dit zal door de opleiding gestimuleerd worden. De BPV-coördinator zal controleren of de BPV plaats erkend is door Calibris Overige onderwerpen die de BPV betreffen Internationale BPV Het is voor studenten mogelijk om de BPV in het buitenland te vervullen, zowel in Europa als daarbuiten. In een aantal gevallen, m.n. binnen Europa, zijn daarvoor beurzen beschikbaar. De BPV-coördinator van de opleiding kan hierover meer informatie geven. Aansprakelijkheid Voor alle studenten heeft het Albeda College een collectieve ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Die geldt naast de BPV overigens ook op school. Ziekmelding tijdens de BPV Voor ziekmelding tijdens de BPV gelden dezelfde regels als voor afwezigheid op school. De student meldt zich vooraf zowel op het praktijkadres als op school ziek. Onder- en afbreken van de BPV Als er problemen of conflicten zijn die de BPV betreffen, bespreekt de student ze met de SLB-er. Indien nodig wordt er een gesprek met de praktijkopleider gepland. Het kan ook zijn dat de SLB-er of praktijkopleider aangeven dat er onderling contact nodig is. Als problemen dusdanig groot zijn dat de student niet verder kan op het BPV-adres dan kan het BPV-contract ontbonden worden met gezamenlijke instemming van de betrokken partijen Lessentabel en studiebelastingsuren Studiebelasting In onderstaand schema staan de studiebelastingsuren voor het eerste t/m derde leerjaar (vermeld in klokuren). De studiebelastingsuren zijn de contacturen op school, BPV en onbegeleide uren samen en dienen 1600 klokuren per heel leerjaar te bevatten. Onderwerp 1 e jaar 2 e jaar 3 e jaar Contacturen school Contacturen BPV Zelfstandig werken SBU-totaal Bij een afwijjkend aantal lesuren per periode (bijv. in een startweek of een afsluitingsweek van een periode) wordt je op de hoogte gesteld door de onderwijsleider.

19 Pagina 19 van Lessentabel Hieronder staan de reguliere lessentabellen bij 45 minuten roosters. Beroepsgerichte vakken zijn bijv. Sociale Vaardigheden, Zorg & Welzijn, Methodiek, Agogisch Werk. MWB staat voor Methodische Werk Begeleiding. Tijdens deze bijeenkomsten worden de ervaringen die je in de praktijk opdoet besproken. Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 1 Beroepsgericht 17 9 weken SLB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 LB 1 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 2 Beroepsgericht 17 9 weken SLB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 LB 1 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 3 Beroepsgericht weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 LB 1 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 4 Beroepsgericht weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 LB 1 Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 25,1 n.v.t. Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 25,1 n.v.t. Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 18,1 192 Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 18,1 176

20 Pagina 20 van 48 Vervolg lessentabel Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 5 Beroepsgericht 9 9 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 6 Beroepsgericht 9 9 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 7 Beroepsgericht 9 12 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 1 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 8 Beroepsgericht 7 11 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 1 Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 16,1 216 Aantal lesuren p/w Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 16,1 216 Aantal klokuren BPV 15,1 288 Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 15,1 264

21 Pagina 21 van 48 Vervolg lessentabel Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 9 Beroepsgericht 8 10 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 10 Beroepsgericht 6 10 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 2 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 11 Beroepsgericht 7 10 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 2 Engels 1 Rekenen 1 Periode Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. 12 Beroepsgericht 1 10 weken SLB/MWB 2 SLB individueel 0,1 Nederlands 1 Engels 1 Rekenen 1 Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 15,1 240 Aantal lesuren p/w Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 13,1 240 Aantal klokuren BPV 13,1 240 Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 6,1 240

22 Pagina 22 van Kosten van de opleiding De verplichte opleidingskosten en de studentbijdrage (extra leermiddelen) staan in bijlage 2. Op deze lijst staan de verplichte opleidingskosten vermeld. Bij de start van de opleiding dienen deze kosten voldaan te zijn Studiefinanciering en tegemoetkoming schoolkosten Vanaf 18 jaar ben je verplicht om jaarlijks voor de start van het schooljaar je lesgeld te betalen. Ben je minderjarig dan is/zijn je ouder(s)/verzorger(s) verplicht te betalen. In het onderstaande overzicht wordt kort beschreven om welke kosten het gaat Lesgeld voor de BOL-opleiding Medewerker Maatschappelijke zorg niveau 3 De opleidingen die gegeven worden in de beroepsopleidende leerweg vallen onder de Wet Studiefinanciering. Hiervoor kun je studiefinanciering krijgen (kijk op Iedere deelnemer BOL krijgt een basisbeurs. Het inkomen van de ouders bepaalt of de student een aanvullende beurs kan krijgen. Het jaarlijkse lesgeld voor deze opleidingen (als je op 1 augustus 18 jaar of ouder bent) bedraagt 1090,- voor schooljaar Dit lesgeld wordt jaarlijks bijgesteld. De betaling gaat via een acceptgirokaart die door de DUO-IB Groep (dus niet door het Albeda College) aan de student wordt toegestuurd. Er zijn twee manieren om het lesgeld te betalen: in één keer het volledige bedrag (je betaalt dan eind september) of in zes termijnen via een automatische incasso met DidiD op Mijn DUO (5 x 181,66 en 1 x 181,70). Stroom je later in het schooljaar in, dan hoef je niet het hele bedrag te betalen Overige aan de opleiding verbonden kosten Aan de opleiding zijn naast het lesgeld nog andere kosten verbonden, onder andere voor excursies, studie- en BPVgidsen, readers, boeken, praktijkmateriaal en kopieën. Deze activiteiten en materialen zijn noodzakelijk voor de opleiding en moeten door de student worden betaald. Per opleiding kunnen deze kosten verschillen. De kosten voor de opleiding zijn op te vragen bij de onderwijsleider van de opleiding Kosten voor extra faciliteiten of activiteiten Als sprake is van een bijdrage voor extra faciliteiten en activiteiten waarvoor het Albeda College geen vergoeding van de overheid krijgt of die niet verplicht zijn, word je daarover geïnformeerd door de onderwijsleider. Voorbeelden zijn maaltijden, buitenlandse reizen, gebruik van speciale onderwijsfaciliteiten. Als je deze kosten niet betaalt, kun je niet mee doen aan deze activiteiten. Er wordt je dan een alternatief aangeboden Tegemoetkoming in de studiekosten Kun je je studie of de extra kosten niet betalen, dan is er de mogelijkheid om via de gemeente of het Rijk een bijdrage te krijgen. Informatie hierover kun je krijgen bij het gemeentelijk informatienummer T (gratis). Verder is er de regeling via Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SoZaWe): belastingaftrek of kinderbijslag. Voor Rotterdammers is er ook nog het Gemeentelijk Studiefonds. Heb je hier vragen over dan kun je ook contact opnemen met het Trajectbureau T

23 Pagina 23 van Aanvragen studiefinanciering Je kunt studiefinanciering aanvragen via het programma Aanvragen Studiefinanciering Beroepsonderwijs op Maar het kan ook met het formulier Aanvraag Studiefinanciering Beroepsonderwijs. Meer informatie staat in de folder Studiefinanciering Beroepsonderwijs. Het formulier en de folder zijn te bestellen via de DUO infolijn T of via

24 Pagina 24 van 48 4 De begeleiding op school en in de praktijk (BPV) 4.1 Studievoortgang en studieloopbaanbegeleiding Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB-er). De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij de beroepsontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en sociaal maatschappelijke ontwikkeling. De studieloopbaanbegeleiding kent een individueel deel en een deel dat per groep plaatsvindt (zie lessentabel in hoofdstuk 3). De student maakt bij aanvang van de opleiding bij SLB een POP en PAP (persoonlijk ontwikkelingsplan en persoonlijk activiteitenplan), wat gedurende het onderwijstraject telkens besproken wordt en waar nodig bijgesteld. Begeleiding van de student bij de studievoortgang vindt plaats aan de hand van voortgangsrapportages, aanwezigheidsregistratie en de ontwikkeling van de beroepshouding. Er vinden regelmatig evaluatie-, reflectie- en voortgangsgesprekken plaats tussen de student en de SLB-er. Dit resulteert per periode van circa 10 weken in een studievoortgangsadvies Digitaal Studentendossier Bij de opleiding wordt gewerkt met het Digitaal Studentendossier (DSDO). Dat is een studentvolgsysteem waarmee we je prestaties kunnen volgen, je kunnen begeleiden, monitoren en informeren zo lang je bij ons op school zit Portaal: jouw digitale informatiebron Bij het Albeda College vinden wij het belangrijk om je goed te informeren. Daarom krijg je een eigen adres met gebruikersnaam en wachtwoord. Daarmee kun je inloggen op het Portaal van het Albeda College: Hier vind je belangrijke informatie over je opleiding en over ontwikkelingen binnen onze school. Op jouw klassensite/opleidingssite binnen het Portaal staat alle informatie die je nodig hebt om je opleiding te volgen. Je docent bepaalt wat je kunt zien en op welke manier jullie informatie uitwisselen. Op je eigen mijn site kun je documenten opslaan, zien in welke groepen je zit en je profiel aanpassen. Verder vind je op de algemene opleidingspagina informatie over jouw opleiding. 4.2 Extra hulp en zorg Als het nodig is, kan een SLB-er je verwijzen naar (school)maatschappelijk werk, de schoolverpleegkundige (op sommige locaties aanwezig) of het trajectbureau, bijv. om deel te nemen aan dyslexietesten of faalangstreductietrainingen. Twijfel je over je beroepskeuze ga dan eerst in gesprek met je SLB-er. Hij/zij kan je als dat nodig is doorverwijzen naar een trajectbegeleider van het trajectbureau.

25 Pagina 25 van Begeleiding tijdens de BPV Tijdens de eerste weken van de BPV neemt de school telefonisch contact op met de praktijkbegeleider. Voor een deel vindt de begeleiding op school plaats tijdens de lessen (bij SLB/MBW). De BPV wordt een aantal keren per opleiding bezocht door de SLB-er. In de BPV vindt ook een deel van de examinering plaats. De BPV moet daarom een erkende Calibris BPV plaats zijn. Calibris is het kenniscentrum voor de welzijnsopleidingen. Aan de hand van het persoonlijk ontwikkelplan, de voortgangsrapportages, de aanwezigheidsregistratie en de ontwikkeling van de leerhouding van de student heeft de student gesprekken met de SLB-er. Per periode van circa tien weken krijgt de student een studieadvies dat kan leiden tot nieuwe afspraken voor de BPV en het vervolgen van de opleiding. Samen met de SLB-er wordt besproken hoe het leertraject zal worden bijgesteld, wanneer er in een bepaalde periode onvoldoende resultaten behaald zijn. Indien er sprake is van onvoldoende aanwezigheid of resulaten kan de opleidingsvoortgang in gevaar komen. 4.4 Vertrouwenspersoon Als je je niet veilig voelt door bijv. pesten, bedreigingen (ook via social media), of omdat je weet dat iemand een wapen bezit of fraudeert bij examens en je niet (alleen) terecht kunt bij je SLB-er, docent of onderwijsleider kun je de vertrouwenspersoon inschakelen. Je kunt hen mailen: of bellen: De vertrouwenspersoon is er naast studenten ook voor ouders/verzorgers, werknemers en stagebegeleiders.

26 Pagina 26 van Informatie over de examinering 5.1 Beschrijving van het examen Hieronder staat een korte beschrijving van de examens voor de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorgm.i.v. het schooljaar De examenkandidaat ontvangt voorafgaand aan de examens de examengids, die tijdens de opleiding zal worden besproken. De volgende onderdelen worden geëxamineerd: De beroepsgerichte werkprocessen volgens het kwalificatiedossier: Nederlands Rekenen Engels Loopaan & Burgerschap is geen examenonderdeel, maar er dient voor het diploma wel aan de vereisten worden voldaan (zie verder bij 5.8 behalen diploma) De beroepsgerichte examens Hoe de beroepsgerichte werkprocessen volgens het kwalificatiedossier worden geëxamineerd staat hieronder in het examenplan. 5.3 Het examen Nederlands Het examen Nederlands wordt bij alle kandidaten op niveau 2F afgenomen. Elk van de 4 hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd: Mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken voeren en luisteren) Lezen Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging (bij schrijven) Bij het onderdeel Nederlandse taal voor het cohort wordt op twee manieren geëxamineerd: 1) een landelijk examen (Centraal Ontwikkeld Examen, COE) voor luisteren en lezen 2) een instellingsexamen (IE) voor spreken, gesprekken voeren en schrijven, inclusief begrippenlijst en taalverzorging. 5.4 Het examen Rekenen Het digitale landelijke examen (Centraal Ontwikkeld Examen, COE) rekenen wordt bij alle kandidaten op niveau 2F afgenomen. Elk van de 4 hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd in één afsluitend examen: Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden

27 Pagina 27 van 48 Hieronder staat in schema hoe het eindcijfer voor Nederlands en rekenen bepaald wordt: Tijdvak Examenonderdeel gebaseerd op 2F Examenvorm Landelijk examen (COE) Resultaat (afgerond tot 1 cijfer achter de komma) Cijfer examen Eindcijfer (afgerond tot geheel getal) Studiejaar Nederlands Instellingsexamen (IE) Cijfer examen Eindcijfer 2F Rekenen Landelijk examen (COE) Cijfer examen Eindcijfer 2F Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager zijn dan een 5. Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de zak-/slaagbeslissing Het schooljaar waarin een student zijn of haar diploma behaalt, is bepalend voor de zak- /slaagregeling. Voor studenten die door studievertraging in een later schooljaar hun opleiding afronden geldt de zak-/slaagregeling van dat schooljaar van diplomering Herkansingen Nederlands en rekenen De student krijgt binnen de voor hem geldende opleidingsduur minstens één gelegenheid voor herkansing van de afzonderlijke onderdelen van de examens Nederlandse taal en/of rekenen. Herkansing van de examens vindt plaats in een volgend tijdvak volgens opgave van het CITO. Nederlands Niveau Cesuur Herkansing binnen de duur van de opleiding Mondelinge taalvaardigheid (Spreken en gesprekken voeren) 2F 5,5 Minimaal één per tijdvak Mondelinge taalvaardigheid 2F 5,5 Minimaal één (Luisteren) per tijdvak Leesvaardigheid 2F 5,5 Minimaal één per tijdvak Schrijfvaardigheid (incl. taalverzorging/ 2F 5,5 Minimaal één begrippenlijst) per tijdvak Rekenen Niveau Cesuur Herkansing binnen de duur van de opleiding Getallen 2F Verhoudingen 2F Minimaal één 5,5 Meten en meetkunde 2F per tijdvak Verbanden 2F Jaar Jaar 3

28 Pagina 28 van Het examen Engels Het examen Engels wordt bij alle kandidaten via instellingsexamens op ERK-niveau A2 afgenomen voor de vaardigheden Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven. De examens Luisteren en Lezen worden afgenomen op ERK-niveau B1. Elk van de vijf hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd: Engels Niveau Cesuur Herkansing Jaar ERK Luisteren B1 5,5 2 3 Lezen B1 5,5 2 3 Gesprekken voeren A2 5,5 2 3 Spreken A2 5,5 2 3 Schrijven A2 5,5 2 3 Eventuele vrijstellingen worden alleen gegeven voor aanwezigheid tijdens de lessen en kunnen per locatie worden aangevraagd bij de subexamencommissie. Voor examens gelden geen vrijstellingen. Het eindcijfer voor Engels heeft geen invloed op de zak-/slaagbeslissing.

29 Pagina 29 van EXAMENPLAN CREBO 22195/92650 MMZ NIVEAU 3, KD , BOL cohort sept juli 2016 In het examenplan staat hoe de beroepsvaardigheden worden geëxamineerd, bijv. via een proeve van bekwaamheid. In de examengids staat voor hoeveel procent elk onderdeel meetelt, wanneer je een voldoende haalt en hoe vaak je kunt herkansen. Proeve A Proeve B KT en WP Omschrijving Portfoliobewijs KT 1 Opstellen van een plan van aanpak 1.1 Inventariseert de hulpvraag van de cliënt X Beroepsgesprek KT 2 Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg 2.1 Ondersteunt cliënt bij de persoonlijke verzorging X 2.2* Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden X 2.3* Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding X 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied X KT 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg X 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen X 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning X X *NB student kiest voor 2.2 of 2.3.

30 Pagina 30 van Diplomering Eisen voor het behalen van het diploma Het diploma wordt uitgereikt als: Het portfoliobewijsstukken met een voldoende is beoordeeld; De Proeve van Bekwaamheid met een voldoende is beoordeeld; Het beroepsgesprek met een voldoende is beoordeeld; Voor Nederlandse taal een eindwaardering is gescoord van tenminste een 5 Voldaan is aan de vereisten voor Loopbaan en Burgerschap. De opleiding kent geen certificeerbare eenheden Procedure van bezwaar en beroep bij examinering Wat te doen bij een klacht over het examen? 1 Wanneer de kandidaat een klacht heeft over de beoordeling, bespreekt deze haar klacht in eerste instantie met de SLB-er en/of onderwijsleider. Indien de klacht niet tot een oplossing leiden, dan kan de kandidaat ook een bezwaarschrift indienen. Op het portaal is in het Handboek Examinering meer informatie te vinden. Het Handboek Examinering staat ook op de site 2 De kandidaat stuurt een bezwaarschrift naar de subexamencommissie. Deze onafhankelijke commissie beoordeelt of de klacht terecht is. Wanneer de kandidaat het met de uitspraak van de subexamencommissie niet eens is, kan de kandidaat hiertegen in beroep gaan. 3 De kandidaat stuurt dan een beroepsschrift naar de commissie van beroep. Informatie hierover is eveneens te vinden in het Handboek Examinering. Termijn voor het indienen van een bezwaarschrift en beroepsschrift Bezwaarschrift De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is 10 werkdagen. De termijn begint na de dag waarop de maatregel of beslissing bekend is gemaakt. De subexamencommissie beslist binnen 10 werkdagen na de datum waarop de klacht ontvangen is. Deze beslissing wordt schriftelijk kenbaar gemaakt. Beroepsschrift De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt 10 werkdagen na de dag waarop de subexamencommissie de kandidaat van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht. De Commissie beslist binnen 15 werkdagen, maar kan die termijn als dat nodig is éénmaal verlengen met een maximum van 10 werkdagen.