Deel twee Verslag over de toepassing van de mededingingsregels in de Europese Unie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Deel twee Verslag over de toepassing van de mededingingsregels in de Europese Unie"

Transcriptie

1 Deel twee Verslag over de toepassing van de mededingingsregels in de Europese Unie (Verslag samengesteld onder de verantwoordelijkheid van DG IV, in samenhang met het XXVIe Verslag van de Commissie over het Mededingingsbeleid 1996)

2

3 INHOUD I - Mededingingsbeperkende afspraken : Artikelen 85 en 86 EG-Verdrag - Artikelen 65 en 66 EGKS-Verdrag 133 A - Samenvatting van zaken Verboden Horizontale overeenkomsten Verticale overeenkomsten Goedkeuringen Horizontale overeenkomsten 137 a) Strategische allianties 137 b) Gemeenschappelijke ondernemingen en andere samenwerkingsvormen 140 c) Andere horizontale overeenkomsten 144 d) Uitwisseling van informatie 145 e) Overeenkomsten inzake betalingssystemen 146 f) Overeenkomsten in de verzekeringssector Verticale overeenkomsten 151 a) Alleenverkoop 151 b) Andere verticale overeenkomsten Afwijzing van klachten Minnelijke schikking 158 B - Nieuwe regelgevende teksten en bekendmakingen die door de Commissie zijn vastgesteld of ingediend 170 C - Formele beschikkingen op grond van de artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag Gepubliceerde beschikkingen Andere formele besluiten Beschikkingen waarin geen bezwaar wordt gemaakt op grond van Verordening (EG) nr. 870/95 (lijnvaartondernemingen) Beschikkingen waarbij de Commissie een individuele vrijstelling verleent door middel van de verzetprocedure (Artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 4056/86 betreffende het zeevervoer) Beschikkingen houdende afwijzing van klachten 172 D - Bij administratieve brief in 1996 beëindigde zaken 173 E - Bekendmakingen in het kader van de artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag Bekendmakingen overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 17 van de Raad 177

4 128 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE 2. Bekendmakingen overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4056/86 van de Raad en artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad Bekendmakingen waarin belanghebbenden worden verzocht hun opmerkingen betreffende de voorgenomen maatregelen kenbaar te maken 178 F - Perscommuniqués 179 G - Arresten en beschikkingen van de communautaire rechtscolleges Gerecht van eerste aanleg Hof van Justitie 182 II - Overheidsmonopolies en monopolierechten: artikelen 37 en 90 van het EG-Verdrag 185 A - Samenvatting van zaken 185 B - Nieuwe wetvoorschriften en mededelingen welke door de Commissie zijn goedgekeurd of voorgesteld 187 C - Beschikkingen van de Commissie 187 D - Persberichten 188 E - Arresten van de communautaire rechtscolleges Het Gerecht van eerste aanleg 189 III - Concentratiecontrole: Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad en artikel 66 van het EGKS-Verdrag 191 A - Inleiding 191 B - Samenvattingen van zaken Toepassing van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen Samenvattingen van de belangrijkste of meest interessante beschikkingen krachtens artikel 6, lid 1, onder a) en b), van de concentratieverordening Samenvattingen van de beschikkingen krachtens artikel 8 van de concentratieverordening Concentraties die onder toepassing van artikel 66 van het EGKS-Verdrag vallen 214

5 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE 129 C - Beschikkingen van de Commissie Beschikkingen op grond van de artikelen 6 en 8 van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad Beschikkingen op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 4064/ Beschikkingen op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4064/ Beschikkingen op grond van artikel 66 van het EGKS-Verdrag 221 D - Perscommuniqués Beschikkingen op grond van de artikelen 6 en 8 van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad Beschikkingen op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 4064/ Beschikkingen op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4064/ E - Beslissingen van de rechterlijke instanties van de Gemeenschap Gerecht van eerste aanleg Hof van Justitie 230 IV - Steunmaatregelen van de Staten 231 A - Samenvatting van zaken Regionale steun Sectoriële steun Staalindustrie Niet onder het EGKS-Verdrag vallende staalprodukten Scheepsbouw Automobielsector Synthetische vezels Financiële sector Vervoersector Landbouw- en visserijsector Overige sectoren Horizontale steun Steun voor het milieu Steun voor onderzoek en ontwikkeling Steun voor internationalisering Reddings- en herstructureringssteun Steun voor werkgelegenheid en opleiding 285

6 130 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE B - C - Nieuwe regelgevende teksten en bekendmakingen die door de Commissie zijn vastgesteld of ingediend 285 Lijst van steunmaatregelen van de Staten in andere sectoren dan de landbouw, de visserij, het vervoer en de steenkoolindustrie Gevallen ten aanzien waarvan de Commissie geen bezwaar heeft gemaakt, zonder de onderzoeksprocedure in te leiden Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag heeft ingeleid of een reeds bestaande procedure heeft voortgezet Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 6, lid 4, van Beschikking 3855/91/EGKS heeft ingeleid of een reeds bestaande procedure heeft voortgezet Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag heeft beëindigd Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 6, lid 4, van Beschikking 3855/91/EGKS heeft beëindigd Gevallen waarin de Commissie een voorwaardelijke beslissing heeft genomen in de zin van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag Gevallen waarin de Commissie een negatieve of gedeeltelijk negatieve eindbeslissing heeft genomen in de zin van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag Gevallen waarin de Commissie een negatieve of gedeeltelijk negatieve eindbeslissing heeft genomen op grond van artikel 6, lid 4, van Beschikking 3855/91/EGKS Gevallen waarin de Commissie dienstige maatregelen heeft voorgesteld in de zin van artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag heeft beëindigd Gevallen waarin de Commissie een beslissing heeft genomen na het bij eenstemmigheid bepaalde advies van de Raad krachtens artikel 95 van het EGKS-Verdrag Overige beschikkingen van de Commissie 316 D - Lijst van steunmaatregelen van de Staten in andere sectoren In de landbouwsector Gevallen waarin de Commissie geen bezwaar maakt Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag heeft ingeleid Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag heeft beëindigd met een positieve eindbeschikking Gevallen waarin de Commissie een negatieve eindbeschikking heeft gegeven op grond van artikel 93, lid 2, eerste alinea, van het EG-Verdrag 326

7 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE In de visserijsector Gevallen waarin de Commissie geen bezwaar heeft aangetekend zonder de onderzoeksprocedure in te leiden (1995) Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2 van het EG-Verdrag heeft ingeleid, dan wel een reeds ingeleide procedure heeft voortgezet (1995) Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2 van het EG-Verdrag heeft beëindigd Gevallen waarin de Commissie een negatieve of gedeeltelijk negatieve eindbeslissing heeft genomen in de zin van artikel 93, lid 2, van het EG-Verdrag Beschikkingen van de Commissie - ontwikkeling In de transportsector Gevallen waarin de Commissie geen bezwaar heeft aangetekend Gevallen waarin de Commissie een voorwaardelijke positieve beschikking heeft gegeven Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2 van het EG-Verdrag heeft ingeleid, dan wel een reeds ingeleide procedure heeft voortgezet Gevallen waarin de Commissie de procedure van artikel 93, lid 2 van het EG-Verdrag heeft beëindigd Gevallen waarin de Commissie een negatieve eindbeschikking heeft gegeven 334 E - Arresten van de rechterlijke instanties van de Gemeenschap Gerecht van eerste aanleg Hof van Justitie 334 V - Internationale activiteiten 337 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Regering van de Verenigde Staten betreffende de toepassing van hun mededingingsregels (10 april 1995 tot en met 30 juni 1996) 337 (1 juli 1996 tot en met 31 december 1996) 351 VI - De toepassing van de mededingingsregels in de lidstaten 359 A - Ontwikkelingen inzake wetgeving 359 B - Toepassing van de communautaire mededingingsvoorschriften door de nationale autoriteiten 364

8 132 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE C - D - Toepassing van de communautaire mededingingsvoorschriften door de nationale rechterlijke instanties 378 Toepassing van de Mededeling van 1993 inzake de samenwerking tussen de Commissie en de nationale rechterlijke instanties 381 VII - Statistieken 385 A - Artikelen 85 en B - Concentratieverordening 387 C - Steunmaatregelen van de Staten 389 VIII - Studies 393 IX - Reacties op het XXVe Verslag 405 A - Europees Parlement Resolutie over het XXVe Verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid (PB C 362 van , blz. 135) Antwoord op de ontwerp-resolutie van het Parlement over het XXVe Verslag over het mededingingsbeleid 412 B - Economisch en Sociaal Comité Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het XXVe Verslag over het mededingingsbeleid (PB C 75 van , blz. 22) Antwoord van de Commissie op het advies van het Economisch en Sociaal Comité over het XXVe Verslag over het mededingingsbeleid 441

9 MEDEDINGINGSBEPERKENDE AFSPRAKEN 133 I - Mededingingsbeperkende afspraken : Artikelen 85 en 86 EG-Verdrag - Artikelen 65 en 66 EGKS-Verdrag A - Samenvatting van zaken 1. Verboden 1.1. Horizontale overeenkomsten Fenex De Commissie heeft een beschikking ten aanzien van de Nederlandse vereniging van expediteurs "Fenex" gegeven wegens de verspreiding van aanbevolen tarieven. Gedurende vele jaren heeft Fenex namelijk aanbevolen tarieven vastgesteld en onder haar leden verspreid met betrekking tot de in de zeehavens en aan de landgrenzen verleende expeditiediensten. Deze tarieven waren uitgedrukt in guldens of in percenten, soms met een minimumniveau, en werden door Fenex opgesteld en jaarlijks bijgewerkt voordat zij aan alle leden werden toegezonden. Zij werden op uniforme wijze vastgesteld zonder rekening te houden met de verschillen in kostprijsstructuur bij de betrokken ondernemingen. Aanbevolen tarieven die door een beroepsorganisatie worden verspreid, kunnen de ondernemingen er echter toe aanzetten hun tarieven hieraan aan te passen, ongeacht hun eigen kostprijs. Door een dergelijke handelwijze worden ondernemingen die de laagste kostprijzen hebben, ontmoedigd om hun prijzen te verlagen, hetgeen een kunstmatig voordeel biedt aan ondernemingen die hun productiekosten het minst beheersen. De Commissie was derhalve van oordeel dat een beschikking behoorde te worden gegeven waarin de inbreuk wordt geconstateerd ten einde het onwettige karakter van de door de beroepsorganisaties verspreide tarieflijsten duidelijk vast te stellen 1. De Commissie maakt in haar beschikking echter wel een onderscheid tussen de verspreiding van dergelijke aanbevolen tarieven door een beroepsorganisatie enerzijds en het verspreiden van inlichtingen die het voor ondernemingen eenvoudiger maken de eigen kostprijsstructuur te berekenen en aldus zelfstandig de verkoopprijzen vast te stellen anderzijds. Aanbevolen tarieven kunnen de ondernemingen er toe aanzetten hun tarieven hieraan aan te passen, ongeacht hun eigen kostprijs. Dit gevaar bestaat echter niet bij een prijsberekeningssysteem. Bijgevolg heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan het prijsberekeningssysteem dat voortaan door Fenex wordt verspreid en iedere onderneming in staat stelt haar verkoopprijzen aan de hand van de eigen kosten te bepalen. Het betreft een rechtmatige vorm van bijstand van de beroepsorganisaties aan hun leden, welke met name van belang is wanneer deze een beperkte omvang hebben. 1 Deze benadering is in overeenkomst met de rechtspraak van het Hof van Justitie: Zaak 8/72 Cementhandelaren tegen Commissie, Jurispr. 1972, 977; Zaak 45/85 Verband der Sachversicherer tegen Commissie, Jurispr. 1987, 405; zie ook gevoegde zaken 209 tot 215 en 218/78 Heintz van Landewyck tegen Commissie, Jurispr. 1980, 3125 en gevoegde zaken , 104, 105, 108 en 110/82 NV IAZ International Belgium tegen Commissie, Jurispr. 1983, 3369.

10 134 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE Ferrymaatschappijen De Commissie heeft geldboeten ten belope van ecu opgelegd aan vijf exploitanten van ferrydiensten tussen het Verenigd Koninkrijk en het continent, met name P&O European Ferries, Stena Line, Sea France, Brittany Ferries en North Sea Ferries, wegens een inbreuk op artikel 85 van het EG- Verdrag. De betrokken ondernemingen hadden onderlinge afspraken gemaakt over het bedrag en de datum van invoering van een valutatoeslag op vrachtvervoer, ten gevolge van de devaluatie van het Britse pond in september De Commissie had toendertijd een klacht ontvangen waarin werd aangevoerd dat een aantal ferrymaatschappijen hadden aangekondigd dat gelijke toeslagen zouden worden aangerekend voor het vrachtvervoer op de routes tussen het Verenigd Koninkrijk en het continent. De toeslagen werden op dezelfde datum ingevoerd en volgens dezelfde methode berekend, en bovendien hadden bepaalde maatschappijen hun klanten quasi identieke brieven toegestuurd. De Commissie heeft in 1993 in de kantoren van een aantal ferrymaatschappijen verificaties zonder voorafgaande waarschuwing verricht, die het bewijs hebben opgeleverd dat een aantal van de betrokken ondernemingen onderlinge afspraken hadden gemaakt over een valutatoeslag. De onderling afgestemde feitelijke gedraging heeft niet echt het verwachte effect gehad en was van korte duur (de toeslag werd op 1 november 1992 ingevoerd en op 31 december 1992 opgeheven), grotendeels omdat de ondernemingen deze niet ten volle konden toepassen en wegens het verzet van de klanten. Hoewel de Commissie, gezien de korte duur van de inbreuk, niet van oordeel was dat zeer aanzienlijke geldboeten moesten worden opgelegd, meende zij evenwel dat louter symbolische geldboeten niet dienstig waren gezien de flagrante aard van de inbreuk. Derhalve werden de onderstaande geldboeten opgelegd: P&O European Ferries ecu Stena Sealink ecu Sea France ecu Brittany Ferries ecu North Sea Ferries ecu De partijen dienen de geldboeten binnen drie maanden te betalen Verticale overeenkomsten Adalat De Commissie heeft in een beschikking vastgesteld dat de Duitse producent van farmaceutische producten Bayer AG inbreuk heeft gepleegd op artikel 85, lid 1, van het EG-Verdrag en aan dit bedrijf een geldboete ten belope van ecu opgelegd. Blijkens de documenten die bij verificaties in verscheidene bedrijven van het concern werden meegenomen, beschouwt het Bayer-concern zeker sinds eind jaren '80 de parallelexport van het

11 MEDEDINGINGSBEPERKENDE AFSPRAKEN 135 geneesmiddel Adalat (in Frankrijk Adalate) naar het Verenigd Koninkrijk als een probleem. Dit geneesmiddel voor hart- en vaatziekten is één van de belangrijkste specialiteiten die door het concern op de markt worden gebracht. De prijs van dit geneesmiddel varieert sterk naar gelang van de landen van de Unie waar het op de markt komt. In het Verenigd Koninkrijk vertoont Adalat qua marktaandeel de beste resultaten. In het Verenigd Koninkrijk wordt Adalat voorts tegen een aanzienlijk hogere prijs verkocht dan in de andere Lid-Staten, met name Frankrijk en Spanje. Vóór 1989 in Spanje en vóór 1991 in Frankrijk hadden de voornaamste klanten van de Spaanse respectievelijk de Franse dochteronderneming van Bayer, de groothandelaren in farmaceutische producten van deze Lid-Staten, de gewoonte grotere hoeveelheden Adalat te bestellen dan zij nodig hadden om de binnenlandse markt te bevoorraden. De overschotten werden naar andere Lid-Staten uitgevoerd, vooral naar het Verenigd Koninkrijk. Vanaf september 1991 constateerden de Franse groothandelaren dat Bayer Frankrijk hun niet langer de totale hoeveelheid leverde van de door hun gedane bestellingen van Adalate. Hetzelfde gebeurt in Spanje sinds begin Bayer Spanje had een gecomputeriseerd systeem opgezet om erachter te komen welke de exporterende groothandelaren waren. De groothandelaren in Frankrijk en in Spanje zetten hun zakelijke betrekkingen met Bayer voort om Adalat geleverd te krijgen. Zij trachtten op verschillende manieren grotere hoeveelheden dan de voor de dekking van de binnenlandse behoeften vereiste hoeveelheden geleverd te krijgen om naar het Verenigd Koninkrijk te blijven exporteren. De groothandelaren pasten hierbij met name een systeem toe waarbij zij voor de export bestemde bestellingen over hun verschillende vestigingen verdeelden en een systeem waarbij bestellingen werden doorgegeven aan andere, kleine, "niet-gecontroleerde" groothandelaren. Zo hebben zij zich in de wijze van bestellen aangepast aan de eis van Bayer, namelijk dat het product niet geëxporteerd mocht worden. Bayer Frankrijk en Bayer Spanje hebben de geleverde hoeveelheden in opeenvolgende fasen bij wijze van sanctie verminderd toen van één van de groothandelaren was ontdekt dat deze tevens exporteerde. Uit al deze elementen van het gedrag van Bayer Frankrijk en Bayer Spanje blijkt dat deze bedrijven hun groothandelaren voortdurend bedreigden met vermindering van de geleverde hoeveelheden, een dreigement dat herhaaldelijk tot uitvoering werd gebracht wanneer zij zich niet aan het exportverbod hielden. Dit exportverbod maakt deel uit van de voortdurende zakelijke betrekkingen tussen Bayer Frankrijk en Bayer Spanje en hun respectieve groothandelaren. De groothandelaren, zowel in Frankrijk als in Spanje, hebben namelijk door hun gedrag laten blijken dat zij het exportverbod aanvaardden. Men kan dus stellen dat er tussen de partijen (Bayer Frankrijk en zijn groothandelaren, enerzijds, en Bayer Spanje en zijn groothandelaren anderzijds) een overeenkomst inzake een exportverbod bestaat die onder artikel 85, lid 1, valt. Bij de vaststelling van het bedrag van de boete heeft de Commissie rekening gehouden met het feit dat het hier een ernstige inbreuk op het Gemeenschapsrecht betreft. Voorts heeft zij rekening gehouden

12 136 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE met het feit dat geneesmiddelenprijzen niet op autonome wijze door de ondernemingen worden vastgesteld maar, integendeel, afhankelijk zijn van de diverse nationale voorschriften ter zake. Novalliance/Systemform Op 4 december 1996 heeft de Commissie Systemform GmbH, een Duitse producent van apparatuur voor het verwerken van omvangrijke computeruitdraaien, een geldboete van ecu opgelegd. De Commissie meende dat Systemform een distributiesysteem hanteerde dat de Europese markt voor haar producten volgens nationale lijnen opdeelde en Systemform in staat stelde invloed uit te oefenen op de verkoopprijs van haar distributeuren. Dit zijn beide duidelijke inbreuken op de communautaire mededingingsregels, in het bijzonder op artikel 85 van het EG-Verdrag. De Commissie stelde vast dat Systemform distributieovereenkomsten had gesloten die Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Luxemburg, Zweden, Denemarken, Spanje, Oostenrijk, Griekenland en Nederland bestreken. Sommige van deze overeenkomsten waren reeds in 1984 gesloten. In al deze overeenkomsten werd het de distributeur uitdrukkelijk verboden om Systemformproducten buiten het aan hem toegewezen nationale grondgebied te exporteren. In bepaalde overeenkomsten werd het de distributeur zelfs verboden producten te verkopen aan ondernemingen in zijn eigen grondgebied waarvan bekend was dat deze de bedoeling hadden de goederen buiten het grondgebied te exporteren. Al deze verbodsbepalingen gaan verder dan de uitvoerbeperkingen die zijn toegelaten krachtens de groepsvrijstelling voor alleenverkoopovereenkomsten van de Commissie. Bovendien bevatten al deze overeenkomsten de verplichting dat de verkoopprijzen gezamenlijk worden vastgesteld door Systemform en de distributeur, of dat Systemforms ten minste op de hoogte wordt gehouden van de verkoopprijzen. De geldboete weerspiegelt de strikte houding van de Commissie ten aanzien van elke distributievorm die belemmeringen van het handelsverkeer tussen Lid-Staten veroorzaakt of de concurrentie tussen verschillende verkopers van hetzelfde merk van goederen beperkt. Bij de vaststelling van het bedrag van de boete heeft de Commissie ook rekening gehouden met het feit dat Systemforms de in de formele mededeling van punten van bezwaar uiteengezette opmerkingen van de Commissie niet heeft aangevochten en een aanvang heeft gemaakt met de wijziging van haar overeenkomsten voordat haar een mededeling van punten van bezwaar was toegezonden. In de oorspronkelijke klacht van Novalliance SA, een Franse distributeur van kantooruitrusting, werd beweerd dat Systemforms territoriale beperkingen oplegde omdat zij had geweigerd haar alleenverkoper voor Griekenland, Novapost, te bevoorraden, nadat deze een niet uitgelokte bestelling van Novalliance had voldaan. Bij het onderzoek van deze bewering stelde de Commissie vast dat: (i) (ii) er geen sprake was van een uitdrukkelijke weigering tot levering door Systemform; er tussen Novapost en Novalliance een distributieovereenkomst gold, zodat elke verkoop van Novapost aan Novalliance eerder "actief" als "passief" van aard was; (iii) naar het bleek Novapost en Novalliance gezamenlijk werden gecontroleerd door een derde onderneming. Deze groep van ondernemingen vormt één enkele economische entiteit en elke poging van die economische entiteit om via een van haar samenstellende eenheden goederen te koop aan te bieden buiten het toegewezen gebied, zou een actieve poging tot uitvoer zijn. Elke

13 MEDEDINGINGSBEPERKENDE AFSPRAKEN 137 verkoop van Novalliance in Frankrijk zou een actieve verkoop vormen buiten het haar door deze groep van ondernemingen toegewezen gebied. Dit onderdeel van de klacht werd derhalve niet weerhouden. 2. Goedkeuringen 2.1. Horizontale overeenkomsten a) Strategische allianties Lufthansa/SAS Op 16 januari 1996 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de op 11 mei 1995 gesloten samenwerkingsovereenkomst tussen Lufthansa en SAS. Met deze overeenkomst wordt beoogd een duurzame alliantie tot stand te brengen door de oprichting van een geïntegreerd luchtvervoersysteem op operationeel en commercieel gebied. De overeenkomst omvat de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming die door de twee luchtvaartmaatschappijen zal worden belast met de exclusieve aanbieding van lijndiensten voor het vervoer van passagiers en vracht tussen Duitsland en Scandinavië. Voor de rest van de wereld willen de partijen hun dienstverlening integreren, met name wat betreft de netwerkplanning, het tariefbeleid en de harmonisatie van de diensten, zonder echter een gemeenschappelijke eenheid op te richten. Volgens de partijen heeft de samenwerking een tweevoudige doelstelling: de oprichting van een ruimer Europees en wereldnetwerk en de tenuitvoerlegging van een kostenbesparingsplan voor de twee ondernemingen. Het economisch belang van de operatie dient te worden benadrukt. Met betrekking tot het aantal in Europa vervoerde passagiers/kilometer zijn Lufthansa en SAS namelijk respectievelijk de tweede en de derde Europese luchtvaartmaatschappij. Hun samenwerkingsovereenkomst zal er dan ook toe leiden dat de mededinging, in het bijzonder op de routes tussen Scandinavië en Duitsland, aanzienlijk wordt beperkt. De overeenkomst heeft ook positieve aspecten, die in het licht van de herstructurering van de Europese luchtvervoersector moeten worden onderzocht. De twee luchtvaartmaatschappijen zullen de beschikking hebben over een veel efficiënter wereldnet, waardoor zij de concurrentie met andere, inzonderheid niet-europese, luchtvaartmaatschappijen beter zullen aankunnen. Voorts vormt het kostenbesparingsplan, dat samenhangt met de overeenkomst tussen Lufthansa en SAS, een belangrijke factor waarmee rekening gehouden moet worden. Daarenboven zou deze overeenkomst voor de gebruikers voordelen bieden aangezien zij de beschikking krijgen over een uitgebreidere dienstverlening, onder meer dank zij het grotere netwerk, betere aansluitingsmogelijkheden en het gebruik van een gemeenschappelijk

14 138 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE klantenbindingsprogramma. Daarenboven zullen zij indirect ook baat vinden bij de kostenbesparingen van de ondernemingen. Derhalve was de Commissie van mening dat deze samenwerking voor een periode van tien jaar kon worden toegestaan, mits voorwaarden worden opgelegd die andere luchtvaartmaatschappijen in staat moeten stellen diensten te exploiteren op de routes tussen Scandinavië en Duitsland, in concurrentie met Lufthansa en SAS. Deze voorwaarden betreffen voornamelijk het ter beschikking stellen van slots op verzadigde luchthavens, de bevriezing van het aantal door Lufthansa en SAS verzorgde vluchten, de sluiting van een interlining-overeenkomst met nieuwe marktdeelnemers, de deelneming door de laatstgenoemden aan de klantenbindingsprogramma's van Lufthansa en SAS en de beëindiging door de betrokken partijen van sommige van hun samenwerkingsovereenkomsten met andere luchtvaartmaatschappijen. Atlas/Global One Op 17 juli 1996 heeft de Commissie haar toestemmming gegeven voor Atlas, een gemeenschappelijke onderneming tussen Deutsche Telekom AG (DT) en France Télécom (FT) met het oog op de levering van telecommunicatiediensten aan de grote gebruikers in Europa. De ATLAS-diensten omvatten onder meer netwerkdiensten, outsourcing en diensten via VSAT-satellieten. De Commissie heeft ook toestemming gegeven voor de gemeenschappelijke onderneming GlobalOne, met het oog op de samenwerking tussen Atlas en Sprint Corporation (Sprint) voor de levering van deze diensten op wereldschaal. GlobalOne biedt dezelfde diensten aan als Atlas, alsook diensten voor reizigers en telecommunicatiediensten ten behoeve van andere telecommunicatiebedrijven (TO's). Van de betrokken productmarkten roept de dienstverlening aan bedrijven ernstige vragen op met betrekking tot de mededinging in de EER, met name de markt voor datatransmissie via aardse netwerken. DT en FT hebben er marktaandelen van meer dan 70%, resp. in Duitsland en Frankrijk, die zijn geconsolideerd door een wettelijk monopolie voor de levering van infrastructuur. Bovendien zou met het Atlas-project een concurrent van DT in Duitsland, met name de lokale dochter van FT, Info AG, worden afgestoten. In de loop van de procedure hebben Frankrijk en Duitsland er zich allereerst toe verbonden de alternatieve infrastructuur te liberaliseren door de totstandbrenging van een stelsel van licenties voor alle exploitanten die voldoen aan bepaalde technische voorwaarden, opdat de concurrenten minder afhankelijk zouden zijn van de netten van FT en DT. De Commissie heeft de goedkeuring van Atlas/GlobalOne afhankelijk gesteld van de concessie van de eerste twee vergunningen in Frankrijk en Duitsland voor nieuwe infrastructuur. Voorts hebben DT en FT de samenvoeging van hun nationale netten voor datatransmissie in de gemeenschappelijke onderneming uitgesteld totdat de telecommunicatiemarkten in Duitsland en in Frankrijk volledig zullen zijn geliberaliseerd. Tenslotte heeft FT zich ertoe moeten verbinden Info AG te verkopen. Deze gewijzigde overeenkomst, alsmede de strikte voorwaarden en verplichtingen, garanderen dat de twee projecten aan een steeds grotere vraag zullen voldoen en dat zij zullen concurreren met verschillende reeds actieve leveranciers van telecommunicatiediensten op wereldvlak zonder te leiden tot een uitschakeling van de mededinging.

15 MEDEDINGINGSBEPERKENDE AFSPRAKEN 139 Iridium De Commissie heeft bij een formele beschikking het licht op groen gezet voor de oprichting van Iridium, een onderneming die wordt geleid door het Amerikaanse bedrijf Motorola Inc., om met ingang van het laatste kwartaal van 1998, met gebruik van een constellatie van satellieten in lage omloopbanen (low earth orbit, "LEO 2 ") mondiale digitale draadloze communicatiediensten te kunnen aanbieden. Hiertoe moeten de komende twee jaar 66 satellieten worden gelanceerd en in een baan om de aarde gebracht. De diensten omvatten mobiele spraak-, paging- en basis-datadiensten (waaronder fax), die worden aangeboden via zakapparatuur (dual- of single-mode), autotelefoons, semafoons en andere abonnee-apparatuur. Eigenaar van Iridium zijn naast Motorola 16 strategische investeerders, waaronder aanbieders van telecommunicatiediensten en producenten van apparatuur uit de hele wereld. Ook twee Europese ondernemingen hebben een strategisch belang in Iridium, te weten STET (Italië; een belang van 3,8%) en Vebacom (Duitsland; een belang van 10%). Ieder van hen heeft een eigen territorium voor gatewaydiensten, dat verschillende delen van Europa bestrijkt en heeft het daaraan verbonden exclusieve recht om op het betrokken territorium een gateway te installeren en exploiteren. In de beschikking werd vastgesteld dat de oprichting van Iridium buiten het toepassingsgebied van artikel 85, lid 1, van het EG-Verdrag en artikel 53, lid 1, van de EER-Overeenkomst valt. In dit verband werd geconcludeerd dat van geen enkele van de strategische investeerders redelijkerwijze kon worden verwacht dat hij alleen de enorme investeringen (bijna 5 miljard USD) zou doen die noodzakelijk zijn en het uitzonderlijk hoge risico zou dragen van een technische of commerciële mislukking, die inherent is aan een dergelijk nieuw systeem. Bovendien bezit geen enkele investeerder over alle noodzakelijke licenties om zulk een systeem te exploiteren. Satellietsystemen zoals Iridium (algemeen bekend als S-PCS-systemen 3 ) zullen naar verwachting een aanvulling vormen op de draadloze terrestrische mobiele technologie (zoals GSM) in gebieden waar het cellulaire netwerk niet is doorgedrongen (zoals plattelandsgebieden in de ontwikkelde landen en zowel stedelijke als plattelandsgebieden in lage-inkomenslanden), of daar waar door incompatibele technologie terrestrische roaming niet mogelijk is. Voorts wordt verwacht dat S-PCS-systemen een aanvulling op en zelfs een substituut voor het vaste openbare geschakelde telefoonnetwerk zullen worden, waarmee in afgelegen gebieden met lage bevolkingsdichtheid en/of daar waar de terrestrische infrastructuur zeer slecht ontwikkeld is, het bereik van de diensten kan worden uitgebreid. Ook in verband met verschillende bijkomende beperkingen werd geconcludeerd dat de medediningingsregels van het EG-Verdrag en de EER-Overeenkomst niet van toepassing waren; met name wat de distributie van Iridium-diensten betreft en het prijsbeleid dat Iridium als richtsnoeren aan de gateway-exploitanten zou kunnen voorstellen. - De distributie van Iridium-diensten wordt georganiseerd rond enerzijds de gateway-exploitanten - de strategische investeerders in Iridium -, die binnen hun respectieve territoria exclusieve rechten km boven het aardoppervlak. 3 De Commissie heeft het geval Inmarsat-P/ICO S-BCS goedgekeurd. Voor nadere gegevens omtrent het Inmarsat-P-systeem, zie de bekendmaking overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 17, die in PB C 304 van 15 november 1995, blz. 6, gepubliceerd is.

16 140 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE hebben om de gateways te installeren en te exploiteren, en te fungeren als, of anderen aan te wijzen om te fungeren als dienstverrichters binnen het territorium, en anderzijds de dienstverrichters die door de gateway-exploitanten worden aangewezen, hetgeen over het algemeen op niet-exclusieve basis geschiedt, en verantwoordelijk zijn voor de relatie met de klanten, en tenslotte Iridium, die als "producent" van de diensten een aantal centrale functies vervult, zodat de coherentie in het systeem gewaarborgd is. Rekening houdend met de zeer hoge risico's van het Iridium-systeem en de noodzaak gatewayexploitanten voor alle delen van de wereld aan te trekken, kunnen de aan de gateway-exploitanten verleende exclusieve rechten worden gezien als een prikkel voor investeerders om deze risico's op zich te nemen. Desalniettemin heeft de Commissie, gezien de zeer sterke positie van STET in Italië op het gebied van het aanbieden van satellietdiensten, een bijkomende bescherming geëist met betrekking tot Italië. Zo hebben de partijen bevestigd dat de Iridium-overeenkomsten de toegang van andere ondernemingen of personen tot de telecommunicatie-infrastructuur van STET niet belemmeren, met uitzondering van de STET-faciliteiten die specifiek voor het Iridium-systeem ontwikkeld worden. Bovendien heeft de Commissie er in de beschikking uitdrukkelijk op gewezen dat het tijdelijke karakter van de exclusieve rechten die aan de als gateway-exploitanten optredende investeerders verleend worden, kan worden herzien, als substantiële wijzigingen optreden in de aan deze zaak eigen omstandigheden, met name als Iridium met betrekking tot het feitelijke aanbod van S-PCS-diensten een machtspositie zou verwerven. - Iridium kan voorstellen inzake prijsbeleid doen in de vorm van richtsnoeren voor haar gatewayexploitanten. De inhoud van deze richtsnoeren werd de Commissie medegedeeld. In de richtsnoeren wordt verwezen naar regels voor de verdeling van de kosten over de gateways bij gesprekken waarvoor van meerdere gateways gebruik wordt gemaakt, alsmede naar bepalingen inzake valuta's en wisselkoersen. Elke gateway-exploitant wordt geacht deze richtsnoeren op te volgen, voor zover de toepasselijke wet- en regelgeving zulks toelaat, maar is verder vrij zelf zijn prijzen te bepalen. De richtsnoeren beogen hoofdzakelijk het behoud van de samenhang en integriteit van de wereldwijde dienst die Iridium levert. Met name voor de potentiële gebruikers van het systeem is die samenhang van belang. Meestentijds zullen zij zich namelijk van het ene naar het andere deel van de wereld verplaatsen, maar willen zij toch één factuur in één valuta ontvangen. In de beschikking heeft de Commissie erkend, zoals ook in de IPSP-beschikking 4 aanvaard is, dat het uitgangspunt van uniforme prijzen in verschillende territoria, in combinatie met gedecentraliseerde verkoop, geschikt lijkt om tegemoet te gekomen aan de behoeften van cliënten. b) Gemeenschappelijke ondernemingen en andere samenwerkingsvormen BNP/Dresdner Bank Op 24 juni 1996 heeft de Commissie een beschikking gegeven met het oog op de vrijstelling, uit hoofde van artikel 85, lid 3, van het EG-Verdrag en artikel 53, lid 3, van de EER-Overeenkomst, van 4 PB L 354 van , blz. 75 e.v., overweging 55.

17 MEDEDINGINGSBEPERKENDE AFSPRAKEN 141 een overeenkomst die voorziet in een algemene en in beginsel exclusieve mondiale samenwerking tussen de Banque Nationale de Paris (BNP; neemt op basis van het balanstotaal de vierde plaats in in Frankrijk, de zevende in Europa en de negentiende wereldwijd) en de Dresdner Bank (DB; neemt op basis van het balanstotaal de tweede plaats in in Duitsland, de twaalfde in Europa en de zesentwintigste wereldwijd). De vrijstelling werd voor 10 jaar verleend. Op intern niveau betreft de samenwerking zo goed als alle organisatorische gebieden, zoals informaticatoepassingen, beheermethoden, en de ontwikkeling van nieuwe technieken en bankproducten. Op extern niveau voorziet de overeenkomst in een nauwe samenwerking, vooral op internationaal gebied (internationale financieringen, merchant banking, beleggingen van effecten). De samenwerkingsvorm hangt af van het specifieke producttype en kan een gezamenlijk overeengekomen marketing van effecten behelzen, of ook de verplichting inhouden om de andere partner te verzoeken deel te nemen aan een internationale operatie (bij voorbeeld een internationale financiering), waarbij deze partner slechts op redelijke gronden kan weigeren deel te nemen. De samenwerking in de landen waar beide banken hun thuismarkt hebben (Duitsland en Frankrijk) zal onder een andere vorm gebeuren dan de samenwerking in de "derde landen" (alle andere landen). Wat de twee thuismarkten betreft, is de samenwerking erop gericht dat beide banken hun producten aan hun partner ter beschikking stellen voor distributie via diens netwerk. De oorspronkelijk aangemelde samenwerkingsovereenkomst deed een probleem rijzen op het gebied van de samenwerking op de bankmarkten in Duitsland en Frankrijk. Zij bevatte een zogenaamde exclusiviteitsclausule waardoor een van beide banken haar veto kon uitspreken tegen een samenwerkingsovereenkomst van de andere bank met een nationale concurrent van de eerste. Door deze clausule kon de BNP bij voorbeeld verhinderen dat DB een samenwerkingsovereenkomst zou sluiten met een andere Franse bank. Deze clausule zou elk van beide banken zo het algemene en absolute recht hebben gegeven om de minst dure toegangsweg tot de binnenlandse markt van de andere te blokkeren. Een dergelijke bescherming van de binnenlandse markten tegen de mededinging van een andere grote bank op nationaal en Europees vlak kan niet worden aanvaard in de Europese Unie, waar de concurrentie nog zal vergroten door de opkomst van nieuwe marktdeelnemers op de nationale markten. Nadat de diensten van de Commissie bezwaar hadden gemaakt tegen deze clausule, hebben beide banken ermee ingestemd dit absolute weigeringsrecht te beperken tot de gevallen waarin de samenwerkingsovereenkomst met de derde partij het gebruik van know-how 5 of zakengeheimen behelst, die voortvloeien uit de samenwerking of welke afkomstig zijn van de bank die het vetorecht bezit. Deze wijziging van de samenwerking werd verduidelijkt in een bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst die eveneens bij de Commissie werd aangemeld. In de derde landen zullen beide banken hun bestaande activiteiten hergroeperen om hun efficiëntie en rentabiliteit te verbeteren. Nieuwe activiteiten in derde landen zullen gezamenlijk worden ondernomen. 5 In de zin van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 240/96 van de Commissie van 31 januari 1996 inzake de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen overeenkomsten betreffende technologieoverdracht, PB L 31 van , blz. 2.

18 142 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE Te zijner tijd zullen de activiteiten in derde landen kunnen worden ondergebracht in een holdingmaatschappij waarvan elk van beide banken de helft van de aandelen zal bezitten. In haar beschikking splitst de Commisie de bankwerkzaamheden op in drie grote categorieën: - bankdiensten voor particuliere klanten ("retail banking") worden verleend aan particuliere klanten en kleine ondernemingen; deze activiteiten hebben een nationale dimensie; - bankdiensten voor ondernemingen en overheidsorganen ("wholesale banking") hebben meestal een nationale dimensie, met uitzondering van de internationale financieringen die een internationale dimensie hebben; - activiteiten die verband houden met de financiële markten hebben voornamelijk een internationale dimensie. Wat de bankdiensten voor particuliere klanten en voor ondernemingen en overheidsorganen met een nationale dimensie in Duitsland en Frankrijk betreft, wordt in de beschikking een beperking van de potentiële concurrentie vastgesteld. De gewijzigde exclusiviteitsclausule leidt eveneens tot een eventuele beperking van de mededinging tussen beide banken op de thuismarkten. Niettemin komt de overeenkomst krachtens artikel 85, lid 3, van het EG-Verdrag en artikel 53, lid 3, van de EER-Overeenkomst in aanmerking voor een ontheffing. Dank zij de samenwerking zal de productie van bankdiensten die aan cliënten in deze landen worden aangeboden, immers verbeteren (totstandbrenging van schaalvoordelen, verkoop van nieuwe bankproducten). Tevens zal de distributie van producten van elk van de overeenkomstsluitende partijen in het andere land worden verbeterd. Zo wordt het bij voorbeeld mogelijk in een kantoor van één van de partners een transactie de doen op de rekening bij de andere partner. De gewijzigde exclusiviteitsclausule komt ook in aanmerking voor de ontheffing omdat zij noodzakelijk is voor de samenwerking. Wat de bankactiviteiten voor particuliere klanten en voor ondernemingen en overheidsorganen in derde landen (d.w.z. alle andere landen behalve Duitsland en Frankrijk) betreft, wordt in het voorontwerp van de beschikking vastgesteld dat de overeenkomst de concurrentie niet merkbaar beperkt. Ook op het gebied van de internationale financiële markten dient niet te worden gevreesd voor een aanzienlijke concurrentiebeperking. Op dit gebied zullen de twee banken beter kunnen concurreren met de grote internationale banken, met name uit Amerika en Azië. Channel Five Broadcasting Op 27 oktober 1995 heeft de Britse regulerende instantie voor commerciële televisie, de Independent Television Commission, het concessierecht voor de exploitatie van 's lands vijfde aardse televisiezender met vrije toegang voor tien jaar toegekend aan Channel Five Broadcasting Limited (C5B), een nieuwe gemeenschappelijke onderneming die werd opgericht door MAI plc, Pearson Television Ltd, Compagnie Luxembourgeoise de Télédiffusion S.A. en Warburg, Pincus Ventures LP. De oprichting van de gemeenschappelijke onderneming was oorspronkelijk op 21 november 1995 bij de Commissie aangemeld uit hoofde van Verordening nr. 4064/89 van de Raad. Op 22 december 1995 besloot de Commissie dat de gemeenschappelijke onderneming niet binnen de werkingssfeer van de Concentratieverordening viel, maar veeleer onderzocht moest worden op grond van Verordening nr. 17/62 van de Raad. In de loop van het onderzoek vond de Commissie geen aanwijzingen die de redelijke verwachting teniet doen dat de oprichting van een vijfde televisiezender met vrije toegang de concurrentie op de

19 MEDEDINGINGSBEPERKENDE AFSPRAKEN 143 Britse markt zal vergroten, in het bijzonder wat het programma-aanbod en de reclamezendtijd betreft. Van de moedermaatschappijen is alleen MAI momenteel werkzaam in de relevante productmarkt, met name aardse televisie met vrije toegang, via participaties die zij heeft in 2 van de 15 regionale licentiehouders van Channel 3. Een coördinatie van de programmering tussen C5B en de dochters van MAI is vrijwel uitgesloten, rekening houdend met de manier waarop de programmering van Channel 3 wordt georganiseerd via het onafhankelijke Independent Television Association s Network Centre. De enige markt waarop meer dan één van de moedermaatschappijen aanwezig is, is de hogerop liggende markt voor televisieprogrammering. Het gezamenlijk aandeel van de partijen bij de gemeenschappelijke onderneming in de markt van het onafhankelijke televisieprogramma-aanbod is echter klein. Tenslotte leidde de overeenkomst tussen de aandeelhouders tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming niet tot een merkbare beperking van de mededinging. De Commissie heeft de partijen bij de gemeenschappelijke onderneming C5B derhalve op 12 maart 1996 een administratieve brief toegestuurd houdende een negatieve verklaring. BFGoodrich (USA) / Messier-Bugatti (F) De Commissie heeft bij administratieve brief een samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen de ondernemingen BF Goodrich in de Verenigde Staten en Messier-Bugatti in Frankrijk op het gebied van onderstellen en remmen voor passagiersvliegtuigen, onder andere voor de Airbus A-330/340 en A-321. BF Goodrich en haar Frans filiaal BFG Aerospace zijn actief in de luchtvaartindustrie en vervaardigen vliegtuigonderdelen. Andere ondernemingen van de groep produceren elektronische instrumenten en uitrusting of zijn werkzaam in de chemie. Messier-Bugatti is een filiaal van de Franse vliegtuigmotorfabrikant Snecma. Zij vervaardigt onder meer verschillende soorten vliegtuigonderdelen zoals onderstellen en remmen. Met het oog op de deelname aan een aanbesteding voor onderstellen en remmen voor de vliegtuigen Airbus A-330/340 en A-321 en om de financiële risico's van een dergelijke operatie te spreiden, hebben beide partijen een gemeenschappelijke dochteronderneming in het leven geroepen die de activiteiten van de moederonderneming met betrekking tot producten voor de desbetreffende Airbusvliegtuigen zal coördineren. Het gaat om de gezamenlijke ontwikkeling van de producten, het presenteren van aanbiedingen aan de vliegtuigconstructeur, het zoeken naar afnemers bij de luchtvaartlijnen, het organiseren van de productie van de onderdelen door de moedermaatschappijen en het verlenen van klantenservice. Deze markt heeft als kenmerk dat zij zich wereldwijd uitstrekt en een beperkt aantal marktdeelnemers telt, vooral wat de vliegtuigconstructeurs betreft. Om een maximaal concurrentiepeil in stand te houden op deze soort markt is het van wezenlijk belang dat de marktdeelnemers aan concrete samenwerkingsprogramma's kunnen deelnemen zonder dat zij evenwel verhinderd worden mee te werken aan andere programma's met andere deelnemers. De Commissie heeft er zorgvuldig over gewaakt dat op het gebied van de klantenservice, waar een groot aantal onafhankelijke marktdeelnemers actief zijn, de door de luchtvaartautoriteiten erkende ondernemingen gegarandeerd kunnen beschikken over de onderdelen en handleidingen die nodig zijn voor een adequaat onderhoud en de reparatie van de onderstellen en remmen van de desbetreffende vliegtuigen.

20 144 TOEPASSING VAN DE MEDEDINGINGSREGELS IN DE EUROPESE UNIE c) Andere horizontale overeenkomsten Fins hout In december 1996 heeft de Commissie een vrijstelling voor een periode van 5 jaar verleend voor de tussen de Finse bosbouwfederatie en de Centrale Unie van Landbouw- en bosbouwproducenten in Finland gesloten overeenkomst inzake rondhout. De overeenkomst betreft stamstukken en vezelhout dat in Finland wordt verkocht door particuliere boseigenaars aan de houtverwerkende industrie. De overeenkomst was erop gericht een lange-termijnbasis te leggen voor concurrentie in de handel op de markt voor rondhout, waardoor een gezonde ontwikkeling van de nationale economie zou worden gewaarborgd door een optimale aanwending van de natuurlijke hulpbronnen, en een toereikend aanbod van rondhout voor de industrie zou worden gehandhaafd. De Finse rondhoutmarkt heeft een zeer bijzondere structuur, met een zeer grote ongelijkheid in de onderhandelingsmacht van verkopers en kopers en in de informatie waarover zij beschikken. Aan de aanbodzijde zijn er honderdduizenden kleine boseigenaars die zeer onregelmatig verkopen (doorgaans om de drie tot vijf jaar), en voor de meesten van hen zijn dit slechts neveninkomsten. Aan de vraagzijde is er een klein aantal grote bosbouwondernemingen met professionele inkooporganisaties. De recente fusies in Finland hebben het aantal werkelijk grote kopers op de markt nog verkleind. Vanwege deze bijzondere situatie in de Finse bosbouwsector, en met het oog op het creëren en handhaven van vertrouwen onder de boseigenaars zodat het aanbod van de grondstof veilig wordt gesteld, is een mechanisme uitgewerkt, waarbij een vorm van samenwerking tussen boseigenaars wordt toegestaan. De vrijstelling werd slechts verleend nadat de partijen belangrijke wijzigingen in hun overeenkomst hadden aangebracht. Volgens de originele overeenkomst werd een systeem opgezet waarbij vertegenwoordigers van de afnemers en de aanbieders gezamenlijk het marktprijsniveau in vier regio's in Finland vaststellen. Nadat de Commissie hiertegen bezwaar had aangetekend, hebben de partijen het systeem vervangen door overeenkomsten waarbij elke bosbouwonderneming afzonderlijk onderhandelt met de vertegenwoordigers van de boseigenaars in het werkgebied van die onderneming. De onderhandelingen hebben niet langer tot doel richtprijzen of referentieprijzen te geven, doch enkel overeenstemming te bereiken over de marktsituatie en de prijsverwachtingen. Deze prijsvoorspellingen zullen niet bindend zijn in de eigenlijke handel en de prijzen zullen bij elke transactie vrijelijk tussen de partijen worden overeengekomen. Anders dan bij de vroegere handelsregelingen betreffende rondhout in Finland het geval was, werken de bosbouwondernemingen niet samen ten aanzien van de prijsstelling en treden zij bij onderhandelingen met verkopers evenmin op in groepsverband of in enige andere collectieve hoedanigheid. De boseigenaars zijn, hunnerzijds, bij de onderhandelingen vertegenwoordigd door adhoc comité's, die telkens gemachtigd worden door het nationale besluitvormingslichaam van de particuliere boseigenaars. De ad-hoc comités kunnen onafhankelijk onderhandelingen voeren en zijn hierbij niet ondergeschikt aan of onderworpen aan controle van de Centrale Unie. Nadat de partijen belangrijke wijzigingen hadden aangebracht, heeft de Commissie een vrijstelling verleend. Zij zal de zaak evenwel over vijf jaar opnieuw onderzoeken.

Integraal mededingingsrecht

Integraal mededingingsrecht Integraal mededingingsrecht Verzameling van in Nederland geldende nationale en Europese regelgeving inzake kartelrecht en concentratiecontrole Samengesteid door: mr. P.B. Gaasbeek prof. mr. B.MJ. van der

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 18.12.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 VERORDENING (EU) Nr. 1218/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Voor de EER relevante tekst) 1.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE

Nadere informatie

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.6.2010 COM(2010)331 definitief 2010/0179 (CNS) C7-0173/10 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz.

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz. 1991L0440 NL 13.09.1991 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.3.2010 COM(2010) 100 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Nadere informatie

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-29/92 Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Non-existentie Besluiten van ondernemersverenigingen

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2019 COM(2019) 221 final 2019/0107 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot machtiging van Duitsland om zijn huidige bilaterale overeenkomst

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 2.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 VERORDENING (EG) Nr. 2060/2004 VAN DE RAAD van 22 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2702/1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7 14.11.2007 Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7 VERORDENING (EG) Nr. 1330/2007 VAN DE COMMISSIE van 24 september 2007 tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de verspreiding onder belanghebbenden

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE Brussel, 25 maart 2019 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-MEDEDINGINGSRECHT Op 29 maart 2017 heeft het

Nadere informatie

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 RICHTLIJN 2008/63/EG VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2008 betreffende de mededinging op de markten van telecommunicatie-eindapparatuur (Voor de EER relevante

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) N 20 CORDROGUE 27 FISC 45 BUDGET 13 SAN 71 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 14 maart

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.3.2016 COM(2016) 133 final 2016/0073 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Gemengde Commissie die

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 26.3.2008 C 75/19 Samenvatting van beschikking van de Commissie van 21 februari 2007 in een procedure op grond van artikel 81 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Zaak COMP/E-1/38.823

Nadere informatie

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO BEVORDEREN VAN DE CONCURRENTIE EN TEGENGAAN VAN AFSPRAKEN DIE DEZE BEPERKEN Curaçao, oktober 2016 1. INTRODUCTIE Op 29 maart 2016 zag de Fair Trade Authority

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2008 (OR. en) 14914/08 COPEN 199 EUROJUST 87 EJN 65 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 891 / debitel-cellway

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.03.2000 COM(2000) 145 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot schorsing voor een periode van zes maanden, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE 21.11.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 421/1 II (Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie Goedkeuring

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.5.2016 COM(2016) 302 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27-02-2001 SG(2001) D/ 286469 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel Excellentie, Ik heb de eer U ervan in

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 23.4.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 102/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 330/2010 VAN DE COMMISSIE van 20 april 2010 betreffende de toepassing van artikel

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.6.2017 L 162/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2011 COM(2011) 724 definitief 2011/0328 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst in de vorm van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.9.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0932/2006, ingediend door Johannes Kleinschnittger (Duitse nationaliteit), over het uitbreidingsprogramma

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND, EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 4 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 7.3.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 7.3.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.3.2014 C(2014) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 7.3.2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.7.2013 COM(2013) 555 final 2013/0269 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01-03-2004 C(2004) 706 Betreft : Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/2004 - Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij Excellentie, De Commissie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17 28.3.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17 VERORDENING (EU) Nr. 316/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 VERSLAG van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad EPSCO Nr. vorig doc.: 9081/08

Nadere informatie

Zaak Nr IV/M.1262 - CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

Zaak Nr IV/M.1262 - CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998 NL Zaak Nr IV/M.1262 - CEBECO / PLUKON Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 31.3.2017 L 87/411 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/588 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265 RESULTAAT BESPREKI GE van: de Groep Financiële vraagstukken d.d.: 14 december 1999 Betreft: BTW - Verlaagd tarief

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/4 VERORDENING (EU) 2016/293 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1457 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 259/14 Publicatieblad van de Europese Unie 2.10.2009 RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU. Europese Commissie Brussel, 30.06.2004 C (2004)2042 fin Betreft: Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de

Nadere informatie

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.9.2016 COM(2016) 552 final 2011/0103 (NLE) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Noorwegen;

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE UNIE

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE UNIE EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Zittingsdocument 27.2.2015 B8-0210/2015 VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE UNIE ingediend overeenkomstig artikel 46, lid 2, van het Reglement over de wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 18.10.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 VERORDENING (EG) Nr. 1024/2008 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) CH 39 SOC 374 MI 157 ETS 16 SERVICES 35 ELARG 86 VOORSTEL van: de Europese Commissie

Nadere informatie

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen)

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen) o Is er sprake van een onderneming die een economische activiteit uitoefent? Mw niet van toepassing Rnr. 12 Is sprake van een afspraak tussen ondernemingen? Mw niet van toepassing Rnr. 13-17 3.1 a) Zijn

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening van de Raad betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.11.2013 COM(2013) 776 final 2013/0384 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN GEZAMEIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN "1. De vandaag vastgestelde verordening betreffende de uitvoering van de mededingingsregels

Nadere informatie

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.10.2013 C(2013) 6254 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37097 (2013/N)

Nadere informatie