Normen NEN-EN & -50, verbeter de veiligheid van de lift

Transcriptie

1 Normen NEN-EN & -50, verbeter de veiligheid van de lift

2 Inhoudsopgave 1. Overzicht regelgeving 2. Richtlijn Liften 3. EN en -50

3 Europese Richtlijn, WWBL en normen Regelgeving voor liften Europese Richtlijn Liften, thans 95/16/EG, wordt 2014/33/EU: minimaal veiligheidsniveau nieuwe liften en componenten; handelsbelemmering wegnemen; verplichting aan lidstaten de Richtlijn in wet op te nemen. Nederland Warenwetbesluit Liften (WWBL): veiligheidsniveau nieuwe liften voldoet aan Richtlijn Liften; veiligheidsniveau bestaande liften behouden (vervaardigingsnorm); keuringsregime van liften; aanwijzing van keuringsinstellingen. Europese geharmoniseerde normen: geaccepteerde methode om te voldoen aan RL; afwijkingen toegestaan, mits onderbouwd met RI&E.

4 Normen overzicht en ontwikkeling Normen in Europa VERVALLEN UPDATE NIEUW

5 Disclaimer Normen in Europa Deze presentatie geeft een overzicht van de voornaamste normwijzigingen die voor Sales en project management relevant worden geacht. Het is geen overzicht van alle normwijzigingen. De Nederlandse teksten in deze presentatie zijn eigen vertalingen en dus geen officiële vertalingen. Wijzigingen t.a.v. de producten vallen buiten de scope van deze presentatie.

6 NEN-EN en Confidential KONE Corporation

7 Structuur Twee nieuwe normen EN 81-20: technische eisen voor elektrische/tractie en hydraulische liften EN 81-50: administratieve eisen voor ontwerpregels, berekeningen, onderzoek en beproevingen voor liftcomponenten Waarom nieuwe normen? Verbetering van veiligheid voor gebruiker en werknemer door toepassen van stand van de techniek Opnemen essentiële eisen gewijzigde Richtlijnen Herstellen van fouten in EN 81-1/2 + A3 Opnemen van interpretaties Referenties naar andere normen actualiseren Structuur / indeling norm volgens CEN regels (EN en EN 414)

8 Planning implementatie 2008: 1ste ontwerp EN 81-20/50 is uitgegeven voor publiek commentaar 2012: CEN begonnen met verwerken binnengekomen commentaren (ruim 3000!) : Stemming en akkoord : Publicatie : Vermelding Official Journal EU (= Harmonisatie) : Afloop overgangstermijn ( harde datum)

9 NEN-EN en Confidential KONE Corporation

10 Nieuwe structuur Normen moeten worden opgesteld volgens de EN414 en bevatten minimaal: 0 Inleiding 1Toepassingsgebied 2Normatieve verwijzingen 3Termen en definities 4Lijst van significante gevaren 5Veiligheidseisen en/of beschermende maatregelen 6Verificatie 7Informatie voor gebruik

11 Inleiding, onderhandelingen EN gaat uit dat degene die de lift levert en degene die verantwoordelijk is voor het gebruik van de lift overleg hebben over: het beoogde gebruik / dat de lift op de juiste manier wordt gebruikt als waar het voor is bedoeld. het gebruik van de lift voor passagiers en/of goederen, de manier van beladen, de te tranporteren goederen, etc. omgevingsinvloeden zoals vochtigheid, temeratuur, regen, sneeuw etc. warmte ontwikkeling door liftcomponenten vereisen mogelijk ventilatie van de ruimte waar zij zijn opgesteld. (De verantwoordelijkheid om de schacht te ventileren, op basis van informatie van de liftinstallateur, is de verantwoordelijkheid van de ontwerper van het gebouw, waarbij deze rekening dient te houden met geldende nationale voorschriften.) trillingen en geluid veroorzaakt door de liftcomponenten.

12 NEN-EN en -50, de liftschacht Confidential KONE Corporation

13 De liftschacht, krachten Glas in de schacht moet altijd gelaagd glas zijn (gewoon float glas niet meer toegestaan) Nieuwe eisen voor de sterkte van de wanden, deuren en putvloer: Schachtelement kracht oppervlak vervorming Schachtwanden (anders dan glas) 1000N * 0,3m x 0,3m 1mm permanente vervorming 15mm elastische vervorming Glazen schachtwanden 1000N * 0,3m x 0,3m Geen permanente vervorming Toegangs-, inspectie- en nooddeuren in de schacht 1000N * 0,3m x 0,3m 15mm elastische vervorming * dynamisch Nationale bouwvoorschriften blijven ook van toepassing. Bouwbesluit: afdeling 2.1 algemene sterkte van de bouwconstructie Artikel 2.2 Fundamentele belastingcombinaties Artikel 2.3 Buitengewone belastingcombinaties Artikel 2.4 Bepalingsmethode

14 De liftschacht, horizontale balken Als er randen in de schacht groter dan 0,15m (inclusief schachtbalken) aanwezig zijn moeten, om te voorkomen dat personen op de randen gaan staan: De randen worden afgeschuind (45 graden), of Een afleider worden aangebracht onder een hoek van 45 graden (bestand tegen 300N op 5 cm 2 ) Zonder permanente vervorming Met 15 mm elastische vervorming Geldt voor alle schachten, dus ook beton Geldt niet als een balustrade op het kooidak aanwezig is

15 De liftschacht, afstand >11m tussen stops, betreedbare ruimte onder schacht Afstand > 11 m: Als de afstand tussen twee opeenvolgende schachttoegangen meer dan 11 meter is, zijn er twee opties: -Nooddeuren op tussenliggende niveau(s), of -De lift en de naastliggende lift voorzien van nooddeuren. Als de afstand tussen de nooddeuren > 0,35m ( 1,0m) moet een brugconstructie (draagbaar of geïntegreerd aan de kooi) van minimaal 0,50m breed met een leuning worden voorzien. De brugconstructie moet geschikt zijn voor een belasting van 2500 N en ter plaatse worden opgeslagen. Betreedbare ruimte: Bij betreedbare ruimte onder de liftput moet het tegengewicht worden voorzien van een vang. Een doorlopende buffer is niet meer toegestaan.

16 De liftschacht, inspectiedeuren en -luiken Toegangsdeuren, inspectiedeuren en nooddeuren: Inspectieluiken zijn vervallen en vervangen door inspectiedeuren. Toegangsdeuren in de schacht en machinekamer 0,6 x 2,0 m (b x h) Nooddeuren in de schacht * 0,5 x 1,8 m (b x h) Inspectiedeuren in de schacht * 0,5 x 0,5 m (b x h), rekening houdend met de verlangde werkzaamheden * Naar buiten toe openen, van binnenuit zonder sleutel te openen, elektrisch bewaakt.

17 De liftschacht, schermen in de schacht Scherm bij tegengewicht - Hoogte vanaf 0,30m (of onderzijde TG bij ingedrukte TGbuffer) tot 2,0m vanaf putvloer - Breedte is minimaal gelijk aan het TG - Indien afstand tussen schachtwand en TG-leiders > 0,30m dan moet ook deel naar de wand toe worden afgeschermd om te voorkomen dat toegang ontstaat; - Sleuven voor compensatie kabels en inspectie zijn toegestaan Scheidingsscherm over gehele hoogte is nodig bij meerdere liften in de schacht als de afstand vanaf de binnenzijde van de balustrade op kooidak naar bewegende delen van de andere lift <500mm is. - Indien geperforeerd moet EN worden gevolgd - Sterkte 300N over 5cm 2 zonder bewegende delen te raken. In EN 81-1/2 gold de rand van de kooi naar een bewegend deel.

18 De liftschacht, veiligheidsruimte boven kooi Als voor onderhoud of inspectie werkzaamheden meer dan één persoon nodig is moet een aanvullende veiligheidsruimte voor elke aanvullende persoon worden voorzien. Per persoon aanwezig op het kooidak moet een veiligheidsruimte aanwezig zijn Alle veiligheidsruimtes moeten hetzelfde type zijn Type Posture Horizontal dimensions of the refuge space (m x m) Height of the refuge space (m) 1 Standing 0,40 x 0,50 2,00 2 Crouching 0,50 x 0,70 1,00 Pictogram op kooidak dat het maximum aantal personen en de veilige houding aangeeft Pictogram op scherm tegengewicht dat de afstand geeft tussen het TG en TG-buffer als de kooi in de hoogste positie staat om de uitloop te garanderen Bij type hurken mag de ruimte langs de basis aan één zijde met met 100mm x 300mm worden verminderd Standing Key for pictograms 1: Black colour 2: Yellow colour 3: Black colour Crouching Reduced based

19 De liftschacht, veiligheidsruimte boven kooi Voor hoogste delen dak: - afstand A, B en C 0,50m (dus ook diagonaal) Voor balustrade: - afstand D 0,30m - afstand E 0,40m X: Hoogte van veiligheidsruimte 1: Hoogste delen van kooidak 2: Kooi 3: Veiligheidsruimte(n) Hoogte boven elk oppervlak dat als stavlak wordt beschouwd (oppervlak >0,12m 2 met minimum lengte van >0,25m aan de smalle zijde) moet worden behandeld als veiligheidsruimte.

20 De liftschacht, veiligheidsruimte onder kooi Eén veiligheidsruimte per persoon die in de liftput aanwezig kan zijn Alle veiligheidsruimtes moeten hetzelfde type zijn Pictogram in de put dat het maximum aantal personen en de veilige houding aangeeft, leesbaar vanaf de toegang Standing Crouching Type Posture Horizontal dimensions of the refuge space (m x m) Height of the refuge space (m) 1 Standing 0,40 x 0,50 2,00 2 Crouching 0,50 x 0,70 1,00 3 Laying 0,7 x 1,0 0,50 Laying Key for pictograms 1: Black colour 2: Yellow colour 3: Black colour

21 De liftschacht, toegang naar de put Toegangsdeur bij putdiepte > 2.5m Toegangsdeur of ladder bij putdiepte 2.5m Als er kans bestaat dat de ladder tijdens gebruik in aanraking komt met bewegende delen van de lift, moet de ladder worden voorzien van een elektrisch veiligheidscontact, zodat wordt voorkomen dat de lift in bedrijf komt als de ladder niet in diens opgeborgen positie bevindt. De lengte van ladder is dusdanig dat de ladderbomen, of andere passende handvatten, tijdens de gebruikspositie minimaal 1,10 m boven de schachtdeurdorpel doorsteken. De horizontale afstand tussen de rand van de schachttoegang en de ladder in diens opgeborgen positie mag niet meer dan 800 mm bedragen.

22 De liftschacht, bedieningen in de put Stopschakelaar(s): 1) Bij putdiepte 1,60 m moet de stopschakelaar: minimaal 0,40 m boven de onderste schachttoegang en maximaal 2,0 m boven de putvloer; maximaal 0,75 m horizontale afstand vanaf het deurframe; 2) Bij putdiepte > 1,6 m moeten twee stopschakelaars worden aangebracht. Schachtverlichting: Voorziening om schachtverlichting te ontsteken is aangebracht binnen een horizontale afstand van 0,75 m vanaf het deurframe en op een hoogte van minimaal 1,0 m boven de vloer van de toegang. Inspectiebesturing: Een inspectiebesturing moet worden aangebracht, te bedienen binnen 0,30 m vanaf een veiligheidsruimte Deurontgrendeling: De vergrendeling van de schachtdeur is te bereiken van de putladder, waarbij staande op de ladder: binnen een verticale afstand van 1,8 m en horizontale afstand van 0,8 m. De deur mag ook vanaf de putvloer worden ontgrendeld.

23 De liftschacht, sprinkler Brandblussystemen (sprinklers) worden nu onder voorwaarden toegelaten. De liftschacht, de machineruimte en schijvenruimte mogen branddetecties en/of brandblusmiddelen bevatten, mits: werkend vanaf een hoge temperatuur (bijv. 80 C); geschikt voor de elektrische apparatuur; passend beschermd tegen onbedoeld stoten; activering van sprinklers is alleen mogelijk de lift op een verdieping is geparkeerd en de hoofdschakelaar(s) en de lichtstroomkring zijn uitgeschakeld door het brandmeldsysteem.

24 De liftschacht, verlichting Verlichting bij / op / in Volgens EN81-1/2 Volgens EN81-20 Schacht 50 1m boven kooidak 50 1m boven putvloer Tussenliggende lampen Lampen op 0.5m vanaf de hoogste en laagste punten 50 1m boven kooidak 50 1m boven putvloer 20 alle overige gebieden (exclusief schaduwwerking door cabine of componenten) Voldoende aantal lampen in de schacht. Aanvullende lampen mogen worden bevestigd op het kooidak als onderdeel van de schachtverlichting. 50 lux Toegang naar schacht of Permanent verlicht machineruimte Machineruimte 200 vloerniveau 200 plaatsen waar personen kunnen werken 50 plaatsen waar personen bewegen tussen werkplekken Machine cabinet 200 vloerniveau 200 plaatsen waar personen kunnen werken Nood- en testpaneel 50 apparaat 200 apparaat Schijvenruimte 100 schijven 200 plaatsen waar personen kunnen werken 50 plaatsen waar personen bewegen tussen werkplekken Verdiepingen 50 vloer 50 vloer Cabine 50 vloer en bedieningsmiddelen 100 bedieningsmiddelen en 1m boven vloer, > 100mm vanauit de wand Cabine (nood) 1 W voor 1 uur 5 lux voor 1 alarmknop en 1m vanaf vloer in midden van de kooi Cabinedak (nood) lux voor 1 alarmknop en 1m vanaf vloer in midden van het kooidak

25 NEN-EN en -50, machineruimte Confidential KONE Corporation

26 Machineruimte, via prive vertrek Lift in penthouse opstelling: Toegang door prive verstrekken wordt niet meer uitgesloten. Overleg met de eigenaar over procedures over onderhoud en bevrijding noodzakelijk Procedures moeten ook worden verstrekt NOTE 1 De fabrikant/installateur maakt de ontwerper/architect/eigenaar bewust van de procedures betreffende toegang, brand, opsluiting en ook problemen m.b.t. beveiliging als de lift direct in privé vertrekken uitkomt (zie onderhandelingen). NOTE 2 Toegang via privé vertrekken kan deel uitmaken van nationale regelgeving (NL: Arbo-wet) Arbo art. 3.6: werknemer, indien een toestand ontstaat waarin direct gevaar voor zijn veiligheid of gezondheid aanwezig is, zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen Arbo art. 3.7: 1. Vluchtwegen en nooduitgangen zijn vrij van obstakels. 2. Nooduitgangen kunnen te allen tijde worden geopend. 3. Deuren van nooduitgangen en deuren op het traject van de vluchtwegen zijn op eenvoudige wijze van binnenuit naar buiten toe te openen

27 NEN-EN en -50, cabine- en schachtdeuren Confidential KONE Corporation

28 Cabine- en schachtdeur Componenten worden vervaardigd van materiaal dat sterkte eigenschappen behoudt over de beoogde levensduur binnen de omgevingsinvloeden Kracht van 1000N met slingerzakproef Kooi- en schachtdeuren moeten worden voorzien van retainers - Retainers moeten worden gezien als mechanische voorzieningen die voorkomen dat deurpanelen uit de geleiding komen. Alle kooi- en schachtdeuren, including het frame, moeten worden getest met de zachte en harde stootlichaam op voorgeschreven posities

29 Cabine- en schachtdeur, ontgrendeling De ontgrendeldriehhoek kan op het deurpaneel of op het frame worden aangebracht Indien in verticaal vlak (op het deurpaneel of het frame) mag de opening van de ontgrendeling op maximaal 2,0m vanaf de vloer bevinden Indien in horizontale vlak (in het deurframe) mag de opening van de ontgrendeling op maximaal 2,70m vanaf de vloer bevinden 2.00m De lengte van de ontgrendelsleutel is minimaal gelijk aan de hoogte van de deur minus 2,20m In verticale vlak De ontgrendelsleutel is gelabeld en ter plaatse beschikbaar Nieuwe afmetingen voor ontgrendelsleutels om gebruik van algemene sleutels te voorkomen 2.70m In horizontale vlak

30 Cabine, beveiliging van de deuren Er moet worden voorkomen dat passagiers in aanraking komen met sluitende deuren als zij de lift betreden of verlaten. De deuren moeten hun sluitbeweging stoppen en weer openen voordat de passagier wordt geraakt.

31 Cabine, beveiliging van de deuren Er moet worden voorkomen dat passagiers in de liftschacht vallen als zij zichzelf proberen te bevrijden. Passagiers mogen niet de deuren kunnen openen vanuit de liftcabine zodra deze buiten de ontgrendelzone tot stilstand is gekomen.

32 NEN-EN en -50, cabine Confidential KONE Corporation

33 Cabine, vloeroppervlak Kooi oppervlak wordt gemeten van wand tot wand (exclusief wandafwerking), op een hoogte van 1m boven de vloer Nissen of vergrotingen boven de kooivloer, die geen persoon kunnen bevatten vanwege aldaar geplaatste componenten hoeven niet in de berekening te worden meegenomen (bijv. nis voor opklapbare zitting, nis voor telefoon). Waar een oppervlak beschikbaar is tussen de dagstukken (bij gesloten deuren) geldt het volgende: Bij een oppervlak met een diepte 100 mm tot aan enig deurpaneel, dan wordt het betreffende oppervlak niet meegerekend bij het kooi-oppervlak; Bij een oppervlak met een diepte > 100 mm, dan wordt het oppervlak wel meegerekend bij het kooi-oppervlak.

34 Cabine, personen-/goederenlift Het gewicht van de apparatuur om de lading te behandelen moet worden meegerekend bij het bepalen van het hefvermogen, of Het gewicht van de apparatuur om de lading te behandelen moet apart worden beschouwd van het hefvermogen op voorwaarde dat: - de apparatuur om de lading te behandelen niet worden vervoerd; - het cabineframe, de vang, de geleiderails, de machinerem, de tractie, de voorziening onbedoelde cabinebewegingen (UCMP), etc. allen zijn gebaseerd op het hefvermogen plus het gewicht van de apparatuur voor behandelen van de lading. - Indien de maximale stopnauwkeurigheid wordt overschreden als gevolg van in- en uitladen moet een mechanische voorziening de neerwaartse beweging beperken tot maximaal 20 mm. Het maximale gewicht van de apparatuur en de bijbehorende belasting moet op een pictorgam worden aangegeven. Pictogrammen wanneer het gewicht van de apparatuur voor laden niet is meegenomen in het hefvermogen Gereduceerd hefvermogen alleen toegestaan bij hydraulische liften

35 Cabine, afwerking Het materiaal van de cabinevloer, wanden en het plafond hebben een brandbestendigheid volgens EN van minimaal: - vloer: Cfl s2 - wanden: C s2 d1 - plafond: C s2, d0 Gelakte afwerking, laminaat tot 0,30 mm op de wanden en armaturen zoals bediening, verlichting en standaanwijzers vallen buiten deze eis Spiegels en andere glas afwerkingen voldoen aan klasse B of C van de EN12600:2002, Annex C (Glass in building - Pendulum test - Impact test method and classification for flat glass) Oppervlak van het kooidak is van een anti-slip materiaal

36 Cabine, afstanden tot schachtwanden Balustrade op kooidak Alle cabines hebben rondom een schoprand van minimaal 0,10 m hoog, onafhankelijk van de ruimte tussen kooi en de schacht. Er is een balustrade op het kooidak als de afstand tussen de schachtwand en de kooi 0,30 m is. Voor de hoogte van de balustrade geldt: -Afstand tot binnenzijde balustrade tot schachtwand 0,50 m balustrade 0,70m hoog -Afstand tot binnenzijde balustrade tot schachtwand > 0,50 m balustrade 1,10m hoog De balustrade mag maximaal 0,15 m vanaf de rand kooidak worden geplaatst. De balustrade moet bestand zijn tegen van 1000N waarbij de elastische vervorming <50mm

37 NEN-EN en -50, overige Confidential KONE Corporation

38 Inspectiebesturing Blauwe knop Run is toegevoegd en moet samen met de op en neer knop worden bediend Tijdens inspectiebesturing is de snelheid 0,63 m/s. Als de verticale afstand boven het sta-oppervlak boven op de kooi of in de put 2,0 m is dan is de snelheid 0,30 m/s Normal Inspection Inspectiebesturing in de liftput is toegevoegd Als meer dan één inspectiebesturing is geactiveerd, is het niet mogelijk om de kooi te laten bewegen door het bedienen van één inspectiebesturing. Alle geactiveerde inspectiebesturingen moeten gelijktijdig worden bediend.

39 De liftschacht, inspectiebesturing in de put De terugkeer naar normaal bedrijf kan alleen worden gedaan door de schakelaar terug te zetten op normaal. Aanvullend mag de terugkeer naar normaal bedrijf vanaf de inspectiebesturing in de liftput alleen onder de volgende voorwaarden plaatsvinden: Schachtdeur(en) die toegang geeft (geven) naar de liftput is (zijn) dicht en vergrendeld Alle stopschakelaars in de put zijn niet geactiveerd Elektrische reset schakelaar buiten de schacht is bediend: in combinatie met de ontgrendel sleutel van de deur duie toegang naar de put geeft, of toegankelijk voor geautoriseerde personen, bijvoorbeeld een afgesloten cabinet geplaatst nabij de schachtdeur die toegang naar de put geeft

40 Alarm, spreek-/luister volgens EN Alarmsystemen in / op / onder de lift moeten voldoen aan de NEN-EN om een twee-richtingen communicatie met een reddingsdienst te garanderen.

41 NEN-EN en -50, nabije toekomst Confidential KONE Corporation

42 Nabije toekomst EN & -50 mogen worden toegepast na hamoniseren (dec. 2014); EN & -50 moeten worden toegepast na 31 augustus 2017; Tussenliggende periode dus parallel; Aanvulling A1 is in de maak onder andere vanwege alternatieve tractiemiddelen.

43