B e s l u i t v o r m e n d e r a a d s v e r g a d e r i n g

Transcriptie

1 AGENDA B e s l u i t v o r m e n d e r a a d s v e r g a d e r i n g Nr. 5/ 2013 Woudrichem, 13 juni 2013 Aan de leden van de raad Uitnodiging Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van een openbare vergadering van de besluitvormende raad van de gemeente Woudrichem, te houden op dinsdag 25 juni 2013, aanvang 18:30 uur, in het gemeentehuis te Woudrichem. Agenda punt Omschrijving Volgnr. voorstel 1. Opening 2. Vragenuur 3. Vaststelling besluitenlijst van de openbare besluitvormende raadsvergadering van 14 mei Ingekomen stukken: vaststelling lijst ingekomen stukken: volgnr. 2013/ Vaststelling agenda HAMERSTUKKEN 6. Wijziging 'Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem Vooruitlopend op een algehele herziening van de winkeltijdenverordening wordt een reparatieverordening ter vaststelling voorgelegd. Wanneer het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet in werking treedt heeft dit ook gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Een substantieel aantal vrijstellingen op het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn zal van rechtswege vervallen. Gemeenten die de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd voort willen zetten kunnen deze vervallen vrijstellingen kopiëren naar een eigen verordening. Portefeuillehouder: burgemeester Petter 7. Verordening riolering In een samenwerkingsproject van de gemeenten Aalburg, Woudrichem, Werkendam, Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout is gekeken welke gemeentelijke regelgeving ten aanzien van de aansluiting van particulieren en bedrijven op het gemeentelijk riool wenselijk is. Daarbij is tevens gezocht naar uniformering tussen de gemeenten. Portefeuillehouder: wethouder De Peuter 8. Beheersverordening Giessen-Rijswijk en Almkerk-Centrum Met het oog op de wettelijke actualisatieplicht per 1 juli 2013 zijn voor de plangebieden Giessen-Rijswijk en Almkerk-Centrum beheersverordeningen opgesteld. Portefeuillehouder: wethouder De Peuter Agenda raadsvergadering 25 juni 2013 pagina 1/3

2 AGENDA B e s l u i t v o r m e n d e r a a d s v e r g a d e r i n g Agenda punt Omschrijving Volgnr. voorstel 9. Plan van aanpak Samenwerken voor de jeugd in West Brabant oost In 2012 is er gewerkt aan het richting geven van het nieuwe stelsel zorg voor jeugd. Samen met ouders, jeugd en partners uit het jeugdveld zijn gemeenten gekomen tot het opstellen van uitgangspunten voor het jeugdzorgstelsel per Deze uitgangspunten staan geformuleerd in het plan van aanpak Samenwerken voor de jeugd in West Brabant Oost Portefeuillehouder: wethouder Bergsma 10. Werkkostenregeling (WKR) en overige actualisatie Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden Sinds 1 januari 2011 kan de WKR ingevoerd worden. De WKR is een nieuwe fiscale systematiek die per 1 januari 2015 voor elke werkgever verplicht wordt. Na inventarisatie is gebleken dat invoering van de WKR per 1 januari 2013 voor de gemeente Woudrichem een financieel voordeel oplevert. Deze situatie is voor het college aanleiding geweest om op 18 december jl. te besluiten om met ingang van 1 januari 2013 de WKR in te voeren. De invoering voor raad en college vraagt nog een afzonderlijke beslissing van de raad Portefeuillehouder: wethouder Bergsma BESPREEKSTUKKEN Visie Woudrichemse Waterkant In het buitendijkse gebied rond de Vesting Woudrichem ligt een verscheidenheid aan initiatieven, ambities en wensen van eigenaren en betrokkenen. Om op een verantwoorde manier met de ruimte om te gaan en het bijzondere cultuurhistorische en natuurlijke karakter van het buitengebied zo goed mogelijk te bewaren, is er behoefte aan een visie. Portefeuillehouder: burgemeester Petter 12. Structuurvisie LvhA De intergemeentelijke Structuurvisie Plus Land van Heusden en Altena uit 2004 heeft een looptijd tot Daarnaast voldoet de huidige structuurvisie niet aan de eisen van de Wro en de daarin opgenomen grondexploitatiewet. Tevens hebben de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem, de provincie Noord-Brabant en het rijk de afgelopen jaren nieuw ruimtelijk beleid ontwikkeld. Dit nieuwe beleid dient geïmplementeerd te worden in de nieuwe structuurvisie. Portefeuillehouder: wethouder De Peuter 13. Gemeentehuis Woudrichem omvormen tot Multifunctioneel Centrum(MFC) Het college van burgemeester en wethouders van Woudrichem heeft de mogelijkheden onderzocht om het gemeentehuis te gebruiken als MFC en het voormalig pand van de Rabobank in Woudrichem te gebruiken als backoffice voor de gemeente. Portefeuillehouder: wethouder Bergsma Agenda raadsvergadering 25 juni 2013 pagina 2/3

3 AGENDA B e s l u i t v o r m e n d e r a a d s v e r g a d e r i n g Agenda punt Omschrijving Volgnr. voorstel 14. Jaarrekeningen 2011 en 2012, verantwoording bruidsschat 2011 en begroting 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena De begrotingen van de Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraden. Met de jaarrekeningen moeten de raden instemmen. Portefeuillehouder: wethouder Bergsma Actualisatie Grondexploitatie Almkerk-West In 2010 heeft de gemeente Woudrichem met Woonlinie een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de ontwikkeling van Almkerk-West. De afgelopen periode is de verkoop van de woningen zeer moeizaam geweest. In samenwerking met Woonlinie is onderzocht hoe de ontwikkeling vlot getrokken kan worden. Portefeuillehouder: wethouder De Peuter 16. Sluiting De voorzitter, Dr. F.A. Petter NB.: De raadsportefeuille ligt (voor raadsleden) ter inzage in de raadskamer gedurende de periode van 13 tot en met 25 juni 2013 (tot uur). Deze stukken zijn ook te raadplegen op Agenda raadsvergadering 25 juni 2013 pagina 3/3

4 Besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d. 14 mei 2013 Gemeente Woudrichem Voorzitter: Griffier: burgemeester F. Petter mevrouw P. Paulides Aanwezig: CDA Gemeentebelangen ChristenUnie PvdA VVD de heren A. de Graaf, M.A.G. van den Bosch, F.H. Smits, T.B. van der Zalm, mevrouw W. van Ooijen de heren R. Hoegee en H. Boevé, mevrouw A.E.M. van Maasdijk de heren G.J. Noeverman, F. van Kalkeren, I.C. Koedoot de heren M. van Dijk, J. Kant de heren R.D. van Dijk, T.J. Vink Mede aanwezig: Collegeleden: wethouder B. de Peuter en wethouder R. Bergsma Notulen: mevrouw J.A. Vink (Notuleerbureau Vink) Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering om 19:30 uur. Hij geeft aan dat er geen afmeldingen zijn binnen gekomen. De voorzitter meldt dat in de laatste vergadering is stilgestaan bij het afscheid van koningin Beatrix. Bij de kroning van koning Willem-Alexander zijn officiële staatsiefoto vrijgegeven, zoals deze in de raadszaal ophangt. Mogelijk zal deze foto op termijn worden vervangen door een officieel portret voor overheidsgebouwen. 1 e lid bij hoofdelijke stemming: de heer Smits. 2. Onderzoek geloofsbrieven raadslid Gemeentebelangen. De voorzitter zegt dat aan mevrouw Pulle namens de raad een bos bloemen en een roemer zal worden overhandigd als dank voor haar inzet en haar werk als raadslid. Hij stelt voor de heren Kant, Boevé en Noeverman te benoemen in de commissie om de geloofsbrieven van mevrouw A.E.M. Maasdijk te onderzoeken. De raad stemt met dit voorstel in. Na een korte schorsing geeft de heer Noeverman namens deze commissie het volgende advies: 1

5 Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit -Kennis genomen hebbende van het verzoek van mevrouw J.E. Pulle-Groenenberg tot ontslag. -Gehoord het rapport van de commissie betreffende de geloofsbrieven van de op 14 mei tot lid van de raad van de gemeente Woudrichem benoemd verklaarden; -Overwegende dat deze commissie de stukken heeft onderzocht en in orde bevonden; -Gelet op artikel V4 en V12 van de kieswet; Mevrouw A.E.M. Maasdijk toe te laten tot de raad van de gemeente Woudrichem. Dit advies wordt door de raad overgenomen en besloten wordt mevrouw A.E.M. Maasdijk toe te laten tot de raad. 3. Beëdiging raadslid Gemeentebelangen. Conform artikel 14 van de Gemeentewet legt mevrouw A.E.M. Maasdijk de eed af. Na het afleggen van de eed feliciteert de voorzitter mevrouw Maasdijk met haar benoeming en overhandigt haar bloemen namens de raad. 4. Vragenuur. Door de heer Kant (PvdA) worden de volgende vragen gesteld: Aanbestedingswet: Per 1 april 2013 is de nieuwe Aanbestedingswet in werking getreden. Door deze wetswijziging is mogelijk aanpassing van het beleid nodig voor een goed verloop en de rechtmatigheid van aanbestedingen. Voldoet het beleid van de gemeente Woudrichem aan die nieuwe wettelijke eisen -en als dat niet zo is- welke stappen worden er ondernemen om dat te herstellen en op welke termijn gebeurt dat? Wethouder Bergsma antwoordt dat het aanbestedingsbeleid in het licht van de nieuwe wet enigszins is geactualiseerd. In principe kan daarmee worden volstaan, maar de handboeken en de inkoopformulieren zullen nog gestroomlijnd worden. De heer Kant (PvdA) begrijpt uit de beantwoording van de wethouder dat de aanbestedingsverordening de tekst volgt van de nieuwe wet en dat er geen nieuwe verordening ter vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd. Wethouder Bergsma geeft aan dat door een werkgroep vanuit de gemeente, in samenwerking met het Inkoopbureau, een nadere analyse plaatsvindt van het aanbestedingsbeleid. Als blijkt dat er nog verdere aanpassingen nodig zijn, zal het college daartoe overgaan. Verkeerssituatie Prinsentuin College: 2 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

6 Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit Herhaaldelijk is bij de vrijwilligervacatures de vraag van het Prinsentuin College naar verkeersbegeleiders te zien. Deze zijn blijkbaar nodig om de problemen rond de school aan de Hoofdgraaf in Andel met zo min mogelijk problemen te laten verlopen. Voor de vorige raadsverkiezingen wisten de collegepartijen hoe dit opgelost moest worden en daaraan is ook geld uitgegeven. Gezien de vraag van de school heeft dat blijkbaar niet geleid tot de gewenste oplossing. De heer Kant wil graag weten of het college ook vindt dat een andere bij het college bekende oplossing, die wel het gewenste resultaat oplevert, alsnog uitgevoerd zou moeten worden. Hiermee zou een aantal mensen uit Andel en Giessen buitengewoon gediend zijn en de school zou hiermee van een structureel probleem worden afgeholpen. Wethouder Bergsma antwoordt dat er contact is opgenomen met het Prinsentuin College en dat het niet gaat om verkeersbegeleiders, maar om busbegeleiders die zorgen voor het handhaven van de orde. De school heeft aangegeven momenteel geen problemen te hebben met de verkeerssituatie. De optie die eerder in de raad is besproken vond en vindt het college een ideale oplossing, maar het is wel een dure oplossing en niet haalbaar omdat de eigenaar van de benodigde grond niet bereid was tot verkoop. In de ogen van het college is er een alleszins redelijke alternatieve oplossing gevonden. Hopelijk kan ook de geplande haltestrook nog gerealiseerd worden. Het college vindt de huidige situatie acceptabel, maar niet ideaal. De heer Kant (PvdA) zegt dat hij niet nader op dit onderwerp zal ingaan omdat de verkeerssituatie in het kader van grondverwerving in zijn ogen anders ligt. De heer de Graaf (CDA) merkt op dat het de heer Kant bekend is dat de problematiek rond het werven van grond de reden is van het nog niet aan kunnen leggen van de parkeerstrook. Hij begrijpt dan ook niet waarom de heer Kant dit onderwerp zo in het midden van de raad legt. De heer Kant (PvdA) vraagt een kopie van het verslag van het gesprek over de grond voor de parkeerstrook bij het Prinsentuin College. Hij wil graag weten wanneer en met wie hierover gesproken is. De heer Hoegee (GB) merkt op dat dit onderwerp op dit moment niet aan de orde is. Wethouder Bergsma sluit zich bij deze opmerking aan. Hij wil dit onderwerp nu niet ter discussie stellen. De voorzitter adviseert de heer Kant een verzoek bij het presidium neer te leggen als hij dit onderwerp in de raad aan de orde wil stellen. 3 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

7 Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit Motie duidelijkheid gewenst vanuit Den Bosch en Den Haag : Een aantal maanden geleden heeft de raad het college per motie gevraagd minister Plasterk en de verantwoordelijk gedeputeerde van de provincie Noord Brabant uit te nodigen om hun visie over en financiële mogelijkheden bij een vrijwillige herindeling aan Woudrichem kenbaar te maken. De voorzitter van de raad vond de motie onnodig, maar zei ook er mee te kunnen leven. Ik heb toen gezegd de motie onverstandig te vinden er op gewezen hoe de reacties zouden kunnen zijn. De reactie uit Den Bosch was vrijwel gelijk aan die woorden en die van de minister moeten de collega raadsleden toch bekend in de oren hebben geklonken. In het AD van 6 mei was te lezen dat de minister volgens collega De Graaf vooral was uitgenodigd om de Aalburgse raad op andere gedachten te brengen, wat niet in de tekst van de motie stond. Ook was te lezen dat de minister, volgens diezelfde mijnheer De Graaf, iemand is die wel hard roept, maar weg loopt als het concreet wordt en vooral een fuifnummer is en alleen bereid is te komen als er een feestje te vieren is. In dit kader heeft de heer Kant de volgende vragen: a. Wat vindt het college van de reactie van de provincie? b. Wat vindt het college van de reactie van de minister? c. Deelt het college de mening van de heer de Graaf dat minister Plasterk alleen naar gemeenten gaat als er feest te vieren is? d. Wat vindt het college van de inhoudelijke reactie van de heer de Graaf in het AD van 6 mei 2013? De heer Hoegee (GB) merkt op dat hij het betreffende artikel in het AD heeft gelezen. Hij is van mening dat de heer de Graaf door de heer Kant onwaarheden in de mond gelegd worden. De voorzitter vindt dat portefeuillehouders niet aangesproken kunnen worden op al dan niet terechte uitspraken van raadsleden. Het lijkt hem goed om raadsleden daarop rechtstreeks aan te spreken. De minister heeft vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid gereageerd en dat geldt ook voor de provincie. Op de vragen c. en d. gaat hij niet in. Vragen over het betreffende krantenartikel moeten z.i. aan de heer de Graaf worden gesteld. De heer Kant (PvdA) merkt op dat hij een raadslid kent dat in eenzelfde situatie al een brief had gekregen. De heer de Graaf (CDA) zegt dat hij aan de heer Kant aan het eind van de vergadering zijn telefoonnummers en adressen zal geven, zodat hij zijn vragen aan hem kan voorleggen. 5. Vaststelling besluitenlijsten van de besluitvormende raadsvergaderingen van 26 maart 2013 en 16 april Besluitenlijst 26 maart 2013: De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. 4 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

8 Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit Besluitenlijst 16 april 2013: De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. 6. Ingekomen stukken: Vaststelling lijst ingekomen stukken volgnr. 2013/ Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De lijst ingekomen stukken volgnr. 2013/003 wordt voor kennisgeving aangenomen. HAMERSTUKKEN 8. Verordening Activiteitenfonds gemeente Woudrichem Voorgesteld wordt: In te stemmen met de nieuwe verordening Activiteitenfonds gemeente Woudrichem Er wordt conform het voorstel besloten. 9. Basistarieven hulp bij het huishouden. Voorgesteld wordt: -Basistarieven hulp bij het huishouden op basis van artikel 21a, lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning vaststellen op: 19,78 voor HbH1 23,59 voor HbH2 -De bevoegdheid tot het vaststellen van basistarieven hulp bij het huishouden op basis van artikel 21a, lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders. Er wordt conform het voorstel besloten. 10. Nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena Voorgesteld wordt: De nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena vast te stellen. Er wordt conform het voorstel besloten. 11. Nota reserves en voorzieningen Voorgesteld wordt: -In te stemmen met de in de nota reserves en voorzieningen verwoorde beleidskaders voor de periode en hier toe de nota vast te stellen. -De egalisatie bestemmingsreserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning te hernoemen naar doel bestemmingsreserve Zorg, welzijn en participatie. 5 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

9 Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit -Het bestedingsdoel van de doel-bestemmingsreserve Zorg, welzijn en participatie te verbreden met het fungeren als buffer voor de kosten van het implementeren van de 3 decentralisaties en opvangen van eventuele risico s. -De doel-bestemmingsreserve Welzijn, per 31 december 2013, op te heffen en het eventuele saldo toe te voegen aan de doelbestemmingsreserve Zorg, welzijn en participatie. -De doel-bestemmingsreserve Bovenwijkse Voorzieningen, per 31 december 2013, op te heffen en het eventuele saldo toe te voegen aan de Vrije Algemene Reserves Grondexploitaties (GVAR). -De doel-bestemmingsreserve Wegen, per 31 december 2013, op te heffen en het eventuele saldo toe te voegen aan het budget / dotatie voorziening wegen, waardoor het bedrag ten gunste komt aan de voorziening wegen. Er wordt conform het voorstel besloten. BESPREEKSTUKKEN 12. Wmo-beleidsplan Voorgesteld wordt: -Het Wmo-uitvoeringsplan 2013 vast te stellen. -De kosten voor de mantelzorgwijzer te onttrekken uit de reserves Wmo via bijgevoegde begrotingswijziging. De bijgevoegde begrotingswijziging ging uit van euro. Dit bedrag bleek niet correct te zijn. Er is een gewijzigd besluit uitgedeeld met daarin het bedrag van euro.. Toegezegd wordt: De strategische visie jeugdzorg zal in juni aan de raad worden voorgelegd. Na een discussie in één termijn wordt conform het aangepaste voorstel besloten. 13. Afstemmingsverordening Wwb, Ioaw en Ioaz Verordening verrekening bestuurlijke boete en recidive Wwb Verordening handhaving inkomensen re-integratievoorzieningen Toeslagenverordening Wwb Voorgesteld wordt de volgende verordeningen vast te stellen: -Afstemmingsverordening Wwb, Ioaw en Ioaz Verordening verrekening bestuurlijke boete en recidive Wwb Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Toeslagenverordening Wwb Toegezegd wordt: Bekeken zal worden of er in de toekomst meer toelichting in de bijlagen opgenomen kan worden en of de tekst toegankelijker en eenvoudiger weergegeven kan worden. Na een discussie in één termijn wordt conform het voorstel besloten. 6 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

10 Agenda- Punt Onderwerp 14. Verordening ereburgerschap en erepenning van de gemeente Woudrichem Behandeling/Besluit Voorgesteld wordt: De verordening ereburgerschap en erepenning van de gemeenten Woudrichem 2013 vast te stellen. Door de VVD wordt een amendement ingediend met de volgende strekking: Voorgesteld wordt: De verordening ereburgerschap en erepenning van de gemeente Woudrichem 2013 als volgt te wijzigen c.q. aan te vullen: A. Artikel 2 lid 2 van de verordening te wijzigen in: De gemeenteraad besluit tot het toekennen van de in artikel 1 sub a genoemde onderscheiding. B. Artikel 12 lid 1 van de verordening: Indien zeer bijzondere redenen daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad de aan begunstigde verleende ereburgerschap vervallen verklaren. C. Artikel 12 de leden 2 en 3 te vernummeren naar respectievelijk 3 en 4. D. Artikel 12 een lid 2 in te voegen met de tekst: Indien zeer bijzondere redenen daartoe aanleiding geven, kan het college van B&W de aan begunstigde verleende erepenning intrekken. Toelichting: De fractie van de VVD is van mening dat deze nieuwe Verordening ereburgerschap en erepenning van de gemeente Woudrichem 2013 een bevoegdheid bevat die de gemeenteraad beter aan zich zelf kan (blijven) houden. De toekenning van het ereburgerschap is naar onze mening zo bijzonder dat de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers, de (leden van de) gemeenteraad, daarvoor de verantwoordelijkheid dienen te dragen en die bevoegdheid derhalve zelf dienen uit te oefenen. De voorzitter zegt dat hij het amendement ontraadt, omdat hij van mening is dat dit soort besluiten in beslotenheid van het college genomen moeten worden. De voorzitter brengt het amendement in stemming. Voor stemmen de fracties: PvdA en VVD. Tegen stemmen de fracties: CDA, GB en CU. De voorzitter brengt het voorstel in stemming. Voor stemmen de fracties: CDA, GB, CU en PvdA. Tegen stemt de fractie: VVD, met daarbij de volgende stemverklaring van de heer Vink: De VVD stemt niet met de verordening in, omdat de fractie van mening is dat de bevoegdheid tot het toekennen van ereburgerschap bij de raad moet liggen. 7 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

11 Agenda- Punt Onderwerp Behandeling/Besluit Het voorstel wordt aangenomen. 15. Beantwoording schriftelijke vragen over de aanslag afvalstoffenheffing. De fracties geven hun mening over de gang van zaken. Wethouder Bergsma beantwoordt de vragen en reacties. *Toegezegd wordt: -Bekeken zal worden of bij de vaststelling van de verordening eind 2013 de aanduiding aantal aanbiedingen gewijzigd kan worden in aantal ledigingen. -Bekeken zal worden of het oude systeem (tweemaal incasso per jaar) in volgende jaren weer toegepast kan worden. -De uitvoeringsregeling zal worden opgenomen in de verordening. -De opbouw van de kosten op de aanslag zal explicieter worden toegelicht. Na een discussie in twee termijnen worden de beraadslagingen afgesloten. 16. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 25 juni de voorzitter, dr. F.A. Petter de griffier, drs. ing. P.A. Paulides- Ruitenberg 8 besluitenlijst besluitvormende raadsvergadering d.d

12 Woudrichem, 13 juni 2013 Aan de raad Agendapunt: 4 Vergadering: 25 juni 2013 Onderwerp: Ingekomen stukken, mededelingen en informatie (2013/ 004) Sinds uw vorige vergadering zijn onderstaande stukken ingekomen. Ik stel u voor ten aanzien van deze stukken te besluiten overeenkomstig het in de laatste kolom vermelde advies. Indien u van mening bent dat het advies anders dient te zijn, verzoek ik u dit voor 25 juni 2013 kenbaar te maken aan de griffie via griffie@woudrichem.nl. De voorzitter kan bij de vaststelling van de lijst uw voorstel voorleggen aan de vergadering. De voorzitter van de gemeenteraad van Woudrichem, Dr. F.A. Petter.

13 Volgnummer: LIS 2013/004 d.d De onderstaande brieven liggen ter inzage in de raadskamer en zijn te lezen via Brieven van het college (Raadsinformatiebrieven) Rib nr. Datum Korte inhoud Advies Opmerkingen Tussentijds overzicht begrotingswijzigingen Ter kennisgeving aannemen Voorlopige aanslag afvalstoffenheffing (ledigingen) 2013 Ter kennisgeving aannemen Voorstel werkgroep redesign Ter kennisgeving aannemen Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Laatste ontwikkelingen m.b.t. de Jongeren ontmoetingsplaats (JOP) in de kern Woudrichem Ter kennisgeving aannemen Opgenomen op griffiebericht week Plan van aanpak verkrijgen draagvlak voor Ondernemersfonds Ter kennisgeving aannemen Gevolgen sociaal akkoord voor Participatiewet Ter kennisgeving aannemen Hoge Maasdijk Ter kennisgeving aannemen Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Bestuurlijke reactie Managementletter 2012 Betrekken bij behandeling Jaarrekening 2012 in b-raad Opgenomen op griffiebericht week Vervolgstappen naar aanleiding van quick scan onderzoek WAVA Ter kennisgeving aannemen Milieujaarverslag 2012 Ter kennisgeving aannemen Normen- en toetsingskader 2012 Ter kennisgeving aannemen Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Verkorte jaarrekening 2012 ROB Land van Heusden en Altena Beheer BV en verkorte jaarrekening 2012 ROB Land van Heusden en Altena CV Ter kennisgeving aannemen Opgenomen op griffiebericht week Handhavingsjaarverslag 2012 Ter kennisgeving aannemen Jaarstukken 2012 en eerste kwartaalverslag 2013 Wava/!GO Ter kennisgeving aannemen Jaarrekening 2012 Milieustation Aalburg/ Woudrichem Ter kennisgeving aannemen Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week

14 Volgnummer: LIS 2013/004 d.d Brieven van de Samenwerkende gemeenten Aalburg Werkendam en Woudrichem (AWW) Nr. Datum Korte inhoud Advies Opmerkingen Overige brieven Nr. Afzender Datum Korte inhoud Advies Opmerkingen 01. Provincie Noord-Brabant Reactie op voorlopige aanbevelingen uit het rapport Veerkrachtig bestuur in West-Brabant 02. Rekenkamercommissie LHA Onderzoek naar budgetbeheer Betrekken bij behandeling raadsvoorstel over De Stip Betrekken bij behandeling Jaarrekening 2012 in b-raad Opgenomen op griffiebericht week Opgenomen op griffiebericht week Brieven van burgers 1 Nr. Afzender Datum Korte inhoud Advies Opmerkingen 01. De heer H.T. Kramer uit Giessen Voortijdige aanslag afvoer en afval Ter afhandeling college van B&W Opgenomen op griffiebericht week In verband met de Wet bescherming persoonsgegevens worden deze brieven niet online gepubliceerd. 3

15 Onderwerp Volgnr Wijziging 'Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem Portefeuillehouder burgemeester F.A. Petter Ambtenaar M. van Milligen Afdeling Algemene Juridische en Bestuurlijke Zaken Datum voorstel 8 mei 2013 Opiniërende raad 3 juni 2013 Agendapunt 5 Besluitvormende raad 25 juni 2013 Agendapunt 6 Samenvatting Vooruitlopend op een algehele herziening van de winkeltijdenverordening, die vooralsnog gepland staat in de jaarplanning gemeenteraad 2013 in het 3 e kwartaal, wordt een reparatieverordening ter vaststelling voorgelegd. Wanneer het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet in werking treedt heeft dit ook gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Een substantieel aantal vrijstellingen op het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn zal van rechtswege vervallen. Het gaat onder meer om snackbars, ijscomannen, videotheken, (bloemen)winkels bij begraafplaatsen en in bejaardentehuizen, evenals openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard. De vervallen vrijstellingen kunnen vervolgens wel op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet in een gemeentelijke verordening worden opgenomen. Daarnaast biedt dit rust en ruimte aan gemeenten die voornemens zijn hun beleid aangaande zondags- en avondopenstellingen op basis van de ruimere vrijheid opnieuw in te vullen, maar daarmee mogelijk nog niet klaar zijn op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Gemeenten die de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd voort willen zetten kunnen deze vervallen vrijstellingen dus kopiëren naar een eigen verordening. Met bijgaande wijzigingsverordening wordt hieraan uitvoering gegeven. Beslispunten Wij stellen u voor om: 1. de Verordening tot eerste wijziging van de 'Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem' vast te stellen; 2. te besluiten de inwerkingtreding daarvan te delegeren aan burgemeester en wethouders. Bijlagen 1. Brief van de VNG over de wijziging van de modelverordening winkeltijden Advies opiniërende vergadering Het voorstel is behandeld door de opiniërende vergadering op 3 juni De opiniërende vergadering adviseert het voorstel als hamerstuk te agenderen voor de besluitvormende raad van 25 juni Reactie college - raadsvoorstel nr pagina 1/3

16 1. Inleiding Wanneer het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet in werking treedt heeft dit ook gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Een substantieel aantal vrijstellingen op het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn zal van rechtswege vervallen. Het gaat onder meer om snackbars, ijscomannen, videotheken, (bloemen)winkels bij begraafplaatsen en in bejaardentehuizen, evenals openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard. De vervallen vrijstellingen kunnen vervolgens wel op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet in een gemeentelijke verordening worden opgenomen. Daarnaast biedt dit rust en ruimte aan gemeenten die voornemens zijn hun beleid aangaande zondags- en avondopenstellingen op basis van de ruimere vrijheid opnieuw in te vullen, maar daarmee mogelijk nog niet klaar zijn op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Voor gemeenten die de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd voort willen zetten kunnen deze vervallen vrijstellingen dus kopiëren naar een eigen verordening. Met bijgaande wijzigingsverordening wordt hieraan uitvoering gegeven. 2. Beleidskader, doel en effect Winkeltijdenwet, Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem. Met het vaststellen van de wijzigingsverordening wordt voorkomen dat er een gat ontstaat tussen inwerkingtreding van het initiatiefwetsvoorstel en overheveling van de vervallen vrijstellingen naar de verordening. 3. Argumenten en kanttekeningen - Zodra de nieuwe Winkeltijdenwet in werking treedt, zal een algehele herziening van de Winkeltijdenverordening in Woudrichem plaatsvinden en worden op gemeentelijke schaal alle belangen en behoeften van zowel consumenten als middenstand afgewogen. - Met bijgaande wijzigingsverordening wordt de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd voortgezet door voornoemde vervallen vrijstellingen in de gemeentelijke verordening op te nemen. Inwerkingtreding van een gewijzigde verordening op basis van de huidige verordening kan niet plaatsvinden voordat het wetsvoorstel in werking is getreden. De gemeenteraad kan daarentegen wel reeds besluiten de wijzigingsverordening vast te stellen. In de verordening is ervoor gekozen om het besluit tot inwerkingtreding van de wijzigingsverordening te delegeren aan burgemeester en wethouders. 4. Financiën n.v.t. 5. Aanpak Gelet op het vorenstaande wordt de raad voorgesteld bijgaande wijzigingsverordening vast te stellen. 6. Communicatie Zodra de inwerkingtreding plaatsvindt zal communicatie hierover op de gebruikelijke wijze plaatsvinden. 7. Regionale en lokale aspecten - raadsvoorstel nr pagina 2/3

17 8. Besluit Wij stellen u voor het bijgevoegde raadsbesluit vast te stellen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem, de secretaris, A.G. Dolislager de burgemeester, dr. F.A. Petter raadsvoorstel nr pagina 3/3

18 RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Woudrichem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Woudrichem aangaande de Verordening ter wijziging van de verordening winkeltijden gemeente Woudrichem i.v.m. de overheveling van enkele vrijstellingen vanuit het vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet; gelet op artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet; gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 3 juni 2013 b e s l u i t : vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de 'Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem' ARTIKEL I Na artikel 9 van de 'Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem' worden enkele artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 9a. Bepaalde winkels De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van: a. musea; b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht; c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment. Artikel 9b. Openstelling anders dan voor verkoop 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van: a. winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom; b. winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen. 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen. raadsbesluit nr pagina 1/4

19 RAADSBESLUIT Artikel 9c. Straatverkoop van bepaalde goederen De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. Artikel 9d. Begraafplaatsen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats. Artikel 9e. Culturele evenementen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. Artikel 9f. Sportcomplexen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen. Artikel 9g. Bejaardenoorden 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van raadsbesluit nr pagina 2/4

20 RAADSBESLUIT bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten. Artikel 9h. E.H. Communie 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie. 2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen. Artikel 9i. Allerheiligen en Allerzielen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. Artikel 9j. Ramadan 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden. Artikel 9k. Bedevaartplaats 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan: a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken; b. religieuze artikelen en souvenirs; c. bloemen en planten. raadsbesluit nr pagina 3/4

21 RAADSBESLUIT 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van: a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken; b. religieuze artikelen en souvenirs; c. bloemen en planten. Artikel 9l. Carnaval 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen. Artikel 9m. Kermis 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden. ARTIKEL II Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 25 juni de voorzitter, dr. F.A. Petter de griffier, drs. ing. P.A. Paulides-Ruitenberg raadsbesluit nr pagina 4/4

22 BIJLAGE BIJ RAADSBESLUIT Verordening tot eerste wijziging van de 'Verordening winkeltijden gemeente Woudrichem' Toelichting Wanneer het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet 1 in werking treedt heeft dit onder andere gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Deze algemene maatregel van bestuur heeft vooralsnog als grondslag de artikelen 5, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (oud). Na inwerkingtreding van de wetswijziging zal dit het breder getrokken artikel 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) zijn. Hoewel artikel 8 dus breder getrokken wordt heeft de wetswijziging tot gevolg dat de artikelen 3, derde en vierde lid, 4, derde en vierde lid, en 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. Datzelfde geldt voor bepalingen in gemeentelijke verordeningen die gebaseerd zijn op artikel 12, tweede lid, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (zoals bijvoorbeeld artikel 8 van de Modelverordening Winkeltijdenwet 2010). Deze vervallen vrijstellingen kunnen gemeenten vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) bij verordening vaststellen. Gemeenten die al dan niet in afwachting van een algehele herziening van hun beleid aangaande zondags- en avondopenstelling de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd wensen voort te zetten dienen deze vrijstellingen dus te kopiëren naar de eigen verordening. Met deze (model)verordening wordt hieraan uitvoering gegeven. Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn een duizendtal detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden en winkels in feestartikelen, alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen en openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard, zoals de Ramadan, de Eerste Heilige Communie en bedevaarten. De verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen moment. Dit moment kan uiteraard niet eerder zijn dan dat de wetswijziging in werking is getreden. Als de gemeente op dat moment al een (wijzigings)verordening gereed heeft die invulling geeft aan een algehele beleidsherziening zal de onderhavige verordening waarschijnlijk in het geheel niet in werking hoeven te treden. Burgemeester en wethouders kunnen dan simpelweg achterwege laten om een datum van inwerkingtreding van deze verordening vast te stellen. 1 Volledig: Voorstel van wet van de leden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen (Kamerstukken I 2012/13, , A). Bijlage bij raadsbesluit nr pagina 1/1

23 Onderwerp Verordening riolering 2013 Volgnr Portefeuillehouder wethouder B. de Peuter Ambtenaar Mireille van Tilborg Afdeling Openbare Werken Datum voorstel 7 mei 2013 Opiniërende raad 3 juni 2013 Agendapunt 7 Besluitvormende raad 25 juni 2013 Agendapunt 7 Samenvatting In een samenwerkingsproject van de gemeenten Aalburg, Woudrichem, Werkendam, Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout is gekeken welke gemeentelijke regelgeving ten aanzien van de aansluiting van particulieren en bedrijven op het gemeentelijk riool wenselijk is. Daarbij is tevens gezocht naar uniformering tussen de gemeenten. Beslispunten Wij stellen u voor om: 1. de Verordening riolering 2013 vast te stellen Bijlagen Geen Advies opiniërende vergadering Het voorstel is behandeld door de opiniërende vergadering op 3 juni De opiniërende vergadering adviseert het voorstel als hamerstuk te agenderen voor de besluitvormende raad van 25 juni Reactie college - raadsvoorstel nr pagina 1/3

24 1. Inleiding In een samenwerkingsproject van de gemeenten Aalburg, Woudrichem, Werkendam, Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout is gekeken welke gemeentelijke regelgeving ten aanzien van de aansluiting van particulieren en bedrijven op het gemeentelijk riool wenselijk is. Daarbij is tevens gezocht naar uniformering tussen de gemeenten. In eerste instantie is de noodzaak en wenselijkheid van een aansluit-verordening met daarin een vergunningstelsel voor de aansluiting op het riool en daaraan gekoppelde technische eisen, onderzocht. Met de Stichting Rioned moeten we echter vaststellen dat zeker sinds de invoering van het Bouwbesluit 2012 er geen ruimte en ook geen noodzaak meer is voor een gemeentelijke regeling op dit punt. Wel is regelgeving op een tweetal andere punten mogelijk en gewenst, te weten: 1. Veel gemeenten hebben in het kader van de basisinspanning, wateroverlast of andere redenen het hemelwater en grondwater afgekoppeld. Met een verordening kunnen gemeenten de aanpak van het afkoppelen van lozingen van hemelwater en grondwater verder vormgeven en kan het afkoppelen van hemelwater en grondwater op een openbaar gemengd riool zonodig worden afgedwongen. 2. Soms is onduidelijk wat tot het hoofdriool behoort en waar de huisaansluiting begint. Dit heeft met name gevolgen voor de verdeling van de verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud. Het is wenselijk dat de verdeling van die verantwoordelijkheid goed wordt vastgelegd. Beide aspecten zijn in de Verordening riolering 2013 verwerkt. 2. Beleidskader, doel en effect Op basis van artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 10.32a van de Wet milieubeheer is deze verordening opgesteld. Zij behelst een juridische afbakening te zijn ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud en de afkoppeling van hemelwater en grondwater van het gemengde riool. 3. Argumenten en kanttekeningen Basis voor de verordening is de modelverordening afvoer hemelwater en grondwater van de VNG. Hieraan is een bepaling (artikel1) toegevoegd betreffende de afbakening van gemeentelijk en particulier beheer en onderhoud. Door op deze wijze de verordening inzake hemelafvoer aan te vullen ontstaat één integrale verordening met betrekking tot de riolering in plaats van verschillende verordeningen per deelaspect. Ten aanzien van de plicht tot afkoppelen van hemelwaterafvoeren van het gemengd riool betekent de verordening dat een dergelijke plicht pas ontstaat nadat ons college een gebied heeft aangewezen waarbinnen het verboden is een hemelwaterafvoerleiding aan te sluiten of aangesloten te houden op een dergelijk riool. De verordening zelf roept derhalve nog geen verplichtingen in het leven. Ook wanneer door een gebiedsaanwijzing er in beginsel een afkoppelplicht is, kan een burger of bedrijf daarvan een ontheffing aanvragen indien redelijkerwijze geen andere wijze van afvoer kan worden gevergd, Wat de afbakening van beheer en onderhoud betreft is hier gekozen voor een formulering die aansluit bij de al jaren gehanteerde praktijk in deze. 4. Financiën De verordening heeft geen financiële gevolgen. 5. Aanpak Deze verordening is opgesteld door een projectgroep uit werkeenheid 4 in het kader van Samenwerking Water Westen Midden Brabant. De verordening zal door iedere inliggende gemeenten van werkeenheid 4 aan de gemeenteraad raadsvoorstel nr pagina 2/3

25 ter vaststelling worden aangeboden. De aanwijzing door het college van burgemeester en wethouders van de ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van de verordening dient separaat te gebeuren. 6. Communicatie In het geval ons college een gebied wil aanwijzen waarvoor de afkoppelplicht gaat gelden dient eerst de uniforme voorbereidingsprocedure ven afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd te worden. 7. Regionale en lokale aspecten Niet van toepassing. 8. Besluit Wij stellen u voor, het bijgevoegde raadsbesluit vast te stellen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem, de secretaris, de burgemeester, A.G. Dolislager dr. F.A. Petter raadsvoorstel nr pagina 3/3

26 RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Woudrichem, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 mei 2013, aangaande de Verordening riolering 2013 gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 3 juni 2013 gelet op artikel a van de Wet milieubeheer overwegende dat het wenselijk is ten aanzien van de rioolaansluitingen helderheid te scheppen waar de grens ligt tussen het gedeelte waar de gemeente verantwoordelijk is voor het beheer en het gedeelte waar de particuliere verantwoordelijkheid geldt; overwegende dat de wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een rioolvoorziening en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een rioolvoorziening voor afvalwater; overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar gemengd riool. b e s l u i t : vast te stellen de Verordening riolering 2013 Artikel 1 Afbakening beheer en onderhoud Als grens voor de afbakening van beheer en onderhoud van rioolaansluitingen geldt, tenzij contractueel anders bepaald: a. de kadastrale perceelsgrens met het openbaar gebied van het aangesloten eigendom, indien de aansluiting loost onder vrij verval, tenzij het particuliere bouwwerk op de kadastrale erfgrens ligt in welk geval de grens, voor de afbakening van beheer en onderhoud, op gemeentegrond op 50 centimeter van de perceelsgrens ligt; b. het punt waar de leiding onder vrij verval aansluit op de pompput, IBA of vacuümput; c. indien de aansluiting loost onder mechanische druk en er een gemeentelijke pompput op het particuliere eigendom aanwezig is, het punt waar de leiding aansluit op de pompput; d. het punt waar de particuliere persleiding loost in een leiding onder vrij verval of persleiding in openbaar gebied, indien de aansluiting loost onder mechanische druk en de pompput particulier eigendom is. raadsbesluit nr pagina 1/3