TEERVOETEISE N. Don Bosco Scouts Ruisbroek

Transcriptie

1 TEERVOETEISE N Don Bosco Scouts Ruisbroek

2 Jong Givers - Don Bosco Scouts Ruisbroek 2 -

3

4 Inleiding Een scout slentert niet doelloos rond, maar tracht er samen met de anderen iets van te maken. Door samen te spelen, te werken, te bidden, er samen op uit te trekken en de scoutswet na te leven leren we elkaar beter kennen en begrijpen. Samen trachten we vol te houden en leren we allerlei technieken en vaardigheden als woudloper aan. Scouting is ervoor iedereen voor groot en klein, voor dik en dun, voor sterk en minder sterk, voor slim en minder slim, voor iedereen is erbij ons een plaatsje. Als teervoeter, een nieuwkomer in onze tak, wil je natuurlijk zo snel mogelijk een goede Jong-Giver worden. De teervoeteisen zullen je daarbij helpen. Niet alleen je technische vaardigheid wordt op proef gesteld, maar ook je karakter zal hierbij een voorname rol spelen. Blijf geen nieuweling en begin daarom zo snel en goed mogelijk aan je teervoeteisen. Het kan lastig worden en hard zijn maar tracht onder de leuze Weest Paraat een flinke Jong-Giver te zijn. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 4 -

5 Inhoud INLEIDING... 4 INHOUD BELOFTE & WET DE GESCHIEDENIS VAN DE BEWEGING DE GROET INSIGNES GODSDIENST VADERLAND SPOORTEKENS KIM DIENST & WEGCODE KNOPEN VARIA NOTA Don Bosco Scouts Ruisbroek 5 -

6 1. Belofte & Wet DOEL: Belofte en Scoutswet kunnen opzeggen en begrijpen. Door houding en handelswijze bewijzen, dat men de toepassing van de Scoutswet ernstig neemt (bv. onberispelijk uniform, dienstvaardigheid, gehoorzaamheid, hoffelijkheid). Belofte Ik beloof op mijn erewoord met de hulp van God en naar best vermogen: -Mijn plichten te vervullen jegens god, kerk, koning en vaderland. -Andere mensen te helpen waar ik kan. -De scoutswet te gehoorzamen. Scoutswet - Een jongverkenner is een eerlijk en blij kameraad - Hij doet mee en zet zich in. - Hij wil winnen en kan verliezen. - Hij is een opmerkzaam ontdekker. - Hij leeft oprecht tegenover God. - Hij is fijn in zijn optreden. - Hij draagt zorg voor het geen hij gebruikt. - Hij helpt graag waar hij kan. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 6 -

7 2. De Geschiedenis van de beweging DOEL: Kunnen vertellen hoe Baden-Powell tot de stichting kwam en wanneer. Een en ander kunnen vertellen over zijn leven. Hoe een scoutsgroep er in zijn geheel uitziet. Baden Powell De stichter van de scoutsbeweging Robert Baden-Powell werd geboren in het jaar 1857 op 22 februari (=herdenkingsdag). QuickTime and a TIFF (ongecomprimeerd) decompressor are needed to see this picture. Van het jaar 1877 tot 1907 was hij officier en later generaal in het Britse koloniaal leger en diende in alle delen van het onmetelijke Britse wereldrijk. De bekendste landen zijn India en Zuid-Afrika. Alhoewel net begunstigd door het fortuin werkte hij zich op door eigen arbeid en verdiensten. Als officier was hij verkenner, geheim agent en woudloper. Hij beleefde meer dan een kwart eeuw gevaarlijke en roemvolle avonturen. Hij werd door gans Engeland bewonderd na de verdediging van het stadje Mafeking tijdens de Boerenoorlog ( ). Je weet misschien wel dat de boeren uit Zuid-Afrika van Nederlandse afkomst waren. Alhoewel hij ze bevochten had, waardeerde hij deze stambroeders, de boeren, om hun hard, eenvoudig en dapper leven, hun rotsvast geloof, hun vaardigheid in het verkennen, in woudlopertje, in de kamperen en opluchtleven. Hij wilde dat de jeugd van zijn vaderland zoveel mogelijk zou leven als die taaie, krachtige kerels en zoals de kolonialen en ontdekkingsreizigers, die hij in Azië en Afrika had ontmoet. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 7 -

8 Daartoe stichtte hij in 1907 de Boy-Scouts of Verkenners, die zich zo snel uitbreidden, dat Baden-Powell zijn ontslag nam als generaal om zich volledig te kunnen wijden aan scouting. Twee jaar later in 1909 kreeg hij de titel Knight en nog eens 20 jaar later werd hij verheven tot Baron Baden-Powell. In 1916 werden de Welpen opgericht en in 1910 stichtte hij samen met zijn zuster Agnes de Gidsen. Op de wereldjamboree van 1920 te Londen werd hij uitgeroepen tot Chief-Scout of the World. Hij huwde met Olave St.-Clair Soames en samen hebben ze één zoon en twee dochters. In het jaar 1941 op 8 januari overleed hij op 84 jarige leeftijd en werd begraven aan de voet van de Keniaberg te Kenia (Afrika). Tot slot schreef Baden-Powell in zijn testament voor alle scouts: PROBEER DEZE WERELD EEN BEETJE BETER TE VERLATEN DAN JE HAAR VOND, m.a.w. PAS TOE WAT JE GELEERD HEBT!!!! Ook nog een kreet die Baden-Powell meebracht uit zijn verre avonturen. De Zoeloes zongen het lied dat one troepen sedertdien overgenomen hebben: In Gon jama Gon yama Invoeboe! Yah Bo! Yah bo! Invooboo! ( Vertaling = Hij is een leeuw! Hij is maar dan dat, hij is een nijlpaard!) Scoutsgroep - Don Bosco Scouts Ruisbroek 8 -

9 - Verbond : Verbondscommisaris, -aalmoezenier en voorzitter - Gouw : Gouwcommisaris, -aalmoezenier en voorzitter - District : Districtcommisaris, -aalmoezenier en voorzitter Elke groep in het verbond VVKSM krijgt een groepsnummer. Het nummer van onze groep, Don Bosco Scouts Ruisbroek, is A G. De betekenis van dit nummer is alsvolgt: - De A staat voor Antwerpen (provincie) - De 3 betekent 3 e gouw, nl. Gouw OP-SINJOOR - De 6 geeft het district aan, nl. District Rupel - 09 wil zeggen dat wij de 9 e groep zijn van het district - G staat voor gemengd. Onze groep bestaat uit verschillende takken: - Kapoenen - Welpen/Kabouters - Jong-Gidsen en Jong-Verkenners - Gidsen en Verkenners - Voortrekkers of JIN s (Jij en Ik = Noodzaak) Aan het hoofd van een groep staat een groepsleider, -leidster of groepsleiderploeg en aalmoezenier. Aan het hoofd van een tak staat een takleider, -leidster. Dit is bij de Welpen/Kabouters de Akela, bij de Jong-Givers, Givers en V.T. s de Hopman. Zij worden bijgestaan door assistent-leiders, Vaandrigs genoemd. Onze troep bestaat uit patrouilles met een P.L. (patrouilleleider, - leidster) en H.P.L. (hulp patrouilleleider, -leidster). De Jong-Givers zijn jongens en meisjes van 11 jaar tot 14 jaar. De P.L. s en H.P.L. s houden éénmaal per maand een vergadering met de leiders, met name de ereraad. Op deze ereraad komen jullie ideeën via jullie P.L. aanbod. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 9 -

10 3. De groet DOEL: Weten hoe, wanneer en voor wie men groet. De betekenis van de groet kennen. De groet Door te groeten laat men zien, dat men andere het goede toewenst en dat men om onze vriendschap en hulp kan rekenen. De scouts hebben een speciale manier van groeten. Zij strekken de drie middelste vingers, terwijl zij de kleine vinger onder de duimen vouwen. De drie opgestoken vingers herinneren ons aan de drie punten van de belofte. De gebogen pink betekent vrijwillige gehoorzaamheid. Soms groeten de scouts elkaar, door het drukken van de linkerhand op de scoutsmanier terwijl men de scoutsgroet brengt. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 10 -

11 4. Insignes DOEL: De insignes die gebruikt worden bij de Jong-Givers kennen en kunnen verklaren. De betekenis van de spiespunt en het klaverblad kennen. De verschillende ranginsignes zijn eveneens gekend. De spiespunt QuickTime and a TIFF (ongecomprimeerd) decompressor are needed to see this picture. Het beloftenteken van een Jong-Verkenner bestaat uit een spiespunt. Dit wordt verkregen na het afleggen van de teervoeteisen en je Belofte. Op oude landkaarten komt de spiespunt ook voor en wijst het eeuwige Noorden aan. De drie punten van de spiespunt herinneren ons aan de drie punten van de Belofte. De twee sterren zijn als ogen waar niets aan ontglipt. Een ster pinkelt in de donkere nacht, zo ook onze dienstbaarheid over de wereld (= goede daad). Elke ster heeft vijf punten, nu de tien punten zijn gelijk aan de punten van de oude wet. Het St.-Joriskruis in het hart van de spiespunt herinnert ons aan onze patroon St.-Joris, een ridder die geen enkel kwaad week. Zijn voorbeeld moeten wij volgen. Het klaverblad QuickTime and a TIFF (ongecomprimeerd) decompressor are needed to see this picture. Het beloftenteken van een Jong-Gids bestaat uit een krukkenkruis, waarop in het midden een groen klaverblad is aangebracht. Het krukkenkruis is het zinnebeeld van de gids. Het klaverblad is het internationaal kenteken van de gidsen. De drie blaadjes van het klaverblad herinneren ons aan de drie punten van de belofte. Ranginsignes - Don Bosco Scouts Ruisbroek 11 -

12 Groepsleider : Hopman : Vaandrig : P.L. : H.P.L. : - witte schouderlinten - groene schouderlinten - rode schouderlinten - twee witte strepen op linkerborstzak - één witte streep op de linkerborstzak - Don Bosco Scouts Ruisbroek 12 -

13 5. Godsdienst DOEL: Als katholieke scout nem je deel aan de Hoogmis en dien je God als Opperscout. Je kent het slotgebed en het Beloftelied en denkt regelmatig na over de betekenis ervan. Heer. Het scoutsgebed Wij zijn blij als kameraden samen te zijn. Wij danken u omdat gij ons aan elkaar gegeven hebt. Help elk van ons een goede vriend te zijn en zo geluk en vreugde te brengen. Het beloftelied Wij hebben U, o Jezus, plechtig beloofd, U altijd te erkennen, als opperhoofd. Geef dat w'u minnen zouden, Steeds meer en meer, Help ons belofte houden, Jezus onze heer. Wij hebben het gezworen, dat Gij het steeds zoudt, Ons hoofd en leider wezen, als opperscout. Wij zullen gans ons leven, lijk Gij het gebood, U volgen en u dienen, tot aan onz' dood. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 13 -

14 Rood Geel Zwart * Teervoeteisen * 6. Vaderland DOEL: De oorsprong van de Belgische en Vlaamse vlag verklaren en herkennen. Het lied der Vlamingen, de Vlaamse Leeuw kennen. Ons vorstenhuis is tevens ook gekend. De driekleur Keizer Jozef II. De kleuren door België aangenomen in het jaar 1830 zijn zwart, geel en rood.het zijn de kleuren uit het wapen van het oude hertogdom Brabant, waarop een gele leeuw, met rode tong en klauwen prijkte op zwart veld. Onder deze vlag hadden zich in 1789 reeds patriotten geschaard in hun opstand tegen De kleuren van de Belgische vlag hebben een welbepaalde betekenis namelijk: - zwart = de rouwkleur over de gesneuvelden voor het vaderland. - geel = de kleur van het goud, zinnebeeld van overwinning, rijkdom en voorspoed. - rood = de kleur van het bloed voor het vaderland vergoten. A V V K V Is de grote leuze van de Vlaamse beweging en betekent: Alles voor Vlaanderen! Vlaanderen voor Kristus! Deze heilige leuze stond op de grafzerken der Ijzersoldaten en ook boven op de Ijzertoren te Diksmuide, gedynamiteerd in Don Bosco Scouts Ruisbroek 14 -

15 De Liebaart of Vlaamse Leeuw De Vlaamse volksdag is de leeuwendag, de klauwende Liebaart. In het kort ook wel eenvoudig Liebaart genoemd. Het is één van de oudste vlaggen van Europa. Wij danken haar aan de Graaf Diederik Van de Elzas of Graaf van Vlaanderen, een kloeke Vlaamse kruisvaarder. Hij kreeg op zijn tocht in 1127 het aan de stok met een Turkse hoofdman. Hij deed de Turk in het zand bijten en mocht volgend de gewoonten van die tijd, het wapenschild van de overwonnene voeren. Dit wapenschild bestond uit een zwarte leeuw op een gulden veld. Sindsdien is deze vlag het symbool van Vlaanderen geworden. De Vlaamse Leeuw Zij zullen hem niet temmen de fiere Vlaamse Leeuw. Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw. Zij zullen hem niet temmen zolang een Vlaming leeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. Zij zullen hem niet temmen zolang een Vlaming leeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. (bis) Ons vorstenhuis - Don Bosco Scouts Ruisbroek 15 -

16 Ons land is sinds 1830 een grondwettelijk koninkrijk. Sinds 1830 volgende zes vorsten elkaar op : LEOPOLD I ( ) Gehuwd met LOUISE-MARIE van ORLEANS LEOPOLD II ( ) Gehuwd met MARIA-HENDRIKA van OOSTENRIJK ALBERT I ( ) Gehuwd met ELISABETH van BEIEREN (Albert I was de neef van Leopold II) LEOPOLD III ( ) Gehuwd met ASTRID van ZWEDEN, gestorven in 1934 bij een auto-ongeval. Hij huwde voor de tweede maal met LILIANE van RETIE. BOUDEWIJN I ( ) Gehuwd met FABIOLA DE MORA Y ARAGON ALBERT II ( ) Gehuwd met PAOLA RUFFO DI CALABRIA - Don Bosco Scouts Ruisbroek 16 -

17 7. Spoortekens DOEL: Een spoor kunnen nalaten met duidelijke symbolen. Deze sporen ook kunnen volgen om een groep die voorop loopt terug te kunnen vinden. Spoortekens Begin spoor Volg spoor Niet volgen Einde spoor Opdracht 5m Opdracht 2m ver & 3m hoog Opdracht 10 passen Wacht 10 m Drinkbaar water Ondrinkbaar water Vriend Vijand Splitsen in groep van 3&4 Kampplaats - Don Bosco Scouts Ruisbroek 17 -

18 Coördinaten Als Jong-Giver is het belangrijk dat je coördinaten kan berekenen. Er zijn verschillende methodes om deze te berekenen. Één van deze methodes wordt hieronder uitgelegd. Op topografische kaarten staan links en rechts coördinaten beschreven. Dit is het UTM-net, op de topografische kaarten van België zijn dit de paarse lijnen. Deze lijnen vormen samen een raster. De coördinaten worden weer gegeven doormiddel van cijfers. Bv: / dit zijn de coördinaten van onze scoutslokalen Wat betekenen deze getallen. De eerste groep getallen is de verticale coördinaat en de tweede groep de horizontale coördinaat De getallen voor het punt duiden de lijn aan. De getallen na het punt duiden de plaats aan dat het punt van deze lijn verwijderd is. De afstand tussen 2 lijnen is onderverdeelt in 100 eenheden. In ons geval geeft dit: 5659 is de lijn, 42 geeft de plaats aan vanaf de lijn waar het punt zich bevindt. In dit geval van onder naar boven De gemakkelijkste manier om dit uit te rekenen is door gebruik te maken van een roemer. Deze leg je met het nulpunt van de rechthoek met de correcte schaal in het punt waar de twee coördinaatlijnen elkaar snijden. Zo kan je gemakkelijk het punt bepalen. QuickTime and a TIFF (ongecomprimeerd) decompressor are needed to see this picture. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 18 -

19 8. Kim DOEL: Acht van de tien voorwerpen noemen en beschrijven van een kimspel, dat gedurende één minuut bekeken werd. Tevens ook acht van de tien smaken herkennen die men moet proeven. In India werd eens een jongen, die Kim heette, geoefend voor de geheime politie. Hij moest leren opmerken. Gedurende één minuut liet men hem een kistje met parels bekijken, dan werd het bedekt en Kim moest alles onthouden. In het begin hij zich niet veel herinneren, doch na veel oefening slaagde hij erin, niet alleen het aantal en de soort der parels te onthouden, maar zelfs te beschrijven. Het kimspel zal je leren opmerken. Het komt er vooral op aan veel te oefenen. Oefen je steeds overal, op straat, tram, autobus of trein (de personen en hun kleding). Bekijk soms een uitstalraam en beproef thuis je te herinneren wat er allemaal in stond. Zo wordt het kimpsel aangenaam en nuttig. Enkele raadgevingen : bekijkaandachtig en rustig alle voorwerpen. Spreek en wis niet. Tracht dan in je geest de voorwerpen in te delen volgens grootte, naar hun gebruik, hun plaat, enz... Na wat oefenen bekom je zeker 8 op 10. Het kimspel gaat ook geblinddoekt en zo op gevoel reuk en gehoor. Er zijn een tientallen varianten. Allen leren ze je opmerken. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 19 -

20 9. Dienst & Wegcode DOEL: De wegcode kennen, evenals de wettelijke voorzien verkeersreglementen of signalen kunnen verklaren. Dit alles in het kader van voetganger of fietser. Weten hoe de 100 te bellen. Regels voetgangers De voetganger moet respectievelijk het voetpad, de verhoogde of verlaagde berm of het fietspad volgen. Indien deze er niet zijn moet de voetganger aan de linkerkant van de te volgen rijbaan gaan, zodanig dat hij het naderend verkeer van voor ziet aankomen. Voetgangers in grote groep vergezeld van een leider mogen rechts gaan. Het is aangeraden bij nacht een wit licht van voor een rood licht van achter te doen branden. Als we ons op de openbare weg begeven dragen we steeds een fluo-vestje of fluo-bandjes zodat we goed zichtbaar zijn. Belangrijke telefoonnummers Brandweer & ambulance : 100 Federale politie : 101 Antigifcentrum : Europees noodnummer : 112 Wanneer? Bij dringende, zware gevallen of als het slachtoffer zich op de openbare weg bevind. Hoe? De telefonische oproep moet kort en bondig zijn. Je moet het volgende vermelden: - Je naam - Zeer nauwkeurig de plaats van het ongeval - De aard van het ongeval en het aantal slachtoffers De oproepen zijn gratis. Alle misbruik wordt streng gestraft!! Zorg steeds dat je het nummer van iemand van je leiding kent. Als er dan iets voorvalt kunnen deze altijd helpen. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 20 -

21 10. Knopen DOEL: Onderstaande knopen kunnen leggen en hun gebruik demonstreren. De eigenschappen van een stevige knoop: 1. eenvoudig en vlug kunnen gelegd worden. 2. standhouden al trekken er tien olifanten aan. 3. kunnen losmaken zonder behulp van een bijl of mes. De platte knoop Deze steek wordt gebruikt om twee einden touw van GELIJKE DIKTE aan elkaar te knopen. Als er veel kracht op deze knoop komt, kan beter gekozen worden voor een schootsteek: de platte knoop is zeer moeilijk los te maken, als er grote kracht op gekomen is. Leg het linker eind over het rechter eind en haal m er onderdoor naar je toe: links over rechts. Leg dan t uiteinde dat je rechts vasthoudt over het uiteinde in je linkerhand en haal m er onderdoor: rechts over links. Er ontstaan dan 2 lussen, die in elkaar geschoven zitten. Trek de uiteinden samen met de touwen tegelijkertijdig aan. De mastworp Met de mastworp wordt een touw aan een rondhout (zoals een pionierpaal of railing of zelfs een dik touw) vastgemaakt. Het kan dienen als begin van een sjorring of om een boot met een dun touw aan een dikke sleeplijn vast te maken. Draai het uiteinde om het rondhout heen. Leg het uiteinde kruislings over zichzelf. Haal het uiteinde nogmaals om het rondhout heen. Steek het uiteinde vervolgens onder zichzelf door. Trek beide uiteinden aan. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 21 -

22 De touwbezetting Een scout is spaarzaam! Hij zorgt ervoor dat zijn touw lang bruikbaar blijft. Daarom moeten dikke touwen bezet worden anders rafelen ze uit. Gebruik daarvoor een touwbezetting. De kruissjorring De kruissjorring is voor een vaste verbinding van twee elkaar kruisende palen. Deze palen kunnen haaks of enigszins scheef ten opzichte van elkaar staan. Je begint met een mastworp op de dragende paal. Daarna haal je het uiteinde om de steunende paal en vervolgens om de dragende paal heen. Het touw kruist zichzelf niet, maar is netjes horizontaal of verticaal om de paal geslagen. Herhaal dit 3x. Daarbij komen de slagen bij de steunende paal aan de buitenkant. Bij de dragende paal komen de slagen aan de binnenkant. Haal dan het touw tussen de palen door. Zo worden de slagen stevig aangetrokken. Doe dit 3x. Dit heet: woelen. Trek bij elke woeling het touw goed aan. Leg ten slotte twee halve steken of een mastworp om de steunende paal. De timmermanssteek Met de timmersteek wordt een touw aan een rondhout vastgemaakt. Het kan b.v. dienen als - Don Bosco Scouts Ruisbroek 22 -

23 begin van een sjorring of om een rondhout op te hijsen (in dit geval met muilslag). De timmersteek is makkelijker los te krijgen dan de mastworp. Draai het uiteinde om het rondhout heen. Ga om het touw heen weer terug. Draai het uiteinde vervolgens 3 of 4 keer om zichzelf heen terug. Er ontstaat zo een soort strop, die aangetrokken kan worden. De diagonaalsjorring De diagonaalsjorring kun je gebruiken om twee palen, die elkaar kruisen, tegen elkaar te trekken en te verbinden. Begin met een timmersteek om beide palen heen. Trek deze steek aan tot de palen elkaar raken. Haal dan 't touw 3x om beide palen heen. Leg dan enkele woelingen tussen de palen door. Leg ten slotte twee halve steken of een mastworp om één van beide palen. De driepikkel Met de achtvormige sjorring kun je 3 of 4 palen verbinden. Deze palen vormen met elkaar een 3- of 4 -poot. Leg de palen met de onderkanten op gelijke hoogte. Maak een mastworp met voorslag of timmersteek op één van de palen. Haal dan het touw vervolgens afwisselend over en onder de palen door. Doe dit 4 tot 5 keer. Leg dan ongeveer 3x een woeling tussen de palen in: eerst tussen paal 1 en 2, dan tussen paal 2 en 3. Eindig met twee halve steken om de 3e (of 4e) paal. De steigersjorring De steigersjorring is een type sjorring die bij het pionieren wordt gebruikt om twee balken - Don Bosco Scouts Ruisbroek 23 -

24 die in elkaars verlengde liggen met elkaar te verbinden door er een derde balk als spalk aan vast te maken. Dat betekent dat bij deze sjorring de constructie gedragen wordt door de balken en niet door het sjortouw. Het touw houdt de balken enkel bij elkaar. Voor deze sjorring moet je dus geen overdreven dik touw gebruiken én als je de sjorring horizontaal wil gebruiken, moet de spalk aan de onderzijde liggen. Begin met een mastworp in het midden van de lijn, om beide palen. Maak met één van de einden (a) een slag om de beide palen, daarna met het andere eind (b) over de eerstgelegde slag en wel zo dat je hiermee de vorige slag afklemt (op c). Hierna elke volgende slag als met (b) behandelen, om beurten met ieder eind. Er worden 6 tot 8 slagen gelegd. Eindig met een platte knoop tussen de beide einden, aan de zijkant van de paal. De paalsteek Met deze knoop wordt een lus in het einde van een touw gelegd, die ook weer makkelijk los te maken is. Maak een lus in het touw. Maak met het lange eind een oogje in 't touw. Haal het uiteinde door het oogje. Draai dan het uiteinde onder t touw aan de binnenzijde door. Steek het uiteinde weer door het oogje. Trek dan beide kanten goed aan. Goede sjorringen Kan je bekomen door: 1. stevig je windingen en woelingen aan te trekken 2. ze mooi naast elkaar te leggen 3. eindjes weg te werken met halve slagen 4. de balken onbewegelijk te houden Opmerking: Bij nat weer SPANNEN koorden AAN bij zon KOMEN koorden LOS. - Don Bosco Scouts Ruisbroek 24 -

25 11. Varia DOEL: Het avondlied kennen zodat men dit bij gelegenheid kan meezingen. De morsecodes en semafoortekens kunnen gebruiken. Het avondlied O Heer, d' avond is neer gekomen, De zonne zonk, het duister klom. De winden doorruisen de bomen, en verre sterren staan alom... Wij knielen neer om U te zingen, In 't slapend woud ons avondlied. Wij danken U voor wat we ontvingen, wij vragen, Heer verlaat ons niet! Knielen, knielen, knielen wij neder, door de stilte weerklinkt onze bêe... Luist'rend fluist'rend kruinen mee, en sterren staren teder... Geef ons Heer zegen en rust en vrêe! Het uniform Takteken : Jong-Givers - Don Bosco Scouts Ruisbroek 25 -

26 Groepslintje : Don Bosco Scouts Ruisbroek Jaarteken Groepsdas met dasring : zwarte rand met rode driehoek Wapenschild Vlaanderen : Vlaamse Leeuw Internationaal scouts teken : paars (voor de gidsen is dit blauw) PL linten Leidings- of patrouillelinten Wapenschild provincie Antwerpen Belofteteken Morsecodes Letter Morse Letter Morse Cijfer Morse A N 0 B O 1 C P 2 D Q 3 E R 4 F S 5 G T 6 H U 7 I V 8 J W 9 K X L Y M Z Semafoor - Don Bosco Scouts Ruisbroek 26 -

27 - Don Bosco Scouts Ruisbroek 27 -

28 Beste teervoeteiser, Je hebt voldaan aan de teervoeteisen en je belofteaflegging zal niet lang meer duren. Dit alles mag geen einde, maar moet een begin zijn om je verder in te zetten voor je tak, de Jong-givers. De teervoeteisen en het volbrengen van je belofte is de basis waarmee je verder kan werken om later je Jong-givereis te behalen. Daarbij komt nog dat je in de mogelijkheid bent om PL of HPL te worden van een patrouille. EN dat je een jaar of twee later zelf teervoeters kan opvangen. Daarom vragen wij van jou je totale inzet. WEEST PARAAT, DE JONG-GIVERLEIDING - Don Bosco Scouts Ruisbroek 28 -

29 12. Nota Dit boekje krijg je van de Jong-Giverleiding slechts éénmaal om je teervoeteisen te kunnen behalen. Daarna kan dit boekje nog altijd van pas komen. Zorg er dus voor dat je dit altijd kan terugvinden. Gelieve hiervoor dan ook zorg te dragen alstublieft. Dank bij voorbaat, DE JONG-GIVERLEIDING - Don Bosco Scouts Ruisbroek 29 -

30 Teervoeteisen van: Hopman: Handtekening Teervoet: Handtekening Hopman: Gegeven op.. /.. /.... te RUISBROEK Belofte behaald op.. /.. /.... te... - Don Bosco Scouts Ruisbroek 30 -

31

32 QuickTime and a TIFF (ongecomprimeerd) decompressor are needed to see this picture. Vernieuwde editie Teervoeteisen jaargang