Vergunningsaanvraag offshore windturbinepark op Bank Zonder Naam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vergunningsaanvraag offshore windturbinepark op Bank Zonder Naam"

Transcriptie

1 Vergunningsaanvraag offshore windturbinepark op Bank Zonder Naam NV Eldepasco 07/13050/mc December 2008 NV Eldepasco Lanceloot Blondeellaan Zeebrugge ARCADIS Belgium Kortrijksesteenweg Gent

2

3 ARCADIS Belgium Inhoud INHOUD INHOUD... I LIJST MET AFKORTINGEN...V LIJST MET VERKLARENDE WOORDEN... VII LIJST MET FIGUREN...IX LIJST MET TABELLEN...XI LIJST MET BIJLAGEN...XIII 1 INLEIDING OPBOUW EN STRUCTUUR VAN DE AANVRAAG Bepalingen voor windturbinepark Bepalingen voor elektriciteitskabels Geïntegreerde vergunningsaanvraag IDENTITEIT VAN DE AANVRAGER EN DE VENNOOTSCHAP De aanvrager De vennootschap Oprichting van de vennootschap Centrale administratie Bijlagen hoofdstuk ALGEMENE NOTA (IDENTIFICATIE VAN DE VOORGENOMEN ACTIVITEIT) Voorwerp van de aanvraag Globale projectbeschrijving Ruimtelijke situering van het project Wettelijk kader Windturbinepark (inclusief bekabeling) Fasering Bijlagen hoofdstuk AFZONDERLIJKE NOTA Criteria De gelijkvormigheid van de installatie met het technische reglement van het transmissienet Het wettelijke kader De oriëntatiestudie van de transmissienetbeheerder ELIA Advies van ELIA over de aansluiting Netinpassing De prioriteit voor hernieuwbare energie-installaties rekening houdend met de continuïteit van de voorziening Controle en sturingsconcept De kwaliteit van het project op technisch en economisch gebied De kwaliteit van het project op technisch gebied De kwaliteit van het project op economisch gebied De kwaliteit van het voorgelegde plan inzake uitbating en onderhoud...30

4 ARCADIS Belgium Inhoud Algemene kwaliteitsaspecten inzake uitbating en onderhoud met betrekking tot veiligheid, gezondheid, kwaliteit en milieuaspecten De organisatie van de uitbating en het onderhoud De technische kenmerken van de uitbating en het onderhoud De aanvrager als vennootschap De afwezigheid in hoofde van de aanvrager van een toestand van faillissement zonder eerherstel of van vereffening Verklaring van ELDEPASCO nv Origineel ondertekend attest door de Rechtbank van Koophandel Brugge De afwezigheid van gerechtelijk akkoord Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister m.b.t. gerechtelijk akkoord De afwezigheid van veroordeling bij vonnis met kracht van gewijsde uitgesproken ten aanzien van de strafrechterlijke aansprakelijkheid van de aanvrager Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister m.b.t. strafrechtelijke aansprakelijkheid De technische bekwaamheden van de aanvrager Realisaties Referenties & diploma s Technische middelen voor de werkzaamheden voor de aanleg en de exploitatie van de elektriciteitskabels Financiële en economische capaciteit Risicodekking op het vlak van burgerlijke aansprakelijkheid Functionele en financiële structuur bij de aanvrager Functionele structuur Financiële structuur Voorstel voor technische en financiële bepalingen bij buiten gebruik stelling Bijlagen hoofdstuk FINANCIËLE EN ECONOMISCHE CAPACITEIT VAN DE AANVRAGER Interne en externe bronnen van financiering Aanwending van de financiering voor de eerste 5 jaar Financiële capaciteit van de aanvrager Omvang van eigen middelen Economische capaciteit van de aanvrager Bijlagen hoofdstuk BESCHRIJVING VAN HET PROJECT & TECHNISCHE MAATREGELEN VOOR INTEGRATIE IN HET ELEKTRISCHE NET ALSOOK DE BEPALINGEN VOOR DE EXPLOITATIE EN HET ONDERHOUD Beschrijving van het windturbinepark dat met elektriciteitskabels op het transmissienet wordt aangesloten Beschrijving van de elektriciteitskabels naar het land Keuze van de transportspanning Opbouw en beschrijving van de zeekabel Aanlanding in Zeebrugge Het wettelijke kader...61

5 ARCADIS Belgium Inhoud 7.4 De oriëntatiestudie van de transmissienetbeheerder Elia Advies van ELIA over de aansluting Netinpassing De prioriteit van hernieuwbare energie-installaties rekening houdend met de continuïteit van de voorziening Controle en sturingsconcept Bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud Bijlagen hoofdstuk DIEPTEKAART PLANNEN VAN KRUISINGEN MET KABELS OF PIJPLEIDINGEN PLANNEN VAN KRUISINGEN MET ZEEVAARTROUTES NOTA MET UIT TE VOEREN AANLEG- EN EXPLOITATIE- ACTIVITEITEN EN DE AANGEWENDE TECHNISCHE MIDDELEN Constructiefase De windturbines en toren Offshore materieel offshore bouwen De funderingen Transport en oprichting van de windturbines Elektrische infrastructuur Exploitatiefase Organisatie - algemeen Bedrijfszekerheid van de windturbines Afstandscontrole en besturing Onderhoud Aangepaste werk- en vaartuigen Bijlagen hoofdstuk NOTA MET TECHNISCHE EN FINANCIËLE MAATREGELEN BIJ DEFINITIEF BUITEN GEBRUIK STELLING VAN ELEKTRICITEITSKABELS Technische maatregelen Algemeen Verwijderingen van de turbines - transformatorplatform Verwijdering van de funderingen en erosiebescherming Verwijdering van elektrische kabels Financiële maatregelen Bijlagen hoofdstuk MILIEUEFFECTENRAPPORT...91 BIJLAGEN...93

6

7 ARCADIS Belgium Lijst met afkortingen LIJST MET AFKORTINGEN AEO ARAB AREI ARP AWZ BBT BCS BMM BNSWEP BZN CREG DNV EIA EK ENOVER EPE EWEA FTR GBS GIS GLLWS GW GWh HAT HV HV AC HV DC ICPC ISO KBO kv LAT MARPOL MER MUMM Annual Energy Output Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Algemeen Reglement op de Electische Installaties Acces Responsible Party Administratie Waterwegen en Zeewezen Best Beschikbare Technologie Belgian Continental Shelf Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee Belgian North Sea Wind Energy Program Bank Zonder Naam Commissie voor Regulering van Electriciteit en Gas Det Norske Veritas Environmental Impact Assessment Elektriciteitskabels Energie overleg Staten-Gewesten groep Energy Policy for Europe European Wind Energy Association Federaal Technisch Reglement Gravity Based Structure Geographical Information System Gemiddeld Laag Laag Water bij Springtij Gigawatt Giga Watt per hour Highest Astronomical Tide High Voltage High Voltage Alternating Current High Voltage Direct Current International Cable Protection Committee International Organization for Standardization Kruispuntbank Ondernemingen kilovolt Low Astronomical Tide Marine Pollution (convention) Milieueffectenrapport Management Unit of the North Sea Mathematical Models

8 ARCADIS Belgium Lijst met afkortingen MW O&M OSPAR PEC PPA RW SCADA SPA SRK SVC TP TSP TTM TWh VCA VGM-manager VLAREM VREG WT ZVI Megawatt Operations & Maintenance Oslo-Paris Convention Pan European Crossing telecom cable (UK- Bredene) Power Purchase Agreement (output windturbine) Radarwaarnemingssysteem Supervisory Control and Data Acquisition Special Protection Area Schelde Radar Keten Static Voltage Controllers Transformatorplatform Technical Service Provider Tower Top Mass Tera Watt hour Veiligheid Checklist Aannemers Veiligheids, gezondheids en milieumanager Vlaams Reglement op de Milieuvergunning Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Electriciteitsen Gasmarkt Windturbines Zones of visual influence

9 ARCADIS Belgium Lijst met verklarende woorden LIJST MET VERKLARENDE WOORDEN Energy Policy for Europe Espoo-verdrag Europees actieplan om tegen % minder CO2 uitstoot, 20% minder energieverbruik en 20% groene stroom te halen Het Espoo-verdrag legt de nadruk op de voorkoming, beperking en beheersing van belangrijke nadelige grensoverschrijdende milieueffecten. MARPOL-verdrag Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging op zee door schepen OSPAR conventie Oorspronkelijk concessiegebied Uitgebreid concessiegebied Wijziging (domeinconcessie) Uitbreiding (domeinconcessie) Wet Mariene Milieu Windconcessie zone Conventie voor de bescherming van het mariene milieu in het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan Concessiegebied gelegen op de Bank Zonder Naam; toegewezen aan Eldepasco (15/05/2006) (oppervlakte: ca. 9 km²) Concessiegebied gelegen op de Bank Zonder Naam (= oorspronkelijk concessiegebied) met uitbreiding in noordelijke richting tot aan de telecommunicatiekabel (oppervlakte ca. 14,5 km²) Een wijziging van de bestaande domeinconcessie gelegen op de Bank Zonder Naam (= oorspronkelijk concessiegebied) waardoor het totaal vermogen gereduceerd wordt tot 144 MW t.o.v. de toegekende domeinconcessie (15/05/2006) en waarbij afhankelijk van het turbinevermogen geopteerd wordt voor 48 (3 MW) of 24 (6 MW) turbines. Aanvraag ingediend bij de CREG op 28/08/2008 Een uitbreiding van de bestaande domeinconcessie in noordelijke richting waardoor het totaal vermogen (216 MW) gelijk blijft als in de toegekende domeinconcessie (15/05/2006) en waarbij afhankelijk van het turbinevermogen geopteerd wordt voor 72 (3 MW) of 36 (6 MW) turbines. Aanvraag ingediend bij de CREG op 28/08/2008. de wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België van 20 januari 1999, gewijzigd bij wet van 17 september 2005 de afgebakende zone voor de ontwikkeling van windenergie volgens het KB 17/05/2004

10

11 ARCADIS Belgium Lijst met figuren LIJST MET FIGUREN Figuur 5.1: Schematische voorstelling van het Vestas Online Systeem...36 Figuur 11.1: Organigram ELDEPASCO...81 Figuur 11.2: Het access systeem gebruikt door GE op Arklow bank...84

12

13 ARCADIS Belgium Lijst met tabellen LIJST MET TABELLEN Tabel 4.1: Basisparameters ELDEPASCO windturbinepark...13 Tabel 5.1: Werkgelegenheid...26

14

15 ARCADIS Belgium Lijst met Bijlagen LIJST MET BIJLAGEN Bijlage 3.1: Oprichtingsakte NV ELDEPASCO...8 Bijlage 3.2: Publicatie Staatsblad NV Eldepasco...8 Bijlage 3.3: Handtekenbevoegdheid van Robert Hoornaert...8 Bijlage 3.4: Statuten van Electrawinds NV...8 Bijlage 3.5: Statuten van Depret NV...8 Bijlage 3.6: Statuten van Aspiravi NV...8 Bijlage 3.7: Statuten van WE Power NV...8 Bijlage 3.8: Toekenning van het ondernemings- en BTW-nummer...8 Bijlage 4.1: Ruimtelijke situering van het project...22 Bijlage 4.2: Voorstelling van de configuratie van het ELDEPASCO windturbinepark (6 MW)...22 Bijlage 4.3: Voorstelling van de configuratie van het ELDEPASCO windturbinepark (3 MW)...22 Bijlage 4.4: Coördinaten van de hoekpunten van de concessie, de windmeetmasten en de turbines Bijlage 4.5: Technische beschrijving van de REpower 5M Bijlage 4.6: Technische beschrijving van de Vestas V Bijlage 4.7: Dwarsdoorsnede van XLPE-type kabel...22 Bijlage 4.8: Kabeltracé met aansluiting op het onderstation Zeebrugge...22 Bijlage 4.9: ELIA transmissienet...22 Bijlage 4.10: Netaansluiting - onderstation Zeebrugge Bijlage 5.1: Gebudgetteerde resultatenrekening en gebudgetteerde balans voor 144 MW...52 Bijlage 5.2: Gebudgetteerde resultatenrekening en gebudgetteerde balans voor 216 MW...52 Bijlage 5.3: Verklaring op eer met betrekking tot toestand faillissement...52 Bijlage 5.4: Origineel attest door rechtbank van Koophandel...53 Bijlage 5.5: Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister door FOD...53 Bijlage 5.6: Getuigschriften van goed en zedelijk gedrag bestuurders ELDEPASCO...53 Bijlage 5.7: Verklaring van garantie op goede uitvoering en exploitatie...53 Bijlage 5.8: CV s Electrawinds NV...53

16 ARCADIS Belgium Lijst met Bijlagen Bijlage 5.9: CV s Depret NV...53 Bijlage 5.10: CV s Aspiravi NV...53 Bijlage 5.11: CV s WE Power NV...53 Bijlage 5.12: Verklaring op eer m.b.t. voldoende waarborgen inzake B.A...53 Bijlage 5.13: Intentieverklaring verzekeringsmaatschappij A.on Bijlage 6.1: Intentieverklaring Degroof...58 Bijlage 6.2: Intentieverklaring DEXIA...58 Bijlage 6.3: Garantieverklaring vennootschappen...58 Bijlage 7.1: Oriëntatiestudie ELIA Revisie 1 (17 maart 2005)...64 Bijlage 7.2: Bevestigingsbrief ELIA aansluiting 150 kv...64 Bijlage 7.3: Orderbevestiging detailstudie ELIA...64 Bijlage 7.4: Draft detailstudie ELIA...64 Bijlage 8.1: Dieptekaart...65 Bijlage 9.1: Kruisingsplan met kabels of pijpleidingen...67 Bijlage 9.2: Akkoord kruising Rembrandt II telecommunicatiekabel...67 Bijlage 10.1: Kruisingsplan met zeevaartroute...69 Bijlage 11.1: Illustraties van transport en oprichtingswerken van windturbines op zee...86 Bijlage 11.2: Illustratie Leggen van zeekabel...86 Bijlage 12.1: Opbouw voor ontmantelingsprovisie voor gewijzigde concessie 144 MW...90 Bijlage 12.2: Opbouw voor ontmantelingsprovisie voor uitgebreide concessie 216 MW...90 Bijlage 13.1: Milieueffectenrapport offshore windturbinepark ELDEPASCO...91

17 ARCADIS Belgium Inleiding 1 INLEIDING De NV ELDEPASCO heeft het voornemen om op zee een offshore windturbinepark te bouwen op de Bank Zonder Naam. Voordat met de bouw en exploitatie kan worden gestart, dient een vergunningsaanvraag ingediend te worden op basis van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, gewijzigd bij wet van 17 september 2005 en bij wet van 21 april 2007 (kortweg: Wet Mariene Milieu). Een vergunning dient zowel te worden aangevraagd voor de bouw en exploitatie van het windturbinepark (KB 07/09/2003) als voor het leggen van de elektriciteitskabels (KB 12/03/2002) waarbij de vergunningsaanvragen ter goedkeuring dienen te worden voorgelegd aan respectievelijk de Minister bevoegd voor het mariene milieu en de Minister bevoegd voor Energie (Ministerie van Economie). Op advies van de BMM wordt geopteerd voor één geïntegreerde vergunningsaanvraag (windturbinepark + elektriciteitskabels) die zowel tegemoet komt aan de bepalingen van het KB 07/09/2003 en het KB 12/03/2002.

18

19 ARCADIS Belgium Opbouw en structuur van de aanvraag 2 OPBOUW EN STRUCTUUR VAN DE AANVRAAG 2.1 BEPALINGEN VOOR WINDTURBINEPARK Hoofdstuk II, Art. 13, 1 van het Koninklijk Besluit houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België (KB 07/09/2003) beschrijft dat de aanvraag volgende zaken dient te bevatten: 1 Naam, voornamen, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager; 2 Een identificatie van de voorgenomen activiteit; 3 Als de aanvrager een vennootschap is, haar statuten en de stukken tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag; 4 Referenties die de financiële en economische draagkracht van de aanvrager aantonen en meer bepaald één of meer van de volgende referenties: Passende bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of jaarrekeningen van de onderneming; Een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in werken van de onderneming over de laatste drie boekjaren; Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de gevraagde referenties voor te leggen, kan het bestuur (de BMM) hem toestaan zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere documenten die het geschikt acht. 5 Een milieueffectenrapport zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet Mariene Milieu. 2.2 BEPALINGEN VOOR ELEKTRICITEITSKABELS Hoofdstuk IV, Art. 6, 2 van het Koninklijk Besluit betreffende de nadere regels voor het leggen van elektriciteitskabels die in de territoriale zee of het nationaal grondgebied binnenkomen of die geplaatst of gebruikt worden in het kader van de exploratie van het continentaal plat, de exploitatie van de minerale rijkdommen en andere niet-levende rijkdommen daarvan of van de werkzaamheden van kunstmatige eilanden, installaties of inrichtingen die onder Belgische rechtsmacht vallen (KB 12/03/2002), beschrijft dat de aanvraag volgende zaken dient te bevatten: 1 Naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager; 2 Indien het gaat over een vennootschap, de naam van de vennootschap, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel en desgevallend de statuten ervan alsook de documenten waarin de bevoegdheid van de ondertekenaars van de aanvraag wordt bevestigd; 3 Een algemene nota betreffende het voorwerp met een globale beschrijving van het project; 4 Een afzonderlijke nota die beantwoordt aan elk van de criteria die in artikel 5 zijn bedoeld; 5 Indien de aanvrager wegens een grondige reden niet in staat is de gevraagde documenten voor te leggen, een geval waarin hij gemachtigd is zijn financieel vermogen te bewijzen met ieder ander passend document, een nota die de beoordeling van de financiële en economische draagkracht van de aanvrager moet toelaten, inzonderheid samen met de volgende elementen die voor echt worden verklaard door een

20 ARCADIS Belgium Opbouw en structuur van de aanvraag Belgische bedrijfsrevisor of een persoon met evenwaardige hoedanigheid volgens de wetgeving van de Staat waarvan de aanvrager afhangt: a) bankattesten of passende financiële waarborgen; b) de drie laatste balansen en resultaten-rekeningen van de onderneming; c) de omvang van de eigen middelen; d) het globaal omzetcijfer en de ratio's kapitaal/omzetcijfer en omzetcijfer/resultaat; e) een becijferd voorstel van een verzekeringsmaatschappij met maatschappelijke zetel in België of in een ander land van de Europese Economische Ruimte voor de risicodekking op het vlak van de burgerlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de geplande elektriciteitskabel; 6 Een nota met beschrijving van het project waarvoor de aanvraag wordt ingediend en de technische maatregelen die genomen worden voor een correcte integratie in het overeenstemmende elektrische net alsook van de bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud; 7 Een dieptekaart in projectie WGS84 op schaal 1: waarop volgende elementen zijn aangeduid: a) het geplande tracé van de elektriciteitskabel met in Bijlage een tabel van de gebruikte conventionele tekens en de coördinaten van de punten met richtingverandering; b) de pijpleidingen en kabels die gekruist worden of gelegen zijn in een zone van duizend meter aan weerszijden van de geplande elektriciteitskabel; c) de kunstmatige eilanden en windturbines die gelegen zijn in een zone van vijfhonderd meter van de elektriciteitskabel; d) de telecommunicatiekabels die gelegen zijn in een zone van tweehonderd vijftig meter aan weerszijden van de geplande elektriciteitskabel; e) de zones die bepaald zijn in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 16 mei 1977 houdende maatregelen tot bescherming van de scheepvaart, de zeevisserij, het milieu en andere wezenlijke belangen bij de exploratie en exploitatie van minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebedding en de ondergrond in de territoriale zee en op het continentaal plat; f) de beschermde zeegebieden gecreëerd krachtens artikel 7 van de wet van 20 januari 1999; 8 De kruisingsplannen die zijn opgesteld samen met de eigenaar of de beheerder van de bestaande kabels of pijpleidingen die zullen gekruist worden door de geplande elektriciteitskabel in horizontale en verticale projectie op toereikende schaal; 9 De plannen op een minimale schaal van 1: met vermelding in horizontale en verticale projectie van de kruisingen met de commerciële zeevaartroutes en van de anker- en beschermingszones voor sturing en geleiding van schepen; 10 Een nota met de beschrijving van de uit te voeren aanleg- en exploitatie- activiteiten, de bij elke etappe aangewende technische middelen alsook de toepassing ervan, met inbegrip van de aanwijzende planning van al deze activiteiten; 11 Een nota met beschrijving van de technische maatregelen die opgelegd zijn bij het definitief buiten gebruik stellen van de elektriciteitskabel en van de financiële maatregelen die de realisatie van die maatregelen moeten waarborgen; 12 Een milieueffectenrapport opgesteld overeenkomstig artikel 28 van de wet van 20 januari 1999 en haar uitvoeringsbesluit.

21 ARCADIS Belgium Opbouw en structuur van de aanvraag 2.3 GEÏNTEGREERDE VERGUNNINGSAANVRAAG Uit vorige paragrafen wordt duidelijk dat de graad van detail bij de vergunningsaanvraag voor elektriciteitskabels veel groter is dan voor het windturbinepark zelf. Bovendien zijn alle gevraagde gegevens voor het windturbinepark terug te vinden onder de gegevens nodig voor de elektriciteitskabels. De geïntegreerde vergunningsaanvraag is in hoofdzaak samengesteld volgens de in het KB 12/03/2002 beschreven structuur, maar beantwoordt zowel aan de bepalingen voor het windturbinepark als voor de elektriciteitskabels. Hoofdstuk 1. Inleiding 2. Opbouw en structuur van de aanvraag 3. Identiteit van de aanvrager en de vennootschap 4. Algemene nota (Identificatie van de voorgenomen activiteit) Windturbinepark (KB 07/09/2003) Elektriciteitskabels (KB 12/03/2002) Art. 13, 1, 1 & 3 Art. 6, 2, 1 & 2 Art. 13, 1, 2 Art. 6, 2, 3 5. Afzonderlijke nota Niet van toepassing Art. 6, 2, 4 6. Financiële en economische capaciteit van de aanvrager 7. Beschrijving van het project & technische maatregelen voor integratie in het elektrische net alsook de bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud Art. 13, 1, 4 Art. 6, 2, 5 Niet van toepassing Art. 6, 2, 6 8. Dieptekaart Niet van toepassing Art. 6, 2, 7 9. Plannen van kruisingen met kabels of pijpleidingen 10. Plannen van kruisingen met zeevaartroutes 11. Nota met uit te voeren aanleg- en exploitatie-activiteiten en de aangewende technische middelen 12. Nota met technische en financiële maatregelen bij definitief buiten gebruik stelling van elektriciteitskabels Niet van toepassing Art. 6, 2, 8 Niet van toepassing Art. 6, 2, 9 Niet van toepassing Art. 6, 2, 10 Niet van toepassing Art. 6, 2, Milieueffectenrapport Art. 13, 1, 5 Art. 6, 2, 12 Art. 5 (met verwijzing naar Art. 6, 2, 2 (hfd 3) - 3 (hfd 4) - 5 (hfd 6) - 6 (hfd 7) - 10 (hfd 11) - 11 (hfd 12) (Met verwijzing naar Art. 6, 2, 3 (hfd 4) - 4 (hfd 5) - 10 (hfd 11)) In het begin van ieder hoofdstuk wordt een verwijzing gemaakt naar het van toepassing zijnde wettelijk kader inzake vergunningen voor zowel het windturbinepark (KB 07/09/2003) als de elektriciteitskabels (KB 12/03/2002), zoals beschreven in dit hoofdstuk.

22

23 ARCADIS Belgium Identiteit van de aanvrager en de vennootschap 3 IDENTITEIT VAN DE AANVRAGER EN DE VENNOOTSCHAP In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Hoofdstuk II, Art. 13, 1, 1 Naam, voornamen, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager & 3 Als de aanvrager een vennootschap is, haar statuten en de stukken tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 1 Naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager & 2 Indien het gaat over een vennootschap, de naam van de vennootschap, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel en desgevallend de statuten ervan alsook de documenten waarin de bevoegdheid van de ondertekenaars van de aanvraag wordt bevestigd 3.1 DE AANVRAGER De aanvrager van het vergunningsdossier is de Naamloze Vennootschap ELDEPASCO, opgericht door Electrawinds NV, Depret NV, Aspiravi NV en WE Power NV. De maatschappelijke zetel van de NV ELDEPASCO is gevestigd te Lanceloot Blondeellaan 2, 8380 Zeebrugge (België). Een domeinconcessie voor de bouw en exploitatie van een windturbinepark van 36 turbines (totale oppervlakte: ca. 9 km²) op de Bank Zonder Naam werd op 15 mei 2006 toegekend aan ELDEPASCO 1. Op 29 augustus 2008 heeft ELDEPASCO een wijziging en uitbreiding (tot een oppervlakte van ca. 14,5 km²) van de bestaande domeinconcessie aangevraagd. 3.2 DE VENNOOTSCHAP Oprichting van de vennootschap ELDEPASCO nv is opgericht naar Belgisch recht De Naamloze Vennootschap ELDEPASCO werd opgericht in overeenstemming met de Belgische wetgeving. De oprichtingakte van deze wordt in Bijlage 3.1 bijgevoegd Oprichtingsakte De akte van de NV ELDEPASCO is ondertekend op 11/12/07 en is terug te vinden in Bijlage 3.1. De statuten van de vennoten zijn terug te vinden in Bijlage 3.4 tot Bijlage 3.7. De toekenning van het onderneming- en BTW-nummer is terug te vinden in Bijlage Op 15/05/2006 werd een domeinconcessie toegekend aan Eldepasco THV voor de bouw- en exploitatie van het windturbinepark op de Bank Zonder Naam. Op 11/12/2007 werd de overdracht van Eldepasco THV naar Eldepasco NV betekend.

24 ARCADIS Belgium Identiteit van de aanvrager en de vennootschap Centrale administratie ELDEPASCO nv heeft haar centrale administratie en maatschappelijke zetel in België De maatschappelijke zetel van de NV ELDEPASCO is gevestigd te Lanceloot Blondeellaan 2, 8380 Zeebrugge (België) De activiteit van haar maatschappelijke zetel vertoont een effectief en bestendig verband met de economie van België NV ELDEPASCO heeft als doel de bouw en exploitatie van een offshore windturbinepark in de Noordzee op de Bank Zonder Naam, met het oog op de productie van hernieuwbare elektriciteit. Uiteraard kadert het windturbinepark ELDEPASCO in het engagement van de Belgische overheid om tegen het jaar 2010 een aandeel van 6% (4,8 TWh/jaar) van de primaire energiebehoefte te genereren uit hernieuwbare energie. Op 23 januari 2008 heeft de Europese Commissie een energie- en klimaatpakket voorgesteld waarbij de doelstelling voor België wordt opgetrokken naar 13% hernieuwbare energie tegen Tegen eind 2008 moet in de Europese Raad, en in samenwerking met het Europese Parlement, een politiek akkoord worden bereikt over het pakket. Op federaal niveau zijn de specifieke maatregelen ter bevordering van elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen vervat in het Koninklijk Besluit van 5 oktober 2005 tot wijziging van het KB van 16/10/2002, betreffende de instelling van het mechanisme voor bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. Het ELDEPASCO windturbinepark zal op het oorspronkelijke concessiegebied (bij wijziging domeinconcessie) 450 GWh per jaar en op het uitgebreide concessiegebied (bij uitbreiding domeinconcessie) 670 GWh per jaar produceren. Dit betekent ongeveer 4,8 % tot 7,2 % van de nog in te vullen hernieuwbare energieproductie van de totale doelstelling voor ons land tegen BIJLAGEN HOOFDSTUK 3 Volgende Bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 3: Bijlage 3.1: Oprichtingsakte NV ELDEPASCO Bijlage 3.2: Publicatie Staatsblad NV Eldepasco Bijlage 3.3: Handtekenbevoegdheid van Robert Hoornaert Bijlage 3.4: Statuten van Electrawinds NV Bijlage 3.5: Statuten van Depret NV Bijlage 3.6: Statuten van Aspiravi NV Bijlage 3.7: Statuten van WE Power NV Bijlage 3.8: Toekenning van het ondernemings- en BTW-nummer

25 ARCADIS Belgium Algemene nota 4 ALGEMENE NOTA (IDENTIFICATIE VAN DE VOORGENOMEN ACTIVITEIT) In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Hoofdstuk II, Art. 13, 1, 2 Identificatie van de voorgenomen activiteit KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 3 Algemene nota betreffende het voorwerp met een globale beschrijving van het project 4.1 VOORWERP VAN DE AANVRAAG Deze aanvraag heeft tot doel het verkrijgen van een vergunning en machtiging voor de bouw en exploitatie (inclusief het leggen van de nodige elektriciteitskabels) van het ELDEPASCO offshore windturbinepark. Het ELDEPASCO project is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen Electrawinds NV, Depret NV, Aspiravi NV en WE Power NV (een vennootschap opgericht door Colruyt), met als doel een offshore windturbinepark in de Noordzee te ontwikkelen, bouwen en exploiteren. Het windturbinepark wordt gebouwd op een zandbank genaamd de BANK ZONDER NAAM gelegen op ca. 38 km van de Belgische kust. Op 15 mei 2006 werd aan ELDEPASCO een domeinconcessie toegekend met een oppervlakte van ca. 9 km². Op 29 augustus 2008 heeft ELDEPASCO een wijziging (oorspronkelijke concessiegebied) en uitbreiding (uitgebreide concessiegebied) van de bestaande domeinconcessie aangevraagd tot een totale oppervlakte van ca. 14,5 km². Het MER behandelt zowel het project op het oorspronkelijke concessiegebied met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van ca. 144 MW (met windturbines) als het uitgebreide project met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van ca. 216 MW (met windturbines); het individueel vermogen van de windturbines zal 3 tot 7 MW bedragen. Het windturbinepark zal jaarlijks een opbrengst van 450 GWh (oorspronkelijke concessiegebied) tot 670 GWh (uitgebreide concessiegebied) genereren, wat overeenkomt met ca. 0,5 0,7 % van het jaarlijks Belgische elektriciteitsverbruik (in 2006) en waarmee ca. 4,8 7,2 % van de Belgische doelstelling inzake hernieuwbare energieopwekking (13 % tegen 2020) wordt ingevuld. Tevens komt dit overeen met het gemiddelde jaarverbruik van gezinnen. De opgewekte elektrische energie wordt via 1 hoogspanningskabel gelegen onder de zeebodem naar een hoogspanningspost aan de kust (Zeebrugge) gebracht. 4.2 GLOBALE PROJECTBESCHRIJVING Ruimtelijke situering van het project De BANK ZONDER NAAM (BZN) is gesitueerd ca. 38 km uit de Belgische kust en leunt aan tegen de grens met de Nederlandse territoriale wateren (Bijlage 4.1). De BZN is gelegen ca. 6 km achter d.w.z. ten noorden van de Thorntonbank. Ten noorden van het windturbinepark bevinden zich 2 telecommunicatiekabels; ten Westen is de gasleiding Interconnector gelegen. Zowel voor het oorspronkelijke als het uitgebreide concessiegebied worden de opgelegde veiligheidsafstanden t.o.v. de kabels (250 m) en gasleiding (500 m) gerespecteerd. De lay-out van het ELDEPASCO windturbinepark (waarop zowel de oorspronkelijke concessiezone die reeds is toegekend als de uitgebreide concessiezone in aanvraag is opgenomen) zoals weergegeven op

26 ARCADIS Belgium Algemene nota het plan ELDEPASCO Windturbinepark op de Bank zonder Naam Versie 29/08/2008 Schaal 1/10.000, wordt voorgesteld in Bijlage 4.1. Het project in de oorspronkelijke concessiezone omvat ofwel 24 windturbines van 6 MW ofwel 48 windturbines van 3 MW; met een totaal geïnstalleerd vermogen van 144 MW. De totale ingenomen oppervlakte van het windturbinepark bedraagt 9,03 km² (exclusief veiligheidszone) tot 17,48 km² (inclusief veiligheidszone van 500 m). Het project in de uitgebreide concessiezone omvat ofwel 36 windturbines van 6 MW ofwel 72 windturbines van 3 MW; met een totaal geïnstalleerd vermogen van 216 MW. De totale ingenomen oppervlakte van het windturbinepark bedraagt 14,30 km² (exclusief veiligheidszone) tot 23,69 km² (inclusief veiligheidszone van 500 m). Alle turbines bevinden zich in overeenstemming met de Kaart van de Vlaamse Banken binnen een zone waarvan de waterdiepte 18 m - 32 m bedraagt (gemiddeld laag laagwaterspring peil) Een voorstelling van de configuratie van het ELDEPASCO windturbinepark (zowel van het oorspronkelijke als het uitgebreide concessiegebied) met aanduiding van de windturbines, het transformatorplatform en de windmeetmasten wordt gegeven in Bijlage 4.2 (voor het typevoorbeeld 6M REPower (6 MW)) en in Bijlage 4.3 (voor het typevoorbeeld Vestas V90 (3 MW)) Wettelijk kader Het Belgische mariene gebied (vanaf de gemiddelde laag laagwaterspringlijn; GLLWS) is federale bevoegdheid. Het gebied wordt opgedeeld in de 12 mijlszone (of territoriale wateren); de 24-mijlszone (of de aansluitende zone) en de aangrenzende exclusieve economische zone (= Belgisch Continentaal Plat). In België heeft voormalig minister voor de Noordzee, Johan Vande Lanotte, sinds het aantreden van de federale regering in juli 2003 de eerste stappen gezet naar de ontwikkeling van een duurzaam maritiem beleid met zijn Masterplan Noordzee. Het Masterplan is een visie op een leefbare toekomst. Het is een visie met als sleutelwoord duurzaam beheer: het verzoenen van de verschillende economische activiteiten en tegelijkertijd de natuurwaarden behouden. Het Masterplan is een gefaseerde en gezoneerde aanpak van het Belgisch deel van de Noordzee in overleg met alle betrokkenen. Dit beleid is verder gezet door zijn opvolger, Renaat Landuyt, onder het motto Noordzee Noordzeven (alluderend op de zeven krachtlijnen: zeewindenergie, zeevisserij, zeevaart, zeehaven, zeenatuur, zeerecreatie en zeewetgeving). Relevant voor de windenergiesector is de toekenning van een zone voor de bouw en exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen volgens het KB 17/05/2004. Sinds de huidige regering Leterme I, is de ministerspost voor de Noordzee afgeschaft en valt de bevoegdheid over de Noordzee rechtstreeks onder de eerste minister. Voor de mariene zones zijn een aantal nationale wetten geldig. Relevant voor de vergunningsaanvraag zijn: de wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het Continentaal Plat (publicatie Belgisch Staatsblad 8/10/1969). Delen van deze wet werden herzien in de wet van 20 januari 1999 betreffende de bescherming van het mariene milieu en de wet van 22 april 1999 betreffende de exclusieve economische zone. In de wet van 13 juni 1969 art. 4 staat vermeld dat voor het leggen van kabels en pijpleidingen een machtiging vereist is die wordt verleend volgens de regels die de Koning bepaalt. de wet betreffende de exclusieve economische zone van België in de Noordzee van 22 april 1999 (publicatie Belgisch Staatsblad 10/07/1999) die de Belgische jurisdictie uitbreidt buiten de territoriale wateren voor een aantal zaken op het vlak van milieu en milieubescherming, beheer en exploitatie van levende en niet-levende rijkdommen, en de opwekking van energie uit water,

27 ARCADIS Belgium Algemene nota wind en stromen. Zoals vermeld in voorgaande paragraaf is deze wet ook van toepassing op de te leggen kabels voor het windturbinepark. de wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België van 20 januari 1999, gewijzigd bij wet van 17 september 2005 en bij wet van 21 april 2007 of kortweg de Wet Mariene Milieu. Deze wet bepaalt verschillende principes die de gebruikers van de Belgische mariene wateren dienen in acht te nemen zoals het voorzorgsprincipe, het preventieprincipe, het principe van duurzaam beheer, het vervuilerbetaalt-principe, het herstelprincipe. Die principes moeten bijgevolg in acht genomen worden tijdens de bouw, uitbating en ontmanteling van het windturbinepark alsook tijdens het uitvoeren van de werken en de bekabeling. Aansluitend bij het 5 de principe (herstelprincipe) wordt het beginsel van objectieve aansprakelijkheid vastgelegd. Deze bepaalt dat bij elke schade of milieuverstoring van de zeegebieden veroorzaakt door bijvoorbeeld een ongeluk of een inbreuk op de wetgeving, deze verplicht moet hersteld worden door diegene die de schade of milieuverstoring heeft veroorzaakt, zelfs al heeft hij geen fout begaan. Naast de algemene beginselen, hierboven opgesomd, werd in de wet op de bescherming van het mariene milieu ook de basis gelegd voor de instelling van mariene reservaten en de bescherming van planten en dieren. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het milieueffectenrapport, toegevoegd als onderdeel van deze vergunningsaanvraag. In Art.25 van de Wet Mariene Milieu (20/01/1999, gewijzigd bij wet van 17/09/2005) worden de activiteiten, waaronder de activiteiten van burgerlijke bouwkunde zoals het oprichten van windturbines, opgesomd die onderworpen zijn aan een voorafgaande vergunning of machtiging verleend door de minister. Bij deze milieuvergunningsprocedure horen volgende gewijzigde Koninklijke Besluiten (KB): KB van 7 september 2003 (publicatie Belgisch Staatsblad 17/09/03) houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. Een vergunning wordt verleend voor een termijn van hoogstens 20 jaar (art. 41 1). Een machtiging wordt verleend voor de termijn vereist voor de voltooiing van de gemachtigde activiteit (max. 5 jaar, met uitzonderlijk verlenging met 5 jaar) (art. 41 1). KB van 9 september 2003 (publicatie Belgisch Staatsblad 17/09/03) houdende de regels betreffende de milieu effectenbeoordeling in toepassing van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. Op federaal vlak is ook het KB van 12 maart 2002 (publicatie Belgisch Staatsblad 09/05/2002) betreffende het leggen van elektriciteitskabels op het Continentaal Plat onder de rechtsbevoegdheid van België van belang. Op basis van de bovengenoemde wetten en besluiten is een machtiging vereist voor de bouw van het windturbinepark, voor de exploitatie van het windturbinepark is een vergunning vereist. Er is eveneens een machtiging vereist voor de te leggen kabels en er is ook een machtiging vereist als er geulen moeten worden gegraven, evenals een vergunning voor de exploitatie van de kabels. Zoals eerder genoemd is een MER een essentieel onderdeel van de vergunningsaanvraag. Naast de milieuvergunningsprocedure is er een procedure voor het toekennen van een domeinconcessie volgens het KB van 20 december 2000 (gewijzigd op 17/05/2004; 28/09/2008) betreffende de voorwaarden en procedures voor het verkrijgen van een domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden in de zeegebieden waar België zijn jurisdictie kan laten gelden. Hierin wordt bepaald dat domeinconcessies voor windenergieparken in Belgische mariene wateren kunnen worden verleend voor een periode van 20 jaar (met een mogelijke verlenging tot maximaal 30 jaar). Een domeinconcessie kan toegekend worden vóór de milieuvergunning, doch zij wordt pas geldig wanneer ook de milieuvergunning een feit is. Vervolgens zijn ook een aantal Koninklijke Besluiten van kracht met betrekking tot de bescherming van soorten en habitats die hun oorsprong vinden in de Wet Mariene Milieu en de Europese Habitat-

28 ARCADIS Belgium Algemene nota (92/43/EEG) en Vogelrichtlijn (79/409/EEG) waarvan vooral het KB van 14 oktober 2005 betreffende de instelling van speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België relevant is voor het ELDEPASCO project. Noch het oorspronkelijke noch het uitgebreide concessiegebied situeert zich binnen één van voorgenoemde beschermde gebieden. Het voorziene kabeltracé kruist echter wel de speciale beschermingszone SBZ-3 (Zeebrugge) waardoor op basis van het KB 14/10/2005 (art. 6) een passende beoordeling dient opgemaakt te worden. Ten slotte is ook de wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet betreffende de regulering van de elektriciteitsmarkt van 29 april 1999 van belang. De wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt voorziet in het uitwerken van een ondersteunend systeem dat de elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen moet stimuleren. Deze hebben een juridische basis gekregen door het KB van 16 juli 2002, gewijzigd door KB 5 oktober 2005 die de bijzondere bepalingen betreffende de toekenning van groenestroomcertificaten voor elektriciteit bepaalt en de tariefmaatregelen vastlegt die een minimum prijs waarborgen voor de verschillende soorten groene stroom, ongeacht hun productieplaats Windturbinepark (inclusief bekabeling) Ligging en coördinaten De lay-out van het ELDEPASCO windturbinepark (waarop zowel de oorspronkelijke concessiezone die reeds is toegekend als de uitgebreide concessiezone in aanvraag, is opgenomen) is gegeven in Bijlage 4.2 (6 MW) en Bijlage 4.3 (3 MW). Op het plan ELDEPASCO Domeinconcessieaanvraag windturbinepark Dieptekaart in projectie WGS 84 Schaal 1/ is conform het KB d.d. 20/12/2000 (gewijzigd door KB d.d. 17/5/2004) aangegeven (Bijlage 4.1): De afbakening van de blokken waarvoor de aanvraag wordt ingediend, met verduidelijking van de lokalisering van de installatie in verhouding tot de maritieme activiteiten die er worden verricht; De aanduiding van de grenzen van de eventuele naburige blokken waarvoor reeds een concessie werd toegekend; Het geplande kabeltracé (150 kv) van de door de installaties geproduceerde elektriciteit tot aan de voor de aansluiting op het net geplande vertakking (Zeebrugge). De afbakening van de blokken waarvoor een aanvraag wordt ingediend, is als volgt bepaald: De rotorprojectie van alle windturbines bevindt zich binnen de domeinconcessie aanvraag voor het windturbinepark; Voor de windmeetmast (WMM) is een domeinconcessie toegekend met een straal van 50 m. In de oorspronkelijke domeinconcessie zijn 2 meetmasten opgenomen. Ten behoeve van de inplanting van de windturbines voor de uitgebreide domeinconcessie is de noordoostelijk gelegen WMM2 opgegeven. Voor het transformatorplatform is een domeinconcessie toegekend met een straal van 100 m. De coördinaten van de hoekpunten van de concessie, van de windmeetmasten en van de turbines zijn opgenomen in Bijlage 4.4.

29 ARCADIS Belgium Algemene nota Best beschikbare technologie als uitgangspunt in alle fasen van het project In onderstaande tabel wordt een korte samenvatting gegeven van de basisparameters gehanteerd bij het conceptontwerp voor het ELDEPASCO windturbinepark. Tabel 4.1: Basisparameters ELDEPASCO windturbinepark Onderwerp Locatie Situering Parkoppervlakte Parkinrichting Windturbines Type - vermogen Aantal inplanting parkvermogen (zie figuren) Productie Transformatorstation (TP) Fundering windturbines en TP Ofwel monopaal Ofwel multipode/ jacketstructuur Ofwel graviteitsfundering Omschrijving Bank Zonder Naam; buiten 12 mijlszone 1) oorspronkelijke concessiegebied: ca. 9 km² (exclusief bufferzone van 500m) 2) uitgebreide concessiegebied: ca. 14,5 km² (exclusief bufferzone van 500m) Inplanting: zie figuren Waterdiepte: ca m (GLLWS) Te respecteren afstanden tot Interconnector/Zeepipegasleiding (500 m) en telecom kabels (250 m) 3-7 MW per turbine; diverse turbines komen hiervoor in aanmerking (zie onderstaande typevoorbeelden): 1) Typevoorbeeld grotere turbines 6M REpower (6 MW): max. RD m AH m GLLWS 2) Typevoorbeeld kleinere turbines V90 Vestas (3 MW): max. RD 90 m- AH m GLLWS Tussenliggende types: GE 3.6 (3,6 MW RD 104m); Siemens SWT 3.6 (3,6 MW RD 107m); Multibrid M5000 (5 MW RD 116m) 1) oorspronkelijke concessiegebied: 24 x 6 MW of 48 x 3 MW; parkvermogen 144 MW; 2) uitgebreide concessiegebied: 36 x 6 MW of 72 x 3 MW; parkvermogen 216 MW; 1) oorspronkelijke concessiegebied: 450 GWh/jaar; 2) uitgebreide concessiegebied: 670 GWh/jaar; Step-up 33/150 kv Palen (1 per windturbine) uit dikwandig staal worden ca. 40 m in de zeebodem geheid (naar verwachting toepasselijk voor windturbines met een vermogen van 3-4 MW). 3 (meestal 4) palen per windturbine uit dikwandig staal worden ca. 40 m in de zeebodem geheid. Daarop wordt een vakwerkstructuur in staal geplaatst (naar verwachting toepasselijk voor windturbines met een vermogen van 5 MW of meer). De fundering uit gewapend beton wordt geprefabriceerd op land en vanaf het schip of ponton neergelaten op de

30 ARCADIS Belgium Algemene nota vooraf vlak gemaakte zeebodem (naar verwachting toepasselijk voor windturbines met een vermogen van 5 MW of meer). Voor alle funderingstypes Bekabeling Parkkabels binnen het windturbinepark Kabels naar land Exploitatie Remote control windturbinepark Logistiek toegang naar windturbinepark Rond de fundering wordt steeds een erosiebescherming aangebracht. Vemogenkabels 33 kv + datakabels Kabellengte: ca. 30 km (oorspronkelijke concessiegebied) - 45 km (uitgebreide concessiegebied) Kabeltracé s: zie figuren Aanlegdiepte kabels: ca. 1m in de zeebodem Vemogenkabels 150 kv + datakabels Kabellengte op zee: ca. 42,8 km (aanlanding Zeebrugge) Kabellengte op land: ca. 2,1 km tot post L. Blondeellaan Kabeltracé s: zie figuren Aanlegdiepte kabels: ca. 2 m in de zeebodem; 1-2 m op land behoudens indien onder obstakels moet gegaan worden via gestuurde boring. Bewaking door windturbineleverancier; supervisie vanuit ELDEPASCO-dispatching. Vanuit ELDEPASCO Logistieke onshore basis (Zeebrugge). Transporten naar het windturbinepark per boot Windturbines De aanvrager wil voor het geplande windturbinepark de best beschikbare technologie ( BBT ) inzetten. Dat betekent dat er in de diverse stadia van het project steeds opnieuw zal geëvalueerd worden welk type windturbine: commercieel beschikbaar is; geschikt is voor offshore toepassing (met aangepaste certificering); inzake aantal en vermogen past binnen de aangevraagde/toegekende concessie en vergunning; past in het financieel plan inzake kostprijs en te verwachten energieproductie. Gezien de huidige status van de ontwikkeling van de offshore windturbines, de te verwachten ontwikkelingen in de eerstvolgende jaren en de projectplanning met installatie van de eerste turbines in 2011, wordt er in het scenario met de grote turbines van uitgegaan dat eventueel nog grotere turbines dan de 6 MW turbines zullen ontwikkeld worden met een vermogen tot 7 MW en met rotordiameter tot 140 m. Indien de rotordiameter daadwerkelijk groter zou worden dan van de 6M REpower windturbine (126 m) dan mag er tevens van uitgegaan worden dat ook het aantal turbines zal moeten worden gereduceerd teneinde de vereiste tussenafstanden tussen de turbines te respecteren. Bovenstaande impliceert dat ELDEPASCO in de loop van het project zijn uiteindelijke keuze zal maken voor een windturbine met een vermogen in de range van 3-7 MW en op basis van die keuze de uiteindelijke park-layout zal definiëren.

31 ARCADIS Belgium Algemene nota Voor de beschrijving van de milieueffecten wordt geopteerd om gebruik te maken van twee typevoorbeelden die garant staan voor de volledige range van 3 7 MW, namelijk de Vestas V90 (3 MW) en de REpower 6M (6 MW) om op die manier een scenario met het maximaal aantal te plaatsen turbines (park met kleine 3 MW turbines) en een scenario met de maximale dimensies (RD, AH) voor turbines (park met grote 6 MW turbines) in rekening te brengen. In Bijlage 4.5 en Bijlage 4.6 zijn de brochures opgenomen van beide types windturbines. Om optimaal te anticiperen op mogelijke toekomstige ontwikkelingen zal een inschatting gedaan voor de relevante parameters (rotor diameter, ashoogte) die mogelijks kunnen wijzigen bij opschaling naar een 7 MW. Indien deze gevolgen kunnen hebben voor het milieu, zullen de maximale ranges in rekening worden gebracht in de beschrijving van de milieueffecten. Een overzicht van de belangrijkste karakteristieken gebruikt voor de beschrijving van de milieueffecten worden samengevat in onderstaande tabel. Typevoorbeeld Vermogen Max. rotordiameter (m) Kleine turbine Vestas V90 3 MW Ashoogte (m) tov GGLWS Grote turbine REpower 6M 6 MW (7 MW turbine) 7 MW Voor turbines met een tussenliggend vermogen zullen de kenmerken zich situeren tussen de hierboven gegeven waarden. Een meer gedetailleerde beschrijving van de windturbines (rotor, gondel, tandwielkast, elektrisch systeem, besturing, mast, corrosiebescherming, olie- en vetopvang, bebakening, geluid) is terug te vinden in het bijgevoegde milieueffectenrapport (Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving). De gekozen windturbines zijn ontworpen voor een technische levensduur van minimaal 20 jaar en zijn gecertificeerd door een erkend orgaan Funderingen Bij de keuze van het type fundering zijn volgende elementen richtinggevend: Waterdiepte; Geotechnische eigenschappen van de bodem: de dikte van de quartaire zandlaag en de grondmechanische bodemkarakteristieken zijn hierbij van belang; Windgegevens; Golf- en stromingsgegevens; De karakteristieken van de gekozen windturbine (lasten, ashoogte, rotordiameter, ) met de daaruit voortvloeiende krachten uitgeoefend op de mast en de fundering van de windturbine; De stand van de techniek inzake funderingen voor offshore windturbines op het ogenblik van de realisatie van het windturbinepark: - De technologie inzake offshore windenergie is in volle evolutie. Zo worden er steeds grotere pontons (met jack-up), hijsinrichtingen, hei-inrichtingen e.d. gebouwd. - Bijgevolg is het tot op vandaag niet voorspelbaar tot welke dimensies bijvoorbeeld monopaal funderingen in de zeebodem kunnen geheid worden in het jaar 2011 of Indien geen monopaal kan ingeheid worden die voldoet aan de vereisten van de gekozen windturbine, dan valt deze techniek weg als funderingsoptie en zal een andere funderingstechniek gekozen worden. De keuze van het type fundering is dus nog niet eenduidig vastgelegd. Bijgevolg worden hieronder verschillende funderingswijzen beschreven, namelijk:

32 ARCADIS Belgium Algemene nota Monopaal: hierbij wordt elke windturbine op 1 stalen buis gezet die voorafgaandelijk in de zeebodem is geheid; Multipode/jacketstructuur: hierbij worden meerdere (kleinere) monopalen voorafgaandelijk in de zeebodem geheid waarop dan een vakwerkstructuur met aangepast overgangsstuk gezet wordt waarop de windturbine geplaatst wordt; Gravitaire: hierbij wordt op de zeebodem een betonnen constructie neergezet met ingebouwd aanzetstuk voor de windturbinemast; de stabiliteit van deze funderingswijze wordt verzekerd door het gewicht van de constructie. De kenmerken van de verschillende funderingsvarianten worden gegeven in onderstaande tabel: Monopaal Multipode/jacket Gravitaire Constructie 1 stalen paal 3 palen (meestal 4) beton Inheidiepte ca. 40 m ca. 40 m Paaldiameter ca. 4,5 (V90) 7 (6M) ca. 2 4 m Paallengte ca. 80 m ca. 50 m n.v.t. Funderingsbed n.v.t. n.v.t. ca. 60 m diameter Corrosiebescherming Erosiebescherming: Diameter Laagdikte m³/fundering Kunststoflaag of Zn- of Al- laag + epoxy coating kathodische bescherming ja ca. 30 m ca. 1,6 m (vanaf opp) m³ Kunststoflaag of Zn- of Al- laag + epoxy coating kathodische bescherming meestal ca. 30 m ca. 1,6 m (vanaf opp) m³ 0,5 m dikte n.v.t. ja 100 m 1,6 m (tot aan het opp) m³ Zandoverschot/turbine n.v.t. n.v.t m³ Nader bodemonderzoek en stabiliteitsstudie zullen naderhand het meest geschikte funderingstype dienen te bepalen. Een en ander hangt immers in grote mate af van de exacte dikte van de quartaire zandlaag ter hoogte van de bank, en de verschillende grondkarakteristieken die ter plaatse dienen opgenomen te worden door in situ monsternames (sonderingen, boringen, vinproeven, ). Bovendien zal de keuze ook afhankelijk zijn van de resultaten van de milieueffectenstudie (zie hoofdstuk 13) Offshore transformatorplatform De door het windturbinepark geproduceerde energie van 33 kv wordt verder getransformeerd naar 150 kv AC zodat op een economisch haalbare wijze de energie direct in het onshore ELIA transmissienet van 150 kv geïnjecteerd kan worden. Het transformatorplatform (TP) steunt op een gelijkaardige fundering als gehanteerd voor de windturbines (in geval van monopaalfundering is het mogelijk dat voor het TP 2 monopalen worden ingezet). Het TP bevat volgende elektrische componenten opgesteld in een gebouw: Aankomstcellen van de parkkabels (zie verder Parkbekabeling ); De aankomstcel van het nooddieselaggregaat; 1 of 2 transformatoren 33 kv/150 kv (elk uitgerust met spanningsregelaars); - Transformatortype: oliegekoeld

33 ARCADIS Belgium Algemene nota - Voorzien van olieopvang (inkuiping) 1 of 2 vertrekcellen op 150 kv; Een noodstroomvoorziening bestaande uit een dieselaggregaat van ca. 800 kva, met bijhorende dubbelwandige brandstoftank van ca. 30 m³. Het nooddieselaggregaat dient in staat te zijn om de transformatorpost en de windturbines van voldoende vermogen te voorzien voor alle essentiële functies: klimaatregeling, controle en veiligheidssystemen, bebakening, voeding hulpsystemen (bv. de kruimotoren). De afmetingen van het transformatorplatform bedragen naar schatting maximaal LxB ca. 30 x 25 m. Het platform zal zich m boven het GLLWS bevinden. Naast de hoofdcomponenten is het transformatorplatform uitgerust met utiliteitsvoorzieningen zoals beveiligingssystemen, noodverblijf, brandbestrijdingssysteem, landingsplaats voor helikopter, controleruimte, Windmeetmasten In de oorspronkelijke domeinconcessie zijn 2 meteomasten voorzien die de klimatologische parameters ter hoogte van het windturbinepark opvolgen: WMM1 gesitueerd ten zuidwesten van het park; WMM2 gesitueerd ten noordoosten van het park. Bij de uitgebreide domeinconcessie: Wordt de positie van WMM1 (gesitueerd ten zuidwesten van het park) licht aangepast teneinde optimaal opgesteld te staan t.o.v. de 2 meest nabije windturbines; (benaming wordt WMM3); Vervalt WMM2 ten behoeve van de inplanting van de windturbines in de uitbreidingszone. De meteomasten zijn als volgt opgebouwd en omvatten: Een monopaalfundering (1 monopaal met paaldiameter ca. 2 m); Een metalen mast waar op verschillende hoogtes diverse sensoren zijn aangebracht voor meting van windsnelheid, temperatuur, luchtvochtigheid, De meteomasthoogte zal gekozen worden in functie van de masthoogte van de windturbines en zal normaliter ca. 150 m bedragen; De gemeten informatie wordt verwerkt via dataloggers en doorgestuurd naar het parksupervisiesysteem. Rondom de fundering van de windmeetmast wordt een erosiebescherming aangebracht Bekabeling Een onderscheid kan worden gemaakt tussen de bekabeling binnen het park (33 kv) en de elektriciteitskabel naar het land (150 kv). Bekabeling binnen het park (33 kv) Per cluster van een aantal (nog te bepalen) turbines wordt een driefasige 33 kv-parkkabel (Ø grootteorde 122 mm) voorzien om de aansluiting met het transformatorstation te realiseren. Er zijn aldus een aantal clusters die telkens ingelust zijn. Er wordt geopteerd voor een parkkabel van het XLPE-type (crosslinked polyethylene) met geïntegreerde optische vezel. Bijlage 4.7 geeft een type dwarsdoorsnede van dergelijke kabel.

34 ARCADIS Belgium Algemene nota De parkkabels kruisen elkaar niet en liggen op tussenafstanden van minimum 50 m, zoals beschreven in KB van 12 maart De totale lengte aan parkkabel inclusief het inlussen tussen de clusters bedraagt grootte-orde ca. 30 km (oorspronkelijke concessiegebied) -45 km (uitgebreide concessiegebied). De parkkabels worden in de bodem ingegraven om beschadigingen te voorkomen. Het maken van de sleuf (1m diep) zal gebeuren hetzij via een ploeg, hetzij via jetting waarbij gebruik gemaakt wordt van een hoge druk straal om een sleuf in de zeebodem te spuiten. Simultaan met het inleggen van de kabel gebeurt het bedekken met zandig sediment. De parkkabels zullen vanaf de zeebodem langs de windturbinefundering omhoog geleid worden en zullen boven het hoogwaterniveau binnengebracht worden in de windturbinemast. Elektriciteitskabel naar het land (150 kv) De energie van het windturbinepark wordt langs de zeekabel naar het vaste land getransporteerd. Dit gebeurt op 150 kv AC. De verbinding zal gebeuren via één 3-fasige onderzeese 150 kv kabels (Ø grootte-orde 192 mm) van het XLPE-type (cross-linked polyethylene) met geïntegreerde optische vezel die gebruikt wordt voor de remote control van het windturbinepark. De type dwarsdoorsnede van de zeekabel is gelijkaardig als voor de parkkabels met dien verstande dat de sectie van de aders zwaarder is. De 150 kv kabel volgt zoveel mogelijk bestaande onderzeese kabels of pijpleidingen, zodat de ruimte inname beperkt blijft. Bovenstaande redenering volgend, is gekozen om zoveel mogelijk het traject van Belwind aan te houden waarbij een tussenafstand van ongeveer 50 m tussen de trajecten zal worden gerespecteerd. Er wordt daarnaast rekening gehouden met een beschermde zone (250 m) en een voorbehouden zone voor kabels en pijpleidingen (50 m) zoals beschreven in de bijlage bij het KB van 12 maart Kabellengte zeekabel: bij aanlanding te Zeebrugge ca. 42,8 km De kabel wordt ca. 2 m in de zeebodem ingegraven om beschadigingen te voorkomen ten gevolge van natuurlijke fenomenen (zeestromingen) en menselijk handelen (ankers, vissersnetten, ). De aanlegmethode is ploegen of jetting zoals toegepast bij de parkkabels. Ter hoogte van de kruising met zeevaartroutes wordt een aanlegdiepte van 4 m aangehouden. Hiervoor moet gebaggerd worden. Volgens de detailstudie van ELIA dient de netkoppeling van het windturbinepark te worden uitgevoerd op het onderstation van Zeebrugge (Bijlage 4.8). Aanlanding en aansluiting met de landkabels De 150 kv-zeekabel komt aan land in het aanlandingspunt. Hier vindt de overgang van een specifieke zeekabel naar een traditionele landkabel plaats (ondergrondse interconnectie). Bij aansluiting te Zeebrugge zal de zeekabel aan land gebracht worden ten westen van de haven. De landkabel volgt het tracé zoals aangegeven op Bijlage 4.8 tot aan de post in de Lanceloot Blondeellaan. De landkabel wordt deels aangelegd via gestuurde boringen en deels via klassieke aanleg in een te graven sleuf. De kabellengte van de landkabel bedraagt ca. 2,1 km.

35 ARCADIS Belgium Algemene nota De netkoppeling Het ELIA-transmissienet Bijlage 4.9 toont het Belgisch net met daarop het aansluitingspunt onderstation Zeebrugge (Bijlage 4.10) voor offshore windturbineparken volgens de studie van 'project CP/21 - "Optimal Offshore Wind Energy Developments in Belgium". De koppeling van het offshore windturbinepark ELDEPASCO met het landelijk ELIA transmissienet volgt uit de resultaten van de Elia studies (basis oriëntatiestudie 23/12/2004; revisie 1 dd 17/3/2005; brief mbt detailstudie 4/6/2008). De mogelijkheid tot aansluiting van windturbineparken is functie van de reeds gereserveerde aansluitingen. In de Elia-studie is verondersteld dat het windturbineproject van C-Power aansluit op de post Slijkens te Oostende en dat Belwind net zoals ELDEPASCO aansluit op Zeebrugge. Elektrische beveiligingen De beveiligingen voor het windturbinepark ELDEPASCO situeren zich op 4 niveau s: Op niveau van de individuele windturbine: de beveiliging heeft tot doel de generator, de vermogen-electronica en de 400 (of 690)V/33 kv transformator te beschermen. Fouten worden onderbroken door een lastschakelaar en zekeringen of door een vermogenschakelaar die door een overstroomrelais, een differentieel relais of een homopolair relais aangestuurd wordt; Op niveau van de aankomst van elke parkkabel op de transformatorpost: elke aankomst is uitgerust met een vermogenschakelaar welke de cluster van windturbines kan afschakelen bij een fout op de parkkabel d.m.v. eenrichtingsgevoelig overstroomrelais; Op niveau van de 33 kv/150 kv transformator: de transformator is beveiligd tegen interne fouten d.m.v. differentieelrelais, thermisch beeldrelais en Buchholz. Dit vereist vermogenschakelaars aan beide zijden van de transformator; Op niveau van de 150 kv transportkabel: bij een kabelfout zal deze worden afgeschakeld d.m.v. het openen van de 150 kv vermogenschakelaars aan beide uiteinden van de kabel, dit door middel van overstroomrelais en afstandsrelais. MONITORING, BEBAKENING, SIGNALISATIE EN VEILIGHEID Monitoring ELDEPASCO O&M zal instaan voor de monitoring van het windpark. Voor een gedetailleerde beschrijving van ELDEPASCO O&M en van de monitoring strategie wordt verwezen naar Hoofdstuk 5, Voor een bespreking van de milieueffecten die gemonitord moeten worden, wordt verwezen naar Hoofdstuk 13. Bebakening, signalisatie en veiligheid ELDEPASCO zal zich richten naar de toepasselijke regelgeving opgelegd door de Federale Overheidsdienst Luchtvaart en door Belgocontrol. Windturbine De bebakening op elke windturbine zal naar verwachting bestaan uit: Dagbebakening: dubbele rode band met bandbreedte 6 m op de wieken;

36 ARCADIS Belgium Algemene nota Nachtbebakening: rood knipperlicht (W-rood 2000 Cd) bovenop de gondel. Meteomasten Voor de meteomasten wordt uitgegaan van: Dagbebakening: rode band met breedte van 6 m op de mast; Nachtbebakening: rood knipperlicht (hetzij W-rood 100 cd of flash 2000 cd) bovenop de mast. Transformatorplatform Het transformatorplatform zal op de hoeken uitgerust worden met bebakening. De aanvrager zal de diverse relevant normen, codes en reglementen toepassen bij het ontwerp, de berekening, de keuze van de materialen, de controle van hun oorsprong, hun indienstneming, de controle van fabricage en de ontvangst van de uitrustingen. Van deze documenten zijn in het bijzonder volgende voorschriften van toepassing: Het KB van 12 maart 2002 (elektriciteitskabels); Algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB); Algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI); IEC 76: transformatoren; IEC 99: bliksemafleiders; IEC 137: geïsoleerde doorvoeringen voor wisselspanning hoger dan 1000 V; IEC 185: stroomtransformatoren; IEC 296: specificaties isolerende minerale oliën voor transformatoren en schakelapparatuur; IEC 354: handleiding voor de belastbaarheid van vermogentransformatoren met oliebad; IEC 606: toepassingshandleiding voor vermogentransformatoren; IEC 616: markering van klemmen en aansluitingen van vermogentransformatoren. De vermogentransformator is van het oliegekoeld type. Om milieutechnische redenen wordt een inkuiping voorzien en worden de nodige maatregelen genomen om de inkuiping vrij te houden van hemel- en zeewater. De aanvrager engageert zich om het meest milieuvriendelijke ontwerp aan te wenden: met name zal hij onderzoeken of de transformator met biologisch afbreekbare olie kan gevuld worden. Naast de hoofdcomponenten is het transformatorplatform uitgerust met de nodige utiliteiten en beveiligingssystemen, noodstroomvoorzieningen, noodverblijf, brandbestrijdingssystemen, landingsplaats voor helikopters, controleruimte. Een noodstroomvoorziening bestaat uit een dieselaggregaat van ca. 800 kva, met bijhorende dubbelwandige brandstoftank van ca. 30 m³. Het nooddieselaggregaat dient in staat te zijn om de transformatorpost en de windturbines van voldoende vermogen te voorzien voor alle essentiële functies: klimaatregeling, controle en veiligheidssystemen, bebakening, voeding hulpsystemen (bv. de kruimotoren). De aanvrager zal rekening houden met de plaatsing van de diverse componenten in een mariene atmosfeer Fasering Globaal genomen kunnen de activiteiten van het project als volgt worden gedefinieerd: De studiefase ( ):

37 ARCADIS Belgium Algemene nota - Opmaak MER en vergunningsaanvragen; - De vergunningsprocedures; - Engineering, opmaak lastenboeken, offertevragen en onderhandelingen met betrekking tot de windturbines, het transformatorplatform (TP), de elektrische bekabeling binnen het park en de zeekabel, de netkoppeling ed.; - Geotechnisch onderzoek, funderingsontwerp, opmaak lastenboeken, prijsvragen en onderhandelingen m.b.t. de realisatie van de funderingen; - De financiële analyse en de onderhandelingen inzake de financiering van het project; - De investeringsbeslissingen en toewijzing van de opdrachten; De constructiefase ( ): - De inrichting van de bouwplaats op land; - Voorbereiding en opbouw op land van de funderingen voor de windturbines, de windturbines zelf en het transformatorplatform (TP); - Voorbereiding op zee van de bouwplaats van de windturbines en het TP; - Aanvoer en plaatsing van de funderingen op zee; - Aanvoer en oprichting op zee van de windturbines, het TP en de meteomast; - Aanleg en aansluiting van de vermogen- en datakabels binnen het windturbinepark en vanaf het TP naar het land; - Het keuren, testen en opstarten van de installatie; - Planning: In 2011 is de in dienst name van het eerste deel van het windturbinepark, het transformatorplatform, de parkkabels voor de reeds geplaatste (aantal is nog te bepalen) windturbines en de zeekabel met aanlanding voorzien. In 2012 is de in dienst name van het tweede deel van het windturbinepark bestaande uit de overige turbines met hun parkkabels voorzien. Het is tevens mogelijk dat de volledige realisatie wordt uitgevoerd in 1 fase. De gegeven planning geldt zowel voor het project op het oorspronkelijke concessiegebied als voor het project op het uitgebreide concessiegebied en is onafhankelijk van het gekozen windturbinetype (3 MW - 7 MW). De exploitatiefase ( ): - De windturbines produceren elektriciteit die via de vermogenkabels naar het land wordt gevoerd en geïnjecteerd wordt in het openbare elektriciteitsnet. - Op geregelde tijdstippen wordt gepland (preventief) onderhoud uitgevoerd ten einde de installatie in optimale conditie te houden en storingen te vermijden. - Volgens noodzaak wordt er storingsonderhoud uitgevoerd. - Het volledige windturbinepark wordt via een datacommunicatiesysteem gesuperviseerd vanuit de ELDEPASCO-dispatching en vanuit het controlecentrum van de windturbineleverancier op land. De ontmantelingsfase: - Demontage en afvoer van de windturbineonderdelen en het transformatorplatform; - Verwijdering van de funderingen; - Verwijdering van de elektrische kabels. Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende fases en de aangewende technische middelen wordt verwezen naar hoofdstuk 11 (constructie- en exploitatiefase) en hoofdstuk 12 (ontmantelingsfase).

38 ARCADIS Belgium Algemene nota 4.3 BIJLAGEN HOOFDSTUK 4 Volgende Bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 4: Bijlage 4.1: Ruimtelijke situering van het project Bijlage 4.2: Voorstelling van de configuratie van het ELDEPASCO windturbinepark (6 MW) Bijlage 4.3: Voorstelling van de configuratie van het ELDEPASCO windturbinepark (3 MW) Bijlage 4.4: Coördinaten van de hoekpunten van de concessie, de windmeetmasten en de turbines. Bijlage 4.5: Technische beschrijving van de REpower 5M. Bijlage 4.6: Technische beschrijving van de Vestas V90. Bijlage 4.7: Dwarsdoorsnede van XLPE-type kabel. Bijlage 4.8: Kabeltracé met aansluiting op het onderstation Zeebrugge. Bijlage 4.9: ELIA transmissienet. Bijlage 4.10: Netaansluiting - onderstation Zeebrugge.

39 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota 5 AFZONDERLIJKE NOTA In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 4 Een afzonderlijke nota die beantwoordt aan elk van de criteria die in artikel 5 zijn bedoeld Inhoudelijk wordt voor sommige criteria beschreven in dit hoofdstuk verwezen naar andere hoofdstukken van de vergunningsaanvraag: Hoofdstuk 3: Identiteit van de aanvrager en de vennootschap (Hfd. IV, Art.6, 2, 2 ); Hoofdstuk 4: Algemene nota (Hfd. IV, Art.6, 2, 3 ); Hoofdstuk 6: Financiële en economische capaciteit van de aanvrager (Hfd. IV, Art.6, 2, 5 ); Hoofdstuk 7: Beschrijving van het project & technische maatregelen voor integratie in het elektrische net alsook de bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud (Hfd. IV, Art.6, 2, 6 ); Hoofdstuk 11: Nota met uit te voeren aanleg- en exploitatie activiteiten en de aangewende technische middelen (Hfd. IV, Art.6, 2, 10 ); Hoofdstuk 12: Nota met technische en financiële maatregelen bij definitief buiten gebruik stellen van elektriciteitskabels (Hfd. IV, Art.6, 2, 11 ). 5.1 CRITERIA Artikel 5 van het KB 12/03/2002 omschrijft de "criteria voor toekenning van vergunningen voor de aanleg van elektriciteitskabels". Deze zijn de volgende: 1 De impact van de integratie van deze elektriciteitskabel in het elektrische systeem, op basis van het technische reglement voor het beheer van het transmissienet en de toegang daartoe, en met name rekening houdend met de betrouwbaarheid en de stabiliteit van het elektrisch systeem, de regelmatigheid van levering van elektrische energie, de kwaliteit van de geleverde elektriciteit en alle andere elementen die bijdragen tot de veiligheid en zekerheid van de elektrische netten en van de daaraan verbonden uitrustingen; 2 De kwaliteit van het project op technisch en economisch gebied, inzonderheid door de toepassing van de best beschikbare technologieën; 3 De kwaliteit van het voorgelegde plan inzake exploitatie en onderhoud; 4 Onverminderd de verplichtingen die op België rusten krachtens internationale verdragen, indien de aanvraag uitgaat van een vennootschap a) de oprichting ervan overeenkomstig de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte; b) de beschikking over een centrale administratie, een hoofdvestiging of een maatschappelijke zetel binnen een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, op voorwaarde dat de activiteit van deze vestiging of maatschappelijke zetel een effectief en bestendig verband vertegenwoordigt met de economie van een van deze Lidstaten; 5 Ontstentenis van een toestand van faillissement zonder eerherstel of van vereffening uit hoofde van de aanvrager of van elke analoge situatie die het resultaat is van een procedure van dezelfde aard, die van kracht is in een nationale wetgeving of reglementering of van een lopende procedure die tot dat resultaat zou kunnen leiden;

40 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota 6 Ontstentenis van gerechtelijk akkoord of van elke analoge situatie die het resultaat is van een procedure van dezelfde aard, die van kracht is in een nationale wetgeving of reglementering, tenzij het gerechtelijk akkoord of de analoge situatie onderworpen is aan voorwaarden die de ontwikkeling impliceren van de activiteiten die het voorwerp van de aanvraag uitmaken; 7 Ontstentenis van veroordeling bij vonnis dat in kracht van gewijsde is getreden, uitgesproken ten aanzien van de aanvrager, krachtens artikel 5 van het Strafwetboek, of van een persoon die binnen de onderneming of de rechtspersoon die de aanvraag indient, een functie waarneemt van zaakvoerder, beheerder, directeur of procuratiehouder, vooreen overtreding die na de inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 tot instelling van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen, ten laste zou zijn gelegd van de rechtspersoon; 8 Technische bekwaamheden van de aanvrager of van de onderneming die met de oprichting van de elektriciteitskabel zal belast worden, inzonderheid geëvalueerd krachtens volgende criteria: a) de vermelding van voorgaande realisaties aan de hand waarvan de technische kennis op dit gebied kan worden geëvalueerd, in hetzelfde of in een gelijkaardig domein, gedurende de drie jaar die het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, voorafgaan; b) de referenties, diploma's en professionele titels van de belangrijkste kaderleden van het bedrijf en, in het bijzonder, van diegene die de betrokken werkzaamheden opvolgen en leiden; c) de technische middelen die men voor ogen heeft voor de realisatie van de werkzaamheden voor de aanleg en de exploitatie van de elektriciteitskabel waarop de aanvraag betrekking heeft; 9 De beschikking over een voldoende financiële en economische capaciteit, die inzonderheid zal geëvalueerd worden op basis van de documenten vermeld in artikel 6, 2, 5 die door de aanvrager moeten verstrekt worden; 10 De verbintenis tot vestiging van voldoende risicodekking op het vlak van burgerlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de geplande elektriciteitskabel; 11 De aanwezigheid bij de aanvrager van een aangepaste functionele en financiële structuur die de mogelijkheid biedt preventieve maatregelen te plannen en toe te passen teneinde de betrouwbaarheid en de veiligheid te verzekeren van de elektriciteitskabel waarvoor de aanvraag wordt ingediend en eveneens, desgevallend, te zorgen voor een buitendienststelling of definitieve afstand in optimale en veilige omstandigheden en met respect voor het milieu; 12 Het voorstel van technische en financiële bepalingen voor de behandeling van elektriciteitskabels wanneer zij definitief buiten gebruik worden gesteld. 5.2 DE GELIJKVORMIGHEID VAN DE INSTALLATIE MET HET TECHNISCHE REGLEMENT VAN HET TRANSMISSIENET Artikel 5, 1 van het KB 12/03/2002 omschrijft de volgende "criteria voor toekenning van vergunningen voor de aanleg van elektriciteitskabels": de impact van de integratie van deze elektriciteitskabel in het elektrische systeem, op basis van het technische reglement voor het beheer van het transmissienet en de toegang daartoe, en met name rekening houdend met de betrouwbaarheid en de stabiliteit van het elektrisch systeem, de regelmatigheid van levering van elektrische energie, de kwaliteit van de geleverde elektriciteit en alle andere elementen die bijdragen tot de veiligheid en zekerheid van de elektrische netten en van de daaraan verbonden uitrustingen Deze paragraaf van de afzonderlijke nota is in overeenstemming met KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6., 2, 6 :

41 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Een nota met beschrijving van het project waarvoor de aanvraag wordt ingediend en de technische maatregelen die genomen worden voor een correcte integratie in het overeenstemmende elektrische net alsook van de bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud Voor verdere informatie wordt dan ook verwezen naar hoofdstuk 7 (Beschrijving van het project & technische maatregelen voor integratie in het elektrische net alsook de bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud) van deze vergunningsaanvraag die dieper ingaat op deze gewenste informatie Het wettelijke kader Hiervoor wordt verwezen naar De oriëntatiestudie van de transmissienetbeheerder ELIA Hiervoor wordt verwezen naar Advies van ELIA over de aansluiting Hiervoor wordt verwezen naar Netinpassing Hiervoor wordt verwezen naar De prioriteit voor hernieuwbare energie-installaties rekening houdend met de continuïteit van de voorziening Hiervoor wordt verwezen naar Controle en sturingsconcept Hiervoor wordt verwezen naar DE KWALITEIT VAN HET PROJECT OP TECHNISCH EN ECONOMISCH GEBIED Artikel 5, 2 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: de kwaliteit van het project op technisch en economisch gebied, inzonderheid door de toepassing van de best beschikbare technologieën De kwaliteit van het project op technisch gebied Hiervoor wordt verwezen naar Hoofdstuk 4 (Algemene nota), (Windturbinepark (inclusief bekabeling)).

42 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota De kwaliteit van het project op economisch gebied Werkgelegenheid De aanvrager zal voor de bouw en exploitatie van het windturbinepark, werken en diensten in de sfeer van mariene constructies en operaties contacteren. Aangezien een aantal sterke Belgische partijen op deze markt actief zijn, wordt een krachtige respons van Belgische leveranciers verwacht. Het windpark levert een bijdrage aan de werkgelegenheid in alle projectfases. Hierbij worden onderscheiden: Projectbeheer; Productie van de componenten: windturbines, funderingen, transformatorstations, bekabeling; Installatie van het windpark; Beheer en onderhoud van het windpark; Verwijderen van het windpark. Het aantal manjaren dat tijdens de bouw, exploitatie en ontmanteling van het windpark zal worden gewerkt, wordt op 700 manjaar geraamd die als volgt begroot is: Tabel 5.1: Werkgelegenheid Projectbeheer 20 Engineering 30 Bouw windturbine (+ fundering) 100 Installatie offshore 200 Exploitatie 250 Ontmanteling (incl. engineering) 100 Totaal 700 Manjaren Hierbij mogen we niet uit het oog verliezen dat in België zich tal van belangrijke toeleveranciers voor windturbines bevinden (zoals Hanssens transmissions, Pauwels Trafo, ), alsook wereldvermaarde Belgische aannemers voor offshore werkzaamheden (Jan De Nul, Dredging, Depret, ) en Saerens, een wereldspeler op het vlak van kraanconstructies. Hierbij wordt nog geen rekening gehouden met de tientallen onderleveranciers die elk binnen hun domein een bijdrage kunnen leveren Energie-opbrengst DE ENERGIE-OPBRENGST VAN ELDEPASCO Het ELDEPASCO project omvat (afhankelijk van de keuze voor de 6M REpower of de 3 MW V90 Vestas) Voor de oorspronkelijke concessiezone: 24 (6 MW) 48 (3 MW) windturbines; met een totaal geïnstalleerd vermogen van 144 MW; Voor de uitgebreide concessiezone: 36 (6 MW) 72 (3 MW) windturbines; met een totaal geïnstalleerd vermogen van 216 MW. Rekening houdende met: De op vandaag gekende gegevens inzake het windaanbod op de Bank zonder Naam;

43 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Het voorliggende inplantingsplan; De opbrengstgegevens en beschikbaarheidcijfers van de constructeurs; De beoogde garanties en onderhoudscontracten van de mogelijke turbineleveranciers; kan op conservatieve wijze uitgegaan worden dat het windturbinepark ELDEPASCO op het oorspronkelijke concessiegebied 450 GWh/j netto zal produceren, terwijl dit voor het uitgebreide concessiegebied 670 GWh/j netto zal bedragen. DE ELDEPASCO-PRODUCTIE IN VERHOUDING TOT DE BELGISCHE ELEKTRICITEITSPRODUCTIE In België werd er in 2006 een totaal volume van GWh verbruikt (FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2008). Indien we rekening houden met de inspanningen op vlak van rationeel energiegebruik, wordt aangenomen dat er de komende jaren nagenoeg geen stijging van de hoeveelheid gevraagde elektriciteit meer zal optreden. De studie van het Federaal planbureau (Gusbin & Hoornaert, 2004) schatte de stijging van energie voor de periode op 0,5% per jaar. Indien er een aandeel van 13% van de totale elektriciteitslevering in België uit hernieuwbare energiebronnen moet worden onttrokken tegen 2020, dan betekent dit een totaal volume van ongeveer GWh tegen Gezien er momenteel slechts ca. 3% van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen wordt onttrokken, dient er tegen 2020 nog ongeveer GWh ingevuld te worden. Het ELDEPASCO windturbinepark zou op het oorspronkelijke concessiegebied 450 GWh per jaar en op het uitgebreide concessiegebied 670 GWh per jaar produceren; dit betekent ongeveer 4,8-7,2 % van de nog in te vullen hernieuwbare energieproductie van de totale doelstelling voor ons land tegen Rekening houdende met het C-Power project (naar verwachting 1000 GWh/ jaar), en het Belwind project (naar verwachting 1200 GWh/ jaar) kan men redelijkerwijze aannemen dat de productie van offshore windturbines tegen 2020 ca. 3,1 % van het Belgische elektriciteitsverbruik (in 2020) zal bedragen. Hiermee zal offshore windenergie instaan voor ongeveer ¼ (of 24 %) van het op dit moment nog niet gerealiseerde aandeel van de doelstelling voor hernieuwbare energie tegen Rentabiliteit van het project Voor zowel de gewijzigde als de uitgebreide concessiezone werden de gebudgetteerde resultatenrekeningen en balansen opgemaakt. Deze zijn terug te vinden in Bijlage 5.1 voor de gewijzigde domeinconcessie en in Bijlage 5.2 voor de uitgebreide domeinconcessie. Onderstaand geven we een toelichting omtrent de gehanteerde aannames en besluiten. INVESTERING, OPERATIONELE KOSTEN EN AFSCHRIJVING Algemeen Er is in het financiële model uitgegaan van een bouwperiode van 2 jaar. De uitgave van de investering en de onderhoudskosten, alsmede de opbrengst uit de verkoop van de geproduceerde elektriciteit worden in het financieel model over deze periode lineair verondersteld. De investeringen worden boekhoudkundig afgeschreven over 15 jaar voor de windturbines en 20 jaar voor de funderingen en elektrische installatie. De immateriële vaste activa worden afgeschreven over 3 jaar. De lening wordt afgeschreven op een termijn van 15 jaar, en dit vanaf 2013.

44 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota De eerste opbrengsten (productie elektriciteit) worden gerekend vanaf Dit zijn de opbrengsten van 12 windturbines, en dit zowel voor de gewijzigde als voor de uitgebreide concessie. De financiering door de netbeheerder van de aanlandingskabel van het windpark wordt mee opgenomen in de resultatenrekening voor een bedrag van 1/3 van de totale investering, met een maximum bedrag van 25 miljoen Euro. De totale investeringskost is inclusief immateriële vaste activa zoals bankfees, ontwikkelingskosten en bouwrente. Bij de opbouw van deze is tevens rekening gehouden met het aanleggen van de nodige reserves tijdens de constructie van het project. Hierdoor worden onvoorziene omstandigheden ingedekt. De verhouding eigen vermogen van de NV ELDEPASCO en het geleend bedrag is in beide scenario s 20/ % van de totale investeringskost wordt ingebracht door de vennoten van ELDEPASCO, 80% wordt bekomen door externe financiering. Er wordt geen rekening gehouden met een verhoogde belastingsaftrek die voor dit soort projecten gangbaar is. De provisies voor de monitoring van de installaties, opgelegd door het BMM, worden voorzien vanaf het eerste jaar productie gedurende een periode van 5 jaar. Gedurende de looptijd van het project worden er financiële middelen opgebouwd om eventuele aanpassingen/upgrades van de windturbines uit te voeren na de contractuele onderhoudscontracten van de leverancier. De ontmantelingprovisie is in beide gevallen voorzien vanaf het derde jaar. Deze provisie is niet meegerekend in de cashflow berekening, aangezien deze provisie in cash op een aparte rekening geblokkeerd zal worden. Deze provisie is daarmee niet beschikbaar om schulden af te lossen. Voor de economische evaluatie van het project en de beoordeling van de reële cashflow realisatie zou deze provisie theoretisch gezien wel bij de cashflow van het project opgeteld kunnen worden. Voor de gewijzigde concessie De voor dit windpark van 144 MW benodigde investering wordt geraamd op ca. 543 miljoen Euro, zijnde k per MW geïnstalleerd vermogen. Dit budget is opgemaakt op basis van budgettaire informatie van potentiële leveranciers en ervaringen van de projectpartners. Voor de uitgebreide concessie De voor dit windpark van 216 MW benodigde investering wordt geraamd op ca. 758 miljoen Euro, zijnde k per MW geïnstalleerd vermogen. Dit budget is opgemaakt op basis van budgettaire informatie van potentiële leveranciers en ervaringen van de projectpartners. OPBRENGSTEN Voor de gewijzigde concessie De groene stroom certificaten van het 144 MW offshore windpark worden verkocht tegen een vaste prijs van 0,107 /kwh, met een looptijd van 20 jaar. Deze prijzen zijn vastgelegd in de Belgische wetgeving. De prijs voor het fysisch product elektriciteit (grijze stroom) wordt geraamd op 0,050 /kwh. Op dit moment kan de stroom 3 jaar vooruit op de forward markt verkocht worden tegen ongeveer 0,080

45 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota /kwh (dd 27 augustus 2008). De balancing cost wordt geraamd op 20%. Voor de grijze stroom werd een indexering van 2 % in rekening gebracht. De kasposities die opgebouwd worden in het financieel model krijgen een conservatieve vergoeding van 2 %. Voor de uitgebreide concessie De groene stroom certificaten van het 216 MW offshore windpark worden verkocht tegen een vaste prijs van 0,107 /kwh, met een looptijd van 20 jaar. Deze prijzen zijn vastgelegd in de Belgische wetgeving. De prijs voor het fysisch product elektriciteit (grijze stroom) wordt geraamd op 0,050 /kwh. Op dit moment kan de stroom 3 jaar vooruit op de forward markt verkocht worden tegen ongeveer 0,080 /kwh (dd 27 augustus 2008). De balancing cost wordt geraamd op 20%. Voor de grijze stroom wordt een indexering van 2 % in rekening gebracht. De kasposities die opgebouwd worden in het financieel model krijgen een conservatieve vergoeding van 2 %. KOSTEN Het technische onderhoud van de windturbines is de belangrijkste kostenpost tijdens de exploitatie van het windpark. De berekening van deze kostenpost is zoals gebruikelijk voor deze installaties deels gekoppeld aan de prestaties van de windturbines zelf. Met een bonus/malus systeem wordt de O&Mcontractor gestimuleerd om de turbines maximaal operationeel te houden over langere termijn. Tijdens de eerste 2 jaar is geen verzekering voor machinebreuk als gevolg van interne oorzaken in rekening gebracht, aangezien dit gegarandeerd wordt door de turbineleverancier. In het financieel model is aangenomen dat de kosten met 3 % per jaar stijgen. De financiële last op de schuld is berekend tegen 6 %. Deze aanname is verdedigbaar op basis van de gemiddelde rentevoeten over de voorbije 5 jaar. RESULTATEN De hoogte van de Debt Service Cover Ratio (DSCR), dit is de mate waarin de verplichtingen naar de bank nagekomen kunnen worden, zal bepaald worden door de bankinstellingen op basis van contractuele zekerheden en al dan niet ingebouwde reserves in het model. Bij de verschillende besprekingen met de diverse financiële instellingen werd ons medegedeeld dat de richtwaarde voor de DSCR van het project minimaal 1,25 dient te bedragen. Met de huidige assumpties (20% eigen vermogen ten opzichte van de totale investering) bekomen we voor de gewijzigde domeinconcessie een DSCR van 1,25. Voor de uitgebreide concessie bekomen we een DSCR van 1,34. De kerngegevens van de financiële analyse van de beide scenario s kunnen als volgt samengevat worden: Het bedrijfsresultaat is positief vanaf het ogenblik dat het windpark volledig operationeel is. Activa: Over de hele periode blijven voldoende liquide middelen beschikbaar. Voldoende reserves kunnen worden opgebouwd om, na afloop van de garantieperiode van de leveranciers, de nodige aanpassingen en kosten te financieren om de levensduur van het windpark te garanderen gedurende 20 jaar.

46 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Er is voldoende solvabiliteit, zelfs tijdens de constructiefase van het windpark. Leningen op korte termijn zijn niet noodzakelijk. Passiva: Het vreemd vermogen wordt zonder probleem terugbetaald. CONCLUSIE Algemeen mogen we besluiten dat zelfs met een conservatieve benadering zowel het gewijzigde als het uitgebreide project economisch rendabel zijn, en in zeer belangrijke mate het aandeel hernieuwbare energieproductie in België verhogen. Gezien de aansluitingsmogelijkheid van 216 MW op korte termijn, en de beduidend grotere economische rendabiliteit -wat de financierbaarheid van het project aanzienlijk vereenvoudigt, wenst ELDEPASCO, mits toekenning van de uitbreiding van de concessie, absoluut het 216 MW project te realiseren Initiatief tot de creatie van verantwoorde synergieën met de andere projecten in de aangeduide zone De aanvrager en haar aandeelhouders hebben een pragmatische instelling. Zij hebben een duidelijke missie, en zijn ongebonden en internationaal. Ecologische en economische efficiëntie worden beoogd. Samenwerken met overheden en alle derden die activiteiten in de betrokken zone ontwikkelen, en het creëren van verantwoorde synergieën is een standaard concept in de werking van ELDEPASCO. Op dit ogenblik zien wij mogelijkheden tot samenwerking op volgende domeinen: onderzoek en monitoring van de omgevingseffecten; engineering van kabeltracés en beheer van de aansluitingsmogelijkheden; onderhoud en beheer van de windparken; monitoring met betrekking tot algemene en scheepvaartveiligheid; calamiteiten en rampenbeheer; medewerking met de scheepvaartpolitie; projecten tot opwaardering van de site (bijvoorbeeld aquacultuur); beheer van de vervoersmiddelen. De aanvrager is steeds bereid andere mogelijkheden te onderzoeken. 5.4 DE KWALITEIT VAN HET VOORGELEGDE PLAN INZAKE UITBATING EN ONDERHOUD Artikel 5, 3 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: de kwaliteit van het voorgelegde plan inzake exploitatie en onderhoud Sommige paragrafen vertonen een overlap met hoofdstuk 11 (11.2). Enkel indien volledige delen integraal gemeenschappelijk zijn, wordt hier verwezen naar hoofdstuk 11. In het andere geval wordt omwille van een vlotte leesbaarheid, de informatie geïntegreerd in de relevante paragrafen. De filosofie van de algemene onderhoud- en uitbatingstrategie is het streven naar een zo hoog mogelijke beschikbaarheid van het windpark bij aanvaardbare kosten, en met waarborging van de kwaliteit.

47 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota De kwaliteit van het project inzake uitbating en onderhoud wordt beschreven in een onderhoudsplan, dat volgende elementen weergeeft: Algemene kwaliteitsaspecten inzake uitbating en onderhoud met betrekking tot veiligheid, gezondheid, kwaliteit en milieuaspecten; De organisatie van de uitbating en het onderhoud omvattende: - De bedrijfsorganisatie en specifieke know-how van de projectpartners; - De monitoring van het windpark. De technische kenmerken van de uitbating en het onderhoud. Daaronder wordt onderscheiden: - Onderhoud van de windturbines; - Onderhoud van het transformatorstation en de hoogspanningskabel; - Bouwtechnisch onderhoud Algemene kwaliteitsaspecten inzake uitbating en onderhoud met betrekking tot veiligheid, gezondheid, kwaliteit en milieuaspecten INTEGRATIE VAN VEILIGHEID, GEZONDHEID EN KWALITEIT Volgende algemeen geldende reglementering inzake veiligheid en gezondheid zal in acht genomen worden, zowel tijdens het ontwerp van het windpark als tijdens de realisatie en navolgende uitbating en onderhoud: ARAB; AREI; Wet op het welzijn; ISO 9001; VCA**. ELDEPASCO zal zich uiteraard ook richten naar de bedrijfsvoorschriften van toepassing bij: De ARP(met specifieke accenten m.b.t. tot elektriciteitsopwekking en transport); De windturbineleverancier; Civiele on- en offshore aannemer; De netbeheerder. Het ELDEPASCO windpark zal beschikken over een eigen veiligheids-, gezondheids- en milieumanager namelijk de VGM-manager. De VGM-manager zal verantwoordelijk zijn voor veiligheid, milieu, gezondheid en kwaliteit en zal zaken die hierop betrekking hebben coördineren. De VGM-manager kan beroep doen op een team van deskundigen en zal tijdens ontwerp en realisatie van het windpark tevens bijgestaan worden door een externe veiligheidscoördinator conform de wettelijke voorschriften en interne procedures: Voor de aanvang van de uitwerkingsfase van het ontwerp zal een veiligheidscoördinator-ontwerp aangesteld worden voor de bouwkundige aspecten; Voor de aanvang van de constructiewerkzaamheden zal een veiligheidscoördinator-uitvoering aangesteld worden. Op basis van eigen knowhow en ervaring voor grote elektrotechnische installaties (met specifiek aandacht voor het offshore gebeuren) zal ELDEPASCO een aantal specifieke veiligheidsprocedures toepassen voor het windpark en kan de veiligheid van de installatie (bij ontwerp en bij exploitatie) getoetst worden aan bepaalde modellen o.a.: HAZID (Identificatie van mogelijke gevaarlijke situaties);

48 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota HAZOP (Studie op mogelijke gevaarlijke situaties in de operationele sfeer); SAFOP (Studie ter identificatie van mogelijke ongevallen tijdens de constructie, in bedrijfstelling en operatie van de elektrische installatie); ARIEB (Arbeids Risico Inventarisatie, Evaluatie en Beheer); ESSA (Analyse van de ontsnappingsmogelijkheden in geval van noodsituaties). Inzake realisatie en exploitatie zullen leveranciers en (onder) aannemers moeten voldoen aan opgelegde kwaliteits- en veiligheidsvoorschriften die zullen vastgelegd zijn in een specifiek handboek. In ieder geval zal VCA en ISO-certificering opgelegd worden en zal gewerkt worden met werkvergunningen. De ELDEPASCO VGM-manager beschikt verder over de volgende instrumenten om veiligheid, gezondheid en kwaliteit te implementeren tijdens ontwerp, realisatie en exploitatie: Kwaliteits- en veiligheidshandboek met beschrijving van het kwaliteits- en veiligheidszorgsysteem; Taak-risico-analyses; Werkplekinspecties; Agenderen van VGM-aspecten bij elk overleg; Interne en externe audits die volgens een audit planning zullen plaatsvinden om de doelmatigheid van de systemen te beoordelen. INTEGRATIE VAN MILIEUZORG Milieuzorg ELDEPASCO heeft de intentie om ook voor het offshore windturbinepark een veiligheid- en milieubeheersysteem (milieuzorgsysteem) in te voeren en te laten certifiëren conform respectievelijk OHSAS en ISO Opvolging van interne en externe monitoringsprogramma s ELDEPASCO wenst een voortrekkersrol te spelen inzake het verwerven van knowhow omtrent technische, financiële en milieuaspecten van offshore windenergie. Bijgevolg zal ELDEPASCO actief wetenschappelijk onderzoek hieromtrent opvolgen en ondersteunen; de ELDEPASCO VGM-manager staat in voor de informatiedoorstroming vanuit de monitoringsprogramma s naar de ELDEPASCO projectleiding. Technologie Windenergie is de sterkst groeiende energietechnologie ter wereld. Wanneer tot voor kort turbines met een vermogen van 600 kw de norm waren is men thans volop bezig met de ontwikkeling van windturbines tot meer dan 6 MW. Deze ontwikkeling vergt voorafgaand wetenschappelijk en toegepast wetenschappelijk onderzoek dat gesteund dient te zijn op ervaringen met gerealiseerde projecten. In samenspraak met constructeurs en turbineleveranciers zal ELDEPASCO hieromtrent onderzoek stimuleren. Milieuaspecten Bepaalde elementen van de milieu-impact van windparken in de mariene omgeving zijn op heden nog niet volledig bekend en/of gekwantificeerd. Bijgevolg is hier nood aan wetenschappelijk onderzoek. Onderzoeks- en opvolgingsprogramma s hieromtrent kunnen bepaald en opgevolgd worden in samenspraak met overheidsinstanties (v.b. BMM, Instituut voor Natuurbehoud, Vlaams Instituut voor de Zee) en met competente onderzoeksinstellingen.

49 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota De organisatie van de uitbating en het onderhoud De organisatie van de exploitatie en het onderhoud ziet er als volgt uit: Een van de belangrijkste taken met betrekking tot het onderhoud voor ELDEPASCO is het bewaken van garanties afgegeven door constructiebedrijven en leveranciers. Onderhoud en afspraken met de turbineleverancier spelen een belangrijke rol. Hierin komen aan de orde: Turbine uitval; Powercurve garantie; Beschikbaarheidsgarantie. Om het park maximaal te laten presteren wordt onderhoud en geplande service uitgevoerd. De geplande service vindt plaats in de zomermaanden. a) Geplande service Voor de turbines is 1 service per jaar gepland, afhankelijk van de leverancier. 4-5 engineers werken in een team tegelijk aan een turbine om downtime te minimaliseren. Er zijn meerdere teams nodig om het tijdsvenster zo klein mogelijk te maken. Voor de fundering (monopile / multipode / jacket/ gravitaire) is 1 inspectie / reparatie per jaar gepland. Na twee jaar wordt door een onafhankelijk bureau de onderhoudsrapporten geanalyseerd en op basis daarvan wordt het onderhoudsschema eventueel aangepast. Voor de zeekabel is één inspectie per jaar gepland. Voor het offshore transformatorstation is 1 service per jaar gepland. b) Ongeplande service Binnen de werktijden staat er een team van minimaal 2 personen klaar om zo snel mogelijk offshore reparaties uit te voeren indien nodig. Deze mensen zijn in het bezit van veiligheidscertificaten en voeren de werkzaamheden uit binnen de VGM kaders. De uitval van turbines, zodat offshore reparatie nodig is, wordt geschat op 3 à 4 keer per jaar, per turbine. De uitval van de zeekabel (herbegraven) wordt op minder dan één keer per 5 jaar geschat.

50 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota c) Monitoring In elke turbine zijn meet- en regelsystemen aanwezig. De output van de meetsystemen zijn realtime beschikbaar en worden permanent gemonitord. Daarnaast worden er analyses uitgevoerd op de data, met name met betrekking tot de prestaties. Deze worden gerapporteerd aan de O&M manager. d) Accounting Een extern accountant bureau zal de boekhouding van ELDEPASCO bijhouden. De O&M manager zal contact onderhouden met het accountantsbureau en samen een rapportage van hoogstaande kwaliteit opzetten. e) Garantie en prestatie De O&M manager zal de garanties van de turbineleverancier bewaken en treed op in naam van ELDEPASCO in het geval van een claim. Methoden om windsnelheden te relateren aan de turbines, powercurves, beschikbaarheidsberekening en uiteindelijke acceptatie zullen in detail beschreven worden in het contract met de turbineleverancier om disputen in de toekomst te voorkomen. f) PPA & grid connectie ELDEPASCO zal waarborgen dat het project overeenkomt met de PPA, Grid Connectie, en afspraken met de Netwerkoperator. De parkmanager is verantwoordelijk voor het nomineren van de capaciteit, vastgelegd in de PPA. g) Management van vergunningen De O&M manager zal een programma beheren dat er voor zorgt dat alle statutaire en lokale licenties, vergunningen en rapportagevereisten worden vervuld. h) Management van overheidsrelaties De O&M manager zal de Managing Director ondersteunen als dat nodig is. i) Management van verzekeringsclaims De O&M manager treedt op als afgevaardigde van de eigenaar als het gaat om verzekeringszaken (onderzoek, claim voorbereiding, etc.). j) Rapportage Maandelijkse rapportages over technische en commerciële zaken zullen gemaakt en gestuurd worden aan de Managing Director en het Bestuur. k) Relaties met derden De O&M manager zal de Managing Director ondersteunen in zijn relaties met derden zoals overheid, pers en media, als dat nodig is.

51 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota l) Data analyse De parkmanager voert analyses uit met betrekking tot de prestaties van het park op dag-, week- en maandbasis. m) Dagelijks transport naar het park In principe zal er geen personeel overnachten op een parklocatie. Er zijn wel overnachtingvoorzieningen die alleen in een noodgeval gebruikt zullen worden. Het transport van (onderhouds) personeel van en naar het park gaat per schip vanuit Oostende of Zeebrugge. Om uit te mogen varen is er een parktoegangsprocedure waaraan voldaan zal moeten worden. n) Vereisten aan het transportschip Een klein schip is nodig om mensen, reserve onderdelen en gereedschap op een snelle en veilige manier van en naar het park te vervoeren. Het schip moet wel groot genoeg zijn om naast de twee fulltime service engineers ook een ploeg aan boord te nemen voor de geplande service beurten. BEDRIJFSORGANISATIE EN SPECIFIEKE KNOWHOW VAN DE PROJECTPARTNERS Voor de exploitatie van het windturbinepark zal door de initiatiefnemers een specifieke afdeling ELDEPASCO exploitatie opgericht worden. De afdeling ELDEPASCO exploitatie is samengesteld uit en doet beroep op: De eigen diensten van ELDEPASCO elk met hun specifieke knowhow en taken (zie hieronder); Externen: hoogtechnologische ondersteuning van o.m. de windturbineleverancier, aan de hand van langetermijn service contracten. NV ELDEPASCO Bestuurscomité ELDEPASCO Projectteam ELDEPASCO ELDEPASCO: bouw ELDEPASCO: exploitatie Administratie ELDEPASCO O&M ELDEPASCO logistiek Administratie Financieel beheer Commercieel Monitoring Productiviteitsbeheer Netbeheer Onderhoud Logistieke operaties Hoogtechnologisch Turbineonderhoud Transportfaciliteiten Bouwtechniek

52 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota ELDEPASCO Operations en Maintenance (O&M) ELDEPASCO O&M zal instaan voor monitoring, productiviteitsbeheer, netbeheer en onderhoud (gepland- en ongepland onderhoud en onderhoudsmanagement) van het windpark, gebaseerd op de exploitatie van huidige onshore en offshore installaties, aangevuld met deskundige externen, zoals bijvoorbeeld de turbineleverancier. Monitoring Het windpark zal bestaan uit turbines, die via een ondergrondse elektriciteitskabels verbonden zijn met een transformatorstation. In dit transformatorstation bevindt zich de aansluiting naar het onderstation te Zeebrugge. In iedere turbine bevindt zich een computer-gestuurde controle eenheid, die middels glasfibers in de elektriciteitskabels verbonden is met een centrale besturingscomputer in het transformatorstation. Dit is het zogenaamde SCADA systeem (SCADA = supervisory control and data acquisition). De centrale besturingscomputer kan op zijn beurt weer op afstand bediend worden vanuit een controlecentrum op land. Deze architectuur maakt het mogelijk om zowel individuele windturbines als ook het gehele windpark vanaf land te besturen. Het online SCADA systeem maakt het mogelijk om vanuit een willekeurige locatie middels een beveiligde internetverbinding contact te leggen met de centrale besturingscomputer van het windpark. Figuur 5.1: Schematische voorstelling van het Vestas Online Systeem Normale bedrijfsvoering van het windpark gebeurt door middel van een controle console die op het Online SCADA systeem is aangesloten. Op de console is de actuele toestand van de turbines zichtbaar, zoals die door het uitgebreide SCADA sensor netwerk wordt aangeleverd. Starten en stoppen van het windpark, evenals van individuele turbines, kan geschieden met behulp van deze controle console. Ook wordt het online SCADA systeem gebruikt om analyses van het windpark uit te voeren en daarmee de bedrijfsvoering te optimaliseren. Zware storm Zware storm, ook indien deze windkracht (Beaufort) 10 is of hoger, is een normale situatie voor het windpark. Turbines, windpark, SCADA systeem, online systemen zijn ontworpen om bij alle naar verwachting voorkomende weerscondities veilig te kunnen werken. Indien een zware storm, zullen de windturbines vanaf een windsnelheid van circa 25 m/s (ruwweg Beaufort 10) worden afgeschakeld. Dit gebeurt conform de vermogenscurve ( power curve ) van de turbine. Hierbij worden de bladen

53 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota automatisch in de vaanstand gedraaid waardoor er geen krachten meer op de rotor worden overgebracht. Dit is een veilige situatie. Zodra de storm weer gaat luwen, en de windkracht onder de circa 20 m/s zakt, worden de windturbines weer geleidelijk aan automatisch ingeschakeld. Technische defecten Technische storingen binnen de windturbines worden door het besturingssysteem gesignaleerd. Bij een storing zal een windturbine zichzelf automatisch uitschakelen, en naar een veilige stand gaan. Hoe een turbine vervolgens weer wordt opgestart, is afhankelijk van de aard van de storing. Bij kleine storingen is het mogelijk dat de windturbine zichzelf automatisch herstart aangezien de situatie weer veilig is of dat de windturbine door middel van remote reset vanaf de controle console, weer in bedrijf wordt genomen. Bij grotere storingen is het nodig dat service monteurs de turbine bezoeken omdat aanvullende inspecties noodzakelijk zijn om de windturbine weer op te starten. Indien de storing door middel van een bezoek verholpen kan worden, kan de turbine daarna weer worden opgestart. Bij zeer grote storingen kan het nodig zijn om reserve-onderdelen te betrekken. Hiervoor kunnen, in een uiterste geval, zelfs kraanschepen nodig zijn indien bepaalde zeer grote componenten uit de gondel vervangen moeten worden. De turbine zal zo spoedig mogelijk nadat een storing is verholpen weer in bedrijf worden genomen. Buiten de diensturen ('s nachts, weekends, feestdagen) kan het ploegpersoneel Exploitatie ten allen tijde beroep doen op assistentie van een ingenieur van wacht, technici en een operator die permanent bereikbaar zijn in een wachtrol. Dit zorgt ervoor dat bij moeilijkheden of incidenten direct kan worden ingegrepen en de nodige middelen ingezet kunnen worden om de onbeschikbaarheid van de eenheden tot een minimum te herleiden of zo mogelijk te voorkomen. Veiligheid, gezondheid en milieu Alle activiteiten met betrekking tot uitbating en onderhoud van ELDEPASCO zullen voor de aspecten veiligheid, gezondheid en milieu onder toezicht van de VGM-manager staan die rechtstreeks zal rapporteren aan de ELDEPASCO directie. Op dit punt is reeds eerder ingegaan. Alle werkzaamheden zullen plaats vinden middels een werkvergunning. Voordat de werkvergunningen worden afgegeven moet er een beschrijving van de werkzaamheden zijn en bij hoog-risico-werkzaamheden moet een taakrisicoanalyse uitgevoerd worden. Werknemers die naar de turbines gaan moeten allemaal aantoonbaar de juiste trainingen hebben gehad waaronder een offshore training. Ook dienen de juiste (afhankelijk van de weersomstandigheden) persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen te worden De technische kenmerken van de uitbating en het onderhoud Hiervoor wordt integraal verwezen naar Hoofdstuk 11, paragraaf (Onderhoud). 5.5 DE AANVRAGER ALS VENNOOTSCHAP Artikel 5, 4 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: onverminderd de verplichtingen die op België rusten krachtens internationale verdragen, indien de aanvraag uitgaat van een vennootschap Hiervoor wordt verwezen naar Hoofdstuk 3 (De identiteit van de aanvrager), 3.2. (De vennootschap).

54 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota 5.6 DE AFWEZIGHEID IN HOOFDE VAN DE AANVRAGER VAN EEN TOESTAND VAN FAILLISSEMENT ZONDER EERHERSTEL OF VAN VEREFFENING Artikel 5, 5 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: ontstentenis van een toestand van faillissement zonder eerherstel of van vereffening uit hoofde van de aanvrager of van elke analoge situatie die het resultaat is van een procedure van dezelfde aard, die van kracht is in een nationale wetgeving of reglementering of van een lopende procedure die tot dat resultaat zou kunnen leiden Verklaring van ELDEPASCO nv Deze verklaring werd toegevoegd in Bijlage Origineel ondertekend attest door de Rechtbank van Koophandel Brugge Attest werd toegevoegd in Bijlage DE AFWEZIGHEID VAN GERECHTELIJK AKKOORD Artikel 5, 6 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: ontstentenis van gerechtelijk akkoord of van elke analoge situatie die het resultaat is van een procedure van dezelfde aard, die van kracht is in een nationale wetgeving of reglementering, tenzij het gerechtelijk akkoord of de analoge situatie onderworpen is aan voorwaarden die de ontwikkeling impliceren van de activiteiten die het voorwerp van de aanvraag uitmaken Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister m.b.t. gerechtelijk akkoord Attest werd toegevoegd in Bijlage DE AFWEZIGHEID VAN VEROORDELING BIJ VONNIS MET KRACHT VAN GEWIJSDE UITGESPROKEN TEN AANZIEN VAN DE STRAFRECHTERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANVRAGER Artikel 5, 7 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: ontstentenis van veroordeling bij vonnis dat in kracht van gewijsde is getreden, uitgesproken ten aanzien van de aanvrager, krachtens artikel 5 van het Strafwetboek, of van een persoon die binnen de onderneming of de rechtspersoon die de aanvraag indient, een functie waarneemt van zaakvoerder, beheerder, directeur of procuratiehouder, vooreen overtreding die na de inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 tot instelling van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen, ten laste zou zijn gelegd van de rechtspersoon Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister m.b.t. strafrechtelijke aansprakelijkheid De getuigschriften van goed zedelijk gedrag van de bestuurders zijn terug te vinden in Bijlage DE TECHNISCHE BEKWAAMHEDEN VAN DE AANVRAGER Artikel 5, 8 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot:

55 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota technische bekwaamheden van de aanvrager of van de onderneming die met de oprichting van de elektriciteitskabel zal belast worden, inzonderheid geëvalueerd krachtens volgende criteria Realisaties De strategische keuze van Electrawinds, Depret (Artes), Aspiravi en WE-Power voor offshore windenergie en de overtuiging dat offshore windenergie een veelbelovende bron van duurzame energie is voor de nabije toekomst, tesamen met het besef dat dit project van groot belang is voor de toekomstige ontwikkeling van offshore windenergie heeft geleid tot een optimale inzet van de kennis en ervaring van de consortium-partners. Hierdoor wordt binnen ELDEPASCO een enorme schat aan kennis en ervaring op het gebied van windenergie, offshore operaties en het uitvoeren van grootschalige projecten gebundeld en beschikbaar gemaakt voor het succesvol realiseren en opereren van het windpark. Een verklaring van ELDEPASCO wordt in Bijlage 5.7 bijgevoegd van garantie op de goede uitvoering en exploitatie van het windturbinepark Electrawinds N.V. Electrawinds ( actueel de grootste private speler op de Belgische markt van hernieuwbare energie, werd opgericht in Oorspronkelijk concentreerde het bedrijf zich enkel op de productie van windenergie, maar later werd ook geïnvesteerd in de ontwikkeling van andere vormen van hernieuwbare energie. Op het gebied van windenergie werden sinds 2000 reeds acht projecten gerealiseerd in binnen- en buitenland. Bovendien heeft Electrawinds plannen voor tientallen nieuwe windturbineprojecten in Vlaanderen, Wallonië en een aantal Europese landen zoals Frankrijk, Italië, Roemenië en Bulgarije. In een tweede fase breidt Electrawinds zijn activiteiten ook uit naar Portugal, Griekenland, Polen en Hongarije. Samen met drie verschillende partners, heeft Electrawinds de naamloze vennootschap ELDEPASCO opgericht voor de bouw van windturbines op de Bank zonder Naam in de Belgische Noordzee. Recent verkreeg Electrawinds bovendien de opdracht voor de constructie van windturbines op het Evolispark (voorheen Deltapark genaamd), een bedrijventerrein bij Harelbeke en Kortrijk. Naast windturbineprojecten ontwikkelde Electrawinds ook andere vormen van hernieuwbare energie. Sinds augustus 2005 exploiteert Electrawinds een biomassacentrale in Oostende, waar energie gewonnen wordt uit frituuroliën, plantaardige oliën en dierlijke vetten. De centrale voorziet ongeveer gezinnen van groene stroom en zorgt voor een besparing van meer dan ton C02-uitstoot per jaar. Electrawinds exploiteert sinds december 2006 een biomassacentrale in Moeskroen. Deze centrale voorziet gezinnen van groene energie. Naast deze twee gerealiseerde projecten, zijn verschillende biomassaprojecten in binnen- en buitenland reeds vergund die in de komende jaren gerealiseerd zullen worden. Recent werd in Oostende bovendien gestart met de bouw van een biostoominstallatie, waar door verbranding van hoogcalorische restfracties hernieuwbare energie zal opgewekt worden. Electrawinds heeft nu ook het project Electrawinds Solar opgestart, waarbij groene stroom wordt opgewekt door het opvangen van licht in fotovoltaïsche zonnecellen. Deze cellen zetten het licht rechtstreeks om in elektriciteit. Concreet werd een 6 hectare groot terrein in Middelkerke met zonnepanelen volgebouwd. Met 1,3 MW (ca. 400 gezinnen) is dit het grootste zonnepanelenpark van de Benelux.

56 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Depret N.V. (Artes groep) NV Depret ( behoort tot de toonaangevende Vlaamse bedrijven op het gebied van de baggerwerken en waterbouw. Het thuisfront van de firma is gelegen langsheen de Belgische kust in de haven van Zeebrugge. Na de overname in april 1984 door NV Roegiers is NV Depret zich gaan diversifiëren naar de betonbouw, gebouwen en renovatie en aldus uitgegroeid tot algemene bouwonderneming. Sinds de management buy-out in 1989 bevindt NV Depret zich in een groepsstructuur met moederholding R.B.K. en twee zusterbedrijven, nl. NV Roegiers te Kruibeke en NV T.W.T. te Seilles. Sinds 1 januari 2000 is de naam van de overkoepelende organisatie veranderd in NV Artes Group. Depret is 100% eigendom van de NV Artes Group. Na een gestadige groei begin de jaren negentig is de NV Depret uitgegroeid tot een algemene bouwonderneming met een jaaromzet van 60 miljoen euro en een personeelsbestand van 180 medewerkers. Steunend op de kennis en de flexibiliteit van haar personeel en optimaal gebruik makend van de groepssynergie wil NV Depret zich verder ontwikkelen als een rendabel en cliëntvriendelijk bedrijf met tevreden medewerkers. Door het verwerven in 1994 van het ISO 9002 kwaliteitslabel (recentelijk uitgebreid tot het ISO 9001 label) kon het bedrijf zich verder ontwikkelen op de concurrentiële bouwmarkt. In het kader van haar verdere ontwikkeling als professioneel bouwbedrijf steunend op flexibiliteit en kwaliteit, werd op 6 november 1998 door Lloyds Register het veiligheidscertificaat VCA** toegekend. NV Depret is reeds meer dan eeuw actief op het vlak van de baggerwerken, bergingen, transporten te water en onderwaterwerken. Oever en kustverdediging en het plaatsen van zinkers behoren tot de jarenlange ervaring van de firma. Dukdalven en geleidingsbuispalen, al dan niet voorzien van aangepaste befendering worden geroutineerd ingeheid of ingetrild. NV Depret beschikt over de technische vaardigheden en knowhow om dam en combiwanden, zowel als gesloten bouwkuipen te verwezenlijken. Tot de rijke waaier van activiteiten van de firma behoren eveneens totaalprojecten in de steiger en bruggenbouw, alsook de realisatie van gebruiksklare ro-ro installaties en windturbines op zee. Depret NV beschikt over een zeer ruime ervaring op het gebied van de waterbouw en de burgerlijke bouwkunde. Specifiek op het vlak van de hernieuwbare energie heeft Depret de volgende ervaring opgedaan. 1. Installatie van twee turbines en bladen in de haven van Blyth (U.K.) (2000). 2. In 2001 werden door Depret voor de Zweedse kust 5 windturbines van 2 MW geïnstalleerd. De funderingen bestaan uit monopiles met diameter 4000 mm. Het hiervoor ingezette polyvalente tuig Lynn heeft bovendien reeds een ruime referentielijst in offshore structuren. 3. Depret NV was als aannemer verantwoordelijk voor het concept en de plaatsing van twee meetmasten voor de Engelse kust (Kentish Flats en North Hoyle) met het oog op de ontwikkeling van windturbineparken. Het project North Hoyle werd inmiddels gerealiseerd.

57 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota 4. Bij de realisatie van het Horns Rev windturbinepark in Denemarken (juni 2002) stond Depret in voor de plaatsing van de elektriciteitskabels tussen de individuele turbines en het transformatorstation. Als algemene aannemer in zeer ruime disciplines beschikt Depret over de nodige knowhow, het juiste materieel en de nodige ervaring om de ontwikkeling van een windturbinepark binnen de vooropgestelde termijnen en budgetten te coördineren en te realiseren Aspiravi N.V. Aspiravi NV ( is ontstaan uit een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse zuivere intercommunales Interelectra, IVEG, PBE en WVEM. Het bedrijf werd opgericht op 30 april Wegens de wettelijk verplichte scheiding tussen enerzijds de productie en de levering van energie en anderzijds de distributie en het transport van energie hebben de gemeenten aandeelhouders van de Vlaamse zuivere intercommunales beslist om de holdings NUHMA NV, FINEG NV, CREADIV NV en EFIN NV op te richten. Op die manier kunnen de verschillende gemeenten als aandeelhouders (onrechtstreeks) actief blijven in de energiesector zowel wat betreft de productie, de distributie als de levering van energie. Niettegenstaande de recente oprichtingsdatum van het bedrijf, kan er teruggegrepen worden naar een jarenlange ervaring van de medewerkers inzake decentrale energieproductie. De structuur van Aspiravi NV is specifiek afgestemd op een totaalaanpak voor het realiseren van projecten inzake hernieuwbare energie in het algemeen en windenergie in het bijzonder. Dat betekent dat zowel het ontwikkelen, investeren, realiseren als exploiteren van elektriciteitscentrales, waaronder windturbineparken, op basis van hernieuwbare energiebronnen tot de core business van het bedrijf mag gerekend worden. Deze aanpak heeft tot op heden geleid tot de volgende situatie inzake windturbineparken: Windturbines operationeel: 62 stuks; Windturbines in opbouw (operationeel deels in 2008, deels in 2009): 24 stuks. Samen met Spano heeft Aspiravi de vennootschap A&S Energie (50% Aspiravi/ 50% Spano) opgericht die op dit ogenblik een biomassacentrale op houtafval bouwt met een elektrisch vermogen van ca. 25 MW. Verder exploiteert Aspiravi een aantal kleinschalige waterkrachtcentrales en 4 biogasmotoren (onder andere bij InBev in Leuven) WE-Power N.V. De Groep Colruyt ( heeft zeker een jarenlange ervaring met grote investeringsprogramma's. Colruyt investeert jaar na jaar in uitbreiding van het patrimonium. Het grootste gedeelte gaat naar oprichting van nieuwe Colruyt-winkels, vergroting en vernieuwing van bestaande Colruyt-winkels en aankoop van gronden en gebouwen voor toekomstige Colruyt-winkels. Colruyt heeft in 1999, dus nog vóór de oprichting van de NV WE-Power, zelf een windturbine geplaatst naast de stapelplaats Dassenveld te Halle. De koeling in de stapelplaats gebeurt door elektriciteit geproduceerd via deze windturbine. De windturbine heeft een gemiddelde opbrengst van MWh/jaar. De verse en diepvriesproducten blijven dus niet alleen optimaal bewaard, ze worden ook gekoeld met milieuvriendelijke energie.

58 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Verder hebben wij op onze site te Ghislenghien een tweede windturbine opgericht in eigen beheer. Deze moet de verdere uitbouw van onze duurzame energieproductie blijven garanderen. Hierdoor wordt het elektrisch verbruik van onze koffiebranderij en wijnbottelarij groen ingekleurd. Colruyt heeft dus reeds heel wat ervaring en knowhow rond groene energie opgebouwd. Deze ervaring wordt ook benut voor nieuwe externe projecten, zoals het ELDEPASCO project waarvoor zij de concessieaanvragen coördineren. Daarnaast vormen zij een samenwerkingsovereenkomst voor de realisatie van het project van 9 windturbines te Ieper, samen met haar partners NV Electrawinds, NV Aspiravi en NV SPE. Het project zal gerealiseerd worden in 2008 en operationeel zijn tegen half Tenslotte zijn er nog een aantal windenergieprojecten in onderzoeksfase n.a.v. initiatief genomen door o.a. leveranciers van Colruyt enerzijds en gemeentebesturen waarmee zij een constructieve verstandhouding hebben anderzijds. Naast deze projecten en initiatieven heeft Colruyt NV heel wat ervaring met de realisatie en exploitatie van fotovoltaïsche zonnepanelen. Op ons distributiecenter Dassenveld hebben wij in 2006 een installatie gebouwd van 330 kwp. Daarnaast is in 2007 de beslissing genomen om voor alle nieuwe winkels in Vlaanderen de technisch/economische haalbaarheid te onderzoeken voor de plaatsing van zonnepanelen. Zo zijn er reeds in diverse winkels zonnepanelen in werking en tal van projecten in ontwikkeling en in opbouw Referenties & diploma s Hierna zijn volgende documenten toegevoegd in bijlage: Electrawinds N.V. (Bijlage 5.8) Luc Desender (CEO); Paul Desender (EO); Jan Dewulf (Verantwoordelijke Business Development); Raoul van Lambalgen (Project manager techno-commercieel verantwoordelijke); Pieter Dehaene (Projectmedewerker offshore); Jurgen Soete (Investment Manager); Jeroen Mouton (Controller); Klaas Guldie (Engineering en Construction Manager); Joos Anseeuw (Projectmedewerker offshore technisch); Jeroen Kok (Projectmedewerker offshore) Depret N.V. (Artes groep) (Bijlage 5.9) Robert Hoornaert (Gedelegeerd Bestuurder Artes groep); Koen Van de Velde (Algemeen Directeur); Marc Ockier (Directeur Uitvoering); Dieter Van Parys (Projectingenieur); Eddy Decoene (Financieel Management); Guy Toussein (Preventie-adviseur).

59 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Aspiravi N.V. (Bijlage 5.10) Rik Van de Walle (Algemeen directeur); Fred Popelier (Projectsupervisie Engineering & Construction); Dave Vercruysse (Projectmanager windturbines + elektrische infrastructuur); Chris Wancour (Projectmanager ontwerp, civiele en mechanische werken); Pieter De Clercq (Exploitatieverantwoordelijke); Geert Maris (Business Development Manager financieel expert) WE-Power N.V. (Bijlage 5.11) Jean de Leu de Cecil (Secretaris Raad van bestuur Groep Colruyt); Stefaan Verhamme (Expansie); Robin Rys (Juridisch Adviseur); Francois Van Leeuw (Financieel Adviseur); Dirk Vandercammen (Projectingenieur); Koen Merckx (Projectingenieur) Technische middelen voor de werkzaamheden voor de aanleg en de exploitatie van de elektriciteitskabels Deze paragraaf van de afzonderlijke nota (onder Technische bekwaamheden van de aanvrager ) is in overeenstemming met KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6., 2, 10 : Een nota met de beschrijving van de uit te voeren aanleg- en exploitatie- activiteiten, de bij elke etappe aangewende technische middelen alsook de toepassing ervan, met inbegrip van de aanwijzende planning van al deze activiteiten Een samenvatting wordt gegeven van de belangrijkste technische middelen nodig voor de aanleg en de exploitatie van het windturbinepark (inclusief bekabeling). Voor verdere informatie wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 (Nota met uit te voeren aanleg- en exploitatie- activiteiten en de aangewende technische middelen) van deze vergunningsaanvraag die de technische middelen in meer detail beschrijft per fase. BOUWTERREIN Voor de preassemblage van de windturbines en andere onderdelen van het windpark en als basis voor personeel, de installatie en de vaartuigen zal een onshore bouwterrein in een nabij gelegen haven (bv. Oostende of Zeebrugge) worden ingericht. Het bouwterrein dient minstens te bestaan uit: kantoorunits voor ontvangst, bouwteam, vergaderingen, ; eet-, kleed- en wasgelegenheid en sanitair voor het personeel; beschermingsmiddelen, blusmiddelen, EHBO-voorzieningen en afvalopslag-voorzieningen; opslagruimte voor de aan te voeren onderdelen van de molens; assemblageruimte langsheen een kaai met ruimte voor één of meerdere montagekranen. TRANSPORT VAN TURBINES, GONDELS EN WIEKEN EN PREASSEMBLAGE Benodigd materieel is o.a.: vrachtwagens voor het transport van: - elektrische apparatuur;

60 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota - gondel; - rotorkoppen; - wieken; telescopische kranen (eventueel op transportvrachtwagen) voor ontladen van vrachtwagens en preassemblage onshore; specifieke montagewerktuigen voor de preassemblage van de windturbines. TRANSPORT VAN FUNDERINGSCONSTRUCTIES NAAR HET WINDPARK Het transport van de bouwkundige elementen van de fabriek naar het windpark zal over het water gebeuren per schip of per ponton. Het aantal funderingsconstructies per reis zal bepaald worden door het aantal en het laadvermogen van de schepen of pontons en door het werkritme. INHEIEN FUNDERINGSPALEN Benodigd materieel is o.a.: jack-up pontons, uitgerust met: - kabelkraan met grote hijscapaciteit; - elektrische lieren of hydraulische cilinders om het ponton uit het water te tillen op spudpalen (4, 6 of zelfs 8 stuks); - GPS installatie ter bepaling van de juiste positie voor het inheien; hydraulische heihamer; meetapparatuur ter bepaling van inheidiepte en verticaliteit van monopaal/multipode; AANVOER EN MONTAGE VAN TRANSITIESTUKKEN Volgend materieel is o.a. benodigd: opvijzelbaar transportponton uitgerust met: - spudpalen en elektrische lieren; - telescopische kraan; groutinstallatie met voorraad cement. TRANSPORT VAN WINDTURBINE NAAR WINDPARK EN MONTAGE Volgend materieel is o.a. benodigd: opvijzelbaar platform uitgerust met: - kraan; - GPS. AANLEG VAN DE ELEKTRISCHE INFRASTRUCTUUR EN DATATRANSFERKABELS (GLASVEZEL) Voor het aanleggen van de elektrische infrastructuur is o.a. volgend materieel benodigd: kabelleggend schip uitgerust met: - oppervlaktereferentiesysteem: GPS; - onderwaterreferentiesysteem: sonar;

61 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota - dynamisch positioneersysteem. onderwater jet-ingravingsuitrusting; onshore kabel onderboringsuitrustingen. TECHNISCHE MIDDELEN VOOR EXPLOITATIE Benodigd materieel in de exploitatiefase omvat o.a. : specifieke werktuigen voor onderhoud aan de windturbines; beheersystemen (telebewaking, predictief onderhoud, milieuzorgsysteem, communicatie); onshore logistiek centrum (in haven Zeebrugge b.v.); kleine interventievaartuigen met een grote wendbaarheid specifiek uitgerust met aanlandingsinfrastructuur op het bordes van de windturbines; grotere vaartuigen bij vervanging van grotere componenten FINANCIËLE EN ECONOMISCHE CAPACITEIT Artikel 5, 9 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: de beschikking over een voldoende financiële en economische capaciteit, die inzonderheid zal geëvalueerd worden op basis van de documenten vermeld in artikel 6, 2, 5 die door de aanvrager moeten verstrekt worden Dit criterium is in overeenstemming met het KB 07/09/2003: Hoofdstuk II, Art. 13, 1, 4 : Referenties die de financiële en economische draagkracht van de aanvrager aantonen en meer bepaald één of meer van de volgende referenties: Passende bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of jaarrekeningen van de onderneming, en; Een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in werken van de onderneming over de laatste drie boekjaren; Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de gevraagde referenties over te leggen, kan het bestuur (de BMM) hem toestaan zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere documenten die het geschikt acht. En met het KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 5 : Indien de aanvrager wegens een grondige reden niet in staat is de gevraagde documenten voor te leggen een geval waarin hij gemachtigd is zijn financieel vermogen te bewijzen met ieder ander passend document een nota die de beoordeling van de financiële en economische draagkracht van de aanvrager moet toelaten, inzonderheid samen met de volgende elementen die voor echt worden verklaard door een Belgische bedrijfsrevisor of een persoon met evenwaardige hoedanigheid volgens de wetgeving van de Staat waarvan de aanvrager afhangt: bankattesten of passende financiële waarborgen; de drie laatste balansen en resultaten-rekeningen van de onderneming; de omvang van de eigen middelen; het globaal omzetcijfer en de ratio's kapitaal/omzetcijfer en omzet-cijfer/resultaat; een becijferd voorstel van een verzekeringsmaatschappij met maatschappelijke zetel in België of in een ander land van de Europese Economische Ruimte voor de risicodekking op het vlak van de burgerlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de geplande elektriciteitskabel; Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar hoofdstuk 6 (Financiële en economische capaciteit van de aanvrager) die voornoemde informatie integreert.

62 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota 5.11 RISICODEKKING OP HET VLAK VAN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID Artikel 5, 10 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: de verbintenis tot vestiging van voldoende risicodekking op het vlak van burgerlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de geplande elektriciteitskabel Een verklaring van ELDEPASCO met betrekking tot voldoende waarborgen inzake burgerlijke aansprakelijkheid werd toegevoegd in Bijlage Een intentieverklaring van een mogelijke verzekeringsmaatschappij werd toegevoegd in Bijlage FUNCTIONELE EN FINANCIËLE STRUCTUUR BIJ DE AANVRAGER Artikel 5, 11 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: de aanwezigheid bij de aanvrager van een aangepaste functionele en financiële structuur die de mogelijkheid biedt preventieve maatregelen te plannen en toe te passen teneinde de betrouwbaarheid en de veiligheid te verzekeren van de elektriciteitskabel waarvoor de aanvraag wordt ingediend en eveneens, desgevallend, te zorgen voor een buitendienststelling of definitieve afstand in optimale en veilige omstandigheden en met respect voor het milieu Voor de realisatie van het project werd een NV ELDEPASCO opgericht, met als doel het bouwen en exploiteren van een offshore windturbinepark op de domeinconcessie Bank Zonder Naam. De NV ELDEPASCO heeft 4 aandeelhouders: Electrawinds NV - Depret NV - Aspiravi NV WE Power NV Functionele structuur ELDEPASCO heeft als doel het investeren, het realiseren en het exploiteren van projecten voor de productie van hernieuwbare en milieuvriendelijke energie. Alle kennis en ervaring die opgedaan is bij de ontwikkeling en realisatie van eerdere projecten worden voor dit project beschikbaar gesteld. Het uitgangspunt voor de structuur van het project ELDEPASCO is de specifieke kennis van elke vennoot en de wijze waarop deze wordt ingezet. De functionele structuur van het consortium wordt hiernavolgend beschreven en kan schematisch als volgt weergegeven worden: NV ELDEPASCO Bestuurscomité ELDEPASCO Projectteam ELDEPASCO ELDEPASCO PROJECTONTWIKKEILNG ELDEPASCO BOUW ELDEPASCO EXPLOITATIE

63 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota De bouw en exploitatie van het windpark, kapitaalinbreng en contracten voor alle benodigde handelingen in het project ELDEPASCO, vinden plaats vanuit deze projectstructuur. Dit onderschrijft de betrokkenheid van alle partijen bij het project. Het Bestuurscomité bestaat uit: Luc Desender (gedelegeerd bestuurder Electrawinds NV) Robert Hoornaert (gedelegeerd bestuurder Depret NV) Rik Van de Walle (algemeen directeur Aspiravi NV) Jean de Leu de Cecil (bestuurder WE-Power NV) Het projectteam is samengesteld uit medewerkers van de vier vennoten, ad hoc aangevuld met een aantal partijen die specifieke knowhow inbrengen met betrekking tot de verschillende deelaspecten van de realisatie van een offshore windpark. De concrete samenstelling van het projectteam ziet er als volgt uit: ELECTRAWINDS NV Lic. Jan Dewulf (Verantwoordelijke Business development) Raoul van Lambalgen BSc. (Project manager techno-commercieel verantwoordelijke) Lic. Pieter Dehaene (Projectmedewerker offshore) Paul Merlevede (Financieel expert) Ing. Joos Anseeuw (Projectmedewerker offshore technisch) Ir. Jeroen Kok (Projectmedewerker offshore) DEPRET NV Ir. Koen Van de Velde (algemeen directeur) Ing. Marc Ockier (directeur Uitvoering) Lic. Eddy Decoene (financieel management) Ing. Dieter Van Parys (project ingenieur) Lic. Guy Toussein (preventie-adviseur) ASPIRAVI NV Ir Rik Van de Walle (algemeen directeur) Ir. Fred Popelier (Projectsupervisie Engineering & Construction) ing. Dave Vercruysse (Projectmanager windturbines + elektrische infrastructuur) grad. Chris Wancour (Projectmanager ontwerp, civiele en mechanische werken) ing. Pieter De Clercq (Exploitatieverantwoordelijke) Lic. Geert Maris (Business Development Manager financieel expert) WE-POWER NV Lic. Stefaan Verhamme (Business development) Robin Rys (juridisch adviseur) Koen Baetens (Directeur technische dienst) Ing. Dirk Vandercammen (Project manager) Ir. Koen Merckx (projectmedewerker)

64 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Francois Van Leeuw (Financieel expert) Bovenvermeld projectteam heeft onderhavige vergunningsaanvraag voorbereid. Dit projectteam zal instaan voor de verdere uitwerking van het project. De specifieke bevoegdheden en taken van het directiecomité, respectievelijk projectteam zijn aangegeven in de oprichtingsakte. Ten behoeve van deelaspecten van de vergunningsaanvraag is de expertise van een aantal externe bureaus ingeschakeld: Arcadis Belgium De Arcadis groep en zeker zijn recent overgenomen studiebureau Ecolas heeft reeds ruime ervaring met de coördinatie van milieueffectenrapporten voor offshore projecten waaronder windturbineparken. Arcadis Belgium treedt in dit dossier op als coördinator van zowel het milieueffectenrapport als van de vergunningsaanvraag. Studiebureau 3E is een internationaal gerenommeerd studiebureau op het vlak van windenergie. 3E is betrokken bij diverse concessie-aanvragen, waaronder het ELDEPASCO project. Prof. Dr. ir. J. Catrysse heeft als expert op het vlak van radarbewegingen en de Schelde Radar Keten een oriënterende studie uitgevoerd omtrent de invloed van het windturbinepark op de bestaande en toekomstige radarsystemen. Hij is verbonden aan het KHBO. Germanischer Lloyd is een internationaal gerenommeerd certificeringbureau. GL heeft advies verleend met betrekking tot het opmaken van de nieuwe inplanting. GL heeft ook een opbrengstberekening gemaakt voor ELDEPASCO. GeoSea heeft zich gespecialiseerd in offshore activiteiten en meer bepaald in het heien van palen, het installeren van offshore structuren en in situ onderzoek op zee. Ze werden gecontacteerd omwille van hun geotechnische kennis en rond het uitvoeren van geofysisch onderzoek. Technum Als dochter van de Tractebel groep is het studiebureau Technum uitgegroeid tot een multidisciplinair bureau. Specifiek de afdeling waterbouw heeft een ruime ervaring ontwikkeld met betrekking tot offshore funderingen. Technum werd in dit dossier reeds geconsulteerd rond stabiliteitsberekeningen en kan als studiebureau ook in de toekomst verder aangesproken worden. Energy Solutions Energy Solutions heeft advies verleend rond elektrische engineering.

65 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Financiële structuur De algemene financiële structuur van de aanvrager wordt hieronder schematisch weergegeven. Conform de Statuten van de NV ELDEPASCO, hebben de vennootschappen Electrawinds N.V., Depret N.V., Aspiravi N.V. en WE-Power N.V. elk een belang van 25 %. In de schoot van deze NV wordt het beoogde windturbinepark ELDEPASCO gerealiseerd. 25 % 25 % 25 % 25 % NV ELDEPASCO ELECTRAWINDS N.V. Electrawinds is als onafhankelijke speler reeds meerdere jaren succesvol actief in de ontwikkeling van projecten op basis van hernieuwbare energiebronnen. Electrawinds realiseerde reeds de oprichting van 27 turbines, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 30,4 MW en realiseert dit jaar nog de oprichting van 41 bijkomende turbines met een totaal geïnstalleerd vermogen van 72,7 MW (al dan niet in een joint venture met derden). Daarnaast heeft het nog eens een tiental andere windturbineprojecten op stapel staan in België, maar ook in andere landen van de Europese Unie. Electrawinds heeft posities verworven in Italië, Roemenie, Bulgarije en Frankrijk voor de ontwikkeling van enkele honderden Megawatts aan windenergie en biomassa projecten. Samen met de biomassa centrales in Oostende (12 MW) en Moeskroen (18 MW) en de biostoom centrale (19 MW) in Oostende die momenteel wordt gebouwd, is Electrawinds op vandaag één van de grootste private producenten van groene elektriciteit in België, met tegen het einde van dit jaar een jaarlijkse gemiddelde productie van ongeveer 441,7 GWh groene stroom. Verder heeft Electrawinds het grootste zonnepark in de Benelux (1,3 MW) gerealiseerd aan de boterdijk in Middelkerke. Het park telt meer dan zonnepanelen en levert groene stroom aan ongeveer 400 gezinnen. Electrawinds heeft een zeer ruime ervaring in het aangaan van samenwerkingsverbanden en werkrelaties. Aandeelhoudersstructuur Electrawinds NV: Luc Desender (58,9 %); 3i Group (17,65 %); Paul Desender (11,67 %); Bernard Bornhauser (6,59 %); Vandekerckhove-Steverlynck (2,29 %); Kayros Special Situations Fund CVBA (1,72 %); Jacques Berrebi (1,14 %);

66 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Dirk Kooman (0,04 %). De Raad van Bestuur van Electrawinds NV ziet er als volgt uit: Luc Desender; Paul Desender; Paul Vandekerckhove; Bertrand Bornhauser; Pieter De Jong; Dirk Kooman; Johan Vandelanotte (voorzitter Raad van Bestuur). DEPRET N.V. NV Depret ( behoort tot de toonaangevende Vlaamse bedrijven op het gebied van de baggerwerken en waterbouw. Het thuisfront van de firma is gelegen langsheen de Belgische kust in de haven van Zeebrugge. Na de overname in april 1984 door NV Roegiers is NV Depret zich gaan diversifiëren naar de betonbouw, gebouwen en renovatie en aldus uitgegroeid tot algemene bouwonderneming. Sinds de management buy-out in 1989 bevindt NV Depret zich in een groepsstructuur met moederholding R.B.K. en twee zusterbedrijven, nl. NV Roegiers te Kruibeke en NV T.W.T. te Seilles. Sinds 1 januari 2000 is de naam van de overkoepelende organisatie veranderd in NV Artes Group. Depret is 100% eigendom van de NV Artes Group. Na een gestadige groei begin de jaren negentig is de NV Depret uitgegroeid tot een algemene bouwonderneming met een jaaromzet van 60 miljoen euro en een personeelsbestand van 180 medewerkers. Steunend op de kennis en de flexibiliteit van haar personeel en optimaal gebruik makend van de groepssynergie wil NV Depret zich verder ontwikkelen als een rendabel en cliëntvriendelijk bedrijf met tevreden medewerkers. Door het verwerven in 1994 van het ISO 9002 kwaliteitslabel (recentelijk uitgebreid tot het ISO 9001 label) kon het bedrijf zich verder ontwikkelen op de concurrentiële bouwmarkt. In het kader van haar verdere ontwikkeling als professioneel bouwbedrijf steunend op flexibiliteit en kwaliteit, werd op 6 november 1998 door Lloyds Register het veiligheidscertificaat VCA** toegekend. NV Depret is reeds meer dan eeuw actief op het vlak van de baggerwerken, bergingen, transporten te water en onderwaterwerken. Oever en kustverdediging en het plaatsen van zinkers behoren tot de jarenlange ervaring van de firma. Dukdalven en geleidingsbuispalen, al dan niet voorzien van aangepaste befendering worden geroutineerd ingeheid of ingetrild. NV Depret beschikt over de technische vaardigheden en knowhow om dam en combiwanden, zowel als gesloten bouwkuipen te verwezenlijken. Tot de rijke waaier van activiteiten van de firma behoren eveneens totaalprojecten in de steiger en bruggenbouw, alsook de realisatie van gebruiksklare ro-ro installaties en windturbines op zee. Depret NV beschikt over een zeer ruime ervaring op het gebied van de waterbouw en de burgerlijke bouwkunde.

67 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Specifiek op het vlak van de hernieuwbare energie heeft Depret de volgende ervaring opgedaan. 5. Installatie van twee turbines en bladen in de haven van Blyth (U.K.) (2000). 6. In 2001 werden door Depret voor de Zweedse kust 5 windturbines van 2 MW geïnstalleerd. De funderingen bestaan uit monopiles met diameter 4000 mm. Het hiervoor ingezette polyvalente tuig Lynn heeft bovendien reeds een ruime referentielijst in offshore structuren. 7. Depret NV was als aannemer verantwoordelijk voor het concept en de plaatsing van twee meetmasten voor de Engelse kust (Kentish Flats en North Hoyle) met het oog op de ontwikkeling van windturbineparken. Het project North Hoyle werd inmiddels gerealiseerd. 8. Bij de realisatie van het Horns Rev windturbinepark in Denemarken (juni 2002) stond Depret in voor de plaatsing van de elektriciteitskabels tussen de individuele turbines en het transformatorstation. Als algemene aannemer in zeer ruime disciplines beschikt Depret over de nodige knowhow, het juiste materieel en de nodige ervaring om de ontwikkeling van een windturbinepark binnen de vooropgestelde termijnen en budgetten te coördineren en te realiseren. ASPIRAVI N.V. Aspiravi NV ( is ontstaan uit een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse zuivere intercommunales Interelectra, IVEG, PBE en WVEM. Het bedrijf werd opgericht op 30 april Wegens de wettelijk verplichte scheiding tussen enerzijds de productie en de levering van energie en anderzijds de distributie en het transport van energie hebben de gemeenten aandeelhouders van de Vlaamse zuivere intercommunales beslist om de holdings NUHMA NV, FINEG NV, CREADIV NV en EFIN NV op te richten. Op die manier kunnen de verschillende gemeenten als aandeelhouders (onrechtstreeks) actief blijven in de energiesector zowel wat betreft de productie, de distributie als de levering van energie. Niettegenstaande de recente oprichtingsdatum van het bedrijf, kan er teruggegrepen worden naar een jarenlange ervaring van de medewerkers inzake decentrale energieproductie. De structuur van Aspiravi NV is specifiek afgestemd op een totaalaanpak voor het realiseren van projecten inzake hernieuwbare energie in het algemeen en windenergie in het bijzonder. Dat betekent dat zowel het ontwikkelen, investeren, realiseren als exploiteren van elektriciteitscentrales, waaronder windturbineparken, op basis van hernieuwbare energiebronnen tot de corebusiness van het bedrijf mag gerekend worden. Deze aanpak heeft tot op heden geleid tot de volgende situatie inzake windturbineparken: Windturbines operationeel: 62 stuks; Windturbines in opbouw (operationeel deels in 2008, deels in 2009): 24 stuks. Samen met Spano heeft Aspiravi de vennootschap A&S Energie (50% Aspiravi/ 50% Spano) opgericht die op dit ogenblik een biomassacentrale op houtafval bouwt met een elektrisch vermogen van ca. 25 MW. Verder exploiteert Aspiravi een aantal kleinschalige waterkrachtcentrales en 4 biogasmotoren (onder andere bij InBev in Leuven). WE-POWER N.V. NV WE-Power werd op 26 april 2004 opgericht vanuit de Groep Colruyt. De aandeelhouders van de NV WE-Power zijn enerzijds NV Etn. Fr. Colruyt en anderzijds NV Onveco, zijnde twee vennootschappen van de Groep Colruyt. NV Etn. Fr. Colruyt is een exploitatievennootschap en dochteronderneming van de

68 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Groep Colruyt; NV Onveco is een onroerend goed vennootschap en dochteronderneming van de Groep Colruyt. De vennootschap heeft tot doel in België en in het buitenland financiële middelen te verwerven om deze aan te wenden voor investering in windenergie en andere vormen van hernieuwbare energie. Daarnaast engageren zij zich in het zoeken naar geschikte locaties om windturbines en/of andere duurzame energieprojecten te bouwen en deze te exploiteren en het gebruik van de betrokken energie te promoten. Daartoe kan de vennootschap samenwerken met, deelnemen in, of op gelijk welke wijze rechtstreeks of onrechtstreeks belangen nemen in andere ondernemingen. De vennootschap kan zowel tot waarborg van eigen verbintenissen als tot waarborg van verbintenissen met derden borgstellen, ondermeer door haar goederen in hypotheek of in pand te geven, inclusief de eigen handelszaak. De vennootschap kan in het algemeen alle commerciële, industriële, financiële, roerende of onroerende handelingen verrichten in rechtstreeks of onrechtstreeks verband met haar maatschappelijk doel of welke van aard zouden zijn de verwezenlijking ervan geheel of ten dele te vergemakkelijken. Speciaal om het maatschappelijk draagvlak te vergroten van nieuwe initiatieven inzake hernieuwbare energie in het algemeen en inzake windenergie in het bijzonder, werd door de Groep Colruyt de NV WE- Power opgericht. De bedoeling is zoveel mogelijk mensen hierbij te betrekken. Zij beogen in eerste instantie het personeel van de groep Colruyt (ca medewerkers) en alle klanten van Colruyt. Er zijn op dit ogenblik meer dan 1 miljoen gezinnen gekend als klant bij Colruyt die om de 3 weken via mailing aangeschreven worden. Uiteraard kunnen alle andere geïnteresseerden ook deelnemen. De voorwaarden en modaliteiten van participatie zullen onderzocht worden VOORSTEL VOOR TECHNISCHE EN FINANCIËLE BEPALINGEN BIJ BUITEN GEBRUIK STELLING Artikel 5, 12 van het KB 12/03/2002 omschrijft de criteria met betrekking tot: het voorstel van technische en financiële bepalingen voor de behandeling van elektriciteitskabels wanneer zij definitief buiten gebruik worden gesteld Deze paragraaf van de afzonderlijke nota is in overeenstemming met KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6., 2, 11 : Een nota met beschrijving van de technische maatregelen die opgelegd zijn bij het definitief buiten gebruik stellen van de elektriciteitskabel en van de financiële maatregelen die de realisatie van die maatregelen moeten waarborgen Voor verdere informatie wordt dan ook verwezen naar Hoofdstuk 12 (Nota met technische en financiële maatregelen bij definitief buiten gebruik stelling van elektriciteitskabels) van deze vergunningsaanvraag die dieper ingaat op deze gewenste informatie BIJLAGEN HOOFDSTUK 5 Volgende bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 5: Bijlage 5.1: Gebudgetteerde resultatenrekening en gebudgetteerde balans voor 144 MW Bijlage 5.2: Gebudgetteerde resultatenrekening en gebudgetteerde balans voor 216 MW Bijlage 5.3: Verklaring op eer met betrekking tot toestand faillissement

69 ARCADIS Belgium Afzonderlijke nota Bijlage 5.4: Origineel attest door rechtbank van Koophandel Bijlage 5.5: Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister door FOD Bijlage 5.6: Getuigschriften van goed en zedelijk gedrag bestuurders ELDEPASCO Bijlage 5.7: Verklaring van garantie op goede uitvoering en exploitatie Bijlage 5.8: CV s Electrawinds NV Bijlage 5.9: CV s Depret NV Bijlage 5.10: CV s Aspiravi NV Bijlage 5.11: CV s WE Power NV Bijlage 5.12: Verklaring op eer m.b.t. voldoende waarborgen inzake B.A. Bijlage 5.13: Intentieverklaring verzekeringsmaatschappij A.on.

70

71 ARCADIS Belgium Financiële en economische capaciteit van de aanvrager 6 FINANCIËLE EN ECONOMISCHE CAPACITEIT VAN DE AANVRAGER In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Hoofdstuk II, Art. 13, 1, 4 Referenties die de financiële en economische draagkracht van de aanvrager aantonen en meer bepaald één of meer van de volgende referenties: - Passende bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of jaarrekeningen van de onderneming, en; - Een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in werken van de onderneming over de laatste drie boekjaren; - Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de gevraagde referenties over te leggen, kan het bestuur (de BMM) hem toestaan zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere documenten die het geschikt acht KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 5 Indien de aanvrager wegens een grondige reden niet in staat is de gevraagde documenten voor te leggen een geval waarin hij gemachtigd is zijn financieel vermogen te bewijzen met ieder ander passend document een nota die de beoordeling van de financiële en economische draagkracht van de aanvrager moet toelaten, inzonderheid samen met de volgende elementen die voor echt worden verklaard door een Belgische bedrijfsrevisor of een persoon met evenwaardige hoedanigheid volgens de wetgeving van de Staat waarvan de aanvrager afhangt: - bankattesten of passende financiële waarborgen; - de drie laatste balansen en resultaten-rekeningen van de onderneming; - de omvang van de eigen middelen; - het globaal omzetcijfer en de ratio's kapitaal/omzetcijfer en omzet-cijfer/resultaat; - een becijferd voorstel van een verzekeringsmaatschappij met maatschappelijke zetel in België of in een ander land van de Europese Economische Ruimte voor de risicodekking op het vlak van de burgerlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de geplande elektriciteitskabel 6.1 INTERNE EN EXTERNE BRONNEN VAN FINANCIERING Het bekomen van een financiering verloopt volgens een stappenplan: informatiefase; dossieropbouw; due dilligence; kredietvoorstel. INFORMATIEFASE De samenwerking tussen de hoofdbank ( Arranger ) en de partners ( Borrowers ) van het project moet heel open zijn en zal zeer intensief en langdurig zijn. De keuze van de Arranger is daarom van het grootste belang en in de eerste plaats moet de bedrijfscultuur aansluiten bij deze van de Borrowers. Tijdens enkele informatiesessies worden zowel financiële mensen als technische projectmanagers in contact gebracht met een aantal banken. Deze banken dienen hun eisen en traject tot financial close uiteen te zetten (welke contracten worden samen opgesteld, wie zijn de juridische en technische experten, wat is de timing, hoe wordt er

72 ARCADIS Belgium Financiële en economische capaciteit van de aanvrager gecommuniceerd en samengewerkt, etc.). Aan het eind van de informatiefase zal de bank geselecteerd worden (1, maximaal 2) met wie het project verder uitgewerkt wordt. Het is van belang dat deze informatiefase zo vroeg mogelijk plaatsvindt zodat alle benodigdheden en eisen van de bank al in vroeg stadium bekend zijn. Op deze manier vermijdt men vertragingen in de volgende stappen van het proces. DOSSIEROPBOUW Dit is de periode waar de onderhandelingen plaatsvinden met potentiële leveranciers omtrent technische aspecten en oplossingen en contractuele verbintenissen van beide kanten. Op aangeven van de banken wordt met leveranciers gesproken over welke garanties in de contracten moeten worden vastgelegd. Het verloop van deze onderhandelingen moet permanent afgestemd worden met de bankpartner(s) die hun advies zullen formuleren na overleg met hun technische en juridische experts. Op deze manier worden de leveranciers ook echte partners die bewust gemaakt worden van hun rol in de slaagkansen van de financiering. DUE DILLIGENCE Nadat alle contracten zijn onderhandeld, wordt het geheel van het project aan een intensieve due dilligence onderworpen. Indien er nauw overleg is geweest met de bank(en) gedurende de fase waarin het dossier is opgebouwd kan de technische en juridische doorlichting snel gebeuren zonder grote verrassingen. Toch zullen suggesties komen hoe de raakvlakken (project interfaces) beter kunnen gedefinieerd worden of risico s beter gedekt kunnen worden. Op basis van de bevindingen van de juridische en technische experts wordt vervolgens de economische due diligence uitgevoerd. Deze due diligence oordeelt over de financiële haalbaarheid van het project en zal definiëren hoeveel eigen vermogen nodig is om het project ontvankelijk te maken voor kredietfinanciering. Verwacht wordt dat er tussen de 20% en 30% eigen vermogen nodig zal zijn. KREDIETVOORSTEL Na het verwerken van de resultaten van de due dilligence, is het dossier klaar om door de Arranger naar haar kredietcomité gebracht te worden. Indien het kredietcomité het project positief beoordeelt, zal een Term Sheet worden voorgelegd waarin de structuur van de financiering, de hoogte van de bedragen en de voorwaarden worden gedefinieerd. Gelet op de omvang van het project is het niet mogelijk dat deze financiering gedragen wordt door één enkele bank. De Term Sheet zal dus niet enkel beoordeeld worden in het licht van aanvaardbaarheid van de voorwaarden maar ook beoordeeld worden naar de kans dat deze Term Sheet zal aanvaard worden door andere banken die moeten gevonden worden om de financiering 100% rond te krijgen. Op basis van de ervaring van de Arranger, haar marktkennis en haar contacten met andere banken kan een inschatting gemaakt worden van de slaagkans van het project. Indien hierover instemming is bereikt, zal de Arranger internationale banken contacteren om een deel van de financiering op zich te nemen. Naar schatting zullen 5 tot 10 banken de uiteindelijke pool vormen voor de financiering. Kredietcontracten zijn zeer technische en specifieke materie. Juridisch advies omtrent kredietcontractteksten, definiëring van de voorwaarden precedent en de zekerheidscontracten is noodzakelijk alvorens over te gaan tot de ondertekening van de overeenkomst met de banken. Het stappenplan beslaat meerdere jaren. De contacten die er vanuit ELDEPASCO reeds gelegd zijn, laat ons toe om stap 1 relatief snel te nemen. Desalniettemin zal stap 2 nog zeer intensief en langdurig zijn.

73 ARCADIS Belgium Financiële en economische capaciteit van de aanvrager Indien stap 2 zorgvuldig en gedetailleerd is gebeurd, kunnen stappen 3 en 4 relatief snel volgen en kan de doorlooptijd van deze fases beperkt worden tot 8-12 maanden. 6.2 AANWENDING VAN DE FINANCIERING VOOR DE EERSTE 5 JAAR De totale investering voor het project ELDEPASCO wordt met de volgende financieringsbronnen gefinancierd: De eigen vermogensinbreng door de vennoten; De bankfinanciering welke aan de projectentiteit wordt verschaft. Uitgangspunt is dat de vennoten een voldoende rendement kunnen behalen op hun eigen vermogensinbreng. Er wordt uitgegaan van een projectfinanciering met 20% eigen vermogen. De vennoten engageren zich om het benodigde eigen vermogen in te brengen (zie verklaring met betrekking tot financiering in de Bijlage 6.3). De aanwending van het volledige financieringsbedrag wordt als volgt gebudgetteerd: Jaar In 2008 wordt geïnvesteerd in: Ontwerp van het park; Percentage ,25 % ,75 % % % % Totaal 100 % Opmaak milieueffectenrapport (MER); Opmaak vergunningsaanvraagdossiers en concessieaanvraagdossiers (wijziging en uitbreiding); Bepaling van de lokale golfslag- en stromingsparameters; Gedetailleerde bepaling van het windklimaat; Inschakelen certificeringsbureau en specialistische consultants; Voorbereidende onderzoeken; Basic engineering van: - Funderingen; - Windturbines; - Elektrische infrastructuur. In 2009 wordt geïnvesteerd in: Doorlopen van de vergunningprocedure en concessieprocedure; Uitvoering geotechnische en geofysische onderzoeken op zee en op land; Detail engineering: - Funderingen; - Windturbines; - Elektrische infrastructuur.

74 ARCADIS Belgium Financiële en economische capaciteit van de aanvrager Opstellen lastenboeken, organiseren aanbestedingen, contractor selectie en plaatsen van bestellingen; Uitwerking financiering; Uitwerken certificering en verzekeringen; Voorbereiding onshore site. In 2010 wordt gewerkt aan: Produceren van de funderingen; Produceren van de windturbines; Produceren van de elektrische infrastructuur. In 2011 is de realisatie van de eerste fase van het windpark op zee voorzien. In 2012 is de tweede fase voorzien. De mogelijkheid bestaat om de oprichting van het windturbinepark te realiseren in 1 fase. De doelstelling is om in de loop van 2012 een volledig operationeel park te hebben. 6.3 FINANCIËLE CAPACITEIT VAN DE AANVRAGER De NV ELDEPASCO werd opgericht op 11 december Jaarrekeningen van de voorbije boekjaren van de ELDEPASCO zijn bijgevolg niet beschikbaar en niet relevant. De jaarrekeningen van de verschillende aandeelhouders in de Naamloze Vennootschap ELDEPASCO kunnen op eenvoudige aanvraag voorgelegd worden. 6.4 OMVANG VAN EIGEN MIDDELEN De verschillende deelnemende vennootschappen stellen zich garant om het eigen vermogen van 20% samen te stellen. De hiertoe bestemde garantieverklaring wordt hierbij toegevoegd in Bijlage ECONOMISCHE CAPACITEIT VAN DE AANVRAGER Hoewel de precieze voorwaarden hiervan op dit moment nog niet vastliggen, wordt ervan uitgegaan dat het ELDEPASCO-project zal gerealiseerd worden met een eigen vermogen van ongeveer 20% in verhouding tot de totale investeringskosten. Uit recente contacten met diverse bancaire instellingen is gebleken dat de financiering van het project ELDEPASCO met behulp van een lening van circa 80% mogelijk is. Zo heeft ELDEPASCO reeds gesprekken gehad met Rabobank, Royal Bank of Canada, Bank Degroof, Fortis en Dexia (zie intentieverklaringen in Bijlage 6.1 en Bijlage 6.2). 6.6 BIJLAGEN HOOFDSTUK 6 Volgende bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 6: Bijlage 6.1: Intentieverklaring Degroof Bijlage 6.2: Intentieverklaring DEXIA Bijlage 6.3: Garantieverklaring vennootschappen

75 ARCADIS Belgium Beschrijving project & technische maatregelen 7 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT & TECHNISCHE MAATREGELEN VOOR INTEGRATIE IN HET ELEKTRISCHE NET ALSOOK DE BEPALINGEN VOOR DE EXPLOITATIE EN HET ONDERHOUD In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 6 Een nota met beschrijving van het project waarvoor de aanvraag wordt ingediend en de technische maatregelen die genomen worden voor een correcte integratie in het overeenstemmende elektrische net alsook van de bepalingen voor de exploitatie en het onderhoud Inhoudelijk valt dit hoofdstuk grotendeels samen met de reeds behandelde hoofdstukken: Hoofdstuk 4: Algemene nota (Hfd. IV, Art.6, 2, 3 ); Hoofdstuk 5: Afzonderlijke nota (Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 4 ): De gelijkvormigheid van de installatie met het technisch reglement van het transmissienet; De kwaliteit van het voorgelegde plan inzake uitbating en onderhoud. Hoofdstuk 11: Nota met uit te voeren aanleg- en exploitatie activiteiten en de aangewende technische middelen (Hfd. IV, Art.6, 2, 10 ); Enkel indien volledige (grote) delen integraal gemeenschappelijk zijn, wordt hier verwezen naar de respectievelijke hoofdstukken. In het andere geval wordt omwille van een vlotte leesbaarheid, de informatie hier geïntegreerd in de relevante paragrafen. 7.1 BESCHRIJVING VAN HET WINDTURBINEPARK DAT MET ELEKTRICITEITSKABELS OP HET TRANSMISSIENET WORDT AANGESLOTEN (Naar analogie met hoofdstuk 4; 4.1) Het windturbinepark wordt gebouwd op een zandbank genaamd de BANK ZONDER NAAM gelegen op ca. 38 km van de Belgische kust. Op 15 mei 2006 werd aan ELDEPASCO een domeinconcessie toegekend met een oppervlakte van ca. 9 km². Op 29 augustus 2008 heeft ELDEPASCO een wijziging (oorspronkelijke concessiegebied) en uitbreiding (uitgebreide concessiegebied) van de bestaande domeinconcessie aangevraagd tot een totale oppervlakte van ca. 14,5 km². Onderhavig MER behandelt zowel het project op het oorspronkelijke concessiegebied met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 144 MW (met windturbines) als het uitgebreide project met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 216 MW (met windturbines); het individueel vermogen van de windturbines zal 3 tot 7 MW bedragen. Het windturbinepark zal jaarlijks een opbrengst van 450 GWh (oorspronkelijke concessiegebied) tot 670 GWh (uitgebreide concessiegebied) genereren, wat overeenkomt met ca. 0,5 0,7 % van het jaarlijks Belgische elektriciteitsverbruik (in 2006) en waarmee ca. 4,8 7,2 % van de Belgische doelstelling inzake hernieuwbare energieopwekking (13 % tegen 2020) wordt ingevuld. Tevens komt dit overeen met het gemiddelde jaarverbruik van gezinnen. De opgewekte elektrische energie wordt via één hoogspanningskabel gelegen onder de zeebodem naar een hoogspanningspost aan de kust (Zeebrugge) gebracht.

76 ARCADIS Belgium Beschrijving project & technische maatregelen 7.2 BESCHRIJVING VAN DE ELEKTRICITEITSKABELS NAAR HET LAND Een onderscheid kan worden gemaakt tussen de bekabeling binnen het park (33 kv) en de elektriciteitskabel naar het land (150 kv). In volgende paragrafen wordt enkel dieper ingegaan op de kabel naar het land (= de zeekabel) Keuze van de transportspanning De keuze van de dienstspanning voor het transport van de opgewekte energie wordt mede bepaald door: de te overbruggen afstand; het maximaal opgewekte vermogen; Best Beschikbare Technologie van een ondergrondse/zeekabel; lokale omstandigheden (beschikbare spanningsniveau). De keuze voor de transportspanning van de opgewekte energie door het windturbinepark ELDEPASCO is 150 kv, en dit om volgende redenen: het onderstation van Zeebrugge wordt uitgebaat op een spanningsniveau van 150 kv; land- en zeekabel zijn beschikbaar en gekend op een spanningsniveau van 150 kv; een goede afweging tussen het opgewekte vermogen, de overbruggen afstand, en de transportverliezen over de kabel, t.o.v. een eventueel bijkomend onderstation op een hoger spanningsniveau (220 of 380 kv) Opbouw en beschrijving van de zeekabel (Naar analogie met hoofdstuk 4, ) De energie van het windturbinepark wordt langs de zeekabel naar het vaste land getransporteerd. Dit gebeurt op 150 kv AC. De verbinding zal gebeuren via één 3-fasige onderzeese 150 kv kabels (Ø grootte-orde 192 mm) van het XLPE-type (cross-linked polyethylene) met geïntegreerde optische vezel die gebruikt wordt voor de remote control van het windturbinepark. De type dwarsdoorsnede van de zeekabel is gelijkaardig als voor de parkkabels met dien verstande dat de sectie van de aders zwaarder is. De 150 kv kabel volgt zoveel mogelijk bestaande onderzeese kabels of pijpleidingen, zodat de ruimte inname beperkt blijft. Bovenstaande redenering volgend, is gekozen om zoveel mogelijk het traject van Belwind aan te houden waarbij een tussenafstand van ongeveer 50 m tussen de trajecten zal worden gerespecteerd. Er wordt daarnaast rekening gehouden met een beschermde zone (250 m) en een voorbehouden zone voor kabels en pijpleidingen (50 m) zoals beschreven in de bijlage bij het KB van 12 maart Kabellengte zeekabel: bij aanlanding te Zeebrugge ca. 42,8 km De kabel wordt ca. 2 m in de zeebodem ingegraven om beschadigingen te voorkomen ten gevolge van natuurlijke fenomenen (zeestromingen) en menselijk handelen (ankers, vissersnetten, ). De aanlegmethode is ploegen of jetting zoals toegepast bij de parkkabels. Ter hoogte van de kruising met zeevaartroutes wordt een aanlegdiepte van 4 m aangehouden. Hiervoor moet gebaggerd worden. Volgens de detailstudie van ELIA dient de netkoppeling van het windturbinepark te worden uitgevoerd op het onderstation van Zeebrugge (Bijlage 4.8).

77 ARCADIS Belgium Beschrijving project & technische maatregelen Aanlanding in Zeebrugge (Naar analogie met hoofdstuk 4, ) De 150 kv-zeekabel komt aan land in het aanlandingspunt. Hier vindt de overgang van een specifieke zeekabel naar een traditionele landkabel plaats (ondergrondse interconnectie). Bij aansluiting te Zeebrugge zal de zeekabel aan land gebracht worden ten westen van de haven. De landkabel volgt het tracé zoals aangegeven op Bijlage 4.8 tot aan de post in de Lanceloot Blondeellaan. De landkabel wordt deels aangelegd via gestuurde boringen en deels via klassieke aanleg in een te graven sleuf. De kabellengte van de landkabel bedraagt ca. 2,1 km. 7.3 HET WETTELIJKE KADER Voor toekenning van de domeinconcessie voor een offshore windturbinepark is de gelijkvormigheid van de installatie vereist met het Federaal Technisch Reglement van het transmissienet, genomen in uitvoering van artikel 11 van de Elektriciteitswet 2. Het Federaal Technisch Reglement van het transmissienet (kort: Technisch Reglement) 3 bepaalt onder andere de volgende criteria die relevant zijn voor de aansluiting van een offshore windturbinepark: de technische minimumeisen voor de aansluiting van productie-installaties op het transmissienet en de termijnen voor aansluiting, de prioriteit die, rekening houdend met de continuïteit van de voorziening, moet worden gegeven aan de productie-installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen, de gegevens die de netgebruikers aan de netbeheerder moeten verstrekken. Bij aansluiting en uitbating van het beoogde offshore windturbinepark zal altijd voldaan worden aan de Elektriciteitswet en het Technisch Reglement. 7.4 DE ORIËNTATIESTUDIE VAN DE TRANSMISSIENETBEHEERDER ELIA Op basis van een voorstudie is een voorlopig ontwerp gemaakt van de volledige elektrische infrastructuur om het park aan te sluiten op het transmissienet. Bij ELIA is een oriëntatiestudie (zie Bijlage 7.1) bekomen om een eerste indicatie te krijgen van het aansluitpunt en de bijkomende aansluitkosten. Een brief van ELIA, opgenomen in Bijlage 7.2, bevestigt nog eens de aansluitmogelijkheid van het totale park (216 MW) op het bestaande 150 kv onderstation te Zeebrugge tegen eind Een technische detailstudie (zie bevestigingsbrief in Bijlage 7.3) is lopende. Deze studie zal de definitieve technische specificaties van de elektrische uitrustingen bepalen. In Bijlage 7.4 vindt u de draft-versie van deze detailstudie. Simultaan hiermee loopt de pre-engineering van de elektrische infrastructuur (uitgevoerd door het ingenieursbureau Energy Solutions), die zal worden afgerond in het derde kwartaal van De economische haalbaarheid van het project is bestudeerd op basis van een volledig onafhankelijke netaansluiting van het windpark ELDEPASCO. Mocht later blijken dat er synergie mogelijk is, dan kan dit normaliter enkel de economische haalbaarheid verbeteren. 2 Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (29 april 1999). Gewijzigd bij wet van 1 juni Koninklijk Besluit houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe (19 december 2002). Belgisch Staatsblad, 28 december 2002.

78 ARCADIS Belgium Beschrijving project & technische maatregelen Gedurende de detailstudie van de netaansluiting zullen de aanvrager en beheerder van het net informatie uitwisselen met betrekking tot de aansluiting van het ELDEPASCO windpark. Conform het FTR (Federaal Technisch Reglement) dient de netgebruiker de nodige informatie te verstrekken aan de netbeheerder zoals kortsluitbijdrage van de productie-eenheid, de capability-curve en de dynamische gegevens. Verder dienen de voorschriften gevolgd te worden met betrekking tot de power-quality, spanningsbereik, reactief vermogen, afschakelen, vergrendelingen, automatismen, communicatiemiddelen, etc. Aspecten die niet in het FTR worden geregeld worden opgenomen in het aansluitingscontract tussen de aanvrager en de netbeheerder. 7.5 ADVIES VAN ELIA OVER DE AANSLUTING ELIA formuleert in haar oriëntatiestudie een uitgebreid advies rekening houdend met de relevante aspecten van het Technisch Reglement Netinpassing De koppeling van het offshore windpark ELDEPASCO met het landelijk ELIA transmissienet zal geschieden in het onderstation van Zeebrugge aan de Lanceloot Blondeellaan. COMPENSATIE VAN REACTIEVE ENERGIE Gezien het relatief lange kabeltracé tussen het windpark en het aansluitingspunt van het transmissienet kan reactief vermogencompensatie vereist zijn. Het nagaan van deze noodzaak maakt deel uit van de verdere detailstudie. Zo deze compensatie nodig is, zullen hiervoor de nodige compensatie-eenheden worden geplaatst ter hoogte van het transformatorstation en/of ter hoogte van de aansluiting met het transmissienet. WETTELIJK KADER In toepassing van het KB van 12 maart 2002 betreffende de nadere regels voor het leggen van elektriciteitskabels die in de territoriale zee of het nationaal grondgebied binnenkomen of die geplaatst of gebruikt worden in het kader van de exploitatie van het continentaal plat, de exploitatie van de minerale rijkdommen en andere niet-levende rijkdommen daarvan of van de werkzaamheden van kunstmatige eilanden, installaties of inrichtingen die onder Belgische rechtsmacht vallen, is de aanleg van de kabels van het ELDEPASCO project vergunningsplichtig. Deze vergunning zal ten gepaste tijde worden aangevraagd. De veiligheidsvoorschriften in bijlage van het KB stipuleren o.a.: Een minimum ingravingsdiepte van 1 m; Een beschermde zone van 250 m; Een voorbehouden zone van 50 m. BEVEILIGINGEN De keuze van de beveiligingslogica en het beveiligingssysteem is een kritische stap in het ontwerp van het windpark. De selectie van de beveiligingsuitrusting is gebaseerd op:

79 ARCADIS Belgium Beschrijving project & technische maatregelen De veiligheid van het personeel en het materieel (detectiegevoeligheid, reactietijd, ); De kwaliteit en de continuïteit van de elektriciteitsproductie (selectieve foutbepaling, ). De optimalisatie van de betrouwbaarheid en de veiligheid in de elektrische vermogeninstallaties leidt tot het gebruik van onafhankelijke relais die nabij de vermogensschakelaars geplaatst zijn waarop ze inwerken. De globale beveiligingsprestatie kan verbeterd worden door de relaistoestand door te sturen naar verder verwijderde plaatsen en naar een automatiseringseenheid. Voor het windpark ELDEPASCO zal worden gekozen voor een geïntegreerd Beveiliging, Supervisie en Afstandsbediening (het SCADA systeem) De prioriteit van hernieuwbare energie-installaties rekening houdend met de continuïteit van de voorziening De Elektriciteitswet geeft prioriteit aan productie-installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen. De netbeheerder dient daarbij echter rekening te houden met de continuïteit van de voorziening Controle en sturingsconcept Uitgangspunt is dat het ELDEPASCO windpark in staat moet zijn om deel te nemen aan regelacties zoals elke conventionele elektriciteitscentrale, zoals voorgeschreven in het Federaal Technisch Reglement en gepubliceerd in het Staatsblad van 28 december De algemene vereisten kunnen als volgt kort worden samengevat aangezien de aansluitpost nog gerealiseerd moet worden: ACTIEVE VERMOGENSREGELING De term actief vermogen van de productie-eenheid stemt overeen met het totale geïnstalleerde vermogen van het windpark. Het windpark ELDEPASCO is in staat haar actieve vermogenoutput te verminderen tot een niveau afgesproken tussen netbeheerder en windparkexploitant. In overeenstemming met het FTR art. 303 is een verdere reductie mogelijk in geval van: Noodsituaties (FTR art. 19); Tijdens meervoudige incidenten. Afhankelijk van het dan actueel geleverde vermogen bestaat de mogelijkheid om het windpark van het net af te schakelen. 7.6 BEPALINGEN VOOR DE EXPLOITATIE EN HET ONDERHOUD Hiervoor wordt verwezen naar Hoofdstuk 11, paragraaf 11.2.

80 ARCADIS Belgium Beschrijving project & technische maatregelen 7.7 BIJLAGEN HOOFDSTUK 7 Volgende bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 7: Bijlage 7.1: Oriëntatiestudie ELIA Revisie 1 (17 maart 2005) Bijlage 7.2: Bevestigingsbrief ELIA aansluiting 150 kv Bijlage 7.3: Orderbevestiging detailstudie ELIA Bijlage 7.4: Draft detailstudie ELIA

81 ARCADIS Belgium Dieptekaart 8 DIEPTEKAART In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 7 Een dieptekaart in projectie WGS 84 op schaal 1: waarop volgende elementen zijn aangeduid: - a) het geplande tracé van de elektriciteitskabel met in Bijlage een tabel van de gebruikte conventionele tekens en de coördinaten van de punten met richtingverandering; - b) de pijpleidingen en kabels die gekruist worden of gelegen zijn in een zone van duizend meter aan weerszijden van de geplande elektriciteitskabel; - c) de kunstmatige eilanden en windturbines die gelegen zijn in een zone van vijfhonderd meter van de elektriciteitskabel; - d) de telecommunicatiekabels die gelegen zijn in een zone van tweehonderd vijftig meter aan weerszijden van de geplande elektriciteitskabel; - e) de zones die bepaald zijn in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 16 mei 1977 houdende maatregelen tot bescherming van de scheepvaart, de zeevisserij, het milieu en andere wezenlijke belangen bij de exploratie en exploitatie van minerale en andere nietlevende rijkdommen van de zeebedding en de ondergrond in de territoriale zee en op het continentaal plat; - f) de beschermde zeegebieden gecreëerd krachtens artikel 7 van de wet van 20 januari 1999; Bijlage 8.1: Dieptekaart

82

83 ARCADIS Belgium Plannen van kruisingen met kabels of pijpleidingen 9 PLANNEN VAN KRUISINGEN MET KABELS OF PIJPLEIDINGEN In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 8 De kruisingsplannen die zijn opgesteld samen met de eigenaar of de beheerder van de bestaande kabels of pijpleidingen die zullen gekruist worden door de geplande elektriciteitskabel in horizontale en verticale projectie op toereikende schaal Bijlage 9.1: Kruisingsplan met kabels of pijpleidingen Bijlage 9.2: Akkoord kruising Rembrandt II telecommunicatiekabel

84

85 ARCADIS Belgium Plannen van kruisingen met zeevaartroutes 10 PLANNEN VAN KRUISINGEN MET ZEEVAARTROUTES In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 9 De plannen op een minimale schaal van 1: met vermelding in horizontale en verticale projectie van de kruisingen met de commerciële zeevaartroutes en van de anker- en beschermingszones voor sturing en geleiding van schepen Bijlage 10.1: Kruisingsplan met zeevaartroute

86

87 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen 11 NOTA MET UIT TE VOEREN AANLEG- EN EXPLOITATIE- ACTIVITEITEN EN DE AANGEWENDE TECHNISCHE MIDDELEN In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 10 Een nota met de beschrijving van de uit te voeren aanleg- en exploitatie- activiteiten, de bij elke etappe aangewende technische middelen alsook de toepassing ervan, met inbegrip van de aanwijzende planning van al deze activiteiten 11.1 CONSTRUCTIEFASE De bouw van het windturbinepark bestaat uit volgende fasen: De constructiewerkzaamheden in de haven: - Inrichting van de bouwlocatie in de haven; - Bouwen van de windturbinefunderingen op de bouwlocatie; - Premontage van bepaalde onderdelen van de windturbines, TP of meteomast. De mariene bouwwerkzaamheden: - Voorbereiden van inplantingsplaatsen van de windturbines, TP en meteomast; - Transport en plaatsing van de funderingen; - Transport, oprichting, mechanische montage en elektrische aansluiting van de windturbines, transformatorplatform en metomast; - Aanleg van de elektrische bekabeling binnen het park en aansluiting van het park op het transportnet op land De windturbines en toren Voor de premontage van de windturbines en andere onderdelen van het windturbinepark en als werkbasis voor personeel en de installatie-vaartuigen zal een bouwlocatie in een nabij gelegen haven (Oostende of Zeebrugge) worden ingericht. De bouwlocatie in de haven met een vermoedelijke ruimtebehoefte van enkele ha zal uitgerust zijn met: Kantoorunits voor bouwteam, vergaderingen, ; Eet-, kleed-, sanitair en wasgelegenheden; Parkeerruimte voor personenwagens en vrachtvoertuigen; Opslagruimte voor de aan te voeren onderdelen; Assemblageruimte langsheen de kade; Hijswerktuigen (kranen). In geval de graviteitsfundering wordt toegepast, zal deze opgebouwd worden op de bouwlocatie in de haven om vervolgens op een schip of ponton te worden gehesen en naar de opstellingsplaats te worden gebracht. Er mag van uitgegaan worden dat op de bouwlocatie verschillende funderingen tegelijkertijd in aanbouw zullen zijn. De klassieke technieken voor constructies in gewapend beton zullen hier worden gehanteerd (bekisten, wapenen, storten van beton, ). De constructie van de gondel met alle interne uitrusting, de rotor en de wieken gebeurt in de werkplaatsen van de windturbineconstructeur (Duitsland, Denemarken, ).

88 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen De constructie van de toren(mast)-delen gebeurt in de werkplaatsen van specifieke onderaannemers (in diverse Europese landen). Het transport van de bovengenoemde windturbineonderdelen vanuit de werkplaatsen van de constructeur naar de bouwlocatie in de haven zal gebeuren per schip of per vrachtwagen (afhankelijk van de plaatsen van herkomst en de dimensies van de onderdelen). Indien nodig en/of nuttig voor een snelle en efficiënte montage op zee zullen bepaalde onderdelen op de bouwlocatie in de haven gepremonteerd worden Offshore materieel offshore bouwen Zoals eerder gesteld is het aanbod aan materieel dat kan ingezet worden voor de realistaie van offshore windparken in sterke ontwikkeling. Hierbij worden enkele voorbeelden gegeven van in de markt beschikbaar materieel: Kraanschepen zoals ingezet bij installatie van Horns Rev, A2Sea; Zelfheffend turbine installatie vaartuig, Mayflower Energy Ltd; Ponton Rambiz zoals ingezet bij C-Power; Vaartuig Lynn; Heavy Lift Vessel SVANEN, Ballast Nedam; Hefeiland De Zeebouwer, Hydro Soil Services; Hefeiland Halewijn, Hydro Soil Services; Hefeiland Tijl, Hydro Soil Services; Hefeiland Vagant, GeoSea; Heihamer, Hydrohammer, IHC; Kabelleggend schip Havila-Reel, Nexans-Alcatel; Jet kabelingraver, Nexans-Alcatel; Lijst beschikbare vaartuigen en hefeilanden, bron Jonathan Buxton Consulting. Er dient rekening gehouden te worden met de werkbare dagen op de Noordzee die, gezien de weerscondities, zich hoofdzakelijk bevinden tussen april en oktober. Bijgevolg wordt er van uitgegaan dat de constructiewerkzaamheden op zee hoofdzakelijk in deze maanden zullen plaatsvinden De funderingen MONOPAAL FUNDERING In geval geopteerd wordt voor een Vestas V90 windturbine, zal meest waarschijnlijk gekozen worden voor een monopaal fundering. De kans dat geopteerd wordt voor een monopaal fundering voor de REpower 6M is klein, maar niet volledig uit te sluiten. Uitvoeringswijze Indien voor dit funderingstype gekozen wordt, zijn de dimensies naar verwachting als volgt: Paaldiameter: ca. 4,5 m voor een Vestas V90 windturbine; ca. 7 m voor een REpower 6M windturbine; Inheidiepte in de zeebodem: ca. 40 m; Totale paallengte: ca. 80 m;

89 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Benodigd materieel voor het plaatsen van de monopaalfunderingen: Jack-up ponton (dat lange tijd ter plaatse blijft in het windturbinepark) met sleepboot, uitgerust met: - Kabelkraan met grote hijscapaciteit; - Elektrische lieren of hydraulische cilinders om het ponton uit het water te tillen; - GPS installatie ter bepaling van de juiste positie voor het inheien; - Hydraulische heihamer; - Meetapparatuur ter bepaling van inheidiepte en verticaliteit van de monopaal; - Behuizingsfaciliteiten voor het personeel. Transitiestuk: het transitiestuk wordt vastgezet op de monopaal door injectie van grout (krimpvrije mortel); Aanvoer van de stalen palen, het transitiestuk, en andere onderdelen gebeurt door middel van een transportschip. De monopaal, het transitiestuk en andere onderdelen worden verscheept naar de offshore locatie. Het jack-up ponton wordt naar de locatie gebracht met een sleepboot. Na bepaling van de exacte positie wordt het ponton via kabels verankerd. Vervolgens zullen de 4 poten van het ponton uitgeschoven worden en hijst het werkplatform zich naar de vereiste hoogte om onafhankelijk van de golfslag operaties te kunnen uitvoeren. Een funderingspaal wordt van het transportschip genomen via de hijskraan en wordt op de vereiste coördinaten in het water neergelaten en gepositioneerd. Nadat de positie en verticaliteit van de monopaal zijn gecontroleerd, kan het heiblok op de monopaal worden geplaatst waarna het heiwerk kan starten en de monopaal tot de gewenste diepte wordt ingeheid. Dit gebeurt meestal in 2 fasen, namelijk het intrillen gevolgd door het inhameren. Zodra de monopaal op diepte is, wordt de as-built positie ingemeten. Met behulp van deze gegevens kan het transitiestuk op de juiste wijze op de monopaal geplaatst worden. Dit transitiestuk dient om een eventuele scheefstand van de monopaal -welke tijdens het heiwerk is opgetreden- te corrigeren. Het transitiestuk dient dan ook binnen de toleranties verticaal te worden gesteld. De spleet tussen het transitiestuk en de monopaal wordt met grout opgevuld. Na het aanbrengen van het transitiestuk kan overgegaan worden tot het aanbrengen van voorzieningen die nodig zijn voor de inkomende en uitgaande kabels. Een nieuwere vorm van jack-up installatie vaartuigen zijn ontworpen om snel tussen verschillende locaties te kunnen bewegen en dan up te jacken en zo opnieuw onafhankelijk te kunnen werken van de golfcondities. Aanbrengen erosiebescherming: Om erosie rond de monopaal fundering (en bijgevolg gereduceerde stabiliteit en hogere belasting door stromingen tegen te gaan) wordt rond elke monopaal een erosiebescherming aangebracht: Diameter: ca. 30 m; Opbouw van de erosiebescherming in verschillende lagen bovenop de zeebodem; opbouw naar verwachting als volgt: - Grind: laagdikte ca. 60 cm; kaliber mm; - Breuksteen: laagdikte ca. 100 cm; kaliber mm; - Het totale aldus aangebrachte volume wordt ingeschat op m³ per fundering (ca ton). Het materiaal wordt aangevoerd via stortschepen die ca ton kunnen aanvoeren per vracht.

90 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Uitvoeringstermijn (werkbare dagen) per windturbine voor: Plaatsen monopaal + opzetten transitiestuk: ca. 3-5 dagen per fundering; Aanbrengen erosiebescherming: ca. 2-3 dagen per fundering. Raming transporten van haven naar windturbinepark uitgaande van de V90 windturbine (48 stuks op de oorspronkelijke concessiezone of 72 stuks in geval van een uitgebreide concessiezone): Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Aanvoeren monopiles en transitiestukken: - Oorspronkelijke concessiezone: 25 vrachten in 2011 (23 voor WT-piles en 2 voor TP) en 24 vrachten in 2012 (24 WT-piles); - Uitgebreide concessiezone: 38 vrachten in 2011 (36 voor WT-piles en 2 voor TP) en 36 vrachten in 2012 (36 WT-piles); Aanvoeren erosiebescherming: - Oorspronkelijke concessiezone: 25 vrachten in 2011 (23 voor WT-piles en 2 voor TP) en 24 vrachten in 2012 (24 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 38 vrachten in 2011 (36 voor WT-piles en 2 voor TP) en 36 vrachten in 2012 (36 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in Raming transporten van haven naar windturbinepark uitgaande van de 6M windturbine (24 stuks op de oorspronkelijke concessiezone of 36 stuks in geval van een uitgebreide concessiezone): Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Aanvoeren monopiles en transitiestukken: - Oorspronkelijke concessiezone: 14 vrachten in 2011 (12 voor WT-piles en 2 voor TP) en 12 vrachten in 2012 (12 WT-piles); - Uitgebreide concessiezone: 20 vrachten in 2011 (18 voor WT-piles en 2 voor TP) en 18 vrachten in 2012 (18 WT-piles); Aanvoeren erosiebescherming: - Oorspronkelijke concessiezone: 14 vrachten in 2011 (12 voor WT-piles en 2 voor TP) en 12 vrachten in 2012 (12 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 20 vrachten in 2011 (18 voor WT-piles en 2 voor TP) en 18 vrachten in 2012 (18 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in MULTIPODE/JACKETSTRUCTUUR FUNDERING In geval geopteerd wordt voor een REpower 6M windturbine, zal meest waarschijnlijk gekozen worden voor een multipode/jacketstructuur fundering of een graviteitsfundering. De kans dat geopteerd wordt voor één van deze funderingstypes voor een Vestas V90 windturbine is klein, maar niet onbestaande.

91 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Uitvoeringswijze Indien voor dit funderingstype gekozen wordt, zijn de dimensies voor elke paal van de multipode/ jacketstructuur naar verwachting als volgt: Paaldiameter: ca. 2-4 m; Inheidiepte in de zeebodem: ca. 40 m; Totale paallengte: ca. 45 m; Het benodigd materieel en de uitvoeringswijze is gelijkaardig als bij een monopaal fundering. De vakwerkstructuur met geintergreed transitiestuk wordt vooraf geassembleerd op land en wordt vastgezet op de 4 monopalen. Aanbrengen erosiebescherming: Dit is inzake dimensies, materialen en uitvoeringswijze vergelijkbaar met de monopaalfundering. Uitvoeringstermijn (werkbare dagen) per windturbine voor: Plaatsen monopalen + opzetten vakwerkstructuur: ca dagen per fundering; Aanbrengen erosiebescherming: ca. 2-3 dagen per fundering. Raming transporten van haven naar windturbinepark uitgaande van de 6M windturbine (24 stuks op de oorspronkelijke concessiezone of 36 stuks in geval van een uitgebreide concessiezone): Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Aanvoeren vakwerkstructuren: - Oorspronkelijke concessiezone: 13 vrachten in 2011 (12 voor WT s en 1 voor TP) en 12 vrachten in 2012 (12 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 19 vrachten in 2011 (18 voor WT s en 1 voor TP) en 18 vrachten in 2012 (18 WT s); Aanvoeren erosiebescherming: - Oorspronkelijke concessiezone: 13 vrachten in 2011 (12 voor WT s en 1 voor TP) en 12 vrachten in 2012 (12 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 19 vrachten in 2011 (18 voor WT s en 1 voor TP) en 18 vrachten in 2012 (18 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in Raming transporten van haven naar windturbinepark uitgaande van de V90 windturbine (47 stuks op de oorspronkelijke concessiezone of 72 stuks in geval van een uitgebreide concessiezone): Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Aanvoeren vakwerkstructuren: - Oorspronkelijke concessiezone: 24 vrachten in 2011 (23 voor WT s en 1 voor TP) en 24 vrachten in 2012 (24 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 37 vrachten in 2011 (36 voor WT s en 1 voor TP) en 36 vrachten in 2012 (36 WT s); Aanvoeren erosiebescherming:

92 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen - Oorspronkelijke concessiezone: 24 vrachten in 2011 (23 voor WT s en 1 voor TP) en 24 vrachten in 2012 (24 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 37 vrachten in 2011 (36 voor WT s en 1 voor TP) en 36 vrachten in 2012 (36 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in GRAVITEITSFUNDERING In geval geopteerd wordt voor een REpower 6M windturbine, zal meest waarschijnlijk gekozen worden voor een multipode/jacketstructuur fundering of een graviteitsfundering. De kans dat geopteerd wordt voor één van deze funderingstypes voor een Vestas V90 windturbine is klein, maar niet onbestaande. Uitvoeringswijze Bij een graviteitsfundering moet de zeebodem vooraf vlak gemaakt worden door baggerwerken en steenbestorting. Karakteristieken zijn naar verwachting als volgt: Vlakbaggeren van inplantingplaats windturbine: - Vlak te baggeren zone ca. 80 x 80 m; talud ca. 1/5; - De bovenste laag los zand wordt weggebaggerd (zandduinen). Hiervoor wordt een gemiddelde laagdikte geraamd van 1,5 m; - Tevens wordt een laag meer gepakt zand met een gemiddelde laagdikte van ca. 4 m weggebaggerd. Aanleg van funderingsbed voor de graviteitsfundering van de windturbine: - Oppervlakte funderingsbed: diameter ca. 60 m; - Funderingsbed dikte 0,5 m grind 20/40 mm (volume ca m³ per windturbine) aangevoerd door een stortschip uitgerust met apparatuur voor vlakke aanleg van het funderingsbed. De graviteitsfundering is een constructie die geprefabriceerd wordt in de haven (premontagelocatie): Vormgeving; Uitvoering in gewapend beton: het verbindingsstuk voor de windturbinetoren is ingegoten; Dimensies naar verwachting: diameter aan de voet ca. 25 m; hoogte ca. 45 m; De graviteitsfundering is in een bepaalde mate hol om het gewicht minimaal te houden voor hijsen en transport; De graviteitsfundering wordt in de haven op een ponton geladen en naar het windturbinepark gesleept; ter plaatse wordt de prefabconstructie afgezonken op de vlak gemaakte zeebodem; De graviteitsfundering wordt vervolgens gevuld met zand/grind/water. De werkzaamheden voor het plaatsen van de graviteitsfundering gebeuren van op een Jack-up ponton uitgerust met een zware hijskraan. Aanbrengen erosiebescherming Om erosie rond de graviteitsfundering (en bijgevolg gereduceerde stabiliteit en hogere belasting door stromingen tegen te gaan) wordt rond elke fundering een erosiebescherming aangebracht: In eerste instantie wordt de put die is uitgebaggerd (gemiddelde diepte 5,5 m) terug aangevuld met uitgebaggerd zand (ca. 2,5m; zie ook zandbalans hieronder);

93 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Daarboven wordt een specifieke erosiebeschermingsfilter met diameter 100 m en laagdikte ca. 1,6 m aangebracht in verschillende lagen: Zandbalans - Grind: laagdikte ca. 60 cm; kaliber mm; - Breuksteen: laagdikte ca. 100 cm; kaliber mm; - Het totale aldus aangebrachte volume wordt ingeschat op m³ per fundering. Het materiaal wordt aangevoerd via stortschepen die ca ton kunnen aanvoeren per vracht. Per windturbine (type 5 MW of meer dus van toepassing voor de REpower 6M windturbine) wordt ca m³ zand weggebaggerd ter voorbereiding van de inplantingsplaats van de graviteitsfundering; - ca. 40% hiervan bestaat uit losse zandlagen (zandduinen); - ca. 60% bestaat uit onderliggende zandlagen (meer gepakt zand). Na plaatsing van het grindbed en de windturbinefundering wordt ca m³ zand herbruikt voor heraanvulling van de funderingsput en voor opvulling van de graviteitsfundering; Bijgevolg is er een zandoverschot van ca m³ per windturbine. Er zijn 2 mogelijkheden voor verwerking van dit zandoverschot: - Ofwel wordt het zand (mits het aan de kwaliteitsspecificaties voldoet en mits hiervoor een vergunning wordt verleend door de bevoegde instanties) aangewend voor commercieel gebruik en substitueert dit gebruik zandwinning die anders op een andere plaats in de Noordzee zou gebeuren; - Ofwel wordt het zand binnen het concessiegebied voor het windturbinepark ELDEPASCO gestockeerd. Werkwijze bij commercieel gebruik van het zandoverschot : - Bij de eerste fundering wordt het volledig gebaggerde volume tijdelijk gestockeerd binnen het concessiegebied van het windturbinepark; - Bij het baggeren van de tweede (en volgende) funderingen wordt het uitgebaggerde zand deels onmiddellijk aangewend voor aanvulling van de eerste funderingsput; het zandoverschot wordt onmiddellijk afgevoerd en dus niet tijdelijk gestockeerd in het windturbinepark; - De laatste funderingsput wordt aangevuld met zand dat heropgebaggerd wordt uit de tijdelijke stock van de eerste funderingsput; - In geval van 24 windturbines type Repower op de oorspronkelijke concessiezone geldt dan: theoretisch wordt 23 x m³ zandoverschot commercieel aangewend en blijft er 1 x m³ zandoverschot liggen binnen het windturbinepark. - In geval van 36 windturbines type REpower op de uitgebreide concessiezone geldt dan: theoretisch wordt 35 x m³ zandoverschot commercieel aangewend en blijft er 1 x m³ zandoverschot liggen binnen het windturbinepark. Werkwijze zonder commercieel gebruik van het zandoverschot : - Bij de eerste fundering wordt het volledig gebaggerde volume tijdelijk gestockeerd binnen het concessiegebied van het windturbinepark; - Bij het baggeren van de tweede (en volgende) funderingen wordt het uitgebaggerde zand deels onmiddellijk aangewend voor aanvulling van de eerste funderingsput; het zandoverschot wordt gestockeerd in het windturbinepark; - De laatste funderingsput wordt aangevuld met zand dat heropgebaggerd wordt uit de tijdelijke stock van de eerste funderingsput; - In geval van 24 windturbines type Repower op de oorspronkelijke concessiezone geldt dan dat er 24 x m³ zandoverschot blijft liggen binnen het windturbinepark.

94 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen - In geval van 36 windturbines type REpower op de uitgebreide concessiezone geldt dan dat er 36 x m³ zandoverschot blijft liggen binnen windturbinepark. Uitvoeringstermijn (werkbare dagen) per windturbine voor: Voorbereiden opstellingsvlak graviteitsfundering: 8-10 dagen per fundering; Plaatsen graviteitsfundering: 1-2 dagen per fundering; Heraanvullen funderingsput + aanbrengen erosiebescherming: ca dagen per fundering. Raming transporten van haven naar windturbinepark uitgaande van de 6M windturbine (24 stuks op de oorspronkelijke concessiezone of 36 stuks in geval van een uitgebreide concessiezone): Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Aanvoeren graviteitsfunderingen: - Oorspronkelijke concessiezone: 13 vrachten in 2011 (12 voor WT s en 1 voor TP) en 12 vrachten in 2012 (12 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 19 vrachten in 2011 (18 voor WT s en 1 voor TP) en 18 vrachten in 2012 (18 WT s); Aanvoeren erosiebescherming: - Oorspronkelijke concessiezone: 13 vrachten in 2011 (12 voor WT s en 1 voor TP) en 12 vrachten in 2012 (12 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 19 vrachten in 2011 (18 voor WT s en 1 voor TP) en 18 vrachten in 2012 (18 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in Raming transporten van haven naar windturbinepark uitgaande van de V90 windturbine (47 stuks op de oorspronkelijke concessiezone of 72 stuks in geval van een uitgebreide concessiezone): Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Aanvoeren graviteitsfunderingen: - Oorspronkelijke concessiezone: 24 vrachten in 2011 (23 voor WT s en 1 voor TP) en 24 vrachten in 2012 (24 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 37 vrachten in 2011 (36 voor WT s en 1 voor TP) en 36 vrachten in 2012 (36 WT s); Aanvoeren erosiebescherming: - Oorspronkelijke concessiezone: 24 vrachten in 2011 (23 voor WT s en 1 voor TP) en 24 vrachten in 2012 (24 WT s); - Uitgebreide concessiezone: 37 vrachten in 2011 (36 voor WT s en 1 voor TP) en 36 vrachten in 2012 (36 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in Transport en oprichting van de windturbines Transport van de windturbines en/of windturbineonderdelen gebeurt op schepen en op (jack-up) pontons (getrokken door sleepboten).

95 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Het kan dat de windturbine in onderdelen wordt aangevoerd (diverse mastdelen, gondel, wieken,..) ofwel dat de volledig voorgemonteerde windturbine wordt aangevoerd en opgericht. Gezien de grootte van de beoogde windturbines wordt eerder verwacht dat de oprichting in onderdelen zal gebeuren. Het schip of ponton zal nadat het in de juiste positie ligt, overgaan tot het plaatsen van de windturbine (of de onderdelen ervan) op het overgangsstuk van de fundering. De hijsinrichting houdt de windturbine (of onderdelen ervan) zolang vast tot alle boutverbindingen zijn vastgezet en gecontroleerd door de montageploeg. Voor transport en oprichting van een windturbine mag gerekend worden op ca. 1 week. Uiteraard spelen de weersomstandigheden hierbij een belangrijke rol. Bij hoge windsnelheden moeten de hijswerkzaamheden gestopt worden. In Bijlage 11.1 worden ten titel van informatie een aantal beelden verstrekt van oprichtingswerken en transport van windturbines op zee. Raming transporten van haven naar windturbinepark: Aanvoeren jack-up met sleepboten: 4 maal; Transporten onderdelen windturbines: er wordt gerekend met 3 transporten per windturbine (onafhankelijk van het turbinetype) namelijk de torendelen, de gondel en de rotor: - Oorspronkelijke concessiezone: In geval van de Vestas V90 windturbine 3 MW: 69 vrachten in 2011 (23 WT s) en 72 vrachten in 2012 (24 WT s); In geval van de REpower M6 windturbine 6 MW: 36 vrachten in 2011 (12 WT s) en 36 vrachten in 2012 (12 WT s); - Uitgebreide concessiezone: In geval van de Vestas V90 windturbine 3 MW: 108 vrachten in 2011 (36 WT s) en 108 vrachten in 2012 (36 WT s); In geval van de REpower M6 windturbine 6 MW: 54 vrachten in 2011 (18 WT s) en 54 vrachten in 2012 (18 WT s); Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 60 transporten in 2011 en ca. 60 transporten in Elektrische infrastructuur Uitvoeringswijze Kabels op zee worden aangelegd door een kabelleggend schip uitgerust met: Oppervlaktereferentiesysteem: GPS; Onderwaterreferentiesysteem: sonar; Dynamisch positioneersysteem; Onder water ploeg of jet-ingravingsuitrusting. Er wordt een kabel toegepast geschikt voor maritieme toepassing. De kabelsleuf wordt gemaakt met behulp van twee speciale spuitmonden (jetting) of een roterend getand rad (ploeg). De aanlegdiepte van de kabel binnen het park is ca. 1 m terwijl dit voor de zeekabel ca. 2 m bedraagt. Het moederschip wordt zeer nauwkeurig gepositioneerd met behulp van een GPS systeem. De kabellegger heeft een onafhankelijke aandrijving van het moederschip maar wordt wel vanuit dit schip

96 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen bestuurd. Een aantal gespecialiseerde vaartuigen zijn voorhanden, uitgerust met alle noodzakelijke apparatuur. De kabels voor het windturbinepark worden vanaf de kust in de richting van het windturbinepark gelegd (Bijlage 11.2). Door duikers wordt de kabel langs de fundering naar boven geleid. De kabels komen de toren binnen boven het hoogwaterniveau. Kabels op land worden aangelegd waar mogelijk in open sleuf en waar noodzakelijk via een geperste boring met mantelbuis. Raming transporten van haven naar windturbinepark Transporten onderdelen TP: 6 x in 2011; Transporten voor aanleg parkkabels en zeekabel (tracéonafhankelijk): 10 in 2011 en 6 in 2012; Kleinere transporten en personeelstransport per schip: ca. 20 transporten in 2011 en ca. 20 transporten in EXPLOITATIEFASE Organisatie - algemeen De exploitatie zal verlopen conform de geldende regelgeving inzake veiligheid, gezondheid en milieu. Er dient gesteld te worden dat er naar zal worden gestreefd om het technisch onderhoud van de windturbines te laten gebeuren door de windturbinefabrikant via lange termijn servicecontracten, zoals dat nu ook reeds courant gebruikt wordt voor de exploitatie en het onderhoud van onshore windturbineparken. Voor inspecties en onderhoudswerkzaamheden van funderingen, erosiebescherming, transformatoren, kabels, meteo, zal beroep gedaan worden op specifieke dienstverleners. ELDEPASCO afdeling Operations and Maintenance (O&M) staat in voor de supervisie van de technische werkzaamheden van de windturbineleverancier en van andere dienstverleners, de kwaliteitsbewaking van uitgevoerde werken, het netbeheer, het vermarkten van de geproduceerde elektriciteit en certificaten, het juridisch-financieel-administratieve beheer van de vennootschap, e.d. Om haar superviserende taken on site daadwerkelijk te kunnen uitvoeren zal ELDEPASCO O&M beroep doen op de logistieke middelen aanwezig binnen ELDEPASCO (vb. vaartuigen). ELDEPASCO O&M zal beschikken over een eigen veiligheids-, gezondheids- en milieumanager (VGMmanager) die verantwoordelijk zal zijn als veiligheidscoördinator, milieuverantwoordelijke en kwaliteitsmanager zowel tijdens ontwerp, realisatie als uitbating van het windturbinepark. De VGMmanager kan beroep doen op een team van interne en externe deskundigen. De VGM-manager zal tevens vanuit ELDEPASCO het aanspreekpunt zijn inzake de onderzoeks- en opvolgingsprogramma s die vastgelegd zijn in samenspraak met overheidsinstanties (v.b. BMM, Instituut voor Natuurbehoud, Vlaams Instituut voor de Zee) en onderzoeksinstellingen. ELDEPASCO heeft de intentie om ook voor het offshore windturbinepark een veiligheids- en milieubeheersysteem (milieuzorgsysteem) in te voeren en te laten certifiëren conform respectievelijk OHSAS en ISO Een schematische voorstelling van de organisatie binnen ELDEPASCO wordt hieronder gegeven.

97 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen NV ELDEPASCO Bestuurscomité ELDEPASCO Projectteam ELDEPASCO ELDEPASCO: bouw ELDEPASCO: exploitatie Administratie ELDEPASCO O&M ELDEPASCO logistiek Administratie Financieel beheer Commercieel Monitoring Productiviteitsbeheer Netbeheer Onderhoud Logistieke operaties Hoogtechnologisch Turbineonderhoud Transportfaciliteiten Bouwtechniek Figuur 11.1: Organigram ELDEPASCO Bedrijfszekerheid van de windturbines De bedrijfszekerheid van de windturbines wordt bepaald door de beschikbaarheid en de bereikbaarheid. Op land is de bedrijfszekerheid circa 97% tot 98%. Op offshore locaties is dit lager doordat storingen niet altijd direct verholpen kunnen worden vanwege de lagere bereikbaarheid door: De afhankelijkheid van de beschikbare transportmiddelen; De relatief lange reistijd; De afhankelijkheid van weerscondities en seizoensinvloeden. De mogelijke beschikbaarheid van de windturbine op zich kan gemaximaliseerd worden door: Een zeer doorgedreven monitoring- en besturingssystemen (SCADA systeem); De redundante uitvoering van systemen/componenten; Een uitgekiende planning van de preventieve onderhoudsbeurten. De bedrijfszekerheid voor de windturbines wordt contractueel met de leverancier vastgelegd. Voor offshore windparken bedraagt dit grootteorde 90-95% Afstandscontrole en besturing Algemeen Het ELDEPASCO windturbinepark wordt uitgerust met een afstandscontrole- en besturingssysteem (SCADAsysteem). Hierdoor is het mogelijk om op afstand:

98 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen De operationele parameters van het windturbinepark zowel in real-time als op lange termijn op te volgen; Operationele parameters van de windturbines bij te sturen; Gegevens omtrent storingen (waarschuwingen, alarmen) te ontvangen ten behoeve van het aansturen van interventies. De partners binnen ELDEPASCO hebben ervaring met afstandscontrole en -besturing van elektrische productie-installaties. Ook het ELDEPASCO windturbinepark zal van op afstand bewaakt worden: Enerzijds door de windturbineleverancier in het kader van het afgesloten onderhoudscontract; Anderzijds vanuit de controlezaal van ELDEPASCO O&M; deze zal permanent bemand zijn door een operator (24u/24u en 7d/7d). Overleg en evaluatie van de exploitatie, de prestaties en de onderhoudsaspecten van het windturbinepark gebeurt via: Periodiek gepland overleg binnen ELDEPASCO; Periodiek gepland overleg tussen ELDEPASCO en de windturbineleverancier. Hardware Alle beschikbare data van de lokale stuureenheden van de windturbines, de elektrische infrastructuur en de meteomasten worden doorgestuurd naar het SCADA-systeem (Supervisory Control And Data Acquisition) van ELDEPASCO O&M. Ter ondersteuning van deze supervisie zullen ook camera's opgesteld worden voor visuele inspectie. Het monitoring- en besturingssysteem wordt uitgerust met een UPS waardoor een ononderbroken stroomvoorziening gegarandeerd wordt. De windturbineleverancier levert de aangepaste software voor het monitoring- en besturingssysteem. Het windturbinepark wordt ontworpen om onafhankelijk en fail safe te opereren. Hierbij werkt elke turbine onafhankelijk, zelfs indien de communicatie met het land verbroken is. Elke windturbine zal automatisch stoppen zodra de basisbeveiligingen worden aangesproken of de lokale stuureenheid detecteert dat de ingestelde limieten zijn bereikt, om te vermijden dat er buiten de operationele voorwaarden geopereerd wordt. Dataverwerking Het monitoring- en besturingssysteem zorgt voor een weergave (in tabellen en grafieken) en statistische beoordeling van de windturbine- en windparkgegevens. De frequentie van de gegevensuitvoer is: permanent, per minuut, per kwartier, dagelijks, wekelijks, maandelijks en jaarlijks. De gegevens kunnen statistisch over verschillende tijdsperiodes vergeleken worden. Het beoordelen van de gegevens maakt een permanente controle en vergelijking tussen de verschillende turbines van het park mogelijk. Beheer van waarschuwingen en alarmen Het ELDEPASCO windturbinepark zal zoals hierboven gesteld van op afstand bewaakt worden door zowel de windturbineleverancier als door ELDEPASCO O&M.

99 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Communicatieprocedures worden vastgelegd tussen ELDEPASCO O&M en de service afdeling van de windturbineleverancier (O&M WTL): Het initiatief voor het behandelen van een storing wordt genomen door O&M WTL; O&M WTL zal ELDEPASCO O&M informeren over het genomen of geplande initiatief (via telefoon of mail); Indien mogelijk wordt de storing van op afstand verholpen. Is dit niet het geval dan zullen alle regelingen voorbereid worden voor een interventie ter plaatse door O&M WTL; Ten behoeve van de snelheid en efficiëntie van de interventies zullen ELDEPASCO O&M en O&M WTL afspraken maken omtrent het beschikbaar stellen van logistieke middelen; Interventies zullen gedocumenteerd worden in een verslag. Op basis van ervaringen op land blijkt dat de storingen bij windturbines veelal kleine storingen zijn zoals een vervuilde sensor, een kapot relais of een vervuilde filter. Grote storingen zijn uitzonderlijk (v.b. rotorbladschade door blikseminslag). De kleine storingen kunnen met handgereedschap en klein materiaal doorgaans binnen enkele uren hersteld worden Onderhoud Er dient gesteld te worden dat er naar zal worden gestreefd om het technisch onderhoud van de windturbines te laten gebeuren door de windturbinefabrikant via lange termijn servicecontracten, zoals dat nu ook reeds courant gebruikt wordt voor de exploitatie en het onderhoud van onshore windturbineparken. Voor inspecties en onderhoudswerkzaamheden van funderingen, erosiebescherming, transformatoren, kabels, meteo, etc. zal beroep gedaan worden op specifieke dienstverleners. Transport en toegang tot de installaties Transport naar het windturbinepark voor onderhoudswerkzaamheden gebeurt per schip vanuit de O&Mbasis die voor dit park vermoedelijk in de haven van Zeebrugge of Oostende zal worden opgericht. Helikopters zullen alleen in noodsituaties worden ingezet. Op het transformatorplatform wordt een helikopterplatform voorzien. Gepland onderhoud gebeurt per definitie in perioden met gunstige weersomstandigheden. De turbines zullen ontworpen zijn voor 1 geplande onderhoudsbeurt per jaar. Bij storingsinterventies zijn de weersomstandigheden in grote mate bepalend voor het ogenblik wanneer effectief naar het windturbinepark gevaren wordt. Hiervoor worden vastgelegde procedures gevolgd die in overeenstemming zijn met de regels voor offshore activiteiten. Bij onderhoud of storingsinterventies zijn de uitvoerende technici steeds minimaal met 2 personen. Voor het overzetten van O&M-personeel vanaf het schip naar de windturbine kan worden gekozen uit verschillende systemen die gangbaar zijn bij offshore activiteiten. Ten titel van voorbeeld wordt een illustratie gegeven van een access systeem toegepast door GE op het Arklow-windturbinepark.

100 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen Figuur 11.2: Het access systeem gebruikt door GE op Arklow bank Beschrijving van de onderhoudswerkzaamheden voor de windturbines Onderhoud gebeurt in overeenstemming met de onderhoudsvoorschriften van de windturbineleverancier. Het onderhoud van de windturbines omvat inspecties, testen, preventief en curatief onderhoud met betrekking tot: De turbinetoren(mast): - Inspectie van bevestigingen (vb bouten); - Inspectie m.b.t. corrosie (en waar nodig bijwerken); - Inspectie van ladder en liftsysteem (testen werking en beveiligingen). De turbinewieken (rotorbladen): - Inspectie van bevestigingen; - Inspectie en smering van lagers; - Inspectie en testen van pitch-systeem, remsysteem; - Inspectie van de bliksembeveiliging; - Visuele controle op beschadiging. Trage as, tandwielkast en generator (in geval van een windturbine met tandwielkast); ringgenerator in geval van een windturbine zonder tandwielkast; - Inspectie en smering van lagers; - Vervanging van oliefilters; - Staalname tandwielkastolie voor analyse; - Inspectie van koelsystemen. Elektrische en sturingsinstallaties van de windturbine: - Inspectie van de toestand van kabels en kabelverbindingen;

101 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen - Inspectie en testen van schakelaars, beveiligingen; - Inspectie van sensoren en meetapparatuur (temperatuur, snelheidsdetector, kwh-metingen, trillingssensoren, meteosensoren, ); - Inspectie van transformatoren en de eventuele inkuiping (indien oliegekoeld); - Testen van sturings- en communicatieverbindingen; - Inspectie en testen van verlichting, noodverlichting, ; - Inspectie en testen van het noodaggregaat (op het transformatorplatform). Belangrijke predictieve onderhoudstechnieken zijn temperatuurbewakingen op diverse onderdelen van de turbines (lagers, tandwielkasten, wikkelingen, ), trillingsanalyses en olieanalyses. Basisprincipes bij onderhoud van offshore windturbines zijn: Een keuze voor hoge kwaliteit en betrouwbaarheid van de installatiecomponenten; Optimale toegankelijkheid van de windturbines; Redundantie van vitale componenten; Storingsinterventie gebaseerd op het uitwisselen van componenten, eerder dan het ter plaatse repareren. Reparaties kunnen in de onshore basis gebeuren. Tot de logistieke middelen van ELDEPASCO O&M zullen behoren: Transportmiddelen (vaartuigen); Technische werktuigen; Een werkplaats en opslagplaatsen voor onderhoudsmaterieel en wisselstukken; Eigen werknemers en snel inzetbare externe specialisten. Beschrijving van de onderhoudswerkzaamheden voor het transformatorstation en de hoogspanningskabel Het onderhoud van de elektrische infrastructuur wordt afgestemd op het onderhoudsschema voor de windturbines. Het onderhoud omvat inspecties, testen, preventief en curatief onderhoud met betrekking tot: De opvoertransformatoren (33/150 kv) en de volledige elektrische infrastructuur op het transformatorplatform worden jaarlijks nagezien en functioneel getest: - Controle oliepeil en olieanalyse van de transformatoren; - Functionele test van de diverse beveiligingen; - Inspectie en testen van regelaars. De elektrische uitrusting wordt periodiek gekeurd conform de heersende wetgeving (hoogspanningsuitrustingen: jaarlijks; laagspanning: 5-jaarlijks). Kabelinspecties en onderhoud: - Bij aanleg van de zeekabels wordt een precieze diepteloding uitgevoerd langs het tracé. - Na in dienst name van de installatie zal een periodieke controle gebeuren met een frequentie tussen 2 en 5 jaar; - Indien geconstateerd zou worden dat de dekking significant afneemt, zal een duikersploeg de situatie onder water inspecteren en wordt de zeekabel ter plaatse weer op de gewenste ingraafdiepte gebracht. Bouwtechnisch onderhoud Volgende elementen komen hierbij in aanmerking:

102 ARCADIS Belgium Nota aanleg- en exploitatie-activiteiten & aangewende technische middelen De turbinefundering onder en boven water: - Er wordt uitgegaan van een jaarlijkse visuele inspectie (onder water door duikers) op beschadiging en corrosie; - Ook wordt de biologische aangroei aan de ondersteuningsconstructie geïnspecteerd. Wanneer immers de aangroei toeneemt, neemt de golfbelasting toe. Overmatige aangroei wordt zonodig verwijderd door middel van een zeewaterstraal onder hoge druk (zonder bijmenging van aangroeiwerende middelen). Visuele inspectie van de kabelbevestiging aan de funderingen en van de kathodische bescherming (in geval van monopaal fundering); Controle van de aangebrachte erosiebescherming van de turbinefundering via het uitvoeren van bathymetrische metingen Aangepaste werk- en vaartuigen Voor de werkzaamheden die op land worden uitgevoerd (bij de windturbineleverancier of bij ELDEPASCO O&M) worden de klassieke werktuigen en uitrusting gehanteerd. Voor onderhoudswerkzaamheden op het offshore windturbinepark wordt gebruik gemaakt van: Een schip als transportmiddel voor het onderhoudspersoneel en het benodigde materieel. Voor de preventieve onderhoudswerkzaamheden en bij kleine storingsinterventies wordt een snel schip (vb. type Windcat) ingezet met speciale voorzieningen om mensen op een veilige manier op de windturbine af te zetten. Enkel bij zware breuk (vervangen van een volledige rotor of gondel) zal een jack-up met hijsinrichting worden ingezet; Het schip zal uitgerust zijn met: - Een hijsinrichting voor het overzetten van materieel naar de windturbine; - Aanlandingsinfrastructuur om het onderhoudspersoneel toegang te verschaffen tot het bordes van de windturbine; - Eventueel ook een kleine wendbare (vb rubberboot) boot. Het onderhoudspersoneel beschikt over: - Beschermende kledij bij overzet naar de windturbine; - Veiligheidsharnassen voor de werkzaamheden in de windturbines; - Specifieke uitrusting (handschoenen, beschermkappen, ) voor het werken aan de elektrische installaties; - Specifieke werktuigen voor onderhoud aan de windturbines. Het schip is dusdanig uitgerust van faciliteiten voor een meerdaags verblijf van de onderhoudsploeg bij het windturbinepark; Uiteraard zijn schip en onderhoudsploeg uitgerust met communicatiesystemen zodat steeds een opvolging van op land kan gebeuren van de onderhoudsactiviteiten BIJLAGEN HOOFDSTUK 11 Volgende bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 11: Bijlage 11.1: Illustraties van transport en oprichtingswerken van windturbines op zee Bijlage 11.2: Illustratie Leggen van zeekabel

103 ARCADIS Belgium Nota technische middelen & financiële maatregelen bij buiten gebruik stelling 12 NOTA MET TECHNISCHE EN FINANCIËLE MAATREGELEN BIJ DEFINITIEF BUITEN GEBRUIK STELLING VAN ELEKTRICITEITSKABELS In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Niet van toepassing KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 11 Een nota met beschrijving van de technische maatregelen die opgelegd zijn bij het definitief buiten gebruik stellen van de elektriciteitskabel en van de financiële maatregelen die de realisatie van die maatregelen moeten waarborgen Ter volledigheid zullen de technische en financiële maatregelen van het volledige windturbinepark (inclusief bekabeling) hieronder besproken worden TECHNISCHE MAATREGELEN Algemeen Na afloop van de exploitatieperiode, die op 20 jaar is gesteld, zal het windturbinepark worden ontmanteld. Tot dusver heeft de ontmanteling van offshore platformen slechts op kleine schaal plaatsgevonden in de olie- en gasindustrie. Grosso modo kan worden gesteld dat de ontmanteling van het park uit gelijksoortige operaties bestaat als de bouw, doch de volgorde van uitvoering is omgekeerd. Voor de ontmantelingsactiviteiten wordt uitgegaan van het inzetten van soortgelijk materieel als bij de installatie van het park. Geruime tijd voor de buitendienststelling van het windturbinepark zal ELDEPASCO een projectteam samenstellen dat de taak krijgt de ontmanteling van het park voor te bereiden en uit te voeren. Op basis van de staat van het park, de geldende wetgeving en de op dat tijdstip beschikbare technieken zullen werkmethodes worden ontwikkeld. Hierbij dient aangestipt te worden dat een maximale recyclage van onderdelen en materiaal wordt nagestreefd. Alle verwijderde componenten zullen naar land worden afgevoerd voor verdere verwerking. Kwaliteit-, veiligheids-, en milieuzorg worden geïntegreerd in de werkmethodes Verwijderingen van de turbines - transformatorplatform Alvorens met het demonteren te beginnen, zullen alle vloeibare middelen zoals olie uit het hydraulische systeem, olie uit de tandwielkast (indien van toepassing), olie uit de transformatoren (indien van toepassing), e.d. uit de systemen worden verwijderd en afgevoerd. Hierdoor worden mogelijke lekkages tijdens het demonteren en transporteren van onderdelen voorkomen. De oliën worden afgevoerd naar erkende verwerkers. Na het weghalen van de turbines, HS-transformatoren en hun behuizing worden deze op land gedemonteerd, gesorteerd en worden de componenten afgevoerd naar erkende verwerkers: Metalen onderdelen (mast, frames, tandwielkast, ladders, ) worden verschroot en gerecycleerd; Kunststof onderdelen ((wieken, behuizing gondel, ) worden gebroken, vermalen en gerecycleerd of verbrand; Kabels, elektrische barenstelsels ed. worden voor ontmanteling en recyclage afgevoerd naar gespecialiseerde bedrijven;

104 ARCADIS Belgium Nota technische middelen & financiële maatregelen bij buiten gebruik stelling Elektrische componenten worden verwerkt analoog als wit- en bruingoed Verwijdering van de funderingen en erosiebescherming Funderingen Bij monopaal of multipode/jacketstructuur funderingen zullen de metalen buizen onder water worden afgesneden tot op een diepte van ca. 2 m onder de zeebodem (op basis van de huidige stand van de techniek). Het overblijvende gedeelte van de funderingspaal wordt afgedekt met erosiebeschermingsmateriaal aanwezig rond de paal om te vermijden dat de funderingsrest door bodemerosie zou vrijspoelen. De graviteitsfundering wordt leeggemaakt en vrijgemaakt. Ze wordt in haar geheel afgevoerd naar land voor afbraak met recuperatie van beton en wapeningsijzer. Erosiebescherming Naar verwachting zal het verwijderen van de erosiebescherming belangrijke kosten met zich meebrengen evenals een verstoring van het op dat ogenblik heersende ecosysteem. De noodzaak van verwijdering van de erosiebescherming en de uitvoeringswijze moet op het einde van de exploitatie bepaald worden in samenspraak met en de vergunningverlener en dit op basis van: de verdere bestemming en/of gebruik van het concessiegebied; technisch-financiële evaluatie van de beschikbare technologieën; ecologische parameters. ELDEPASCO engageert zich om de site in voldoende mate in haar oorspronkelijke staat te herstellen indien dit om redenen van bestemming, gebruik of ecologische criteria noodzakelijk is Verwijdering van elektrische kabels In het Koninklijk besluit van 12 maart 2002 betreffende o.m. de regels voor het leggen van elektriciteitskabels in de territoriale zee wordt geen verplichting opgelegd om de mariene kabels te verwijderen. Wel wordt er op gewezen dat de definitieve afstand in optimale en veilige omstandigheden en met respect voor het milieu dient te gebeuren (Art.5-11 ). De keuze voor het al of niet verwijderen van de elektrische kabels en de uitvoeringswijze moet op het einde van de exploitatie bepaald worden in samenspraak met de vergunningverlener en dit op basis van: technisch-financiële evaluatie van de beschikbare technologieën; ecologische parameters. Uitgangspunt is dat alle zeekabels zullen worden verwijderd. Mocht te zijner tijd blijken dat verwijdering uit oogpunt van milieueffecten minder wenselijk is dan kan overwogen worden de bekabeling (deels) te laten liggen. Voor verwijdering van de bekabeling komen verschillende methoden in aanmerking maar de toepasbaarheid hiervan is afhankelijk van de toekomstige locale omstandigheden zoals de diepte van de ingegraven kabel, de dichtheid en de bodemstructuur. De bekabeling kan op de volgende wijze worden verwijderd:

105 ARCADIS Belgium Nota technische middelen & financiële maatregelen bij buiten gebruik stelling 1. Een werkschip, met een RUV (Remote Underwater Vehicle) en een kabellegschip worden gemobiliseerd; 2. De elektrische infrastructuur is reeds uitgeschakeld en bij de voet van de fundering van de windturbine doorgesneden; 3. De kabel zal met behulp van de RUV naar de oppervlakte worden gebracht; 4. De kabel zal vervolgens door het kabellegschip uit de grond worden getrokken en worden opgewonden op de kabeltrommel; 5. De kabel zal bij het landingspunt worden doorgesneden en zover nodig richting zee worden uitgegraven; 6. De landkabel wordt ontkoppeld bij het onderstation en doorgesneden; 7. De landkabel wordt uitgegraven; In het geval van relatief ondiepe kabels is de meest waarschijnlijke methode Jet technologie waarbij de grond rond de kabels in suspensie gebracht wordt door middel van waterstralen. Daardoor wordt het mogelijk de kabels uit de losgewoelde grond uit te trekken. Indien de kabels dieper liggen, zoals onder meer het geval zal zijn bij het kruisen van de vaargeul, kan het nodig blijken het tracé uit te baggeren, de kabel weg te nemen en opnieuw aan te vullen. Alle elektrische apparatuur en kabels zullen naar land worden afgevoerd voor verdere verwerking. Ook hier wordt voor de verwerking van het vrijkomende materiaal een beroep gedaan op gespecialiseerde bedrijven. Het lijkt op dit moment voor de hand liggend om de kabels te hergebruiken, mits een grondige inspectie van de isolatie en toetsing aan de vigerende normen voor de bestemming. De aanwezige elektrische infrastructuur, zoals transformatoren, generators en oliereservoirs van het transformatorstation zal worden verwijderd. Als het transformatorstation geheel ontmanteld is, wordt de constructie verwijderd. De monopalen en funderingen van het transformatorstation zullen op dezelfde wijze worden verwijderd als de monopalen en funderingen van de windturbines FINANCIËLE MAATREGELEN De verwijdering van het windpark moet worden gefinancierd uit de gegenereerde opbrengsten van het windpark. ELDEPASCO is van onderstaande informatie uitgegaan bij het opstellen van de domeinconcessie aanvraag. Het Koninklijk Besluit van 20/12/2000 en het Ministerieel Besluit van 16/05/2006 (Toekenning de originele domeinconcessie aan ELDEPASCO) vermelden het volgende: KB VAN 20 DECEMBER 2000: ART. 2,5 (CRITERIA VAN TOEKENNING) Het voorstel van technische en financiële bepalingen voor de behandeling en het weghalen van installaties wanneer zij definitief buiten gebruik worden gesteld; deze bepalingen omvatten inzonderheid de samenstelling van een reserve die wordt geheven op de exploitatieresultaten en die wordt gecontroleerd door de commissie met het oog op het waarborgen van de herinrichting van de gebieden. MB VAN 16 MEI 2006 (TOEKENNING DC AAN ELDEPASCO): ART.4 1. De provisie voor de behandeling en het weghalen van de installaties bij de definitieve stopzetting, bedoeld in artikel 3, 5 van het KB van 20 december 2000, is bepaald op vijfenveertig miljoen euro in constante waarde op 1 april 2006

106 ARCADIS Belgium Nota technische middelen & financiële maatregelen bij buiten gebruik stelling 2. De samenstelling van deze boekhoudkundige provisie geschiedt door inschrijving van een duidelijk geïndividualiseerde provisie in de balans van de thv ELDEPASCO. Deze provisie bedraagt het geïndexeerde bedrag van sommen vermeerderd met de berekende intresten, volgens de modaliteiten, gedefinieerd in bijlage 4. Deze sommen worden geïndexeerd volgens de evolutie van de gezondheidsindex tussen één april 2006 en het begin van de maand waarin de domeinconcessie begint te lopen. 3. Die provisie wordt gevormd vanaf het twaalfde jaar van de inwerkingtreding van de domeinconcessie op een bankrekening geopend op naam van de thv ELDEPASCO en waarover enkel kan beschikt worden met instemming van de Federale Minister bevoegd voor Energie, voor het in staat herstellen van de site van de domeinconcessie op de vervaldag of in geval van intrekking naar aanleiding van vervallenverklaring of verzaking overeenkomstig artikel 24 van voornoemd koninklijk besluit van 20 december Het geheel of een gedeelte van de toegewezen bedragen in toepassing van het mechanisme, beschreven in 2 en 3, kan vervangen worden, op initiatief van de thv ELDEPASCO, door het afleveren van een bankwaarborg van een bedrag equivalent aan het vervangen gedeelte, voor zover deze waarborg goedgekeurd wordt door de Federale Minister bevoegd voor Energie. Deze waarborg, aangehaald in het eerste lid, is bedoeld om een eventueel onvermogen van de thv ELDEPASCO in de vervulling van zijn verplichting tot in staat herstellen van de site op te vangen. Deze waarborg moet de volgende bijzondere kenmerken vertonen; ze moet onherroepelijk zijn, inroepbaar op het eerste verzoek door de federale minister bevoegd voor energie in dien de ontmanteling of de behandeling van de installaties niet werd uitgevoerd volgens de wettelijke of reglementaire bepalingen van toepassing op de thv, en moet ten minste drie jaar na de vervaldag of in geval van intrekking op de vervaldag of de verzaking conform aan artikel 24 van het hierboven vernoemd KB geldig blijven. 5. Ten laatste 60 kalenderdagen voor de tenuitvoerlegging van de maatregel bepaald in 3 en 4, legt de thv het ontwerp van contract voor de samenstelling van provisie voor advies voor aan de Federale Minister bevoegd voor Energie. Het eventuele overschot van de provisie dat overblijft na de ontmanteling van alle installaties en na het in staat herstellen van de site van de domeinconcessie, wordt teruggegeven aan de thv met instemming van de bevoegde federale minister van Energie. Op basis van dit Ministerieel Besluit werden onderstaande ontmantelingsprovisies samengesteld. De nodige provisies zullen door ELDEPASCO worden aangelegd om de kosten van een veilige en milieuvriendelijke ontmanteling te dekken. Het totale bedrag voor de volledige (WT s en kabels) ontmanteling wordt gebudgetteerd op: ca. 35 M voor de gewijzigde concessie van 24 turbines Repower 6M of 48 turbines Vestas V90; ca. 51 M voor de uitgebreide concessie van 36 turbines Repower 6M of 72 turbines Vestas V90. Beide ontmantelingsprovisies zijn terug te vinden in Bijlage 12.1 voor de gewijzigde concessie en in Bijlage 12.2 voor de uitgebreide concessie BIJLAGEN HOOFDSTUK 12 Volgende bijlagen zijn opgenomen ter verduidelijking van hoofdstuk 12: Bijlage 12.1: Opbouw voor ontmantelingsprovisie voor gewijzigde concessie 144 MW Bijlage 12.2: Opbouw voor ontmantelingsprovisie voor uitgebreide concessie 216 MW

107 ARCADIS Belgium Milieueffectenrapport 13 MILIEUEFFECTENRAPPORT In overeenstemming met: KB 07/09/2003: Hoofdstuk II, Art. 13, 1, 5 Een milieueffectenrapport zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet Mariene Milieu. KB 12/03/2002: Hoofdstuk IV, Art. 6, 2, 12 Een milieueffectenrapport opgesteld overeenkomstig artikel 28 van de wet van 20 januari 1999 en haar uitvoeringsbesluit. Om de milieubelangen een volwaardige plaats te geven bij de vergunningverlening, dient een milieueffectenrapport (MER) te worden opgesteld. Het MER in bijlage dient ter onderbouwing van de vergunningaanvraag en behandelt zowel de bouw, de exploitatie, de ontmanteling als de kabellegging voor zowel het scenario in het oorspronkelijke concessiegebied (procedure wijziging domeinconcessie ) als in het uitgebreide concessiegebied (procedure uitbreiding domeinconcessie ). In het MER worden de milieueffecten van een 3 MW en een 6 MW turbine besproken doorheen alle hoofdstukken voor zowel het oorspronkelijke als het uitgebreide concessiegebied. De 3 MW (Vestas V90) en de 6 MW (REpower 6M) dienen als typevoorbeeld ter beschrijving van respectievelijk een kleine en een grote windturbine, om op die manier de volledige vermogensrange van 3 tot 7 MW te dekken. Bijlage 13.1: Milieueffectenrapport offshore windturbinepark ELDEPASCO

108

109 ARCADIS Belgium Bijlagen BIJLAGEN

110 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco BIJLAGEN HOOFDSTUK 3

111 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.1: Oprichtingsakte NV Eldepasco

112 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.2: Publicatie Staatsblad NV Eldepasco

113 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.3: Handtekenbevoegdheid van Robert Hoornaert

114 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.4: Statuten van Electrawinds NV

115 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.5: Statuten van Depret NV

116 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.6: Statuten van Aspiravi NV

117 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.7: Statuten van WE Power NV

118 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 3 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco Bijlage 3.8: Toekenning van het ondernemings- en BTW-nummer

119 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 4 07/13050/mc Vergunningsaanvraag NV Eldepasco BIJLAGEN HOOFDSTUK 4

120

121 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.1: Ruimtelijke situering van het project

122

123 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.2: Voorstelling van de configuratie van het Eldepasco windturbinepark (6 MW)

124

125 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.3: Voorstelling van de configuratie van het Eldepasco windturbinepark (3 MW)

126

127 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.4: Coördinaten van de hoekpunten van de concessie, de windmeetmasten en de turbines De lay-out van het Eldepasco windpark is gegeven op Plan Aanvraag domeinconcessie Bouwen van een windmolenpark Schaal 1/ De afbakening van de blokken waarvoor een aanvraag wordt ingediend is als volgt bepaald: de rotorprojectie van alle windturbines bevindt zich binnen de domeinconcessie aanvraag voor het windmolenpark; voor de windmeetmasten wordt een domeinconcessie aangevraagd met een straal van 50m; voor het transformatorplatform wordt een domeinconcessie aangevraagd met een straal van 100m. Hieronder worden de coördinaten opgegeven van: de hoekpunten van de blokken; de windturbines; het middelpunt van de zones voor de 2 windmeetmasten en het transformatorplatform. De coördinaten worden opgegeven voor volgende scenario s: Oorspronkelijke concessiegebied: - 48 * 3 MW turbines (Vestas V90) - 24 * 6 MW turbines (REpower6) Uitgebreide concessiegebied: - 72 * 3 MW turbines (Vestas V90) - 36 * 6 MW turbines (REpower6)

128

129 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 NB OL UTM31_E UTM31_N E.1 hoekpunt ,06969 N ,65630 E ,8 E ,2 N E.2 hoekpunt ,44105 N ,50626 E ,5 E ,4 N E.3 hoekpunt ,89072 N ,12189 E ,8 E ,6 N E.4 hoekpunt ,02993 N ,89310 E ,3 E ,0 N E.5 hoekpunt ,24749 N ,27859 E ,2 E ,8 N E.6 hoekpunt ,22249 N ,58798 E ,7 E ,0 N E.7 hoekpunt ,61688 N ,73971 E ,2 E ,2 N E.8 hoekpunt ,88835 N ,81495 E ,1 E ,9 N E.9 hoekpunt ,86544 N ,89102 E ,2 E ,2 N E.10 hoekpunt ,34891 N ,04285 E ,0 E ,4 N E.11 hoekpunt ,06985 N ,19710 E ,4 E ,2 N E.12 hoekpunt ,70610 N ,34714 E ,8 E ,6 N TP trafo ,72937 N ,12143 E ,4 E ,3 N WMM1 meetmast ,67520 N ,42417 E ,8 E ,8 N WMM2 meetmast ,04137 N ,89293 E ,2 E ,8 N Oorspronkelijke concessiegebied: 48 * 3 MW turbines (Vestas V90)

130 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk turbine ,16 N ,28 E ,4 E ,6 N 1.2 turbine ,68 N ,56 E ,9 E ,4 N 2.1 turbine ,89 N ,73 E ,1 E ,8 N 2.2 turbine ,57 N ,85 E ,7 E ,4 N 2.3 turbine ,27 N ,92 E ,3 E ,1 N 3.1 turbine ,04 N ,51 E ,2 E ,0 N 3.2 turbine ,35 N ,22 E ,7 E ,9 N 3.3 turbine ,82 N ,73 E ,3 E ,1 N 3.4 turbine ,23 N ,29 E ,6 E ,2 N 4.1 turbine ,26 N ,84 E ,1 E ,2 N 4.2 turbine ,99 N ,46 E ,6 E ,4 N 4.3 turbine ,75 N ,02 E ,1 E ,7 N 4.4 turbine ,48 N ,64 E ,6 E ,0 N 5.1 turbine ,48 N ,19 E ,6 E ,1 N 5.2 turbine ,82 N ,70 E ,7 E ,6 N 5.3 turbine ,13 N ,21 E ,8 E ,1 N 5.4 turbine ,47 N ,73 E ,8 E ,6 N 5.5 turbine ,78 N ,24 E ,9 E ,1 N 6.1 turbine ,70 N ,48 E ,3 E ,2 N 6.2 turbine ,04 N ,00 E ,4 E ,5 N 6.3 turbine ,35 N ,51 E ,4 E ,8 N 6.4 turbine ,66 N ,08 E ,5 E ,1 N 6.5 turbine ,00 N ,60 E ,5 E ,5 N 7.1 turbine ,76 N ,39 E ,4 E ,1 N 7.2 turbine ,49 N ,32 E ,4 E ,2 N 7.3 turbine ,23 N ,30 E ,7 E ,9 N 7.4 turbine ,97 N ,23 E ,0 E ,6 N 7.5 turbine ,67 N ,16 E ,3 E ,3 N 8.1 turbine ,97 N ,74 E ,8 E ,4 N 8.2 turbine ,54 N ,46 E ,1 E ,1 N 8.3 turbine ,12 N ,19 E ,4 E ,7 N 8.4 turbine ,65 N ,97 E ,7 E ,4 N 8.5 turbine ,23 N ,70 E ,0 E ,1 N 9.1 turbine ,22 N ,04 E ,5 E ,9 N 9.2 turbine ,43 N ,77 E ,6 E ,5 N 9.3 turbine ,62 N ,45 E ,6 E ,0 N 9.4 turbine ,83 N ,13 E ,7 E ,6 N 9.5 turbine ,02 N ,80 E ,8 E ,1 N 9.6 turbine ,23 N ,48 E ,8 E ,7 N 10.1 turbine ,37 N ,76 E ,8 E ,6 N 10.2 turbine ,59 N ,44 E ,0 E ,3 N 10.3 turbine ,84 N ,12 E ,2 E ,0 N 10.4 turbine ,08 N ,80 E ,4 E ,7 N 10.5 turbine ,30 N ,53 E ,6 E ,4 N 11.1 turbine ,96 N ,89 E ,5 E ,8 N 11.2 turbine ,72 N ,83 E ,0 E ,3 N 11.3 turbine ,53 N ,82 E ,5 E ,9 N 12.1 turbine ,26 N ,22 E ,7 E ,5 N Oorspronkelijke concessiegebied: 48 * 3 MW turbines (Vestas V90) (vervolg)

131 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 NB OL UTM31_E UTM31_N E.1 hoekpunt ,06969 N ,65630 E ,8 E ,2 N E.2 hoekpunt ,44105 N ,50626 E ,5 E ,4 N E.3 hoekpunt ,89072 N ,12189 E ,8 E ,6 N E.4 hoekpunt ,02993 N ,89310 E ,3 E ,0 N E.5 hoekpunt ,24749 N ,27859 E ,2 E ,8 N E.6 hoekpunt ,22249 N ,58798 E ,7 E ,0 N E.7 hoekpunt ,61688 N ,73971 E ,2 E ,2 N E.8 hoekpunt ,88835 N ,81495 E ,1 E ,9 N E.9 hoekpunt ,86544 N ,89102 E ,2 E ,2 N E.10 hoekpunt ,34891 N ,04285 E ,0 E ,4 N E.11 hoekpunt ,06985 N ,19710 E ,4 E ,2 N E.12 hoekpunt ,70610 N ,34714 E ,8 E ,6 N TP transfo ,72937 N ,12143 E ,4 E ,3 N WMM1 meetmast ,67520 N ,42417 E ,8 E ,8 N WMM2 meetmast ,04137 N ,89293 E ,2 E ,8 N 1.2 turbine ,32 N ,41 E ,0 E ,0 N 2.1 turbine ,72 N ,94 E ,0 E ,0 N 2.2 turbine ,08 N ,44 E ,0 E ,0 N 2.3 turbine ,47 N ,95 E ,0 E ,0 N 3.1 turbine ,87 N ,48 E ,0 E ,0 N 3.2 turbine ,23 N ,99 E ,0 E ,0 N 3.3 turbine ,63 N ,50 E ,0 E ,0 N 4.1 turbine ,02 N ,03 E ,0 E ,0 N 4.2 turbine ,99 N ,20 E ,0 E ,0 N 4.3 turbine ,43 N ,76 E ,0 E ,0 N 5.1 turbine ,92 N ,02 E ,0 E ,0 N 5.2 turbine ,28 N ,54 E ,0 E ,0 N 5.3 turbine ,64 N ,06 E ,0 E ,0 N 5.4 turbine ,04 N ,58 E ,0 E ,0 N 6.1 turbine ,00 N ,58 E ,0 E ,0 N 6.2 turbine ,36 N ,10 E ,0 E ,0 N 6.3 turbine ,76 N ,63 E ,0 E ,0 N 6.4 turbine ,12 N ,15 E ,0 E ,0 N 7.1 turbine ,44 N ,25 E ,0 E ,0 N 7.2 turbine ,90 N ,88 E ,0 E ,0 N 7.3 turbine ,39 N ,46 E ,0 E ,0 N 7.4 turbine ,89 N ,09 E ,0 E ,0 N 8.1 turbine ,92 N ,28 E ,0 E ,0 N 8.2 turbine ,93 N ,97 E ,0 E ,0 N Oorspronkelijke concessiegebied: 24 * 6 MW turbines (REpower6)

132 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 NB OL UTM31_E UTM31_N E.1 hoekpunt ,06969 N ,65630 E ,8 E ,2 N E.2 hoekpunt ,44105 N ,50626 E ,5 E ,4 N E.3 hoekpunt ,89072 N ,12189 E ,8 E ,6 N E.4 hoekpunt ,02993 N ,89310 E ,3 E ,0 N E.5 hoekpunt ,24749 N ,27859 E ,2 E ,8 N E.6 hoekpunt ,22249 N ,58798 E ,7 E ,0 N E.7 hoekpunt ,61688 N ,73971 E ,2 E ,2 N E.13 hoekpunt ,20000 N ,52000 E ,0 E ,0 N E.14 hoekpunt ,95000 N ,32000 E ,0 E ,0 N E.15 hoekpunt ,68000 N ,96000 E ,0 E ,0 N E.16 hoekpunt ,59000 N ,57000 E ,0 E ,0 N E.17 hoekpunt ,94000 N ,54000 E ,0 E ,0 N TP trafo ,72937 N ,12143 E ,4 E ,3 N WMM3 meetmast ,66000 N ,54000 E ,0 E ,0 N 0.1 turbine ,63 N ,54 E ,3 E ,7 N 0.2 turbine ,52 N ,50 E ,4 E ,0 N 1.1 turbine ,16 N ,28 E ,4 E ,6 N 1.2 turbine ,68 N ,56 E ,9 E ,4 N 1.3 turbine ,30 N ,78 E ,3 E ,0 N 2.1 turbine ,89 N ,73 E ,1 E ,8 N 2.2 turbine ,57 N ,85 E ,7 E ,4 N 2.3 turbine ,27 N ,92 E ,3 E ,1 N 2.4 turbine ,98 N ,05 E ,9 E ,7 N 2.5 turbine ,66 N ,17 E ,5 E ,4 N 3.1 turbine ,04 N ,51 E ,2 E ,0 N 3.2 turbine ,35 N ,22 E ,7 E ,9 N 3.3 turbine ,82 N ,73 E ,3 E ,1 N 3.4 turbine ,23 N ,29 E ,6 E ,2 N 3.5 turbine ,59 N ,83 E ,3 E ,9 N 3.6 turbine ,96 N ,41 E ,0 E ,6 N 4.1 turbine ,26 N ,84 E ,1 E ,2 N 4.2 turbine ,99 N ,46 E ,6 E ,4 N 4.3 turbine ,75 N ,02 E ,1 E ,7 N 4.4 turbine ,48 N ,64 E ,6 E ,0 N 4.5 turbine ,74 N ,66 E ,6 E ,7 N 4.6 turbine ,96 N ,69 E ,7 E ,4 N 4.7 turbine ,22 N ,72 E ,8 E ,1 N 5.1 turbine ,48 N ,19 E ,6 E ,1 N 5.2 turbine ,82 N ,70 E ,7 E ,6 N 5.3 turbine ,13 N ,21 E ,8 E ,1 N 5.4 turbine ,47 N ,73 E ,8 E ,6 N 5.5 turbine ,78 N ,24 E ,9 E ,1 N 5.6 turbine ,36 N ,17 E ,6 E ,7 N 5.7 turbine ,90 N ,04 E ,4 E ,4 N 5.8 turbine ,48 N ,97 E ,1 E ,0 N Uitgebreide concessiegebied: 72 * 3 MW turbines (Vestas V90)

133 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk turbine ,70 N ,48 E ,3 E ,2 N 6.2 turbine ,04 N ,00 E ,4 E ,5 N 6.3 turbine ,35 N ,51 E ,4 E ,8 N 6.4 turbine ,66 N ,08 E ,5 E ,1 N 6.5 turbine ,00 N ,60 E ,5 E ,5 N 6.6 turbine ,28 N ,27 E ,9 E ,0 N 6.7 turbine ,59 N ,94 E ,3 E ,6 N 6.8 turbine ,87 N ,67 E ,7 E ,2 N 6.9 turbine ,19 N ,34 E ,1 E ,7 N 7.1 turbine ,76 N ,39 E ,4 E ,1 N 7.2 turbine ,49 N ,32 E ,4 E ,2 N 7.3 turbine ,23 N ,30 E ,7 E ,9 N 7.4 turbine ,97 N ,23 E ,0 E ,6 N 7.5 turbine ,67 N ,16 E ,3 E ,3 N 7.6 turbine ,96 N ,04 E ,0 E ,5 N 7.7 turbine ,21 N ,92 E ,6 E ,6 N 7.8 turbine ,46 N ,75 E ,3 E ,8 N 7.9 turbine ,04 N ,73 E ,4 E ,2 N 8.1 turbine ,97 N ,74 E ,8 E ,4 N 8.2 turbine ,54 N ,46 E ,1 E ,1 N 8.3 turbine ,12 N ,19 E ,4 E ,7 N 8.4 turbine ,65 N ,97 E ,7 E ,4 N 8.5 turbine ,23 N ,70 E ,0 E ,1 N 8.6 turbine ,80 N ,43 E ,3 E ,7 N 8.7 turbine ,34 N ,21 E ,6 E ,4 N 8.8 turbine ,91 N ,94 E ,9 E ,0 N 9.1 turbine ,22 N ,04 E ,5 E ,9 N 9.2 turbine ,43 N ,77 E ,6 E ,5 N 9.3 turbine ,62 N ,45 E ,6 E ,0 N 9.4 turbine ,83 N ,13 E ,7 E ,6 N 9.5 turbine ,02 N ,80 E ,8 E ,1 N 9.6 turbine ,23 N ,48 E ,8 E ,7 N 10.1 turbine ,37 N ,76 E ,8 E ,6 N 10.2 turbine ,59 N ,44 E ,0 E ,3 N 10.3 turbine ,84 N ,12 E ,2 E ,0 N 10.4 turbine ,08 N ,80 E ,4 E ,7 N 10.5 turbine ,30 N ,53 E ,6 E ,4 N 11.1 turbine ,96 N ,89 E ,5 E ,8 N 11.2 turbine ,72 N ,83 E ,0 E ,3 N 11.3 turbine ,53 N ,82 E ,5 E ,9 N 12.1 turbine ,26 N ,22 E ,7 E ,5 N Uitgebreide concessiegebied: 72 * 3 MW turbines (Vestas V90) (vervolg)

134 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 NB OL UTM31_E UTM31_N E.1 hoekpunt ,06969 N ,65630 E ,8 E ,2 N E.2 hoekpunt ,44105 N ,50626 E ,5 E ,4 N E.3 hoekpunt ,89072 N ,12189 E ,8 E ,6 N E.4 hoekpunt ,02993 N ,89310 E ,3 E ,0 N E.5 hoekpunt ,24749 N ,27859 E ,2 E ,8 N E.6 hoekpunt ,22249 N ,58798 E ,7 E ,0 N E.7 hoekpunt ,61688 N ,73971 E ,2 E ,2 N E.13 hoekpunt ,20000 N ,52000 E ,0 E ,0 N E.14 hoekpunt ,95000 N ,32000 E ,0 E ,0 N E.15 hoekpunt ,68000 N ,96000 E ,0 E ,0 N E.16 hoekpunt ,59000 N ,57000 E ,0 E ,0 N E.17 hoekpunt ,94000 N ,54000 E ,0 E ,0 N TP trafo ,72937 N ,12143 E ,4 E ,3 N WMM3 meetmast ,66000 N ,54000 E ,0 E ,0 N Uitgebreide concessiegebied: 36 * 6 MW turbines (REpower6)

135 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk turbine ,92 N ,25 E ,0 E ,0 N 1.1 turbine ,00 N ,61 E ,0 E ,0 N 1.2 turbine ,32 N ,41 E ,0 E ,0 N 2.1 turbine ,72 N ,94 E ,0 E ,0 N 2.2 turbine ,08 N ,44 E ,0 E ,0 N 2.3 turbine ,47 N ,95 E ,0 E ,0 N 2.4 turbine ,55 N ,15 E ,0 E ,0 N 3.1 turbine ,87 N ,48 E ,0 E ,0 N 3.2 turbine ,23 N ,99 E ,0 E ,0 N 3.3 turbine ,63 N ,50 E ,0 E ,0 N 3.4 turbine ,16 N ,16 E ,0 E ,0 N 3.5 turbine ,69 N ,82 E ,0 E ,0 N 4.1 turbine ,02 N ,03 E ,0 E ,0 N 4.2 turbine ,99 N ,20 E ,0 E ,0 N 4.3 turbine ,43 N ,76 E ,0 E ,0 N 4.4 turbine ,61 N ,63 E ,0 E ,0 N 4.5 turbine ,80 N ,49 E ,0 E ,0 N 5.1 turbine ,92 N ,02 E ,0 E ,0 N 5.2 turbine ,28 N ,54 E ,0 E ,0 N 5.3 turbine ,64 N ,06 E ,0 E ,0 N 5.4 turbine ,04 N ,58 E ,0 E ,0 N 5.5 turbine ,92 N ,15 E ,0 E ,0 N 5.6 turbine ,31 N ,67 E ,0 E ,0 N 5.7 turbine ,67 N ,19 E ,0 E ,0 N 6.1 turbine ,00 N ,58 E ,0 E ,0 N 6.2 turbine ,36 N ,10 E ,0 E ,0 N 6.3 turbine ,76 N ,63 E ,0 E ,0 N 6.4 turbine ,12 N ,15 E ,0 E ,0 N 6.5 turbine ,48 N ,67 E ,0 E ,0 N 6.6 turbine ,84 N ,20 E ,0 E ,0 N 7.1 turbine ,44 N ,25 E ,0 E ,0 N 7.2 turbine ,90 N ,88 E ,0 E ,0 N 7.3 turbine ,39 N ,46 E ,0 E ,0 N 7.4 turbine ,89 N ,09 E ,0 E ,0 N 8.1 turbine ,92 N ,28 E ,0 E ,0 N 8.2 turbine ,93 N ,97 E ,0 E ,0 N Uitgebreide concessiegebied: 36 * 6 MW turbines (REpower6) (vervolg)

136

137 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.5: Technische beschrijving van de REpower 5M

138

139 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.6: Technische beschrijving van de Vestas V90

140 Class I Item no.: VER General Specification V MW VCS 50 Hz Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

141 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Table of Contents Page 2 of 50 Table of Contents 1 General Description Mechanical Design Rotor Blades Blade Bearing Pitch System Hub Main Bearing Gearbox Generator Bearings High Speed Shaft Coupling Yaw System Crane Towers Onshore Towers Offshore Towers Nacelle Base-Frame and Cover Cooling Generator- and Converter Cooling Gearbox- and Hydraulic Cooling Transformer Cooling Nacelle Cooling Electrical Design Generator HV Cables HV Transformer Converter AUX System Wind Sensors VMP (Vestas Multi Processor) Controller Uninterruptible Power Supply (UPS) Turbine Protection Systems Braking Concept Short Circuit Protections Overspeed Protection Lightning Protection of Blades, Nacelle, Hub & Tower Earthing Corrosion Protection Safety Access Escape Rooms/Working Areas Floors, Platforms, Standing-, Working Places Climbing Facilities Moving Parts, Guards and Blocking Devices Lights Noise Emergency Stop Power Disconnection Fire Protection/First Aid Warning Signs Offshore Installation Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

142 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Table of Contents Page 3 of Manuals and Warnings Environment Chemicals Approvals, Certificates and Design Codes Type Approvals Design Codes Structural Design Design Codes - Mechanical Equipment Design Codes - Electrical Equipment Design Codes Cables Design Codes - I/O Network System Design Codes - Lightning Protection Design Codes Earthing Colour and Surface Treatment Nacelle Colour and Surface Treatment Tower Colour and Surface Treatment Blades Colour Operational Envelope and Performance Guidelines Climate and Site Conditions Complex Terrain Altitude Wind Farm Layout Operational Envelope Temperature and Wind Operational Envelope - Grid Connection * Operational Envelope Reactive Power Capability Own Consumption Operational Envelope - Conditions for Power Curve, Noise Levels, C p & C t Values Drawings Structural Design - Illustration of Outer Dimensions Structural Design - Side View Drawing Structural Design - Centre of Gravity Structural Design - Tower Drawing (Example) Electrical Design Main Wiring 50 Hz General Reservations, Notes and Disclaimers Appendices Performance C p & C t Values Performance - Estimated Power Curves Power Curve, Mode Power Curve, Mode Power Curve, Mode Power Curve, Mode Power Curve, Mode Noise Levels Noise curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Buyer acknowledges that these general specifications are for buyer s informational purposes only and do not create or constitute a warranty, guarantee, promise, commitment, or other representation by supplier, all of which are disclaimed by supplier except to the extent expressly provided by supplier in writing elsewhere. Please refer to section 11 General Reservations, Notes and Disclaimers, p. 39 for general reservations, notes, and disclaimers applicable to these general specifications. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

143 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description General Description Page 4 of 50 1 General Description The Vestas V MW wind turbine is a pitch regulated upwind turbine with active yaw and a three-blade rotor. The Vestas V MW turbine has a rotor diameter of 90 m with a generator rated at 3.0 MW. The turbine utilizes the OptiTip and OptiSpeed concepts. With these features the wind turbine is able to operate the rotor at variable speed (RPM), helping to maintain the output at or near rated power even in high wind speeds. At low wind speeds, the OptiTip and OptiSpeed systems work together to maximize the power output by giving the optimal RPM and pitch angle, which also helps to minimize the sound emission from the turbine. 2 Mechanical Design 2.1 Rotor The V MW is equipped with a 90 meter rotor consisting of three blades and the hub. The blades are controlled by a microprocessor pitch control system called OptiTip. Based on the prevailing wind conditions, the blades are continuously positioned to help optimise the pitch angle. Rotor Diameter 90 m Swept Area 6362 m 2 Rotational Speed Static, Rotor 16.1 rpm Speed, Dynamic Operation Range Rotational Direction Orientation Tilt 6 Blade Coning 4 Number of Blades 3 Aerodynamic Brakes Clockwise (front view) Upwind Full feathering Table 2-1: Rotor Data Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

144 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 5 of Blades The 44m blades are made of carbon and glass fibre and consist of two airfoil shells bonded to a supporting beam. Blades Type Description Blade Length Material Blade Connection Air Foils Largest Chord Weight per blade Airfoil shells bonded to supporting beam 44 m Fibreglass reinforced epoxy and carbon fibres Steel roots inserted Risø P + FFA m App kg Table 2-2: Blades Data 2.3 Blade Bearing The blade bearings are double row 4 point contact ball bearings. Blade Bearing Lubrication Grease, automatic lubrication pump Table 2-3: Blade Bearing Data 2.4 Pitch System The turbine is equipped with a pitch system for each blade and a distributor block, all located in the hub. Each pitch system is connected to the distributor block with flexible hoses. The distributor block is connected to the pipes of the hydraulic rotating transfer unit in the hub by means of three hoses (pressure line, return line and drain line). Each pitch system consists of a hydraulic cylinder mounted to the hub and with the piston rod mounted to the blade via a torque arm shaft. Valves facilitating operation of the pitch cylinder are installed on a pitch block bolted directly onto the cylinder. Pitch System Type Hydraulic Cylinder Ø125/ Number 1 per blade Range -5º to 90º Table 2-4: Pitch System Data Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

145 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 6 of 50 Hydraulic System Main Pump Pressure Filtration Radial Piston Pump 45 ccm (variable) 260 bar 3my (absolute) Table 2-5: Hydraulic System Data 2.5 Hub The hub supports the 3 blades and transfers the reaction forces to the main bearing and torque to the gearbox. The hub structure also supports blade bearings and pitch cylinder. Hub Material Cast iron EN GJS U-LT / EN1560 Weight App kg. Table 2-6: Hub Data 2.6 Main Bearing The main bearing is integrated into the gearbox. The rotor hub is connected directly to the gearbox input shaft, which is connected to the main bearing. The main bearing is lubricated by the same continuous forced oil lubrication and external oil sump system as the gearbox. Main Bearing Type Description Lubrication Oil Filter 3 µm / 10 µm Double row tapered roller bearing Pressure lubrication with oil, external oil sump Table 2-7: Main Bearing Data 2.7 Gearbox The main gear converts the low-speed rotation of the rotor to high-speed generator rotation. The gear unit is a combination of a 2-stage planetary gear and a 1-stage helical gear. It is a compact design without main shaft and torque supporters. The low speed input shaft is bolted directly to the hub without the use of a traditional main shaft and the gear housing is bolted to the bedplate. The disc brake is mounted on the high speed shaft. The gearbox lubrication system is a pressure-fed system without the use of an integrated oil sump. Gearbox Type Description Gear House Material 2 planetary stage + 1 helical stage Cast Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

146 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 7 of 50 Gearbox Ratio 1: Mechanical Power Weight Lubrication Gear Oil Tank Capacity Oil Flow 3300 kw App kg Pressure lubrication with oil, external oil sump App. 550 l Max. 190 l/min Oil Inlet Temperature Max. 62 ºC Offline Filter / Inline Filter 3 µm / 10 µm Shaft Seals Labyrinth and contact seal Table 2-8: Gearbox Data 2.8 Generator Bearings The bearings are grease lubricated and grease is supplied continuously from an automatic lubrication unit. 2.9 High Speed Shaft Coupling The coupling transmits the torque of the gearbox high speed output shaft to the generator input shaft. The coupling consists of two composite discs and an intermediate tube with two aluminium flanges and a glass fibre tube. The coupling is fitted to 3-armed hubs on the brake disc and the generator hub Yaw System The yaw system is designed with active yawing and a robust plain yaw bearing with some minor friction between the yaw rim and the PETP gliding plate. The yaw gears are 4-stage planetary gears. When the yaw system is not yawing the yaw motors are locked with a brake (self-locking system). The yaw system will not yaw by influence of the wind only. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

147 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 8 of 50 Yaw System Type Material Yawing Speed Plain bearing system with built in friction Forged yaw ring heat-treated. Plain bearings PETP 0.47 /sec. Table 2-9: Yaw System Data Yaw Gear Type Number of yaw gears 6 Ratio Total (4 planetary stages) 1391 : 1 Rotational Speed at Full Load Table 2-10: Yaw Gear Data 2.11 Crane 4-step planetary gear with motor brake and torque limiter 1 rpm at output shaft The nacelle houses the internal Safe Working Load (SWL) service crane. The crane is a single system chain hoist. Crane Lifting Capacity Max. 800 kg Table 2-11: Crane Data 2.12 Towers Tubular towers with flange connections, certified according to relevant type approvals, are available in different standard heights. The towers are designed with the majority of internal welded connections replaced by magnet supports to create a predominantly smooth-walled tower. Magnets provide load support in a horizontal direction and internals, such as platforms, ladders, etc., are supported vertically (i.e. in the gravitational direction) by a mechanical connection. The smooth tower design reduces the required steel thickness, rendering the tower lighter compared one with internals solely welded to the tower shells Onshore Towers The hub heights listed include a distance from the foundation section to the ground level of approximately 0.6 m depending on the thickness of the bottom flange and a distance from the tower top flange to the centre of the hub of 1.95m. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

148 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 9 of 50 Onshore Towers Type Description Hub Heights Material Conical tubular 80 m/105 m S355 (A709/A572-50) Weight 175 t (80m IEC1a)* / 275 t (105m IEC2a) ** Table 2-12: Tower Structure (Onshore) Data NOTE */** Typical values. Dependent on wind class, and can vary with site / project conditions Offshore Towers Offshore towers are project specific Nacelle Base-Frame and Cover The nacelle cover is made of fibreglass. Hatches are positioned in the floor for lowering or hoisting equipment to the nacelle and evacuation of personnel. The roof section is equipped with wind sensors and skylights. The skylights can both be opened from inside the nacelle to access the roof and from outside to access the nacelle. Access from the tower to the nacelle is through the Yaw System. The nacelle bedplate is in two parts and consists of a cast iron front part and a girder structure rear part. The front of the nacelle bedplate is the foundation for the drive train, which transmits forces from the rotor to the tower, through the yaw system. The bottom surface is machined and connected to the yaw bearing and the six yaw-gears are bolted to the front nacelle bedplate. The crane beams are attached to the top structure. The lower beams of the girder structure are connected at the rear end. The rear part of the bedplate serves as the foundation for controller panels, cooling system and transformer. The nacelle cover is mounted on the nacelle bedplate. Type Description Nacelle Cover Base Frame Front Base Frame Rear Material GRP SG cast iron Welded Girder Structure Table 2-13: Nacelle Base-Frame and Cover data 2.14 Cooling Generator- and Converter Cooling The generator and converter cooling systems operate in parallel. A dynamic flow valve mounted in the generator cooling circuit divides the cooling flow. The cooling liquid removes heat from the generator and converter unit through a radiator placed at the end of the nacelle where 2 fans cool the liquid. In addition Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

149 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 10 of 50 to the generator, converter unit and radiator, the circulation system includes an electrical pump and a 3-way thermostatic valve. Generator Cooling Nominal Water Flow Water Inlet Pressure App. 150 l/min (50% glycol) Max. 2.0 bar Water Inlet Temperature Max. 56 ºC Cooling Capacity Table 2-14: Cooling, Generator Data Converter Cooling Nominal Water Flow Water Inlet Pressure 75 kw App. 50 l/min (50% glycol) Max 2.0 bar Water Inlet Temperature Max. 56 ºC Cooling Capacity Table 2-15: Cooling, Converter Data 15 kw Gearbox- and Hydraulic Cooling The gearbox and hydraulic cooling systems are coupled in parallel. A dynamic flow valve mounted in the gearbox cooling circuit divides the cooling flow. The cooling liquid removes heat from the gearbox through a plate heat exchanger and from the hydraulic unit through a radiator placed at the end of the nacelle where 2 fans cool the liquid. In addition to the gearbox plate heat exchanger, hydraulic unit and radiator, the circulation system includes an electrical pump and a 3-way thermostatic valve. Gearbox Cooling Nominal Water Flow Water Inlet Pressure App. 175 l/min (50% glycol) Max 2.0 bar Water Inlet Temperature Max. 53 C Cooling Capacity Table 2-16: Cooling, Gearbox Data Hydraulic Cooling Nominal Water Flow Water Inlet Pressure 70 kw App. 50 l/min (50% glycol) Max 2.0 bar Water Inlet Temperature Max. 53 ºC Cooling Capacity Table 2-17: Cooling, Hydraulic Data Transformer Cooling 12 kw The transformer is equipped with forced air cooling. The ventilator consists of a central fan, located below the service floor with six pipes leading to locations beneath and between the HV and LV windings of the transformer. The fan can run at low or high speed depending on the transformer temperature. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

150 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Mechanical Design Page 11 of 50 Transformer Cooling Nominal Air Flow 0.6 / 1.3 m 3 /s Air Inlet Temperature Max. 40 C Table 2-18: Cooling, Transformer Data Nacelle Cooling Hot air generated by mechanical and electrical equipment is removed from the nacelle by two fans. The airflow enters the nacelle through louver dampers in the weather shield underneath the nacelle. The fans can run at low or high speed depending on the temperature in the nacelle. Nacelle Cooling Nominal Airflow 4.4 / 6.8 m 3 /s Air Inlet Temperature Max. 40 C Table 2-19: Cooling, Nacelle Data Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

151 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Electrical Design Page 12 of 50 3 Electrical Design 3.1 Generator The generator is a 3-phase asynchronous generator with wound rotor, which is connected to the Vestas Converter System (VCS) via a slip ring. The generator housing is built with a cylindrical jacket and channels, which circulate cooling liquid around the generator internal stator housing. The generator has four poles. The generator is wound with form windings in both rotor and stator. The stator is connected in star at low power and in delta at high power. The rotor is connected in star and is insulated from the shaft. A slip ring unit is mounted to the rotor making for the purpose of double fed control. Generator Type Description Rated Power [P N ] Double fed asynchronous with wound rotor and slip rings 3.0 MW Rated Apparent Power [S N ] 3125 kva (Cos = 0.96) Frequency [f N ] Voltage, Stator [U NS ] Voltage, Rotor [U NR ] Number of Poles 4 Winding Type (Stator/Rotor) Winding Connection, Stator 50 Hz 3 x 1000 V 3 x 400 V Form/Form Star/Delta Rated Efficiency (generator only) > 97.5 % Power Factor, default (cos) 1.0 Possible cos Φ Regulation, Capacitive/Inductive 0.98/0.96 Rated RPM / Rated Slip 1680 RPM / 12 % Over Speed Limit acc. to IEC (2 min.) Vibration Level Weight Generator Bearing - Temperature Generator Stator Windings - Temperature Enclosure 2900 RPM 1.8 mm/s App kg 2 Pt100 sensors 3 Pt100 sensors placed at hot spots and 3 as back-up IP54 Table 3-1: Generator Data Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

152 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Electrical Design Page 13 of HV Cables A HV cable runs from the transformer in the nacelle down the tower to the switchgear located in the bottom of the tower. The cable is a 4-conductor rubber insulated halogen free and flame retardant cable. HV Cables Type (N)TSCGEHXOEU Cross Section 3x70/70mm 2 Rated Voltage 12/20 (24) kv or 20/35 (42) kv depending on the transformer voltage. Table 3-2: HV Cables Data 3.3 HV Transformer The step-up transformer is located in a separate locked room in the nacelle with surge arresters mounted on the high voltage side of the transformer. The transformer is a two winding, three-phase dry-type transformer, which is selfextinguishing. The windings are delta-connected on the high voltage side unless otherwise specified. The low voltage windings have a voltage of 1000V and a tapping at 400V and are star-connected. The 1000V and 400V systems in the nacelle are a TN-system, which means the star point is connected to earth. HV Transformer Type Description Primary Voltage [U N ] Rated Apparent Power [S N ] Secondary Voltage 1 [U NS 1] Rated Apparent Power 1 at 1000 V [S N 1] Secondary Voltage 2 [U NS 2] Rated Apparent Power 2 at 400 V [S N 2] Vector Group Frequency HV-tappings Inrush Current Dry-type cast resin kv 3140 kva 3 x 1000 V 2835 kva 3 x 400 V 305 kva Dyn5 (option YNyn0) 50 Hz ± 2 x 2.5 % offload 6-10 x Î n depending on type. Short-circuit Impedance 8% 1000 V, 2835 kva, 120 C Insulation Class Climate Class Environmental Class Fire behaviour Class Table 3-3: Transformer Data F C2 E2 F1 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

153 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Electrical Design Page 14 of Converter The converter controls the energy conversion in the generator to provide a better performance and larger operation area. The converter consists of 2 individual parts: grid-inverter and rotor-inverter. An inverter is able to transform AC signals to DC and also DC signals to AC. The AC side is the front side of the inverter and the DC side is the back side. As the converter is connected through its DC connection, it is referred to as a back-toback converter.. Converter Rated Rotor power (slip=12%, 400V) Rated Grid current (slip = 12%) Rated Rotor Current Rated Rotor current (low noise, slip = 6%) Rated Rotor current (cos = 0.98 CAP ) 328 kw 476 A 979 A 1158 A 1086 A Max. Slip 28% Max. Rotor Power Max. Grid Current (Voltage 10 %) Rated DC-link voltage For high slip 25%-30 % The DC-link is up to OVP Trigger Voltage: 675 kw 1082 A 680 VDC 970 VDC 1050 VDC Table 3-4: Converter Data 3.5 AUX System The AUX System is supplied from the 400 V outlet from the HV transformer. All motors, pumps, fans and heaters are supplied from this system. All 230 V consumers are supplied from a 400/230 V transformer. Power Sockets Single Phase (Nacelle & Tower) 230 V (10 A) Three Phase (Nacelle) 3 x 400 V (16 A) Table 3-5: AUX System Data Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

154 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Electrical Design Page 15 of Wind Sensors The turbine is equipped with 2 ultrasonic wind sensors with no movable parts. The sensors have built in heaters to minimize interference from ice/snow. Wind Sensors Type Principle Built in Heat FT702LT Acoustic Resonance 99 W Table 3-6: Wind Sensor Data 3.7 VMP (Vestas Multi Processor) Controller The turbine is controlled and monitored by the VMP6000 control system. VMP6000 is a multiprocessor control system comprised of 4 main processors (Ground, Nacelle, Hub and Converter) interconnected by an optical-based 2.5 Mbit ArcNet network. In addition to the 4 main processors the VMP6000 consists of a number of distributed I/O modules interconnected by a 500 kbit CAN network I/O modules are connected to CAN interface modules by a serial digital bus, CTBus. The VMP6000 controller serves the following main functions: Monitoring and supervision of overall operation Synchronizing of the generator to the grid during connection sequence in order to limit the inrush current Operating the wind turbine during various fault situations Automatic yawing of the nacelle OptiTip - blade pitch control Reactive power control and variable speed operation Noise emission control Monitoring of ambient conditions Monitoring of the grid Logging of lightning strikes Monitoring of the smoke detection system. VMP6000 is built from the following main modules: Module Function Network CT6003 CT318 CT6050 Main Processor. Control and Monitoring (Ground, Nacelle and Hub) Main Processor. Converter Control and Monitoring Blade Sensor Interface. Lightning and load sensor interface module. 1 per blade. ArcNet, CAN ArcNet CAN Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

155 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Electrical Design Page 16 of 50 Module Function Network CT6061 CAN interface for I/O modules CAN, CTBus CT6062 CAN interface module including VAC digital outputs and VAC digital inputs CT6118 CT6137 CT6215 CT6220 CT6221 Counter/Encoder module. RPM and Azimuth measurement 24 VDC digital input/output. 4 channels configurable for either input or output. 2 Ch. RS 422/485 port. Serial interface for e.g. wind sensors. 2 Ch. Analogue input 0.24 ma (Configurable). 3 Ch. PT100 interface module. 4 wire pt100 measurement technology CAN, CTBus CTBus CTBus CTBus CTBus CTBus CT6244 Operator Panel. RS422 interface Table 3-7: VMP Controller Data 3.8 Uninterruptible Power Supply (UPS) The UPS is equipped with AC/DC DC/AC converter (double conversions), which receives power from battery cells in the same cabinet as the UPS. During grid outage, the UPS will supply the specified components with 230V AC. The back-up time for the UPS system is proportional to the power consumption. Actual back-up time may vary. UPS Battery Type Valve-Regulated Lead Acid (VRLA) Rated Battery Voltage 2 x 8 x 12 V (192 V) Converter Type Double conversion Converter Input 230 V +/-20% Rated Output Voltage 230 V AC Back-up Time* Controller system 10 minutes Switchgear function 10 minutes (motor release/activation) Remote control system 10 minutes Internal light in tower and 1 hour nacelle Aviation light 1 hour Re-charging Time 80% App. 3 hours 100% App. 8 hours Table 3-8: UPS Data NOTE * For alternative back-up times, please consult Vestas! Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

156 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Turbine Protection Systems Page 17 of 50 4 Turbine Protection Systems 4.1 Braking Concept The main brake on the turbine is aerodynamic. Braking the turbine is done by full feathering the three blades (individual turning of each blade). Each blade has a hydraulic accumulator as power supply for turning the blade. In addition there is a mechanical disc brake on the high speed shaft of the gearbox with a dedicated hydraulic system. The mechanical brake is only used as a parking brake, and when activating the emergency stop push buttons. 4.2 Short Circuit Protections Breakers Breaking Capacity, I cu, I cs Making Capacity, I cm Thermo Release, I th Magnetic Release, I m Generator / Q8 ABB E2N E V Controller / Q22 ABB T2L V VCS / Q7 ABB T5L V 30 ka@1000 IEC 85 IEC 120 IEC 63 ka 187 IEC 264 IEC ka A A ka 1.6 ka ka Table 4-1: Short Circuit Protection Data 4.3 Overspeed Protection The generator RPM and the main shaft RPM are registered by inductive sensors and calculated by the wind turbine controller in order to protect against overspeed and rotating errors. The turbine is equipped with a VOG (Vestas Overspeed Guard), which is an independent computer module measuring the rotor RPM, and in case of an overspeed situation the VOG activates full feathering of the three blades independently of the turbine controller in the turbine. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

157 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Turbine Protection Systems Page 18 of 50 Overspeed Protection VOG Sensors Type Trip Levels Inductive (Rotor RPM)/2024 (Generator RPM) Table 4-2: Overspeed Protection Data 4.4 Lightning Protection of Blades, Nacelle, Hub & Tower The Lightning Protection System (LPS) helps protect the wind turbine against the physical damages caused by lightning strikes. The LPS consists of five main parts. Lightning receptors. Down conducting system. A system to conduct the lightning current down through the wind turbine to help avoid or minimise damage to the LPS system itself or other parts of the wind turbine. Protection against over-voltage and over-current. Shielding against magnetic and electrical fields. Earthing System Lightning Protection Design Parameters Protection Level I Current Peak Value i max [ka] 200 Total Charge Q total [C] 300 Specific Energy W/R [MJ/ ] 10 Average Steepness di/dt [ka/ s] 200 Table 4-3: Lightning Protection Design Parameters NOTE Lightning strikes are considered force majeure, i.e. damage caused by lightning strikes is not warranted by Vestas. 4.5 Earthing The Vestas Earthing System consists of a number of individual earthing electrodes interconnected as one joint earthing system. The Vestas Earthing System includes the TN-system and the lightning protection system for each wind turbine. It works as an earthing system for the medium voltage distribution system within the wind park. The Vestas Earthing System is adapted to the different types of foundation a turbine can be erected on. A separate set of documents describe the earthing system in detail, depending on the type of foundation the turbine is erected on. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

158 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Turbine Protection Systems Page 19 of 50 In terms of lightning protection of the wind turbine, Vestas has no separate requirements for a certain minimum resistance to remote earth (measured in ohms) for this system. The earthing for the lightning protection system is based on the design and construction of the Vestas Earthing System. A part of the Vestas Earthing System is the main earth bonding bar placed where all cables enter the wind turbine. All earthing electrodes are connected to this main earth bonding bar. Additionally, equipotential connections are made to all cables entering or leaving the wind turbine. Requirements in the Vestas Earthing System specifications and work descriptions are minimum requirements from Vestas and IEC. Local and national requirements, as well as project requirements, may require additional measures. 4.6 Corrosion Protection Classification of corrosion protection is according to ISO Corrosion Protection External Areas Internal Areas Nacelle C5 C3 and C4 Climate Strategy: Heating the air inside the nacelle compared to the outside air temperature lowers the relative humidity and helps ensure a controlled corrosion level. Hub C5 C3 Tower C5-I (Onshore) C5-M (Offshore) C3 Table 4-4: Corrosion Protection Data for Nacelle, Hub and Tower Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

159 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Safety Page 20 of 50 5 Safety The safety specifications in Section 5 provide limited general information about the safety features of the turbine and are not a substitute for Buyer and its agents taking all appropriate safety precautions, including but not limited to (a) complying with all applicable safety, operation, maintenance, and service agreements, instructions, and requirements, (b) complying with all safety-related laws, regulations, and ordinances, and (c) conducting all appropriate safety training and education. 5.1 Access Access to the turbine from the outside is through the bottom of the tower. The door is equipped with a lock. Access to the top platform in the tower is by a ladder or lift (optional). Access to the nacelle from the top platform is by ladder. Access to the transformer room in the nacelle is equipped with a lock. Unauthorized access to electrical switch boards and power panels in the turbine is prevented according to IEC Escape In addition to the normal access routes, alternative escape routes from the nacelle are through the crane hatch, from the spinner by opening the nose cone, or from the roof of the nacelle. Rescue equipment is placed in the turbine. The hatch in the roof can be opened from both the inside and outside. Escape from the tower lift is by ladder. An emergency plan placed in the turbine describes evacuation and escape routes. 5.3 Rooms/Working Areas The tower and nacelle are equipped with connection points for electrical tools for service and maintenance of the turbine. 5.4 Floors, Platforms, Standing-, Working Places All floors have anti-slip surfaces. There is one floor per tower section. Rest platforms are provided at intervals of 9 metres along the tower ladder between platforms. Foot supports are placed in the turbine for maintenance and service purposes. 5.5 Climbing Facilities A ladder with a fall arrest system (rigid rail or wire system) is mounted through the tower. There are anchorage points in the tower, nacelle, hub and on the roof for attaching a fall arrest harness. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

160 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Safety Page 21 of 50 Over the crane hatch there is an anchorage point for the emergency descent equipment. Anchorage points are coloured yellow and are calculated and tested to 22.2 kn 5.6 Moving Parts, Guards and Blocking Devices All moving parts in the nacelle are shielded. The turbine is equipped with a rotor lock to block the rotor and drive train. It is possible to block the pitch of the cylinder with mechanical tools in the hub. 5.7 Lights The turbine is equipped with light in the tower, nacelle, transformer room and in the hub. There is emergency light in case of loss of electrical power. 5.8 Noise When the turbine is out of operation for maintenance, the noise level in the nacelle is below 80 db(a). In operation mode ear protection is required. 5.9 Emergency Stop There are emergency stop push buttons in the nacelle, hub and in the bottom of the tower Power Disconnection The turbine is equipped with breakers to allow for disconnection from all its power sources during inspection or maintenance. The switches are marked with signs and are located in the nacelle and in the bottom of the tower Fire Protection/First Aid It is required that a handheld 5-6 kg CO2 fire extinguisher is located in the nacelle during service and maintenance. A bracket for the fire extinguisher is located at the left yaw gear. It is also a requirement that a first aid kit is located in the nacelle during service and maintenance. Above the generator there is a fire blanket which can be used to put out small fires Warning Signs Additional warning signs inside or on the turbine which should be reviewed before operating or servicing of the turbine. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

161 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Safety Page 22 of Offshore Installation In addition to the safety equipment mentioned above, offshore turbines are provided with a fire extinguisher and first aid box at the bottom of the tower, and a survival kit on the second platform in the tower Manuals and Warnings Vestas OH&S manual and manuals for operation, maintenance and service of the turbine provide additional safety rules and information for operating, servicing or maintaining the turbine Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

162 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Environment Page 23 of 50 6 Environment 6.1 Chemicals Chemicals used in the turbine are evaluated according to Vestas Wind Systems A/S Environmental system certified according to ISO 14001:2004. Cooling liquid to help prevent the cooling system from freezing. Gear oil for lubricating the gearbox. Hydraulic oil to pitch the blades and operate the brake. Grease to lubricate bearings. Various cleaning agents and chemicals for maintenance of the turbine. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

163 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Approvals, Certificates and Design Codes Page 24 of 50 7 Approvals, Certificates and Design Codes 7.1 Type Approvals The turbine is type certified according to the certification standards listed below: Standard Conditions Hub Height IEC WT01 DIBt Richtlinie für Windkraftanalagen IEC Class IA 80 IEC Class IIA 105 Table 7-1: Type Approvals Data 7.2 Design Codes Structural Design The structural design has been developed and tested with regard to, but not limited to, the following main standards. Design Codes - Structural Design Nacelle and Hub IEC :2005 EN Tower IEC :2005 Eurocode 3 Table 7-2: Structural Design Codes 7.3 Design Codes - Mechanical Equipment The mechanical equipment has been developed and tested with regard to, but not limited to, the following main standards: Design Codes Mechanical Equipment Gear Designed in accordance to rules in ISO Blades Table 7-3: DNV-OS-J102 IEC IEC IEC (Part 1, 12 and 23) IEC WT 01 IEC DEFU R25 ISO 2813 DS/EN ISO Mechanical Equipment Design Codes Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

164 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Approvals, Certificates and Design Codes Page 25 of Design Codes - Electrical Equipment The electrical equipment has been developed and tested with regard to, but not limited to, the following main standards: Design Codes Electrical Equipment High Voltage ac circuit breakers IEC High Voltage testing techniques IEC Power Capacitors IEC Insulating bushings for ac voltage above 1kV IEC Insulation co-ordination BS EN AC Disconnectors and earth switches BS EN Current Transformers IEC Voltage Transformers IEC High Voltage switches IEC Disconnectors and Fuses IEC Flame Retardant Standard for MV Cables IEC Transformer IEC 60071/IEC Generator IEC Specification for sulphur hexafluoride for electrical equipment IEC Rotating electrical machines IEC 34 Dimensions and output ratings for rotating electrical machines Classification of insulation, materials for electrical machinery Safety of machinery Electrical equipment of machines IEC 72 & IEC 72A IEC 85 IEC Table 7-4: Electrical Equipment Design Codes 7.5 Design Codes Cables The cables has been developed and tested with regard to, but not limited to, the following main standards: Design Codes - Cables LV Cables IEC 227 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

165 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Approvals, Certificates and Design Codes Page 26 of 50 Design Codes - Cables Conductors for Insulated Cables IEC Power Cables with Extruded Insulation; to 36 kv Power Cables with Extruded Insulation; Test Methods Power Cables with Extruded Insulation; Calculation of Permissible Short Circuit Currents IEC IEC IEC Table 7-5: Cables Design Codes 7.6 Design Codes - I/O Network System The distributed I/O network system has been developed and tested with regard to, but not limited to, the following main standards: Design Codes I/O Network System Salt Mist Test IEC Damp Head, Cyclic IEC Vibration Sinus IEC Cold IEC Enclosure IEC Damp Head, Steady State IEC Vibration Random IEC Dry Heat IEC Temperature Shock IEC Free Fall IEC Table 7-6: I/O Network System Design Codes 7.7 Design Codes - Lightning Protection The LPS is designed according to Lightning Protection Level (LPL) I: Design Codes Lightning Protection Designed according to Non Harmonized Standard and Technically Normative Documents IEC : 2006 IEC : 2006 IEC : 2006 IEC/TR :2002 Table 7-7: Lightning Protection Design Codes Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

166 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Approvals, Certificates and Design Codes Page 27 of Design Codes Earthing The Vestas Earthing System design is based on and complies with the following international standards and guidelines Design Codes Earthing IEC Ed. 1.0: Protection against lightning Part 1: General principles. IEC Ed. 1.0: Protection against lightning Part 3: Physical damage to structures and life hazard. IEC Ed. 1.0: Protection against lightning Part 4: Electrical and electronic systems within structures. IEC/TR First edition Wind turbine generator systems - Part 24: Lightning protection. IEC Second edition Electrical installations of buildings - Part 5-54: Selection and erection of electrical equipment Earthing arrangements, protective conductors and protective bonding conductors. IEC First edition Power installations exceeding 1kV a.c.- Part 1: Common rules. Table 7-8: Earthing Design Codes Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

167 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Colour and Surface Treatment Page 28 of 50 8 Colour and Surface Treatment 8.1 Nacelle Colour and Surface Treatment Surface Treatment of Vestas Nacelles Standard Nacelle Colours RAL 7035 (light grey) RAL 9010 (pure white) Gloss According to ISO 2813 Table 8-1: Surface Treatment, Nacelle 8.2 Tower Colour and Surface Treatment Surface Treatment of Vestas Tower Section External: Tower Colour Variants RAL 7035 (light grey) RAL 9010 (pure white) only Onshore Internal: RAL 9001 (cream white) Gloss 50-75% UV resistant Maximum 50% Table 8-2: Surface Treatment, Tower 8.3 Blades Colour There is a range of available blade colours depending on country specific requirements. Blades Colour Blade Colour Variants Tip-End Colour Variants RAL 7035 (Light Grey), RAL 9010 (White), RAL 7038 (Agate Grey) RAL 2009 (Traffic Orange), RAL 3000 (Flame Red), RAL 3020 (Traffic Red) Gloss < 20% Table 8-3: Colour, Blades Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

168 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Operational Envelope and Performance Guidelines Page 29 of 50 9 Operational Envelope and Performance Guidelines Actual climatic and site conditions have many variables and should be considered in evaluating actual turbine performance. The design and operating parameters set forth in this section do not constitute warranties, guarantees, or representations as to turbine performance at actual sites. 9.1 Climate and Site Conditions Values refer to hub height: Extreme Design Parameters Ambient Temperature Interval (Normal Temperature Turbine) Extreme Wind Speed (10 min. average) Survival Wind Speed (3 sec. gust) IEC IA IEC IIA -40 to +50 C 50 m/s 42.5 m/s 70 m/s 59.5 m/s Table 9-1: Extreme Design Parameters Average Design Parameters Wind Climate IEC IA IEC IIA Wind Speed 10.0 m/s 8.5 m/s A-factor m/s 9.59 m/s Form Factor, c Turbulence Intensity acc. to IEC , including Wind Farm Turbulence (@15 m/s 90% quantile) 18% Wind Shear 0.20 Inflow Angle (vertical) 8 Table 9-2: Average Design Parameters Complex Terrain Classification of complex terrain acc. to IEC :2005 Chapter For sites classified as Complex appropriate measures are to be included in site assessment. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

169 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Operational Envelope and Performance Guidelines Page 30 of Altitude The turbine is designed for use at altitudes up to 1000 m above sea level as standard. Above 1000 m special considerations must be taken regarding e.g. HV installations and cooling performance. Consult Vestas for further information Wind Farm Layout Turbine Spacing to be evaluated site-specifically. Spacing in any case not below three rotor diameters (3D). NOTE As evaluation of climate and site conditions is complex it is recommended to consult Vestas for every project. If conditions exceed the above parameters Vestas has to be consulted! 9.2 Operational Envelope Temperature and Wind Values refer to hub height and as determined by the sensors and control system of the turbine. Operational Envelope Temperature and Wind Ambient Temperature Interval (Normal Temperature Turbine) Cut-in (10 min. average) Cut-out (100 sec. exponential average) Re-cut in (100 sec. exponential average) -20 to +40 C 3.5 m/s 25 m/s 20 m/s Table 9-3: Operational Envelope - Temperature and Wind 9.3 Operational Envelope - Grid Connection * Values are determined by the sensors and control system of the turbine. Operational Envelope - Grid Connection Nominal Phase Voltage [U NP ] 577 V Nominal Frequency [f N ] 50 Hz Table 9-4: Operational Envelope - Grid Connection Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

170 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Operational Envelope and Performance Guidelines Page 31 of 50 The Generator and the Converter will be disconnected if: [U P ] Voltage above 110 % of nominal for 60 sec. Voltage above % of nominal for 0.2 sec. Voltage above 120 % of nominal for 0.08 sec. Voltage below 90 % of nominal for 60 sec. Voltage below 85 % of nominal for 0.4 sec. Voltage below 75 % of nominal for 0.08 sec. Frequency is above 102 % of nominal for 0.2 sec. Frequency is below 94 % of nominal for 0.2 sec. 635 V 655 V 692 V 519 V 490 V 433 V [f] 51 Hz 47 Hz Table 9-5: Generator and Converter Disconnecting Values Time Time 1 min 400 msec 200 secsec msec s secsec s ec 80 msec Amplitude variation % 200 msec Frequency variation at max. 1 Hz/sec Hz Figure 9-1: Amplitude and Frequency Variation NOTE * Over the turbine lifetime grid dropouts are to be limited to no more than once a month on average as calculated over one year. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

171 Q [kvar] Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Operational Envelope and Performance Guidelines Page 32 of Operational Envelope Reactive Power Capability cos 0,4 cos 0, cos 0,4 cos 0, P [kw] Figure 9-2: Reactive Power Capability The capability of the V MW wind turbine to perform reactive power control is shown in the above chart. Note that the above chart only applies at nominal voltage. Values refer to hub height and as determined by the sensors and control system of the turbine. Reactive power is produced by the rotor converter, therefore traditional capacitors are not used in the turbine. Please note that the area marked with orange dashed line indicates that the generator can be in either star or delta, depending on the actual conditions. At maximum active and reactive power, the turbine reduces either active or reactive power depending on which type of power has priority ( red dashed line ). E.g. if reactive power has priority, the active power is reduced. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

172 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Operational Envelope and Performance Guidelines Page 33 of Own Consumption The consumption of electrical power by the wind turbine is defined as consumption when the wind turbine is not producing energy (generator is not connected to the grid). This is defined in the control system as Production Generator 0 (zero). The following components have the largest influence on the own consumption of the wind turbine (the average own consumption depends on the actual conditions, the climate, the wind turbine output, the cut-off hours etc.): Own Consumption Hydraulic Motor 22.0 kw Yaw Motors 6 x 2.2 kw Oil Heating 3 x 1.0 kw Air Heaters 2 x 9.0 kw Oil Pump for Main Bearing / Gearbox Lubrication Controller including heating elements for the hydraulics and all controllers HV Transformer located in the nacelle has a no-load loss of 13.2 kw 3.0 kw 18.0 kw 7.5 kw Max. app. 3.5 kw Max. 4.4 kw Table 9-6: Own Consumption Data 9.6 Operational Envelope - Conditions for Power Curve, Noise Levels, C p & C t Values (at Hub Height) See Appendix 1 for C p & C t values, Appendix 2 for power curves and Appendix 3 for noise levels. Conditions for Power Curve, Noise Levels, C p & C t Values (at Hub Height) Wind Shear (10 min. average) Turbulence Intensity Blades Rain Ice/Snow on Blades Leading Edge 6-12% (10 min. average) Clean No No No damage Terrain IEC Inflow (slope): 0-5 Grid Frequency 50 ±0.5 Hz Table 9-7: Conditions for Power Curve, Noise Levels, C p & C t Values Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

173 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Drawings Page 34 of Drawings 10.1 Structural Design - Illustration of Outer Dimensions Figure 10-1: Illustration of Outer Dimensions - Structure Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

174 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Drawings Page 35 of Structural Design - Side View Drawing Generator Figure 10-2: Side View Drawing Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

175 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Drawings Page 36 of Structural Design - Centre of Gravity Figure 10-3: Centre of Gravity Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

176 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Drawings Page 37 of Structural Design - Tower Drawing (Example) Vestas reserves the right to alter the tower accordingly. Figure 10-4: Tower Design (Example, 3 MW, Onshore) NOTE Once the foundation is completed, the position of the tower door is fixed to ensure a safe position in relation to the electrical cabinets inside the tower. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

177 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Drawings Page 38 of Electrical Design Main Wiring 50 Hz Figure 10-5: Main Wiring 50 Hz Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

178 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description General Reservations, Notes and Disclaimers Page 39 of General Reservations, Notes and Disclaimers Vestas OptiSpeed technology is not available in the United States of America and Canada. These General Specifications apply to the current version of the V90 wind turbine. Updated versions of the V90 wind turbine, which may be manufactured in the future, may have general specifications that differ from these General Specifications. In the event that Vestas supplies an updated version of the V90 wind turbine, Vestas will provide updated General Specifications applicable to the updated version. Periodic operational disturbances and generator power de-rating may be caused by combination of high winds, low voltage or high temperature. Vestas recommends that the electrical grid be as close to nominal as possible with limited variation in frequency and voltage. A certain time allowance for turbine warm-up must be expected following grid dropout and/or periods of very low ambient temperature. The estimated power curve for the different estimated noise levels (sound power levels) is for wind speeds at 10 minute average value at hub height and perpendicular to the rotor plane. All listed start/stop parameters (e. g. wind speeds and temperatures) are equipped with hysteresis control. This can, in certain borderline situations, result in turbine stops even though the ambient conditions are within the listed operation parameters. The earthing system must comply with the minimum requirements from Vestas, and be in accordance with local and national requirements, and codes of standards. Lightning strikes are considered force majeure, i.e. damage caused by lightning strikes is not warranted by Vestas. For the avoidance of doubt, this General Specification is not, and does not contain, any guarantee, warranty and/or verification of the power curve and noise (including, without limitation, the power curve and noise verification method). Any guarantee, warranty and/or verification of the power curve and noise (including, without limitation, the power curve and noise verification method) must be agreed to separately in writing. Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

179 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 40 of Appendices 12.1 Performance C p & C t Values Performance C p & C t Values Air Density kg/m 3 Wind Speed C p (Mode 0) C t (Mode 0) m/s [-] [-] , Table 12-1: C p & C t Values Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

180 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 41 of Performance - Estimated Power Curves At 1000V / 400V, low voltage side of the high voltage transformer. Wind speed at hub height, 10 min average Power Curve, Mode 0 V MW, 50 Hz, Mode db(a) Air Density [kg/m^3] Wind Speed [m/s] Figure 12-1: Power Curve, Mode 0 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

181 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 42 of Power Curve, Mode 1 V MW, 50 Hz, Mode db(a) Air Density [kg/m^3] Wind Speed [m/s] Figure 12-2: Power Curve, Mode 1 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

182 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 43 of Power Curve, Mode 2 V MW, 50 Hz, Mode db(a) Air Density [kg/m^3] Wind Speed [m/s] Figure 12-3: Power Curve, Mode 2 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

183 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 44 of Power Curve, Mode 3 V MW, 50 Hz, Mode db(a) Air Density [kg/m^3] Wind Speed [m/s] Figure 12-4: Power Curve, Mode 3 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

184 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 45 of Power Curve, Mode 4 V MW, 50 Hz, Mode db(a) Air Density [kg/m^3] Wind Speed [m/s] Figure 12-5: Power Curve, Mode 4 Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

185 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 46 of Noise Levels Noise curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Sound Power Level at Hub Height: Noise mode 0 Conditions for Sound Power Level: Measurement standard IEC ed Wind shear: 0.16 Max. turbulence at 10 meter height: 16% Inflow angle (vertical): 0 ± 2 o Air density: kg/m 3 Hub Height 80m 105m L 4 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 5 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 6 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 7 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 8 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 9 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 10 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 11 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 12 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 13 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] Figure 12-4: Noise Curve, Mode Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

186 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 47 of Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Sound Power Level at Hub Height: Noise mode 1 Conditions for Sound Power Level: Measurement standard IEC ed Wind shear: 0.16 Max. turbulence at 10 meter height: 16% Inflow angle (vertical): 0 ± 2 o Air density: kg/m 3 Hub Height 80m 105m L 4 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 5 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 6 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 7 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 8 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 9 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 10 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 11 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 12 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 13 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] Figure 12-5: Noise Curve, Mode Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

187 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 48 of Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Sound Power Level at Hub Height: Noise mode 2 Conditions for Sound Power Level: Measurement standard IEC ed Wind shear: 0.16 Max. turbulence at 10 meter height: 16% Inflow angle (vertical): 0 ± 2 o Air density: kg/m 3 Hub Height 80m 105m L 4 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 5 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 6 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 7 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 8 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 9 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 10 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 11 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 12 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 13 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] Figure 12-6: Noise Curve, Mode Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

188 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 49 of Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Sound Power Level at Hub Height: Noise mode 3 Conditions for Sound Power Level: Measurement standard IEC ed Wind shear: 0.16 Max. turbulence at 10 meter height: 16% Inflow angle (vertical): 0 ± 2 o Air density: kg/m 3 Hub Height 80m 105m L 4 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 5 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 6 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 7 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 8 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 9 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 10 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 11 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 12 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 13 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] Figure 12-7: Noise Curve, Mode Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

189 Item no.: VER 00 Date: Issued by: Technology General Specification Class: I Type:T05 General Description Appendices Page 50 of Noise Curve V MW, 50 Hz, mode db (A) Sound Power Level at Hub Height: Noise mode 4 Conditions for Sound Power Level: Measurement standard IEC ed Wind shear: 0.16 Max. turbulence at 10 meter height: 16% Inflow angle (vertical): 0 ± 2 o Air density: kg/m 3 Hub Height 80m 105m L 4 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 5 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 6 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 7 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 8 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 9 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 10 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 11 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 12 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] L 13 m/s (10 m above ground) [dba] Wind speed at hh [m/sec] Figure 12-8: Noise Curve, Mode Vestas Wind Systems A/S Alsvej Randers Denmark

190

191 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.7: Dwarsdoorsnede van XLPE-type kabel

192

193 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.8: Kabeltracé met aansluiting op het onderstation te Zeebrugge

194

195 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.9: ELIA transmissienet

196

197 Arcadis Belgium Bijlagen hoofdstuk 4 Bijlage 4.10: Aansluitingspunt onderstation Zeebrugge ZEEBRUGGE ELDEPASCO (offshore) BLAUWE TOREN LANGERBRUGGE IZT (klant) C-POWER 36kV EEKLO NOORD SLYKENS BRUGGE WAGGELWATER 11kV ZEDELGEM 36kV Legende Post 150kV KOKSIJDE Verbinding 150kV

198 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 BIJLAGEN HOOFDSTUK 5

199 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.1: Gebudgetteerde resultatenrekening en gebudgetteerde balans voor 144 MW

200 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.2: Gebudgetteerde resultatenrekening en gebudgetteerde balans voor 216 MW

201 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.3: Verklaring op eer met betrekking tot toestand faillissement

202 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.4: Origineel attest door rechtbank van Koophandel

203 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.5: Origineel ondertekend uittreksel uit het strafregister door FOD

204 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.6: Getuigschriften van goed en zedelijk gedrag bestuurders Eldepasco

205 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.7: Verklaring van garantie op goede uitvoering en exploitatie

206 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.8: CV s Electrawinds NV

207 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.9: CV s Depret NV

208 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.10: CV s Aspiravi NV

209 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.11: CV s WE Power NV

210 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.12: Verklaring op eer m.b.t. voldoende waarborgen inzake B.A.

211 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 5 Bijlage 5.13: Intentieverklaring verzekeringsmaatschappij A.on

212 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 6 BIJLAGEN HOOFDSTUK 6

213 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 6 Bijlage 6.1: Intentieverklaring Degroof

214 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 6 Bijlage 6.2: Intentieverklaring DEXIA

215 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 6 Bijlage 6.3: Garantieverklaring vennootschappen

216 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 7 BIJLAGEN HOOFDSTUK 7

217 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 7 Bijlage 7.1: Oriëntatiestudie ELIA Revisie 1 (17 maart 2005)

218 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 7 Bijlage 7.2: Bevestigingsbrief ELIA aansluiting 150 kv

219 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 7 Bijlage 7.3: Orderbevestiging detailstudie ELIA

220 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 7 Bijlage 7.4: Draft detailstudie ELIA

221 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 8 BIJLAGEN HOOFDSTUK 8

222 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 8 Bijlage 8.1: Dieptekaart

223 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 9 BIJLAGEN HOOFDSTUK 9

224

225 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 9 Bijlage 9.1: Kruisingsplan met kabels of pijpleidingen

226

227 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 9 Bijlage 9.2: Akkoord kruising Rembrandt II telecommunicatiekabel

228 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 10 BIJLAGEN HOOFDSTUK 10

229 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 10 Bijlage 10.1: Kruisingsplan met zeevaartroute

230 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 BIJLAGEN HOOFDSTUK 11

231

232 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 Bijlage 11.1: Illustraties van transport en oprichtingswerken van windturbines op zee

233 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 Figuur 1: Montage van de rotorbladen aan de gondel te Yttre Stengrunden (Zweden) Figuur 2: Ponton Lynn van DEPRET bij de installatie van windturbines

234 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 Figuur 3: Oprichting en montage van windturbines (in onderdelen) van op een jack-up Figuur 4: Excalibur (transport van turbinecomponenten + oprichting)

235 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 De Excalibur zoals afgebeeld in Figuur 4, transporteert de verschillende onderdelen voor een volledige turbine op haar dek en heft zich dan boven het water naast de juiste fundering. Na de montage van de windturbine zakt ze weer naar beneden en keert ze terug naar de haven om de volgende turbine op te halen. De MEB-JB1 anderzijds, is permanent op de offshore site en wordt geassisteerd door een feeder vaartuig, de Annegret, die de windturbines één per één aan de MEB-JB1 doorgeeft voor installatie. Om de installatie uit te kunnen voeren heffen zowel de MEB-JB1 als de Annegret zich uit het water op de juiste locatie en eens ze in positie zijn, heffen hun kranen die ze aan boord hebben, de verschillende turbine onderdelen op hun plaats van op het dek van het feeder vaartuig. Figuur 5 en 6 geven een beeld van de dimensies van de installatieonderdelen, het transport via een ponton en de oprichting van een Enercon E-112 zijnde een 4,5 MW turbine op een near-shore locatie vanaf een ponton. Figuur 5: Verschillende onderdelen in de Enercon-fabriek te Aurich Figuur 6: Voorgemonteerde onderdelen van een E-112 op de kade

236 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 De voormontage van de verschillende componenten van de E-112 (Figuur 7), gebeurt in de Enerconfabriek te Aurich, die op een twintigtal kilometer ligt van de haven van Emden. Figuur 7: Illustraties voormontage windmolen Pontongegevens: L x B x H 100 x 37 x 67 m; gewicht leeg ca 3000 ton, geladen ca 6000 ton. Zoals men kan zien, kunnen alle componenten in één keer op het ponton geplaatst worden. Ook is op het ponton zelf de kraan geplaatst die zal instaan voor de oprichting van de verschillende componenten van de turbine op zee. Het transport van het ponton van de achterhaven van Emden naar de juiste locatie van oprichting gebeurt door sleepboten (Figuur 8).

237 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 Figuur 8: Transport van een ponton met windturbine onderdelen Voor het oprichten van de verschillende turbineonderdelen vanaf het ponton, wordt gebruik gemaakt van een zeer grote hijskraan, die op het ponton is geplaatst (Figuur ). Figuur 9: Montage eerste buissegment (inclusief elektrische module) van een E-112 toren

238 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 Figuur 10: Optrekken van een voorgemonteerde E-112 rotor Figuur 11: Toestand Enercon E-112 nearshore na eindafwerking

239 ARCADIS Belgium Bijlagen Hoofdstuk 11 Bijlage 11.2: Illustratie Leggen van zeekabel

MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG ELEKTRICITEITSKABELS VOOR RENTEL PROJECT

MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG ELEKTRICITEITSKABELS VOOR RENTEL PROJECT Rentel NV MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG ELEKTRICITEITSKABELS VOOR RENTEL PROJECT 1 juli 2013 RENTEL NV, Slijkensesteenweg 2, B 8400 Oostende, Belgium Page 1 COLOFON Rentel NV Adres Slijkensesteenweg 2, 8400

Nadere informatie

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES

Nadere informatie

Aanvraag voor het bekomen van een vergunning voor de bouw en exploitatie van het North Sea Power windpark, inclusief kabels

Aanvraag voor het bekomen van een vergunning voor de bouw en exploitatie van het North Sea Power windpark, inclusief kabels Imagine the result Aanvraag voor het bekomen van een vergunning voor de bouw en exploitatie van het North Sea Power windpark, inclusief kabels Norther NV Projectnummer 10296 versie A 06-05-2011 Pagina

Nadere informatie

Dirk van der Cammen en Raoul van Lambalgen ILVO seminar 30 juni 2011, Oostende

Dirk van der Cammen en Raoul van Lambalgen ILVO seminar 30 juni 2011, Oostende Dirk van der Cammen en Raoul van Lambalgen ILVO seminar 30 juni 2011, Oostende Wie THV RENTEL Wat Ontwikkelen, bouwen en exploiteren van offshore energieparken voor de Belgische kust. Eens de zone is volgebouwd,

Nadere informatie

Richtlijnen voor domeinconcessies voor windenergieparken

Richtlijnen voor domeinconcessies voor windenergieparken Richtlijnen voor domeinconcessies voor windenergieparken De richtlijnen hieronder handelen over het opstellen van aanvragen voor de toekenning van domeinconcessies voor windenergieparken ingediend overeenkomstig

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 1684 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN [C 2002/11131] 27 MAART 2002. Ministerieel besluit houdende toekenning aan de tijdelijke vereniging ELECTRABEL ONDERNEMINGEN JAN DE NUL van een domeinconcessie

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-061117-51 betreffende de aanvraag van een leveringsvergunning door de naamloze vennootschap SPE ten gevolge van haar overname van de naamloze vennootschappen Luminus, ALG Négoce

Nadere informatie

AANVRAAG TOT MACHTIGING EN VERGUNNING VOOR DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN HET SEASTAR WINDPARK, INCLUSIEF KABELS.

AANVRAAG TOT MACHTIGING EN VERGUNNING VOOR DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN HET SEASTAR WINDPARK, INCLUSIEF KABELS. THV SeaStar AANVRAAG TOT MACHTIGING EN VERGUNNING VOOR DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN HET SEASTAR WINDPARK, INCLUSIEF KABELS. 19 juli 2013 THV SeaStar, Haven 1025 Scheldedijk 30, B 2070 Zwijndrecht, Belgium

Nadere informatie

Imagine the result. Milieueffectenrapport - Wijziging Norther offshore windpark. Norther NV

Imagine the result. Milieueffectenrapport - Wijziging Norther offshore windpark. Norther NV Imagine the result Milieueffectenrapport - Wijziging Norther offshore windpark Norther NV Projectnummer BE01120000329 versie A 05-07-2012 Pagina II BE01120000329 Opdrachtgever Norther NV Maatschappelijke

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1272 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1464

EINDBESLISSING (B) CDC-1464 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

EINDBESLISSING (B) CDC-1251 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

EINDBESLISSING (B) CDC-1273 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie

Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Cfr. Koninklijk besluit d.d. 16 juli 2002 betreffende de instelling

Nadere informatie

VERVREEMDING (ERFPACHT) BOUWGROND MET ALS BESTEMMING KINDERDAGVERBLIJF TE GRIMBERGEN VOORSTEL. Verplicht te gebruiken

VERVREEMDING (ERFPACHT) BOUWGROND MET ALS BESTEMMING KINDERDAGVERBLIJF TE GRIMBERGEN VOORSTEL. Verplicht te gebruiken Bijlage 1. Verplichte opbouw van het Voorstel VERVREEMDING (ERFPACHT) BOUWGROND MET ALS BESTEMMING KINDERDAGVERBLIJF TE GRIMBERGEN VOORSTEL Verplicht te gebruiken Naam Kandidaat: INHOUDSTAFEL: 1. IDENTITEIT

Nadere informatie

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Dr. Walter Mondt, ECOREM 26 november 2013 1 Inhoud Voorstelling Ecorem NV Context van de studie Werkingsprincipe van het energieatol Opbouw van het energieatol

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

EINDBESLISSING (B) CDC-1478 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 19317 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2018/11134] 1 MAART 2018. Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee

Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee betreffende : de wijziging van de

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B)130228-CDC-1231

EINDBESLISSING (B)130228-CDC-1231 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1282

EINDBESLISSING (B) CDC-1282 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet De juridische aspecten van de aangroeiende zandbank voor

Nadere informatie

Bijlag. Marien Ruimtelijk Plan Bijlagen Bijlage 3

Bijlag. Marien Ruimtelijk Plan Bijlagen Bijlage 3 Bijlag 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. ter realisatie van algemene doelstellingen... 3 3. ter realisatie van de milieudoelstellingen... 3 4. ter realisatie van de veiligheidsdoelstellingen... 4 5. ter realisatie

Nadere informatie

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016 open aanbesteding OFFERTEFORMULIER Belangrijk: dit offerteformulier dient volledig te worden ingevuld.. Het totaalbedrag (excl.

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Voornemen

BIJLAGE 2. Voornemen BIJLAGE 2 Voornemen 1 NADERE OMSCHRIJVING VOORNEMEN De volgende paragrafen beschrijven de onderdelen van het voornemen in meer detail: Individuele turbines; Turbineopstellingen; Type funderingen; Aanlegwijzen

Nadere informatie

BELGISCHE ERVARINGEN MET WINDMOLENPARKEN OP ZEE

BELGISCHE ERVARINGEN MET WINDMOLENPARKEN OP ZEE BELGISCHE ERVARINGEN MET WINDMOLENPARKEN OP ZEE ir Sylvie RAYMACKERS GeoSea 05/10/2013 INHOUD Inleiding Geologie van het Belgisch continentaal plat Funderingstypes en aspecten installatie Gravitaire funderingen

Nadere informatie

van 11 december 2007

van 11 december 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG.

1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG. Addendum E7 Risico op zware ongevallen of rampen Voeg de gegevens als bijlage E7 bij het formulier. 1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGULERINGSINSTANTIE VOOR DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT

DE VLAAMSE REGULERINGSINSTANTIE VOOR DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT DE VLAAMSE REGULERINGSINSTANTIE VOOR DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT Aankondiging voorgeschreven door artikel 22 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de

Nadere informatie

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018 Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk 4 oktober 2018 Agenda 13:30 14:15 uur 14:15 14:30 uur 14:30 15:30 uur 15:45 uur Presentatie innogy Busreis naar windpark Bezoek Windpark Kattenberg Reedijk

Nadere informatie

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP RENOVATIE/UITBREIDING VAN EEN TEHUIS VOOR NIET-WERKENDEN/NURSING Belangrijk : dit formulier dient volledig te worden ingevuld

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Advies BRUGEL-Advies-20150702-209 Betreffende De toekenning van een leveringsvergunning voor gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

INFORMATIEKRANT WIJ BOUWEN AAN UW TOEKOMST! www.limburgwindt.be. Limburg win(d)t is opgericht door Aspiravi en LRM. WAT DOET LIMBURG WIN(D)T?

INFORMATIEKRANT WIJ BOUWEN AAN UW TOEKOMST! www.limburgwindt.be. Limburg win(d)t is opgericht door Aspiravi en LRM. WAT DOET LIMBURG WIN(D)T? www.limburgwindt.be v.u.: Rik Van de Walle - nv - Trichterheideweg 8-3500 Hasselt WAT DOET LIMBURG WIN(D)T? onderzoeken waar er in Limburg wind- molenparken kunnen komen bouwen en exploiteren van windenergie-

Nadere informatie

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult Kleine windturbines Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur Filip Arnou Green Energy Consult Windenergie De wind is een onuitputtelijke en natuurlijke bron om elektriciteit

Nadere informatie

Viking Link wordt ontwikkeld door National Grid Viking Link Limited en Energinet.dk.

Viking Link wordt ontwikkeld door National Grid Viking Link Limited en Energinet.dk. Welkom bij Viking Link Viking Link wordt ontwikkeld door National Grid Viking Link Limited en Energinet.dk. National Grid Viking Link Limited (NGVL) is een dochteronderneming van National Grid Group. NGVL

Nadere informatie

Bijlage 3: Acties tot uitvoering van het marien ruimtelijk plan

Bijlage 3: Acties tot uitvoering van het marien ruimtelijk plan Bijlage 3: tot uitvoering van het marien ruimtelijk plan Inhoud 1 Inleiding... 3 2 ter realisatie van algemene doelstellingen... 3 3 ter realisatie van de milieudoelstellingen... 3 4 ter realisatie van

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

ADVIES. met betrekking tot

ADVIES. met betrekking tot DIENST REGULERING ADVIES SR-051114-35 met betrekking tot de toekenning van een vergunning voor de levering van elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de firma ENECO Energie International

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19983 14 juli 2015 Voorbereidingsbesluit kavel III windenergiegebied Borssele, Ministerie van Economische Zaken De Minister

Nadere informatie

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING VAN EEN RECHTSPERSOON (Terug te sturen per aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer)

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING VAN EEN RECHTSPERSOON (Terug te sturen per aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer) BIV AANVRAAG RECHTSPERSOON / 2018 pagina 1/5 (Wet van 11 februari 2013 B.S. 22 augustus 2013) 1 Luxemburgstraat 16 B - 1000 BRUSSEL - Tel. 02/505.38.50 - Fax 02/503.42.23 - www.biv.be AANVRAAG TOT INSCHRIJVING

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli 2004. gewijzigd op 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli 2004. gewijzigd op 24 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II- laan 7 B - 1210 BRUSSL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13 50 web : www.vreg.be

Nadere informatie

INSCHRIJVINGSFORMULIER _IF

INSCHRIJVINGSFORMULIER _IF INSCHRIJVINGSFORMULIER 110023_IF Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening CVBA/ De Watergroep Raamovereenkomst 2016 voor het aanleggen van riolen over beperkte afstand en het uitvoeren van huisaansluitingen

Nadere informatie

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG.

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. 1. ALGEMEEN Ten noorden van de E313, de autosnelweg Hasselt Antwerpen, ter hoogte van Herentals, wenst EDF-Luminus twee windturbines

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu

Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming

Nadere informatie

DEELNEMINGSFORMULIER CONCURRENTIEDIALOOG

DEELNEMINGSFORMULIER CONCURRENTIEDIALOOG Bruneaustraat 101 1755 Gooik (Kester) 054/31 35 40 Gezien en goedgekeurd door de Politieraad Lokale Politiezone Pajottenland in zitting van 26 januari 2015 Marc Hellinckx Michel Doomst korpschef voorzitter

Nadere informatie

aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven

aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Advies van het Bestuur aan de heer Minister van Begroting

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies-20140314-187

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies-20140314-187 REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Advies BRUGEL-Advies-20140314-187 Betreffende De toekenning van een leveringsvergunning voor gas en een leveringsvergunning voor

Nadere informatie

AANVRAAG TOT MACHTIGING EN VERGUNNING VOOR DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN HET MERMAID OFFSHORE ENERGIEPARK, INCLUSIEF KABELS.

AANVRAAG TOT MACHTIGING EN VERGUNNING VOOR DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN HET MERMAID OFFSHORE ENERGIEPARK, INCLUSIEF KABELS. THV Mermaid AANVRAAG TOT MACHTIGING EN VERGUNNING VOOR DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN HET MERMAID OFFSHORE ENERGIEPARK, INCLUSIEF KABELS. 10 september 2014 THV Mermaid, Slijkensesteenweg 2, 8400 Oostende,

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit tot wijziging van het Waterbesluit in verband met de vereenvoudiging en uniformering van regels voor windparken op zee (algemene regels windparken op zee) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-981

BESLISSING (B) CDC-981 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

van 25 september 2009

van 25 september 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

SEAGRIDS. Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio

SEAGRIDS. Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio SEAGRIDS Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio Noodzaak van de Seagrids investeringsprojecten Aansluiting van de internationale, onderzeese

Nadere informatie

Advies van het Bestuur

Advies van het Bestuur KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Minister van de Noordzee betreffende:

Nadere informatie

Introductie windenergiesector

Introductie windenergiesector Introductie windenergiesector Blok 2 Sander Lagerveld Dag 10 Windenergie 1 Duurzaam werken op Zee Toepassing van windenergie in Nederland Duurzaam werken op zee 2 Windmolens verschijnen vanaf 12e eeuw

Nadere informatie

Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015

Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015 1 Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015 Spanningsverlies leid tot vermogensverlies en daarbij energieverlies. Met het berekenen van kabels moet hier rekening mee gehouden worden. Als de doorsnede

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel)

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) VOLMACHT gewone en buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die zal worden

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING. de toekenning van een leveringsvergunning voor elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan Lampiris NV

ADVIES DIENST REGULERING. de toekenning van een leveringsvergunning voor elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan Lampiris NV DIENST REGULERING ADVIES DR-041004-23 Betreffende de toekenning van een leveringsvergunning voor elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan Lampiris NV gegeven op basis van artikel 21 van

Nadere informatie

OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 10 MEI 2016 BIJ TE WONEN

OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 10 MEI 2016 BIJ TE WONEN F L U X Y S B E L G I U M Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 10 MEI 2016 BIJ TE WONEN De raad van bestuur van

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 06.06.2014 MONITEUR BELGE 43599 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2014/11353] 8 MEI 2014. Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden en de procedure

Nadere informatie

OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2017 BIJ TE WONEN

OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2017 BIJ TE WONEN F L U X Y S B E L G I U M Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel OPROEPING OM DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2017 BIJ TE WONEN De raad van bestuur van

Nadere informatie

Aanvraag om toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en tot de applicatie «Ambulante en kermisactiviteiten»

Aanvraag om toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en tot de applicatie «Ambulante en kermisactiviteiten» Formulier ingevuld terug te sturen naar de Beheersdienst van de Kruispuntbank van Ondernemingen, Koning Albert IIlaan 16, 1000 Brussel of helpdesk.kbo@economie.fgov.be Helpdesk Tel. : 02/277 64 00 E-mail

Nadere informatie

Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/288/2008. " Vervanging van het actief netwerk "

Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/288/2008.  Vervanging van het actief netwerk Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/288/2008 " Vervanging van het actief netwerk " ARTIKEL 1. Toegangsrecht - uitsluitingsgronden Geen enkele opdracht zal toegewezen worden

Nadere informatie

25 jaar windenergie in de Noordoostpolder

25 jaar windenergie in de Noordoostpolder 25 jaar windenergie in de Noordoostpolder Ir. Guido Bakema KIVI-Excursie 14 september 2015 RWE Innogy Windpower Netherlands B.V. 1 Agenda 1. de Noordoostpolder 2. Het windpark Westermeerdijk (1987 2015)

Nadere informatie

SOFINA SA Nijverheidstraat Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel (RPM Brussel)

SOFINA SA Nijverheidstraat Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel (RPM Brussel) SOFINA SA Nijverheidstraat 31 1040 Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel 0403.219.397 (RPM Brussel) («Sofina» of «de Overnemende Vennootschap») SIDRO SA Nijverheidstraat 31 1040 Brussel Gerechtelijke

Nadere informatie

2.1 Global Wind Support Offshore NL1. Wind Support Offshore NL 1. BARD -Group ZEE ENERGIE. "The Offshore Wind Specialist" IN COOPERATION WITH THE

2.1 Global Wind Support Offshore NL1. Wind Support Offshore NL 1. BARD -Group ZEE ENERGIE. The Offshore Wind Specialist IN COOPERATION WITH THE .. ft Global ZEE ENERGIE Wind Support Offshore NL 1 Documentation for SOE Tender Submission 2.1 ~. IN COOPERATION WITH THE BARD -Group "The Offshore Wind Specialist" ZEE ENERGIE Oocumentation for soe Tender

Nadere informatie

Vragenlijst Financiële voltooiingswaarborg

Vragenlijst Financiële voltooiingswaarborg Vragenlijst Financiële voltooiingswaarborg SECURITIES & FINANCIAL SOLUTIONS EUROPE Maatschappelijke zetel: Park Valley - Bât. G - 40, rue de la Vallée L-2661 Luxembourg - Tel.: +352 24 69 42 - Fax: +352

Nadere informatie

BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER

BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP PERCEEL 1: ALGEMENE RENOVATIEWERKEN Openbare aanbesteding Belangrijk: dit offerteformulier dient volledig te worden ingevuld en

Nadere informatie

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING EAN12AD091 TRANSPORT DC

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING EAN12AD091 TRANSPORT DC VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING EAN12AD091 TRANSPORT DC Gelieve alle gegevens in drukletters in te vullen. III.2) VOORWAARDEN VOOR DEELNEMING III.2.1) Persoonlijke situatie van ondernemers, waaronder

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

bestek nummer: blad nummer 1/5

bestek nummer: blad nummer 1/5 bestek nummer: 2011 021 01 blad nummer 1/5 OPDRACHTGEVER: OPDRACHT: WZC DE LINDE Lindestraat 16, 9790 Wortegem-Petegem UITBREIDEN BESTAAND WOON- EN ZORGCENTRUM Lindestraat 16, 9790 Wortegem-Petegem PERCEEL

Nadere informatie

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

DEEL III: OFFERTEFORMULIER 38 DEEL III: OFFERTEFORMULIER VLAAMSE OVERHEID Agentschap Facilitair Bedrijf Afdeling Aankoopcentrale en Overheidsopdrachten Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 - bus 35 1000 BRUSSEL Dienst Domein Adres Besteknummer

Nadere informatie

Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/287/2008. "Dagelijkse schoonmaak van een kantoorgebouw"

Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/287/2008. Dagelijkse schoonmaak van een kantoorgebouw Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/287/2008 "Dagelijkse schoonmaak van een kantoorgebouw" ARTIKEL 1. Toegangsrecht - uitsluitingsgronden Geen enkele opdracht zal toegewezen

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1279

EINDBESLISSING (B) CDC-1279 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 NIET-VERTROUWELIJKE VERSIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018 F L U X Y S B E L G I U M Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018 De raad van bestuur van Fluxys Belgium

Nadere informatie

RENTEL NV bereikt Financial Close voor 309 MW offshore windproject in de Belgische Noordzee

RENTEL NV bereikt Financial Close voor 309 MW offshore windproject in de Belgische Noordzee Persbericht - Maandag 3 oktober 2016 / 1 RENTEL NV bereikt Financial Close voor 309 MW offshore windproject in de Belgische Noordzee Rentel NV heeft financial close bereikt voor de realisatie van een nieuw

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

ASPIRAVI. Windpark Assenede

ASPIRAVI. Windpark Assenede ASPIRAVI Windpark Assenede SAMEN GEDREVEN DOOR DE WIND WINDPARK ASSENEDE Windpark Assenede: Projectlocatie Projectkenmerken Timing / planning van de werken Investeer mee via Aspiravi Samen cvba Aankoop

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene ASPIRAVI Project E403 Lichtervelde en Wingene Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw

Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw OFFERTEFORMULIER. Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw Bouwheer INTERWAAS Lamstraat 113 9100

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-201801205-275) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2020-2030 en het bijbehorende

Nadere informatie

(B) november 2018

(B) november 2018 (B)1838 8 november 2018 Beslissing over de vastlegging van de correctiefactor voor de 3 de periode (14.12.2018 13.12.2019) ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt voor

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Beslissing

Nadere informatie

APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE

APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE 1 Goedgekeurd door Sectorcomité Noord Sibelgas op 28.02.2012 APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN Onderhavig reglement legt de modaliteiten vast met betrekking

Nadere informatie

(B) juli Niet vertrouwelijk

(B) juli Niet vertrouwelijk (B)1615 6 juli 2017 Beslissing over de aanvraag van Nobelwind voor de toekenning van groenestroomcertificaten voor de elektriciteit opgewekt door de windmolens G01, G02, G03, G04, G05, G06, G07, G08, G09,

Nadere informatie

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen

Nadere informatie

RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE

RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE OPROEPING BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING 20 maart 2018 RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE 0447.354.397

Nadere informatie

RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE

RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE OPROEPING GEWONE EN BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING 18 MEI 2018 RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE

Nadere informatie

Leidraad voor de concessie voor de exploitatie van de horecazaak Den Lavaar in Centrum Duurzaam Bouwen

Leidraad voor de concessie voor de exploitatie van de horecazaak Den Lavaar in Centrum Duurzaam Bouwen Leidraad voor de concessie voor de exploitatie van de horecazaak Den Lavaar in Centrum Duurzaam Bouwen 1. BIEDINGSVOORWAARDEN Artikel 1 - Voorwerp Centrum Duurzaam Bouwen vzw biedt via marktraadpleging

Nadere informatie