Wat is het Verband tussen Agressie en Extraversie bij Kinderen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat is het Verband tussen Agressie en Extraversie bij Kinderen?"

Transcriptie

1 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 1 Wat is het Verband tussen Agressie en Extraversie bij Kinderen? Fatima Taibi Begeleid door J. Borghuis MSc ANR: Bachelorthesis Psychologie en Gezondheid Departement Ontwikkelingspsychologie, Universiteit van Tilburg Mei, 2014

2 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 2 Abstract The aim of this thesis is to examine the relations between extraversion, especially one important facet of extraversion, namely dominance, and direct and indirect aggression. Also, we examined the relation of gender with dominance, direct aggression, and indirect aggression. Questionnaires were used to evaluate extraversion, dominance, and aggression in 269 Dutch children ranging in age from 11 to 15 years. Correlation analysis and analysis of variance were used to analyze the data. There was no significant correlation observed between the scores on extraversion and scores on direct and indirect aggression. The scores on dominance, however, showed a significant correlation with the scores on direct aggression, but not with the scores on indirect aggression, suggesting that specifically dominance, rather than extraversion in general, is associated with direct aggression. Girls scored significantly higher on indirect aggression, but lower on direct aggression, than boys. These results confirm previous studies showing that marked gender differences exist in the use of direct and indirect aggression. Moreover, the results indicate that specifically dominance, rather than extraversion, is associated with direct aggression. Keywords: direct aggression, indirect aggression, extraversion, dominance, gender differences, children.

3 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 3 Samenvatting In dit onderzoek werd de relatie onderzocht tussen extraversie, in het bijzonder een belangrijk facet van extraversie, namelijk dominantie, en directe en indirecte agressie. Daarnaast werd de relatie onderzocht tussen geslacht met dominantie, directe agressie en indirecte agressie. Vragenlijsten die extraversie, dominantie en agressie maten werden ingevuld door 269 Nederlandse kinderen tussen de 11 en 15 jaar. Correlatie-analyse en variantie-analyse werden gebruikt om de verkregen gegevens te analyseren. Er werd geen significante correlatie geobserveerd tussen de scores op extraversie en de scores op directe en indirecte agressie. De scores op dominantie echter vertoonde wel een significante correlatie met de scores op directe agressie, maar niet met de scores op indirecte agressie, wat suggereert dat specifiek dominantie, en niet extraversie in het algemeen, geassocieerd is met directe agressie. Meisjes scoorden significant hoger op indirecte agressie, maar lager op directe agressie, dan jongens. Deze resultaten bevestigen eerdere studies waaruit blijkt dat grote geslachtsverschillen bestaan in het gebruik van directe en indirecte agressie. Bovendien geven de resultaten aan dat specifiek dominantie, in plaats van extraversie, geassocieerd is met directe agressie. Steekwoorden: directe agressie, indirecte agressie, extraversie, dominantie, geslachtsverschillen, kinderen.

4 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 4 Wat is het verband tussen agressie en extraversie bij kinderen? Diverse onderzoeken (Carrasco & Barrio, 2007; Pitkanen & Turunen, 1974; Soga, Shimai & Otage, 2002; Stoltz et al., 2013) hebben een verband gevonden tussen agressief gedrag en extraversie. Dit resultaat wordt ook gevonden bij kinderen, maar er is nog weinig onderzoek uitgevoerd naar verschillen tussen jongens en meisjes in agressie en extraversie. In dit onderzoek wordt gekeken naar het verband twee vormen van agressief gedrag, directe en indirecte agressie, en extraversie. Ook wordt het verband tussen één aspect van extraversie, genaamd dominantie, en directe en indirecte agressie onderzocht. Daarnaast wordt onderzocht of meisjes meer indirecte agressie en minder directe agressie vertonen, Ten slotte wordt gekeken of jongens dominanter zijn dan meisjes. Agressief gedrag wordt gedefinieerd als gedrag dat grenzen overschrijdt van wat algemeen acceptabel is, bijvoorbeeld, iets kapot maken of bij een ander schade aanrichten (Tedeschi, & Felson, 1994). Daarbij wordt duidelijk gemaakt wat de agressieve persoon wel of niet wil. Gevoelens van angst, pijn, verdriet en boosheid worden opgeroepen bij de slachtoffers van agressief gedrag (Holmes, 2013). Kinderen vertonen ook agressief gedrag, dit komt vaak voor bij onzekere en angstige kinderen (Fischer & Roseman, 2007). Agressief gedrag kan ontstaan doordat kinderen boosheid ervaren door een onrechtvaardige situatie. Kinderen staan op het punt om te exploderen. De gedachten die hierbij kunnen ontstaan zijn anderen willen slaan of beschadigen. Kinderen kunnen overgaan tot aanvallen, onaardige opmerkingen maken of fysiek geweld plegen. Hun doel is om de onrechtvaardige situatie aan te pakken of de anderen aan te pakken (Fischer & Roseman, 2007). Directe en indirecte agressie. Jongens vertonen in het algemeen meer agressief gedrag dan meisjes. Bovendien is de manier waarop jongens agressie uiten anders. Jongens

5 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 5 tonen fysieke agressie, meisjes tonen agressie juist op een subtiele manier (Crick, Bigbee & Howes, 1996). Jongens maken vaker gebruik van directe agressie, dus fysieke agressie. Zij zijn eerder geneigd om fysiek actie te ondernemen, bijv. iemand een tik geven als hij/zij zich misdraagt volgens de aanvaller. Meisjes tonen indirecte agressie, zoals op een negatieve manier praten over een ander of zichzelf buitensluiten van de wereld. De manier hoe agressie wordt getoond is dus verschillend voor meisjes en jongens, waarbij meisjes eerder geneigd zijn om verbale of indirecte agressie te gebruiken, terwijl jongens meer directe agressie gebruiken (Crick, Bigbee & Howes, 1996). Extraversie. De Big Five persoonlijkheidstrekken worden in verband gebracht met agressief gedrag. Agressief gedrag kan vaak verklaard worden door de persoonlijkheid van een persoon (De Raad, 2000). De Big Five persoonlijkheidstheorie gaat uit van vijf karaktertrekken, namelijk extraversie, altruïsme, consciëntieushied, neuroticisme en openheid. Extraversie meet de mate waarin een persoon actief bezig is met anderen. Altruisme meet de mate waarin een persoon onzelfzuchtig is. Consciëntieushied meet de mate van doelgerichtheid in activiteiten. Neuroticisme meet de mate van emotionele (in)stabiliteit en openheid meet de mate van nieuwsgierigheid van een persoon naar de wereld en naar de gevoelens van een persoon (De Raad, 2000). In dit onderzoek wordt de karaktertrek extraversie onderzocht, er is namelijk een verband tussen agressie en extraversie gevonden. Mensen die hoog scoren op de extraversie schaal zijn sociale mensen, zij houden van gezelligheid en zijn graag aanwezig bij andere mensen. Ze zitten vol energie en zijn opgewekt van aard (De Vries, Ashton & Lee, 2009). Ook zijn deze mensen vaak assertiever en spraakzamer, ze zijn actiever dan introverten. Introverten zijn het tegendeel, zij scoren heel laag op de extraversie schaal. Deze mensen zijn heel rustig en onafhankelijk van anderen. Ze zijn niet noodzakelijk verlegen maar willen liever alleen zijn (Morris, 1979).

6 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 6 Extraversie bestaat uit zes onderdelen genaamd: hartelijkheid, sociabiliteit, dominantie, energie, avonturisme en vrolijkheid (De Vries, Ashton & Lee, 2009). Een persoon die hartelijkheid uitoefent zorgt voor het ontstaan van een emotionele band tussen mensen door de warmte die hij vertoond. Deze mensen zijn vriendelijk naar anderen toe en zijn echt gesteld op mensen. Sociabiliteit houdt in ervoor kiezen om bij anderen te zijn. Zulke mensen zoeken gezelschap op bij anderen en houden van drukte in een groep (Elphick, Halverson & Marzal-Wisniewska, 1998). Mensen die hoog scoren op het onderdeel dominantie zijn vaak de leider in de groep, deze mensen zijn veel aan het woord en spreken zonder twijfel (Akrami & Ekehammar, 2006). Mensen die hoog scoren op het onderdeel energie worden gekenmerkt door een hoog tempo en krachtige bewegingen. Zij zijn graag bezig en stralen een gevoel van energie uit. Deze mensen hebben vaak haast en leiden een druk bestaan (Akrami & Ekehammar, 2006). Mensen die hoog scoren op het onderdeel avonturisme zijn mensen die zoeken naar uitdagingen. Deze mensen houden van actie ondernemen en zoeken de opwinding op. Mensen die hoog scoren op het onderdeel vrolijkheid voelen zich vaak blij en gelukkig, ze hebben over het algemeen plezier in hun leven. Ze zijn opgewekt en uitbundig in hun gedrag (Ekehammar & Akrami, 2007). Agressie en extraversie. Diverse onderzoeken hebben het verband tussen agressie en extraversie onderzocht. Vaak werden positieve verbanden gevonden tussen de twee persoonlijkheidskenmerken. Soga, Shimai & Otage (2002) hebben de relatie tussen agressiviteit en de Big Five persoonlijkheidstrekken onderzocht bij kinderen. Uit deze studie is gebleken dat er een positief significant verband was tussen agressiviteit en extraversie. Extraverte kinderen toonden aanzienlijk meer agressief gedrag dan minder extraverte kinderen.

7 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 7 Een ander studie onderzocht twee groepen jongens van 8 jaar. Beide groepen bestonden uit twaalf personen. De ene groep bestond uit extreem agressieve jongens en de andere groep bestond uit extraverte jongens. Deze studie werd uitgevoerd of er verschillen waren tussen de agressieve groep en de extraverte groep. De resultaten lieten weinig tot geen groepsverschillen zien. Dus, deze studie laat zien dat er een nauwe band bestaat tussen extraversie en agressie bij jongens (Pitkanen & Turunen, 1974). Stoltz et al. (2013) onderzochten aan de hand van de Big Five karaktertrekken of er bij middelbare schoolkinderen sprake is van externaliserende gedragsproblemen, met name agressief gedrag. Voor het testen kregen kinderen informatie over agressief gedrag. De kinderen kregen een voormeting, tussenmeting en nameting. Extraverte kinderen vertoonden op de tussen- en nameting significant vaker externaliserend probleemgedrag (agressief gedrag) dan niet extraverte kinderen. Dus, extraverte kinderen toonden meer agressief gedrag dan niet extraverte kinderen. Ook in de volgende studie is gekeken naar de relatie tussen de Big Five karaktertrekken en fysieke en verbale agressie (Carrasco & Barrio, 2007). Extraversie liet een positief verband zien met verbale agressie, maar hing niet samen met fysieke agressie. Echter, in deze studie is niet gekeken naar het verschil tussen meisjes en jongens. Daarnaast is ook niet gekeken naar de verschillende soorten agressie. Zoals boven aangegeven heeft eerder onderzoek laten zien dat meisjes verbaal agressie vertonen en jongens juist fysieke agressie (Crick et al., 1996). In de studie van Ang, Ng, Wong, Lee, Oei & Leng (2004) is echter geen verband gevonden voor agressie en extraversie in tegenstelling tot de bovengenoemde studies. Deze studie heeft volwassenen onderzocht en geen kinderen. Het is mogelijk dat extraverte volwassenen anders omgaan met agressie dan kinderen.

8 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 8 Een ander studie (Edmunds, 1977) onderzocht de relatie tussen extraversie, agressie en neuroticisme. De resultaten lieten geen relatie zien tussen extraversie en agressie. Ook voor deze studie geldt dat er volwassenen zijn onderzocht. Daarnaast is in deze studie niet gekeken naar de verschillende soorten agressie (directe en indirecte agressie). Het is mogelijk dat voor directe agressie wel een verband gevonden wordt en indirecte agressie niet of andersom (Edmunds, 1977). De besproken onderzoeken hebben tegenstrijdige resultaten laten zien. De huidige studie laat vooral zien waarom er vaak een verband gevonden wordt tussen agressie en extraversie. Is het zo dat een of meerdere aspecten van extraversie zorgen voor agressief gedrag? De huidige studie zal een aspect onderzoeken, genaamd dominantie, om te kijken of juist deze aspect zorgt voor agressief gedrag. Agressie en dominantie. Eerdere studies (Carrasco & Barrio, 2007; Pitkanen & Turunen, 1974; Soga, Shimai & Otage, 2002; Stoltz et al., 2013) hebben vaak een verband gevonden tussen agressie en extraversie. Het is alleen nog niet duidelijk waarom deze twee persoonlijkheidskenmerken samenhangen. In dit onderzoek wordt gekeken of één van de aspecten van extraversie meer invloed uitoefent op het vertonen van agressief gedrag. Het is dan ook interessant om met name het aspect dominantie te bestuderen. Het lijkt namelijk aannemelijk dat specifiek dit aspect van extraversie een verband toont met agressief gedrag. Van de zes aspecten is dominantie meest voor de hand liggende aspect voor het ontstaan van agressief gedrag. Dit zou een verklaring kunnen zijn waarom in eerdere studies een verband is gevonden tussen agressie en extraversie. Een eerder onderzoek vond echter geen relatie tussen sociale dominantie en agressie (Roseth, Pellegrini, Bohn, Van Ryzin & Vance, 2007), maar dit onderzoek was alleen gericht op kleuters. Agressie en geslacht. Eerdere studies die het verband tussen agressie en extraversie onderzochten hebben verschillende resultaten getoond. Echter is weinig onderzoek gedaan naar het verband tussen extraversie en directe en indirecte agressie. Daarnaast is weinig tot

9 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 9 geen onderzoek gedaan naar het verband van dominantie en directe en indirecte agressie. Meisjes en jongens kunnen op verschillende manieren agressief gedrag vertonen zoals eerder is beschreven (Crick et al.,1996). Dus, is het mogelijk dat dominantie bij vrouwen zorgt voor indirecte agressie en bij mannen voor directe agressie. Dominante meisjes zullen waarschijnlijk eerder rodelen over anderen, en dominante jongens zullen sneller iemand fysiek pijn doen. Agressie is een groot maatschappelijk probleem omdat het probleem bij kinderen voordoet en dit probleem aanhoudt naarmate het kind ouder wordt (Fischer & Roseman, 2007). Het is daarom belangrijk te onderzoeken waar agressie verband mee houdt. Wanneer agressie beter begrepen wordt, kan het wellicht beter voorkomen of behandeld worden. In deze studie wordt getracht meer inzicht te verkrijgen in de relatie tussen extraversie en agressie bij kinderen. De volgende deelvragen zijn van toepassing: Wat is het verband tussen directe en indirecte agressie en extraversie? Wat is het verband tussen directe en indirecte agressie en dominantie? Welke geslachtverschillen zijn er in het gebruik van directe en indirecte agressie bij kinderen? Welke geslachtverschillen zijn er in het gebruik van dominantie? De hypothesen die hierbij horen zijn als volgt: Er is een positief verband tussen extraversie en directe en indirecte agressie. Er is een positief verband en tussen dominantie en directe en indirecte agressie. Meisjes gebruiken meer indirecte agressie en minder directe agressie dan jongens. Jongens zijn dominanter dan meisjes.

10 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 10 Methode Deelnemers en Design Aan dit onderzoek deden 325 proefpersonen mee. Van 62 proefpersonen waren de vragenlijsten niet bruikbaar voor analyse door missing values. De overgebleven 269 proefpersonen waren 52% man en 48% vrouw. De proefpersonen hadden een leeftijd tussen de 11 en 15 jaar met een gemiddelde van en een standaarddeviatie van 0.8. De proefpersonen waren leerlingen van de middelbare scholen Beatrix College en de Daltonschool. Het grootste gedeelte van de proefpersonen had een Nederlandse achtergrond (92%). De proefpersonen hadden verschillende opleidingsniveaus: vmbo/havo bestond uit 9.8 % leerlingen, havo bestond uit 9.3% leerlingen, havo/vwo bestond uit 24.5 leerlingen, atheneum bestond uit 21.9%, gymnasium bestond uit 7.4% leerlingen en 27,1% leerlingen volgden tweetalig vwo. Procedure De vragenlijsten zijn onder schooltijd ingevuld door de leerlingen in hun klaslokaal. Hiervoor is eerst toestemming gevraagd aan de schoolleiding. De ouders van de leerlingen hebben een brief ontvangen waarin het doel van de studie is uitgelegd. De ouders konden bezwaar maken tegen de deelname van hun kind aan de studie. Vervolgens werd ook de leerlingen gevraagd of zij mee wilden doen aan de studie. Alle leerlingen stemden toe en vulden de vragenlijsten in. Psychologie master studenten hebben vervolgens de data verzameld. De leerlingen werden duidelijk gemaakt dat de vragenlijsten anoniem werden behandeld. Instrumenten In dit onderzoek worden agressie (directe en indirecte agressie) en extraversie gemeten. Van extraversie wordt ook het aspect dominantie gemeten.

11 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 11 Directe en indirecte agressie. Agressie wordt op drie verschillende manieren gemeten namelijk door zelfreportage, door medestudenten en door de docenten. In dit onderzoek wordt alleen de data van zelfreportage gebruikt. Voor de zelfreportage wordt gebruik gemaakt van de Direct and Indirect Aggression Scales van Björkqvist, Lagerpetz en Österman (1992). Aan de hand van zeventien stellingen moesten leerlingen aangeven hoe zij zich gedragen als ze boos zijn. Van de zeventien stellingen gingen elf stellingen over indirecte agressie (alpha:.83) en zes stellingen over directe agressie (alpha:.84). Met behulp van een Likert Scale van 1 (nooit) tot 4 (heel vaak) werden deze stellingen beantwoord. Een voorbeeldstelling van directe agressie is: Ik scheld de ander uit. Een voorbeeldstelling van indirecte agressie is: Ik probeer de ander belachelijk te maken. De scores werden opgeteld en daarvan het gemiddelde genomen. Extraversie. Aan de hand van acht stellingen uit de Big Five Inventory van John, Donahue en Kentle (1991) wordt extraversie gemeten (alpha:.73). De stellingen hebben betrekking op hoe de leerlingen zichzelf zien. Extraversie werd gemeten door middel van een Likert Scale van 1 (helemaal oneens) tot 5 (helemaal eens). Twee voorbeeldstellingen zijn: Ik zie mezelf als iemand die soms verlegen, geremd is en Ik zie mezelf als iemand die doorgaans stil is. uitspraken van toepassing waren. De scores werden opgeteld en daarvan het gemiddelde genomen. Dominantie is één van de aspecten van extraversie en wordt gemeten met één item: Ik zie mezelf als iemand die voor zichzelf opkomt. De scores werden opgeteld en daarvan het gemiddelde genomen. De andere vijf aspecten van extraversie zijn: hartelijkheid, sociabiliteit, energie, avonturisme en vrolijkheid. Analyseplan De huidige onderzoek betreft een cross-sectionele studie. Correlatie-analyse en variantie-analyse werden gebruikt om de verkregen gegevens te analyseren. Om de hypothese

12 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 12 Er is een positief verband tussen extraversie en directe en indirecte agressie te toetsen werd de Pearson s correlatiecoëfficient berekend. Om de invloed van geslacht, leeftijd en opleidingsniveau op de directe agressie-scores te controleren, werd ook de partiële Pearson s correlatiecoëfficient berekend, waarbij gecontroleerd werd voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Ook werd voor de hypothese dominantie heeft een positief verband met directe- en indirecte agressie de Pearson s correlatiecoëfficient berekend, waarbij ook gecontroleerd werd voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Om de hypothesen Meisjes gebruiken meer indirecte agressie dan jongens en Meisjes gebruiken minder directe agressie dan jongens te toetsen werd een éėn-factor ANOVA, met als between-subject factor geslacht op de directe- en indirecte agressie uitgevoerd. Ter controle van de invloed van leeftijd en opleidingsniveau op geslachtsverschillen, werd ook een éėn -factor ANCOVA uitgevoerd, met geslacht als inclusie en leeftijd en opleidingsniveau als covariaten. Ten slotte is voor de hypothese Geslacht heeft een verband met dominantie, namelijk jongens laten hogere scores op dominantie zien dan meisjes ook een éėn -factor ANOVA, met als between-subject factor geslacht op de dominantie-scores uitgevoerd. Ter controle van de invloed van leeftijd en opleidingsniveau op geslachtsverschillen, werd ook een éėn - factor ANCOVA uitgevoerd, met geslacht als inclusie en leeftijd en opleidingsniveau als covariaten. De analyses zijn uitgevoerd met het programma SPSS (versie 20). Resultaten Beschrijvende Statistiek. In tabel 1 worden de gemiddelde scores op extraversie, dominantie, directe agressie en indirecte agressie weergegeven. De gemiddelde scores op directe agressie en indirecte agressie verschillen niet significant van elkaar (tabel 1).

13 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 13 Tabel 1 Persoonlijkheidskenmerken van onderzoeksdeelnemers (N = 305) Minimum Maximum Gemiddelde SD Dominantie (DOM) Direct agressie Indirect agressie Extraversie Correlatie Analyse Extraversie en agressie. Tabel 2 laat de correlaties zien tussen extraversie, dominantie, directe agressie, indirecte agressie, geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Hypothese 1 was dat extraversie een positief verband heeft met directe en indirecte agressie. Wanneer gekeken wordt naar de bivariate samenhang tussen de variabelen dan wordt geen steun gevonden voor deze hypothese. Met andere woorden, extraversie hangt niet significant samen met directe en indirecte agressie (Tabel 2). Om te onderzoeken in hoeverre de geobserveerde bivariate correlaties tussen extraversie en directe en indirecte agressie (Tabel 2) beïnvloed werden door effecten geassocieerd met geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, werden de correlaties nogmaals berekend, waarbij gecontroleerd werd voor deze drie variabelen (Tabel 3). De correlaties

14 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 14 tussen extraversie en directe en indirecte agressie waren ook niet significant, nadat gecontroleerd was voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Tabel 2 Bivariate correlaties tussen de scores op de verschillende variabelen DOM LT GS SN DAS IAS EXT Dominantie (DOM) ** -.120*.101* ** Leeftijd (LT) ** Geslacht (GS) **.215**.076 Schoolniveau (SN) * Direct agressie (DAS) 1.635** Indirect agressie (IAS) Extraversie (EXT) 1 * p <.05; ** p <.01; (eenzijdig)

15 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 15 Tabel 3 Partiële correlaties tussen persoonlijkheidskenmerken, waarbij gecontroleerd is voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau DOM DAS IAS EXT Dominantie (DOM) ** Direct agressie (student) (DAS) 1.607** Indirect agressie (student) (IAS) Extraversie 1 * p <.05; ** p <.01; (eenzijdig) Dominantie en agressie. Voor de hypothese dominantie heeft een positief verband met directe en indirecte agressie is voor directe agressie een significant verband gevonden (Tabel 2). Dit betekent dat hoge scores op dominantie gepaard gaan met hoge scores op directe agressie. Het verband tussen indirecte agressie en dominantie is niet significant. De geobserveerde correlatie tussen dominantie en directe agressie was ook significant wanneer werd gecontroleerd voor effecten van leeftijd en geslacht. Na controle voor effecten van geslacht, leeftijd en opleidingsniveau bleef de correlatie tussen dominantie en indirecte agressie niet significant (Tabel 3).

16 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 16 Variantie-analyse Geslacht en agressie. Voor het toetsen van de hypothese meisjes gebruiken meer indirecte agressie dan jongens is gebruik gemaakt van een ANOVA. De ANOVA is uitgevoerd met als afhankelijke variabele indirecte agressie en als onafhankelijke variabele geslacht. Hieruit blijkt een significant effect van geslacht op indirecte agressie, F(1, 303) = 14.69; p <.001. Meisjes hebben een lagere gemiddelde score op indirecte agressie dan jongens (M = 1.60, SD = 0.47 versus M = 1.42, SD = 0.35) (Tabel 4). Ook wanneer er gecontroleerd wordt voor leeftijd en opleidingsniveau in een ANCOVA wordt een significant effect gevonden, F(1,303) = 15.73; p <.001. Die resultaten worden weergegeven in tabel 5. Voor de hypothese meisjes gebruiken minder directe agressie dan jongens wordt ook een ANOVA uitgevoerd. De ANOVA is uitgevoerd met als afhankelijke variabele directe agressie en als onafhankelijke variabele geslacht. Hieruit is een significant effect gevonden, F(1, 303) = 24.72; p <.001. Dit betekent dat meisjes minder directe agressie gebruiken dan jongens (Tabel 4). Wanneer gecontroleerd wordt voor leeftijd en opleidingsniveau wordt ook een significant effect gevonden, F(1, 303) = 29.72; p <.001. Meisjes gebruiken dus minder directe agressie dan jongens. Voor zowel leeftijd (p <.001) en opleidingsniveau (p <.025) wordt een significant effect gevonden. De resultaten worden weergegeven in tabel 5.

17 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 17 Tabel 4 Resultaten van de een-factor ANOVA met geslacht als between-subject factor op indirecte agressie, directe agressie en dominantie (N = 305) Afhankelijke Variabelen Gemiddelde SD F(1,303) p ɳ² Jongens Meisjes Jongens Meisjes Indirecte agressie Directe agressie Dominantie Tabel 5 Resultaten van de een-factor ANCOVA met geslacht als between-subject en leeftijd en schoolniveau als covariaten (N = 305) Afhankelijke Variabelen Gemiddelde SD F(1,303) p ɳp² Jongens Meisjes Jongens Meisjes Indirecte agressie Directe agressie Dominantie

18 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 18 Geslacht en dominantie. Ten slotte wordt voor de laatste hypothese jongens vertonen meer dominantie dan meisjes ook een ANOVA uitgevoerd. De ANOVA is uitgevoerd met als afhankelijke variabele dominantie en als onafhankelijke variabele geslacht. Er zijn verschillen gevonden voor jongens en meisjes voor de score op dominantie, F(1, 303) = 11.09, p = <.001 (Tabel 4). Meisjes hebben een significant lagere score op dominantie dan jongens (jongens: M = 4.10, SD = 0.82 versus meisjes: M = 3.70, SD = 1.09).Wanneer er gecontroleerd wordt voor leeftijd en opleidingsniveau in een ANCOVA wordt ook een significant effect gevonden, F(1, 303) = 10.50, p <.001. In Tabel 5 worden de resultaten weergegeven. De effecten geassocieerd met geslacht op directe agressie (ɳ 2 p =.090) zijn aanzienlijk groter dan de effecten op indirecte agressie (ɳ 2 p =.050) en dominantie (ɳ 2 p =.034), ook wanneer gecontroleerd werd voor leeftijd en opleidingsniveau (Tabellen 4 en 5).

19 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 19 Discussie In dit onderzoek werd de relatie onderzocht tussen extraversie, in het bijzonder dominantie, en directe en indirecte agressie in een grote steekproef van kinderen. In tegenstelling tot onze hypothese werd geen significante correlatie geobserveerd tussen de scores op extraversie en de scores op directe agressie. Ook werd geen significante correlatie gevonden tussen de scores van extraversie en indirecte agressie. De hypothese dat extraversie een positief verband heeft met agressie bij kinderen kan daarom niet ondersteund worden in dit onderzoek. De geobserveerde scores op dominantie echter vertoonde wel een significante correlatie met de scores op directe agressie, voor indirecte agressie was de correlatie niet significant. Dominantie wordt als een belangrijk aspect van extraversie beschouwd (Akrami & Ekehammar, 2006), wat bevestigd wordt in de huidige studie. Dominantie liet een sterk positieve correlatie zien met extraversie, gecontroleerd voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. De observatie dat hogere scores op dominantie gepaard gingen met hogere scores op directe agressie is in overeenstemming met onze hypothese. Deze observatie echter komt niet overeen met voorafgaand onderzoek (Roseth, Pellegrini, Bohn, Van Ryzin & Vance, 2007). Zo vonden Roseth et al. (2007) geen relatie tussen sociale dominantie en agressief gedrag. Deze onderzoekers onderzochten echter kleuters, terwijl de huidige onderzoek kinderen onderzochten, waardoor een vergelijking tussen de studies moeilijk is. De correlatie tussen dominantie en directe agressie in de huidige studie is een interessante bevinding, omdat dit doet vermoeden dat specifiek dominantie, en niet extraversie in het algemeen, samenhangt met agressie. Echter, dit resultaat is volgens ons niet eerder vermeld. Deze bevinding dient daarom eerst bevestigd te worden voordat het als betrouwbaar kan worden beschouwd.

20 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 20 De hypothese dat meisjes meer indirecte agressie vertonen dan jongens werd bevestigd in dit onderzoek. Meisjes scoorden significant hoger op indirecte agressie dan jongens. Ook werd steun verkregen voor de hypothese dat meisjes minder directe agressie laten zien dan jongens. Deze bevindingen bevestigen de resultaten van voorafgaand onderzoek (Crick, Bigbee & Howes, 1996) waarin ook werd gevonden dat meisjes meer indirecte, maar minder directe agressie laten zien dan jongens. Ook werd de hypothese dat jongens hoger scoren op dominantie dan meisjes bevestigd in dit onderzoek. Jongens lijken dus dominanter te zijn dan meisjes. Er is eerder nog geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen dominantie en geslacht. Wellicht zou in de toekomst hier onderzoek naar gedaan kunnen worden om te achterhalen waarom jongens hoog scoren op dominantie in tegenstelling tot meisjes. De huidige resultaten laten zien dat de gevonden relatie een vervolgonderzoek verdient in toekomstige studies. In de huidige studie werden dus alle onderzoekshypothesen bevestigd, behalve de hypothesen die een samenhang voorspelden tussen extraversie en agressie. Zoals eerder beschreven lijkt het of alleen een specifiek aspect van extraversie, namelijk dominantie, een verband heeft met agressie. Het dient hierbij benadrukt te worden dat de correlaties tussen dominantie en directe agressie significant waren, ook wanneer gecontroleerd was voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Ook bleven de correlaties van geslacht met dominantie en agressie significant, terwijl gecontroleerd werd voor leeftijd en schoolniveau. Dus, de gevonden correlaties waren significant voor en na controle van andere variabelen. Deze studie heeft een aantal sterkte punten en beperkingen die verder toegelicht worden. Een sterk punt is dat de meting van agressie gebaseerd was op meerdere informatiebronnen in tegenstelling tot slechts één informatiebron zoals meestal gedaan wordt in voorafgaand onderzoek. De onderzochte steekproef was ook relatief groot, wat zorgt voor

21 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 21 betrouwbare resultaten. Een beperking van de huidige studie is echter dat het nietexperimenteel onderzoek is, waardoor het niet mogelijk is om causale conclusies te trekken. Bijvoorbeeld, we vonden een correlatie tussen dominantie en agressie. Dit kan betekenen dat een sterke dominantie een oorzaak is van een hoge mate van agressie. Het omgekeerde is echter ook mogelijk, namelijk dat hoge mate van agressie een toename in dominantie veroorzaakt. Het is zelfs mogelijk dat dominantie en agressie geen direct verband hebben, maar dat het verband veroorzaakt wordt door een onbekende derde variabele. Een andere beperking is dat het onderzoek een cross-sectionele studie betreft. Het is belangrijk om longitudinaal onderzoek uit te voeren om te achterhalen of gevonden correlaties stabiel blijven naarmate de proefpersonen ouder worden. Een andere beperking is dat het onduidelijk is in hoeverre de onderzochte steekproef van kinderen representatief is. Het is niet duidelijk of de resultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar de algemene populatie van kinderen of naar andere specifieke groepen van kinderen. Vervolgonderzoek is daarom ook nodig om de externe validiteit van de huidige resultaten te bevestigen. Ondanks deze beperkingen bevestigt de huidige studie de resultaten van voorafgaand onderzoek dat ook laat zien dat er continu verschillen bestaan tussen jongens en meisjes in het gebruik van directe en indirecte agressie. Bovendien laten de huidige resultaten zien dat specifiek dominantie, en niet extraversie in het algemeen, een verband heeft met directe agressie. Een vervolgonderzoek zou kunnen kijken naar alle aspecten van extraversie. Zo wordt een duidelijk overzicht gegeven van welke aspecten een verband hebben met agressief gedrag. Openheid (of een ander aspect) zou bijv. ook een verband kunnen hebben met agressie. Naast dit wetenschappelijk en theoretisch belang kunnen de gevonden bevindingen mogelijk ook bijdragen aan de ontwikkeling van behandelingen die zich richten op de persoonlijkheid van kinderen met als doel om agressief gedrag, en mogelijk ook later crimineel gedrag, te voorkomen of te verminderen.

22 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 22 Referentielijst Akrami, N., & Ekehammar, B. (2006). Right-wing authoritarianism and social dominance orientation: Their roots in Big-Five Personality Factors and facets. Journal of Individual Differences, 27(3), 117. Ang, R. P., Ng, A. K., Wong, S. S., Lee, B. O., Oei, T. P., & Leng, V. (2004). Relationship Between Big Five Traits and Aggression: A Comparison Between Undergraduates from Australia and Singapore. Journal of Psychology in Chinese Societies, 5(2), Björkqvist, K., Lagerspetz, K.M.J. & Östermam, K. (1992) The direct & indirect aggression scales. Vasa, Finland: Abo Akademi University, Department of Social Sciences. Bus, A. H. (1961). The psychologie in aggression. New York: Wiley. Carrasco, M. Á., & Barrio, M. V. D. (2007). El modelo de los cinco grandes como predictor de la conducta agresiva en población infanto- juvenil. Revista de Psicopatología y psicología Clínica, 12(1). Crick, N.B., Bigbee, M.H., & Howes, C. (1996). Gender differences in children s normative beliefs about aggression: How do hurt thee? Let me count the ways. Child development, (67), Crick, N. R., & Grotpeter, J. K. (1995). Relational aggression, gender, and social psychological adjustment. Child Development, 66, De Raad, B. (2000). The Big Five Personality Factors: The psycholexical approach to personality. Hogrefe & Huber Publishers.

23 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 23 Egan, V. (2009). The Big Five : Neuroticism, Extraversion, Openness, Agreeableness and Conscientiousness as an organisational scheme for thinking about aggression and violence. Personality, personality disorder, and risk of violence: An evidence-based approach, Edmunds, G. (1977). Extraversion, neuroticism and different aspects of self-reported aggression. Journal of personality assessment, 41(1), Ekehammar, B., & Akrami, N. (2007). Personality and prejudice: From Big Five personality factors to facets. Journal of Personality, 75(5), Elphick, E., Halverson, C. F., & Marzal-Wisniewska, M. (1998). Extraversion: Toward a unifying description from infancy to adulthood. Parental descriptions of child personality: Developmental antecedents of the Big Five, Fischer, A. H., & Roseman, I. J. (2007). Beat them or ban them: the characteristics and social functions of anger and contempt. Journal of personality and social psychology, 93(1), Holmes, M. R. (2013). Aggressive behavior of children exposed to intimate partner violence: An examination of maternal mental health, maternal warmth and child maltreatment. Child abuse & neglect, 37(8), John, O. P., Donahue, E. M., & Kentle, R. L. (1991). The Big Five Inventory--Versions 4a and 54. Berkeley, CA: University of California,Berkeley, Institute of Personality and Social Research. Morris, L. W. (1979). Extraversion and introversion: An interactional perspective. Hemisphere Publishing Corporation. Pitkanen, L., & Turunen, A. (1974). Psychomotor reactions of aggressive and non aggressive extrovert children. Scandinavian journal of psychology, 15(1), Roseth, C. J., Pellegrini, A. D., Bohn, C. M., Van Ryzin, M., & Vance, N. (2007).

24 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 24 Preschoolers' aggression, affiliation, and social dominance relationships: An observational, longitudinal study. Journal of School Psychology, 45(5), Soga, S., Shimai, S., & Otake, K. (2002). An analysis of the relationship between aggressiveness and personality traits of children. Shinrigaku kenkyu: The Japanese journal of psychology, 73(4), Stoltz, S., Prinzie, P., De Haan, A., Londen, M., De Castro, B. O., & Deković, M. (2013). Child Personality as Moderator of Outcome in a School based Intervention for Preventing Externalising Behaviour. European Journal of Personality, 27(3), Tedeschi, J. T., & Felson, R. B. (1994). Violence, aggression, and coercive actions. American Psychological Association. Vitaro, F., Brendgen, M., & Barker, E. D. (2006). Subtypes of aggressive behaviors: A developmental perspective. International Journal of Behavioral Development, 30(1), De Vries, R. E., Ashton, M. C., & Lee, K. (2009). De zes belangrijkste persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst. Gedrag & Organisatie, 22, 3, 232.

25 HET VERBAND TUSSEN AGRESSIE EN EXTRAVERSIE 25

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op:

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op: Opdrachten en vragen hoofdstuk X 1. Voer de gegevens van figuur 9.1 en 9.2 in SPSS en controleer de correlaties zoals die aangegeven werden. Maak tevens een scatterplot. Tabel 9.1. Lineaire transformatie

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

HTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-FFI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING NEO-FFI-3 2/8 Inleiding Dit rapport beschrijft de scores van de kandidaat op de NEO-FFI-3 persoonlijkheidsvragenlijst.

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

De relatie tussen Traumaklachten en Agressie bij Veteranen en de. Modererende rol van Persoonlijkheidskenmerken en Duur van de.

De relatie tussen Traumaklachten en Agressie bij Veteranen en de. Modererende rol van Persoonlijkheidskenmerken en Duur van de. De relatie tussen Traumaklachten en Agressie bij Veteranen en de Modererende rol van Persoonlijkheidskenmerken en Duur van de Uitzending The relationship between Trauma symptoms and Aggression in Veterans

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy on Sociosexuality Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie op Sociosexualiteit Filiz Bozkurt First supervisor: Second supervisor drs. J. Eshuis dr. W. Waterink

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Basisrapport NEO-PI-3 Inleiding 2 / 22 INLEIDING Dit rapport bevat de scores op de NEO-PI-3 persoonlijkheidsvragenlijst. De

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en zelfbeheersing op het Sondervick College 3 januari 2018 Uitvoering: H. van den Bogert a (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced

Nadere informatie

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effects of Locus of Control, Coping and the Mediation of Personal Initiative

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN 1 Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen tussen Leeftijdsgroepen Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles between Age Groups Rik Hazeu Eerste begeleider:

Nadere informatie

WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1

WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met internaliserende Problematiek: Affect als Mediator Effectiveness of Child-Centered Play Therapy

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie