3 HOUT. Leerling: Leerkracht: S. Arys

Transcriptie

1 3 HOUT Leerling: Leerkracht: S. Arys

2 INHOUD VOORBEREIDING: Tekening op schaal 1:10, deze wordt gemaakt in de les technisch tekenen Voorstelling Project p. 3 Fiche houtsoort Grenen p. 8 Schetsoefening p. 9 Houtstaat en oefening prijsberekening p.11 Werkgang (volgorde der bewerkingen met beschrijving van het te gebruiken gereedschap). p.12 Planning tijdsduur project p.32 PRAKTIJK: Opdracht: Wandrekje Opdracht: Maken van de werktekening op schaal 1:1 Opdracht: Uitvoeren van het project EVALUATIE: Creatieve evaluatie over het gereedschap p.30 Opvolgingsfiche (agenda) van de praktische uitvoering p.33 Projectrapport en zelfevaluatie per werkgang (stappenplan) p.35 INFORMATIEF Werkplaatsreglement p.39 Bibliografie p.40 3 HOUT 2

3 3 HOUT 3

4 Wandrekje 3 HOUT 4

5 Wandrekje: draaglat voor legplanken 3 HOUT 5

6 Wandrekje: legplank 3 HOUT 6

7 Wandrekje: latje om te buigen over legplanken ( booglatten) 3 HOUT 7

8 Project: Wandrekje 3 HOUT 8

9 Is schetsen nuttig? Schetsen zijn een belangrijk aspect van het technische tekenen. Een schets geeft dikwijls meer inzicht dan een uitleg. Het schetsen gebeurt normaliter met de losse hand met potlood nr.2 of zachter of een zacht drukpotlood. Met een schets kunnen we op een snelle manier een tekening of detail weergeven. Een schets geeft een eerste indruk van het werkstuk dat men in detail wil uittekenen. Door middel van een driedimensionale schets kunnen we een ruimtelijke voorstelling van het werkstuk weergeven. Als men schetst kan men dikwijls een deel van de problemen opvangen en de nodige wijzigingen aanbrengen t.o.v. het eerste idee. Deze wijzigingen dienen dan niet achteraf tijdens het tekenen te gebeuren. Het is dan ook zo dat men aan de hand van een schets overgaat tot het maken van de technische tekening. 3 HOUT 9

10 SCHETSEN 3 HOUT 10

11 HOUTSTAAT Nr. Benaming Aantal Lengte Breedte Dikte Houtsoort 1 Draaglatten 2 Legplanken 3 Booglatten Aantal l/m of m³ Totaal aantal m³ Prijs per m³ 525 Totaal aantal l/m Prijs per l/m Totaalkost van het hout BTW 21% TOTAAL 3 HOUT 11

12 WERKGANG (stappenplan met het te gebruiken gereedschap) Volgorde der bewerkingen: 1) De werktekening: (blad 1.30 x 1.30 m). - Vooraanzicht op schaal 1:1. - Linkerzijaanzicht en bovenaanzicht op schaal 1:1. Gereedschap: meter,potlood, T-lat en tekendriehoek. 2) Het uitsmetten: (eerste oef. hout voorbereid door lk.) - Het uitmeten met meter en potlood. - De breedte + 7mm. - De lengte + 2cm. - Zagen volgens de smetlijnen, dwarsrichting met de afkortzaag of lintzaag en de langsrichting met cirkel- of paneelzaag. - LET OP: uitsmetten met zo weinig mogelijk houtverlies en rekening houden met de gebreken van het hout. Gereedschap: meter, potlood en of smetkrijt. 3) Het vlak schaven: (eerste oef. hout voorbereid door lk.) - Vlak: hout met de holle breedste zijde op de tafel plaatsen. 4) Het haaks schaven: (eerste oef. hout voorbereid door lk.) - Haaks: de gevlakte zijde tegen de haaksgeleider plaatsen. 5) Van breedte schaven: (eerste oef. hout voorbereid door lk.) - De haaks gestoken zijde op de tafel plaatsen en schaven tot op de juiste breedte. 6) Van dikte schaven: (eerste oef. hout voorbereid door lk.) - De gevlakte zijde op de tafel plaatsen en schaven tot op de juiste dikte. 3 HOUT 12

13 7) Het paren: - De paartekens zo plaatsen dat de paarkant en de dagkant de mooiste zijden zijn. Eventuele gebreken laten wegvallen door lijsten, overlapse (inkepingen) verbindingen, enz Gereedschap: potlood of smetkrijt. 3 HOUT 13

14 8) Het afschrijven: - De eindlijnen op de draaglatten overhalen.(bij voorkeur van de werktekening, enkel als deze volledig correct is). De draaglatten zijn al afgekort op de juiste lengte dus deze afschrijving is ditmaal niet nodig. - De breedte en de diepte van de inkepingen aftekenen op de draaglatten (kruishout gebruiken voor de diepte). De draaglatten samenspannen met een spanschroef. - De breedte en de diepte van de inkepingen aftekenen op de legplanken(kruishout gebruiken voor de diepte). - De boorgaten aftekenen op de booglatten. - Afschrijven van de inkepingen voor de booglatten met behulp van de mal. Gereedschap: potlood, vouwmeter, kruishout en winkelhaak. DE METERS Een meter wordt gebruikt voor het opmeten en overbrengen van maten. Vouwmeters Bestaan in hout, metaal of kunststof en hebben een maatverdeling in cm & mm. Ze zijn één, twee of drie meter lang. Rolmeters 3 HOUT 14

15 Een rolmeter bestaat uit een metalen lint dat oprolt in een metalen of plastieken behuizing en hebben eveneens een verdeling in cm & mm. Ze bestaan in verschillende lengtes. Onderhoud Vouwmeter: droog houden, scharnieren licht inoliën. Rolmeter: droog houden, de linten niet plooien. WINKELHAAK Een winkelhaak wordt gebruikt voor het afschrijven van haakse lijnen, het blad van de winkelhaak wordt in talloze omstandigheden gebruikt voor het controleren van kleine oppervlakken betreffende het al dan niet recht zijn. Een winkelhaak bestaat uit 2 delen: 1) de geleider of balk. 2) het blad of de veer. Geleider en balk vormen een rechte hoek van 90. Het blad komt enkele mm. buiten de geleider en kan aldus gemakkelijk vrij aansluiten met het werkstuk. 3 HOUT 15

16 Controle op de juistheid De winkelhaak aan een rechte zijde van een plank aanhouden en langs het blad zowel de binnen als de buitenkant van de veer of blad afschrijven. De winkelhaak omdraaien. Het blad moet juist passen tussen de afgeschreven lijnen. Een eventuele afwijking wordt goed zichtbaar omdat de veer of het blad de lijnen overlapt. HET KRUISHOUT Balk of been: voorzien van één of meer kraspennen. Geleidingsblok: kan bij middel van spie of stelschroef op een bepaalde afstand op de balk vastgezet worden. Kraspen(nen): worden fijn en zeer scherp aangevijld, een niet scherpe kraspen vormt onduidelijke lijnen. Wordt gebruikt voor het inkrassen van lijnen evenwijdig aan een vlak van het werkstuk. 3 HOUT 16

17 Het afschrijven van een keep 9) Het zagen van de inkepingen met de rugzaag: - De stukken rangschikken (draaglatten en legplanken). - De juistheid van de afschrijvingen nog eens controleren alvorens aan het inzagen te beginnen. - Inzagen van de inkepingen volgens de juiste aangeleerde methode. - op de uiteinden van de afschrijving voor de booglatten bij de draaglatten een gaatje boren met boordiameter 4mm en dan tweemaal inzagen per afschrijving. Gereedschap: spanschroef, indien nodig geleidingsblokje, beschermblokje, rugzaag, accuboormachine en boor diameter 4mm. 3 HOUT 17

18 DE RUGZAAG (kapzaag) De rugzaag wordt aangewend in tal van omstandigheden waar nauwkeurig zaagwerk moet uitgevoerd worden. Bovenaan het blad is de rugzaag voorzien van een rug (kap) om het blad te verstevigen. We kunnen dus maar tot op een bepaalde diepte zagen. De rug nooit AFNEMEN, hoewel dit wel kan. Bij het afnemen van de rug is er geen garantie meer dat het blad recht is of blijft. De rugzaag welke diverse afmetingen heeft wat betreft lengte en hoogte van het blad is voorzien van terugwijkende tanden. De verschillende soorten tandvormen die er bestaan worden in de verdere lessen nog besproken. Het doel van het zagen is tweevoudig: 1) Het hout verdelen in bruikbare delen met een minimum aan houtverlies. 2) Bij het maken van samenstellingen het verloren hout op een zuivere manier wegwerken. 3 HOUT 18

19 Techniek om inkepingen te zagen In punt A 5mm diep inzagen. Horizontaal zagen van A naar B. In punt A blijven en langzaam naar beneden zagen. Verloren hout Horizontaal tot op diepte zagen. De halve afschrijflijn wegzagen (zaagsnede in verloren hout). Goede zaaghouding De zaag dient gelijkmatig, vlot (slingeren vermijden) en vrijwel alleen door zijn eigen gewicht in het hout te snijden. Tijdens het zagen kijk je meer naar de rug van de zaag dan naar de snijlijn. - vanuit de rug stuur je de zaag. - aan de zaagrug zie je of de zaag een vlotte rechte beweging maakt. De zaag moet vrij lopen = je mag niet het gevoel hebben dat de zaag wringt. 3 HOUT 19

20 Bij het uitoefenen van zware druk op de zaag: - is het moeilijk om de afschrijflijn te volgen. - zal de zaag sneller knellen in het hout. Om een weglopende zaag terug te brengen op de afschrijflijn, moet het blad tijdens het zagen bij de punt iets naar de afschrijflijn teruggewrongen worden. 3 HOUT 20

21 DE SPANSCHROEF (lijmtang) Klemgereedschap dient om stukken: - vast te klemmen voor het uitvoeren van bepaalde bewerkingen. - dicht te persen bij het lijmen. Afhankelijk van het doel zijn er verschillende soorten klemgereedschappen, wij bekijken nu enkel de lijmtang. De lijmtang is wellicht het meest universele klemgereedschap dat in de houtbewerking gebruikt wordt voor b.v.: - het vastzetten van werkstukken; - samenklemmen van stijlen en regels bij het afschrijven. - dichtklemmen van onderdelen bij het lijmen. - enz. De lijmtang bestaat uit: 1) stalen balk. 2) vaste brug: verbonden aan het einde van de balk. 3) losse brug: is beweegbaar over de balk voor het instellen van de spanwijdte, de lengte van de bruggen bepalen de spandiepte. 4) schroefspil met handgreep en stempel, de stempel is al dan niet beschermd met een plastiek kapje. 3 HOUT 21

22 10) Wegsteken van het verloren hout in de inkepingen: - De stukken rangschikken (draaglatten en legplanken). - wegsteken van het verloren hout volgens de juiste aangeleerde methode. - Per draaglat aan de achterzijde bovenaan een metalen ophangingsplaatje inkappen om het wandrekje te kunnen ophangen. Gereedschap: spanschroef, indien nodig geleidingsblokje, beschermblokje, beitels, houten hamer, ophangingsplaatjes, schroeven 4st. 3.5x20. HOUTEN HAMER De houten hamer wordt gebruikt bij het slaan op beitels, het in- en uit elkaar slaan van vergaringen en steeds waar inprentingen van slagen moeten voorkomen worden. Blok: 140mm lang x 100mm breed en 70mm dik uit hard taai hout (beuk, es). De zijkanten van de slagvlakken moeten afgerond zijn om afsplintering te voorkomen. Steel: uit rechtdradig taai hout. De steel is ovaalvormig bewerkt om goed in de hand te liggen. op het uiteinde van de steel is een verdikking gelaten om te verhinderen dat de hamer uit de hand glijdt bij het slaan. De slagvlakken van de hamer zijn licht afgeschuind, zodat het slagvlak zo volledig mogelijk het aangeslagen oppervlak kan raken. De steel wordt in het zwaluwstaartvormige steelgat met een houten spie vastgezet. 3 HOUT 22

23 DE BEITELS De beitels worden gebruikt op talloze plaatsen en in tal van omstandigheden, voor het wegwerken van hout in alle richtingen van de houtvezels. Hoewel het gebruik van beitels in de praktijk fel verminderd is, zijn en blijven het uiterst belangrijke gereedschappen om in diverse omstandigheden nauwkeurige aanpassingen en / of perfecte afwerkingen uit te voeren. Wij gaan nu enkel de steekbeitels behandelen, de schietbeitels, gutsen en houtsnijbeitels en het slijpen en afwetten ervan gaan we in de verder lessen nog bespreken. De houtbeitel bestaat uit: 1) het blad: meestal met schuine zijkanten om het hout beter binnen te dringen en te verdrijven. 2) kraag of kroon: vormt het steunvlak voor het hecht. 3) hals: overgang van blad naar kraag. 3 HOUT 23

24 4) vouwkant: vormt het snijdende gedeelte en wordt geslepen in een hoek van 25 à 30 met de rugkant. 5) hecht: kan bestaan uit taai hout dat voorzien is van een kop- en halsring om splijten te voorkomen. Het hecht kan ook uit kunststof gemaakt zijn (slagvast en sommige dure beitels zijn voorzien van een onbreekbaar kunststofhecht). Hantering Een steekbeitel steeds met beide handen vasthouden. Een hand aan het blad om te geleiden, de andere hand aan het hecht om te steken. Een uitzondering hierop is wanneer men het hout aan het weg beitelen is met behulp van de houten hamer. Het te bewerken stuk moet goed vastliggen en de beitel moet goed snijden. Veiligheid en onderhoud Beitels steeds wegbergen op een daartoe bestemde plaats. Worden beitels meegenomen voor montage of herstellingswerken maak dan gebruik van een beitelzakje of bakje. Volgens de omstandigheden steeds een passende beitel gebruiken. De beitels roestvrij houden. 3 HOUT 24

25 MAKEN VAN EEN INKEPING Afschrijven van de keep De diepte van de keep aflijnen met het kruishout Op diepte inzagen Kleine stukjes wegsteken tot tegen de afschrijflijn, vouwkant van de beitel naar beneden. Beide kanten van de keep tot tegen de afschrijflijn uitwerken Aan beide zijden het overige hout wegsteken tot op de afschrijflijn, vouwkant van de beitel naar boven. De bodem van de keep zuiver vlak steken met de beitel. 3 HOUT 25

26 11) Het proefpassen van de verschillende onderdelen: - Controleren of de inkepingen diep genoeg zijn. - Controleren of de inkepingen zuiver zijn. - De verbindingen moeten vlot in elkaar passen, maar niet te los zitten. - De nodige aanpassingen aanbrengen. - Controleren of de booglat niet te lang is. 12) Het opzuiveren (schuren) van de nog niet samengestelde onderdelen: - Alle stukken schikken. - De onderdelen met zorg behandelen om krassen en putjes in het hout te voorkomen. - Alle onderdelen opzuiveren met behulp van schuurpapier. - Goed de kopskanten opschuren. - Kantjes breken. Het belang van schuren: SCHUREN Bij machineren (schaven, frezen) ontstaan altijd opeenvolgende golvingen of machineslagen. Snijgereedschappen, hoe scherp ook beschadigen de vezels van het hout. Vooral op plaatsen waar de draad van richting verandert (vb. rond knopen). Op die plaatsen ontstaan ruwe plekken. Door fijner af te werken komt de structuur van het hout beter tot zijn recht. Welk schuurmiddel gebruiken: De korrelgrootte bepaalt de grofheid/fijnheid van het schuurmiddel. De korrelgrootte wordt aangeduid en voorafgegaan door de letter P. Praktisch: P60, P80, P100, P120 voorschuren P120, P150, P220 fijnschuren P220 tot P400 fijn schuren van lakwerk Het verdient aanbeveling geen groter korrelverschil dan 40 tot 50 tussen de opeenvolgende schuurgangen te gebruiken. De sporen van de voorgaande schuurgang zullen dan makkelijker kunnen weggewerkt worden. 3 HOUT 26

27 Belangrijk: gebruik een schuurblokje maakt schuurpapier makkelijker te hanteren minder splinters in de handen schuurt vlakker verlengt de levensduur van het schuurpapier Hoe schuren? De meeste schuuropdrachten zijn onder te verdelen in drie groepen: - grote vlakken - smalle platte vlakken - gebogen vormen Iedere groep heeft zijn eigen aandachtspunten. Grote platte vlakken: Maak lange elkaar overlappende streken in de richting van de houtnerf. Schuurblokje licht schuin op het te schuren oppervlak plaatsen om het vrijgekomen makkelijker te laten ontsnappen. Let er vooral in de buurt van de randen op, dat je het schuurblokje plat op het oppervlak houdt. 3 HOUT 27

28 Smalle platte vlakken: Men moet er vooral op letten dat het vlak plat blijft, smalle vlakken worden makkelijk bol geschuurd. Eventueel de vingers als gevoelsgeleiding langs het werkstuk laten glijden. Ronde vormen of holle vormen: 3 HOUT 28

29 Worden geschuurd met los schuurpapier of een aan de te schuren vorm aangepast schuurblokje. Werken met een schuurblokje heeft voordelen: - het werkt sneller - scherpe randen blijven intact 13) Het samenstellen: - Het inpassen: legplank per legplank op de draaglatten. - inkepingen moeten diep genoeg zijn en sluiten. - As alle inkepingen goed zijn, mogen de legplanken haaks op de draaglaten bevestigd worden en verstevigd door middel van lijm en een houtschroef aan de achterkant van de draaglatten eerst voorboren). - De booglatten voorboren. - De booglatten bevestigen in de voorziene groef in de draaglatten. - De legplanken door de booglatten voorboren (niet te diep). - De booglatten aan de legplanken vastschroeven met houtschroef. Gereedschap: houten hamer, beschermingsblokje, houtschroeven 6st. 3.5x40, sierschroeven zwart 6st., schroevendraaier of accuschroefmachine. 14) De afwerking: - Het wandrekje controleren aan de verbindingen en eventueel een teveel aan lijm verwijderen met de beitel. - De kantjes van de booglatten breken (het scherpe weghalen). - Het wandrekje vernissen of eventueel verven in de gewenste kleur. 3 HOUT 29

30 EVALUATIE: WOORDZOEKER Het eerste deel bestaat uit een woordzoeker waarin 9 woorden zitten verstopt. Deze woorden kunnen verticaal of horizontaal staan. Al deze woorden vertegenwoordigen de naam van gereedschap dat gebruikt wordt in het stappenplan of de werkgang om het wandrekje te realiseren, zoals eerder besproken in het projectmapje. Nadat je de 9 woorden gevonden hebt en doorstreept, noteer je deze op de daarvoor voorziene plaats op het volgende blad. Daarna los je de 9 vragen of beschrijvingen op door telkens het passende opgezochte woord in te vullen op de daarvoor voorziene plaats. (tip: je kunt ook aan de hand van de vragen al enkele woorden vinden, als je goed opgelet hebt) M J B E R T R A W W N S S C H U U R P A P I E R P E T K G S I E N N V B A A R R Z D N R K K O E N E P U A F B E E E U I S R L I A G S W M L W T C Z M S G H C X H H M E H T N H U J H C U A E L R A S O T E N H A A T S O T L U Q S D F K K E B E P O T L O O D W X R V F H O U T E N H A M E R 3 HOUT 30

31 Schrijf hieronder de 9 gevonden woorden: (in willekeurige volgorde) Zet het juiste woord bij de volgende vragen of beschrijvingen. (tip: let op de puntjes) 1. Dit gereedschap om hout af te korten of inkepingen te zagen wordt kapzaag of ook wel genoemd. 2. Om onderdelen vast of samen te spannen bij het afschrijven of lijmen maakt men soms gebruik van een Deze meter kan men niet oprollen zoals een rolmeter, maar enkel open of dicht vouwen. Om die reden noemt deze meter een Met wat breng je lijnen aan op de werktekening en zet je paartekens op de verschillende onderdelen van een samenstelling? Als je vele inkepingen op dezelfde diepte moet afschrijven maak je best gebruik van een Met een ijzeren hamer op een beitel slaan doen we zeker niet! Welk gereedschap gaan we hiervoor wel gebruiken? Ze bestaan in verschillende breedtes en we gebruiken ze om het verloren hout weg te steken, we noemen ze Om het hout op te zuiveren maakt men gebruik van Lijnen recht en haaks over halen kan enkel als je gebruik maakt van een HOUT 31

32 Project: Wandrekje PLANNING 3 HOUT 32

33 OPVOLGINGSFICHE datum uren Verrichte taak opmerkingen Week 1 handtekening Ouders:.. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Week2 handtekening Ouders:.. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 3 HOUT 33

34 Week 3 handtekening Ouders:.. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Week 4 handtekening Ouders:.. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 3 HOUT 34

35 PROJECTRAPPORT (evaluatie per stap of werkgang) ZELFEVALUATIE Max. Punten lln. Punten lkr. Opmerkingen Voorbereiding Tekening op schaal 1: Schetsen: juiste verhoudingen, duidelijkheid, details zichtbaar. 9 Houtstaat 6 Totaal 25 Praktijk Maken en begrijpen van de werktekening: vooraanzicht, doorsneden, inkleuring (arceringen), correctheid van de afmetingen, stippellijnen, volle lijnen en doorsnedelijnen, zorg. 16 Uitsmetten: rekening houden Hout voor dit met houtgebreken, zo min mogelijk houtverlies, overhout project nog voorbereid door de max. 2cm. leerkracht. Schaven van het hout: vlak, Hout voor dit haaks, juiste breedte en juiste dikte. project nog voorbereid door de leerkracht. Plaatsen paringstekens: juiste plaats (niet op de verbinding zelf), op de juiste zijde (de mooiste), voldoende groot, duidelijkheid en gebruik van de juiste paringstekens HOUT 35

36 Afschrijven van het hout: gebruik maken van de werktekening, inkepingen op de juiste plaats (juiste diepte en juiste breedte), duidelijke lijnen, aanduiden van verloren hout, goed gebruik maken van winkelhaak en kruishout, de te boren gaten in de booglatten aanduiden. Eindlijnen moeten niet aangezien het hout al juist is afgekort. 14 Zagen van de inkepingen met de rugzaag: Goede zaaghouding, inzagen naast lijn in het verloren hout, niet te diep ingezaagd 9 Uitsteken van het verloren hout in de inkepingen: De juiste beitelkeuze( niet te breed of te smal voor uit te voeren werk), juiste hantering, juiste werkwijze gebruikt zoals beschreven en uitgelegd, veilige omgang en opbergen van de beitels, gebruik van houten hamer. 10 Opzuiveren van de losse onderdelen: de onderdelen met zorg behandelen om krassen en putjes in het hout te voorkomen, alle onderdelen opzuiveren met behulp van schuurpapier, goed de kopskanten opschuren, kantjes 10 3 HOUT 36

37 breken, niet schuren inkepingen. Samenstellen: het inpassen van legplank per legplank op de draaglatten, draaglatten voorboren, legplanken bevestigen op de draaglatten door middel van houtlijm en een schroef, booglatten voorboren, booglatten bevestigen in voorziene groef, de booglatten vastschroeven aan de legplanken. Afwerking: het wandrekje controleren aan de verbindingen en eventueel een teveel aan lijm verwijderen met de beitel, de kantjes van de booglatten breken (het scherpe weghalen), het wandrekje vernissen of eventueel verven in de gewenste kleur Totaal 91 Attitude Orde en netheid: op de werkbank, rond de werkbank, netheid van het werkpak, zorg voor het eigen werkstuk en dat van anderen. 8 Zorg voor materiaal en gereedschap: zuinig omspringen met materialen, gebruik van scherp gereedschap, niet gebruikt gereedschap in de 9 3 HOUT 37

38 bankgoot plaatsen, gereedschap gebruiken waarvoor het dient. Veiligheid: toepassen van de veiligheidsvoorschriften, deftig dragen van de werkkledij, veilig het gereedschap hanteren. 12 Zelfstandigheid: zelf problemen kunnen oplossen, zelf kunnen bepalen wanneer iets klaar is. 5 Tempo: zich kunnen houden aan vooropgestelde planning, niet wachten op anderen om op gelijke hoogte te blijven. 8 Totaal 42 Totaal 158 Handtekening Ouders:.. 3 HOUT 38

39 WERKPLAATSREGLEMENT HOUTBEWERKING Handtekening Ouders:.. 3 HOUT 39

40 BIBLIOGRAFIE HANDBOEKEN OTT, M., Technisch Tekenen HOUTBEWERKING. Richtlijnen- normenboogconstructies, 3 de druk, 1 ste oplage, De Boeck nv., Antwerpen, NOLL, T., Houtverbindingen. De complete handleiding, eerste druk, Forte uitgevers, Utrecht, HOLMES, R.,Meubelmaken. Het complete handboek, eerste druk, Westland nv, Schoten, INTERNET Houtfiche Rood Noors Grenen: Foto s van gereedschap: 3 HOUT 40