Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen. Docentenhandleiding. Cases en antwoordindicaties. Pierre Winkler

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen. Docentenhandleiding. Cases en antwoordindicaties. Pierre Winkler"

Transcriptie

1 Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen Docentenhandleiding Cases en antwoordindicaties Pierre Winkler b u s s u m

2 Deze docentenhandleiding hoort bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen van Pierre Winkler. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, Uitgeverij Coutinho Postbus AH Bussum info@coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN NUR 737/805 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 2/365

3 Inhoud Cases hoofdstuk 1 4 Cases hoofdstuk 2 25 Cases hoofdstuk 3 73 Cases hoofdstuk 4 98 Cases hoofdstuk Cases hoofdstuk Projectcases 213 Antwoordindicaties 274 Antwoordindicaties cases hoofdstuk Antwoordindicaties cases hoofdstuk Antwoordindicaties cases hoofdstuk Antwoordindicaties cases hoofdstuk Antwoordindicaties cases hoofdstuk Antwoordindicaties cases hoofdstuk Antwoordindicaties projectcases 343 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 3/365

4 Cases hoofdstuk 1 Cases hoofdstuk 1 NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud Alleen beslissen werkt niet Of toch wel? 5 Belangenconflict 6 De maatschappelijke verantwoordelijkheid van Canon 7 De zin van het leven een oefening in reflectie 9 Duurzaam bier 10 Ethische dilemma s ontwikkel je eigen analysemethode 11 Giftige stoffen in de fabriek 12 MVO-beleid en dilemma s in je latere beroepsomgeving 14 Relatiegeschenken (1) 15 Relatiegeschenken (2) 16 Sjoemelen met testrapporten wie is er verantwoordelijk? 17 Stemcomputers 20 Veiligheid en tijdsdruk 23 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 4/365

5 Cases hoofdstuk 1 Alleen beslissen werkt niet Of toch wel? In het interview met Huibrecht Bos van MoveNext (zie in de rubriek interviews op de site Transparantie is een kernbegrip ) zegt Bos (in zijn antwoord op de laatste vraag): In dat soort ethische dilemma s wil ik niet dat ik alleen de keuzes maak. Dat werkt niet. a b Geef redenen waarom dat inderdaad niet werkt. Ben je het honderd procent eens met deze stelling van Bos? Wil je wel bij alle ethische dilemma s een stem hebben of kun je situaties bedenken waarin je liever zou willen dat iemand anders (je baas, het management) voor je beslist? Mag je misschien zelfs verwachten dat in sommige, ethisch problematische situaties je baas of het management de beslissingen voor je neemt? Geef een beargumenteerd antwoord. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 5/365

6 Cases hoofdstuk 1 Belangenconflict Je bent net aangenomen bij Coster & Wagemans, een groot ingenieursadviesbureau. Het bureau is gespecialiseerd in afvalwaterzuivering en heeft de Gemeente Bussum als een van zijn grote opdrachtgevers. Op zekere dag wordt je bureau overgenomen door DeHaan Development, een projectontwikkelingsmaatschappij. De Gemeente Bussum weet dit uiteraard. Ze wil het bureau toch graag aanhouden vanwege zijn specifieke deskundigheid op waterzuiveringsgebied. Nu heeft de projectontwikkelingsmaatschappij een plan ingediend bij de Gemeente Bussum voor de bouw van een groot complex met luxe seniorenwoningen plus een luxe overdekte winkelpromenade. De afdeling Bouwzaken & Stadsontwikkeling van de Gemeente Bussum heeft inmiddels een negatief advies uitgebracht, onder andere vanwege de grootte van het complex en de kwetsbaarheid van het gebied, met name vanwege de kans op grondwatervervuiling. Jij hebt dat advies bestudeerd en de kans op grondwatervervuiling is inderdaad reëel. Je baas vraagt je om in een zitting van de Commissie Bouwzaken & Stadsontwikkeling als deskundige het woord te doen. Welk advies geef je tijdens deze zitting? Geef een beargumenteerd antwoord. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 6/365

7 Cases hoofdstuk 1 De maatschappelijke verantwoordelijkheid van Canon Het in-staat-zijn om op verschillende terreinen en in je relaties met verschillende stakeholders op een rationele manier MVO-beleid te ontwikkelen kun je de MVO-competentie van een organisatie noemen. In hoofdstuk 1 heb je een overzicht gezien van de voordelen van het ontwikkelen en versterken van die MVO-competentie op verschillende terreinen. Lees onderstaande advertentietekst. Leg uit op welke terreinen Canon met behulp van de advertentie over kinderen haar MVO-competentie probeert te benutten. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 7/365

8 Cases hoofdstuk 1 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 8/365

9 Cases hoofdstuk 1 De zin van het leven een oefening in reflectie Wat maakt jou gelukkig? Veel geld verdienen, carrière, een gezin, vrienden, anderen kunnen helpen, een mooi huis, een dikke BMW? a b c Benoem een aantal voorwaarden die voor jouw levensgeluk belangrijk zijn. Geef een korte schets hoe jij denkt die voorwaarden in je verdere leven te kunnen combineren. Vergelijk onderling jullie ideeën hierover. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 9/365

10 Cases hoofdstuk 1 Duurzaam bier Lees de tekst Gulpener brouwer wil meer dan rendement en beantwoord de volgende vragen. a b c Geef aan hoe Gulpen zijn visie op duurzaam en milieubewust ondernemen toepast als instrument voor marketing en pr. Geef aan hoe Gulpen zijn visie op duurzaam en milieubewust ondernemen toepast als instrument voor strategisch management. Geef aan hoe het bedrijf hiermee zorgt voor zingeving (voor de organisatie en voor haar werknemers). Gulpener brouwer wil meer dan rendement De Gulpener bierbrouwerij is een kleine speler in Nederland. Het bedrijf probeert zich te midden van de grote concerns te handhaven door echt werk te maken van duurzaam ondernemen en zich verantwoordelijk te voelen voor de regio waarin het opereert. Halmans, directeur van de brouwerij, heeft de ene na de andere regionale collega/concurrent zien verdwijnen of zien opgaan in een groot concern. Zo is Brandt uit het naburige Wylre eigendom van Heineken. Wij willen dat niet, zegt Halmans met nadruk. Je wordt een slaaf van de cijfers. Je hele onderneming wordt geregeerd door snelle prestaties. De korte termijn overheerst. Halmans realiseert zich echter duvelsgoed dat de globaliserende economie ondernemers niet meer met rust laat. Gebrek aan alertheid wordt genadeloos afgestraft. Natuurlijk moeten wij met rendement draaien, we moeten ook investeren. Maar ik wil de ruimte om mijn doelen op wat langere termijn te realiseren. Er is meer in het leven dan alleen maar rendement. Gulpen heeft een jaaromzet van 50 miljoen euro. Toen in de jaren negentig ook de grote brouwers de markt van het speciaalbier betraden een markt die voorheen aan de kleinere brouwers werd gelaten verdwenen veel van die kleinere brouwers of werden door de grote jongens opgekocht. Gulpen moest toen wel na gaan denken over zijn missie en strategie. We hebben toen besloten ons niet alleen maar op speciale bieren te richten, maar wel ons te onderscheiden door middel van kwaliteit en duurzaamheid. Recent introduceerde Gulpen als eerste merk biologisch bier. De brouwerij draait geheel op groene energie. We pasteuriseren ons bier hier ook niet, aldus Halmans. Daardoor is het niet lang houdbaar en moet je extra letten op reinheid, maar het komt de smaak zeer ten goede en het spaart energie. Die houding heeft ook een commerciële achtergrond, geeft Halmans toe. Duurzaam ondernemen is geen liefdadigheid, het biedt ons kansen, zo kunnen we ons onderscheiden. Dat is ons bestaansrecht, maar het komt wel van binnenuit. Het maken van biologisch bier geeft een heel gedoe, maar het past bij ons. Je moet ook met je hart durven ondernemen. We krijgen ook prijs op prijs. Dat gaat zich nu uitbetalen. Vorig jaar zijn we harder gegroeid dan de markt. Bron (bewerkt): Trouw, 15 maart 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 10/365

11 Cases hoofdstuk 1 Ethische dilemma s ontwikkel je eigen analysemethode a b Beschrijf een concrete case uit het (recente) nieuws, uit internetbronnen of uit eigen ervaring van een ethisch dilemma in jouw vakgebied. Ontwikkel en beschrijf op eigen kracht (dus zonder de volgende hoofdstukken te raadplegen) op basis van deze cases een stapsgewijze, rationele en objectieve methode van analyse van deze en dergelijke dilemma s. Deze methode zou dus het volgende model moeten volgen: Stap 1 Eerst dit onderzoeken/deze informatie verzamelen/dit afwegen... Stap 2 Dan dit onderzoeken/deze informatie verzamelen/dit afwegen... Enzovoort Laatste stap Conclusie op basis van de voorgaande stappen... Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 11/365

12 Cases hoofdstuk 1 Giftige stoffen in de fabriek Je werkt als ingenieur in een fabriek waar in het productieproces allerlei chemicaliën gebruikt worden. Op een avond lees je toevallig in de krant een artikel over Gentalax, een chemisch product waarvan onderzoek heeft aangetoond dat het bij mensen die ermee werken en via inademing op lange termijn nier- en leverbeschadigingen kán veroorzaken. Het werkelijke risico kan nog niet goed worden ingeschat, maar uit dierproeven is gebleken dat het risico zeker serieus te nemen is en verder onderzoek verdient. Je weet dat Gentalax op een van de productieafdelingen in jouw fabriek gebruikt wordt. Je werkt echter zelf niet op die afdeling en hebt ook geen controlerende bevoegdheid daar. De volgende dag besluit je toch het artikel mee te nemen naar je werk en aan de directie te laten lezen. Hun reactie is welwillend. Ze bedanken je voor het meenemen van het artikel en vertellen je dat ze het onderzoek naar de mogelijke risico s van Gentalax op de voet zullen blijven volgen, maar dat ze niet opeens kunnen stoppen met het gebruiken van dit product. Dat zou in hun ogen tot onacceptabele financiële schade lijden. Een maand later staat er opnieuw een artikel in de krant over Gentalax. Een gerenommeerd onderzoeksinstituut heeft aangetoond dat inademing van Gentalax inderdaad op termijn tot ernstige schade aan lever en nieren kan leiden. Je gaat opnieuw met het artikel naar de directie, maar hun reactie is nu niet meer zo welwillend. Ze zeggen dat ze het gewaardeerd hebben dat je er één keer melding van hebt gemaakt, maar dat het nu niet meer jouw zaak is en ook niet speelt op de afdeling waar jij werkt. Jou wordt dus dringend geadviseerd om je er niet meer mee te bemoeien. Bovendien, zo zeggen ze, voldoen ze nog steeds aan de geldende veiligheidsnormen van de overheid. a Wat doe je? Ga je lekken naar de krant of volg je het advies van de directie om je er niet mee te bemoeien? Of meld je de berichten over gezondheidsrisico s aan je collega s op de betreffende afdeling? Of? Geef een beargumenteerd antwoord. Na drie maanden is er nog steeds niets veranderd. Gentalax wordt nog steeds op die ene afdeling gebruikt. De directie besluit tot een reorganisatie en zegt jou vanwege bewezen verdiensten door de jaren heen een promotie te gunnen. Je kunt hoofd worden van de afdeling waar Gentalax gebruikt wordt. b Wat doe je? Accepteer je de baan? De gezondheidsrisico s voor jezelf blijven klein, omdat je als hoofd van de afdeling niet met Gentalax hoeft te werken en niet dagelijks op de werkvloer zult zijn. Die promotie betekent een aanmerkelijk hoger salaris en dat Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 12/365

13 Cases hoofdstuk 1 kun je erg goed gebruiken. De kosten van gezin, auto en hypotheek zijn nu immers wel erg zwaar. Geef een beargumenteerd antwoord. Op een gegeven moment ontstaat er een vacature op de afdeling waar Gentalax gebruikt wordt. Je zwager hoort van die vacature en belt je gelijk op. Hij is zeer geïnteresseerd, heeft de vereiste opleiding en heeft net ontslag gekregen vanwege reorganisatie bij zijn huidige bedrijf. Hij heeft dus dringend een nieuwe baan nodig. c Wat doe je? Zeg je niets over de risico s, net zoals je daarover aan je huidige collega s op die afdeling niets verteld hebt? Of vertel je het hem wel, met de grote kans je kent je zwager daar goed genoeg voor dat hij die informatie onmiddellijk aan de krant doorspeelt? Geef een beargumenteerd antwoord. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 13/365

14 Cases hoofdstuk 1 MVO-beleid en dilemma s in je latere beroepsomgeving a b c d e f g h Kies een organisatie waar je later wilt gaan werken. Raadpleeg indien mogelijk de website of probeer op een andere manier informatie te vinden over wat de organisatie doet en wie zij ziet als haar belangrijkste stakeholders. Schrijf zo veel mogelijk onderwerpen op waarop de organisatie verantwoordelijkheden heeft jegens haar stakeholders. Vergelijk je lijst met die van anderen en vul je lijst zo nodig aan. Beschrijf vervolgens individueel welke dilemma s de organisatie tegenkomt of kan tegenkomen met betrekking tot uiteenlopende belangen/verwachtingen van die stakeholders. Beschrijf individueel hoe de organisatie in haar MVO-beleid het best tegemoet kan komen aan die belangen/verwachtingen. Beschrijf de voordelen en eventuele nadelen voor de organisatie van jouw voorstellen voor MVO-beleid. Vergelijk deze uitwerking met die van anderen en bespreek de verschillen. Bewaar de uitwerking en bekijk ze nog eens als je dit hele boek hebt doorgewerkt. Kijk je er dan anders tegenaan? Vind je deze uitwerking dan ook nog volledig, juist en adequaat? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 14/365

15 Cases hoofdstuk 1 Relatiegeschenken (1) De praktijk van het geven van relatiegeschenken kan doorschieten en bedrijven belemmeren in het verkrijgen van de juiste handelspartners, het systeem van open concurrentie schaden, afbreuk doen aan kwaliteit van producten, enzovoort. In de zogeheten bouwfraudeaffaire bijvoorbeeld kwamen duidelijk de schadelijke economische en maatschappelijke gevolgen van excessieve relatiegeschenken naar voren. Maar waar moet je dan de grenzen stellen? Wat zou jij doen in onderstaande situatie? Wat doe je? Bedenk welke mogelijkheden je hebt, wat de argumenten voor en tegen zijn voor elk van deze mogelijkheden, en maak een beargumenteerde keuze. Je bent manager bij een groot bouwbedrijf en organisator van het jaarlijkse golftoernooi, waarvoor ook alle opdrachtgevers worden uitgenodigd. Een prima middel om het netwerk te versterken en tijdens het spelen mogelijke nieuwe opdrachten te bespreken. Het golftoernooi is een traditie geworden waar al je opdrachtgevers door de jaren heen enthousiast aan meedoen. Sinds de bouwfraudeaffaire heeft een behoorlijk deel van de opdrachtgevende bedrijven echter de regels voor het aannemen van geschenken aangescherpt. Je beseft dat je dit jaar van veel bedrijven vragen zult krijgen over de kosten van deelname aan het toernooi per genodigde, omdat in hun bedrijfscodes expliciet een maximumbedrag is opgenomen van de cadeaus die werknemers mogen accepteren. Jij hebt laten berekenen dat de kosten voor jouw bedrijf per deelnemer 65 euro bedragen. Veel bedrijven echter accepteren geen relatiegeschenken boven de 50 euro. De kans is dus groot dat als je het werkelijke bedrag van de kosten per deelnemer aan het golftoernooi laat weten, veel bedrijven ervan af zullen zien werknemers te laten deelnemen. Je kunt de bedrijven die er vragen over stellen, natuurlijk vertellen dat het bedrag per deelnemer niet boven de 50 euro komt. Een leugentje om bestwil, om zo te zeggen. Maar er zijn waarschijnlijk ook mogelijkheden om bepaalde kosten van het golftoernooi in de boekhouding elders op te nemen. Daardoor kun je de kosten van het toernooi zogenaamd verlagen en wordt dankzij deze creatieve boekhouding het bedrag van 50 euro toch op zijn minst een halve waarheid. Het golftoernooi is een evenement dat al sinds jaar en dag door veel opdrachtgevers erg gewaardeerd wordt en dat altijd weer interessante nieuwe contacten en opdrachten oplevert. Het op voorhand zelf annuleren van dit toernooi zou dus ook voor de managers van de bedrijven met een scherpe gedragscode een teleurstelling zijn. Een goedkoper alternatief voor het golftoernooi dat de opdrachtgevers net zozeer zou aanspreken, is niet makkelijk te verzinnen. Daar komt nog bij dat een ander deel van de opdrachtgevers nog helemaal niet zo strikt is in de beperking van het aannemen van relatiegeschenken. Je eigen bedrijf heeft overigens wel begin dit jaar een bedrijfscode met een strikte regel ingesteld inzake het aannemen van relatiegeschenken, een regel die het onmogelijk zou maken deel te nemen aan een dergelijk golftoernooi als dat door een ander bedrijf zou worden georganiseerd. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 15/365

16 Cases hoofdstuk 1 Relatiegeschenken (2) De praktijk van het geven van relatiegeschenken kan doorschieten en bedrijven belemmeren in het verkrijgen van de juiste handelspartners, het systeem van open concurrentie schaden, afbreuk doen aan kwaliteit van producten, enzovoort. In de zogeheten bouwfraudeaffaire bijvoorbeeld kwamen duidelijk de schadelijke economische en maatschappelijke gevolgen van excessieve relatiegeschenken naar voren. Maar waar moet je dan de grenzen stellen? Wat zou jij doen in onderstaande situatie? Je bent bouwkundig tekenaar bij bureau XBOUW dat veel voor projectontwikkelaars werkt. XBOUW is vaak betrokken bij adviezen over de keuze van aannemers en/of leveranciers voor grote civiele bouwprojecten. In de regel volgen de projectontwikkelaars deze adviezen op. In de loop der jaren heb je goede persoonlijke en zakelijke contacten opgebouwd met de topmensen van een aantal aannemersbedrijven en leveranciersbedrijven. Met enige regelmaat, zoals bij verjaardagen of feestdagen, krijg je persoonlijke cadeautjes aangeboden, zoals een tuinameublement, een fraaie golfset, en meerdere malen vrijkaartjes voor belangrijke voetbalwedstrijden In de gedragscode van XBOUW staat niets over het wel of niet aannemen van relatiegeschenken. Je weet dat collega s van jou deze relatiegeschenken altijd graag aannemen, onder het motto het is niet verboden dus mag het. Wat doe je? Beargumenteer je keuze! a b c d e f Je neemt de geschenken ook aan. Je collega s doen het immers ook. Je neemt ze niet aan, omdat je vindt dat je persoonlijke integriteit eronder zal lijden. Je verzoekt je baas om de gedragscode aan te scherpen en het aannemen van relatiegeschenken te verbieden. Maar het is niet zeker dat je baas dat zal doen en bovendien is de kans groot dat je collega s deze actie van jou niet zullen waarderen. Je belegt een vergadering met je collega s en je baas om deze zaak te bespreken. Als de meerderheid toch stemt voor het blijven accepteren van relatiegeschenken, leg je je daarbij neer. Je belegt een vergadering met je collega s en je baas om deze zaak te bespreken. Als de meerderheid toch stemt voor het blijven accepteren van relatiegeschenken, breng je de zaak naar de krant. Het aannemen van relatiegeschenken is immers schadelijk voor de hele markt, voor de opdrachtgevers en voor de burgers. Je vindt het een zaak van algemeen belang dat hier wat aan gedaan wordt. (andere keuze) Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 16/365

17 Cases hoofdstuk 1 Sjoemelen met testrapporten wie is er verantwoordelijk? Inleiding De case in het kader hieronder is een klassiek voorbeeld van een ethisch dilemma in de ingenieurspraktijk. Het is ten eerste klassiek, omdat de kwestie plaatsvond in 1968, dus alweer een hele tijd geleden, maar ook omdat de problemen die erin voorkomen, feitelijk van alle tijden zijn. Problemen dus waarmee jij ook in je beroepspraktijk te maken kunt krijgen. Je hebt als individu bepaalde belangen en verantwoordelijkheden, zoals de zorg voor je gezin en een inkomen verdienen, maar in je beslissingen laat je ook je geweten en je professionaliteit meespelen. En de organisatie waar je werkt, heeft ook te maken met haar eigen belangen en verantwoordelijkheden, zoals winst maken, betrouwbare producten leveren en werknemers die opgedragen taken goed uitvoeren. Die belangen en verantwoordelijkheden speelden toen, in deze case, allemaal een rol, maar doen dat nu ook in elke organisatie. Een organisatie heeft te maken met allerlei partijen: klanten, leveranciers, overheid, eigen personeel, milieugroeperingen, enzovoort. En al die partijen hebben bepaalde belangen en verantwoordelijkheden, net zoals de organisatie op zich die heeft. In dat complexe geheel van allerlei verschillende partijen is het onvermijdelijk dat er af en toe bepaalde belangen of verantwoordelijkheden conflicteren. En dan moet je een verantwoorde keuze kunnen maken. Dat is gewoon een onderdeel van het zakendoen van elke organisatie en dus ook een onderdeel van je werk op het moment dat jij er direct mee te maken krijgt en dat van jou keuzes verwacht worden. Het gaat, zoals blijkt uit de case in het kader hieronder, dus niet alleen om verantwoorde keuzes van de organisatie. Ook als individuele beroepsbeoefenaar kun je voor lastige dilemma s komen te staan en moet je daarin allerlei belangen kunnen afwegen. Niet alleen om het eigen geweten schoon te houden. Je hebt immers altijd in je functie ook verantwoordelijkheden ten opzichte van collega s en ten opzichte van de organisatie. In de case in het kader hieronder bijvoorbeeld heeft elke keuze van elk van de genoemde personen een belangrijke invloed op elk van de anderen en op de organisatie als geheel. Opdracht Zou jij hetzelfde gedaan hebben als Vandivier? Lees onderstaande case en geef daarna een beargumenteerd antwoord op deze vraag. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 17/365

18 Cases hoofdstuk 1 Sjoemelen met testrapporten In een competitie om het verwerven van een grote order voor vliegtuigremmen van de Amerikaanse Luchtmacht wist B.F. Goodrich alle concurrenten de loef af te steken met een zeer goedkope offerte en een vernieuwend ontwerp: een relatief licht en klein remsysteem, dat niettemin het vliegtuig binnen de vereiste afstand tot stilstand kon brengen. De prijs in de offerte was zo laag dat B.F. Goodrich waarschijnlijk verlies zou lijden op dit project. Dat was echter door de directie ingecalculeerd. Men had dringend nieuwe grote opdrachtgevers nodig en deze order zou zonder twijfel leiden tot nieuwe orders van de Amerikaanse Luchtmacht, zodat continuïteit, werkgelegenheid en rendement voor de langere termijn met deze order gegarandeerd zouden zijn. John Warren had dit remsysteem ontworpen en de prestaties op papier doorgerekend. Op basis van dit ontwerp moest zijn ondergeschikte, Searle Lawson, een eerste prototype bouwen en de rem testen in het testlab van B.F. Goodrich. Kermit Vandivier kreeg de taak om de testresultaten in een rapport voor de Amerikaanse Luchtmacht vast te leggen. Volgens de voorgeschreven testprocedure moest de rem 51 keer in een simulatieomgeving een vliegtuig tot stilstand kunnen brengen binnen de gestelde afstand, zonder dat de kwaliteit van het systeem aangetast zou worden. Dat lukte echter keer op keer niet. De temperatuur liep bij het remmen hoog op en de pakkingen bleken daardoor gedeeltelijk te verbranden. Geschrokken van het resultaat besloot Lawson, die deze testen uitvoerde, zelf nog eens de berekeningen van zijn directe chef, John Warren, over te doen. Daaruit bleek dat de remschijven eenvoudigweg te klein waren. Warren accepteerde deze nieuwe berekeningen van zijn ondergeschikte niet. Niet alleen omdat hij, een ervaren ingenieur met een respectabele staat van dienst in het bedrijf, het moeilijk vond om gecorrigeerd te worden door een jonkie, maar ook omdat de druk van bovenaf inmiddels behoorlijk groot was geworden. De directie had namelijk al aan de Amerikaanse Luchtmacht laten weten dat de eerste testresultaten zeer positief waren. Lawson ging daarop naar de baas van Warren, Robert Sink, maar ook deze poging om het risico van de nieuwe remmen te melden liep op niets uit. Sink weigerde eenvoudigweg om Lawsons resultaten te geloven. Warren stond bekend als een ervaren ingenieur en dus leek het Sink zeer onwaarschijnlijk dat Warren fouten had gemaakt in zijn berekeningen. Sink gaf Lawson opdracht gewoon door te gaan met testen. Omdat de daaropvolgende tests ook negatief uitvielen, kreeg Lawson van Sink de opdracht de tests aan te passen, omdat koste wat kost het testverslag positief moest zijn. Lawson liet vervolgens onder deze druk de meetapparatuur anders instellen. Ook werd na elke remtest voorafgaand aan een nieuwe test de rem gedemonteerd en schoongemaakt. Door deze en andere onregelmatigheden in de procedure werd de test van 51 keer remmen met hetzelfde goede resultaat uiteindelijk gehaald. Vervolgens vroeg Lawson aan Vandivier om hem te helpen met het schrijven van het testrapport. Vandivier, die via gesprekken met diverse betrokkenen geheel op de hoogte was van de manier waarop de testen uiteindelijk waren uitgevoerd, gaf aan dat hij voor het schrijven van een positief testrapport ongeldige gegevens moest gebruiken. Lawson was zich daar natuurlijk ook van bewust, maar vertelde Vandivier dat nu eenmaal van bovenaf was opgelegd dat dat positieve rapport er moest komen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 18/365

19 Cases hoofdstuk 1 Vandivier probeerde ten slotte nog de kwestie aan te kaarten bij Russell Line, senior manager binnen B.F. Goodrich, maar deze gaf aan dat Vandivier zich niet met zaken moest bemoeien die hem niet aangingen en gewoon de opdracht moest uitvoeren. Dat betekende feitelijk dat als Vandivier niet zou meewerken, hij ontslagen zou worden. Denkend aan zijn jonge gezin, zijn hypotheek en zijn nog af te betalen studieschuld, besloot Vandivier mee te werken aan het schrijven van het rapport. Bron (bewerkt): Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 19/365

20 Cases hoofdstuk 1 Stemcomputers In het interview met Huibrecht Bos van MoveNext (zie in de rubriek interviews op de site Transparantie is een kernbegrip ) geeft Bos als voorbeeld van het black-boxprobleem en de weerstand die dat oproept, dat sommigen de stemcomputers niet vertrouwen. Het consumentenprogramma TrosRadar besteedde ook aandacht aan dit probleem. Lees de drie onderstaande teksten en beantwoord de volgende vragen. a Weeg de maatregel die genomen is in een aantal staten in de VS (papertrail) af tegen de maatregelen die volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland genomen zijn. Verdient een van beide de voorkeur? Zijn ze (al dan niet gecombineerd) voldoende om de black box transparant te maken (voor het begrip transparantie, zie interview met Huibrecht Bos)? Welke aanvullende maatregelen kun je bedenken? b Een aantal politici wil weer terug naar het vertrouwde rode potloodje. Vind jij dat ook? Stel, voordat je antwoord geeft op deze vraag, een lijst op met zo veel mogelijk argumenten voor en tegen (twee kolommen). Geef vervolgens een beargumenteerd antwoord. Stemcomputers (tekst 1 van 3) Tot een aantal jaar geleden stemden we in Nederland gewoon nog met een potlood maar nu heeft 90 procent van onze gemeentes een stemcomputer. En nu staat er ineens een groep mensen op die zeggen dat die stemmachines niet te vertrouwen zijn. Past dit in het rijtje complotten achter de moord op Kennedy, breinmanipulatie en graancirkels, of is er echt wat aan de hand? Verkiezingsfraude is van alle tijden, maar de procedure was betrekkelijk waterdicht zolang een stembureau een of meer betrouwbare leden had. En aangezien tijdens Tweede Kamerverkiezingen in heel Nederland vele groepjes mensen in vele stembureaus zitten, moest het wel heel raar lopen wilde iemand er ongezien met de verkiezingen vandoor gaan. Met de komst van de stemcomputer is dit allemaal veranderd. Er is geen enkele manier waarop je, net als de mensen die toezicht houden in het stembureau, kunt zien of de stemcomputer je stem goed heeft verwerkt. Als je op de knop hebt gedrukt, is je stem weg. Maar waarheen? Een hertelling levert bij de Nederlandse stemcomputer altijd dezelfde uitslag op. Dus moeten we afgaan op de blauwe ogen van de fabrikant van de stemcomputer en dat maakt ons afhankelijk van zijn macht. En dat dat mis kan gaan, bleek in de Verenigde Staten. Het bedrijf Diebold, leverancier van stemcomputers, kwam zwaar onder vuur te liggen toen bleek dat er makkelijk te knoeien was met de stemcomputers. Kiezers konden meer dan één keer stemmen, konden de software veranderen en waren in staat de machine te sluiten voordat alle stemmen waren uitgebracht. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 20/365

21 Cases hoofdstuk 1 Het werd allemaal nog erger toen bleek dat het bedrijf banden had met presidentskandidaat Bush en dat een oud-medewerker van het bedrijf toegaf dat er gerommeld was. Om manipulaties te voorkomen is het inmiddels in 27 staten in Amerika verplicht een zogenaamde papertrail te hebben. Een papertrail houdt in dat er een papieren afdruk wordt gemaakt van elke stem, zodat hertelling mogelijk is. Ook Nederlandse stemcomputers zijn in het buitenland omstreden. De stemcomputers van apparatenfabriek Nedap/Groenendaal, die in Nederland 90 procent van de markt in handen heeft, zijn volgens een Iers onderzoek niet volkomen veilig. Daarom werden onze stemcomputers in Ierland niet gebruikt bij de verkiezingen. De gerenommeerde universiteit Princeton onderzocht vorige week hoe makkelijk een stemcomputer te kraken is. Het blijkt, volgens de onderzoekers, een fluitje van een cent. Ze hebben geregistreerd hoe ze de normale procedure van het opstarten van een stemcomputer volgen, en stemden vervolgens vier keer op George Washington en één keer op Benedict Arnold. Als ze de machine weer afsluiten, heeft Benedict Arnold de verkiezingen gewonnen met drie stemmen tegen twee. De onderzoekers lieten zien hoe ze binnen een minuut de computer konden infecteren met een virus dat de stemuitslagen verandert. Dit kan door geïnfecteerde software in de computer te brengen, eventueel door de computer open te schroeven. Het virus wist zichzelf, zodat naderhand nooit bewezen kan worden dat er geknoeid is. Bovendien kan de besmette software andere stemcomputers besmetten. Volgens de actiegroep Wijvertrouwenstemcomputersniet.nl werkt dit precies zo bij de Nederlandse stemcomputers. In juni 2005 hield minister Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing nog vol dat er in Nederland geen sprake kon zijn van geknoei met stemcomputers. Zijn exacte woorden in antwoord op kamervragen: Anders dan bij stembiljetten kan er juist bij stemmachines geen twijfel over bestaan dat de stemmen juist zijn geteld. Maar inmiddels is het ministerie van Buitenlandse Zaken hiervan teruggekomen en erkent dat er met stemmachines geknoeid kan worden. Ook hebben een aantal kamerleden van onder andere de SP en gemeenteraadsleden van verschillende gemeenten hun zorg geuit en willen ze weer terug naar het vertrouwde rode potloodje. Reactie ministerie van Binnenlandse Zaken op de TrosRadar-uitzending (tekst 2 van 3) Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op de hoogte van de actiegroep Wij vertrouwen stemcomputers niet. Er is geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van stemmachines. Het gebruik hiervan is ingebed in een nauwgezet omschreven proces met vele veiligheidswaarborgen. De regeling voorwaarden en goedkeuring stemmachines stelt onder meer als eis dat in de verkiezingen gebruikte stemmachines de door de kiezer uitgebrachte en bevestigde stem correct vastleggen. Keuringsinstelling TNO ziet hierop toe. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 21/365

22 Cases hoofdstuk 1 De in Nederland gebruikte stemmachines zijn niet met elkaar verbonden in een netwerk. Dat is niet voor niets. Het betekent namelijk dat wie de verkiezingsuitslag frauduleus wil beïnvloeden, een zeer groot aantal stemmachines moet openmaken en per apparaat de software moet manipuleren of vervangen. Dat is niet eenvoudig en vergt specialistische kennis. Bovendien worden de stemmachines beveiligd opgeslagen. Overigens is verkiezingsfraude een strafbaar feit met hoge straffen en een actieve vervolging. Om de zeer geringe mogelijkheden tot fraude nog kleiner te maken neemt het ministerie in samenwerking met de fabrikanten maatregelen die nog voor de verkiezingen worden ingevoerd. Het gaat dan om verzegeling van de stemmachines, extra beveiliging van de software en controle van de software door TNO. Bron (bewerkt): 25 september 2006 Stem op CDA is eenvoudig met een tomtom af te luisteren (tekst 3 van 3) door Sytse Wilman Protestbeweging Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet (WVSCN) heeft een manier gevonden om de computers af te luisteren. Daarmee komt het stemgeheim in gevaar. Fabrikant Nedap onderzoekt de zaak. Volgens Rob Gonggrijp van Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet was het betrekkelijk eenvoudig om de stemcomputers af te tappen: Wij luisteren het radiosignaal van het beeldscherm af. Als de partij waarop de kiezer stemt, op het beeldscherm verschijnt, maakt dat geluid. De databurst, een krakende ruis, is per partij verschillend. Met een simpele scanner pikken we dat op. De stem werd op een tomtom weergegeven. Dat kan ook met een andere computer, maar een tomtom heeft een handig stekkertje en kan het mooi visueel weergeven, verklaart Gonggrijp. In de kieswet staat dat het stemgeheim van de kiezer gewaarborgd moet zijn. WVSCN beweert een stem tot een afstand van dertig meter op te kunnen vangen. Vooralsnog lopen alleen CDA-stemmers gevaar om hun stemgeheim te verliezen. Dat komt door het accent in de partijnaam Christen Democratisch Appèl. Het accentteken zit niet standaard op het beeldscherm en moet uit puntjes worden opgebouwd. Dat geeft een makkelijk te herkennen signaal. Gonggrijp en de zijnen verwachten dat ze binnenkort ook stemmen op andere partijen kunnen opvangen. Nedap, het bedrijf dat stemcomputers maakt, gaat de kwestie onderzoeken. Verkiezingsspecialist Hans van Wijk van Nedap denkt het lek met een paar eenvoudige tegenmaatregelen te kunnen dichten. Welke maatregelen dat zijn, weigert hij te vertellen. Dan blijven we aan de gang, we willen geen wapenwedloop. Bovendien wijst Van Wijk erop dat WVSCN geen computers uit het veld heeft gebruikt. Onzin, reageert Gonggrijp. Wij hebben de computers van gemeentes gekocht of geleend. Bron (bewerkt): Trouw, 7 oktober 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 22/365

23 Cases hoofdstuk 1 Veiligheid en tijdsdruk Lees de tekst in het kader hieronder. Stel, het management van deze organisatie, waar jij dus in dienst bent, besluit om de auto toch snel op de markt te brengen. Na twee maanden wordt de nieuwe, grotere airbag in het fabricageproces opgenomen en vanaf dat moment voldoet de auto wel aan de veiligheidsnormen. In de eerste twee maanden zullen naar schatting zo n vijftienhonderd auto s worden geproduceerd en op de markt gebracht. Schrijf echter voordat je tot een keuze komt! eerst jullie gedachten op papier over elk van onderstaande onderwerpen, die in het kader van deze casus een rol kunnen spelen: 1 De andere keuzemogelijkheden voor deze autofabrikant. 2 Omzetverliesrisico bij uitstel van het op-de-markt-brengen van het nieuwe model. 3 Risico van verlies van werkgelegenheid (op korte of lange termijn), doordat de concurrentie een groter marktaandeel verkrijgt. 4 Risico van imagoschade, als autobladen en -programma s erachter komen dat deze airbag te klein is en dus niet honderd procent veilig. 5 Risico van dodelijk letsel door het niet-veilig-zijn van de airbag. Ga ervan uit dat dat risico zeer klein is, maar wel reëel aanwezig. 6 Risico van nadelig effect op de bedrijfscultuur, omdat bewust veiligheidsnormen overschreden worden. 7 Jouw eigen verantwoordelijkheid en jouw eigen geweten. Ben jij slechts een radertje in het geheel en hoef je je dus niet schuldig te voelen als er ongelukken gebeuren, kun je echt niet verder werken in deze organisatie als het management bovenstaande beslissing neemt, ga je de beslissing van het management lekken naar auto- of consumentenbladen of -programma s, of? Geef ten slotte, dus pas nadat je over elk van deze onderwerpen je gedachten op papier hebt gezet, een oordeel. Heeft deze autofabrikant de juiste keuze gemaakt of was een andere keuze beter geweest? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 23/365

24 Cases hoofdstuk 1 Veiligheid en tijdsdruk Stel: je bent een net afgestudeerde werktuigbouwkundig ingenieur en hebt een baan bij een grote autofabrikant. Een nieuwe auto moet zo snel mogelijk op de markt gebracht worden, omdat de concurrent een vergelijkbaar model ontwikkelt. Morgen komt de keuringscommissie, die de botsproeven controleert. Er is één probleem: de airbag is te klein. Een airbag die wel aan de eisen voldoet, is pas over twee maanden leverbaar. Als daarop gewacht wordt, kan de auto pas over een halfjaar gekeurd worden en heeft de concurrent een groot voordeel. Met een slim trucje zal de auto door de keuring heen kunnen komen. Beduvel je de commissie of wacht je op de goede airbag, waardoor je bedrijf een heleboel winst misloopt? Dat was de casus waarop alle tweedejaarsstudenten werktuigbouwkunde een paar weken lang hebben zitten zweten. Harry van Leeuwen, coördinator van het project: Iedere werktuigbouwkundestudent moet tijdens zijn studie één keer met een ethisch probleem in aanraking komen. De studenten hebben het geschetste probleem als heel realistisch ervaren. Uit de evaluatie blijkt dat de studenten een enorm hoge waardering hadden voor de ethiekcolleges, vertelt Van Leeuwen tevreden. Ik was wel verrast over het gemak waarmee de meeste studenten ervoor kozen om de keuringscommissie te misleiden, maar ik vond het toch mooi dat ze er vrijwel allemaal op stonden dat er uiteindelijk een veilige auto zou worden geproduceerd. Martijn te Voert is een van de studenten die een oplossing voor het probleem moest bedenken. In onze groep van negen mensen waren er drie verschillende meningen, maar er was niemand die de keuring wilde uitstellen. In het begin was ik er fel tegen, omdat het wellicht mensenlevens kon kosten, maar ik realiseerde me later dat je wel aan je eigen toekomst moet denken. Hans Schippers van de bestuurscommissie Techniek en Ethiek is tevreden over het project. Het was de bedoeling dat de studenten praktisch na zouden denken over een ethisch dilemma. Iedereen kan er mee te maken krijgen. Martijn te Voert zegt er ook zeker iets van geleerd te hebben. Ik zal er bij andere problemen nog weleens aan terugdenken, maar als ik over tien jaar voor hetzelfde dilemma kom te staan, weet ik niet of ik dezelfde oplossing zal bedenken. Bron: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 24/365

25 Cases hoofdstuk 2 Cases hoofdstuk 2 NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud Aardbevingbestendig bouwen 26 Accountants moeten alle nevenactiviteiten stoppen! 27 Alcoholcontrole op het werk 29 Besmet ijs 31 Bierbrouwer moet gratis condooms uitdelen 32 Churning 33 De fundamentele vrijheid om te discrimineren 35 Chantage 43 Lezer wordt gehersenspoeld over terrorisme 45 Commerciële druk 47 Deense cartoons vrijheid, verantwoordelijkheid en de zwakkere partij 48 Ik heb dat zo niet bedoeld Over verantwoordelijkheid voor uitspraken in een interview 50 Digital Rights Management-systemen (1) 51 Digital Rights Management-systemen (2) 52 Drogredenen 53 DVD Jon en decss 54 Enronitis Fictief boekhouden in een fictieve wereld 55 Fatale ineenstorting natuurlijke systemen nabij 58 Fouten in het bestek 61 Google in China 62 P2p-netwerken en auteursrecht 66 Spam of vrijheid van meningsuiting? 69 Te veel weten 71 Vrijheid van concurrentie een voorbeeld van vrijheid als recht én plicht 72 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 25/365

26 Cases hoofdstuk 2 Aardbevingbestendig bouwen Je bent aannemer in Turkije. Je hebt door de grote concurrentie moeite om het hoofd boven water te houden. De stedelijke overheid vraagt je een offerte uit te brengen voor de bouw van een serie nieuwe woonhuizen. Het is algemeen bekend dat de stad aardbevinggevoelig is, en dus zouden de huizen aarbevingbestendig gebouwd moeten worden. Dat is echter een stuk duurder dan gewoon bouwen. De kans is dus groot dat als je met een offerte komt voor aardbevingbestendig bouwen, je de opdracht niet zult krijgen, omdat je concurrenten ongetwijfeld een lagere offerte zullen uitbrengen, zonder bij het bouwen rekening te houden met het aardbevingsrisico. Werk dit dilemma uit volgens het stappenplan en geef op basis daarvan aan wat je gaat doen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 26/365

27 Cases hoofdstuk 2 Accountants moeten alle nevenactiviteiten stoppen! Lees onderstaand artikel en beantwoord de volgende vragen. a b c Koster spreekt over verschillende belangen van de accountant bij controle respectievelijk de nevenactiviteiten. Geef een opsomming van de belangen die de accountant heeft bij controle en van de belangen van de accountant bij de nevenactiviteiten. Vind je dat inderdaad deze belangen bij de onderscheiden taken (controle versus nevenactiviteiten) kunnen botsen, zoals Koster zegt? Leg uit. Geef daarbij een voorbeeld waarbij het algemeen belang botst met persoonlijke belangen van de klant. Volgens Koster moet de accountant in de goedkeurende verklaring duidelijker uitleggen welke keuzes er gemaakt zijn. Smit, directeur van het Nivra, is het daar niet mee eens, omdat, naar zijn mening, de accountant niet de verantwoordelijkheid heeft om de keuzes uit te leggen die het bestuur van een onderneming maakt bij de uitleg van de regels. Wie geef je gelijk? Hoever gaat de (maatschappelijke) verantwoordelijkheid van de accountant? Een accountant heeft immers een belangrijke rol in het waarborgen van het maatschappelijk vertrouwen. Geef een beargumenteerde mening. AMSTERDAM, 16 SEPTEMBER. Accountants moeten stoppen met advisering en zich beperken tot de controle van cijfers, vindt toezichthouder Paul Koster. Accountants moeten alleen nog maar jaarrekeningen controleren en moeten alle nevenactiviteiten stoppen of afstoten. Op de jaarlijkse Nordemann-lezing van de Universiteit van Amsterdam zei Koster vanmiddag dat de wettelijk toebedeelde controletaak van accountants zich niet meer verhoudt tot hun commerciële adviespraktijk. Kort geleden ging het grote kantoor Arthur Andersen te gronde door een financieel schandaal bij zijn klant Enron. Volgens Koster worden de risico s te groot dat nieuwe schandalen het aantal wereldwijd opererende accountantskantoren verder verkleinen. Hij roept de sector op zelf het initiatief tot splitsing te nemen. De wetgever verplicht ondernemingen hun jaarrekening door een accountant te laten controleren, om zo het maatschappelijk vertrouwen te waarborgen. Die controle vergt volgens Koster een hoge morele waardigheid en een bovengemiddeld ethisch bewustzijn. Maar bij de nevenactiviteiten van accountants staat de klant centraal in plaats van het algemeen belang en is volgens Koster de morele waardigheid beperkter. Die belangen botsen. Accountants moeten duidelijker en transparanter zijn over welk belang zij vertegenwoordigen en niet de markt laten raden welk belang prevaleert. Accountants, aldus Koster, kunnen hun controletaken niet goed combineren met commercieel advies: De controle van jaarrekeningen is wettelijk voorgeschreven. Accountants leven bij de gratie van de wetgever. Zij zijn de bewakers van het vertrouwen in het maatschappelijk verkeer. Dat maakt het Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 27/365

28 Cases hoofdstuk 2 beroep een spil in het economisch verkeer en vereist een hoge morele waardigheid en sterk ontwikkeld ethisch bewustzijn. Maar bij commercieel advies staat alleen het belang van de klant centraal. Die belangen botsen. Koster vindt de methode van Chinese muren, waardoor belangenconflicten kunnen worden ingedamd, onvoldoende: Van Chinese muren wordt wel gezegd: de Mongolen zijn er ook overheen gekomen. Zulke oplossingen kunnen niet het vertrouwen geven waar de markt om vraagt. Bovendien krijgen de medewerkers van accountantskantoren een tweeledige boodschap. Zij moeten soms twee belangen dienen. Je kunt het het personeel niet kwalijk nemen dat het af en toe fout gaat. De organisaties hebben ook de verantwoordelijkheid om bescherming te bieden aan hun personeel. Koster bepleit een uitgebreidere goedkeurende verklaring van de accountant. De huidige verklaringen staan bol van de voorbehouden. Het zijn inerte, statische verklaringen waar buitenstaanders weinig mee kunnen. Maar zij controleren wél namens de samenleving. Accountants moeten beter communiceren met de buitenwereld. Ik wil pleiten voor een uitgebreidere paragraaf waarin de accountant toelicht welke keuzes er gemaakt zijn. Als de winstmarge van een bedrijf verbetert, terwijl de markt het slechter doet, mag de accountant dat uitleggen. Is er niet geschoven met omzet of voorraden? Kan hij dat waarborgen? Boekhoudregels geven veel vrijheid voor interpretatie. Leg die keuzes maar uit, zeg ik: de snelheid waarmee bezittingen worden afgeschreven, de gekozen rekenrente waarmee de marktwaarden van bezittingen en verplichtingen worden berekend, ga zo maar door. Ook in internationaal verband is er wat dit betreft veel beweging. Sinds kort mogen kantoren in de Verenigde Staten slechts een bepaald gedeelte van belastingadvies doen. Dat wordt wel heel moeilijk om correct op te volgen. En hoe moeten toezichthouders dat gaan controleren? In Frankrijk zijn controle en advies al jarenlang scherp gescheiden. In Nederland heb ik de laatste tijd te vaak van grote beleggers gehoord dat ze niet tevreden zijn over de wijze waarop accountants nu functioneren. Het Nivra wijst de oproep van Koster van de hand. Er bestaan al genoeg waarborgen om de onafhankelijkheid van de accountant te waarborgen. Tweede Kamerlid De Haan (CDA) is het in het hart eens met het voorstel van Koster. Ik heb het altijd een dubieuze ontwikkeling gevonden dat accountants meer gingen verdienen met advies dan met controle. Kamerlid Douma (PvdA) deelt de vrees van Koster, maar vindt splitsing ook te ver gaan. Directeur Gert Smit van beroepsorganisatie Nivra: Wij verbazen ons over de uitlatingen van de heer Koster. Laat de AFM zich concentreren op het verstrekken van vergunningen en niet op de stoel van de wetgever gaan zitten. Accountants hebben fiscale expertise juist nodig bij hun controle op jaarrekeningen. De goedkeurende verklaring moet niet uitgebreid worden, want de accountant controleert. Hij moet niet de keuzes gaan uitleggen die het bestuur van een onderneming maakt bij de uitleg van de regels. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 16 september 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 28/365

29 Cases hoofdstuk 2 Alcoholcontrole op het werk Lees onderstaande twee cases over alcoholcontrole en analyseer het probleem. Vind je vrijwillige alcoholcontrole acceptabel? Vind je onaangekondigde (en verplichte) alcoholcontrole acceptabel? Of kunnen ze allebei niet? Gebruik het stappenmodel voor ethische analyse. Esso zal verdachte onderaannemers ademtest afnemen Oliemaatschappij Esso gaat een vrijwillige alcoholtest invoeren voor werknemers van onderaannemers van wie het vermoeden bestaat dat zij onder invloed van alcohol zijn. De apparatuur voor ademanalyse wordt geïnstalleerd bij de portiers van de Esso-raffinaderij in de Botlek en bij het hoofdkantoor in Breda. De test maakt volgens Esso onderdeel uit van de normale bewakingsprocedures die de onderneming toepast. Het is bij ons gebruik dat de portiers personen die een mogelijk gevaar voor de installaties kunnen vormen, de toegang tot het terrein weigeren. Bezoekers die het daar niet mee eens zijn, kunnen een gesprek met de verantwoordelijke chef eisen. Als die discussie niets oplevert, kan de bezoeker vragen om een ademtest zodat hij kan bewijzen niet onder invloed te zijn, aldus een woordvoerster van Esso Nederland. De testmogelijkheid is volgens haar bedoeld voor werknemers van onderaannemers, omdat we daar minder zicht op hebben dan op ons eigen personeel. De vakbonden zijn niet gelukkig met de invoering van een alcoholcontrole bij Esso. Hoewel het concern zelf ontkent dat deze maatregel een opstapje zou zijn naar de invoering van een steekproefsgewijze alcoholcontrole onder het gehele personeelsbestand, zet M. Siecker van de Industriebond FNV daar grote vraagtekens bij: Wij denken dat ze dat wel gaan doen. Die gedachte van Siecker is niet ongefundeerd. Esso heeft in 1989 al eens geprobeerd om een dergelijke controlemogelijkheid in te voeren, maar heeft dit plan als gevolg van de grote weerstand weer ingetrokken. Ook de Industriebond is volgens Siecker voorstander van het vergroten van de veiligheid op de werkvloer. Wie duidelijk beschonken bij de poort aankomt, mag natuurlijk het terrein niet op. Wij zijn echter bang dat de portiers straks willekeurig mensen gaan aanwijzen om zo n ademtest te ondergaan. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 19 januari 1994 Onaangekondigde alcoholcontrole voor Antwerpse brandweer Brandweerlui worden onaangekondigd op alcohol getest. De tests vloeken met een wettelijk verbod. De stad Antwerpen beroept zich voor de alcoholtests op een eerdere beslissing van de gemeenteraad. Ze zegt met de juridische diensten overleg te hebben gepleegd en groen licht te hebben gegeven omdat de controles om veiligheidsredenen preventief gebeuren. Brandweerlui zijn sinds begin dit jaar regelmatig voorwerp van een onaangekondigde alcoholcontrole op het werk. Brandweerkolonel Chris Addiers beslist welke ploeg in welke kazerne wordt aangeduid. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 29/365

30 Cases hoofdstuk 2 Wie positief test, wordt doorverwezen naar de korpsarts voor een gesprek en een eventuele behandeling. Bij de brandweer circuleert intussen een petitie waarin de controles een heksenjacht worden genoemd. Van privacy bij de blaasproef is geen sprake. De collega s kunnen de resultaten zien. Wie weigert en naar drankgebruik ruikt, wordt positief beschouwd en krijgt bovendien een tuchtverslag. Wie duidelijk nuchter is, maar principieel weigert, wordt doorverwezen naar de arbeidsgeneesheer. Gelijkaardige proeven worden afgenomen bij arbeiders van de stadsdiensten Stadsontwikkeling en Buurtonderhoud. Geen wettelijk kader De vakbonden zijn van de alcoholtests op de hoogte en stemden in met de procedure, op voorwaarde dat ze niet als tuchtmaatregel wordt gebruikt. Toch is de test niet evident. Een koninklijk besluit van 28 mei 2003 verbiedt de werkgever drugs- of alcoholtesten te organiseren, zelfs met uitdrukkelijke toestemming van de werknemer. Federaal minister van Werk Peter Vanvelthoven (sp.a) legt nog deze maand een nota over drugs- en alcoholgebruik op de werkvloer voor aan de sociale partners, maar wil het principe van het verbod op controle handhaven. Bron (bewerkt): Het Nieuwsblad, 9 juni 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 30/365

31 Cases hoofdstuk 2 Besmet ijs Werk onderstaand dilemma uit volgens het stappenplan en geef op basis daarvan aan wat je gaat doen. Je werkt al sinds jaar en dag als procescontroleur bij een producent van ijsjes. Twee maanden geleden is jouw baas plotseling vertrokken en ben jij door de directie aangesteld als tijdelijk manager verantwoordelijk voor de totale kwaliteitscontrole van de productieprocessen. Het ziet ernaar uit dat als je het in de ogen van de directie goed doet, je deze functie mag blijven vervullen. Op een dag komt een van de controleurs aan wie jij leiding geeft, met de melding dat er bij een steekproef resten van een schoonmaakmiddel in een partij ijsjes is aangetroffen. Het aangetroffen gehalte is erg laag en in de praktijk onschadelijk voor consumenten, maar ligt wel hoger dan de norm die volgens de bedrijfsprocedures toegestaan is. Het overschrijdt ook de norm van de landelijke keuringsdienst, dus als die erachter zou komen, zou dat ongetwijfeld tot een vermaning of een boete leiden. Het lijkt me beter om de partij te vernietigen concludeert de controleur. De kans is weliswaar klein dat de keuringsdienst erachter komt en de consument zal er niet ziek van worden, maar als ze er wel achter komen, hebben we meteen de media op ons dak en dan is de schade niet te overzien. Je twijfelt. De redenering van je controleur klinkt zinnig, maar er zijn ook andere belangen. Als je de partij vernietigt, kun je afspraken met een aantal grote klanten niet nakomen. En de directie zal het ook niet leuk vinden als je ze moet vertellen van dit incident. De kans dat je in deze functie mag blijven wordt dan misschien wel erg klein. De controleur ziet je twijfelen. Weet je wat, zegt hij, met de beste bedoelingen, mijn vrouw werkt bij een liefdadigheidsinstelling die een groot project doet voor arme scholen in Polen. Waarom sturen we de hele partij niet daar naartoe? Vinden die kinderen vast geweldig en we kunnen er hier ook nog reclame mee maken! Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 31/365

32 Cases hoofdstuk 2 Bierbrouwer moet gratis condooms uitdelen Lees onderstaand krantenartikel. Geef een beredeneerd standpunt over de vraag of de bierbrouwer wel of niet de maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft om gratis condooms uit te delen. Doe dat op basis van het stappenplan gegeven in hoofdstuk 2. Bierbrouwer zou gratis condooms moeten uitdelen BRUSSEL De Nederlandse minister van ontwikkelingssamenwerking Agnes van Ardenne roept de hulp in van Heineken om de verspreiding van ziekten als aids en malaria tegen te gaan. Omdat de bierbrouwer actief is in arme Afrikaanse landen, kan via die weg de plaatselijke bevolking makkelijk bereikt worden om bijvoorbeeld condooms of muskietennetten uit te delen, is haar redenering. Je ziet overal ter wereld wel bier- of colaflesjes, zelfs in de meest arme landen, aldus Van Ardenne. Daarom wil ik Heineken benaderen om mee te werken aan de verspreiding van condooms of bednetten. Ze vraagt ook andere landen om contact op te nemen met grote drankproducenten. Bron: Metro (Vlaamse editie), 25 mei 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 32/365

33 Cases hoofdstuk 2 Churning Werk onderstaand dilemma uit volgens het stappenplan en geef op basis daarvan aan wat je gaat doen. Je bent als beleggingsadviseur werkzaam bij een effecteninstelling. De concurrentie en de strijd om cliënten is moordend. Dat brengt vooral jou de laatste tijd in een lastig parket. Je cliënten willen graag zo snel mogelijk zo veel mogelijk winst maken. Dat wil jij natuurlijk graag ook voor je cliënten, maar hun leken -visie op de manier om dat te bereiken is anders dan die van jou, als deskundige. Je cliënten zien graag dat jij zo actief mogelijk met hun portefeuilles bezig bent en continu transacties uitvoert, in de verwachting daar snelle winst mee te behalen. Jij weet dat dat zo niet werkt en dat af en toe rust en even afwachten op termijn vaak betere resultaten geeft. Jouw baas wil echter ook zo veel mogelijk transacties zien, niet omdat dat de klant ten goede komt, maar omdat elke transactie de instelling provisie oplevert. Op een zekere dag heb je je jaarlijkse functioneringsgesprek met je baas. Hij laat weten wel en niet tevreden te zijn. Wel tevreden, omdat je kennis van zaken hebt en de waarde van de portefeuilles die jij beheert, gemiddeld genomen groeit, maar niet tevreden omdat het aantal transacties dat jij uitvoert, lager ligt dan dat van je collega s. Hoe meer transacties, des te meer winst we maken, legt hij uit alsof je dat zelf al niet wist en onze cliënten zien ook graag zo veel mogelijk actie van ons, dat geeft hun het idee dat we erg ons best voor hen doen. Doe dat dus gewoon. Zij blij, wij blij. Je denkt even na en besluit dat dit voorstel je toch echt te ver gaat. Dan doe ik feitelijk alleen maar transacties voor onze provisie in plaats van dat ik het doe om winst te maken voor mijn cliënten. En ik wil mijn werk ook graag goed doen en dat betekent niet blind transacties doen, maar zorgen voor waardegroei op termijn van de portefeuilles die ik beheer. Dat is immers mijn vak. Ik wil graag een deskundige en betrouwbare beleggingsadviseur zijn. Het is ook een kwestie van beroepseer, beroepstrots. Als dat er niet meer is, wordt het werken gauw een stuk minder leuk en ga je het ook minder goed doen. Stilte. Je baas zucht, maar zegt even niets, zich duidelijk even geen raad wetend met jouw verzet. Je besluit er nog een schepje bovenop te doen. Mijn nichtje heeft een tijdje terug een tweedehands auto gekocht van een louche handelaar. Na een halfjaar hield die bak er opeens mee op en bij controle door de ANWB bleek hij eigenlijk rijp voor de sloop. Geen garantie, geld weg. Dat was lekker snel geld verdienen voor die handelaar, maar zo wil ik niet werken. Bovendien is handel in effecten met alleen maar als doel winst te maken voor de instelling bij wet verboden. Dat heet churning en daar staan zware sancties op. Daar moet je toch ook rekening mee houden, want... Ach man, hou toch op, onderbreekt je baas je abrupt en duidelijk geïrriteerd, dat kunnen ze toch nooit hard maken. We hebben geen keus. We moeten gewoon meer winst maken en dat doe je door meer transacties uit te voeren. Zo simpel is het. Wat denk je nou? Dat onze concurrenten het niet doen? Wij hebben gewoon geen keus, en jij dus ook niet. Dus als jij je niet schikt, laat ik het maar even bot zeggen, dan raad ik je aan om maar eens om je heen te kijken naar ander werk. Misschien kun je zelf wel een goede verkoper van tweedehands auto s worden, zo een die alles eerlijk doet en alles open en eerlijk aan zijn klanten vertelt. Ben benieuwd hoe lang je het daar volhoudt. Maar ik Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 33/365

34 Cases hoofdstuk 2 weet één ding zeker: jouw houding zal daar niet werken, net zo min als hier. Het leven zit nu eenmaal niet zo eerlijk in elkaar. Er valt weer een stilte, maar dieper en pijnlijker dan de vorige. Dan staat je baas op en loopt naar de deur van zijn kamer. Kom op, laten we dit rotgesprek maar zo snel mogelijk vergeten. Je weet dat ik je kennis van zaken zeer hoog inschat en dat ik je ook nog persoonlijk een aardige peer vind. Ik ben niet voor niks vorige maand op je bruiloft geweest. Denk aan je carrière, je vrouw, aan mij, aan je collega s. Doe nou gewoon wat ik zeg, laat dat ook de komende weken even zien en dan zijn we weer even goede vrienden. Akkoord? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 34/365

35 Cases hoofdstuk 2 De fundamentele vrijheid om te discrimineren Het is aan te raden om in dit verband ook het eerste deel van het artikel op de site over vrijheid, bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk, te lezen. De vrijheid om te discrimineren is de fundamenteelste van alle vrijheden, vindt Matthias Storme, hoogleraar Vergelijkend Recht aan de KU Leuven en de Universiteit van Antwerpen. Zonder die vrijheid bestaan de meeste andere fundamentele vrijheden volgens hem gewoonweg niet. Zodra homofobie 1 een misdrijf is, leven we in een totalitaire staat. Een discriminatieverbod voor burgers is een totalitaire aanslag op de democratie. Lees het artikel van Storme en beantwoord de volgende vragen. a b c d e Onder het kopje Onderscheid tussen recht en fatsoen stelt Storme: Een op vrijheden gebouwde democratische samenleving vereist allereerst een onderscheid tussen recht en moraal. Leg deze stelling uit. Onder het kopje Onderscheid tussen recht en fatsoen stelt Storme dat het recht op vrijheid van meningsuiting absoluut is en dat je dus zelfs de meest onfatsoenlijke mening moet kunnen uiten. Vergelijk het aan het eind gegeven artikel van Theo van Gogh met een reactie van een lezer. Wie geef je gelijk? Geef een beargumenteerd antwoord. Onder het kopje Onderscheid tussen recht en fatsoen (onderaan) stelt Storme: Die éne bepaling is al voldoende om die grondwet te verwerpen, omdat ze een nieuwe vorm van totalitarisme, een nieuwe theocratie bekrachtigt. Leg deze stelling in eigen woorden uit. Onder het kopje Perverse identificatie van recht en moraal stelt Storme: Het onderscheid tussen recht en moraal is niet alleen een voorwaarde voor de grondvrijheden, maar ook voor het ethisch debat en voor het morele handelen zelf. Leg deze stelling (volledig) uit, in eigen woorden. Onder het kopje Perverse gelijkschakeling van burgerplicht met overheidsplicht stelt Storme: Wezenlijk is dat er wel externe grenzen kunnen zijn aan die vrijheden. Geef met argumenten aan welke externe grenzen volgens jou aan die vrijheden gesteld kunnen worden. 1 Homofobie: letterlijk: angst voor homo s; negatief oordeel over homo s Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 35/365

36 Cases hoofdstuk 2 f Onder het kopje Redenen tegen een discriminatieverbod stelt Storme: Onder de beperkingen ook een recht op gelijke behandeling plaatsen, is een pervertering van het legaliteitsbeginsel. Ben je het eens met deze stelling. Leg uit waarom wel of niet. g Onder hetzelfde kopje (reden 4) stelt Storme: Alleen door een vrijheidsruimte te scheppen waarbinnen mensen het recht hebben om te discrimineren, kunnen menselijke deugden tot hun recht komen, kunnen mensen aan zingeving, betekenisoverdracht, identiteitsbeleving, zorg en solidariteit doen. Welke vrijheden binnen deze vrijheidsruimte zijn nodig om aan zingeving, betekenisoverdracht, identiteitsbeleving, zorg en solidariteit te kunnen doen, en waarom zou het recht om te discrimineren een fundamenteel recht zijn om deze vrijheden werkelijk gestalte te kunnen geven? h In een andere case bij hoofdstuk 2 wordt de kwestie van de Haagsche Lounge besproken. Vind je dat volgens de theorie van Storme deze vorm van discriminatie ook geaccepteerd moet worden? Leg uit waarom wel of niet. Matthias Storme Het nieuwe totalitarisme De ontwikkeling van onze vrijheden is niet rechtlijnig geweest, nooit definitief verworven, en regelmatig bedreigd door andere maatschappelijke ontwikkelingen. In de twintigste eeuw geschiedde dat hoofdzakelijk in verschillende vormen van totalitarisme die aan de macht zijn gekomen: het bolsjewisme en het nationaalsocialisme. Vandaag gebeurt dat door een nieuwe vorm van totalitarisme, een nieuwe intolerante religie: de eureligie van de non-discriminatie. Voor het behoud van onze vrijheden moeten we dus het totalitarisme bestuderen. En al is hét totalitarisme niet te vatten in een enkele definitie of een vast stel kenmerken, toch zijn er constanten: een eenduidige hiërarchie van de macht, de verwerping van meer dan één legitimiteit én van het onderscheid tussen recht en moraal, een overheid die de burger verplicht het door die overheid gedefinieerde goed na te streven, enzovoort. Het tegendeel van het totalitarisme moet bovenal gezocht worden in een bereidheid om geleed te denken, om twijfel en dus debat voldoende ruimte te geven, om geen enkele ontwikkeling als onomkeerbaar te beschouwen of te propageren, om te aanvaarden dat er niet maar één richting is waarin goede mensen kunnen marcheren. Tolerantie als sleutelbegrip Het sleutelbegrip van onze westerse ervaring hierin is tolerantie: Een kwaad wordt getolereerd omdat het bestrijden ervan een groter kwaad is dan het verdragen ervan. Tolerantie balanceert op het slappe koord tussen enerzijds de klassieke intolerantie (racisme en vreemdelingenhaat, ideologische haat, enzovoort) en anderzijds de perversie (verdraaiing) van de tolerantie in antitolerantie (als men oplegt om alles wat men moet tolereren, ook goed te vinden en men dus de mogelijkheid verbiedt om datgene wat men moet tolereren, kwaad te vinden). Bij deze perversie wordt de verdediging van Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 36/365

37 Cases hoofdstuk 2 eigen opvattingen gecriminaliseerd: je mag je eigen cultuur niet verdedigen, want dat is xenofoob 2, je mag geen negatieve persoonlijke opvattingen hebben over homo s, want dat is homofoob, je mag de christelijke godsdienst niet beter vinden dan de islam, want dat is islamofoob. En al deze vormen van fobie zouden laakbaar en onacceptabel zijn. De democratische samenleving In onze westerse democratie werd de tolerantie geïnstitutionaliseerd in de vorm van fundamentele vrijheden. Dit vergde de ontwikkeling van een burgerlijke samenleving en een complex evenwicht: een geweldsmonopolie voor de overheid, als keerzijde het legaliteitsbeginsel, dat het de overheid verbiedt anders te beslissen dan aan de hand van vooraf bepaalde, voor iedereen gelijk geldende algemene regels, en als toevoegsel de instelling van fundamentele vrijheden. Deze vrijheden zijn niet alleen of zelfs niet op de eerste plaats individuele subjectieve rechten, maar maatschappelijke instellingen, waarbinnen individuen juist op een andere manier dan door het recht tot hun recht kunnen komen: door de vrijheid om gezamenlijk, in maatschappelijke verbanden en instellingen, aan zingeving (cultuur), betekenisoverdracht (onderwijs), zorg en solidariteit te doen. Maar de voorwaarden van deze vrijheden zowel het onderscheid tussen recht en ethiek (fatsoen) als het onderscheid tussen overheid en burgerlijke samenleving (overheidssector en privésector) komen vandaag in Europa steeds meer in gevaar. Onderscheid tussen recht en fatsoen Een op vrijheden gebouwde democratische samenleving vereist allereerst een onderscheid tussen recht en moraal. Dit omvat dat je tolereert wat de meerderheid onfatsoenlijk vindt en dat je onfatsoenlijk mag vinden wat de meerderheid in rechtsregels toelaat of zelfs bevordert. Die tolerantie ontbreekt niet alleen als traditioneel onfatsoenlijk geachte gedragingen en meningen worden verboden, ze ontbreekt ook als het verboden wordt om gedragingen die wettelijk toegestaan worden, als immoreel te bestrijden met geweldloze middelen. Het radicaalst is de vrijheid van geweten: een democratische overheid heeft misschien het recht om binnen bepaalde grenzen ons gedrag te reguleren, ze heeft niet het recht om onze gedachten te koloniseren. De motieven van de burgers kunnen in een democratische samenleving dan ook geen grond zijn voor bestraffing (iets anders, en wel relevant, is natuurlijk of bepaalde gedragingen opzettelijk of door nalatigheid zijn begaan). Ook de vrijheid van meningsuiting moet absoluut zijn. Een samenleving die de mens als een wezen met vrije wil erkent, kan onmogelijk een uiting die zou aanzetten tot een onwettige gedraging zonder daartoe te dwingen, met die onwettige gedraging gelijkstellen laat staan dat men nog van een democratische samenleving kan spreken wanneer het aanzetten tot onfatsoenlijke maar op zich niet onwettige gedragingen kan worden gestraft. Wat in het debat vaak ontbreekt, is het onderscheid tussen wat ethisch verantwoord is en wat juridisch getolereerd wordt en het besef dat de vrijheid van meningsuiting in wezen de vrijheid is om ook de meest onfatsoenlijke meningen te uiten. Een onfatsoenlijke meningsuiting verbieden via een wet of rechter is in alle gevallen een groter kwaad dan die meningsuiting zelf, voor zover het louter om een meningsuiting gaat. 2 Xenofobie: letterlijk: angst voor vreemdelingen; negatief oordeel over vreeemdelingen Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 37/365

38 Cases hoofdstuk 2 Natuurlijk geldt diezelfde vrijheid dan ook voor de tegenstanders die de eerste mening onfatsoenlijk vinden. Iedereen heeft het recht om Rocco Buttiglione 3 homofoob te noemen, net zoals ik het recht heb om iemand die het woord homofobie gebruikt een intolerante en gevaarlijke fobomaan te noemen. Maar zodra homofobie een misdrijf is, leven we in een totalitaire staat. Het is met name van het grootste belang dat burgers de rechtsregels in vraag mogen stellen, ook als die zouden zijn gesacraliseerd tot mensenrechten. Deze vrijheid bestaat in het Belgische en Europese regime niet meer. Het Hof te Gent oordeelde dat het loutere feit in het openbaar te pleiten voor een discriminerende wetswijziging al een misdrijf is. Een voorbeeld van deze sacralisering vinden we ook in de Europese grondwet, waarin de bepaling staat dat geen van die rechten en vrijheden gebruikt mogen worden om ook maar een ervan af te schaffen of te beperken. Als je weet wat er intussen allemaal tot mensenrecht gepromoveerd is, zoals het recht op betaalde vakantie, dan betekent dit dat na goedkeuring van die grondwet er geen vrijheid van meningsuiting meer is om het recht op betaalde vakantie aan te vallen. Die éne bepaling is al voldoende om die grondwet te verwerpen, omdat ze een nieuwe vorm van totalitarisme, een nieuwe theocratie bekrachtigt. Perverse identificatie van recht en moraal Het onderscheid tussen recht en moraal is niet alleen een voorwaarde voor de grondvrijheden, maar ook voor het ethisch debat en voor het morele handelen zelf. Streven naar een samenvallen van recht en moraal leidt ertoe dat te veel fatsoensregels tot dwingende rechtsregels worden verheven, wat het morele debat verstikt. Het leidt er, omgekeerd, ook toe dat niet afdwingbaar gestelde fatsoensregels elke morele aanspraak verliezen. Het is wezenlijk dat de burgerlijke overheid een legitimiteit bezit die niet gereduceerd wordt tot haar conformiteit met de moraal. Een rechtsorde die onfatsoenlijke en zelfs immorele meningen en zelfs gedragingen tolereert, realiseert ook een complexere moraal dan de simplistische moraal die van oordeel is dat alles wat onfatsoenlijk is, ook door rechters en inquisiteurs moet worden bestreden. Perverse gelijkschakeling van burgerplicht met overheidsplicht Even fundamenteel is het onderscheid tussen het handelen van de overheid en dat van de burger in de civil society. De overheid mag niet discrimineren, moet voor elk onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording geven, omdat de wet ook wordt opgelegd aan wie er niet mee instemt. Zonder die terughoudendheid is een democratie niets meer dan een dictatuur van de meerderheid. De burger heeft níét de monopoliepositie van de overheid; in een niet-totalitaire staat heeft de burger géén algemene verplichting om zijn keuzes te rechtvaardigen, maar persoonlijke vrijheden. Wezenlijk is dat er wel externe grenzen kunnen zijn aan die vrijheden, maar dat men daarbinnen het gebruik van die vrijheid níét hoeft te rechtvaardigen; de vrijheid zelf is immers precies de rechtvaardiging. Daarom is een discriminatieverbod voor burgers een totalitaire aanslag op de democratie. Of anders gezegd: de vrijheid om te discrimineren is het wezen van elke fundamentele vrijheid en dus de meest fundamentele vrijheid. Redenen tegen een discriminatieverbod 1 Volgens artikel 2 van de antidiscriminatiewet is discriminatie elk verschil in behandeling ook indien ogenschijnlijk neutraal dat niet objectief en redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd. Het verbod daarop in elke handelwijze in het sociale leven houdt dus per definitie de verplichting in voor eenieder om elke handeling die personen verschillend behandelt in welk opzicht ook! (de limitatieve 3 In 2004 voorgedragen door Italië als eurocommissaris. Werd afgewezen vanwege zijn uitlatingen dat homoseksualiteit zondig en een ziekte zou zijn. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 38/365

39 Cases hoofdstuk 2 lijst van verboden discriminatiegronden werd door het Arbitragehof immers uit de wet geschrapt als zelf discriminerend) objectief en redelijkerwijze te rechtvaardigen. Dat is niets minder dan gewoon de afschaffing van de persoonlijke vrijheid, omdat de kern ervan precies is dat men binnen bepaalde grenzen zijn handelen níét objectief en redelijk moet verantwoorden jegens de overheid. Als die vrijheid enkel mag worden gebruikt om door de overheid objectief en redelijk geachte keuzes te maken, dan wordt de burger gereduceerd tot een orgaan van de totale staat. 2 Een algemeen discriminatieverbod is een aanslag op het legaliteits- en zekerheidsbeginsel en een onverantwoorde verschuiving van macht van het volk en zijn vertegenwoordigers naar de rechter. De beperking die zo n verbod oplegt aan de vrijheid, is van een totaal andere aard dan de beperking van vrijheden door de rechten van derden. Ze strekt er niet toe rechten te beschermen die een derde al heeft jegens zijn medeburger, zoals het recht op eigen leven, de integriteit van zijn lichaam, persoonlijke vrijheid, eigendom, familiale intimiteit, persoonlijke eer. Die rechten heeft men ongeacht de handelwijze van de discriminerende medeburger. Onder de beperkingen ook een recht op gelijke behandeling plaatsen, is een pervertering van het legaliteitsbeginsel: dat beschermt geen recht van derden, maar creëert een onbepaald aantal rechten op hetzelfde van alle burgers jegens alle anderen. Een fundamentele vrijheid nu is juist de vrijheid om onderscheiden te maken die ingaan tegen de heersende opvatting; wanneer die zaken als geslacht, afkomst en godsdienst voor een bepaalde handeling niet relevant acht, is de fundamentele vrijheid dus in wezen die om dat wél relevant te vinden. 3 Nog afgezien van het bezwaar dat de regels inzake objectieve en redelijke verantwoording eigenlijk eerst door de rechter worden opgesteld, is er het bezwaar dat vele zaken die een bepaalde rechter in een juridisch proces niet objectief en redelijk verantwoord vindt, dat perfect wel kunnen zijn. Ongelijk loon voor gelijk werk, bijvoorbeeld, is een onderscheid dat zonder twijfel onder de Europese en Belgische regels als discriminerend geldt en dus verboden is. Is het echt onaanvaardbaar een werknemer die deeltijds werkloos is, evenveel te betalen als een voltijdse? Beiden hebben toch min of meer dezelfde behoeften en noden? Waarom zou betalen volgens behoeften onredelijker zijn dan betalen volgens prestatie? Het is onaanvaardbaar als de overheid dit zou opleggen, door de invoering van het communisme, maar het is even onaanvaardbaar om het te verbieden. Talloze menselijke deugden zijn niet te herleiden tot een objectieve en redelijke verantwoording. Medemenselijkheid, vriendschap, vrijgevigheid, loyaliteit en trouw. Moed, medelijden, dankbaarheid, humor. In ons op antidiscriminatie gebaseerde regime worden deze deugden verbannen naar de strikte privésfeer en verdacht gemaakt. In het sociale leven is enkel nog plaats voor redelijke verantwoording. Zouden de zwakkeren nood hebben aan koele, objectieve en rationele nondiscriminatie of aan medemenselijkheid, betrokkenheid en gevoelens die juist discriminerend zijn zoals sympathie, vriendschap, vrijgevigheid? De antidiscriminatiewet strekt dan ook helemaal niet tot bescherming van de zwakkeren, maar is een instrument om binnen de sociale sfeer een verregaande uniformisering door te drukken tegen allerlei traditionele onderscheidingen in (...) vanuit abstracte, rationalistische ideeën zoals de mensenrechten (Herman De Dijn in Tertio, 2002). 4 Alleen door een vrijheidsruimte te scheppen waarbinnen mensen het recht hebben om te discrimineren, kunnen menselijke deugden tot hun recht komen, kunnen mensen aan zingeving, betekenisoverdracht, identiteitsbeleving, zorg en solidariteit doen. Onder het mom van moraliteit promoot de antidiscriminatie-ideologie het amorele handelen en bant ze zingeving en betekenisoverdracht. Wanneer liefde, vriendschap, trouw, alles wat zin en waarde geeft in het leven, enkel op een redelijke en objectieve verantwoording berust, is het allemaal waardeloos. Discriminatie Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 39/365

40 Cases hoofdstuk 2 is aldus de stap vooruit uit de onverschilligheid die onze samenleving verkilt. 5 Een discriminatieverbod institutionaliseert het wantrouwen in openbare intermenselijke relaties. Het is een bron van verzuring. Iedereen de mogelijkheid geven om elke sociale handeling van een medeburger in vraag te stellen als onrechtmatig, ondermijnt de bereidheid van mensen om nog openbaar te ageren. Het maakt een open omgang met vreemden onleefbaar en bevordert contactvermijdend gedrag, niet-openbare circuits voor meningsuitingen, goederen en diensten. Het bedreigt de open society en versterkt de Vier-Augen-Gesellschaft. De zwakkeren zijn de verliezers: zij hebben het meest nood aan een publieke sfeer die gebaseerd is op een hele reeks menselijke waarden zonder redelijke en objectieve verantwoording. Zij hebben er het meest nood aan dat sociaal handelen niet alleen geschiedt met mensen die ze al kennen. Zonder discriminatievrijheid is er geen open society waarbinnen zij eerst kansen kunnen krijgen. 6 Ten slotte is een discriminatieverbod in private verhoudingen een schoolvoorbeeld van een maatregel die door een bepaalde ideologie is uitgedacht om maar in één bepaalde ideologische richting te worden gebruikt. Daarom werd het verbod op discriminatie wegens politieke overtuiging níét in de antidiscriminatiewet opgenomen, inperking die volgens het Arbitragehof zelf discriminerend was. We zitten in een regime waar partijen daadwerkelijk discrimineren tegen andersdenkenden onder het mom dat deze laatsten zouden aanzetten tot discriminatie. Indien de regels onpartijdig zouden worden toegepast, zouden ze dus eerst op de auteurs zelf moeten worden toegepast. Wanneer gaat men de subsidies afnemen van al die partijen die de vele wetten gestemd hebben die door het Arbitragehof werden vernietigd als strijdig met het discriminatieverbod? Wanneer gaat men de partijen die bewezen hebben dat ze liberticide zijn, straffen in plaats van diegene aan wie alleen maar die intentie wordt toegeschreven door hun tegenstanders? Matthias Storme Bron (bewerkt): De Standaard, 5 februari 2005 Mag ik dit zeggen? Mij kunnen geen blinde sjeiks genoeg naar Allah s heerlijkheid geholpen worden en ik vraag me af of er iemand is die durft vol te houden dat Israël veiliger zou zijn geweest als Yassin was blijven leven. Maar Israël dat zichzelf terecht verdedigt zal vroeg of laat de zee in worden gedreven. En de wereld zal instemmend toekijken, want zo wordt een oude rekening die open stond sinds 1945 vereffend. Hamas weet dat en mag zich daarom verheugen in de steeds minder heimelijke sympathie van Europa. Mag ik dit zeggen? Volgens Harry van Bommel, Kamerlid van de SP, zaai ik haat en drijf moslimjongeren in de armen van ronselaars voor de Heilige Oorlog. Harry zei dit voor de microfoon van de Nederlandse Moslim Omroep. Hij wordt hierin gesteund door de AIVD en t is voor een vredelievend parlementariër wiens partij jarenlang de concentratiekampen onder Mao heeft verdedigd als noodzakelijk, vast een hele eer om een geheime dienst aan z n zijde te vinden. Zo komt een pleiter voor censuur van morgen vandaag al op z n pootjes terecht. Mag ik dit zeggen? Volgens Boris Dittrich, het zalvende glijmiddel van D 66, mag Ayaan Hirsi Ali de Profeet der muzelmannen geen pedofiel noemen. Maar als ik de deskundigen goed begrepen heb, was Aïsja negen toen ze mee de woestijn in werd meegenomen, uitgehuwelijkt aan een vieze oom die zich Mohammed noemde. Zou een verkrachter van kleine meisjes volgens Dittrich eerzamer zijn als ie de Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 40/365

41 Cases hoofdstuk 2 Koran op z n geweten heeft? Ook Dittrich beroept zich op de AIVD. Er zit geen verschil in de georkestreerde campagne die D 66 nu tegen Ayaan leidt en de hetze tegen Fortuyn. Ik ben benieuwd wanneer Anne Frank ten tonele zal worden gevoerd. Jammer dat Ayaan lijfwachten heeft, maar t komt heus wel goed. Mag ik dit zeggen? Dat ze bij de PvdA woorden gebruiken als deportatie (Pronk)en op transport stellen (Melkert) als t gaat om uitgewezen asielzoekers, komt omdat ze bij die partij niet zo goed weten waar de Tweede Wereldoorlog over ging. Vermoedelijk wordt die onwetendheid veroorzaakt doordat het geschiedenisonderwijs onder partijgenoot Van Kemenade met veel gebabbel over spreiding van kennis is afgeschaft. De meneer uit Iran die laatst met veel bombarie z n mond en ogen dichtnaaide, schijnt nu toch veilig terug te keren naar zijn vaderland. Het lijkt erop dat de media prompt een stuk minder gretig zijn om deze patiënt als slachtoffer van Verdonk af te schilderen. In de krant stond dat er een wethouder uit Zaandam meegaat om de oplichter te begeleiden. Ik ben altijd te porren voor amusement op tv; moet onze asielzoeker niet nogmaals z n mond en ogen dichtnaaien opdat wethouder in z n beste Iranees de douane dáár te woord kan staan? In Iran begroeten ze de verloren zoon vast met vreugde; weer een abonnementhouder op paviljoen 7 erbij. Allah is groot. Maar het zou verdrietig zijn als de Nederlandse echtgenote van deze circusartiest alleen moest achterblijven. Misschien kan Mevrouw in dat onverhoopte geval een cursus Naald &Draad gaan geven in het belendende asielzoekerscentrum; oogjes dicht, snaveltjes toe. Opdat onze gedeporteerden (Pronk) toch maar niet op transport (Melkert) zullen worden gesteld. Mag ik dit zeggen? Volgens de AIVD en Harry van Bommel mag ik dit allemaal niet zeggen. Want mede dankzij mij zal de Vijfde Colonne van de geitenneukers binnenkort in een wanhopige schreeuw om respect uw en mijn kinderen met gifgas, ziektes en atoombommen bestoken. Da s logisch, hè? Twintig jaar geleden draaide overal in de beschaafde wereld een film van Monty Python, The Meaning of Life. In die film werd het christelijk geloof, compleet met een nep-heiland die jubelend aan het kruis een opgewekt liedje zong, volstrekt belachelijk gemaakt. Ik vermoed dat een soortgelijk geval over de smarten van Allah nu niet meer gemaakt, laat staan vertoond zou kunnen worden. Met dank aan onze multiculturele samenleving. Maar ik denk niet dat ik dit mag zeggen. Bron: Theo van Gogh in Metro, 26 maart 2004 Opmerking: later corrigeert Van Gogh de verschrijving dat hij de film The meaning of life noemt. De juiste titel van de film moet zijn The life of Brian. Reactie van een lezer op bovenstaande column van Van Gogh Deze man is jarenlang bezig met het schrijven van columns waarin hij de islam en moslims publiekelijk vernedert en uitscheldt. Zijn columns verschijnen af en toe in de gratis krant van Metro. Zo schrijft hij leugens en verhalen over moslims die niet door de beugel kunnen. Moslims zijn in het algemeen tolerant en geduldig, maar wij kunnen deze man niet meer toelaten om telkens haat en agressie jegens moslims te verspreiden zonder daar straffeloos van af te komen. Wij moslims hebben nooit eerder op zijn uitspraken openlijk gereageerd dankzij ons geduld. Maar het Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 41/365

42 Cases hoofdstuk 2 geduld is nu OP! Wij zijn het zat! In de krant van donderdag noemt hij de profeet Mohammed, vrede zij met hem, een vieze oom en een verkrachter! Als moslims protesteren wij fel tegen zulke uitspraken die in onze gemeenschap veel schade kunnen toebrengen! Men kan niet verwachten dat wij hierop zwijgen. Dit gaat te ver! Wij zijn kwaad en het is ons recht om kwaad te worden! Teken deze petitie onderaan en steun dit protest. Zodra wij voldoende handtekeningen hebben verzameld, worden deze overgedragen aan de Tweede Kamer, aan de AIVD en aan de minister van Binnenlandse Zaken. Bron: Metro, 18 maart 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 42/365

43 Cases hoofdstuk 2 Chantage Lees onderstaande case en beantwoord de volgende vragen. a b c Heeft de journalist correct gehandeld bij de voorbereiding van het artikel? Kan publicatie van dit artikel gerechtvaardigd worden met een beroep op het algemeen belang? Zou je de nabestaanden aanraden een klacht tegen de krant in te dienen bij de Raad voor de Journalistiek? Een journalist zit na zijn wekelijkse sportavond aan de bar een glaasje te drinken met zijn sportvrienden. Een van hen werkt bij de belastingdienst. Hij heeft een interessant nieuwtje voor de journalist, zegt hij. Ze gaan apart aan een tafeltje zitten. Het gaat over de wethouder van een naburige gemeente, die in gesprek is met de belastingdienst, omdat hij geprobeerd zou hebben de fiscus voor enkele tonnen op te lichten. Niet bij de gemeente, maar in zijn eigen bedrijf. Hij is namelijk parttimewethouder en daarnaast zelfstandig ondernemer. De sportvriend geeft de journalist de naam van zijn collega die de zaak behandelt, zodat de krant desgewenst contact met hem kan opnemen. De journalist die de tip kreeg, gaat er zelf mee aan de slag. Hij belt met het belastingkantoor en vraagt naar de betreffende ambtenaar. Deze schrikt merkbaar wanneer hij de vraag krijgt voorgelegd of de geruchten over die wethouder kloppen. Hij wil niet uitweiden over de zaak en beëindigt het gesprek al na enkele zinnen. De journalist is niet veel wijzer geworden. Hij besluit hoog spel te spelen en belt de wethouder op. Wanneer hij hem confronteert met de feiten over zijn belastingperikelen, voegt hij daaraan nog de mededeling toe dat hij net met het belastingkantoor gebeld heeft en dat men hem daar de geruchten heeft bevestigd. Hij vraagt de wethouder naar zijn reactie. Deze schrikt enorm, wil alles gaan ontkennen, maar merkt dat de journalist daarvan niet onder de indruk raakt. Dan begint hij uit een ander vaatje te tappen. Dat hij niet als wethouder, maar als zelfstandig ondernemer problemen met de fiscus heeft en dat dit het algemeen belang niet raakt en dat de krant daarmee dus niets te maken heeft. Dat hij bovendien wethouder van Welzijn en Sport is en niet van Financiën en dat dus ook zijn financiële integriteit als bestuurder niet in het geding is. Wanneer hij merkt dat de journalist bij zijn voornemen blijft om hierover te publiceren, zegt de wethouder: Een publicatie over mijn problemen met de belastingdienst zal mijn carrière ruïneren. Dat betekent een schande voor mijn vrouw en kinderen, waarmee ik hen niet kan opzadelen. Ik maak een einde aan mijn leven wanneer de krant iets over mijn problemen durft te publiceren. Dan beëindigt hij abrupt het gesprek. De journalist was vast van plan een artikel aan de zaak te wijden, maar begint nu toch te twijfelen. Stel je voor dat de wethouder de daad bij het woord voegt. Zijn collega s op de krant zeggen hem dat hij zijn rug recht moet houden. De volgende dag brengt de krant op de regiopagina een bericht over de fiscale praktijken van de wethouder. s Middags gaat de telefoon op de redactie. Er schijnt een ernstig ongeluk gebeurd te zijn op een drukke verkeersweg met links en rechts bomen naast de weg. Iemand met hoge snelheid van de weg geraakt, tegen een boom. De journalist schrikt enorm. Een telefoontje naar het politiebureau brengt de Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 43/365

44 Cases hoofdstuk 2 gevreesde duidelijkheid: een wethouder van een naburig dorp is bij een verkeersongeluk om het leven gekomen. Later vertelt de journalist dat hij er wekenlang slecht van geslapen heeft en dat het fatale voorval hem nog steeds niet loslaat. Een mensenleven weegt toch veel zwaarder dan een onthullende publicatie? Zijn collega s proberen hem op te beuren met opmerkingen als: het was gewoon je plicht als journalist om hierover te berichten, in jouw plaats had ik hetzelfde gedaan. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 44/365

45 Cases hoofdstuk 2 Lezer wordt gehersenspoeld over terrorisme Lees onderstaande tekst en beantwoord de volgende vragen. a Zie je deze morele kwestie (doodzwijgen of berichten?) op meer terreinen in de mediaberichtgeving terug? b Wat vind je van de stelling publish and be damned : de media zijn verantwoordelijk voor een correcte en evenwichtige berichtgeving, maar niet voor de maatschappelijke gevolgen en effecten daarvan? c De briefschrijver vindt dat de media terughoudender moeten zijn. Hoe zou zo n terughoudende opstelling er in de praktijk uit kunnen zien? De stortvloed aan berichtgeving over terreuraanslagen jaagt de lezer alleen maar angst aan. Kranten zouden terughoudender moeten zijn. De wijze waarop de lezers dag in dag uit overladen worden met nieuws en achtergrondinformatie over terrorisme, is schadelijk voor de geestelijke volksgezondheid. We moeten juist omzichtig met die beïnvloeding omgaan, omdat velen toch al verontrust zijn. Bijna iedere voorpagina staat vol met artikelen en alarmerende koppen over moslimfundamentalisme en extremisme, terwijl bijna ieder weekend de bijlagen ook bol staan van de islam en alle uitwassen daarvan. Ik verwijt de media niet dat hun berichtgeving eenzijdig is, maar wel dat er sprake is van een haast constante hersenspoeling. Zeker als dat ook nog gepaard gaat met afschrikwekkende beelden. Dat is bijna het eerste wat je s morgens ziet zodra je de ogen opendoet. En dat dag in dag uit. Wat denkt men dat dat voor uitwerking op de menselijke geest heeft? Eerst medelijden met de slachtoffers, maar geleidelijk aan afweer, verontrusting, een gevoel van dreiging en woede tegen de ongrijpbare daders, over wie telkens weer gezegd wordt dat ze zich ook onder ons bevinden en dat wij er ook niet aan ontkomen. Het gevolg is dat velen uit zelfbescherming de krant dichtslaan met de verzuchting Nu weten we het wel en dat de opgewekte onlustgevoelens zich gaan richten op alles wat moslim en vreemdeling is. Ook al wordt natuurlijk gezegd dat de meeste moslims nette mensen zijn, maar hoe zie je dat aan de buitenkant? Ik zal beslist niet ontkennen dat er sprake is van een groot probleem. Ik geef ook de brenger van het slechte nieuws er niet de schuld van dat wij met dat probleem geconfronteerd worden. Maar de dagelijkse indoctrinatie met een dreigend gevaar waartegen de burger zich niet kan verweren, is een bijna even groot gevaar voor onze geestelijke volksgezondheid. Het menselijk leven zit vanaf de geboorte vol met gevaren. En toch leven we er vrolijk op los en dat is maar goed ook. Alleen zijn er op tal van terreinen deskundigen die proberen de mensen voor te lichten en voor te leven hoe je deze risico s tot een minimum kunt beperken. En terecht, want op veel terreinen kunnen we zelf keuzes maken hoe we willen leven. Maar hier drukken de media ons juist met de neus boven op een gevaar waar de burger zelf niets tegen kan doen en waar hij misschien zelfs tegen wil en dank mee geconfronteerd wordt. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 45/365

46 Cases hoofdstuk 2 Ik wil er niet voor pleiten dat de media dit onderwerp doodzwijgen, want dat kan niet. Zij hebben de plicht om informatie te verstrekken. Maar wel gedoseerd en voortdurend met de vraag: wat kan en moet de lezer/kijker hiermee en wat zijn de effecten hiervan? Het is verder een taak van politici om alle maatregelen te nemen die mogelijk, verantwoord en proportioneel zijn. Een geestelijk gezond volk kan veel aan en wil ook beslist niet in een politiestaat wonen. En als blijkt dat de politici die taak verwijtbaar slecht hebben uitgeoefend, dan moeten we hen daarop afrekenen. Voor de uitoefening van die uiterst moeilijke en verantwoordelijke taak hebben die politici en hun adviseurs ook rust nodig om beleid te kunnen ontwikkelen en uitvoeren zonder opgejaagd te worden door op nieuws en sensatie beluste pers. We leven in een moeilijke tijd waarin op de schouders van journalisten een grote verantwoordelijkheid rust. Bron (bewerkt): lezersbrief op de Podiumpagina van Trouw, 23 juli 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 46/365

47 Cases hoofdstuk 2 Commerciële druk Lees de tekst in het kader en beantwoord de volgende vragen. a Waar zit in essentie het morele probleem voor de redactie? b Stel dat de redactie unaniem besluit voorlopig niets over het makelaarskantoor te publiceren, waarom zou dan de journalistieke onafhankelijkheid van de krant in gevaar komen? c Kun je in een samenleving als de onze überhaupt nog spreken van onafhankelijke journalistiek? Twee journalisten van een regionaal dagblad zijn al maanden bezig met onderzoek naar fraude en corruptie in de bouwwereld. Ze krijgen tips, spreken met (veelal anonieme) informanten en werken zich door een berg documenten heen. Zo komen ze langzamerhand een netwerk van vriendjespolitiek, smeergeld, omkoperij en regelrechte corruptie op het spoor. Een aantal aannemers, wegenbouwers, projectontwikkelaars, makelaars en lokale politici blijkt deel uit te maken van wat de journalisten de bouwmaffia zijn gaan noemen. Ze ontmoeten elkaar veelvuldig op recepties en spelen elkaar opdrachten en vergunningen toe. Ze houden de prijs kunstmatig hoog en stellen onderling de winstmarges vast. Wanneer de journalisten de verdenkingen tegen een groot makelaarskantoor aan alle kanten hebben onderzocht, besluiten ze tot publicatie over te gaan. Eerst bellen ze de directeur om hem met de beschuldigingen te confronteren en hem de gelegenheid te geven te reageren. Hij ontsteekt in woede wanneer hij merkt dat de journalisten hun huiswerk goed gedaan hebben en dat publicatie onvermijdelijk is. Hij dreigt met juridische stappen tegen de journalisten wanneer ze het lef hebben om inderdaad een artikel over malafide praktijken van het makelaarskantoor te publiceren. Inhoudelijk wil hij niet op de beschuldigingen reageren omdat ze te gek zijn voor woorden zoals hij het uitdrukt. De volgende dag vergadert de redactie onder leiding van de hoofdredacteur over de dagelijkse gang van zaken. De hoofdredacteur meldt dat hij door de directeur van het makelaarskantoor is gebeld met een klacht over de twee journalisten die zich schaamteloos zouden hebben gedragen en die hem confronteerden met volkomen uit de lucht gegrepen beschuldigingen. De hoofdredacteur vraagt de journalisten of ze inderdaad zeker zijn van hun zaak. Hij vindt dat voorlopig van publicatie moet worden afgezien. De directeur van het makelaarskantoor heeft gedreigd om zijn wekelijkse advertentiepagina s in de zaterdagse woonkrant met onmiddellijke ingang terug te trekken wanneer de krant stukken gaat publiceren die hem niet zinnen. De hoofdredacteur mompelt in de redactievergadering iets over journalistieke onafhankelijkheid en redactiestatuut, maar benadrukt toch ook dat de dagbladwereld beroerde tijden doormaakt. Banen staan op de tocht en fusies en opheffing van titels zijn inmiddels al onvermijdelijk gebleken. Principes zijn mooi, zo betoogt hij, maar allereerst moet de schoorsteen blijven roken, nietwaar? Want een krant-met-principes die het hoofd niet boven water kan houden, is geen lang leven beschoren. Aan het einde van zijn betoog vraagt hij de redactie in te stemmen met zijn standpunt om voorlopig niets te publiceren over het makelaarskantoor. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 47/365

48 Cases hoofdstuk 2 Deense cartoons vrijheid, verantwoordelijkheid en de zwakkere partij Inleiding Herman De Ley was tot aan zijn pensioen professor in de filosofie aan de Universiteit van Gent, waar hij als directeur van het Islamitisch Centrum ook faam verwierf als islamkenner. Hieronder een interview met hem naar aanleiding van de publicatie van Deense cartoons die door moslims als kwetsend ervaren worden. De Ley raakt in dit interview aan een aantal punten die de kern van de discussie omtrent deze cartoons zouden moeten vormen: 1 Vrijheid en verantwoordelijkheid Vrijheid kan niet bestaan zonder een context van verantwoordelijkheden die die vrijheid mogelijk maakt. Dat betekent dat vrijheid altijd ingeperkt moet zijn om überhaupt te kunnen bestaan (zie tekst bij verdiepingsstof bij hoofdstuk 2, over vrijheid). 2 Het principe dat de zwakkere altijd bescherming verdient Zie ook hoofdstuk 2 van het boek. Als je de zwakkere niet beschermt, maak je misbruik van je positie. De Ley refereert hieronder aan de positie van de Palestijnen, die al vijftig jaar in de positie van zwakkere partij zijn geplaatst en zich ernstig onrechtvaardig behandeld voelen door Israël en het hele Westen. Je zou dit veel breder kunnen trekken. Al sinds de middeleeuwen werd door de westerse wereld neerbuigend op de moslimwereld neergekeken en die houding van het zogenaamde superieure Westen tegenover de zogenaamde achterlijke, onderontwikkelde moslimwereld zie je nog steeds regelmatig in pers en media gereflecteerd. En feit is dat tegelijkertijd de macht in veel opzichten (economisch, bijvoorbeeld) ook al eeuwen geconcentreerd is in het Westen. Opdracht Bespreek en bepaal een standpunt inzake persvrijheid/vrijheid van meningsuiting in het licht van deze twee punten. Beantwoord de volgende vragen. a Gaat het niet veeleer om welke verantwoordelijkheid de pers en de media hebben dan om welke vrijheid ze zouden moeten hebben? En wat betekent dat voor de grenzen die pers en media zouden moeten stellen? b In welke mate moet bij het publiceren van teksten of cartoons in de media een journalist, schrijver of tekenaar rekening houden met de eventueel zwakkere positie Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 48/365

49 Cases hoofdstuk 2 van degene(n) over wie hij schrijft of tot wie hij zich richt? Mag je een sterkere partij meer aanvallen dan een zwakkere partij? Moet een journalist of tekenaar rekening houden met de historische context, in dit geval de historische context van de positie van de Palestijnen en/of de historische context van de door De Ley beschreven westerse houding jegens moslims en de islam? c Bepaal nu een beargumenteerd moreel standpunt inzake de kwestie van de Deense cartoons. Interview met Herman De Ley Zijn reacties zoals die nu uit de moslimwereld komen te verklaren? HDL: Ik denk spontaan aan de tijd van Rushdie, met dat verschil dat de situatie er voor de moslimwereld nu nog veel slechter uitziet. Er is de internationale conjunctuur die niet gunstig is voor de moslims, die zich in Irak zelfs in een oorlogssituatie bevinden. Velen zijn ook nog lang niet vergeten dat dit al niet meer de eerste aanval op Mohammed is, die in de bezette Palestijnse gebieden (in een zionistisch pamflet) zelfs al ooit als varken werd getekend. De moslims krijgen internationaal overal op hun kop, maar ook zij zijn mensen met een identiteit en waardigheid, van wie men (al vele jaren) het culturele kapitaal aanvalt. Maar zijn die reacties niet behoorlijk overtrokken? HDL: Hoe men het ook wil draaien of keren, dit zijn geen onschuldige tekeningen maar echte beledigingen, die mensen in hun hart en gevoelens hebben geraakt. Het (hangt ook samen met) een vorm van globalisering die aantoont dat de wereld een echt dorp is geworden, als je ziet dat een aantal tekeningen in een kleine Deense krant dit kan veroorzaken. Telt het argument van de persvrijheid en de vrije meningsuiting dan niet? HDL: Het is bijzonder hypocriet om dat in deze zaak te hanteren, er zijn immers grenzen (aan de persvrijheid) en die zijn behoorlijk overschreden. Ik heb de indruk dat sommigen gewoon een stunt wilden uithalen en zich niet echt bewust zijn geweest van hun grote verantwoordelijkheid. Een mens, elk mens, heeft recht op respect. Daar is hier duidelijk geen rekening mee gehouden en dat heeft niets met persvrijheid te maken. Is er een verklaring voor dat vooral in de Palestijnse Gazastrook de emoties zo hoog oplaaien in deze zaak? HDL: Er zijn weinig plekken op aarde waar het slechter is om te leven dan daar. De Gaza is een complete hel en dat is al jaren zo, zonder dat iemand daar ook maar iets aan doet. Daar voelt men beter dan waar ook hoe islamofoob het Westen, en in de eerste plaats de onmiddellijke buur Israël, wel is. Het optreden van de Joodse kolonisten (en het Israëlische bezettingsleger) was niet van die aard om het vertrouwen van de Palestijnen te vergroten, veeleer het tegendeel. Het Westen blinkt uit door totale onverschilligheid (zo al niet regelrechte vijandigheid) tegenover de moslims en de islam, en die beledigingen zijn daar (een nieuwe manifestatie) van. PS Hier en daar werden aanvullingen of preciseringen tussen haakjes toegevoegd, HdL. Bron (bewerkt): Centrum voor Islam in Europa ( Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 49/365

50 Cases hoofdstuk 2 Ik heb dat zo niet bedoeld Over verantwoordelijkheid voor uitspraken in een interview Lees de tekst in het kader en beantwoord de volgende vragen. a Heeft de journalist correct gehandeld? Zou het zin hebben een klacht tegen hem in te dienen bij de Raad voor de Journalistiek? b Wat vind je van de stelling dat de geïnterviewde verantwoordelijk is voor de gedane uitspraken en de journalist voor het correct weergeven daarvan? c Wat vind je van de stelling dat het juist een taak van de journalistiek is om te laten zien en horen wat er aan opvattingen onder de mensen leeft? Een Somalisch gezin kreeg ergens in Nederland een woning toegewezen, maar de familie werd al weggepest nog voordat ze haar intrek kon nemen in het huis. Daarna kwamen autochtone Nederlanders daar wonen. Ze kregen een journalist van de regionale omroep op bezoek die het echtpaar wilde interviewen over de wijk en over de gang van zaken rond het toewijzen van de woning. De nieuwe bewoners stemden in met een interview voor de radio. Tijdens het gesprek, de opnamen zijn aan de gang, vraagt de journalist: Heeft u de spandoeken al klaar voor als er weer een Somalisch gezin in de buurt komt wonen? De vrouw knikt en zegt: Als de anderen in de buurt meedoen, wel ja, dan doe ik zelf ook mee, zeker weten. En op de vraag van de journalist of ze al een tekst voor het spandoek in haar hoofd heeft, knikt de vrouw en zegt: Moet ik dat echt zeggen? De journalist knikt en de vrouw vervolgt: Dat Hitler er een paar is vergeten. Het interview wordt de volgende dag uitgezonden. Later zegt de vrouw: Ik vind het verschrikkelijk wat ik gezegd heb. De journalist lokte het uit. Ik wist niet wat ik moest zeggen en ik heb toen iets heel doms gezegd. Ik heb meteen tegen de journalist gezegd dat ik het niet zo bedoeld had en hem uitgelegd hoe ik het eigenlijk bedoelde, maar hij wilde dat niet meer opnemen. Hij zette de bandrecorder uit. Ik heb hem wel drie keer gevraagd om de bewuste passages niet uit te zenden en mijn man ook, maar hij weigerde dat. Bron (bewerkt): G. Schuijt (2005). Interviewer en geïnterviewde. Ik heb meteen tegen de journalist gezegd dat ik het niet zo bedoeld had, Mediaforum, 5: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 50/365

51 Cases hoofdstuk 2 Digital Rights Management-systemen (1) Digital Rights Management-systemen (DRM) zijn systemen waarmee je kopieerbeveiliging kunt regelen, maar ook informatie van gebruikers kunt verkrijgen, honoraria voor rechthebbenden kunt bepalen, enzovoort. Maar DRM heeft ook allerlei risico s. Monopolievorming en beperking van vrije concurrentie bijvoorbeeld. In onderstaande case zijn deze aan de orde. Maak een ethische analyse volgens het stappenmodel van deze kwestie en kom op basis daarvan tot een oordeel: wie steun je, Apple of de Franse senaat? Frankrijk wil open muziekbeveiliging De Franse senaat heeft gestemd voor een wetsvoorstel dat onlinemuziekwinkels verplicht de kopieerbeveiliging van digitale muziekbestanden (Digital Rights Management of DRM) te delen. De wet maakt betere concurrentie mogelijk tussen muziekwinkels onderling, maar ook tussen fabrikanten van mediaspelers. Met name Apple is teleurgesteld over het besluit: diens muziekwinkel itunes en muziekspeler ipod hebben een groot marktaandeel doordat liedjes uit de itunes Store alleen maar met de eigen Apple-spelers zijn af te luisteren, en niet met mp3-spelers van een ander merk. Door DRM-technieken te delen, zoals Frankrijk beoogt, kunnen illegale kopieerders vrijuit hun gang gaan, vindt Apple. Bron: NRC Handelsblad, 3 juli 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 51/365

52 Cases hoofdstuk 2 Digital Rights Management-systemen (2) In de toekomst kan DRM veel voordelen opleveren voor zowel rechthebbenden als de gebruikers. Zo kan het aanbod beter worden afgestemd op de behoefte en wordt illegaal kopiëren bemoeilijkt. Maar er zijn ook negatieve aspecten zoals een minder makkelijk toegankelijk aanbod, beperking van informatievrijheid, monopolievorming en gevaren voor de privacy. a b c Onderzoek via internet of andere bronnen zo veel mogelijk van deze positieve en negatieve aspecten en beschrijf ze. Betrek daarbij ook de belangen van de producenten die DRM-systemen inbouwen in hun product of gebruiken bij onlinelevering. Bedenk alternatieven voor DRM of alternatieve DRM-technieken die de negatieve consequenties van DRM kunnen verhelpen. Welke functionaliteit is toegestaan? Onder welke voorwaarden? Of is misschien alles toegestaan als de gebruiker maar goed geïnformeerd is (als hij die informatie volledig kan begrijpen en zijn eigen belangen goed kan behartigen)? Kom tot een conclusie. Kies voor een van de alternatieven en onderbouw je argumenten met redeneringen vanuit gevolgen-, plichten- en intentieperspectief. Geef ook een onderbouwing op basis van het principe van wederkerigheid en het principe van universaliteit. Tip Zoek ter ondersteuning bij het vinden van antwoorden informatie op bijvoorbeeld de volgende sites: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 52/365

53 Cases hoofdstuk 2 Drogredenen In (ethische) discussies worden nogal eens drogredenen gebruikt. Het is daarom belangrijk deze te doorzien. Geef bij de volgende argumenten aan waarom ze drogredenen zijn. a Iedereen doet het toch... b We hadden geen keuze... of Ik voerde alleen maar uit wat me werd opgedragen c Het is een incident... of Het gebeurt maar één keer d We houden ons toch aan de wet e Zaken zijn zaken f Het is toch een kwestie van survival of the fittest g Het risico is wetenschappelijk nog niet bewezen Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 53/365

54 Cases hoofdstuk 2 DVD Jon en decss Lees onderstaande case over DVD Jon en beantwoord de volgende vragen. a Bij de uitspraak van de Noorse rechtbank heeft het beschikbaar stellen van de nieuwe versie van decss blijkbaar minder zwaar gewogen dan de intentie van Jon om voor eigen gebruik dvd s te kunnen afspelen. Vind je dat terecht? Geef een ethisch beargumenteerd antwoord. b In Nederland zou Jon waarschijnlijk niet zijn vrijgesproken, omdat de Nederlandse auteurswet het bewust omzeilen van beveiliging als onrechtmatig beschouwt. Vind je dat terecht? Geef een ethisch beargumenteerd antwoord. Begin 2003 werd Jon Lech Johansen, beter bekend als DVD Jon, vrijgesproken door de Noorse strafrechter in de decss-zaak. Johansen werd beschuldigd van het faciliteren van inbreuken op het auteursrecht door het beschikbaar stellen van het programma decss. DeCSS is een programma dat het mogelijk maakt om de beveiliging op dvd s te omzeilen. Het Content Scrambling System (CSS) wordt door de filmindustrie gebruikt om dvd s te beveiligen tegen illegaal kopiëren en om te voorkomen dat dvd s op illegale apparatuur afgespeeld worden. Johansen schreef zijn versie van decss (decss bestond al langer) om legale dvd s af te kunnen spelen op zijn Linux-computer, waar geen dvd-software voor bestond. Volgens de filmindustrie (en het Noors Openbaar Ministerie) handelde hij hiermee in strijd met het auteursrecht. Johansen werd vrijgesproken omdat volgens de rechter het doorbreken van een technische bescherming van een legaal gekochte dvd, met als doel het afspelen op een apparaat met een ander besturingssysteem, naar Noors recht geen strafbaar feit oplevert. Ook in hoger beroep is DVD Jon vrijgesproken. Bron: B. Schermer (2004). Auteursrecht en informatiemaatschappij, Leidschendam, ECP.NL Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 54/365

55 Cases hoofdstuk 2 Enronitis Fictief boekhouden in een fictieve wereld Lees de tekst Enron Verdwalen in een zelfgecreëerd labyrint en beantwoord onderstaande vragen. a b c d e f g In het artikel worden vier partijen met name genoemd: Enron dat wil zeggen de board of directors van Enron: de raad van bestuur en raad van commissarissen Arthur Andersen (de accountant), de beursanalisten en de overheid (fiscus). Geef een overzicht van de belangen van elk van deze partijen en geef aan op welk niveau elk van deze belangen zich bevindt (eigenbelang, algemeen belang, enzovoort). Kun je op basis van deze tekst één hoofdschuldige aanwijzen of zijn meer of misschien zelfs alle vier de partijen in enige mate schuldig aan het instorten van Enron? Geef een beargumenteerd antwoord. Zie je parallellen met de bankencrisis in 2008? Welke? Leg uit. Beschrijf op welke manier elk van deze partijen algemene belangen zou moeten dienen, welke algemene belangen dat zijn en waarom ze een verantwoordelijkheid hebben om die belangen te dienen. In het artikel wordt gesteld: En zo ontstaat er een fictieve wereld, waarin fictieve verwachtingen fictieve verslaggeving veroorzaken en andersom. Maar het is ook een wereld waarin uiteindelijk alleen maar verliezers zijn. Leg deze stelling uit. De schrijver van het artikel stelt voor dat de jaarrekening wordt opgesplitst in een harde en een zachte variant. Een andere mogelijkheid die hij oppert, is dat de overheid misschien een commissie opricht die de jaarrekeningen controleert. Welke andere maatregelen kun je bedenken voor elk van de vier genoemde partijen om de in het artikel genoemde negatieve spiraal van fictieve cijfers en fictieve verwachtingen echt blijvend te doorbreken? Denk daarbij zowel aan controlemaatregelen, al dan niet met sancties, als aan maatregelen die partijen meer bewust moeten maken van de gezamenlijke langetermijnbelangen voor beursgenoteerde ondernemingen, beursanalisten, beleggers en accountants. Bij Ahold heeft zich een vergelijkbare situatie van boekhoudfraude voorgedaan. In 2002 moet Ahold vrij plotseling drie keer een winstwaarschuwing geven. In februari 2003 komt een boekhoudschandaal bij Ahold-dochter US Foodservice, gevestigd in de Verenigde Staten, aan het licht. De koers van het bedrijf keldert en Cees van der Hoeven, voorzitter van de raad van bestuur en tot dan bekend als een van de Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 55/365

56 Cases hoofdstuk 2 succesvolste Nederlandse zakenmensen ooit, moet aftreden, samen met andere leden van de top van het bedrijf. Verzamel op internet gegevens over deze zaak en beschrijf de overeenkomsten en verschillen tussen de Enron- en Ahold-casus. Enron Verdwalen in een zelfgecreëerd labyrint In 2002 stortte de Amerikaanse energiegigant als een kaartenhuis in. Oppervlakkig gezien was de oorzaak makkelijk te geven. De accountants van Enron waren jarenlang zeer creatief met de externe verslaglegging omgegaan, creëerden als het ware een fictieve wereld met verzonnen cijfers en verzonnen verwachtingen. Dat moest op een zeker moment wel slecht aflopen. Maar de feitelijke oorzaak ligt veel dieper. Zijn hier alleen de accountants schuldig? Of konden zij niet anders, verstrikt als ze waren en nog steeds zijn! in een wereld waarin allerlei partijen voor zichzelf en elkaar cijfers en verwachtingen verzinnen? Enron is zeer creatief geweest met zijn externe verslaggeving en heeft de regels van de US GAAP (Generally Accepted Accounting Principles in de VS) overtreden. Zoveel is na uitgebreid onderzoek wel duidelijk aan het licht gekomen. Maar de schuldvraag is daarmee nog niet beantwoord. Het accountantskantoor van Enron, Arthur Andersen, noemt het overtreden van de regels een vergissing, maar wel een eerlijke vergissing. Kennelijk zijn er in de visie van Arthur Andersen verschillende gradaties van vergissingen en zou de accountant in dit geval misleid zijn, waardoor de vergissing onvermijdelijk was, ondanks de beste en eerlijkste intenties van de accountant zelf. De vraag is echter of de accountant wel zo makkelijk zijn straatje schoon kan vegen. Uit onderzoek is immers gebleken dat de US GAAP meermalen zijn overtreden en dat mag de accountant zich aanrekenen. Zo had Enron een groot aantal zogeheten verbonden partijen opgericht meer dan negenhonderd! als Special Purpose Entities (SPE s), om bepaalde transacties mee te verrichten. Deze SPE s waren in principe wel verbonden, gelieerd, maar niet geconsolideerd. En daar zit de crux in deze kwestie. De regels van de US GAAP schrijven voor dat een onderneming moet consolideren, ténzij 3 procent van het totaal van de activa door een externe onafhankelijke partij ter beschikking wordt gesteld van de SPE, het kapitaal risicodragend is en een onafhankelijke partij de SPE bestuurt. Een aantal SPE s van Enron voldeed niet aan deze criteria, maar werden toch niet geconsolideerd, omdat dan direct zou uitkomen dat er verliezen werden geleden. Dan zou ook blijken dat er geen omzet en geen winst met de transacties werden gemaakt. Dan zouden er meer schulden op de geconsolideerde balans van Enron staan en zouden dekkingstransacties ( hedge -transacties) met de SPE s voor Enron niet zinvol zijn. Met dekkingstransacties wordt immers het risico naar een andere partij verschoven met bijvoorbeeld putopties, geschreven door de SPE en gekocht door Enron. Meestal vonden deze verkopen plaats vlak voor het einde van het kwartaal, met de bedoeling het kwartaalcijfer wat op te krikken. Kort daarna werd dan weer alles teruggekocht. Op die manier kon men voldoen aan de kortetermijnverwachtingen van de beleggers. Dat deed de koers goed en dat was weer positief voor de financiële positie van de onderneming. Met behulp van hedgetransacties werden ook schulden en risico s bij SPE s gestald en werd er op die manier waardecreatie gerealiseerd: omzet en winst konden groeien en bloeien. Niet alleen de accountant treft echter blaam. De beursanalisten bleven maar doorgaan met te adviseren aandelen Enron te kopen, terwijl een enigszins kritische blik op de rapportages van Enron Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 56/365

57 Cases hoofdstuk 2 duidelijk liet zien dat dingen mis waren zeker voor de analisten, die immers pretenderen informatie van dit niveau te kunnen interpreteren. De analisten hebben blijkbaar niet goed genoeg willen kijken, wellicht omdat hun werkgevers zelf belangen hadden in Enron of de SPE s. Deze fungeerden vaak als geldschieter voor de SPE s of als intermediair bij de vele energiecontracten die Enron aanging. Als een analist het jaarrapport grondig zou hebben doorgenomen, zou hij hebben kunnen zien hoe groot de ongeconsolideerde belangen in vergelijking met de omvang van Enron zelf waren. Hij had in de jaarrapporten kunnen lezen dat het effect van de ongeconsolideerde belangen voor Enron in de boekjaren 1999 en 2000 enorm was in termen van aandeel in de winst en ook eventuele aansprakelijkheid van Enron via garanties en dergelijke voor de schulden van ongeconsolideerde belangen. Als de analist gewoon had doorgelezen, zou hij hebben gezien dat er een kettingreactie in gang zou worden gezet als de koers van Enron of de mate van kredietwaardigheid onder een bepaald niveau zou komen. En dat is precies wat er is gebeurd: Enron kon de schulden van de ongeconsolideerde belangen niet opvangen en het kaartenhuis stortte in. Velen verwijten Enron mismanagement. Waarom moet een onderneming honderden SPE s hebben wereldwijd, al dan niet gevestigd in belastingparadijzen? Dat is toch niet meer te beheersen? Misschien wilde de leiding van Enron een labyrint creëren om de Amerikaanse fiscus en de schuldeisers daarin te laten verdwalen. Maar uiteindelijk kwamen de labyrintbouwers er zelf ook niet meer uit. In feite zien we hier de lijnen van aandeelhouderswaarde, nieuwe economie en (fictieve) waardecreatie bij elkaar komen. Managers hebben riante optieregelingen, aandeelhouderswaarde is alles wat de klok slaat. Analisten verwachten hoge waarden en willen die ook zien, kan niet schelen hoe. Het is een spiraal geworden: aan verwachtingen voldoen, dus hoge koersen bewerkstelligen, die op hun beurt weer verwachtingen wekken, waardoor de koersen weer moeten stijgen, enzovoort. En zo ontstaat er een fictieve wereld, waarin fictieve verwachtingen fictieve verslaggeving veroorzaken en andersom. Maar het is ook een wereld waarin uiteindelijk alleen maar verliezers zijn. Dat lijkt men soms wel te beseffen, op het moment bijvoorbeeld dat een gigant als Enron eraan onderdoor gaat, maar telkens blijken het kortetermijndenken en de hebzucht het weer te winnen van het gezonde verstand. Misschien is een middel om al te creatieve verslaggeving te voorkomen het splitsen van de resultatenrekening in twee soorten omzet: een harde en een zachte variant. Omzet die wordt verkregen uit ruiltransacties, moet dan opgenomen worden als zachte omzet. En de daaraan gekoppelde winst is ook zachte winst. Dat zou dan ook gelden voor omzet behaald met gelieerde SPE s, ongeconsolideerde deelnemingen, joint ventures of hoe je ze verder wilt noemen. De gebruiker van de jaarrekening kan dan veel makkelijker de werkelijke gezondheidstoestand van de onderneming beoordelen. De accountant is van huis uit de vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer. Hij dient dan ook altijd partij te kiezen voor dat maatschappelijk verkeer. Wij moeten er allemaal op kunnen vertrouwen dat de cijfers betrouwbaar zijn. Als dat vertrouwen er niet meer is, is er geen basis voor het accountantsproduct en voor het wettelijk monopolie. Dan zal de overheid moeten ingrijpen en misschien zelf een overheidsorgaan moeten oprichten dat de jaarrekeningen zal controleren. Bron (bewerkt): Henk Langendijk in De Accountant, juni 2002 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 57/365

58 Cases hoofdstuk 2 Fatale ineenstorting natuurlijke systemen nabij Lees onderstaand artikel en beantwoord de volgende vragen. a In het artikel worden twee stakeholders genoemd die mogelijk het tij kunnen keren, de overheid en de burgers. Terwijl wordt gesteld dat onze economische activiteit de belangrijkste oorzaak is voor uitputting van onze hulpbronnen, worden organisaties niet genoemd als een stakeholder die ook initiatieven zou moeten nemen om deze uitputting tegen te gaan. Leg uit waarom bedrijven deze verantwoordelijkheid om initiatieven te nemen wel hebben. b De economische groei gaat ten koste van ons milieu. Bedenk een oplossing voor dit dilemma volgens het stappenmodel van hoofdstuk 2. Breng daarbij de belangen in kaart van de drie betrokken partijen: burgers, organisaties en overheden. Zorg ervoor dat de oplossing vanuit gevolgen-, normen- en intentieperspectief verdedigbaar is in het licht van die verschillende belangen van de drie partijen. Verdedig je oplossing ook vanuit het principe van wederkerigheid en het principe van universaliteit. VN: fatale ineenstorting natuurlijke systemen nabij Een VN-rapport schetst hoe het overmatige gebruik van natuurlijke hulpbronnen leidt tot onomkeerbare schade aan het milieu. ROTTERDAM, 30 MAART. Het gebeurde in het begin van de jaren negentig. Al vele tientallen jaren werd voor de kust van Newfoundland bij Canada gevist op kabeljauw, steeds meer en met steeds geavanceerder vistuig. Tot 1992, toen bleek de kabeljauw ineens verdwenen. Het is een scenario dat, volgens de auteurs van een vanmorgen gepubliceerd omvangrijk milieurapport van de Verenigde Naties, in de toekomst veel vaker zal voorkomen. Nooit eerder in de geschiedenis is de schade die de mens veroorzaakt aan de natuur, zo groot geweest als nu, aldus het Millennium Ecosystem Assessment. Steeds vaker zal die schade onomkeerbaar zijn en vaak zal het leiden tot de onverwachte en abrupte ineenstorting van ecosystemen. Daardoor kunnen gebieden versneld ontbost raken, krijgen voor de mens gevaarlijke ziektes de kans om zich te ontwikkelen en dreigen dode zones in de oceanen te ontstaan. Volgens het rapport, waaraan meer dan 1300 wetenschappers uit 95 landen 4 jaar hebben gewerkt, heeft de mens twee derde van de ecosystemen waarvan het leven op aarde afhankelijk is, ernstig vervuild of uitgeput door het overmatig gebruik. Dit rapport bevat een sterke waarschuwing, schrijven de coördinatoren van het project. Het menselijk handelen oefent zo n druk uit op de natuurlijke functies van de aarde dat we er niet langer vanzelfsprekend van uit kunnen gaan dat ecosystemen ook in de toekomst blijven bestaan. Het is niet de eerste keer dat wetenschappers waarschuwen voor toenemende en onomkeerbare verwoesting van het milieu, en wijzen op de noodzaak om actie te ondernemen voor het te laat is. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 58/365

59 Cases hoofdstuk 2 Maar volgens VN-chef Kofi Annan draagt dit rapport oplossingen aan voor het behoud van soorten en hun leefomgeving en voor de bescherming van dit voor menselijke ontwikkeling natuurlijke kapitaal. Ook wordt de tot nu toe ontbrekende kennis aangevuld, die volgens Annan nodig is om beleid te kunnen maken. Wereldleiders hebben beloofd voor 2010 iets te ondernemen tegen de teloorgang van diversiteit in de natuur, aldus Annan, onder meer om te voldoen aan de doelstellingen die ze zichzelf bij de millenniumwisseling hebben gesteld. We moeten hen aan die belofte houden. Ieder van ons moet het zijne doen. Dat toont tevens de machteloosheid van het rapport. Want als het waar is, zoals de wetenschappers schrijven, dat als we nu niets doen, komende generaties niet meer vanzelfsprekend kunnen beschikken over natuurlijke hulpbronnen, dan zouden de wereldleiders vandaag nog om de tafel moeten gaan zitten. En dat gebeurt niet. De Verenigde Naties kunnen slechts waarschuwen en het probleem steeds weer onder de aandacht brengen, zei Hans van Ginkel, hoofd van de VN-Universiteit en ondersecretaris-generaal van de VN, vandaag in Tokio. We zijn geen wereldregering. Onze boodschap is moeilijk. Landen moeten zich afvragen wat het effect is van verstedelijking, van landbouw op ecosystemen. Het moet duidelijk worden dat er meer maatstaven zijn dan de groei van de economie. In 1972 liet de wereld zich opschrikken door Grenzen aan de groei, een rapport van de Club van Rome, waarin voor het eerst nadrukkelijk werd gezegd dat de natuurlijke hulpbronnen uitgeput raakten bij een ongeremde groei van wereldbevolking en industriële productie. Dennis Meadows en de zijnen schreven ook dat het mogelijk was om de natuur zodanig te gebruiken dat de ecologie niet onomkeerbaar zou worden aangetast tegenwoordig is het woord duurzaamheid ingeburgerd als het gaat om milieubeleid. Politici trokken zich weinig aan van de waarschuwingen. En de door Meadows voorspelde crisis bleef tot nu toe uit. Het zou een reden kunnen zijn om ook nu gerust achterover te leunen. Maar er is wel een verschil met een kwart eeuw geleden. De wetenschappelijke kennis over ecosystemen is fors toegenomen. Een van de grote kritiekpunten op de Club van Rome was dat te weinig rekening werd gehouden met lokale verschillen. Bovendien besteedde het rapport volgens critici onvoldoende aandacht aan de mogelijkheid om het doemscenario af te wenden met nieuwe technologieën. Die kritiek is niet van toepassing op het Millennium Ecosystem Assessment, de meest uitgebreide milieustudie ooit. Daarin krijgen regionale verschillen veel aandacht en in de beleidsscenario s wordt ook gezocht naar mogelijkheden om het tij te keren met technologische vernieuwingen. De feiten spreken voor zich, zeggen de wetenschappers. Tussen 1960 en 2000 is de wereldbevolking verdubbeld, tot inmiddels zes miljard mensen. Wereldwijd is de economische activiteit, belangrijkste oorzaak van de uitputting van hulpbronnen, verzesvoudigd. Het uitsterven van planten- en diersoorten gaat bijna duizend keer sneller dan een paar millennia geleden, intussen wordt een derde van alle planten- en diersoorten op aarde met uitsterven bedreigd. Twintig procent van alle koraalriffen en een derde van de mangrovebossen zijn al verdwenen. Van de 24 ecosystemen die de wetenschappers hebben gedefinieerd, zijn er 15 door de mens aangetast. En dat gebeurt op een steeds snellere en steeds grotere schaal. De vraag naar schoon drinkwater overstijgt nu al het aanbod. Datzelfde geldt voor de visserij. De kans op abrupte veranderingen in de Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 59/365

60 Cases hoofdstuk 2 natuur worden daardoor steeds groter. Een stijging van de temperatuur nu nog niet, maar in de toekomst het grootste probleem kan het klimaat regionaal dramatisch veranderen. De droom, de hoop van wetenschappers is natuurlijk dat er een mondiale strategie komt om deze problemen aan te pakken, zei A.H. Zakri, directeur van het Institute of Advanced Studies van de VN-Universiteit en betrokken bij het rapport, vanmorgen in Tokio. Maar dat is moeilijk. Er moet een breed begrip komen van de problemen, gevolgd door een beweging van onderaf, van burgers die zich realiseren dat er een noodzaak is om stappen te ondernemen. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 30 maart 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 60/365

61 Cases hoofdstuk 2 Fouten in het bestek Lees onderstaande case. Werk dit probleem uit volgens het stappenplan voor ethische analyse en kom op basis daarvan tot een oordeel. Fouten in het bestek Fininc, een middelgroot accountantsbureau, wil een nieuw kantoorpand met uitstraling laten bouwen. De organisatie heeft daartoe architectenbureau Stoa opdracht gegeven met een ontwerp te komen dat gerealiseerd kan worden met een beperkt budget. Het resultaat mag er zijn. De directie van de organisatie is zeer enthousiast over het ontwerp, mede omdat Stoa verklaard heeft dat de bouw van dit kantoorpand het budget zeker niet zal overschrijden. Stoa raadt de directie aan om de bouw te laten uitvoeren door Maxent, een nieuw bouwbedrijf, dat onlangs via een fraaie folder onder andere aan architectenbureaus zichzelf had gepresenteerd als, simpel gezegd, goed en goedkoop. Gezien het beperkte budget van Fininc lijkt Maxent dus wellicht de aangewezen bouwer voor dit project. Fininc geeft opdracht aan Stoa om contact op te nemen met Maxent om te komen met een concrete planning en offerte. Jij bent manager van Maxent. Jij krijgt van de directeur van Stoa telefonisch te horen dat je goede kans maakt de opdracht van Fininc binnen te halen en hij meldt je dat hij het bestek aan je zal toesturen. Je bedankt hem natuurlijk vriendelijk voor deze grote opdracht. Van dit soort nieuwe relaties moet je bedrijf het natuurlijk hebben. Tot nu toe liep het allesbehalve storm met opdrachten en met deze klus is Maxent de komende maanden verzekerd van inkomsten. Na een tijdje ontvang je het ontwerp en bestek van Stoa. Bij het lezen van het bestek ontdek je echter fouten. Slordigheidjes van Stoa. Het gaat niet om fouten die direct de veiligheid van het personeel van Fininc in gevaar zullen brengen. Het zijn fouten die waarschijnlijk pas na jaren aan het licht zullen komen, maar dan waarschijnlijk wel tot aanzienlijke herstelkosten zullen leiden. Kosten die Fininc dan ongetwijfeld zal verhalen op Stoa. Die zijn immers verantwoordelijk voor het bestek, en niet Maxent. Je aarzelt. De noodzakelijke aanpassingen doorvoeren in het bestek betekent vertraging en meerkosten voor Fininc. Als je dat zou doorgeven aan de directie van Fininc, bestaat de kans dat Fininc het project afblaast en op zoek gaat naar een ander architectenbureau. De vraag is dan of jij de bouwopdracht wel krijgt. Een ander nadeel is dat je met het doorgeven van de fouten in het bestek de relatie met Stoa op springen zet. De kans is heel groot dat je van Stoa in de toekomst geen opdrachten meer zult krijgen. Maar als je gewoon bouwt volgens het huidige ontwerp en bestek en na een aantal jaren komen gebreken aan het licht, dan kan Maxent weliswaar daar financieel niet voor aansprakelijk worden gesteld, maar het zal wel forse antireclame en imagoverlies zijn. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 61/365

62 Cases hoofdstuk 2 Google in China Hieronder zie je twee nieuwsberichten over het accepteren van censuur door Google in ruil voor toegang tot de Chinese markt. De derde tekst is de officiële verklaring van Google ter verdediging van het besluit om de censuur te accepteren. a Analyseer het dilemma, op basis van deze teksten, door middel van het stappenplan voor ethische analyse zoals gegeven in hoofdstuk 2. b In welke opzichten schiet naar jouw mening de verdediging van Google tekort. Zou je zelf een betere verdediging kunnen maken voor dit besluit? Stel jezelf in de rol van (pr-)medewerker van Google en schrijf deze verdediging. Ga vervolgens na welke oneigenlijke argumenten je moest gebruiken of aan welke geldige tegenargumenten je stilzwijgend voorbij bent gegaan. c Stel dat je werkelijk bij Google of een andere organisatie zou werken en je zou echt de opdracht krijgen om dergelijk beleid te verdedigen. Zou je de opdracht uitvoeren, in het besef dat je daarmee een regering steunt in een beleid waar je zelf tegen bent? (tekst 1 van 3) Google gaat akkoord met Chinese censuur Zoekgigant Google is akkoord gegaan met de eisen van de Chinese regering om zoekresultaten te censureren. Door het akkoord houdt Google zich aan de beperkingen die de Chinese regering oplegt ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting. In ruil daarvoor krijgt Google betere toegang tot de snelgroeiende digitale markt. Google komt op korte termijn met een speciale Chinese versie van zijn zoekmachine. Het webadres van de nieuwe zoekmachine krijgt China s extensie.cn. Een versie in de Chinese taal was al te gebruiken via Google s.com-adres in de Verenigde Staten. Door blokkades die de Chinese regering oplegt om ongewenste informatie te weren, konden Chinese internetgebruikers voorheen helemaal geen gebruikmaken van Google, of werden de zoekresultaten met grote vertragingen afgebeeld, waardoor de zoekmachine zo goed als onbruikbaar werd. Om goedkeuring te krijgen van de Chinese regering is Google akkoord gegaan met het censureren van webcontent die de Chinese regering als ongewenst beschouwt. Google zal zijn censuur toepassen op basis van regels en richtlijnen die de Chinese regering heeft opgesteld. Voorbeelden van verboden webcontent zijn pagina s over de onafhankelijkheid van Taiwan of over de slachting op het Tiananmenplein in Verwacht wordt dat China s snelgroeiende populatie internetgebruikers de komende jaren een digitale goudmijn wordt. Er zijn nu al meer dan een miljoen internetgebruikers en deze groep zal de komende Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 62/365

63 Cases hoofdstuk 2 jaren gigantische proporties aannemen. Door het akkoord zit Google op de eerste rang om deze doelgroep te bereiken. Een woordvoerder van Google liet weten dat het akkoord van Google een zeer moeilijke beslissing is geweest, maar dat het management uiteindelijk toch heeft besloten dat het een nuttig offer is. Google heeft als bedrijfsmotto wees niet slecht ( do no evil ), wat niet strookt met het beleid van de Chinese regering ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting en andere universele mensenrechten. Wanneer een Chinese internetgebruiker verboden zoekresultaten opvraagt, krijgt hij een mededeling te zien dat de zoekresultaten zijn verwijderd om te voldoen aan lokale wetten. Google vermeldt soortgelijke notificaties ook in Duitsland en Frankrijk, waar het bijvoorbeeld bij de wet verboden is om nazipropaganda en nazispullen op een webpagina te vermelden. Bron (bewerkt): 25 januari 2006 (tekst 2 van 3) Zware kritiek op zelfcensuur Google in China ROTTERDAM, 26 JANUARI. Mensenrechtenorganisaties hebben teleurgesteld gereageerd op de beslissing van het Amerikaanse internetbedrijf Google om een aparte zoekmachine voor de Chinese markt te lanceren die wordt onderworpen aan de censuur van de Chinese regering. In de meeste reacties wordt gesproken van een knieval voor het communistische regime, waarbij democratische waarden als vrijheid van meningsuiting en persvrijheid worden opgeofferd voor economisch gewin. De in Parijs gevestigde organisaties Reporters sans Frontières, die wereldwijd de persvrijheid in de gaten houdt, hekelt in een verklaring de hypocrisie van Google. De lancering van Google.cn (de voor China ontwikkelde zoekmachine) betekent een zwarte dag voor de vrijheid van meningsuiting in China, aldus Reporters sans Frointières. De organisatie refereert aan het recente besluit van Google om uit overwegingen van bescherming van privacy geen medewerking te verlenen aan Amerikaans overheidsonderzoek naar seksgebruikers op internet. Google weigerde gegevens van personen over te dragen die op zijn zoekmachine hebben gezocht naar pornoadressen. Tegen de achtergrond van het besluit van Google om zich in China te onderwerpen aan censuur, en bepaalde, politiek gevoelige zoekmogelijkheden te schrappen, zijn Google s verklaringen over bescherming van de privacy van gebruikers op internet een toppunt van hypocrisie. Het officiële Chinese persbureau Nieuw China en Het Volksdagblad berichtten gisteren kort over de komst van Google.cn, zonder uit te weiden over de morele discussie die daarover is ontstaan. Zo werd ook gemeld dat Google vooralsnog niet de mogelijkheid aanbiedt van verkeer, maar werd er niet bij gezegd dat het Amerikaanse bedrijf daarmee problemen voor gebruikers wil voorkomen. Amnesty International zegt dat de samenwerking tussen Google en de Chinese overheid overduidelijk een inperking van de vrijheid van meningsuiting en informatie-uitwisseling inhoudt. Volgens Amnesty gaat Google zeer kortzichtig te werk. Op de internationale World Economic Forum in Davos zei het hoofd van Amnesty, Irene Khan, dat internetondernemingen met hun onderwerping aan de Chinese voorwaarden het bestaan van censuur als norm accepteren. Die kritiek geldt onder andere ook Yahoo en Microsoft, die zich al eerder op de Chinese markt begaven. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 63/365

64 Cases hoofdstuk 2 De Republikeinse Afgevaardigde Chris Smith, woordvoerder op het gebied van mensenrechten, wil dat de drie grote Amerikaanse internetbedrijven in een hoorzitting verantwoording gaan afleggen. Hij zei dat ze hun integriteit verkwanselen, alleen maar om een paar duiten te verdienen. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 26 januari 2006 (tekst 3 van 3) Google in China (Officiële verklaring van Google) 1/27/ :58:00 AM Posted by Andrew McLaughlin, senior policy counsel Google users in China today struggle with a service that, to be blunt, isn t very good. Google.com appears to be down around 10% of the time. Even when users can reach it, the website is slow, and sometimes produces results that when clicked on, stall out the user s browser. Our Google News service is never available; Google Images is accessible only half the time. At Google we work hard to create a great experience for our users, and the level of service we ve been able to provide in China is not something we re proud of. This problem could only be resolved by creating a local presence, and this week we did so, by launching Google.cn, our website for the People s Republic of China. In order to do so, we have agreed to remove certain sensitive information from our search results. We know that many people are upset about this decision, and frankly, we understand their point of view. This wasn t an easy choice, but in the end, we believe the course of action we ve chosen will prove to be the right one. Launching a Google domain that restricts information in any way isn t a step we took lightly. For several years, we ve debated whether entering the Chinese market at this point in history could be consistent with our mission and values. Our executives have spent a lot of time in recent months talking with many people, ranging from those who applaud the Chinese government for its embrace of a market economy and its lifting of 400 million people out of poverty to those who disagree with many of the Chinese government s policies, but who wish the best for China and its people. We ultimately reached our decision by asking ourselves which course would most effectively further Google s mission to organize the world s information and make it universally useful and accessible. Or, put simply: how can we provide the greatest access to information to the greatest number of people? Filtering our search results clearly compromises our mission. Failing to offer Google search at all to a fifth of the world s population, however, does so far more severely. Whether our critics agree with our decision or not, due to the severe quality problems faced by users trying to access Google.com from within China, this is precisely the choice we believe we faced. By launching Google.cn and making a major ongoing investment in people and infrastructure within China, we intend to change that. No, we re not going to offer some Google products, such as Gmail or Blogger, on Google.cn until we re comfortable that we can do so in a manner that respects our users interests in the privacy of their personal communications. And yes, Chinese regulations will require us to remove some sensitive information from our search results. When we do so, we ll disclose this to users, just as we already do in those rare instances where we alter results in order to comply with local laws in France, Germany and the U.S. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 64/365

65 Cases hoofdstuk 2 Obviously, the situation in China is far different than it is in those other countries; while China has made great strides in the past decades, it remains in many ways closed. We aren t happy about what we had to do this week, and we hope that over time everyone in the world will come to enjoy full access to information. But how is that full access most likely to be achieved? We are convinced that the Internet, and its continued development through the efforts of companies like Google, will effectively contribute to openness and prosperity in the world. Our continued engagement with China is the best (perhaps only) way for Google to help bring the tremendous benefits of universal information access to all our users there. We re in this for the long haul. In the years to come, we ll be making significant and growing investments in China. Our launch of google.cn, though filtered, is a necessary first step toward achieving a productive presence in a rapidly changing country that will be one of the world s most important and dynamic for decades to come. To some people, a hard compromise may not feel as satisfying as a withdrawal on principle, but we believe it s the best way to work toward the results we all desire. Bron: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 65/365

66 Cases hoofdstuk 2 P2p-netwerken en auteursrecht Deze case kan gebruikt worden bij het artikel op de site over vrijheid en auteursrechtenproblematiek. Het aanbieden van auteursrechtelijk beschermde werken via een p2p-netwerk kan gezien worden als openbaarmaking in de zin van de Auteurswet en is in strijd met het auteursrecht. Vanwege het feit dat individuele inbreukmakers moeilijk te achterhalen en te vervolgen zijn, richtten de auteursrechthebbenden zich tot voor kort voornamelijk op de aanbieders van p2p-diensten. Deze worden aansprakelijk gesteld voor het bevorderen van het maken van inbreuken op het auteursrecht. Bij de vraag of een p2p-dienstverlener aansprakelijk kan worden gesteld voor het bevorderen van inbreukmakend gedrag, zijn twee punten van doorslaggevend belang: 1 Kan de dienstverlener invloed op zijn dienstverlening uitoefenen en als zodanig op het gebruik ervan. 2 Laat de technologie ook ruimte voor substantieel rechtmatig gebruik. Wanneer de dienstverlener geen invloed kan uitoefenen op het netwerk (zoals in het geval van Gnutella, een open source gedecentraliseerd p2p-netwerk) en/of er is genoeg reden om aan te nemen dat het netwerk ook voor andere doeleinden dan het downloaden van auteursrechtelijk beschermde werken kan worden gebruikt, dan gaat de aanbieder van de p2p-dienst vrijuit. Bron: B. Schermer (2004). Auteursrecht en informatiemaatschappij, Leidschendam, ECP.NL a b c d Vind je bovenstaande regeling inzake p2p-netwerken voldoende voor bescherming van auteursrecht? Bespreek de voor- en nadelen en risico s van deze regeling, zowel voor de ontwerpers van p2p-netwerken en bijbehorende dienstverlening als voor de bescherming van auteursrecht. Vind je Kazaa of een vergelijkbaar netwerk een voorbeeld van een netwerk dat volgens deze regeling geaccepteerd moet worden? Bespreek argumenten voor en tegen. Lees onderstaand artikel. Zijn je antwoorden op b en c na het lezen van het artikel nog steeds hetzelfde? Welke verschillen zijn er? Stel, je kunt manager worden bij een bedrijf als Napster. Leuk werk, vet salaris. Zou je het doen? Waarom wel of niet? Geef een beargumenteerd antwoord en let daarbij op drogredenen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 66/365

67 Cases hoofdstuk 2 Rechter houdt p2p in bedwang Amerikaanse uitspraak in Grokster-zaak vaak onjuist uitgelegd Fabrikanten van technologieën gaan niet langer zonder meer vrijuit wanneer hun product ook legaal gebruikt kan worden. Een illustratief voorbeeld daarvan is de rechtszaak van 27 juni dit jaar bij het hoogste Amerikaanse Gerechtshof waar de peer-to-peer-uitwisseldiensten Grokster en Streamcast tegenover de entertainmentindustrie van de Verenigde Staten stonden. De zaak laat zich het best vergelijken met een honkbalknuppel. Het draait om de vraag of de fabrikant van die honkbalknuppel aansprakelijk is voor de ruit die er door een ander mee ingeslagen wordt. Zijn Grokster en Streamcast aansprakelijk voor de muziek die hun gebruikers illegaal uitwisselen? De p2pfabrikanten verdedigden zich in deze zaak met een uitspraak van de Supreme Court uit 1984, waarin voor het eerst het zogenaamde substantieel niet-inbreukmakend gebruik -criterium naar voren kwam. Dit komt erop neer dat wanneer een apparaat, ondanks illegaal gebruik, ook voor aanzienlijk legale doeleinden gebruikt kan worden, de fabrikant niet aansprakelijk is. In deze landmark case ging het om elektronicafabrikant Sony die voor zijn betamaxrecorder aansprakelijk werd gesteld voor de opnamemogelijkheden. De rechter oordeelde in het voordeel van Sony, met het argument dat de recorder meer gebruikt werd voor time-shifting (nu opnemen, straks kijken), dan voor duurzame vastlegging van programma s. De uitspraak deed in de jaren tachtig al veel stof opwaaien. Enerzijds zorgde het voor een succesvolle introductie van de videorecorder en de verdere ontwikkeling van opnameapparatuur. Anderzijds bleef de vraag: waar ligt de grens? Grokster In 2003 werd deze vraag aan de rechter voorgelegd voor p2p-uitwisseldiensten. Grokster betoogde dat hoewel bijna 90 procent van haar software inbreukmakend gebruikt wordt, de gebruikers daarnaast wel degelijk eigen plaatjes en rechtenvrije muziekjes kunnen uitwisselen. De lagere rechters waren het hiermee eens en spraken Grokster tot tweemaal toe vrij. De Supreme Court dacht er echter anders over, en greep deze zaak aan om haar beslissing uit 1984 te nuanceren. De voornaamste reden dat Grokster door de Supreme Court wel aansprakelijk wordt gehouden is omdat zij, vooral na de val van concurrent Napster (zie hieronder), herhaaldelijk heeft geadverteerd met de voordelen van p2p-uitwisselingen zónder centrale server. Zodoende had zij het voorzien op de inbreukmakende ex-gebruikers van Napster als nieuwe klanten van de Groksterdienst en was haar intentie dus blijkbaar om illegaal gebruik te bevorderen. Grokster speelde doelbewust op deze markt in. Het Sony-criterium blijft dus staan, maar hier wordt een extra eis aan toegevoegd. Als fabrikant hoef je inderdaad niet aansprakelijk te zijn voor eventuele inbreukmakende handelingen, maar dan moet er wel zo veel mogelijk aan gedaan zijn om eventueel inbreukmakend handelen te voorkomen. In ieder geval moet het de intentie zijn om de technologie voor legale doeleinden te gebruiken. Aansprakelijkheid Wat betekent dit in de praktijk? Is elke fabrikant nu aansprakelijk als zijn technologie onrechtmatig handelen mogelijk maakt? Nee. Wat het wel betekent, is dat door deze beperking van het Sonycriterium fabrikanten niet langer zonder meer vrijuit gaan onder het mom van het apparaat kan ook legaal gebruikt worden. Enerzijds is dit een goede zaak. Er is nu in ieder geval duidelijkheid over de bovengrens van het Sony-verweer. Anderzijds wordt wel verwacht dat het aantal rechtszaken hierdoor zal toenemen, omdat in de rechtspraak nu moet worden vastgesteld wat een fabrikant in het Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 67/365

68 Cases hoofdstuk 2 specifieke geval moet doen om aansprakelijkheid te voorkomen. Wanneer is er sprake van intentie, en hoe dient intentie aangetoond te worden? Een voorbeeld: neem Apple s ipod (of mp3-spelers in het algemeen); als je het totaal aantal verkochte liedjes via de itunes Music Store deelt door het aantal verkochte ipods dan levert dat ongeveer 25 legaal aangeschafte nummers per ipod op. Betoogd kan worden dat het succes en de populariteit van de ipod mede te danken is aan de omvangrijke illegale downloadmarkt. Wanneer we ervan uitgaan dat de gemiddelde ipod minimaal het twintigvoudige aan liedjes herbergt, dan is de eerste stap gezet naar een rechtszaak snel gezet. Is hier sprake van intentie? Napster Napster ging in 2001 onderuit doordat zij gebruikmaakte van een centrale server. In die zaak werd ook het Sony-criterium aangehaald, maar het ging daar om de vraag of het binnen de macht van Napster lag om iets aan de inbreuken te doen. Dat met Napster ook legaal gebruik mogelijk was, deed niet af aan het feit dat Napster het illegale gebruik had kunnen voorkomen door inbreukmakend materiaal te verwijderen van haar server. Omdat Napster dit niet gedaan heeft, was zij aansprakelijk voor de inbreuken. Prijsopdrijving De verwachte toename aan rechtszaken zal ook een verhoging van ontwikkelingskosten van producten betekenen. Fabrikanten zullen rekening moeten houden met mogelijke juridische procedures bij de lancering van een nieuw product, zelfs wanneer de fabrikant uiteindelijk gelijk krijgt. Nu de entertainmentindustrie een nieuwe stok heeft om ongewilde technologieën mee te slaan zou zij (opstartende) bedrijven zelfs kapot kunnen procederen wanneer zij de nieuwe techniek niet ziet zitten. Terwijl het product zelf uiteindelijk wellicht volkomen legaal kan blijken te zijn. Verwacht wordt ook dat fabrikanten meer maatregelen zullen nemen om mogelijke aansprakelijkheid te voorkomen, bijvoorbeeld door sterke Digital Rights Management (DRM), of zwaardere belasting van het product. Buitenlandse bedrijven met een afzetmarkt in de VS zullen in ieder geval rekening moeten houden met de beslissing. Bovendien zouden we de after effects van de uitspraak, die in principe alleen gelding heeft in de Verenigde Staten, ook in Europa kunnen merken. De EU en de VS werken al steeds vaker samen om zaken als piraterij gezamenlijk aan te pakken. Mr. Alexander van der Wolk, legal consultant ICT recht bij Certa Legal Advocaten Amsterdam Bron (bewerkt): Computable, 29 juli 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 68/365

69 Cases hoofdstuk 2 Spam of vrijheid van meningsuiting? Het is aan te raden om voor deze case ook het eerste deel van het artikel over vrijheid, bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk op de site, te lezen. Lees de tekst Spam of vrijheid van meningsuiting bij Intel? (zie kader hieronder) en beantwoord de volgende vragen. a Vind je het oordeel van het hooggerechtshof terecht? Zet de argumenten voor en tegen, zoals gegeven in de tekst, op een rijtje. Maak een afweging van deze argumenten en bepaal welke argumenten volgens jou het zwaarst moeten wegen. b Vind je het terecht dat ook andere belangenorganisaties, zoals vakbonden, recht hebben op het verzenden van bulkmails naar werknemers via het systeem van de werkgevers? c Internet heeft een belangrijke morele waarde als medium voor vrije communicatie, als medium dat openheid en democratie bevordert. En net zoals bij andere vormen van communicatie (reclamefolders, opiniestukken en columns in kranten, telefonische werving en reclame, billboardposters, politieke pamfletten, enzovoort) komen ongewenste uitingen voor. Deze uitingen zijn echter niet verboden. Moet er dan wel een verbod komen op spam? Geef een beargumenteerd antwoord. Spam of vrijheid van meningsuiting bij Intel? Het hooggerechtshof in Californië heeft uitspraak gedaan in een zaak aangespannen door Intel tegen een oud-werknemer, Kenneth. Deze heeft in de periode herhaaldelijk vele duizenden e- mails gestuurd naar werknemers van Intel, via het intranet van het bedrijf, waarin hij de werknemers waarschuwt voor de slechte arbeidsomstandigheden, discriminatie, enzovoort. Het hooggerechtshof ziet dit echter niet als misbruik van of inbreuk in bedrijfscomputersystemen, zoals Intel had gesteld. Dit is duidelijk een van de belangrijkste juridische uitspraken van het jaar, zo niet van het afgelopen decennium, aldus advocaat Dave Kramer. Het voorkomt een ernstige belemmering van vrije communicatie en informatie-uitwisseling op internet. Intel had naar voren gebracht dat de bulkmail van Hamadi een vorm van spam was, die het netwerk overbelastte en werknemers van hun eigenlijke werk afhaalde. Dat betekent concrete materiële schade en is bovendien een ongeoorloofde vorm van binnendringen in een bedrijfsnetwerk, aldus Intel. Bovendien, zo stelde het bedrijf, had Hamadi deze methode van het versturen van bulkmail niet nodig om zijn mening te kunnen uiten. Hij had immers samen met andere ontevreden oudwerknemers van Intel een organisatie opgericht, genaamd FACE-I (Former and Current Employees of Intel), bedoeld om bepaalde praktijken in de organisatie aan de kaak te stellen. FACE-I heeft een eigen website, waar mensen informatie kunnen vinden en hun mening kwijt kunnen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 69/365

70 Cases hoofdstuk 2 In 1998 had een lagere rechtbank Intel op grond van deze argumenten in het gelijk gesteld en Hamadi verboden om nog langer bulkmail naar Intel-werknemers te versturen. Het hooggerechtshof heeft deze uitspraak nu teruggedraaid. Hamadi redeneerde dat dit verbod een schending betekende van zijn vrijheid van meningsuiting. Hij stelde bovendien dat deze bulkmails geen vorm van spam waren, omdat ze geen enkel commercieel doel dienden. Hij wilde ideeën communiceren en de vrijheid om dat te doen is in de grondwet verankerd. Overigens was het oordeel van het hooggerechtshof niet gegrond op het principe van vrijheid van meningsuiting en ging het evenmin in op het argument van materiële schade van de kant van Intel. Het ging alleen in op de claim van Intel dat Hamadi misbruik gemaakt zou hebben van andermans bezit. De bestaande wetgeving hierover heeft, aldus het hooggerechtshof, geen betrekking op elektronische communicatie en moet dat ook niet zijn, omdat het computersysteem er niet door beschadigd wordt, noch het functioneren van het systeem aangetast wordt. De uitspraak is ook van belang voor andere verzenders van bulkmail. Zo versturen vakbonden sinds kort ook bulkmails naar leden met informatie over ophanden zijnde acties, actuele kwesties in het bedrijf waar men werkt, enzovoort. De bonden gebruiken hiervoor ook de systemen van de bedrijven zelf. Bron (bewerkt): 30 juni 2003 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 70/365

71 Cases hoofdstuk 2 Te veel weten Wat moet Roy van Egters doen in onderstaande case? Wat moet Technoconsult doen? Analyseer deze kwestie volgens het stappenplan voor ethische analyse. Te veel weten Roy van Egters werkt voor TechnoSolutions BV, een gerenommeerd onafhankelijk technisch consultancybedrijf. Hij is chemisch technoloog en in het afgelopen halfjaar vooral aan het werk geweest voor de firma Multiform in Hilvarenbeek, een jong bedrijf dat mallen produceert voor de kunststoffenindustrie. Multiform heeft van de Provincie te horen gekregen dat er nieuwe en strengere wettelijk gestelde minimumeisen aan afvallozing zijn ontwikkeld en dat van Multiform een rapport verwacht wordt waaruit blijkt dat het daaraan voldoet. Roy heeft de afgelopen tijd onderzoek gedaan en dat vastgelegd in een uitgebreid schriftelijk rapport voor Multiform. Aan het eind komt hij tot de conclusie dat oplossingen voor voldoen aan de nieuwe eisen allemaal zeer kostbaar zullen zijn. Al voordat hij zijn rapport inlevert, praat hij, buiten weten van de directie van TechnoSolutions om, informeel met een directielid van Multiform over de inhoud van zijn rapport en overhandigt hem alvast de voorlopige versie. Het directielid vertelt hem dat hij een dergelijke uitslag niet verwacht had en ook niet waardeert. Van Egters krijgt het dringende verzoek om wat te doen met zijn onderzoeksresultaten, opdat Multiform toch door kan gaan met de huidige manier van productie (en bijbehorende afvallozing). Van Egters bespreekt de kwestie met zijn baas. Die vertelt hem dat hij beter niet deze informatie al aan Multiform had kunnen geven, dat Multiform een belangrijke opdrachtgever is die ze niet makkelijk kunnen missen en dat hij zich zal beraden op de zaak. De volgende dag echter komt er een brief binnen van Multiform met de mededeling dat het TechnoSolutions niet verder wil belasten met dit onderzoek, dat het zal betalen voor het geleverde werk, maar afziet van het ontvangen van het eindrapport. Een maand later leest Roy van Egters in de krant dat Multiform in een openbare hoorzitting met de Gemeente Hilvarenbeek cijfers presenteert, op basis van een onderzoek van TechnoSolutions, waaruit blijkt dat de lozingen van afvalstoffen ruim binnen de gestelde grenzen vallen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 71/365

72 Cases hoofdstuk 2 Vrijheid van concurrentie een voorbeeld van vrijheid als recht én plicht In het artikel Vrijheid, vrijheid van informatie en de auteursrechtenproblematiek op de site, bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk, wordt in het kader met de titel Vrijheid van concurrentie een voorbeeld van vrijheid als recht én plicht gesteld dat concurrentievrijheid ingeperkt wordt door de morele plicht om niet te misleiden. a Leg uit, op grond van de principes van universaliteit en wederkerigheid, waarom deze morele plicht er inderdaad is. b Leg uit waarom het in het geheim ontwikkelen van een nieuw product wel toegestaan is, dus wel past binnen zowel de ruimte als de beperkingen die vrijheid van concurrentie biedt. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 72/365

73 Cases hoofdstuk 3 Cases hoofdstuk 3 NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud Cocaïnespotje 74 De condoomactie van Humo 75 Geniet, maar snoep met mate (1) 77 Geniet, maar snoep met mate (2) 80 Is er koffie na de dood? 81 Logo van gezondheidsstichtingen op commerciële merken 82 MVO en de brandingsdriehoek 84 Pakkenoorlog 86 Porno in het openbaar vervoer 87 Privacy bij Amazon? 90 Spotten met Balkenende? 92 Voetbalsponsoring en dubieuze vitaminepreparaten 94 Zelfregulering 96 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 73/365

74 Cases hoofdstuk 3 Cocaïnespotje Het is voor een goede uitwerking van deze case aan te raden om eerst het artikel over de beoordeling van het MVO-gehalte van reclame te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. Geef een ethische analyse volgens het stappenplan zoals behandeld in hoofdstuk 2 van de reclame van Douwe Egberts (zie kader hieronder). Douwe Egberts stopt met cocaïnespotje UTRECHT Douwe Egberts trekt onmiddellijk zijn reclamespot in voor Caffiato, koude cappuccino. De Reclamecodecommissie wees vorige week een klacht tegen het spotje toe vanwege associaties met drugsgebruik. In de commercial zitten drie vrouwen rond een dienblad, waarop drie lijntjes Caffiato liggen. Deze vrouwen zuigen elk met een rietje zo n lijntje op. De Reclamecodecommissie zegt dat Douwe Egberts bewust een verband legt met het gebruik van drugs, vooral omdat de vrouwen de lijntjes lijken te snuiven. Dat bericht NRC Handelsblad. De tv-spot is naar het oordeel van de Commissie in strijd met de goede smaak. De commissie vindt de commercial ook nodeloos kwetsend voor diegenen die problemen met drugs of drugsverslaving hebben. De commissie adviseert Douwe Egberts om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Bewust Douwe Egberts liet weten de beslissing te betreuren. De nieuwe reeks commercials zal nu voor een deel worden aangepast. Douwe Egberts stelt dat de kijker in de spot bewust op het verkeerde been werd gezet, doordat de associatie met drugsgebruik wordt opgeroepen, waarna vervolgens voor een ieder volstrekt duidelijk is dat de drie vrouwen slurpen van een lijntje Caffiato. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 31 augustus 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 74/365

75 Cases hoofdstuk 3 De condoomactie van Humo Onderstaand zie je een beargumenteerde uitspraak van de JEP, de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame, de Belgische tegenhanger van de Nederlandse Reclamecodecommissie. Het artikel uit de zogeheten IKK-code voor reclame, waarnaar verwezen wordt in deze uitspraak, is daarna opgenomen. Maak op basis van de hier gegeven probleemstelling (zijn de gegeven klachten terecht?) en de argumentatie een uitwerking volgens het in hoofdstuk 2 gegeven stappenplan. Vul eventuele andere argumenten aan vanuit de drie ethische perspectieven en de principes van wederkerigheid en universaliteit. Geef ten slotte beargumenteerd aan of je het met de conclusie van de Jury eens bent of niet. Beschrijving van de reclame Een filmpje toont een oude demente vrouw die aan tafel zit en haar tas melk over haar hoofd giet. Daarna springt ze op en neer in een zetel, zit ze op haar knieën op de grond voor het eetbakje van de hond, waarvan ze eet, enzovoort. Vervolgens hoort en ziet men een man die in een donkere kamer geslachtsgemeenschap heeft in het echtelijk bed. Plots doet zijn echtgenote naast hem het licht aan en ziet men dat hij betrekkingen had met de demente vrouw. Slogan: U mag één keer missen. Deze week twee condooms gratis bij elke Humo. Motivering van de klacht Aantasting menselijke waardigheid en aantasting imago van de reclame. Standpunt van de Jury De adverteerder liet gelden dat deze condoomactie kadert in de Wereldaidsdag van 1 december. Aangezien uit studies blijkt dat het condoomgebruik afneemt, is hij de mening toegedaan dat het aanbieden van gratis condooms en het in de kijker plaatsen van het voorbehoedsmiddel toch een erg nuttig en respectabel initiatief vormen. Hij benadrukte dat de actie en promotie ervan met een typische Humo-kwinkslag gebeuren en dus ludiek en in geen geval beledigend bedoeld zijn. Hij stelde tevens dat campagnes rond seks, voorbehoedsmiddelen en aids wel vaker een stout karakter hebben, zelfs als ze van de overheid uitgaan. Hij wees op het hoge aantal bezoekers op zijn website om te stellen dat de ludieke bedoeling van dit filmpje duidelijk wel gesmaakt wordt. Hij benadrukte dat in deze tijd de doorsneeburgers niet meer opschrikken van seks op tv of in andere mediums en dat de normen en waarden op dat vlak niet meer zijn zoals veertig jaar geleden en dat dit filmpje derhalve geenszins de menselijke waardigheid aantast. Hij bevestigde tevens dat dit filmpje op zijn eigen uitdrukkelijke verzoek in de bioscopen niet vertoond wordt bij kinderfilms en dat het op televisie pas na 21/22 uur wordt uitgezonden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 75/365

76 Cases hoofdstuk 3 Na onderzoek van het bedoelde filmpje is de Jury tot de conclusie gekomen dat de door de adverteerder aangevoerde argumenten weinig relevant zijn: - het feit dat de condoomactie van Humo in de Wereld Aidsdag zou kaderen, komt niet naar voren in dit filmpje; - een ludieke of humoristische aanpak evenmin als het stoute karakter van bepaalde campagnes rond aids, voorbehoedsmiddelen mogen in geen geval de ethische verantwoordelijkheid opheffen van de auteur van de reclame. De Humo-kwinkslag kan ook deze verantwoordelijkheid niet uithollen; - een groot aantal bezoekers op een website heeft geen particuliere betekenis qua reacties op wat op de site wordt getoond; - de normen van vandaag inzake seks veroorloven niet waarden en overtuigingen van de mensen te verwaarlozen. Rekening houdend met de inhoud van de boodschap (tekst en visueel) en met de bedoeling van de actie, was de Jury de mening toegedaan dat dit filmpje niet van de beste smaak getuigt en daarenboven als een aantasting van de menselijke waardigheid kan worden ervaren. Het gebruikte thema gefocust op een persoon die duidelijk aan een (ongeneeslijke) ziekte lijdt, komt naar voren als respectloos tegenover deze persoon en haar familie. Met dergelijke pijnlijke situaties mag niet gelachen worden. Op basis van artikel 4, alinea 1 van de IKK-code (zie hieronder), heeft de Jury aan de adverteerder de aanbeveling gedaan om dit filmpje niet meer te gebruiken. Bron (bewerkt): 4 november 2004 Artikel 4, alinea 1 van de IKK-code, de reclamecoderegels 3. (384) Reclame mag geen enkele vorm van discriminatie tolereren op grond van o.a. ras, nationaliteit, godsdienst, geslacht of leeftijd, en mag op geen enkele wijze de menselijke waardigheid aantasten (art. 4, al. 1 IKK-code). Bijgevolg dient men te vermijden: - dat minachting, wantrouwen of spotternij verwerkt wordt, ongeacht de etnische, sociale, professionele, nationale of economische categorie waartoe een persoon behoort. - dat negatieve vergelijkingen op grond van geslacht, leeftijd, ras, nationaliteit, sociaal of professioneel statuut aangemoedigd, ontwikkeld of uitgebuit worden. Reclame mag de bekwaamheden, verlangens en de rol van de onderscheiden menselijke en sociale bevolkingsgroepen niet miskennen. Opvattingen aangaande de minder- of meerderwaardigheid van een persoon in functie van de sociale bevolkingsgroep waartoe hij behoort, alsook het aanmoedigen van gevoelens of gedragingen die leiden tot uitstoting, intolerantie of racisme dienen vermeden te worden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 76/365

77 Cases hoofdstuk 3 Geniet, maar snoep met mate (1) Lees het nieuwsbericht Revolutie in op kinderen gerichte reclame en het fragment uit de gedragscode in de twee kaders hieronder en geef antwoord op de volgende vragen. a Uit het nieuwsbericht blijkt dat fabrikanten verantwoordelijkheid erkennen voor de gezondheid van kinderen. Dit sluit aan bij de stelling gegeven in dit hoofdstuk (onder het kopje Stap 2: machtsverschil ) dat het een algemeen geaccepteerde morele waarde is dat zwakkeren beschermd moeten worden. Kinderen kunnen in dit verband zeker als zwakkeren aangemerkt worden. Leg uit waarom de zwakkeren in de samenleving beschermd moeten worden en waarom fabrikanten in dezen een verantwoordelijkheid hebben. b In het nieuwsbericht wordt gewezen op het feit dat de fabrikanten zichzelf beperkingen opleggen en dat ze de verkoop van hun producten moeten bevorderen in combinatie met de boodschap koop hier niet te veel van. Leg uit welke voordelen fabrikanten uit deze en andere in de gedragscode genoemde beperkingen (zie fragment) kunnen behalen. c In het nieuwsbericht wordt gesteld dat de gedragscode nu nog vaag is en worden twee voorbeelden van deze vaagheid gegeven. Verwacht wordt ook dat de Reclamecodecommissie om scherpere formuleringen zal vragen, opdat de code ook echt werkbaar zal worden. Herschrijf zelf de gedragscode (zie fragment) zodanig dat deze inderdaad scherper wordt en werkbaar. Revolutie in op kinderen gerichte reclame (tekst 1 van 2) Fabrikanten mogen geen (levende of getekende) idolen gebruiken in op kinderen gerichte reclame. Dit staat in een gedragscode van de industrie. Deskundigen: een doorbraak. AMSTERDAM Vrijwel onopgemerkt heeft zich een revolutie in de voedingsmiddelenindustrie voltrokken. Kortgeleden nam zij een gedragscode aan, opgesteld door de VAI, de koepelorganisatie van de voedingsmiddelenindustrie, die tot doel heeft het overgewicht bij kinderen en volwassenen terug te dringen. Een doorbraak, analyseert voedingshoogleraar Jaap Seidell van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Twee jaar geleden was dit ondenkbaar. Voor het eerst heeft de industrie gedragsregels over de reclame en promotie van voedingsmiddelen opgesteld. Bijzonder zijn vooral de beperkingen die de fabrikanten zichzelf opleggen in de reclame die op kinderen is gericht. Juist de nul- tot twaalfjarigen verdienen bescherming, erkent de industrie, Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 77/365

78 Cases hoofdstuk 3 omdat zij nog geen onderscheid tussen een promotiefilmpje of gewoon filmpje kunnen maken en zich zo gemakkelijk door een plaatje van Harry Potter, een K3-ster of Teletubbie laten verleiden. Ook dr. Moniek Buijzen, die aan de Universiteit van Amsterdam op reclame voor kinderen promoveerde, spreekt van een revolutionaire omslag. Oké, de code is door dwang van de overheid tot stand gekomen en de industrie kón de verontrustende cijfers over (te) dikke kinderen niet langer negeren, maar toch verdient het bedrijfsleven een pluim. Ik heb me de laatste jaren vooral geërgerd aan al die reclames waarin aansprekende persoonlijkheden allerlei waren aanprijzen. Uit de code blijkt dat fabrikanten dat nu niet meer mogen doen. Ik vind dat heel goed. In de code staan vier algemene artikelen met voorwaarden waaraan reclame-uitingen voor kinderen moeten voldoen en drie voorwaarden voor uitingen op scholen. Op alle scholen mogen alleen nog kleine verpakkingseenheden aangeboden worden en op middelbare scholen mogen geen volumegedreven verkoopacties meer plaatsvinden. Een campagne zoals snoepfabrikant Mars een halfjaar geleden wilde beginnen, waarbij leerlingen zo veel mogelijk wikkels moesten verzamelen teneinde een concert van Idols-finalist Jim op hun school te winnen, is vanaf nu volgens de eigen branche uit den boze. Bovendien, zegt Seidell, zijn sommige bepalingen nog vaag. Verder wil hij in zijn kritiek niet gaan. Ik wil niet op alle slakken zout leggen. We moeten fabrikanten nú aanmoedigen door te gaan. Vergeet niet hoe moeilijk deze stap voor fabrikanten is voor hen is het tegennatuurlijk om de boodschap koop hier niet te veel van te verkondigen. Ook het Voedingscentrum en de Hartstichting zijn heel blij met de code. Wel vreest Karen van der Vorst van de Hartstichting dat sommige bepalingen zo ruim zijn geformuleerd dat overtredingen moeilijk zijn vast te stellen. Zo zijn grote verpakkingen verboden. Maar wat is groot? Communicatiewetenschapper Monique Buijzen werpt de vraag op of ook de verpakkingen onder de code vallen. Als kinderidolen niet meer in reclame-uitingen mogen worden gebruikt, betekent dat dan ook dat Bob-de-Bouwer-plaatjes op koekjesdozen niet meer mogen? Of Kikker-plaatjes op ontbijtkoekreepjes? Secretaris J. Droogh van de VAI denkt dat de code niet over deze productverpakkingen gaat. Ik geef toe dat dit artikel nog wat moeilijk geformuleerd is, daar moeten we nog wat aan doen. Ook de Reclamecodecommissie zal om scherpere formuleringen vragen, beseft Droogh. De VAI heeft deze onafhankelijke klachteninstantie gevraagd of de code onder haar toezicht mag gaan vallen. Dit is het geval, informeert een woordvoerster van de Stichting Reclame Code, als de teksten werkbaar zijn en als er voldoende draagvlak in industriële kringen voor de code is. Bron (bewerkt): Trouw, 5 mei 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 78/365

79 Cases hoofdstuk 3 Fragment Industriële gedragscode reclame- en promotieactiviteiten, specifiek gericht op kinderen (tekst 2 van 2) 1 Reclame-uitingen gericht op kinderen zullen niet de indruk wekken dat het gebruik van specifieke voedingsmiddelen de kinderen meer status of populariteit onder leeftijdgenoten biedt dan het gebruik van andere voedingsmiddelen. 2 Reclame-uitingen mogen kinderen geen morele of fysieke schade berokkenen en moeten daarom voor hun bescherming voldoen aan de volgende criteria: - zij mogen kinderen niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of hun goedgelovigheid; - zij mogen kinderen er niet rechtstreeks toe aanzetten hun ouders of anderen te overreden tot de aankoop van producten waarvoor reclame wordt gemaakt; - zij mogen niet profiteren van het speciale vertrouwen dat minderjarigen hebben in ouders, leerkrachten of anderen. 3 Reclame-uitingen mogen de rol van ouders en verzorgenden alsmede andere verantwoordelijke rolmodellen als verstrekkers van verantwoorde voeding niet ondermijnen. 4 Het onderscheid tussen inhoudelijke informatie en een reclame-uiting dient duidelijk te zijn. a Het is niet toegestaan reclame-uitingen voor voedingsmiddelen, die afkomstig zijn van of geassocieerd worden met een bepaalde programma-inhoud en specifiek zijn gericht op kinderen, te tonen tijdens de uitzending van dat programma. b Persoonlijkheden bekend van televisie of geschreven media (levende of getekende), zullen niet worden gebruikt om voedingsmiddelen, premiums of diensten te verkopen op een manier die het onderscheid tussen programma- en/of redactie-inhoud en commerciële communicatie ondermijnt. Additionele principes ten aanzien van reclameactiviteiten op scholen 1 Op basisscholen zullen geen reclame- en promotionele activiteiten plaatsvinden (met uitzondering van door de overheid ondersteunde activiteiten). 2 Op middelbare scholen zullen geen volumegedreven verkoopacties plaatsvinden. 3 Op scholen worden alleen kleine verpakkingseenheden aangeboden. Bron: Beleid van de Nederlandse Voedingsmiddelenindustrie, 24 april 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 79/365

80 Cases hoofdstuk 3 Geniet, maar snoep met mate (2) De directie van Sweets, een Nederlandse snoepfabrikant die zowel aan winkels als aan scholen levert, heeft geoordeeld dat het tijd wordt voor andere marketingacties. De marketingacties tot nu toe waren vooral gericht op omzetvergroting op de korte termijn, door middel van productinnovaties, spaaracties van wikkels, toevoeging van verzamelitems aan zakken snoep, het af en toe gebruiken van jeugdidolen, enzovoort. Wat betreft het gewicht dat toegekend werd aan de marketingdoelstellingen, was de verhouding zoals weergegeven in onderstaande tabel. Doelstellingen marketing Gewicht Snelle verkoopgroei van een product 30 Positieve emoties in relatie tot product oproepen 30 Feitelijke informatie geven over product (samenstelling, kwaliteit, prijs) 10 Je product(en) positief onderscheiden van concurrerende producten 30 Corporate image building (bestendig imago, merknaam opbouwen) 0 Totaalgewicht 100 De nieuwe gedragscode van de VAI (zie het kader in de case Geniet, maar snoep met mate (1) bij dit hoofdstuk) en de groeiende negatieve aandacht van de media voor snoepadverteerders die alleen maar met omzetvergroting bezig zijn, zonder mee te denken over ongewenste neveneffecten van hun producten, zoals tandbederf en overgewicht, heeft de directie doen besluiten dat het tijd is om een nieuw marketingbeleid te ontwikkelen. Men vreest dat marketingacties zoals hierboven genoemd, ook als ze nog niet afgewezen worden op grond van de nieuwe gedragscode, een steeds sterker risico zullen dragen dat ze door de media worden bekritiseerd als onverantwoordelijke verkoopstunts, en zullen zorgen voor imagoschade bij het publiek. De recente wereldwijde kritiek op McDonald s, die medeverantwoordelijk werd gesteld voor het overgewicht van veel van haar klanten, heeft deze vrees alleen maar versterkt. Bovendien beseft men dat Sweets inderdaad een verantwoordelijkheid heeft voor de gezondheid van de consumenten, met name kinderen. De directie heeft daarom de afdeling Marketing opdracht gegeven een gedegen marketingbeleid te ontwikkelen op basis waarvan toekomstige marketingacties ontwikkeld en getoetst kunnen worden. Jij bent medewerker bij de afdeling Marketing van Sweets. Schrijf een beleidsnota waarin je, op basis van de aanwijzingen gegeven in dit hoofdstuk, het MVO-fundament voor een nieuw marketingbeleid ontwikkelt. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 80/365

81 Cases hoofdstuk 3 Is er koffie na de dood? Het is voor een goede uitwerking van deze case aan te raden om eerst het artikel over de beoordeling van het MVO-gehalte van reclame te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. Geef een ethische analyse volgens het stappenplan zoals behandeld in hoofdstuk 2 over de onderstaande billboardreclame van uitvaartverzekering AVVL. Daarbij is het goed om te weten dat deze reclame helemaal mislukt is en AVVL uiteindelijk meer schade dan voordeel heeft gebracht. AVVL wilde met deze reclame op een ludieke manier de boodschap overbrengen dat een mens tegenwoordig meer te kiezen heeft wat betreft vorm en uitvoering van de begrafenis dan het traditionele van begrafenis en daarna koffie met koek. Recentelijk zijn er door andere uitvaartmaatschappijen tv-reclames geweest waarin die grotere keuzevrijheid ook benadrukt werd. Als je die gezien hebt, kun je ze wellicht bij je oordeel betrekken. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 81/365

82 Cases hoofdstuk 3 Logo van gezondheidsstichtingen op commerciële merken Lees de case in het kader hieronder en geef een beoordeling op basis van het analysemodel beschreven in hoofdstuk 2. Logo van gezondheidsstichtingen op commerciële merken De Nederlandse Hartstichting krijgt ,- per jaar van Unilever voor een samenwerkingsverband met de pro-activ lijn van Becel. Pro-activ (onder andere margarine en zuiveldrank) bevat het ingrediënt plantensterolen dat het cholesterol verlaagt. Hersenstichting Nederland beveelt de margarine van Blue Band Idee (UNILEVER)! aan vanwege de goede voedingsstoffen (vetzuren en B-vitamines) die onze hersenen nodig hebben. Ze krijgen daar geen geld voor maar wel naamsbekendheid voor de jonge stichting en er vindt uitwisseling van informatie plaats. Van de Maag Lever Darm Stichting mag Danone het logo op de verpakking van Activia zetten in ruil voor ,- per jaar. Dat product met probiotica kan namelijk bijdragen aan een goede stoelgang. En van de Nierstichting mag het logo door Spa Reine worden gebruikt tegen betaling van ,- per jaar. Want water zuivert het lichaam. Al deze gezondheidsstichtingen melden dat het verlenen van hun logo absoluut geen centenkwestie is, ook al zijn de extra inkomsten mooi meegenomen. De inkomsten zijn overigens, zo melden ze ook, relatief klein. Het grootste deel van hun inkomsten komt uit collectes. Volgens de gezondheidsstichtingen symboliseert het verlenen van hun logo een samenwerking met een merk en productlijn waarmee ze een of meerdere doelstellingen delen. Naast het uitwisselen van informatie en het vergroten van kennis, draagt het bij aan meer naamsbekendheid. Dat laatste stelt ze in staat om nog meer leden te werven en geld op te halen en dat is van essentieel belang voor het doen van meer noodzakelijk onderzoek en het geven van preventieve voorlichting. Het gaat om een brede bewustwording door middel van het samenwerkingsverband en behelst dus veel meer dan alleen de verkoop van het logo. Kritiek uit wetenschappelijke hoek Geleerden als Frans Kok (WUR) en Martijn Katan (VU) vinden het een slechte zaak dat gezondheidsstichtingen hun naam koppelen aan een bepaald commercieel merk. Frans Kok, hoogleraar Humane Voeding, stel dat dit soort charitatieve instellingen het moeten hebben van vertrouwen en ze hun voorlichting nooit zouden moeten laten beïnvloeden door geld. Hun goede naam en onafhankelijkheid staan hiermee namelijk op het spel. Er worden ook allerlei suggesties gewekt waarmee de consument op het verkeerde been wordt gezet. De claims van Becel en van Activia zijn wel redelijk hard, maar in het geval van Blue Band is de claim ook nog eens onvoldoende wetenschappelijk bewezen. Hij vindt het dan ook te voorbarig en ongenuanceerd. Door aan één enkel merk hun logo te verbinden lijkt het net alsof het om een uniek product gaat dat als enige die bijzondere eigenschappen zou hebben en dat klopt niet. Er zijn diverse en vooral ook goedkopere alternatieven te krijgen. Als ze logo s toekennen, dan zouden ze dat aan alle merken moeten doen die iets goeds maken en niet alleen aan firma s die ervoor betalen of gratis reclame voor de stichting willen maken. Een gezondheidsorganisatie zou naar zijn mening dan ook geen privaatgeld moeten aannemen als het louter om deze behoorlijk willekeurige sponsoring gaat. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 82/365

83 Cases hoofdstuk 3 Alternatieven zonder logo - Plantensterolen zitten ook in producten van het huismerk van bijvoorbeeld Aldi en AH. - Probiotica zit in diverse zuivel van meerdere supermarkten, bijvoorbeeld Dirk, Lidl, Aldi en AH. - Onverzadigde vetzuren (onder andere omega-3 en -6) zijn aan vele bak- en braadproducten toegevoegd en aan zuivel en sommige eieren. Het zit verder van nature ook veel in vette vis. - De zuiverende eigenschappen van water gelden voor al ons drinkwater. Bron (bewerkt): kassa.vara.nl, 31 oktober 2008 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 83/365

84 Cases hoofdstuk 3 MVO en de brandingsdriehoek De brandingsdriehoek is een methode om een merk, in de vorm van product of dienst, succesvol in de markt te zetten. De methode gaat ervan uit dat er drie elementen zijn die van belang zijn om de klant vertrouwen te geven in het merk: reputatie relatie ruil Bij reputatie gaat het om begrippen als betrouwbaarheid, serviceverlening, creativiteit, professionaliteit en snelheid. Bij relatie gaat het om de vraag of het merk iets bijdraagt aan de levensbehoeften van de klant, zijn levensstijl en zijn persoonlijke reputatie. Een merk moet in deze opzichten bij je passen. Het moet als het ware klikken tussen jou en het merk, net zoals het tussen jou en een persoon moet klikken om een vriendschap te kunnen opbouwen. Bij ruil gaat het erom dat de klant de balans bewaart tussen enerzijds wat hij krijgt, in termen van exclusiviteit, status (bijdrage aan persoonlijke reputatie), bijdrage aan de samenleving, productkwaliteit en service en anderzijds de kosten, veiligheid en schade aan de samenleving. Bij het afwegen van deze factoren binnen de drie elementen relatie, ruil en reputatie kies je voor positionering van het merk op een plek binnen deze brandingsdriehoek (zie figuur). Brandingsdriehoek (bron: Berenschot (2003). Managementmodellen voor communicatie, Academic Service) Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 84/365

85 Cases hoofdstuk 3 a b c In het bij de figuur genoemde boek stellen de schrijvers: Er zijn steeds meer bedrijven die meer prioriteit geven aan het managen van hun reputatie en hun merkenportfolio dan aan het managen van mensen en het primaire proces, omdat het merk het succes van de onderneming bepaalt. Leg uit hoe de reputatie van een bedrijf en zijn merkenportfolio een middel kunnen zijn om mensen en het primaire proces te managen. In het hoofdstuk wordt een tabel gegeven met marketingdoelstellingen. Geef bij elk van deze doelstellingen beargumenteerd aan bij welk van de drie elementen uit de brandingsdriehoek ze behoren. Let wel: het kan zijn dat een doelstelling raakpunten heeft met meer dan een van de drie elementen. Als je vindt dat dat zo is, geef dat dan beargumenteerd aan. Geef aan wat de MVO-aspecten zijn die een rol spelen bij elk van de drie elementen van de brandingsdriehoek. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 85/365

86 Cases hoofdstuk 3 Pakkenoorlog Het is voor een goede uitwerking van deze case aan te raden om eerst het artikel over de beoordeling van het MVO-gehalte van reclame te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. De firma Suit Supply is een winkelbedrijf gespecialiseerd in (maat)pakken, (maat)shirts en dassen. Het voert al sinds de oprichting een felle concurrentiestrijd met andere firma s in dit segment, bijvoorbeeld Oger. In juni 2003 berichtten zowel het tijdschrift Managementteam als het dagblad De Telegraaf dat Suit Supply een ware pakkenoorlog had ontketend. In oktober 2004 lanceerde Suit Supply een nieuwe campagne getiteld Killing Prices, met reclame en een folder waarin foto s zijn opgenomen met een duidelijke link naar de onderwereld en criminele activiteiten. Zo staat er in de folder een foto van een man die blijkbaar net een kogel door het hoofd heeft gekregen, een foto waarop een lijkkist wordt getild door een aantal mannen, waarbij op de lijkkist pistolen liggen, enzovoort. De foto hieronder is een voorbeeld van de foto s gebruikt in deze reclamecampagne. Alle mannen op de foto s zijn natuurlijk onberispelijk gekleed in de pakken en jassen van Suit Supply. Van diverse kanten ontving deze campagne de kritiek dat ze smakeloos, onfatsoenlijk, immoreel en kwetsend zou zijn. Jort Kelder, toenmalig hoofdredacteur van het tijdschrift Quote, vond echter dat deze reclame weliswaar de grenzen van het betamelijke opzocht, maar niet overschreed. Suit Supply zelf verweerde zich tegen de kritiek met het argument dat de foto s duidelijk zozeer overdreven waren dat iedereen wel zou beseffen dat het hier om een ludieke campagne ging. Beoordeel zelf deze campagne, op basis van morele en zakelijke argumenten. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 86/365

87 Cases hoofdstuk 3 Porno in het openbaar vervoer Op billboards in bushokjes en elders in Amsterdam was onderstaande poster geplaatst. Op de achtergrond onder de tekst is een afbeelding zichtbaar van een man en vrouw. De afbeelding zou als erotisch aangemerkt kunnen worden. De Dienst Infrastructuur van de gemeente Amsterdam (DIVV) heeft besloten de poster weer te laten verwijderen. Een dag later gaf de Amsterdamse wethouder Poelgeest (GroenLinks) opdracht om de posters weer terug te plaatsen. De gemeentefractie van de VVD gaf aan verbijsterd te zijn over de actie van de DIVV. Lees onderstaande teksten en analyseer de reclame-uiting met behulp van het stappenmodel gegeven in hoofdstuk 2 (zie ook hoofdstuk 3). Wat vind jij? Moet de poster gewoon kunnen of was de beslissing van de DIVV terecht? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 87/365

88 Cases hoofdstuk 3 Porno in het openbaar vervoer: het kan dus niet De reclamecampagne van draadloos internetaanbieder Aerea doet nogal wat stof opwaaien in Amsterdam. Na de start van de campagne vier dagen geleden (op maandag 9 maart) is de partij gesommeerd een deel van haar uitingen per direct uit het straatbeeld te verwijderen. Onder het thema Het kan dus wel is in heel Amsterdam buitenreclame (abri s en mupi s) te zien met uitingen als Porno in het openbaar vervoer, Goedkope speed voor heel Amsterdam en Niet voor boeren. De campagne is bedoeld als een knipoog naar het vermeend liberale karakter van de hoofdstad. Toch ging één uiting de Dienst Infrastructuur Gemeente Amsterdam te ver: de uiting Porno in het openbaar vervoer. De verklaring die de dienst hiervoor geeft in de met het verzoek om verwijdering d.d. 11 maart 2009 is: De gemeente en GVB zijn van mening dat deze affichage schadelijk is voor het imago van GVB en er mogelijk sprake is van een vorm van belediging van medewerkers en reizigers. Tevens is de link openbaar vervoer en porno niet juist. Hierop heeft zij de diverse partijen die de reclame hebben verspreid gesommeerd deze per direct te verwijderen uit het Amsterdamse straatbeeld. Uit angst voor eventuele gevolgen voor de verstandhoudingen tussen de partijen, zijn op donderdagmiddag 12 maart alle ruim driehonderd uitingen met Porno in het openbaar vervoer verwijderd en vervangen. Opmerkelijk is dat het verzoek van de Dienst Infrastructuur Gemeente Amsterdam zich niet kan beroepen op enige reglementaire of juridische basis. Ondertussen hebben zowel AT5 (Amsterdamse lokale tv-zender) als de Amsterdamse afdeling van de VVD deze actie als een vorm van verkapte censuur benoemd en veroordeeld. Bron: Van Poelgeest wil vieze poster terug in ov AMSTERDAM De Amsterdamse wethouder Maarten van Poelgeest (vervoer) heeft opdracht gegeven om een omstreden poster terug te hangen in het openbaar vervoer. De affiches, met de tekst Porno in het openbaar vervoer. Het kan dus wel waren na klachten van reizigers door een gemeentelijke dienst verwijderd bij metrostations en tram- en bushaltes. De posters dienen als reclame voor draadloos internet. De korrelige afbeelding laat een naakte man en vrouw zien. De grote tekstbalken bedekken echter een groot deel van hun lichaam. Van Poelgeest vindt het onzin dat de posters zijn weggehaald. Het moet gewoon kunnen in Amsterdam, aldus zijn zegsvrouw. (ANP) Bron: 12 maart 2009 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 88/365

89 Cases hoofdstuk 3 VVD verbijsterd over censuur gemeente bij reclame bij bus- en tramhaltes Amsterdamse liberalen vinden verbieden posters grove schending van de vrijheid van meningsuiting De Amsterdamse VVD is verbijsterd dat de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV) het bedrijf JCDecaux heeft gedwongen onmiddellijk te stoppen met het verspreiden van advertenties met de tekst Porno in het openbaar vervoer, als onderdeel van een actie waarbij ook diverse andere teksten worden gebruikt. Het betreft hier reclame voor het internetbedrijf Aerea. Het internetbedrijf tracht hiermee de aandacht van het publiek te trekken voor het gebruik van draadloos internet in openbare ruimtes. Gemeenteraadslid Huub Verweij: Deze actie van DIVV is volstrekt ontoelaatbaar. Het kan toch niet zo zijn dat een gemeentelijke dienst gaat bepalen wat er mag worden gezegd en geschreven in de openbare ruimte? Daar hebben we in Nederland nog altijd de rechter voor om een oordeel over te vellen. De VVD heeft dan ook direct schriftelijke vragen gesteld aan het Amsterdamse college over deze gang van zaken. Zo wil de VVD opheldering over wie hier verantwoordelijk voor is, waarom tot deze maatregel is overgegaan en wat het college gaat doen om dit soort schendingen van de vrijheid van meningsuiting in de toekomst te voorkomen. VVD-gemeenteraadslid Robert Flos: De bemoei- en regelzucht van dit linkse college neemt steeds grotere proporties aan. Dat de gemeente Amsterdam zich op deze manier bemoeit met een tekst die hun niet bevalt, of niet de smaak is van een overheidsinstantie, is een absoluut dieptepunt te noemen. Amsterdam begint nu wel een heel erg bekrompen stad te worden. Bron: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 89/365

90 Cases hoofdstuk 3 Privacy bij Amazon? In onderstaand artikel Privacy bij Amazon (zie kader) wordt het beleid van Amazon inzake het omgaan met gegevens van bezoekers aan de kaak gesteld. Dit artikel stamt uit 2000, maar in de afgelopen jaren lijkt Amazon zijn beleid nauwelijks te hebben aangepast. Nog steeds wordt expliciet gezegd dat als Amazon een bedrijfsonderdeel verkoopt, het ook de persoonsgegevens van klanten bij de verkoop overdraagt. Ook blijkt dat Amazon banden heeft met allerlei andere organisaties aan wie het persoonsgegevens ter beschikking stelt. a Lees de privacy notice op de site van Amazon nauwkeurig en geef een beargumenteerd oordeel of Amazon de privacy van bezoekers wel of niet schendt. b Vind je de eventuele schendingen van de privacy van bezoekers vanuit de belangen van Amazon gerechtvaardigd? c Een aantal keren wijst Amazon in het privacystatement erop dat bezoekers eigen keuzemogelijkheden hebben in bijvoorbeeld het accepteren van cookies en het doorgeven van hun gegevens aan derden. Vind je het moreel acceptabel dat Amazon de keuzemogelijkheden en dus de verantwoordelijkheid voor het wel of niet bezoeken van de site van Amazon dan wel het gebruiken van bepaalde functionaliteit van de site geheel bij de bezoekers zelf legt? Motiveer je antwoord. Privacy bij Amazon De verf begint af te bladderen van boekhandel Amazon. s Werelds grootste webwinkel staat onder toenemende druk van investeerders en concurrentie, en heeft dit najaar uiteindelijk de persoonsgegevens van zijn 23 miljoen klanten in de strijd gegooid. Twee Amerikaanse privacyorganisaties hebben vorige maand bij de Federal Trade Commission (FTC) geklaagd over het privacybeleid van Amazon, dat sinds begin september is gewijzigd. In het vorige privacybeleid garandeerde Amazon nog dat het nooit persoonsgegevens zou verkopen. Nu is die garantie niet langer meer heilig: As we continue to develop our business, we might sell or buy stores or assets. In such transactions, customer information generally is one of the transferred business assets. Kortom: in geval van overnames behoren ook persoonsgegevens bij de verhuisboedel. Een van de twee klagende organisaties, het Electronic Privacy Information Center (EPIC), wil een onderzoek naar de bedrijfsvoering van Amazon en wil maatregelen om verkoop van persoonsgegevens tegen te gaan. Ook Britse activisten zitten de e-boekhandel op de huid. Privacy International, gezeteld in Londen, beroept zich op het Safe Harbor-akkoord, een overeenkomst tussen de EU en de VS over privacybescherming van consumenten, en verwijt Amazon dat Britse klanten niet de mogelijkheid hebben om hun gegevens in te zien en eventueel te laten wissen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 90/365

91 Cases hoofdstuk 3 Wat dat betreft is de Amerikaanse wetgeving paradoxaal: winkels zijn niet verplicht om hun klanten te vertellen welke gegevens worden verzameld, maar burgers hebben wel het recht om hun FBI-dossier in te zien. Zelfs vrienden en familie van Amazon-klanten moeten vrezen voor hun privacy. Het EPIC en Junkbusters wijzen erop dat klanten cadeautjes kunnen sturen naar niet-klanten, maar dat in sommige gevallen de persoonsgegevens van de ontvangers te grabbel komt te liggen. Begin vorige maand werd reclamebureau FCB na een ruim drie jaar intensieve samenwerking op straat gezet. Amazon en FCB hadden verschillende verklaringen voor de breuk. Volgens Amazon wilde de boekhandel een rondje maken langs verschillende topreclamebureaus en advies inwinnen over het handhaven van zijn marktpositie. Ook FCB was daarvoor uitgenodigd, maar dit bureau bedankte voor de eer. Volgens FCB daarentegen waren er fundamentele meningsverschillen over de koers die Amazon in 2001 wenste in te slaan. Deskundigen vermoeden dat Amazon zich gaat richten op direct marketing, terwijl FCB vooral in massamarketing is gespecialiseerd. Deze verklaring voor de breuk lijkt heel aannemelijk. Voor direct marketing zijn persoonsgegevens immers van cruciaal belang. Uit het gewijzigde privacybeleid blijkt dat Amazon zich juist aan deze gegevens wil vergrijpen als noodgreep om het slechte tij van het moment te keren. Voor een dergelijk groot bedrijf is privacy kennelijk geen core business, hooguit een pr-instrument om een goed imago te krijgen. Bron: oktober 2000 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 91/365

92 Cases hoofdstuk 3 Spotten met Balkenende? Het is voor een goede uitwerking van deze case aan te raden om eerst het artikel over de beoordeling van het MVO-gehalte van reclame te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. In de tekst Balkenende niet netjes afgebeeld (zie kader) worden twee reclamecampagnes genoemd. a b c Geef van elk van deze campagnes afzonderlijk een opsomming van argumenten voor en tegen de campagne, zowel vanuit het gevolgenperspectief als vanuit het normenperspectief. Geef van elk van deze campagnes afzonderlijk de argumenten vanuit het intentieperspectief die de Kijkshop en Azivo zouden kunnen geven ter verdediging van hun campagne. Vind je zelf beide campagnes afkeurenswaardig of beide moreel acceptabel, of vind je de ene campagne wel en de andere niet acceptabel? Geef een beargumenteerd antwoord. Balkenende niet netjes afgebeeld De Rijksvoorlichtingsdienst heeft bij de Kijkshop geklaagd over de nieuwe reclamecampagne van het winkelbedrijf. De Kijkshop heeft minister-president Balkenende in de folder afgebeeld als klein ventje dat een cadeau heeft gekocht voor Moederdag (zie de afbeelding op de volgende pagina). Daarbij staat de tekst Zonder verkoper shopt J-Peetje goedkoper. De RVD is daar niet blij mee. Volgens een woordvoerder van de RVD stuurt de dienst altijd brieven aan mensen of instellingen die bewindslieden voor commerciële doeleinden inzetten. Het is standaardprocedure, maar dat wil niet zeggen dat we hier niet boos over zijn. Het is niet echt netjes om de premier zo af te beelden, aldus de woordvoerder. Volgens de Kijkshop is de moederdagcampagne waarvoor de getekende beeltenis van Balkenende is gebruikt, al te lang bezig om stop te zetten. De RVD had daarom gevraagd. De folders zijn al landelijk verspreid. We hebben dit met een knipoog gedaan, met humor inspelen op de bezuinigingen van het kabinet, legt de woordvoerder van de Kijkshop uit. De Kijkshop heeft de RVD inmiddels medegedeeld dat de vaderdagcampagne er anders uit zal zien dan die rond Moederdag. Dit is overigens niet de eerste keer dat Balkenende op die manier wordt gebruikt in een reclame. Vorig jaar ergerde de premier zich aan een reclamecampagne van ziektekostenverzekeraar Azivo die hem in een advertentie afbeeldde in zijn hemd. Wie de gezondheidszorg uitkleedt, staat zelf in zijn hemd, luidde de begeleidende tekst. Bron: RTL Boulevard, mei 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 92/365

93 Cases hoofdstuk 3 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 93/365

94 Cases hoofdstuk 3 Voetbalsponsoring en dubieuze vitaminepreparaten In de tekst De reclamestrategie van dr. Rath (zie kader) verdedigt de directeur van voetbalvereniging Heracles het feit dat zijn vereniging zich laat sponsoren door Matthias Rath BV. a Welke drogredenen (zie de case Drogredenen bij hoofdstuk 2) gebruikt de directeur van Heracles ter verdediging van het sponsorschap? b Vind je dat een club de maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft na te gaan of haar sponsors ethisch verantwoord ondernemen? Waarom wel of niet? De reclamestrategie van dr. Rath Dr. Matthias Rath, auteur van het boek Waarom dieren geen hartinfarct krijgen en mensen wel en directeur van een in Almelo gevestigd vitaminebedrijf presenteert zich in elf talen als een geniale wetenschapper met een eigen onderzoeks- en ontwikkelingsfirma voor voedingsleer en cellulaire geneeskunde. Zijn periodiek Gezondheid in uw eigen hand, met een oplage van exemplaren, wordt huis aan huis verspreid in Twente en delen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Gisteren verklaarde de Reclamecodecommissie een klacht tegen deze gezondheidsinformatie gegrond. Volgens de Commissie is het geen informatie maar reclame, en op sommige plaatsen misleidend. Na een klacht van de stichting Bloedlink, een patiëntenorganisatie voor mensen met erfelijke hart- en vaatziekten, boog de Reclamecodecommissie zich over Gezondheid in uw eigen hand. Daarin staat bijvoorbeeld: Wanneer we voor een optimale dagelijkse inname van vitaminen zorgen, zullen er geen scheurtjes en andere beschadigingen in de aderwanden ontstaan. Dat is niet waar, zegt voedingskundige en epidemioloog L. Pijls, die werkt voor de Gezondheidsraad. Vitaminen hebben wel enige invloed, maar kunnen nooit garanderen dat hart- en vaatziekten uitblijven. En wat te denken van de kop: Baten ze niet, ze schaden wel. Cholesterolremmers levensgevaarlijk. Onderzoek heeft aangetoond dat statines het cholesterol daadwerkelijk verlagen, zegt V. Manger Cats, cardioloog en medisch directeur van de Nederlandse Hartstichting. Zonder gevaarlijke bijwerkingen. Die medicijnen worden wereldwijd door miljoenen mensen geslikt. Manger Cats is heel gelukkig met de uitspraak van de Reclamecodecommissie tegen Rath. Raths gezondheidsinformatie is volgens hem geen onschuldige onzin, ook al kunnen mensen de reclame desgewenst weggooien. Het is enorm gevaarlijk. Om het te kunnen ontmaskeren moet je op de hoogte zijn van de rol van cholesterol bij hart- en vaatziekten, moet je weten dat er veilige pillen bestaan en dat er geen wondermiddel bestaat. De hartstichting krijgt volgens hem veel vragen van patiënten over Matthias Rath en vergelijkbare alternatieve therapieën. Matthias Rath BV is ook actief als sponsor van de Almelose voetbalclub Heracles, spelend in de eerste divisie. Een goede shirtsponsor, al jaren hier gevestigd, zegt directeur T. Fitsch tevreden. En het is een echte doctor hè. Voor ons zijn de initialen die voor zijn naam staan, ruim voldoende. En als Rath suggereert dat zijn vitaminen kanker kunnen voorkomen, zoals op zijn website het geval is? Ik Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 94/365

95 Cases hoofdstuk 3 heb daar geen mening over, zegt Fitsch. Er zijn ook bedrijven die kostuums verkopen. Dan kan ik ook zeggen: Die worden in derdewereldlanden gemaakt door jonge kinderen. Wie zijn wij om die bedrijven te beoordelen? Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 5 oktober 2000 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 95/365

96 Cases hoofdstuk 3 Zelfregulering Zie het kader hieronder Veertig jaar Reclamecodecommissie. Onder het kopje Op een rijtje worden de voordelen van de zelfregulering met behulp van deze commissie kort opgesomd. Leg nader uit waarom dit inderdaad voordelen zijn waar elk bedrijf baat bij heeft. Veertig jaar Reclamecodecommissie Sinds 1963 bestrijdt de Reclamecodecommissie onverantwoorde reclame. Uitgangspunt daarbij is dat reclame in overeenstemming moet zijn met de wet, de waarheid, de goede smaak en het fatsoen. De Reclamecodecommissie toetst reclame-uitingen aan de zogenaamde reclamecode. Ze kan dat op eigen initiatief doen, maar ook op verzoek van consumenten. Niet alleen in het belang van de consument: ook de adverteerder is gebaat bij geloofwaardige reclame. Elke misleidende advertentie of commercial kan immers de betrouwbaarheid en daarmee de effectiviteit van reclame schade toebrengen. De Reclamecodecommissie was een initiatief tot zelfregulering van organisaties als de Bond van Adverteerders, de Vereniging van Communicatie-Adviesbureaus, het Genootschap voor Reclame, de Nederlandse DagbladPers en de Consumentenbond. Waarom regels voor reclame? Reclame speelt een vitale rol in onze markteconomie. Reclame stimuleert groei en vernieuwing, moedigt concurrentie aan en zorgt ervoor dat consumenten iets te kiezen hebben. Om dit te kunnen doen, moet reclame geloofwaardig zijn. Als we reclame toestaan die oneerlijk, misleidend of kwetsend is, dan zal deze langzaamaan de betrouwbaarheid van alle reclame ondermijnen. Zelfs als die slechte reclame maar een miniem percentage van het geheel vormt. Daarom is het voor adverteerders van levensbelang dat er goede regels zijn voor reclame. En waarom het liefst zelfregulering? Bij wet kun je veel regelen. In een dynamisch geheel als onze vrijemarkteconomie kan handhaving van de wet echter kostbaar zijn, veel tijd vergen en verlammend werken. Zelfregulering is een systeem waarbinnen we onze eigen politie zijn. Alle drie de partijen die tezamen de reclamewereld vormen (adverteerders, reclamebureaus en media), komen regels overeen en zorgen dat uitingen die daartegen zondigen, snel worden gecorrigeerd of geweerd. Zelfregulering van reclame heeft de afgelopen veertig jaar bewezen haar doelstellingen snel, accuraat en relatief goedkoop te verwezenlijken. Jaarlijks worden er gemiddeld tweeduizend klachten in behandeling genomen. Klachten die anders mogelijk tot civiele procedures hadden geleid en hoge kosten met zich mee hadden gebracht. De voordelen van zelfregulering Zelfregulering is een goede en praktische aanvulling op de wet. Door zelfregulering blijft de vrijheid bij het maken van reclame behouden. Een mogelijk streven van de overheid om bij wet algemene reclameverboden op te leggen, kan zo worden voorkomen. Blijkt zelfregulering ontoereikend, dan kan wetgeving inspringen. De zelfregulering van de Reclamecodecommissie helpt zowel adverteerders als consumenten om snel te weten of reclame voldoet aan de eigen regels. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 96/365

97 Cases hoofdstuk 3 Op een rijtje Zelfregulering laat zien dat de reclamewereld zijn verantwoordelijkheid neemt. Zelfregulering werkt efficiënt. Zelfregulering kan algemene reclameverboden voorkomen. Zelfregulering bevestigt het vertrouwen van consumenten in reclame. Zelfregulering is voor adverteerders en consumenten gemakkelijk toegankelijk en biedt snel en duidelijk antwoord. Zelfregulering is een waardevolle aanvulling op de nationale en Europese wetgeving. Zelfregulering blijkt al veertig jaar in staat om bij conflicten tussen overheid en reclamewereld oplossingen te bieden. Zelfregulering werkt ook preventief en helpt de reclamewereld zelf kritischer te zijn over zijn product. Bron: Klagen over reclame. Word ik daar beter van? (brochure van de Reclamecodecommissie, 2003) Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 97/365

98 Cases hoofdstuk 4 Cases hoofdstuk 4 NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud De bank als weldoener een combinatie van pr en MVO 99 E-public relations online corporate image building 102 Giftige pijnstillers 104 Grote bedrijven tegen armoede 106 Happen naar Peijnenburg 108 Hedgefondsen en aandeelhoudersactivisme 110 Het wapenbeleid van de ING Bank 112 McDonald s en overgewicht 114 Onveilige auto s 121 Shell en pr-communicatie met aandeelhouders 123 Weg met de korte termijn? 124 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 98/365

99 Cases hoofdstuk 4 De bank als weldoener een combinatie van pr en MVO Lees de tekst Werkreizen naar India, Honduras of Egypte voor leden en medewerkers Rabobank (zie kader hieronder) en beantwoord de volgende vragen. a Rabobank kiest expliciet voor marketing en pr waarin de nadruk ligt op profilering van de bank als maatschappelijk verantwoord ondernemer. Een aantal jaren geleden was men daarin nog veel terughoudender daargelaten banken als Triodos en ASN, die altijd al veel meer vanuit een ideële grondslag opereren. Ook bij andere banken zie je een toenemende profilering als sociaal en duurzaam ondernemer met een maatschappelijke en zelfs filantropische verantwoordelijkheid. De meeste banken, zeker internationaal gezien, zijn echter een stuk terughoudender en voorzichtiger dan de Rabobank. Zie bijvoorbeeld de reclame hieronder van ABN Amro. Deze terughoudendheid is niet zonder reden. Leg uit welke risico s verbonden zijn aan deze sociale profilering. Doe dat aan de hand van de volgende begrippen: - Reactie van klanten, in relatie tot de vrij negatieve waardering van reclame en de eveneens vrij negatieve waardering van de doelstellingen van banken in het algemeen - Reactie van actie- en belangengroeperingen - Internationale verschillen in cultuur, politiek, normen en waarden - Reactie van aandeelhouders - Omgaan met arme klanten b Deze trend naar meer verantwoord ondernemen van banken is al een aantal jaren geleden ingezet. In april 2002 meldde het gezaghebbende financiële tijdschrift The Banker: Banken kunnen niet langer de kwestie van sociale verantwoordelijkheid negeren en die banken die dat wel zullen doen, zullen waarschijnlijk niet overleven. - Leg uit waarom steeds meer banken deze stelling onderschrijven. - Leg uit waarom deze vorm van sociaal bankieren een succesvol prinstrument kan zijn. - Leg uit waarom deze vorm van sociaal bankieren een succesvol instrument kan zijn voor interne motivatie en betrokkenheid. - Leg uit waarom deze vorm van sociaal bankieren een succesvol middel kan zijn om bij te dragen aan de zingeving van de organisatie zelf en van haar medewerkers. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 99/365

100 Cases hoofdstuk 4 Werkreizen naar India, Honduras of Egypte voor leden en medewerkers Rabobank Vanaf vandaag kunnen medewerkers van de Rabobank zich inschrijven voor werkreizen naar India, Honduras of Egypte. Vanaf 10 september kunnen ook de leden zich aanmelden. De reizen zijn naar projecten van de Rabobank Foundation, waarvan de deelnemer op een creatieve manier verslag doet in de rol van schrijver, fotograaf of schilder. Bekende reisgenoten als onder andere zangeres Hind, schrijfster Rosita Steenbeek, fotograaf Dirk Buwalda en de kunstschilders Sam Drukker en Koen Vermeule begeleiden de deelnemers bij hun creatieve werk. Het doel van de creatieve werkreizen is om te laten zien wat voor werk de Rabobank Foundation al dertig jaar doet en wat het effect ervan is. Via de actiesite kunnen leden en medewerkers zich tot en met 30 september aanstaande aanmelden. Rabobank werkt vanuit haar coöperatieve oorsprong voortdurend aan duurzame ontwikkeling voor mens en omgeving. Als coöperatie maakte Rabobank immers ruim honderd jaar geleden financiële dienstverlening toegankelijk op het platteland in Nederland. Daarom steunt Rabobank (groepen van) mensen op het platteland in ontwikkelingslanden om economisch zelfstandig te worden. Dat willen we op een verrassende manier aan onze leden en medewerkers laten zien. Belangstellenden onder de 1,5 miljoen leden of medewerkers kunnen via de actiesite digitale voorbeelden van hun werk insturen. Een jury selecteert op basis van talent en motivatie welke leden en medewerkers een uitnodiging krijgen voor een eendaagse workshop. Op de workshops bepaalt een vakjury de definitieve samenstelling van de teams. In totaal zullen 27 deelnemers op reis gaan. Bestemmingen werkreizen Het werkbezoek aan India staat in het teken van de Working Women s Forum, een coöperatie van vrouwen met leden. Met steun van de Rabobank Foundation biedt de organisatie honderdduizenden Indiase vrouwen zicht op een economisch zelfstandig bestaan, onder andere door het verstrekken van kleine kredieten. De reis naar Honduras gaat naar La Central, de federatie van coöperaties van koffieboeren en -producenten. De Foundation verstrekt hier leningen en biedt vakinhoudelijke begeleiding bij het spaar- en kredietprogramma. In Egypte zal de Principal Bank for Development and Agricultural Credit worden bezocht. Samen met de Rabobank ontwikkelde de grootste landbouwbank van Egypte leenproducten, die ook voor bijvoorbeeld de kleine ondernemers toegankelijk zijn, alsook trainingen voor bankmedewerkers. Rabobank Foundation in het kort De Foundation is al vanaf haar oprichting in 1973 betrokken bij Nederlandse projecten gericht op zwakkere groepen in de samenleving. In het buitenland richt de Foundation in nauwe samenwerking met de lokale bevolking spaar- en kredietcoöperaties op, een samenwerkingsvorm waaruit de Rabobank ruim honderd jaar geleden zelf is ontstaan. Met geld, advies en menskracht steunt de Foundation (groepen van) mensen in ontwikkelingslanden bij de oprichting en professionalisering van lokale coöperaties en financiering van hun activiteiten om economisch zelfstandig te worden. De Foundation verbetert daarmee het toekomstperspectief van honderdduizenden ondernemers en hun gezinnen aanzienlijk. In haar 30-jarig bestaan heeft de Rabobank Foundation 55,5 miljoen besteed aan honderden projecten in 40 landen. In totaal ging ruim 14 miljoen daarvan naar projecten in Nederland. Bron: persbericht Rabobank Nederland, 30 augustus 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 100/365

101 Cases hoofdstuk 4 Bron: Fortune, 2 augustus 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 101/365

102 Cases hoofdstuk 4 E-public relations online corporate image building Het verdient aanbeveling om voorafgaand het artikel over issues- en crisismanagement te lezen, dat als verdiepingsstof opgenomen is op de site bij dit hoofdstuk. Lees onderstaand artikel en werk de volgende opdrachten uit. a Bekijk een aantal zogeheten corporate signature sites sites ten behoeve van corporate image building, dus niet specifiek voor e-commerce van grote ondernemingen (bijvoorbeeld Shell, McDonald s, Levi, Coca Cola, Siemens, Ahold, enzovoort). Analyseer de sites aan de hand van bovenstaande tien criteria en geef een beargumenteerde beoordeling van de kwaliteit van de site wat betreft e-public relations. Geef derhalve een beoordeling niet alleen vanuit het perspectief van een klant, maar ook vanuit de perspectieven van andere stakeholders, zoals aandeelhouders, media en werknemers. b In hoeverre wordt op de sites ingegaan op issues of zelfs actuele crises? Hoe wordt in het kader daarvan gewerkt aan de vertrouwensrelaties tussen de organisatie en haar stakeholders? E-public relations Building relationships through an interactive website will ultimately serve to improve the corporate image and align corporate policy with public opinion The question is how will practitioners integrate Web site communication in a model of organization public relationship maintenance? And how will the relationship maintenance be measured? Bron: Maria E. Len-Rios (2001). Playing by the rules. Relationships with online users, The Institute for Public Relations Bij de beoordeling van online pr-communicatie kunnen volgens Len-Rios vier samenhangende kernbegrippen genoemd worden: Commitment Hoe geeft de organisatie blijk van commitment bij de klant, de samenleving, bij andere stakeholders? Vertrouwen/betrouwbaarheid Hoe bouwt de organisatie vertrouwen op? Hoe betrouwbaar is zij? Tevredenheid Een breed begrip. Het betreft bijvoorbeeld volledigheid van informatie, actualiteitswaarde, interactiemogelijkheden, enzovoort. De mate waarin de site ervaren wordt als een middel om tot persoonlijke communicatie te komen, speelt ook een zeer belangrijke rol. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 102/365

103 Cases hoofdstuk 4 Beïnvloeding Op welke manier kan de klant of een andere stakeholder zijn mening laten horen en in welke mate wordt daarnaar geluisterd? Ook hier speelt het aspect van persoonlijke communicatie een zeer belangrijke rol. Je kunt de kwaliteit van e-public relations ook beoordelen door gebruik te maken van criteria uit het zogeheten SERVQUAL-model (Service Quality-model). Dit is een populair model ontwikkeld om de klanttevredenheid te meten, geschikt voor zowel interne als externe klant-leveranciersrelaties 4. Hoewel dit model niet gericht is op het analyseren van pr-communicatie, biedt het wel een tiental criteria die net zo goed voor de analyse van pr-communicatie gebruikt kunnen worden en de bovengenoemde vier kernbegrippen concreter invullen. Deze, wederom sterk samenhangende tien criteria sommen we hieronder op met enige toelichting: 1 Betrouwbaarheid (afspraken, dienstverlening) 2 Responsiviteit (reageren, hulpvaardigheid) 3 Competentie (deskundigheid) 4 Toegankelijkheid (benaderbaar) 5 Vriendelijkheid 6 Communicatie (volledigheid van informatie, actualiteit, persoonlijke aandacht, begrijpelijke taal) 7 Geloofwaardigheid (reputatie/belofte) 8 Veiligheid (fysieke veiligheid denk ook aan milieu-issues en privacy) 9 Begrip (er wordt geredeneerd vanuit het belang van klant en andere stakeholders) 10 Materiële aspecten (de site ziet er goed uit en werkt goed) 4 Voor een beschrijving van dit model, zie bijvoorbeeld: Kunst, P. en P. Blom, Meten en verbeteren van dienstverlening, Samsom, 1999 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 103/365

104 Cases hoofdstuk 4 Giftige pijnstillers Het is aan te raden om voor deze case eerst het artikel over issuesmanagement te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. Lees de Tylenol-casus hieronder en beantwoord de volgende vragen. a 1 Op welke stakeholders is de pr-strategie gericht? 2 Noem de belangen van elk van deze stakeholders. 3 Hoe wordt door Johnson & Johnson aan deze belangen tegemoetgekomen? b In de laatste alinea s worden twee strategieën met elkaar vergeleken: (1) zo stil mogelijk blijven en de storm laten overwaaien en (2) volledige openheid en het profileren van maatschappelijke verantwoordelijkheid. In dit geval ging het om een misdrijf, vergiftiging van een klein aantal capsules. Dat was, ook voor het publiek, al vrij snel duidelijk. Het bedrijf had dat kunnen benadrukken en vervolgens de storm kunnen laten overwaaien. Leg uit waarom deze methode niet past in het concept van maatschappelijk verantwoord ondernemen én waarom deze methode juist daarom waarschijnlijk veel minder goed had gewerkt. c In de laatste alinea s wordt het bedrijf expliciet verweten ethische profilering (betrouwbaarheid, het uiten van verantwoordelijkheidsgevoel voor de volksgezondheid) te gebruiken als verkooptruc. Vind je ethisch beleid (MVO-beleid) als verkooptruc moreel toelaatbaar of niet? Beargumenteer je standpunt vanuit de drie ethische optieken (gezindheid, deontologisch, teleologisch). Tylenol In september 1982 stond Johnson & Johnson, fabrikant van onder andere de pijnstiller Tylenol, aan de vooravond van een enorme financiële ramp. In een aantal winkels in Chicago bleken in een aantal flacons de pillen bedekt te zijn met een onzichtbaar laagje cyanide. Gevolg: zeven doden. Wie de dader was, kon niet achterhaald worden, maar de consequenties voor het bedrijf waren enorm. Alle media besteedden ruim aandacht aan het incident en verschillende bedrijfsanalisten voorspelden dat dit het einde van het product Tylenol betekende. En die voorspelling leek bewaarheid te worden. Johnson & Johnson was tot dan toe met Tylenol marktleider, had 37 procent van de markt van vrij verkrijgbare pijnstillers in handen en behaalde met alleen Tylenol een jaaromzet van 1,2 miljard dollar. Na het incident daalde het marktaandeel naar 7 procent! Tegen de verwachting van de bedrijfsanalisten en vele anderen in had Tylenol echter binnen een periode van zes maanden weer het oude marktaandeel teruggewonnen. Een ongeëvenaarde prestatie, die sindsdien beschouwd wordt als een klassiek voorbeeld van perfect crisismanagement. Johnson & Johnson besefte onmiddellijk na het incident dat de gevolgen mogelijk desastreus Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 104/365

105 Cases hoofdstuk 4 konden zijn, ook al was het bedrijf onschuldig. Tegelijkertijd besefte het bedrijf dat alleen het verkondigen van die onschuld en het afwijzen van elke verantwoordelijkheid de verkeerde strategie zou zijn. Men besloot daarom te kiezen voor een strategie van maximale transparantie en het juist wel uiten van verantwoordelijkheid. Men nam daartoe de volgende lijst van maatregelen: Hoewel het incident zich alleen in Chicago had voorgedaan, werd een landelijke recall gedaan van het product. In totaal werden 31 miljoen flacons teruggehaald uit de winkels. De CEO van Johnson & Johnson, James Burke, stelde zich continu beschikbaar voor de media, belegde zeer frequent persconferenties en verscheen in een aantal populaire actualiteitenprogramma s, waarin hij benadrukte dat het bedrijf zich persoonlijk verantwoordelijk voelde voor het incident. Ook voorzag hij de media van video s waarop het productieproces van Tylenol in de fabriek werd getoond. De werknemers in de organisatie werden continu voorzien van informatie over de actuele ontwikkelingen door middel van video-opnames van de persconferenties en mediaoptredens van Burke. Deze video s werden ook naar groothandels en winkels gestuurd. De 2250 vertegenwoordigers van Tylenol werden op bijeenkomsten ingelicht over de ontwikkelingen, waarbij benadrukt werd dat het productimago bezig was zich te herstellen. Ook werd er sterk op aangedrongen dat de vertegenwoordigers bij de winkels extra aandacht moesten geven aan de vanouds bekende kwaliteit en veiligheid van Tylenol. Er werd een gratis bereikbare telefonische hulpdienst opgezet, waar klanten terecht konden met vragen over het vergiftigingsincident en over Tylenol zelf. Er werd een beloning van honderdduizend dollar uitgeloofd voor diegene die aanwijzingen kon geven die zouden leiden tot opsporing van de dader van de vergiftiging. Na tien weken werd Tylenol opnieuw geïntroduceerd, nu met een drievoudig verzegelde verpakking. Tegelijkertijd met de herintroductie werd een advertentiecampagne gelanceerd met schriftelijke verklaringen van klanten over hun vertrouwen in de kwaliteit en veiligheid van Tylenol. Ook werden in totaal 80 miljoen kortingscoupons op Tylenol gedistribueerd. Al met al bleek deze strategie een groot succes. Zelfs de toenmalige president van de Verenigde Staten, Ronald Reagan, prees het bedrijf omdat het zijn verantwoordelijkheid had getoond juist in een situatie waarin andere bedrijven vaak geneigd zijn zich te verschuilen en, al dan niet terecht, wijzen naar de verantwoordelijkheid of schuld van derden. Anderzijds kreeg Johnson & Johnson achteraf ook harde kritiek, van concurrenten en een aantal marketing- en pr-organisaties. Men zou de hele crisisstrategie, waarin door Burke en de zijnen zo sterk de nadruk werd gelegd op verantwoordelijkheidsgevoel, betrokkenheid bij de burgers en het hoge morele besef van het bedrijf, alleen maar gebruikt hebben als verkooptruc. Het ging Johnson & Johnson helemaal niet om het welzijn van de consument, maar alleen om het opschroeven van de verkoopcijfers. Het toepassen van een dergelijke truc was daarom, zo stelden zij, moreel onacceptabel. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 105/365

106 Cases hoofdstuk 4 Grote bedrijven tegen armoede Lees eerst onderstaand artikel. Grote bedrijven gaan samenwerken met de VN in het bestrijden van armoede en corruptie en gaan een grotere bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling. a Leg uit welke voordelen deze samenwerking en de bijbehorende inspanning voor deze en andere bedrijven kan hebben. Rubriceer de voordelen binnen de verschillende terreinen van maatschappelijke verantwoordelijkheid die bedrijven hebben. De VN, zo wordt in het artikel vermeld, zoekt samenwerking met bedrijven om doelen van de VN te bereiken. De in het artikel genoemde bedrijven blijken die samenwerking graag aan te gaan. Volgens antiglobalisten gebruiken deze bedrijven de samenwerking echter als schaamlap waarachter degradatie van milieu en schending van rechten door kan blijven gaan. In het verleden is dergelijke kritiek wel vaker geuit: grote bedrijven zouden veel geld steken in dergelijke projecten, omdat ze dat, onder andere doordat het hun imago oppoetst, dubbel en dwars terugverdienen. b Zoek op sites van antiglobalisten naar hun tegenargumenten. Schrijf, in de rol van prmanager van een van de genoemde grote bedrijven, een beleidstekst waarin je het besluit om samen te werken met de VN verdedigt. Grote bedrijven tegen armoede ABN Amro, Shell, TNT en Unilever beloven VN-baas Kofi Annan een grotere verantwoordelijkheid te nemen voor duurzame ontwikkeling en meer te doen aan de bestrijding van armoede in de wereld. Het viertal lanceert na de zomer de Nederlandse afdeling van Global Compact, het wereldwijde samenwerkingsverband dat in 2000 door VN-baas Kofi Annan in het leven is geroepen. De vier internationaal opererende bedrijven treffen momenteel de voorbereidingen voor het zogeheten NL Chapter van Global Compact. In april lieten de vier de secretaris-generaal van de VN weten dat zij zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor het bestrijden van armoede in de wereld, de zorg voor het milieu, het respecteren van de mensenrechten, de uitbanning van kinderarbeid en alle vormen van gedwongen arbeid. Zij zeggen dat zij toegewijd zijn aan de strijd tegen corruptie en dat zij ijveren voor een beter milieu. In een brief gericht aan Annan beloven zij een substantiële bijdrage te leveren aan duurzame ontwikkeling en het realiseren van de zogeheten VN-millenniumdoelen (waaronder het halveren van de armoede in 2015). De vier zeggen in hun verslagen aandacht te zullen geven aan de door hen geleverde bijdragen. ABN Amro dat het secretariaat voor de groep voert, nam in het duurzaamheidsverslag over 2005 al passages op over de VN-doelen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 106/365

107 Cases hoofdstuk 4 In 2000 richtte Annan Global Compact op met de bedoeling het bedrijfsleven meer bij het werk van de Verenigde Naties te betrekken. Dat gaf hem ook de kans bedrijven meer op hun maatschappelijke prestaties aan te spreken. Vooral de VN-organisaties voor ontwikkeling, milieu, mensenrechten, arbeid, drugs en misdaad moesten nauwere banden met het bedrijfsleven aangaan, zo is de bedoeling. Antiglobalisten reageerden zeer sceptisch. Het bedrijfsleven kreeg in hun ogen een schaamlap aangereikt door de VN, waarachter degradatie van milieu en schending van rechten door kan blijven gaan. Mensenrechten erkennen, milieu respecteren en strijden tegen corruptie Leden van het Nederlandse Chapter van Global Compact omarmen tien principes. Die zijn gebaseerd op internationale verdragen, waaronder de Universele verklaring van de rechten van de mens. De bedrijven moeten die rechten ondersteunen en respecteren en voorkomen dat ze bij schendingen ervan betrokken worden. De bedrijven moeten de vrijheid van vereniging van werknemers en het recht op collectieve onderhandelingen erkennen. Alle vormen van gedwongen arbeid zijn taboe, net als kinderarbeid. De bedrijven moeten ook bijdragen aan de uitbanning van discriminatie. Wie lid wil worden van de club, moet voorzichtig omspringen met het milieu, initiatieven nemen ter verbetering van de leefomgeving en nieuwe milieuvriendelijke technologieën aanmoedigen. En dan is er nog het anticorruptiegebod. Het bedrijfsleven moet strijden tegen omkoping en afpersing. Wie de mores van Kofi Annan overtreedt, kan daarop aangesproken worden. Bron (bewerkt): Trouw, 5 juli 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 107/365

108 Cases hoofdstuk 4 Happen naar Peijnenburg Lees onderstaande tekst en doe vervolgens het volgende. a b Breng alle betrokken stakeholders in kaart en beschrijf hun respectievelijke belangen. Probeer een oplossing te bedenken die in redelijke mate tegemoetkomt aan de verschillende belangen van alle stakeholders. Beargumenteer de oplossing. Alle stakeholders houden elkaar in de houdgreep Peijnenburg hoeft zijn 600 grams-ontbijtkoek niet meer aan Albert Heijn te leveren, oordeelde de rechter in Den Bosch gisteren. Maar de prijzenoorlog lijkt voorlopig niet ten einde. Nee, dit is niet het einde van de prijzenoorlog, verzekerde Albert Heijn gisteren nadat het een kort geding had verloren van ontbijtkoekfabrikant Peijnenburg. De rechtbank in Den Bosch oordeelde dat Peijnenburg zijn 600 grams-ontbijtkoek niet meer aan de supermarkt hoeft te leveren. De leverancier was daarmee gestopt als reactie op een nieuwe prijsverlaging van Albert Heijn. Maar met de verkoopprijzen van de supermarktketen hebben leveranciers niets te maken, houdt Albert Heijn vol. Toch lijkt het erop dat er de laatste dagen iets is veranderd in de verhouding tussen leveranciers en supermarkten. Ook Unilever kondigde vorige week aan niet meer mee te betalen aan de prijzenoorlog: de prijzen van de leverancier van vele A-merken blijven komend jaar gelijk. Philip den Ouden van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) stelt dat leveranciers met het vonnis van gisteren een steun in de rug hebben gekregen. De fabrikant heeft zelf ook nog iets over zijn product te zeggen. En Frits Kremer van supermarktketen Laurus spreekt van een zich wijzigend klimaat. Alle betrokken stakeholders houden elkaar volgens hem op dit moment in de houdgreep. De rechtbank in Den Bosch oordeelde dat Albert Heijn rekening had moeten houden met de belangen van Peijnenburg. De ontbijtkoekfabrikant vindt dat zijn topproduct, de 600 gramsontbijtkoek, wordt bedreigd door de aanhoudende prijsverlagingen van de supermarkten. Doordat alle supermarkten de koek met ruim een dubbeltje verlies verkopen, is het niet in hun belang als er veel van over de toonbank gaan. De supermarkten doen ook daadwerkelijk hun best van de 600 gramskoek zo min mogelijk te verkopen, bijvoorbeeld door ze uit het oog van de klant onder in de schappen te plaatsen. De 600 grams-koek gaat hieraan ten onder, volgens Peijnenburg. Terwijl de verkoop van de andere ontbijtkoeken vorig jaar steeg, daalde die van de 600 grams met 8 procent. En dat was een goede reden om de levering aan Albert Heijn te staken, vond voorzieningenrechter J. Strijbos. De rechtbank woog mee dat de 600 grams-ontbijtkoek van Peijnenburg in het mandje van Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 108/365

109 Cases hoofdstuk 4 de Consumentenbond zit. Dat is een selectie van zo n honderd A-merkartikelen, die de Consumentenbond gebruikt om prijsniveaus van supermarkten te vergelijken. De prijzen van de producten in het mandje worden zo van disproportioneel belang en het is jammer dat de samenstelling van het mandje voorspelbaar is, vond de rechtbank. De Consumentenbond is niet content met het vonnis. Nu lijkt het wel alsof wij de veroorzakers zijn van de prijzenoorlog, zegt een woordvoerster. Zij begrijpt niet hoe alle partijen weten wat er in het mandje zit. De inhoud is volgens haar iedere keer anders, en dus niet voorspelbaar. Wel wil zij kwijt dat in het mandje de meest gangbare boodschappen zitten. Zo zit het rode pak koffie van Douwe Egberts er bijvoorbeeld bijna altijd in. Van de laatste vijf prijspeilingen die sinds 2000 zijn gehouden, zat de 600 grams-ontbijtkoek er vier keer in. Elke retailer weet wat er in het mandje zit, vertelt een woordvoerder van Albert Heijn. Als supermarkt moet je dat mandje in de gaten houden. Maar als supermarkten zich bij hun prijsverlagingen kunnen concentreren op het mandje, hebben consumenten dan nog wel iets aan de metingen van de Consumentenbond? Directeur Den Ouden van de FNLI betwijfelt dat. Ik heb sterk de indruk dat supermarkten hun prijsbeleid sturen op basis van het mandje. Hierdoor geeft het mandje een vals beeld. Alle supermarkten houden immers de inhoud van het mandje nauwlettend in de gaten, bieden deze artikelen tegen verliesgevend lage prijzen aan, maar doen vervolgens hun uiterste best er zo min mogelijk van te verkopen. Sinds het begin van de prijzenoorlog verkopen supermarkten een groot aantal artikelen onder de inkoopprijs. Albert Heijn heeft het over tientallen, maar concurrent Laurus telt er driehonderd. Laurus hoopt dat het vonnis van de rechtbank aanleiding geeft tot wetgeving die het dumpen van producten verbiedt. Het ministerie van Economische Zaken onderzoekt inmiddels de mogelijkheden voor zulke wetgeving. In landen als België en Frankrijk is het verkopen onder de inkoopprijs al aan regels gebonden. Minimumprijzen zouden er ook in Nederland voor kunnen zorgen dat de prijzen meer worden gereguleerd. Albert Heijn trekt zich intussen niets van de roep om het einde van de prijzenoorlog aan. Zolang klanten ons te duur vinden, gaan we door. Het bedrijf noemt de uitspraak van de rechtbank merkwaardig, en kondigt aan in hoger beroep te gaan. Tot die tijd zegt Albert Heijn zonder de 600 grams-ontbijtkoek van Peijnenburg te kunnen: binnen enkele weken heeft de supermarkt een huismerk ontbijtkoek van 600 gram. Waarschijnlijk gaat Peijnenburg ook leverancier van andere bekende merken als Kapitein koek en Wieger Ketellapper en van de kleinere huismerkkoek ook deze 600 grams-huismerkkoek maken Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 11 februari 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 109/365

110 Cases hoofdstuk 4 Hedgefondsen en aandeelhoudersactivisme a In het artikel worden voor- en nadelen van de activiteiten van hedgefondsen genoemd, in relatie tot een aantal stakeholders. Geef bij elk van deze stakeholders aan wat hun belangen zijn en op welke manier die belangen door de hedgefondsen behartigd dan wel geschaad worden. Maak bij het overzicht van stakeholders een onderscheid tussen particuliere en institutionele beleggers. b Welke toezichtregels zou je zelf willen instellen met betrekking tot hedgefondsen? Geef beargumenteerd antwoord. c Aan het eind van het artikel wordt gesproken van ondoorzichtigheid, het ontbreken van registratieplicht en verborgen stapelfondsen. Allemaal aspecten die niets te maken hebben met openheid en transparantie, laat staan duurzame communicatie. Op welke manieren zou ervoor gezorgd kunnen worden dat die openheid en communicatie vanuit hedgefondsen wel tot stand komt en welke maatschappelijke voordelen kan dat hebben? Zouden hedgefondsen daar zelf ook voordeel bij kunnen hebben? Doe voorstellen en beargumenteer ze in het licht van deze vragen. Hedgefondsen en aandeelhoudersactivisme ABP heeft op dit moment circa 5 miljard dollar geïnvesteerd in zogeheten hedgefondsen. De beleggingsfondsen hebben een negatief imago doordat ze vaak ondoorzichtig zijn en zich aan weinig regels hoeven te houden. Ze beleggen ook met geleend geld en verdienen soms aan koersdalingen. Directeur ABP Vermogensbeheer Paul Spijkers zegt in een reactie dat er onevenwichtige vrees bestaat voor hedgefondsen en dat ze de afgelopen jaren veel deskundiger zijn geworden. De kans op een grote financiële crisis veroorzaakt door hedgefondsen is eerder afgenomen dan gestegen, hoewel nooit volledig uit te sluiten. Het belegd vermogen bij hedgefondsen is de afgelopen jaren scherp gestegen en bedraagt nu naar schatting zo n 1000 miljard dollar. Met name pensioenfondsen en verzekeraars zijn verantwoordelijk voor de groei. Vrije jongens Hedgefondsen zijn de vrije jongens van de financiële markten. Hedgefondsen stellen zich ten doel altijd geld te verdienen, of de markt nu stijgt of daalt, terwijl het traditionele beleggingsfonds relatieve doelstellingen heeft, bijvoorbeeld het iets beter te doen dan de AEX-index, streven hedgefondsen naar absolute rendementen. Traditionele beleggingsfondsen moeten altijd in de buurt blijven van wat de markt gemiddeld doet, met als nadeel dat ze bijna altijd geld verliezen als de markt daalt. Een hedgefonds kan zich vrijer op de markt bewegen. De prestaties zijn daardoor ook minder verbonden aan de stemming op de beurs. Daardoor zijn hedgefondsen ook interessant naast gewone beleggingen. Je spreidt er je risico s mee. Vandaar ook de naam: hedge (lett. heg ) staat voor het afdekken van risico s. De jacht op absoluut rendement vereist wel aparte strategieën, bijvoorbeeld het verkopen van geleende aandelen en ze na een koersdaling terugkopen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 110/365

111 Cases hoofdstuk 4 Ze werken met bovengemiddeld veel geleend geld, wat meer risico, maar vaak ook meer rendement geeft. Dat risico bleek bijvoorbeeld toen het hedgefonds Long Term Capital Management, met een geleend vermogen van 1,3 miljard dollar, failliet dreigde te gaan. Door een grootschalige reddingsoperatie van de Amerikaans overheid werd toen een grote financiële ramp voorkomen. Een ander risico zit in de praktijken die hedgefondsen er soms op na houden. Naast het snel verkopen en vervolgens weer terugkopen van aandelen, is het ook voorgekomen dat een hedgefonds een advocaat wilde inhuren, zogenaamd namens een boze belegger, om een bedrijf aan te klagen voor een reeks winstwaarschuwingen. Als dat plannetje was geslaagd, had de aandacht voor deze aanklacht de aandelen van dit bedrijf omlaag doen storten en had het hedgefonds een mooie winst kunnen boeken. Het ging niet door omdat de benaderde effectenjurist niet wilde meewerken aan dit soort spelletjes. Aandeelhoudersactivisme Anderzijds is deze actie van een hedgefonds ook een voorbeeld van wat je aandeelhoudersactivisme kunt noemen. Het hedgefonds vond de reeks winstwaarschuwingen een vorm van ongepaste paniekzaaierij en besloot daarom ook tot deze juridische pesterij. Zo zijn er ook legio andere voorbeelden waarin een hedgefonds probeert het gedrag van bedrijven te verbeteren of te waarschuwen voor hun wangedrag. De eerste die de boekhoudkundige malversaties van Enron doorzag, was een hedgefondsmanager. Maar het naar buiten brengen van deze malversaties deed hij niet alleen uit algemeen belang, hij verdiende er ook fors geld mee. Ook bij het Belgische Lernout&Hauspie werd een boekhoudschandaal aan het licht gebracht door een hedgefonds. Hedgefondsen kopen ook wel aandelen van een bedrijf om een koersverandering af te dwingen. Zo kocht het Amerikaanse hedgefonds Knight Vinke aandelen Shell om veranderingen in het bestuur te eisen. De langlopende discussie over opsplitsing van het Vendex-concern werd op die manier ook vlot getrokken. Marco van Bergen van Barclays Global Investors vindt dan ook dat hedgefondsen veel te negatief worden afgeschilderd. Hedgefondsen laten de markt van vraag en aanbod juist beter functioneren. Waar het professionele beleggers vaak verboden is in bepaalde aandelen te beleggen, mogen hedgefondsen dat wel. Daarmee zorgen ze voor een betere verhandelbaarheid en een betere prijsvorming. Met andere woorden: voor hedgefondsen geldt hetzelfde als bijvoorbeeld voor aasgieren: ze zijn niet de populairste soort, maar dragen wel bij aan het juiste biologische evenwicht. Meer toezicht De ondoorzichtigheid van de praktijken van hedgefondsen mede doordat er nog geen registratieplicht is en omdat er vaak sprake is van stapelfondsen (fondsen verborgen achter andere fondsen) is een bron van zorg, bijvoorbeeld voor de AFM (Autoriteit Financiële Markten). Ook de Wereldbank wijst op de enorme risico s van hedgefondsen. Het eerder genoemde fiasco met Long Term Capital Management is daar een helder voorbeeld van. Het fonds had zoveel inleg en leende daar nog zoveel bij dat het te dominant was geworden in de markt. Er bleken gewoonweg niet genoeg tegenpartijen meer te zijn om zaken mee te doen toen het nodig was. Ook het IMF wijst op de risico s en beschuldigt hedgefondsen van destabilisatie van de aandelenmarkt en het opdrijven van de olieprijs. Deze waarschuwingen gaan steeds vaker gepaard met de roep om meer toezicht. Er worden immers gigantische bedragen aan gemeenschapsgeld in de waagschaal gelegd. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 15 januari 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 111/365

112 Cases hoofdstuk 4 Het wapenbeleid van de ING Bank In het artikel op de volgende pagina wordt het nieuwe, aangescherpte beleid van ING uitgelegd en beargumenteerd. Lees dit artikel, inclusief de argumentatie van Arnaud Cohen Stuart. a b Geef een beredeneerde mening, op basis van de drie ethische perspectieven en de principes van universaliteit en wederkerigheid (zie hoofdstuk 2), over dit nieuwe wapenbeleid van ING. Is het consistent, goed te verdedigen vanuit de perspectieven en principes, of niet? Op welke punten kan dit beleid (ethisch) beter en meer maatschappelijk verantwoord? Geef adviezen aan ING. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 112/365

113 Cases hoofdstuk 4 Bron: ING Matters (bedrijfsjournaal), nr. 3, mei 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 113/365

114 Cases hoofdstuk 4 McDonald s en overgewicht Deel 1 Kloven en beleid Deel 2 Succesvol issuesmanagement Het is aan te raden om voor deze case eerst het artikel over issuesmanagement te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. Deel 1 Kloven en beleid Lees de tekst Aankomen en afvallen bij McDonald s (zie kader hieronder) en beantwoord de volgende vragen. a Welke argumenten worden op welk klovenniveau gebruikt? b Kun je zelf nog verschillende andere argumenten op de verschillende klovenniveaus toevoegen? Aankomen en afvallen bij McDonald s Vandaag gaat de omstreden film Supersize Me in Nederland in première. Het is een aanklacht tegen de Amerikaanse fastfoodindustrie, die mensen dik en verslaafd maakt aan vet eten. Nogal overdreven, vindt zelfs het Voedingscentrum. AMSTERDAM Ik denk wel dat McDonald s verslavend is, zegt de achttienjarige hbo-studente Lisa. In een Amsterdams filiaal happen zij en haar even oude vriendin Jara met smaak in een Griekse burger. McDonald s biedt die aan voor en tijdens de Olympische Spelen. Soms word ik s nachts in bed wakker met trek en dan denk ik: nu zou ik wel een hamburgertje lusten. Het zit hem in de vetten of zo. De Amerikaanse filmmaker Morgan Spurlock at een maand lang uitsluitend bij McDonald s. Hij werd er dik en ziek van. Amerikanen zijn in de greep van de fastfoodindustrie, stelt Spurlock. Een beetje overdreven gedoe, vindt Lisa, die zelf meer dan één keer per week naar McDonald s gaat. Het is natuurlijk niet zo dat je niet weet dat het slecht voor je is. Als ik zie dat ik dikker word, dan houd ik me weer een beetje in. Jara: Nee, ik neem nooit een salade, daarvoor ga je niet naar McDonald s. Lisa en Jara zijn niet dik. Is eten bij McDonald s echt zo slecht? Redacteur van het Algemeen Dagblad Wim Meij besloot Spurlocks experiment in Nederland na te bootsen. Alleen deed hij het met een ander uitgangspunt: Meij wilde afvallen. Waar Spurlock uitsluitend de grootste porties koos, stelde Meij juist een caloriearm dieet samen uit het assortiment. Dat lukte. Hij at en dronk dertig dagen uitsluitend producten van de hamburgerketen en viel ruim zes kilo af. Tot zijn verbazing bleef hij er zelfs kerngezond bij. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 114/365

115 Cases hoofdstuk 4 Meij deed in zijn krant verslag. Hij wilde aantonen dat mensen geen willoze slachtoffers zijn van de fastfoodindustrie, zoals Spurlock beweert. Meij: Afvallen is geen grote kunst: een kwestie van optellen en aftrekken. Wat we wel dachten, was dat mijn gezondheid achteruit zou gaan. Door het gebrek aan vezels en de geharde vetten die McDonald s in sommige producten gebruikt. Maar zelfs dat is niet gebeurd. Meij had voor zijn experiment de hulp van een diëtiste, die met hem een zo gezond mogelijk menu samenstelde. Dat is voor de doorsneebezoeker nog niet zo makkelijk, denkt Meij. McDonald s heeft wel voedingsinformatie op de website, maar niet in de vestigingen zelf. Het is heel moeilijk om evenwichtig te kiezen. Eigenlijk zouden ze bij de toonbank een lijstje moeten hangen. Een woordvoerder van McDonald s is blij met de Nederlandse tegenhanger. Hij wijst er wel op dat zowel het Amerikaanse als het Nederlandse experiment niet realistisch is. Onze klanten komen gemiddeld eens per maand. Zelfs het Voedingscentrum gaat het verhaal van Spurlock, die ook nog claimt impotent te zijn geworden van het vette voer, te ver. Diëtiste Els Dijkstra van het Voedingscentrum: Je kunt prima een keertje bij McDonald s eten, bijvoorbeeld één keer per week als vervanging van een maaltijd. Heel vaak is niet gezond, dan is het eten er te vet en te eenzijdig. Ook een hamburger tussendoor raden wij af. Toch zou het mede aan Spurlock te danken zijn dat McDonald s nu in Amerika het Supersize menu van de kaart heeft gehaald. Grote porties die hier niet aangeboden worden. Dijkstra: In Amerika is alles groter; zelfs de kleinste beker fris die ze aanbieden, is al een halve liter. Mieke van Spanje van de Obesitas-vereniging voor mensen met overgewicht: McDonald s doet nog best wat aan voorlichting. Laten we het dan hebben over Burger King of de Febo. Van Spanje vindt dat de overheid de plicht heeft om mensen te informeren over gezonde voeding. Hoe dat moet is lastig, want juist mensen die de neiging hebben tot dik worden, sluiten zich ervoor af. Bron (bewerkt): Trouw, 12 augustus 2004 Deel 2 Succesvol issuesmanagement Publicrelationsissues tussen McDonald s en zijn externe stakeholders hebben al een lange geschiedenis. Al in 1990 bijvoorbeeld sloot McDonald s een overeenkomst met een milieuorganisatie om het afval (zakjes, bekers, enzovoort) te reduceren. In onderstaande kaderteksten wordt een deel van de recente geschiedenis van de kritiek op McDonald s en de reacties van het bedrijf op die kritiek chronologisch weergegeven. Het verhaal begint in McDonald s heeft dan al geruime tijd te lijden onder een steeds slechter imago. De verkoopcijfers zijn fors gedaald en het bedrijf lijdt in een aantal landendivisies zelfs forse verliezen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 115/365

116 Cases hoofdstuk 4 Lees de teksten in de kaders hieronder en beantwoord de volgende vragen. c In het artikel over issuesmanagement (te vinden op de website bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk), onder het kopje Deel 2 Communicatiestrategie bij bedrijfsspecifieke issues en crises, wordt een aantal stappen beschreven die je bij een issue moet ondernemen. Beschrijf op welke manier McDonald s elk van deze stappen vormgeeft. d In het artikel van november 2003 wordt voorgesteld dat op voedsel van McDonald s ook waarschuwingsetiketten moeten komen, met teksten vergelijkbaar met die op tabaksproducten moeten worden afgebeeld. Ben je het daarmee eens? Leg beargumenteerd uit waarom wel/niet. e McDonald s erkent zijn (mede)verantwoordelijkheid in het probleem van overgewicht en onderneemt ook allerlei activiteiten om die verantwoordelijkheid vorm te geven, bijvoorbeeld door middel van het Balanced Lifestyle Platform (zie hieronder artikel april 2004). In andere artikelen stelt McDonald s impliciet en expliciet echter dat ook de overheid en gezondheidsorganisaties een rol moeten spelen in het bestrijden van overgewicht. De vraag is echter of McDonald s wel echt een morele medeverantwoordelijkheid voor de bestrijding van overgewicht toegewezen moet worden. Een dergelijke eis wordt immers niet gesteld aan bijvoorbeeld de banketbakkersbranche of andere leveranciers van calorierijk voedsel. Ook van fabrikanten van vistuig voor recreatieve vissers, om nog een voorbeeld te geven, wordt niet verwacht dat men bij de verkoop van een hengel een folder bijsluit met informatie die vissers moet aanmoedigen om lichamelijk actief te zijn ter compensatie voor het lange zitten aan de waterkant. De vraag is bovendien in hoeverre volwassenen als zwakkeren aangemerkt moeten worden. Vind je McDonald s medeverantwoordelijk voor het bestrijden van overgewicht? Geef beargumenteerd aan waarom wel/niet? Oktober 2003 McDonald s gaat restauranttours organiseren in Engeland Hamburgerketen McDonald s start binnenkort met het organiseren van behind-the-scene -tours in circa 120 restaurants in Engeland om zijn imago bij het publiek te verbeteren. Deze tour, georganiseerd van 18 tot 30 oktober, zal geïnteresseerde klanten een rondleiding bieden in de restaurants en keukens. Kritische vragen zijn welkom. Ook zal getoond worden hoe de maaltijden worden klaargemaakt en wat er allemaal in de producten zit. Deze tour heeft alles te maken met het opbouwen van vertrouwensrelaties met onze klanten en met het opnieuw benadrukken aan hen en anderen dat wij een betrouwbaar en transparant bedrijf zijn met hoge kwaliteitsnormen, aldus de CEO van de divisie Engeland, Andrew Taylor. Dit is een Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 116/365

117 Cases hoofdstuk 4 nieuwe stap in een proces van de laatste twaalf maanden, waarin we al promotie gemaakt hebben voor de introductie van biologische melk en vrije-uitloopeieren. November 2003 McDonald s moet waarschuwingsetiketten gebruiken net zoals de tabaksindustrie De tabaksindustrie is verplicht om waarschuwingsteksten te plaatsen op haar producten. Het lijkt me niet meer dan redelijk dat McDonald s dat ook gaat doen, aldus het Britse parlementslid David Hinchcliffe. Mensen hebben er recht op te weten hoeveel inspanning het kost om de hoeveelheid calorieën in de maaltijd te verbranden voordat men besluit om het op te eten. Om bijvoorbeeld alle calorieën te verbranden van een cheeseburger met patat en een milkshake is een wandeling van vijftien kilometer nodig! Mensen beseffen dat niet, omdat het bewustzijn omtrent voeding en calorieën helemaal nog niet zo sterk leeft. We moeten dat hard en bot duidelijk maken, net zoals bij tabak. Wij vinden de vergelijking met tabak veel te ver gaan, aldus Julian Hilton Johnson, vice-president van McDonald s, in een reactie ten overstaan van de parlementaire commissie Voeding en Gezondheid, maar we zijn het er volledig mee eens dat de informatie op voedselproducten zo duidelijk mogelijk moet zijn over de samenstelling. Hilton Johnson was bij de commissie om verantwoording af te leggen over een advertentie die als misleidend werd aangemerkt. De advertentie toonde alleen een hele, geschilde aardappel met daarbij de tekst: Dit is het verhaal van onze patat (einde verhaal). Vervolgens stond daaronder een korte toelichting die luidde: We schillen ze, snijden ze in reepjes en bakken ze. Klaar. Op deze advertentie waren veel klachten binnengekomen bij de Advertising Standards Authority waarin men erop wees dat een aantal minder smakelijke onderdelen van het productieproces bewust waren weggelaten. Ten eerste zouden de patatjes worden gebakken in rundervet terwijl McDonald s al jaren geleden had bekendgemaakt dergelijk vet niet meer te gebruiken. Ook zou de patat een hoog zoutgehalte hebben en soms ook dextrose bevatten. Tegenover de commissie benadrukte Hilton Johnson echter dat McDonald s zich verantwoordelijk voelt het bewustzijn voor gezond eten bij zijn klanten te bevorderen. Daarom hebben we onze menukeuzes vergroot, onze informatie over de samenstelling van onze producten verbeterd en moedigen we mensen aan om een zo actief mogelijk leven te leiden. Bron (bewerkt): Times Online, 27 november 2003 Maart 2004 McDonald s schrapt Supersize menu McDonald s heeft aangekondigd per december het zogeheten Supersize menu van de kaart te schrappen. De hamburgerketen wil meer gezonde en caloriearme producten introduceren, naast melk, yoghurt en fruit. Recentelijk is het bedrijf geconfronteerd met een dreigende juridische procedure in de Verenigde Staten. Een groep kinderen wil daar het bedrijf aansprakelijk stellen voor gezondheidsproblemen. In Engeland is het bedrijf zich bewust van de overgewichtdiscussie, maar het stelt tegelijkertijd dat Supersize menu s op zich niet de schuld zijn van overgewicht. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 117/365

118 Cases hoofdstuk 4 De menuwijziging is een reactie op een oproep van de minister van Gezondheidszorg, John Reid, om een publiek debat te organiseren over hoe de gezondheid van s lands burgers verbeterd kon worden. De wijziging past bovendien, aldus McDonald s, in het algemene beleid om het aanbod beter aan te passen aan veranderde klantbehoeftes. Supersize menu s hebben de laatste tijd een negatief imago gekregen als gevolg van de Amerikaanse film Supersize me, waarin de journalist Morgan Spurlock het effect wilde nagaan van een maand lang alleen eten bij McDonald s. Hij nam ook telkens de Supersize menu s als die werden aangeboden. Het gevolg was dat hij dertien kilo zwaarder werd en serieuze klachten ontwikkelde, onder andere leverklachten en een te hoog cholesterolniveau. Bron (bewerkt): BBC, 4 maart 2004 April 2004 McDonald s lanceert Balanced Lifestyle Platform Washington D.C. McDonald s lanceert vandaag als eerste bedrijf ooit een breed lifestyleplatform om overgewicht tegen te gaan en de gezondheid van de Amerikaanse bevolking te bevorderen. Dit meerjarenplan focust op de gezondheid van kinderen en volwassenen, beoogt het belang van gebalanceerde voeding te promoten en omvat serieuze inspanningen op het gebied van voedingskeuze, lichamelijke activiteit en scholing. Dit is een serieus en complex probleem, dat over de hele wereld speelt, zegt vice-president van McDonald s Corporation Jim Skimmer, Als klantgerichte organisatie willen we een verantwoordelijke en actieve rol spelen bij de oplossing van het probleem. Onze restaurants over de hele wereld zijn volop betrokken bij deze belangrijke inspanningen. Wij zijn trots op onze verrichtingen en willen graag nog meer doen op dit terrein. In de Verenigde Staten zal McDonald s gaan samenwerken met leidende gezondheidsorganisaties om een nieuw en breed scholingsprogramma ter verbetering van de volksgezondheid te ontwikkelen en implementeren. Bij McDonald s zijn onze klanten prioriteit nummer 1, zegt Michael Roberts, president van McDonald s USA. We hebben altijd een leidende rol gespeeld bij kwesties die in het belang van onze klanten zijn, zoals voedselveiligheid, milieu en het welzijn van kinderen, dus het is niet meer dan logisch dat McDonald s ook in deze kwestie een leidende rol op zich neemt. We willen zowel volwassenen als kinderen helpen om het juiste evenwicht te vinden in hun voedingsgewoontes in relatie tot hun lichamelijke activiteit. McDonald s Balanced Lifestyle Platform is ook een helder antwoord op de oproep van het Amerikaanse ministerie van Gezondheidszorg aan de private sector om meer betrokken te zijn bij het vinden van oplossingen voor het probleem van overgewicht. Het ministerie heeft dan ook erg positief gereageerd op dit initiatief. Deze stap van McDonald s is een stap voorwaarts bij het helpen van Amerikanen om gezondere keuzes te maken, aldus Tommy Thompson, woordvoerder van het ministerie. Als onderdeel van het Balanced Lifestyle -plan zal McDonald s ook de meer dan eigen werknemers in de VS aanmoedigen om zelf de eerste stappen te nemen in gezonder leven door hen te voorzien van Stepometers een soort kilometertellers om je dagelijkse activiteit te meten en van scholingsmateriaal waarin de voordelen van wandelen en gezond leven worden uiteengezet. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 118/365

119 Cases hoofdstuk 4 McDonald s Balanced Lifestyle Platform is gericht op drie belangrijke gebieden: voedingskeuzes, scholing, en lichamelijke activiteit. Op al deze drie terreinen hebben we onderzoek gedaan en uitgebreide plannen ontwikkeld om daadwerkelijk bij te dragen aan de gezondheid van onze klanten en de samenleving. We zijn bovendien blij en trots, aldus Michael Roberts, bij de verdere ontwikkeling en implementatie samen te kunnen werken met de overheid en leidende gezondheidsorganisaties. Bron (bewerkt): Persbericht McDonald s, 15 april 2004 Juni 2004 McDonald s bestrijdt filmaanval De Australische tak van de fastfoodgigant McDonald s is een advertentiecampagne begonnen om kritiek te pareren geuit in de documentairefilm Supersize me. Na eerst geprobeerd te hebben de film te negeren, besloot het bedrijf uiteindelijk om terug te slaan, aldus een woordvoerster van het bedrijf. Onze klanten waren geschokt dat we niet reageerden en beschouwden dat als een soort toegeven van schuld. Het bedrijf pareert de kritiek van de film nu in een twee weken durende advertentiecampagne op televisie en in bioscopen. De advertentie en de website van McDonald s laten Guy Russo, CEO van McDonald s Australië, reageren op de film. Hij zegt daarin dat Spurlock zoveel McDonald svoedsel heeft gegeten als voedingsdeskundigen adviseren om te eten over een periode van acht jaar. En wat een verrassing: hij concludeert dat hij er ongezond van wordt. Dat had ik hem ook wel kunnen vertellen. De woordvoerster van het bedrijf zegt dat het de eerste poging van een landelijke divisie van McDonald s was om terug te slaan naar de kritiek in de film. De tekst van Russo is ook gepubliceerd op de Engelse website van McDonald s. Daar wordt bovendien gewezen op het feit dat McDonald s zelf al geruime tijd deelneemt aan het publieke debat over overgewicht. Ook wordt gewezen op de grote variëteit van de menukaart en de informatie over de samenstelling van de voeding, zodat de klant zelf in staat is om verantwoorde keuzes te maken. McDonald s Engeland heeft zelfs een aparte site gemaakt ( waarin de standpunten omtrent de film worden duidelijk gemaakt en wordt verteld welke acties het bedrijf onderneemt om gezonde voeding te bevorderen. Bron (bewerkt): BBC, 15 juni 2004 Augustus 2004 McDonald s op de weg terug McDonald s heeft verklaard dat zijn inspanningen om de weg omhoog weer te vinden hun vruchten beginnen af te werpen. De keten liet in Engeland een winst noteren van 126 miljoen dollar over het laatste kwartaal van 2003, terwijl in diezelfde periode een jaar eerder 344 miljoen dollar verlies werd geleden. De winst was groter geweest als het bedrijf niet enorme investeringen had gedaan in het herzien van zijn menu s. McDonald s doet er alles aan om af te komen van het negatieve imago dat de omzet in de afgelopen jaren fors heeft doen dalen. Recentelijk heeft het bedrijf zijn tactiek daarom gewijzigd en, in de eerste wereldwijde marketingcampagnes, geprobeerd de nadruk te leggen op de gezondere Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 119/365

120 Cases hoofdstuk 4 aspecten van zijn producten. Deze tactiek, door sommigen met veel scepsis begroet, lijkt nu beloond te worden. Ook in de Verenigde Staten zijn de cijfers rooskleurig en is de omzet fors gegroeid. In Europa is het beeld minder eenzijdig positief. McDonald s gelooft echter dat een meer intelligente behandeling van de menu s zelfs in de moeilijke Europese markt een wending ten goede zal bewerkstelligen. Bron (bewerkt): BBC, 20 augustus 2004 September 2004 McDonald s redt beursindex McDonald s was vrijdag een van de best presterende fondsen in de Dow-Jonesindex. Het concern klom 1,5 procent naar een koers van 27,55 dollar. McDonald s is aan een succesvolle periode bezig op de beurs. Sinds begin 2004 werd het fonds meer dan 12 procent meer waard. Die opmars maakt van McDonald s een van de openbaringen van het jaar. Afgelopen jaren stond de beurskoers van het bedrijf onder druk als gevolg van tegenvallende verkopen, haperende uitbreidingsplannen en aanzwellende kritiek van milieuorganisaties en dieetspecialisten. De introductie van salades heeft de hamburgerketen terug op de rails gekregen en beleggers het vertrouwen in het aandeel teruggegeven. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 25 september 2004 Chronologisch overzicht marketingacties McDonald s 2003/2004 Februari McDonald s introduceert halfvolle organische melk en vrijeuitloopeieren. April Fruitzak met appels en rode druiven gelanceerd als onderdeel van Happy Meal. Oktober McDonald s organiseert tours voor klanten om hen de gelegenheid te bieden het productieproces behind the scene te kunnen volgen. Maart McDonald s Salads Plus-serie gelanceeerd met vijf soorten sla, kip sandwich, quorn, en fruit en yoghurt van Danone. Maart Aankondiging dat eind van het jaar het Supersize menu van de kaart zal verdwijnen. April Lancering Balanced Lifestyle Platform. Mei Reductie zout op patat met 23%, 10% in hamburgers, 33% in ketchup. Mei Reductie zout in McNuggets met 30%. Juni Australische advertentiecampagne tegen documentaire Supersize me. Juni Aparte website gemaakt door Britse divisie als reactie op Supersize me. Juni Mcdonald s-go Active Meal gelanceerd inclusief salade, gratis Stepometer met hints en tips in begeleidende folder. Juni McDonald s organiseert opnieuw behind-the-scene -tours. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 120/365

121 Cases hoofdstuk 4 Onveilige auto s Het is aan te raden om voor deze case eerst het artikel over issuesmanagement te lezen, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk. Lees de Audi-case hieronder en beantwoord de volgende vragen. a Welke stakeholders zijn betrokken en welke belangen hebben ze? b Welke stakeholders vergeet Audi in zijn marketingstrategie te bewerken? c Waarom werkte de tweede kortingsactie niet (daargelaten dat deze strategie bij wet verboden was)? d Welke strategie zou je zelf hebben gevolgd ten aanzien van de respectievelijke stakeholders? Werk je antwoord voor elke stakeholder afzonderlijk uit. Audi In maart 1986 brachten de consumentenorganisatie Center for Auto Safety (CAS) en de staatsadvocaat van de staat New York een klacht in bij de National Highway Traffic Safety Administration (NHTSA) dat de Audi 5000-automaat onveilig was. Men eiste een volledige recall. Er was een aantal ernstige ongelukken gemeld, soms zelfs met dodelijke afloop, doordat de rem- en gaspedalen te dicht bij elkaar waren geplaatst. Audi had bij de fabricage van de auto s voor de Amerikaanse markt de afstand tussen de pedalen aangehouden die gangbaar was in Europa en had er geen rekening mee gehouden dat in Amerikaanse auto s een grotere afstand tussen de pedalen gebruikelijk was. Het gevolg was dat bij Amerikaanse bestuurders de auto soms onverwacht en in ongewenste situaties vooruitschoot op het moment dat men in- of uitparkeerde. In eerste instantie was het echter niet duidelijk dat het te dicht bij elkaar staan van de pedalen de oorzaak was. Audi stemde, ook al begreep men de oorzaak nog niet, toe in de recall. Op basis van nader onderzoek besloot het management van Audi, met de beste intenties, dat het beter was om in plaats van het wijder uiteenplaatsen van de beide pedalen een vergrendelsysteem in te bouwen, dat de bestuurder zou dwingen om het rempedaal ingedrukt te houden alvorens het mogelijk was om het gaspedaal te gebruiken. De kosten van de recall ( auto s) en het plaatsen van de vergrendeling bedroegen circa 75 miljoen dollar. Korte tijd nadat dit hele proces was afgerond, in januari 1987, begonnen zich opnieuw dezelfde incidenten voor te doen. Het aantal ongelukken liep in een aantal maanden op tot meer dan 1500, met als gevolg 400 gewonden en 7 dodelijke slachtoffers. Opnieuw dreigde de CAS met een juridische procedure, ditmaal niet alleen namens de slachtoffers, maar namens alle Audi bezitters, omdat de verkoopwaarde van hun wagen door de incidenten dramatisch was gedaald. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 121/365

122 Cases hoofdstuk 4 Het gevolg was bovendien een enorme terugval in verkoopcijfers voor Audi. Deze terugval werd nog versterkt door de toenemende aandacht in de media, zowel in kranten als op televisie. Men besloot daarom tot de volgende maatregelen: een grote kortingsactie op de Audi coupons werden gedistribueerd waarmee kopers bij Audi-dealers een korting van 23 procent konden krijgen op de standaardverkoopprijs; introductie van twee nieuwe modellen, de Audi 80 en 90; een grote advertentiecampagne, waarvoor het gangbare advertentiebudget verdubbeld werd. De campagne werd geen succes. Van de coupons werden er verzilverd. Ook de verkoop van de nieuwe Audi 80 en 90 lag ver beneden de verwachting. De omzet in januari 1988 was de helft van de omzet een jaar eerder. Het management besloot af te wachten tot september van dat jaar, de maand waarin de Audi 5000-serie vervangen zou worden door de Audi 100- en 200- modellen. Omdat in de eerste maanden van 1988 de omzet zorgwekkend laag bleef, besloot het management een nieuwe kortingsactie te lanceren. Er werd een brief verstuurd aan alle ( ) vroegere en huidige bezitters van een Audi met een kortingsaanbieding, geldig tot 31 augustus van dat jaar, van 4000 dollar op een Audi 5000-automaat. Ter compensatie voor het kleinere winstpercentage door deze actie besloot Audi de bonus voor dealers van 2500 dollar per verkochte Audi 5000 af te schaffen. De vergelijkbare bonus voor de Audi 80 en 90 bleef wel gehandhaafd. Al gauw werd publiekelijk bekend dat de gezamenlijke Audi-dealers in totaal niet meer dan 5500 Audi 5000-automaatmodellen op voorraad hadden. Prompt diende de advocaat Costa Kensington een klacht in, inclusief een miljoenenclaim voor compensatie, omdat Audi klanten had gelokt met een belofte die men nooit waar kon maken, met de overduidelijke intentie om klanten de nieuwe Audi 80 of 90 te kunnen aansmeren. Dat dat waar was, bleek ook uit de publicatie in de media van een brief aan dealers, waarin Audi hun expliciet suggereerde dat deze actie een uitstekend middel zou zijn om de klanten die met deze brief naar de dealers zouden komen, te laten zien dat de nieuwe Audi 80 en 90 zeer interessante koopalternatieven waren. Audi hoopte met deze actie, die feitelijk bij wet verboden was, niet alleen meer klanten voor de 80- en 90-serie te krijgen, maar ook de dealers extra te motiveren en hun vertrouwen in Audi weer wat te herstellen. Het spreekt voor zich dat door het uitlekken van het eigenlijke doel van de actie beide doelstellingen niet gehaald werden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 122/365

123 Cases hoofdstuk 4 Shell en pr-communicatie met aandeelhouders Shell profileert zich meer en meer als een organisatie die duurzaamheid en verantwoordelijkheid voor milieu en samenleving vooropstelt en zelfs belangrijker acht dan de kortetermijnaandacht voor telkens weer betere kwartaalcijfers. Shell uit deze nieuwe strategie op allerlei manieren, bijvoorbeeld op de eigen site en door reclamespotjes op tv. De aandeelhouders zijn allerminst te spreken over deze nieuwe houding. Men vindt dat Shell zich gewoon bezig moet houden met haar core business, olie pompen. Dat levert winst op voor de aandeelhouders en levert bovendien de energie die nodig is om de economie draaiende te houden. Te veel bezig zijn met langetermijnbelangen en met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de onderneming kost te veel geld, levert ons minder rendement en is schadelijk voor de economie in het algemeen, redeneren de aandeelhouders. Jij bent pr-medewerker van Shell. Jou wordt gevraagd om een beleidsstuk, bedoeld voor de aandeelhouders, te schrijven (maximaal 1 A4) waarin je de nieuwe strategie verdedigt. Werk dit document uit conform het stappenmodel gegeven in het artikel over issuesmanagement (te vinden op de website bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk), onder het kopje Deel 1 Analyse en beleidsvorming. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 123/365

124 Cases hoofdstuk 4 Weg met de korte termijn? Naar aanleiding van de beurscrisis in 2008 publiceerde Gerard Keijzers, hoogleraar duurzaam ondernemen, onderstaande column op de site van RTL Z. Op de inhoud van deze columns is wel wat aan te merken, zo bleek uit vele reacties van lezers van deze column. In veel reacties werd er terecht op gewezen dat zijn pleidooi voor meer duurzaam ondernemen al talloze malen verteld is in de afgelopen decennia. In de reactie die hier onder de column is opgenomen wordt ook gewezen op een fundamentele fout, die wijst op een geheel verkeerde benadering van het probleem van de spanning tussen korte- versus langetermijnbelangen. a Lees de column plus de reactie van een lezer en beschrijf in eigen woorden wat de fundamentele fout is en waarom dus de titel van de column Weg met de korte termijn onzinnig is. b Bedenk zelf oplossingen om in de wereld van met name beursgenoteerde bedrijven te zorgen voor meer evenwicht tussen korte- en langetermijnbelangen en tussen korte- en langetermijnbehoeften. Beargumenteer je oplossingen. Weg met de korte termijn De kortetermijnfocus van iedereen in ons huidige economische systeem legt onbetaalde rekeningen neer voor toekomstige generaties. Bodem De turbulentie op de beurzen blijft maar doorgaan. Onlangs bleek dat ook ING het niet droog hield. Iedereen vraagt zich langzamerhand af waar de bodem ligt. De zere plek Al Gore was vorige week even in Nederland en legde de vinger genadeloos op de zere plek: de kortetermijnfocus van iedereen in ons huidige economische systeem legt onbetaalde rekeningen neer voor toekomstige generaties. Dat is fout gegaan. Onbetaalde rekeningen Die onbetaalde rekeningen liggen nu plotseling alsnog op ons bordje. Stom, maar even onontkoombaar als het voorspelbaar was. We leefden op te grote voet, we betaalden te lage prijzen en we dachten dat dat normaal was. Lange termijn Al Gore bepleit een economisch systeem dat consequent en zichtbaar de langetermijneffecten van ons huidig economisch handelen onmiddellijk in rekening brengt. Hij noemt dat een sustainable economic system. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 124/365

125 Cases hoofdstuk 4 Duurzaam Een economie waarin de kosten van milieuvervuiling volledig en onmiddellijk in rekening worden gebracht. Een economie waarin uitputting van energie en grondstoffen volledig moet worden gecompenseerd met investeringen in duurzame energiebronnen en technologie om grondstoffen cradle to cradle in het productiesysteem te houden. Een economie waarin we eerlijke prijzen betalen voor producten uit China en India en de perversiteit van aantrekkelijke derdewereldprijsjes uit de weg gaan in plaats van toe te juichen. Ver Kortom een duurzame economie met oog voor de belangen van iedereen nu en op de lange termijn. En daar zijn we dus ver vanaf op dit moment. We voelen nu allemaal de directe pijn van dalende aandelenkoersen, hoge energie- en grondstofprijzen en dalende waarden van onze huizen en pensioenvoorzieningen. Op zijn kop Het systeem moet wat Al Gore betreft totaal op zijn kop. Zijn analyse is kort en krachtig. De huidige bonusregelingen belonen managers die op korte termijn winst maken, maar niet verantwoordelijk zijn voor de langetermijneffecten van hun beslissingen. Hypes Het kwartaalcijferfetisjisme dwingt bestuurders kortetermijnresultaten te realiseren en onzichtbare rekeningen onbetaald naar de toekomst door te schuiven. En burgers concurreren met elkaar in kortetermijnhypes van hebberig consumentisme in plaats van kwaliteit van leven. Basis We moeten weer terug naar de basis: kwaliteit en continuïteit zijn dan de sleutelwoorden, en niet kwantiteit en snelle behoeftenbevrediging. De theorie van sustainability biedt ruime mogelijkheden om op een nieuwe manier economie te gaan ontwikkelen. Zure appel Een economie gebaseerd op nieuwe technologie voor duurzame energie, duurzaam bouwen, duurzame mobiliteit, duurzaam eten. Een economie waarin kwaliteit van leven voorop staat. Innovaties van technologie en innovaties in onze manier van leven; dat zal allemaal ontzettend uitdagend zijn. Het wordt echt weer leuk, vernieuwend en aantrekkelijk, maar eerst zullen we door de hele zure appel van nu heen moeten bijten. Gerard Keijzers Hoogleraar duurzaam ondernemen Directeur van het Nyenrode Center for Sustainability, Nyenrode Business Universiteit Bron: oktober 2008 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 125/365

126 Cases hoofdstuk 4 Reactie van een lezer Weinig nieuws eerlijk gezegd. Dergelijke pleidooien kun je werkelijk in honderden boeken van de afgelopen tien jaar vinden. Ik zou graag zien dat dhr. Keijzers concreet ingaat op zijn stelling: De theorie van sustainability biedt ruime mogelijkheden om op een nieuwe manier economie te gaan ontwikkelen. Dat mag je van een hoogleraar op dit terrein toch wel verwachten, in plaats van zo n clichématig stukje. Voorts maakt de schrijver een fundamentele fout als hij zegt: kwaliteit en continuïteit zijn dan de sleutelwoorden, en niet kwantiteit en snelle behoeftenbevrediging. Dan ontken je dat er altijd al een spanningsveld is geweest en zal zijn tussen korte- en langetermijnbehoeften. Dat is gewoon menselijk en daar hebben alle mensen van alle tijden mee te maken. Als er dus al een oplossing denkbaar is nogmaals, ik ben benieuwd naar de concrete tips van de hoogleraar dan kan die nooit de titel van dit stukje van dhr. Keijzers, Weg met de korte termijn, hebben. We zullen een dynamisch evenwicht moeten creëren waarin aan zowel korte- als langetermijnbehoeften invulling kan worden gegeven. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 126/365

127 Cases hoofdstuk 5 Cases hoofdstuk 5 NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud De Rabobank (en andere bedrijven) in China 128 Gedragscode en internationaal ondernemen 134 Heineken beschermt beer promotion girls voor prostitutie 138 Kinderarbeid 140 Lijm snuiven 143 Op vakantie naar Birma? 145 SBM Offshore en de verantwoordelijkheid van geldverstrekkers 150 Zonder smeergeld kun je geen zaken doen 151 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 127/365

128 Cases hoofdstuk 5 De Rabobank (en andere bedrijven) in China De Chinese economie is booming. Veel westerse bedrijven doen zaken in China. Zakendoen in China is echter ethisch problematisch. Je steunt er immers in zekere mate een overheid mee die op allerlei manieren mensenrechten schendt en elementaire vrijheden van mensen niet respecteert. Het dilemma of je wel of niet in China zaken kunt doen, en zo ja, op welke manier, is aan de orde voor elk bedrijf, maar speelt nog duidelijker voor een organisatie die zich maatschappelijk verantwoord noemt. Hieronder wordt in een aantal fragmenten de complexe problematiek met betrekking tot zakendoen in China nader belicht: Fragment 1 Heel kort een paar feiten op een rijtje over de mensenrechtensituatie in China. Fragment 2 Een deel van een interview met Minxin Pei, een internationaal gerespecteerde Chinese politicoloog, over de negatieve consequenties van de economische groei voor democratie en mensenrechten in China. Fragment 3 Twee uitspraken over zakendoen in foute landen, van respectievelijk Amnesty International en Birma Centrum Nederland (BCN). Beide zijn gehaald uit een verantwoording van de Rabobank (zie fragment 4) over zakendoen in China. BCN wijst zakendoen in Myanmar (Birma) af, Amnesty wijst zakendoen in China niet af. Fragment 4 De verantwoording van de Rabobank van haar keuze om wel zaken te doen in en met China. a Ben je het eens of oneens met onderstaande stellingen? Bedenk bij elke stelling voorof tegenargumenten. Gebruik daarbij nadrukkelijk citaten uit onderstaande tekstfragmenten. Zoek in literatuur of op internet naar aanvullende informatie om jouw standpunten te ondersteunen. Stelling 1 Zakendoen in China is onverdedigbaar. Ik doe principieel geen zaken in een land waar geen democratie is, oppositie onderdrukt wordt, mensen gemarteld worden, vrijheid van meningsuiting ontbreekt en allerlei andere mensenrechten geschonden worden (normenperspectief). Bovendien zouden mijn economische activiteiten in China ook de positie van de huidige regering versterken en het huidige beleid dus in stand houden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 128/365

129 Cases hoofdstuk 5 Zakendoen in China betekent dus indirect meewerken aan mensenrechtenschendingen (gevolgenperspectief). Stelling 2 Zakendoen in China is niet alleen voor China, maar ook voor mij van groot economisch belang. Bovendien is de toekomst wat betreft de ontwikkelingen in China onzeker. Als we er nu niet gaan zitten, missen we de boot en wellicht dat over een aantal jaren er wel een beschaafder en meer democratisch regime is. Door daar wel te zijn kunnen we ook nog proberen de situatie iets te verbeteren. In dat licht heeft de Rabobank een keuze gemaakt en verantwoord op een wijze die bij een MVO-organisatie past. We kunnen geen ijzer met handen breken, en wat de Rabobank doet is op dit moment het maximaal haalbare. Stelling 3 De verantwoording van de Rabobank deugt niet. Ten eerste is het feit dat Birma als voorbeeld erbij gehaald wordt en daar iemand van het Birma Centrum Nederland bij aanhaalt zie fragment 3, een fragment dat opgenomen is in de foldertekst van fragment 4, nogal hypocriet. De Rabobank was immers medefinancier van het toenmalige IHC-Caland (heet nu SBM Offshore) bij haar werkzaamheden in Birma, toen al vele jaren bekend was welke grove mensenrechtenschendingen in Birma plaatsvonden en het Birma Centrum Nederland al jarenlang opriep om vooral niet te investeren in Birma. Ten tweede kan de Rabobank hoogstens voor haar eigen werknemers of voor werknemers van de bedrijven die zij financiert een klein beetje de situatie verbeteren, in China als geheel zal niets veranderen door toedoen van de Rabo. En door in China te zitten, steunt men immers hoe dan ook de huidige Chinese regering. Een derde argument tegen de verantwoording van de Rabo inzake China is dat de bank zich vooral lijkt te verschuilen achter dialoog met en standpunten van anderen, zonder zelf een keuze te maken en verantwoordelijkheid te nemen. Amnesty wordt aangehaald (zie fragment 3), terwijl Amnesty hierin een drogreden noemt (als MVO-bedrijven niet in China gaan zitten, doen andere bedrijven het wel), die de Rabo blijkbaar kritiekloos deelt. Elders in de tekst wordt gezegd: Er bestaat inmiddels een in brede kring geaccepteerd standpunt over China. Zakendoen in dat land is mogelijk (...). Als er al een breed geaccepteerd standpunt is, neemt dat nooit de eigen verantwoordelijkheid van een bedrijf zelf weg, en dat geldt dus ook voor de Rabobank. b Stel, je ziet concrete en financieel zeer aantrekkelijke mogelijkheden om zaken te doen in China. Bijvoorbeeld import van producten of uitbesteding van een deel van de productie. Beide kunnen van groot belang zijn voor de concurrentiepositie van je bedrijf. Zie je mogelijkheden om het zakendoen in China op een goede wijze te verantwoorden? Maak wederom gebruik van onderstaande fragmenten en haal Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 129/365

130 Cases hoofdstuk 5 eventueel zelf aanvullende informatie uit boeken of van internet. Probeer vervolgens een degelijk beleidsdocument te schrijven, waarin je je keuze verantwoordt. Fragment 1 Feiten op een rijtje In augustus 2008 was China gastland van de Olympische Spelen. De regering had toegezegd dat de mensenrechtensituatie hierdoor zou verbeteren en beloofde complete mediavrijheid. In de praktijk blijft China het land dat mensenrechtenverdedigers hard aanpakt, de doodstraf het meest oplegt, worden er verdachten geregeld mishandeld of zelfs gemarteld, is mediavrijheid voor Chinese journalisten nog steeds ver te zoeken en zijn enkele honderdduizenden Chinezen opgesloten in heropvoedingskampen. Een toenemend aantal mensenrechtenverdedigers werd gevangengenomen, kreeg huisarrest opgelegd of werd bewaakt, of werd lastiggevallen. Minderheidsgroepen zoals Tibetanen, Oejgoeren en Mongoliërs werden nog steeds onderdrukt. Leden van de Falun Gong-beweging liepen een groot risico tijdens hun detentie te worden gemarteld of op andere wijze te worden mishandeld. Christenen werden vervolgd voor het praktiseren van hun godsdienst buiten door de staat erkende kanalen. Ondanks het feit dat herziening van doodstrafzaken door het Opperste Gerechtshof opnieuw was ingevoerd, was de doodstraf nog steeds door geheimzinnigheid omgeven en werd nog veelvuldig toegepast. Marteling van gedetineerden en gevangenen kwam veel voor. Miljoenen mensen hadden geen toegang tot de rechtspraak en waren gedwongen om schadeloosstelling te eisen via een ineffectief buitengerechtelijk petitiesysteem. Vrouwen en meisjes waren nog steeds het slachtoffer van geweld en discriminatie. Voorbereidingen voor de Olympische Spelen van 2008 in Beijing werden gekenmerkt door onderdrukking van mensenrechtenverdedigers. Censuur op internet en in andere media nam toe. Bron: Amnesty International Fragment 2 Deel uit een interview met politicoloog Minxin Pei China is stabiel en instabiel. Een groot leger en een groot politieapparaat handhaven nu de stabiliteit met harde hand. De Chinese regering staat niet toe dat een oppositie zich organiseert. In China wonen 1,3 miljard mensen en veel van die mensen zijn niet tevreden. Dat kan de regering voor problemen stellen. Zolang de midddenklasse, de stedelijke bevolking, min of meer tevreden blijft zal het land stabiel zijn. Het platteland mag instabiel zijn, dat geeft niet. Het gaat erom dat de mensen in de steden tevreden zijn. Er valt veel te vrezen want de stedelijke bevolking groeit. Dat betekent dat steeds meer ontevreden mensen naar de steden trekken. Zijn er genoeg banen voor ze, zijn er mogelijkheden. Zijn er rechtvaardige sociale voorzieningen voor ze? De verwachtingen worden steeds hoger, nu gaat het om materiële wensen, straks om politieke. China moet vrezen dat het bestaan van de regering straks in gevaar zal komen. Hoe het zal lopen weet niemand. Wat we wel weten, is dat snelle economische groei slecht kan zijn voor democratische ontwikkeling. Omdat economische groei de heersers nieuw bestaansrecht geeft. Het werkt dus nadelig op hun bereidheid om het politieke systeem te liberaliseren. Ze hoeven niet te liberaliseren. Economische groei verleent ze legitimiteit. Als je de democratische ontwikkeling in andere landen bekijkt zie je dat niet economisch succes, maar economisch falen de overgang naar democratie in gang heeft gezet. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 130/365

131 Cases hoofdstuk 5 Een tweede reden is dat de Chinese overheid geleerd heeft van de val van de Sovjet-Unie. Als je het politieke systeem liberaliseert loop je veel risico s. Je kunt het in gang zetten, maar niet afmaken. Dat doet het volk dan voor je. Daarom zijn ze zo voorzichtig en wars van risico s. Ten derde is het zo dat in een autoritair systeem snelle economische groei politieke macht meer waarde geeft. Nog een negatieve stimulans. Als politieke macht meer waarde heeft, wil je het minder snel opgeven. Bron (bewerkt): Tegenlicht, 19 januari 2009 Fragment 3 Twee standpunten Birma Een bedrijf dat (in)direct betrokken kan raken bij mensenrechtenschendingen moet kiezen: blijven of weggaan. Vaak neemt in het laatste geval een ander bedrijf, zonder enig MVO-beleid, de activiteiten over. Daarom streeft Amnesty International naar de totstandkoming van een universele mensenrechtenstandaard. Speciaal voor ondernemingen is in de Verenigde Naties een ontwerptekst gemaakt van normen. We zijn verheugd dat de Rabobank de eerste veertien artikelen ondersteunt en kijken uit naar de vertaling ervan in beleid en praktijk. China Investeringen in en handel met Birma hebben de bevolking de afgelopen vijftien jaar niets opgeleverd. Het heersende regime heeft de inkomsten uit export van natuurlijke hulpbronnen alleen maar gebruikt om zichzelf te verrijken. De International Labour Organization verzoekt ondernemingen de economische relaties met Birma actief te herzien. De Birmese oppositie roept bedrijven al jaren op de handel met Birma stop te zetten. Handel is momenteel niet de weg naar vooruitgang in Birma hoe spijtig ook. Marleen van Ruyven (stafmedewerker Economische Relaties Amnesty international) Peter Ras (algemeen coördinator Birma Centrum Nederland) Bron: De impact van MVO, publicatie van de Rabobank, 2006 (zie fragment 4) Fragment 4 Verantwoording van de Rabobank Financiële dienstverlening met oog voor mensenrechten Schending van de mensenrechten is een wereldwijd probleem. Ook in een aantal landen waar de Rabobank zakendoet. Dit plaatst ons telkens opnieuw voor de vraag op welke manier we als financiële dienstverlener kunnen bijdragen aan het respecteren van de mensenrechten. Het spreekt voor zich dat de Rabobank verantwoordelijkheid neemt voor haar eigen medewerkers. Tot zover zijn er geen dilemma s. Dilemma s doen zich wel voor zodra we de grenzen van onze verantwoordelijkheid breder trekken. Bijvoorbeeld als we kijken naar onze potentiële en indirecte impact op de mensenrechtensituatie van de medewerkers van onze klanten. De Rabobank wil binnen die invloedssfeer ook haar verantwoordelijkheid nemen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 131/365

132 Cases hoofdstuk 5 Het beantwoorden van de vraag hoe we dat het beste kunnen doen, is echter niet eenvoudig. Er is geen standaard oplossing voor mensenrechtenproblemen. De lokale situatie is voor een groot deel bepalend voor de te varen koers. Laten we zo n situatie eens tegen het licht houden. Blijven of weggaan? Als de overheid in een bepaald land de mensenrechten schendt dient zich, ongeacht de plaatselijke wetgeving, een fundamentele vraag aan. Wat is beter: helemaal geen zakendoen met zo n land, of tijdens het zakendoen maatregelen nemen die de mensenrechtensituatie verbeteren en tegelijkertijd druk uitoefenen op onze klanten om hetzelfde te doen? Kortom: blijven we of gaan we weg? Dat ook op deze vraag geen eenduidig antwoord bestaat, blijkt uit de verschillende manieren waarop mensenrechtenorganisaties en westerse overheden de situatie benaderen in bijvoorbeeld China en Birma. Er bestaat inmiddels een in brede kring geaccepteerd standpunt over China. Zakendoen in dat land is mogelijk, zolang een bedrijf zich houdt aan de internationale afspraken over mensenrechten. Deze benadering past de Rabobank Groep ook toe op haar eigen bedrijfsvoering. Binnen het Chinese wettelijke kader kan een bedrijf maatregelen nemen om de mensenrechten te respecteren. De Chinese wet stelt daar echter grenzen aan. Een voorbeeld: in China is het voor medewerkers vrijwel onmogelijk zich te organiseren in een vakbond. Dat neemt niet weg dat er substantiële mogelijkheden zijn om binnen het eigen bedrijf én in relatie tot klanten verbeteringen te realiseren op het gebied van mensenrechten. Het belang van de dialoog De Rabobank rekent het tot haar verantwoordelijkheid om discussiepunten op het gebied van mensenrechten te bespreken in haar contacten met klanten. De voornaamste issues die we in China zijn tegenkomen, zijn het betalen van ten minste het minimumloon, het uitbetalen van overwerk en voldoen aan goede arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Aan de hand van wat inmiddels over China bekend is en op basis van onze eigen ervaringen in dat land kunnen we een voorzichtige conclusie trekken: door in China aanwezig te zijn en er actief de dialoog te blijven voeren met diverse partijen, kunnen we positief invloed uitoefenen op het respecteren en naleven van mensenrechten. Dit lijkt een effectieve aanpak voor zowel de mensenrechtensituatie als het welzijn en de economische situatie voor een steeds groter deel van de bevolking ook al gaat dat langzaam. Blijven dus! Maar deze conclusie is niet zomaar van toepassing op een ander land. Voor Birma bijvoorbeeld is het beslist geen haalbare kaart onder het huidige regime. Het leidende westerse standpunt is dat het beter is om niet te investeren in Birma, omdat ondernemingen er geen zaken kunnen doen zonder tussenkomst van het heersende dictatoriale regime. Een regime dat zich schuldig maakt aan ernstige mensenrechtenschendingen. In het verlengde van dat standpunt oefenen NGO s, de Nederlandse overheid en de Europese Unie druk uit op banken om geen bedrijven te financieren die zakendoen in Birma. De vraag is echter of de aanwezigheid van bedrijven de mensenrechtensituatie niet kan verbeteren door beïnvloeding van binnenuit, zoals dat in China gebeurt. Met andere woorden: de vraag rijst of de aanwezigheid van bedrijven die mensenrechten respecteren niet van groot belang is voor de bevolking. Een praktijkvoorbeeld Een klant van Rabobank Milaan die actief is in de wolindustrie, is sinds kort actief in China. De Rabobank heeft de mensenrechtenissues in China voor dit type bedrijven besproken met de klant. De onderneming neemt verantwoordelijkheid voor de medewerkers op het gebied van arbeidsomstandigheden en mensenrechten. Zo vindt het bedrijf het niet acceptabel om mensen jonger Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 132/365

133 Cases hoofdstuk 5 dan achttien jaar aan het werk te zetten. Medewerkers worden zodanig beloond dat zij en hun families er een redelijke levensstandaard op na kunnen houden. De organisatie bouwt pensioen op voor de medewerkers en zorgt voor een veilige en gezonde werkomgeving. Medewerkers hebben het recht zich te organiseren. Het bedrijf hecht aan goed opgeleid personeel en investeert in nieuwe werknemers door hen drie maanden lang intern op te leiden. Het arbeidsverloop is gering in 2005 zelfs nihil. Zo n organisatie levert het bewijs dat het binnen de Chinese kaders mogelijk is om goede arbeidsvoorwaarden te hanteren en fundamentele mensenrechten te respecteren. Een maatwerk aanpak Het is duidelijk dat aard en gewenste aanpak van de mensenrechtenissues per land en per sector flink kunnen verschillen. Dat geldt ook voor de argumenten die NGO s en overheden aanreiken. Om adequaat te kunnen handelen, is het van groot belang de ontwikkeling in mensenrechtenissues per land en sector continu te monitoren en gelijktijdig te werken aan het verbeteren van de kennis en het bewustzijn daarover bij het personeel. De Rabobank ontwikkelt momenteel een praktische toets voor de meest voorkomende mensenrechtenissues. De Rabobank gaat deze toets gebruiken in gesprekken met (toekomstige) klanten. Met deze up-to-date kennis kunnen we telkens kiezen voor een aanpak die het best past bij een bepaalde situatie. We nemen onze verantwoordelijkheid bij het afwegen van de dilemma s die daaraan verbonden zijn. Om dat goed te kunnen doen, achten we het noodzakelijk onze beleidsuitgangspunten regelmatig te toetsen aan de opvattingen van externe partijen, zoals Amnesty International en het Humanistisch Overleg Mensenrechten. Bron: De impact van MVO, publicatie van de Rabobank, 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 133/365

134 Cases hoofdstuk 5 Gedragscode en internationaal ondernemen Een gedragscode kan verschillende doelen hebben: Sturing Beschrijving van regels waaraan werknemers zich moeten houden, bijvoorbeeld: - Hoe met elkaar moeten omgaan - Hoe ze moeten omgaan met geschenken - Hoe ze moeten omgaan met mogelijke belangenconflicten - Hoe ze moeten omgaan met milieu - Enzovoort Versterking van het bewustzijn van de morele waarden van de organisatie Helderheid verschaffen over de verantwoordelijkheden van de werknemers Duidelijkheid geven over mogelijke correctieprocedures, sancties Mogelijkheden beschrijven over de manier waarop werknemers en managers elkaar kunnen aanspreken op naleving van de code Stimuleren van commitment en loyaliteit van de werknemers met betrekking tot het functioneren van de organisatie Stimuleren van activiteiten die het imago beschermen en bijdragen aan het imago van de organisatie Richtlijnen verschaffen aan externe stakeholders over welk gedrag van hen verwacht wordt Hieronder zie je een deel van de code van Levi Strauss. Lees deze en beantwoord de volgende vragen. a Welke zaken worden hier geregeld? Geef een opsomming daarvan en geef telkens aan of je vindt dat iets goed of minder goed geregeld is. Beargumenteer en benoem daarbij ook concrete dilemma s waarmee Levi Strauss te maken kan krijgen. b Welke zaken worden er niet geregeld in relatie tot de stakeholders die in dit deel van de code genoemd worden of daarin genoemd zouden moeten worden? c Welke van de hierboven gegeven doelstellingen vind je terug in deze code? Leg uit. d Geef een opsomming van argumenten die in deze code gebruikt worden en maak daarbij een onderscheid tussen argumenten van normenperspectief, gevolgenperspectief en intentieperspectief. e In hoeverre is deze code ook een instrument voor issuesmanagement? Leg uit. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 134/365

135 Cases hoofdstuk 5 f Op welke manieren geeft deze code er blijk van dat Levi Strauss een MVO-organisatie is? Leg uit. Gedragscode Levi Strauss The Levi Strauss & Co. Global Sourcing and Operating Our Global Sourcing and Operating Guidelines help us to select business partners who follow workplace standards and business practices that are consistent with our company s values. These requirements are applied to every contractor who manufactures or finishes products for Levi Strauss & Co. Trained inspectors closely audit and monitor compliance among approximately 600 cutting, sewing, and finishing contractors in more than 60 countries. The Levi Strauss & Co. Global Sourcing and Operating Guidelines include two parts: I. The Country Assessment Guidelines, which address large, external issues beyond the control of Levi Strauss & Co. s individual business partners. These help us assess the opportunities and risks of doing business in a particular country. II. The Business Partner Terms of Engagement, which deal with issues that are substantially controllable by individual business partners. These Terms of Engagement are an integral part of our business relationships. Our employees and our business partners understand that complying with our Terms of Engagement is no less important than meeting our quality standards or delivery times. Country Assessment Guidelines The numerous countries where Levi Strauss & Co. has existing or future business interests present a variety of cultural, political, social and economic circumstances. The Country Assessment Guidelines help us assess any issue that might present concern in light of the ethical principles we have set for ourselves. The Guidelines assist us in making practical and principled business decisions as we balance the potential risks and opportunities associated with conducting business in specific countries. Specifically, we assess whether the: Health and Safety Conditions would meet the expectations we have for employees and their families or our company representatives; Human Rights Environment would allow us to conduct business activities in a manner that is consistent with our Global Sourcing and Operating Guidelines and other company policies; Legal System would provide the necessary support to adequately protect our trademarks, investments or other commercial interests, or to implement the Global Sourcing and Operating Guidelines and other company policies; and Political, Economic and Social Environment would protect the company s commercial interests and brand/corporate image. We will not conduct business in countries prohibited by U.S. laws. Terms of Engagement Ethical Standards We will seek to identify and utilize business partners who aspire as individuals and in the conduct of all their businesses to a set of ethical standards not incompatible with our own. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 135/365

136 Cases hoofdstuk 5 Legal Requirements We expect our business partners to be law abiding as individuals and to comply with legal requirements relevant to the conduct of all their businesses. Environmental Requirements We will only do business with partners who share our commitment to the environment and who conduct their business in a way that is consistent with Levi Strauss & Co. s Environmental Philosophy and Guiding Principles. Community Involvement We will favor business partners who share our commitment to improving community conditions. Employment Standards We will only do business with partners who adhere to the following guidelines: Child Labor: Use of child labor is not permissible. Workers can be no less than 15 years of age and not younger than the compulsory age to be in school. We will not utilize partners who use child labor in any of their facilities. We support the development of legitimate workplace apprenticeship programs for the educational benefit of younger people. Prison Labor/Forced Labor: We will not utilize prison or forced labor in contracting relationships in the manufacture and finishing of our products. We will not utilize or purchase materials from a business partner utilizing prison or forced labor. Disciplinary Practices: We will not utilize business partners who use corporal punishment or other forms of mental or physical coercion. Working Hours: While permitting flexibility in scheduling, we will identify local legal limits on work hours and seek business partners who do not exceed them except for appropriately compensated overtime. While we favor partners who utilize less than sixty-hour workweeks, we will not use contractors who, on a regular basis, require in excess of a sixty-hour week. Employees should be allowed at least one day off in seven. Wages and Benefits: We will only do business with partners who provide wages and benefits that comply with any applicable law and match the prevailing local manufacturing or finishing industry practices. Freedom of Association: We respect workers rights to form and join organizations of their choice and to bargain collectively. We expect our suppliers to respect the right to free association and the right to organize and bargain collectively without unlawful interference. Business partners should ensure that workers who make such decisions or participate in such organizations are not the object of discrimination or punitive disciplinary actions and that the representatives of such organizations have access to their members under conditions established either by local laws or mutual agreement between the employer and the worker organizations. Discrimination: While we recognize and respect cultural differences, we believe that workers should be employed on the basis of their ability to do the job, rather than on the basis of personal characteristics or beliefs. We will favor business partners who share this value. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 136/365

137 Cases hoofdstuk 5 Health & Safety: We will only utilize business partners who provide workers with a safe and healthy work environment. Business partners who provide residential facilities for their workers must provide safe and healthy facilities. Bron: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 137/365

138 Cases hoofdstuk 5 Heineken beschermt beer promotion girls voor prostitutie Lees onderstaand artikel inclusief de aanvullingen in de kaders daaronder, en beantwoord de volgende vragen. In het artikel wordt gesteld dat Heineken slechts een beperkte verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de beer promotion girls, omdat ze ingehuurd worden van grote bureaus en dus niet direct door Heineken worden geworven en betaald. Ben je het daarmee eens? Of doet Heineken niet genoeg door samenwerking met Care, door de werking van condooms uit te leggen en voor vervoer te zorgen? Of doen ze hiermee al eigenlijk te veel, omdat Heineken gewoonweg niet verantwoordelijk gesteld hoeft te worden voor wat de promotion girls naast het promoten van bier nog doen om geld te verdienen? Geef een beargumenteerd antwoord. Geef antwoord op deze vragen nadat je eerst een overzicht hebt gemaakt van de verschillende stakeholders (inclusief Heineken zelf). Gebruik in je antwoord datgene wat je in hoofdstuk 5 gelezen hebt over verantwoordelijkheden van een organisatie bij internationaal ondernemen. Heineken beschermt beer promotion girls voor prostitutie Heineken wil Aziatische beer promotion girls beschermen voor prostitutie. Na een avond pikant gekleed bier verkopen, komt het te vaak voor dat de dames met mannen meegaan. Samen met de Australische organisatie Care biedt Heineken de vrouwen nu vervoer aan, na werktijd. Voorlichting over de gevaren van aids maakt ook deel uit van dit unieke pilotproject in Cambodja. De vrouwelijke promotieteams zijn een bekend verschijnsel in vele Aziatische landen, tot in Japan en China toe. De teams rukken niet alleen uit om op zeer persoonlijke wijze bier te verkopen, maar ook andere artikelen als sigaretten en cosmetica. In landen als Cambodja, Vietnam en Thailand is de grens tussen pikante aanprijzingen en prostitutie wat vager. Na kritische opmerkingen hierover van de Canadese professor Ian Lubek besloot Heineken mogelijke acties voor te blijven. Nederlands beroemdste wereldmerk sloot een partnership af met de Australische organisatie Care, die zich inzet voor armoedebestrijding. De aanpak van Heineken is inmiddels een publiek geheim in de bierwereld, waar een scherpe concurrentie heerst. De Goederen, hoofd corporate communications van Heineken: In België is de vraag al opgeroepen waarom Interbrew (onder meer Stella Artois en Jupiter) niets doet. Heineken is zeer terughoudend geweest met het doen van mededelingen. De Goederen: Wij communiceren alleen onze core business op actieve wijze. En dat is bier. Dat geldt ook voor het openstellen van onze bedrijfsklinieken in Afrika voor personeelsleden en hun familieleden die hiv/aidsbesmet zijn. Wij maken daar geen reclame over. We doen het tenslotte ook voor een deel uit eigenbelang. Ons aidsprogramma in Afrika is gestart omdat we in Burundi bijna het volledige middenkader dreigden kwijt te raken. Ook in het Aziatische project is er aandacht voor preventie. Heineken draagt maar tot op bepaalde hoogte verantwoordelijkheid voor de de beer promotion girls. De vrouwen hebben de status van consultant. Ze worden geleverd door grote bureaus. En als het Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 138/365

139 Cases hoofdstuk 5 dan toch misgaat? De Goederen: In onze voorlichting aan de eerste groep van vijfhonderd dames hebben we ook de werking van condooms uitgelegd. Bron (bewerkt): 19 december 2004 Aanvulling 1 Een belangrijke reden voor de dames om de prostitutie in te gaan, is de hoogte van het salaris. Met het promotiewerk verdienen de dames 50 à 60 Amerikaanse dollars per maand. Om rond te kunnen komen, moeten de dames vijf seksuele contacten per maand aangaan, aldus de Canadese psycholoog Lubek. Aangezien het slecht gesteld is met de werkgelegenheid in Cambodja, is de prostitutie een logische stap voor de dames. De grens tussen het promotiewerk en prostitutie is al erg vaag. Bron: Aanvulling 2 Twee citaten uit het jaarverslag van 2004 van Heineken Citaat 1: Verantwoordelijkheid en duurzaamheid Het jaar 2004 werd afgesloten met een menselijke tragedie in Azië van ongekende omvang. Wij zijn buitengewoon trots op de wijze waarop onze mensen hebben gereageerd. Onze medewerkers hebben op allerlei manieren geld ingezameld en wij hebben als organisatie een donatie gedaan. Onze Indonesische werkmaatschappij heeft direct na de ramp een met vitamine verrijkte frisdrank ter beschikking gesteld aan getroffenen in het rampgebied. Wij hebben vastgesteld welke praktische bijdrage wij kunnen leveren aan het ondersteunen van getroffen gemeenschappen en hoe wij mensen kunnen helpen hun leven opnieuw op te bouwen. Maar ook elders binnen onze onderneming hebben we in 2004 laten zien hoe wij gestalte geven aan verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Wij hebben ons vooruitstrevende aidsbestrijdingsprogramma, dat kosteloos vrijwillige tests en medische zorg biedt aan werknemers en hun gezinnen, uitgebreid naar Azië. Wij hebben een duurzaamheidsverslag over 2002 en 2003 gepubliceerd. Wij hebben een gedragscode ontwikkeld en geïntroduceerd en wij hebben het reeds strikte beleid inzake verantwoorde marketing herzien. Al deze initiatieven zijn cruciale onderdelen van ons bedrijf en onze cultuur en staan aan de basis van al ons handelen. Citaat 2: Duurzaamheid Als bedrijf streven we ernaar om meer dan alleen uitstekende financiële resultaten te behalen. Wij zetten ons in voor duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Onze definitie omvat economische duurzaamheid, maar ook de werkomstandigheden, de algemene gezondheidstoestand, veiligheid en het welzijn van onze medewerkers en de ondersteuning van de lokale gemeenschappen waar wij actief zijn. Duurzaamheid omvat alles van de kwaliteit van onze producten tot en met het beschermen van het milieu. Wij verwachten dat we op al deze punten worden beoordeeld en we besteden veel tijd en moeite om te kunnen voldoen aan de voortdurend aangescherpte vereisten en doelstellingen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 139/365

140 Cases hoofdstuk 5 Kinderarbeid Lees het artikel Zaadbedrijven India sturen jeugd naar school, ouders boos hieronder en beantwoord de volgende vragen. a In het artikel wordt het begrip verantwoordelijkheid vaak genoemd. Verschillende partijen proberen de verantwoordelijkheid voor de kinderarbeid af te schuiven, andere partijen lijken ook een zekere verantwoordelijkheid te hebben voor de situatie. Geef beargumenteerd aan in hoeverre onderstaande partijen verantwoordelijkheid hebben om kinderarbeid in de katoenzadenproductie tegen te gaan. - Unilever - HL - Emergent genetics - Boeren - Ouders b De praktijk dat ouders hun kinderen niet naar school lieten gaan omdat ze moesten werken om bij te dragen aan het familie-inkomen, was zo n zestig jaar geleden ook in Nederland niet ongewoon. In derdewereldlanden komt dit heden ten dage nog steeds veel voor. De houding van de ouders is moreel verdedigbaar, maar het recht van kinderen op scholing evenzeer. Dat laatste is zelfs een grondrecht vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In deze casus zijn artikel 25 en 26 uit deze verklaring in het geding. Deze luiden (verkort): Artikel 25 Eenieder heeft recht op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin. Artikel 26 Eenieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en beginonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn.... Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen welke aan hun kinderen zal worden gegeven. Probeer een oplossing te bedenken voor dit dilemma van kinderarbeid in de katoenindustrie. Doe dit door het dilemma uit te werken volgens het stappenmodel van ethische analyse, zoals gegeven in hoofdstuk 2. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 140/365

141 Cases hoofdstuk 5 Zaadbedrijven India sturen jeugd naar school, ouders boos In de Indiase provincie Andhra Pradesh werken duizenden kinderen als schuldarbeiders op het land. Zaadbedrijven proberen nu de kinderen de schoolbanken in te krijgen. Tot woede van de ouders. NEW DELHI De negenjarige Mogulaiah is verdoofd van schrik wanneer hij onder applaus zijn eerste stap zet in het plaatselijke schooltje. Tot gistermiddag werkte hij nog als buffeldrijver op het land. Dat deed hij al jaren, om de schuld af te lossen die zijn ouders bij een van de boeren hadden. Maar opeens stond daar een vreemde man op het erf om Mogulaiah mee te nemen. De boer sputterde nog dat hij 7000 roepies (140 euro) compensatie wilde, de man beloofde een oplossing, en de magere Mogulaiah gekleed in een te groot vaal T-shirt en met gaten in zijn broek mocht mee. De komende drie maanden zal hij elke dag elf uur op school zitten om te leren lezen en schrijven. Daarna kan hij aanschuiven in de klas bij zijn leeftijdgenootjes. Kinderarbeid is in Andhra Pradesh heel gewoon, vooral in de landbouw. Juist in deze India-provincie doen veel buitenlandse bedrijven zaken, zoals het Zeeuwse zadenbedrijf Advanta of Hindustan Lever (HL), een dochter van Unilever. Beide bedrijven kwamen af op de katoenzaden die men hier teelt. De boeren zetten bij de verbouw daarvan echter massaal kinderen in. Die zijn klein, snel en goedkoop: ze verdienen 20 roepies (40 eurocent) per dag en dat is 15 eurocent goedkoper dan hun ouders. Vaak kunnen de boeren alleen zo overleven. Door de enorme concurrentie kunnen zadenbedrijven absurd lage prijzen bieden. Precies een jaar geleden meldde in Nederland de Landelijke India Werkgroep dat zowel Advanta als HL betrokken zou zijn bij kinderarbeid. FNV, Novib en Amnesty International eisten daarop duidelijkheid. Antony Burgmans van Unilever verklaarde toen dat de verantwoordelijkheid bij het Indiase management lag en hekelde het feit dat critici niet de moeite hadden genomen er met HL over te praten. Deze week was dat dan eindelijk zover. Een delegatie van de FNV, onder leiding van Lodewijk de Waal, kreeg uitleg van de vicepresident van HL, Malhotra Sharma. Die ontkende elke betrokkenheid bij kinderarbeid. Wij maken onze zeep al jaren niet meer met katoenzaden, maar met olie. Dit onderdeel van ons bedrijf hebben we daarom in 2002 verkocht en we bezitten nog maar 26 procent van de aandelen. We hebben dus alleen nog financiële verantwoordelijkheid. Uiterlijk voor 2005 is ook dat aandeel verkocht. De overige verantwoordelijkheid ligt volgens Sharma bij de nieuwe eigenaar, het zadenbedrijf Emergent Genetics in Hyderabad. In tegenstelling tot Sharma ontkent de directeur van dit bedrijf, Ram Kaundinya, niet dat zijn bedrijf met kinderarbeid te maken heeft. Het is een groot probleem in de katoenzadenproductie. Een hard bewijs is moeilijk te geven, maar het is zeer waarschijnlijk dat toen HL nog wel in zaden handelde, zij daarvoor boeren betaalden die kinderen op hun land aan het werk hadden. Wat De Waal betreft is de dochter van Unilever dan ook historisch verantwoordelijk. De Waal betreurt het dat HL zich niet alsnog heeft aangesloten bij een initiatief van Advanta en Emergenta om de kinderen van het veld in de schoolbanken te krijgen. De bedrijven doen dat samen met MV Foundation, een stichting die strijdt tegen kinderarbeid. De bedrijven hebben een speciaal contract opgesteld waarin de boer vastlegt dat hij geen kinderen in dienst neemt. Op papier staan overigens geen harde sancties. Wel, en dat is opmerkelijk, dat het Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 141/365

142 Cases hoofdstuk 5 desbetreffende zaadbedrijf geen enkele verantwoordelijkheid draagt als er wel kinderen op zijn land worden aangetroffen. De MV Foundation voert gesprekken met ouders en boeren om geen kinderen aan het werk te zetten. De moeder van de elfjarige Chennamma wordt boos als ze hoort dat ze zich moet schamen omdat ze haar vier kinderen laat werken. Waar bemoeit u zich mee? Het zijn mijn kinderen en hun inkomsten zijn nodig om te overleven. Meerdere ouders zijn boos, zo blijkt tijdens een ontmoeting tussen De Waal en dorpelingen in Antharam in Andhra Pradesh. Een oudere man vraagt aan De Waal: Jullie sturen onze kinderen naar school. Maar als ze uit school komen, willen ze lekker lui onder een boom zitten en weigeren ze die dag te werken. Als ouders hebben wij daar niets aan. Hebt u misschien een oplossing? Bron (bewerkt): Trouw, 24 april 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 142/365

143 Cases hoofdstuk 5 Lijm snuiven Lees de case Tienduizenden zwerfkinderen verslaafd aan schoenmakerslijm hieronder en beantwoord de volgende vragen. a Geef een analyse van dit dilemma volgens het stappenplan uit hoofdstuk 2. b Fuller draagt in missionstatement en gedragscode nadrukkelijk zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid uit. Daardoor wordt het extra kwetsbaar, maar het tonen van die verantwoordelijkheid heeft ook grote belangrijke zakelijke en morele voordelen. Bovendien is die verantwoordelijkheid nemen een sterk, zo niet onmisbaar middel om ook zingevend bezig te zijn. Is de kwetsbaarheid die je krijgt door je nadrukkelijk te profileren als een bedrijf dat echt werk maakt van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid, een geldige reden voor bedrijven om daar veel minder werk van te maken? Weeg de zakelijke en morele voor- en nadelen van beide opties tegen elkaar af en kom tot een beargumenteerd oordeel. c Had het bedrijf dit risico van oneigenlijk gebruik van de lijm moeten voorzien? Geef een beargumenteerd oordeel. Tienduizenden zwerfkinderen verslaafd aan schoenmakerslijm Als het gaat om ethiek, zijn er weinig bedrijven met een betere reputatie dan H.B. Fuller, een van de grootste producenten van industriële verf- en lijmsoorten. Prijzen en onderscheidingen van de kant van een hele reeks van welzijnsorganisaties hebben door de jaren heen Fullers status als corporate citizen versterkt. Deze reputatie wordt nu echter overschaduwd door een incident dat het imago van de organisatie ernstig dreigt te bezoedelen: het illegale gebruik van de lijm Resistol door zwerfkinderen in Latijns-Amerika, die verslaafd zijn geraakt aan het opsnuiven van de geur van de lijm. Dit snuiven brengt hen weliswaar in een roes en geeft hun daardoor een kortstondige verlichting uit hun dagelijkse ellende, maar is ook zeer schadelijk voor de gezondheid. Het tast onder andere de hersen- en leverfuncties aan. Al een aantal jaren hebben advocaten die opkomen voor de gezondheid van de kinderen, aan Fuller gevraagd om een bepaalde olie toe te voegen aan de lijm die het product een geur zou geven die de kinderen ervan zou weerhouden om de lijm op te snuiven. Fuller heeft echter telkens geweigerd om deze olie toe te voegen, omdat deze de effectiviteit van de lijm zou verminderen en wellicht ook irritatie zou veroorzaken bij de wettige gebruikers. Deze aanhoudende discussie dreigt nu uit te lopen op een regelrechte crisis voor Fuller en zijn aandeelhouders. Een groep advocaten heeft, namens de familie, Fuller voor de rechter gedaagd wegens de dood van een jongen die aan het snuiven verslaafd was geraakt. De advocaten overwegen bovendien de zaak uit te breiden en Fuller verantwoordelijk te stellen voor het verslaafd zijn en de ernstige gezondheidsgevolgen daarvan van naar schatting tienduizenden Latijns-Amerikaanse zwerfkinderen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 143/365

144 Cases hoofdstuk 5 William Belknap, woordvoerder van Fuller, benadrukt de integriteit van het bedrijf: Wij zijn een organisatie die zich houdt aan wet- en regelgeving en we hebben een lange traditie als het gaat om het produceren van veilige producten. We maken en verkopen alleen producten die wettelijk toegestaan zijn, voor wettelijk toegestaan gebruik. Bovendien hebben we in de afgelopen jaren wel degelijk geprobeerd misbruik van onze lijm tegen te gaan, onder andere door de samenstelling iets minder giftig te maken en de verkoop via winkels aan banden te leggen. Maar uiteindelijk kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden voor een dergelijk misbruik van ons product door een groep voor wie dit product helemaal niet bedoeld is. De situatie is extra problematisch omdat het hier een bedrijf betreft dat niet alleen in woord maar ook in daad zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid jaar in jaar uit aantoonbaar uitdraagt. Het zegt in zijn missionstatement dat het zakendoet conform juridische en ethische standaarden, activiteiten van werknemers ten behoeve van hun leefgemeenschap ondersteunt en in alle activiteiten van het bedrijf blijk wil geven van corporate citizenship (fatsoenlijk ondernemingsbestuur). Het sponsort bovendien een leerstoel organisatie-ethiek aan de Universiteit van Minnesota en geeft jaarlijks 5 procent van de winst aan liefdadigheid in elk land waarin het opereert. Die houding lijkt het bedrijf nu echter extra kwetsbaar te maken en in dat opzicht is de situatie vergelijkbaar met die van de Body Shop, ook een bedrijf dat zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nadrukkelijk uitdraagt, maar dat onlangs extra harde kritiek kreeg omdat het zijn commitment aan deze verantwoordelijkheid sterk zou overdrijven in reclame- en pr-boodschappen. Fuller wordt extra hard aangepakt in deze casus, aldus William Boxterman, consultant bij Chemquest Group, juist vanwege hun goede reputatie. Ook Timothy Smith, CEO van Interfaith Center for Corporate Responsibility, een organisatie die als beleggingsadviseur optreedt voor circa 275 religieuze beleggers, met een totaal belegd vermogen van ongeveer 50 miljard dollar, ondersteunt deze stelling. Maar, zegt hij, het risico zit niet in maatschappelijk verantwoord ondernemen op zich. Het risico zit in de manier waarop je dit uitdraagt. Je moet je vooral niet presenteren als een heilige. Daargelaten deze marketingkant van de zaak, moet ten faveure van Fuller wel gezegd worden dat het van alles heeft gedaan om misbruik te voorkomen. Naast het vervangen van een giftig ingrediënt door een iets minder giftige en minder prettig ruikende variant en het uit de winkels halen en alleen nog in grote eenheden verkopen van het product aan geregistreerde schoenmakers, heeft het ook de mogelijkheden onderzocht om een op water gebaseerde variant te maken, die niet giftig zou zijn. Bovendien heeft het in belangrijke mate financieel bijgedragen aan allerlei projecten bedoeld om de leefomstandigheden van zwerfjongeren te verbeteren. Het geheel uit de markt halen van Resistol was voor Fuller op zich een reële optie geweest. Het bedrijf produceert een hele reeks aan lijmproducten, variërend van behanglijm tot lijm voor de plakranden van luiers, en heeft een jaaromzet van 30 miljoen dollar. We hebben echter ook rekening te houden met de belangen van onze klanten. We leveren Resistol ook aan talloze kleine schoenmakersbedrijven, die ernstig in problemen zouden komen als we Resistol niet meer aan hen zouden leveren. Ook andere instanties bevestigen dit dilemma. Er is feitelijk geen alternatief product beschikbaar met dezelfde kwaliteit voor deze schoenmakers. Andere lijmproducenten hebben bovendien geen distributienetwerk in Latijns-Amerika, dus stopzetting van de productie van Resistol had voor deze schoenmakers simpelweg geleid tot hun faillissement. Bron (bewerkt): New York Times, 23 november 1995 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 144/365

145 Cases hoofdstuk 5 Op vakantie naar Birma? In 2002 startte het Birma Centrum Nederland (BCN) een campagne gericht tegen een aantal reisbureaus die vakanties organiseren naar Birma. Hieronder zie je achtereenvolgens: 1 Een overzicht van de argumentatie van BCN om tegen het organiseren van deze reizen te protesteren. 2 De reactie van een van de reisbureaus. 3 De reactie van BCN op deze argumentatie van het reisbureau. Lees deze discussie en maak een analyse van dit dilemma op basis van het stappenplan uit hoofdstuk 2. Reisorganisaties weg uit Birma! Reisbrochures over Birma beloven gouden pagodes, mistige landschappen, een glimlachende bevolking en de mystiek van het boeddhisme. De realiteit is anders. Birma is ook het land waar de mensenrechten op gruwelijke manier worden geschonden, de gemiddelde Birmees wordt dagelijks geconfronteerd met de terreur van een militaire dictatuur. Redenen om niet naar Birma te gaan 1 Uw comfort gaat ten koste van de bevolking De junta zet meer dan 1 miljoen mannen, vrouwen en kinderen in als slaven bij de uitbreiding van wegen, spoorwegen, vliegvelden en hotels. Zij krijgen geen onderdak, salaris of voedsel. Wie uitgeput is, wordt geslagen of vermoord. Vrouwen worden stelselmatig verkracht. Door gebruik te maken van deze bloederige infrastructuur keurt u dit beleid impliciet goed. 2 Uw geld gaat naar de militaire junta Buitenlanders zijn verplicht hun hotels, privétransport, toegangsprijzen, openbaar vervoer en dure restaurants te betalen in dollars of FEC s (Birmese dollars). Het systeem zorgt ervoor dat het grootste deel hiervan terechtkomt bij de militaire regering. Deze investeert ruim de helft van haar budget in het leger, dat slechts wordt ingezet tegen de inheemse volkeren of etnische minderheden. 3 U geeft de junta uw morele steun De militaire regering gebruikt het toerisme om de wereld te overtuigen van haar politieke stabiliteit uitspraak van luitenant generaal Kyaw Ba, minister van Hotels en Toerisme. Door uw aanwezigheid steunt u een niet legitiem regime. 4 U negeert de wens van de bevolking De meest recente democratische verkiezingen (in 1990) werden overtuigend gewonnen door de Nationale Liga voor de Democratie onder leiding van Aung San Suu Kyi (Nobelprijs voor de Vrede in 1991). De militaire junta negeerde echter de uitslag van de verkiezingen. De democratisch verkozen leiders van de NLD roepen op uw reis naar Birma uit te stellen tot er met de rechten van de bevolking rekening gehouden wordt. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 145/365

146 Cases hoofdstuk 5 5 U steunt de drugshandel De Birmese junta controleert twee derde van de wereldproductie van opium en heroïne. Menig drugsbaron wast zijn drugsgeld wit door te investeren in hotels, restaurants en transportfirma s. De harde deviezen die u uitgeeft, komen ten goede aan een drugsbeleid dat ook in ons land slachtoffers maakt. 6 U bent een gevaar voor de Birmees Het is Birmezen verboden buitenlanders bij hen te laten overnachten. Brieven worden geopend, telefoongesprekken afgeluisterd en op illegaal bezit van een modem of fax staat de doodstraf. Elke Birmees die met een buitenlander over politiek praat, wordt als verdacht beschouwd en loopt het gevaar in de gevangenis te belanden, waar martelingen de regel zijn. 7 Uw bewegingsvrijheid is beperkt Een groot aantal gebieden zijn voor de toerist off-limit. Officieel om veiligheidsredenen, vaak echter omdat men er geen pottenkijkers duldt. Birmese reisbegeleiders krijgen een opleiding waarin hun wordt geleerd vragen over de politieke situatie te ontwijken. Bron: Reactie Summum Reizen op oproep tot stopzetten reisprogramma naar Birma Summum heeft begrip voor de standpunten van het BCN. Het vecht voor een goede zaak, maar het oproepen om niet naar Birma te reizen is het bewandelen van de verkeerde weg. Nadere uitleg Uitgangspunt is dat het militaire regime in Birma verwerpelijk is en dat waar mogelijk geholpen moet worden ervoor te zorgen dat de democratisch gekozen regering zo snel mogelijk aan de macht komt. Hier is wat Summum Reizen betreft geen discussie over mogelijk. Waar wel een discussie over mogelijk is, is de vraag hoe je zo n machtswisseling bereikt. Het Birma Centrum Nederland (BCN) is van mening dat alle (Nederlandse) bedrijven hun handelsbetrekkingen met Birma stop moeten zetten om de militairen te isoleren en onder druk te zetten, en om te voorkomen dat er buitenlandse valuta binnenkomen, waarmee ze hun regime van onderdrukking kunnen financieren. Om dit doel te bereiken heeft het BCN verschillende acties ontplooid die ertoe geleid hebben dat een aantal grote bedrijven, zoals Heineken en IHC Caland, hun zakelijke activiteiten in Birma heeft stilgelegd. Summum Reizen organiseert kleinschalige rondreizen naar Birma, in groepen van acht tot zeventien personen, die worden begeleid door een Nederlandse gids. Summum-reizigers zijn merendeels hoogopgeleide, kritische consumenten die zich goed bewust zijn van de situatie in Birma en de voors en tegens van een bezoek aan Birma hebben afgewogen. Onder hen bevonden zich de afgelopen jaren verschillende leden en/of medewerkers van Amnesty International, Artsen zonder Grenzen en het Birma Centrum Nederland. Summum is van mening dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen het organiseren van kleinschalige rondreizen, of het gebruik van Birma als lagelonenland en het in opdracht van het regime uitbaggeren van Birmese havens. In laatstgenoemde gevallen is er inderdaad sprake van een geldstroom richting regime en directe hulp aan het in-stand-houden van de dictatuur. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 146/365

147 Cases hoofdstuk 5 Kleinschalig toerisme brengt het geld echter vooral bij de bevolking; bij de lokale hoteliers, bij de restaurantjes, bij de mensen die spullen op de markt verkopen, bij de taxi- en riksjachauffeurs en dergelijke. Het creëert betrokkenheid van Nederlanders bij de situatie in Birma, helpt contacten te onderhouden met de lokale bevolking en voorkomt de allerergste vormen van schending van de mensenrechten. Een deel van de uitgegeven dollars zal ongetwijfeld bij het regime terechtkomen, maar Summum is van mening dat dit feit niet zwaar genoeg weegt om kleinschalig toerisme naar Birma stop te zetten. Het belangrijkste argument om het (kleinschalige) toerisme naar Birma niet te boycotten maar juist te stimuleren, is het feit dat de aanwezigheid van reizigers een aantal positieve effecten heeft voor de bevolking. Te denken valt onder andere aan het volgende: - Waar toeristen komen, kijkt het regime wel drie keer uit de mensenrechten al te opzichtig te schenden. - Waar toeristen komen, heeft de lokale bevolking, en de Birmaanse oppositie, de kans de buitenwereld -over hun toestand te vertellen. - Waar toeristen komen, kan kleinschalige lokale ontwikkelingshulp worden gegeven. Verder betalen toeristen entreegelden voor de bezienswaardigheden. Aangezien de bezienswaardigheden, zoals die in Bagan en Mandalay, goed worden onderhouden en gerestaureerd, mag ervan worden uitgegaan dat deze entreegelden deels hiervoor worden benut; voor zover er sprake zou zijn van dwangarbeid, in elk geval voor de aanschaf van materialen. Het betreft hier overigens vaak zogenaamde World Heritage Sites, die zonder reizigers waarschijnlijk zouden verkommeren. Je moet er toch niet aan denken dat de tempels van Bagan door regime en/of lokale boeren als bouwmateriaal worden gebruikt omdat er toch niemand meer naar komt kijken! Gelet op de vele, uitsluitend positieve reacties die Summum-reizigers de afgelopen jaren van de lokale Birmese bevolking hebben ontvangen op hun bezoek aan Birma, is het denkbaar dat de oproep van mevrouw Suu Kyi Birma niet te bezoeken niet door alle Birmezen wordt gedeeld, of dat mevrouw Suu Kyi hoofdzakelijk doelde op in staatshotels verblijvende luxe toeristen. In het najaar van 2003 hebben twee belangrijke leden van de Birmese oppositie in interviews aangegeven dat kleinschalig toerisme, zoals georganiseerd door Summum, een goede zaak is en wordt toegejuicht door de lokale bevolking. Vandaar de slogan van Summum: Geniet van een prachtig land en steun een fantastisch volk! Bron: Reactie BCN Birma is geen vakantieland! Sommige binnen- en buitenlandse reisorganisaties verdedigen hun beleid om, ondanks alles, reizen naar Birma te organiseren, met de argumenten dat dit werkgelegenheid oplevert en de Birmezen zelf willen dat toeristen naar het land komen. Verder stelt men geen gebruik te maken van overheidsvoorzieningen en daardoor het regime niet te laten profiteren van de toeristendollars. Dit is grotendeels onjuist en wel om (onder andere) de volgende redenen: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 147/365

148 Cases hoofdstuk 5 Het is onzin om te stellen dat de Birmezen graag toeristen en groepsreizen naar hun land zien komen. Er is geen enkele opiniepeiling of referendum over dit (of willekeurig welk ander) onderwerp mogelijk onder de huidige dictatuur. De enige opiniepeiling waaraan gerefereerd kan worden, zijn de democratische verkiezingen van 1990 geweest, waar de NLD ruim 60 procent van de stemmen kreeg, en de militaire partij minder dan 10 procent. De NLD heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat (georganiseerd) toerisme de positie van de militaire dictators steunt en slechts zeer geringe werkgelegenheid oplevert. Daarnaast zorgt de aanleg van toeristische infrastructuur voor een hoop ellende voor de burgerbevolking, mede vanwege de overheidspraktijken van gedwongen arbeid. De overgrote meerderheid van overige Birmese politieke partijen en organisaties steunt het NLDstandpunt inzake toerisme en investeringen. Het BCN hecht meer waarde aan de overtuigingen en het waarheidsgehalte van Birmese organisaties, dan het per definitie gekleurde standpunt van touroperators. Toeristen moeten vele dollars betalen bij aankomst in het land en voor bezoek aan talloze toeristische bezienswaardigheden, zoals tempels, paleizen en historische monumenten. Deze dollars komen direct het militaire regime ten goede. De Birmese bevolking loopt gevaar door contact met toeristen. Het is Birmezen verboden buitenlanders bij hen te laten overnachten. Brieven worden geopend, telefoongesprekken afgeluisterd en op illegaal bezit van een modem, fax of mobiele telefoon staat jarenlange gevangenisstraf. Elke Birmees die met een buitenlander over politiek praat, wordt als verdacht beschouwd en loopt het gevaar in de gevangenis te belanden, waar martelingen de regel zijn. Toerisme versterkt dus de positie van de Birmese militaire dictators, onder andere vanwege de vele dollars die buitenlandse toeristen moeten betalen als toegangsgelden voor toeristische bezienswaardigheden. Een aantal van deze bezienswaardigheden, alsmede de infrastructuur die met name voor toeristen is aangelegd, is aangelegd met behulp van gedwongen arbeid (slavernij). De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft Birma hiervoor zelfs herhaaldelijk zeer krachtig bekritiseerd in de afgelopen anderhalf jaar. Uit diverse rapporten blijkt dat er directe en indirecte linken zijn tussen toerisme enerzijds en gedwongen arbeid en mensenrechtenschendingen anderzijds. Een groot aantal reisorganisaties in binnen- en buitenland heeft hun reizen naar Birma daarom stopgezet. Een aantal Nederlandse reisorganisaties weigeren gehoor te geven aan de dringende oproep van de Birmese democratische oppositie, de Europese Unie en de Nederlandse regering. Deze hebben alle reizigers en reisorganisaties opgeroepen om geen reizen naar Birma te maken, zolang er geen zicht is op een democratische transitie en structurele verbetering van de mensenrechtensituatie. Gedurende een onderzoeksmissie van het BCN eind 2001 bleek ten slotte eveneens dat zeker dertig Birmese organisaties en politieke partijen, binnen en buiten Birma, die hierover werden aangesproken, van mening waren dat onder de huidige omstandigheden toerisme onverantwoordelijk is. De Nederlandse regering steunt de oproep van Suu Kyi en voert sinds een jaar een ontmoedigingsbeleid ten opzichte van toerisme in Birma. Ook de EU stelde reeds enkele jaren geleden Onder de huidige omstandigheden is de Europese Unie tegen toerisme in Birma. Tour operators and guide book writers should listen to their consciences -and be honest about their motivations. Profit is clearly their agenda. It s not good enough to suggest that by visiting Birma tourists will understand more. If tourists really wanted to find out what s happening in Birma it s better if they stay at home and read some of the many human rights reports there are, aldus Aung San Suu Kyi. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 148/365

149 Cases hoofdstuk 5 Het BCN zal doorgaan met de toerismecampagne totdat de politieke en mensenrechtensituatie in Birma structureel verbetert en/of de Birmese democratische oppositiepartijen, etnische minderheden, et cetera aangeven dat het (toerisme)sanctiebeleid aanpassing behoeft. Op dit moment is hier echter (helaas) nog geen sprake van. Bron: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 149/365

150 Cases hoofdstuk 5 SBM Offshore en de verantwoordelijkheid van geldverstrekkers Lees onderstaande case en beantwoord onderstaande vragen. a b ABN Amro stelt als voorwaarde voor het verstrekken van leningen aan IHC Caland (het huidige SBM Offshore) dat het bedrijf het geld niet gebruikt voor projecten die een ondersteuning betekenen van het dictatoriale regime in Birma (Myanmar), dat het volk onderdrukt en al sinds jaar en dag op brute wijze de mensenrechten schendt. Tegelijkertijd stelt de bank dat IHC verantwoordelijkheid heeft voor Birma, maar de bank zelf niet. Vind je deze redenering juist? Leg beargumenteerd uit waarom wel of niet. Als de bank deze voorwaarde stelt aan IHC en andere bedrijven in vergelijkbare situaties, heeft de bank dan ook de morele plicht om de activiteiten van bedrijven te controleren op naleving van deze voorwaarde? Geef een beargumenteerde mening. Banken weigeren IHC geld voor Birma AMSTERDAM (ANP) Banken financieren niet langer projecten van offshore- en baggerbedrijf IHC Caland in Myanmar, voormalig Birma. Zij gaan echter niet zover dat zij het bedrijf helemaal geen leningen meer verstrekken. Dat hebben de banken aan Milieudefensie geschreven. Een groot aantal maatschappelijke organisaties wil dat met name ABN Amro, Fortis, Rabo, ING en NIB Capital IHC Caland niet meer financieel bijstaan. De afgelopen jaren gebeurde dat met vele honderden miljoenen guldens. ABN Amro zegt echter de voorwaarde aan leningen te hebben gekoppeld dat het geld niet wordt gebruikt voor werk in het door een meedogenloos militair regime geleide Myanmar. Die voorwaarde geldt volgens de bank al sinds IHC Caland wil zich niet terugtrekken uit het land, maar zegt geen nieuwe projecten meer aan te nemen. Het huidige project, via de Britse oliemaatschappij PremierOil, begon in 1998 en loopt nog ruim tien jaar. Het bedrijf zegt grote financiële schade te lijden wanneer het het contract eenzijdig zou opzeggen. PremierOil heeft zich kortgeleden teruggetrokken. De banken hebben onderling overlegd over hun standpunt. Zij staan onder druk van de organisaties, maar ook de Tweede Kamer heeft een dringend beroep gedaan op de banken om het Schiedamse concern helemaal niets meer te geven. ABN Amro zegt haar relatie met IHC niet te willen afbreken. Voor Birma is IHC verantwoordelijk, stelt de bank en niet ABN Amro. En omdat IHC publiekelijk zorgen heeft geuit over de mensenrechten in Birma en moeilijk zonder grote financiële schade onder het contract uit kan, begrijpt de bank dat IHC in Birma blijft zitten. ABN Amro wijst er tevens op dat Nederland geen handelsboycot met het land heeft afgekondigd. De overheid beperkt haar zorg tot het actief ontmoedigen van handel en investeringen. Bron: De Financiële Telegraaf, 21 februari 2003 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 150/365

151 Cases hoofdstuk 5 Zonder smeergeld kun je geen zaken doen Het is aan te raden om voor deze case eerst het artikel op de site over corruptie in het internationaal ondernemen, bij de verdiepingsstof bij dit hoofdstuk, te lezen. Lees onderstaand artikel en beantwoord de volgende vragen. a b c d e f De Heineken-topman Jean-François van Boxmeer maakt een onderscheid tussen grote omkoping en corruptie van de kleine man. Aan het eerste kan hij weerstand bieden, aan het tweede, zo zegt hij, veel moeilijker. Het is in zijn ogen ten eerste een smeermiddel van de economie in het betreffende land en ten tweede is er sprake van overlevingscorruptie. In ons land wordt zwartwerken ook wel beschouwd als smeermiddel van de economie. Leg uit waarom corruptie dat ook kan zijn bij de corruptie van de kleine man. Leg ook uit waarom er bij deze vorm van corruptie sprake kan zijn van overlevingscorruptie. Maakt dat deze vorm van corruptie moreel acceptabel? Geef een beargumenteerde mening. In het artikel wordt gesteld dat het voor kleinere bedrijven vrijwel onmogelijk is om iets tegen corruptie te doen. Leg uit waarom daar ook uit ethisch oogpunt zeker wat voor te zeggen is. Unilever geeft blijkbaar een extra salaristoeslag aan werknemers die in moeilijke landen werken, als beloning voor hun niet-corrupt zijn. Vind je dat een goede manier om corruptie te bestrijden? Leg met argumenten uit. Blijkbaar was het betalen van smeergeld om handel te kunnen drijven lange tijd in Nederland aftrekbaar voor de belasting. Vind je dat acceptabel? Geef een beargumenteerde mening. Beschrijf in eigen woorden de redenen waarom de wetgeving tegen corruptie contraproductief werkt. Wat is volgens jou het alternatief? Afschaffing van de wet, een aangepaste wet? Geef een beargumenteerde mening. Bijna alle grotere bedrijven hebben tegenwoordig in een gedragscode het aannemen en geven van steekpenningen expliciet verboden. Maar de aanpak om corruptie (ook corruptie hier in ons land) te bestrijden verschilt. Shell werkt met vertrouwenspersonen. Ahold, zo blijkt uit andere bronnen, voert ook actief controles uit, bijvoorbeeld bij werknemers en bezoekers van distributiecentra in ons land. Daar Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 151/365

152 Cases hoofdstuk 5 wil nog weleens wat meegegeven of meegenomen worden, in ruil voor andere diensten, en door deze controles probeert Ahold dit gedrag te beperken. KPN voert niet actief controles uit. De woordvoerder van KPN zegt dat er eerst een vermoeden moet bestaan, pas dan wordt actie ondernomen. Welke optie vind je beter? Strikte regels, controles en straffen, of voorlichting en vertrouwenspersonen, of? Geef een beargumenteerde mening, op basis van wat je in dit hoofdstuk hebt gelezen. Hou daarbij ook rekening dat controles sterk in kunnen grijpen op de privacy van mensen. Zonder smeergeld kun je geen zaken doen Veel bedrijven kampen met corruptie bij het zakendoen in den vreemde. Opereren zonder steekpenningen is soms onmogelijk; wetgeving heeft de problemen enkel verergerd. In veel arme landen krijg je een container niet verplaatst zonder smeergeld te betalen. Toen Azerbeidzjan in 2000 als vierde eindigde op de lijst met meest corrupte landen, zei wijlen president Gejdar Alijev laconiek: Eigenlijk zijn we nummer één, maar we hebben de jury omgekocht. Corruptie is een groot probleem voor bedrijven die in corrupte landen (willen) opereren. Het betalen van steekpenningen schaadt het imago van een bedrijf, kost bakkenvol geld, is strafbaar en onttrekt investeringen aan de economie. Zonder het betalen van smeergeld is het echter vaak onmogelijk zakendoen, blijkt uit rapporten uit 2001 en 2006 van Economische en Buitenlandse Zaken. Van veertig geënquêteerde grote (23) en kleine (17) Nederlandse bedrijven zegt 80 procent dat het in veel landen niet mogelijk is te werken zonder enige vorm van omkoping. Heineken-topman Jean-François van Boxmeer is in zijn Congo-tijd weleens om steekpenningen gevraagd. Hij steekt beide handen vooruit: Ik zei: Daar doe ik niet aan mee. Boei me maar. Heineken is invloedrijk genoeg om nee te zeggen, stelt de topman. Maar dat geldt niet voor het midden- en kleinbedrijf. In veel arme landen krijg je een container niet verplaatst zonder smeergeld te betalen. Hij onderscheidt twee niveaus van corruptie: grote omkoping waarbij veel zwart geld wordt geschoven, daar moet je gewoon niet aan meedoen. En corruptie van de kleine man. Dat is het smeermiddel van een economie, daar kun je lastig omheen. ik noem het overlevingscorruptie. Die kleine corruptie is vooral hinderlijk voor lokale medewerkers in zo n land. Volgens bestuursvoorzitter Herman Verstraeten van Unilever Rusland is kleine corruptie erger dan grote, omdat het de werknemers persoonlijk raakt. Ik hoor van medewerkers dat ze de leraar geld moeten toestoppen om onderwijs voor hun kinderen te krijgen, en de dokter of verpleegster moeten omkopen voor medische hulp of medicijnen. Politieagenten laten weggebruikers vaak een boete betalen voor een overtreding die ze niet hebben begaan. Corruptie is in alle lagen van de maatschappij geïntegreerd. Unilevers beloningssysteem voorziet in een toeslag voor moeilijke landen. Daarbij speelt niet alleen het klimaat, de veiligheid, infrastructuur of scholing een rol, maar indirect ook de mate van corruptie, stelt Verstraeten. In de hoop de problemen tegen te gaan, tekende Nederland in 1998 het OESO-verdrag tegen corruptie. Als gevolg daarvan werd op 1 februari 2001 een anticorruptiewet van kracht die het betalen van steekpenningen aan buitenlandse ambtenaren in Nederland strafbaar stelt. Nog de vijfenhalf jaar Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 152/365

153 Cases hoofdstuk 5 die daarop volgden, tot 1 augustus van dit jaar, waren de kosten van smeergeld belastingaftrekbaar. De anticorruptiewet werkt echter contraproductief, constateert Eleonoor Hintzen van het adviesbureau Good Company, dat de corruptieonderzoeken voor Economische en Buitenlandse Zaken verrichtte. Veel, vooral kleine bedrijven geven aan dat ze bang zijn te worden betrapt. Ze zijn vaak niet op de hoogte van de nieuwe wetgeving en als ze ervan horen, geven ze aan corruptie nog verder te moeten verbergen in de boeken. Ze kunnen simpelweg niet opereren zonder steekpenningen. Sectorgewijs samenwerken tegen corruptie, waardoor kleinere bedrijven wel macht en invloed kunnen krijgen, is volgens Hintzen daardoor nu uitgesloten, omdat je daarmee toegeeft dat je ermee te maken hebt. Ondernemers kunnen nergens naartoe als ze worden uitgebuit, ook al omdat ambassadepersoneel in principe een meldingsplicht heeft. Volgens Hintzen kan ook kleine corruptie grote vormen aannemen: Als je honderd dollar moet betalen voor elk goed dat je een land in probeert te krijgen, kan dat op jaarbasis tot een enorm bedrag uitgroeien. Een bekend voorbeeld is volgens haar het honderddollarbiljet dat vrachtwagenchauffeurs standaard in hun paspoort moeten stoppen om in sommige Oost-Europese landen de grens over te mogen. Zonder dat geld kom je er ook wel in, maar duurt het veel langer en loopt de chauffeur een grote kans dat zijn vrachtwagen wordt beroofd omdat malafide douaniers doorgeven dat hij weigerde te betalen. De anticorruptiewet heeft in zes jaar nog nooit tot een veroordeling geleid. Maar het circuit speelt zich daardoor steeds dieper in het verborgene af, stelt Hintzen. De schattingen over smeergeld lopen tot in de vele miljarden per jaar. Grote multinationals stellen gedragscodes op en lichten hun personeel voor over de wetgeving en strafbaarheid. Shell vraagt zijn stafmedewerkers elke twee jaar in een vertrouwelijk gesprek of hun afdeling integer zakendoet. De laatste keer, in 2004, antwoordde 79 procent met een duidelijk ja, en 5 procent met een duidelijk nee. Ook heeft de oliemaatschappij een wereldwijde kliklijn ingevoerd waar personeel vertrouwelijk misstanden kan melden. In 2005 rapporteerde Shell 107 schendingen van integriteit. Als gevolg daarvan is het contract met 175 personeelsleden en leveranciers beëindigd. Unilever maakt in zijn jaarverslag geen melding van corrupte medewerkers, maar overweegt dit vanaf volgend jaar wel te doen. De huisregels schrijven voor dat mensen die in overtreding zijn, zonder pardon worden ontslagen, zegt topman Verstraeten. Hij noemt als voorbeeld een medewerker die klanten in Russische hotels onderbracht en de recepties bewijsbaar om steekpenningen vroeg. Dat kunnen wij niet tolereren. Ook Heineken heeft een kliklijn en maakt ontslagen als gevolg van corruptie niet publiek. Andere bedrijven zijn heel terughoudend in hun informatie. Het baggerbedrijf Boskalis, dat als enige Nederlandse multinational de verklaring Partnerschap tegen Corruptie heeft ondertekend op het World Economic Forum in Davos, zegt dat zijn werknemers nog nooit met corruptie te maken hebben gehad. Woordvoerder Roel Berends noemt het onderwerp lastig en wil er verder niks over zeggen. Het is onbestaanbaar dat Nederlandse bedrijven in landen waar veel corruptie voorkomt, handel kunnen drijven zonder zich er zelf schuldig aan te maken, stelt secretaris Paul Verloop van Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 153/365

154 Cases hoofdstuk 5 Transparency International, de organisatie die jaarlijks de ranglijst van integere landen opstelt (waarop Nederland dit jaar uit de top tien is geduikeld als gevolg van de bouwfraudeaffaire). Een corrupte ambtenaar gaat heus niet knipmessend een Nederlander helpen als die niet af en toe iets toeschuift, terwijl anderen dat wel doen, zegt Verloop. De aard van corruptie is volgens hem veranderd. De bruine envelop vol bankbiljetten heeft plaatsgemaakt voor indirectere corruptie, zoals het aanstellen van sleutelfiguren op belangrijke posten binnen je bedrijf. Of hun zoons of neefjes. Corruptiezaken komen niet op je bureau aanvliegen; je moet ernaar op zoek, verklaart directeur Dick Peijl van de Rijksrecherche het ontbreken van dagvaardingen als gevolg van de anticorruptiewet tot dusver. Corruptie is volgens hem lastig te bewijzen: beide partijen zijn gebaat bij geheimhouding. Je hebt alleen een indirect slachtoffer: de staat of de samenleving. Want corruptie wordt verdisconteerd in de prijs, de prijzen worden hoger en diensten zijn voor minder vermogende partijen moeilijker toegankelijk. Hij erkent dat ambassadepersoneel een aangifteplicht heeft als het op de hoogte is van corrupte praktijken. Toch moedigt de directeur van de Rijksrecherche bedrijven aan steun te zoeken bij ambassades als ze financieel worden uitgebuit: Ken de mores van het land waar je naartoe gaat, heb geduld en bezint eer ge begint. Want als je er eenmaal aan toegeeft, houdt het nooit meer op. Bron (bewerkt): de Volkskrant, 23 september 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 154/365

155 Cases hoofdstuk 6 Cases hoofdstuk 6 NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud Arie de Geus en de democratische organisatie 156 Bedrijf is geen erotisch pretpark 159 Bedrijfsjournalistiek 161 Bescherming klokkenluiders 166 De tien geboden als gedragscode 170 De affaire-dhl Ons mooi bedrijf kapot om een beetje lawaai 173 Duurzame IT-communicatie: de toegevoegde waarde van het informatiesysteem 181 Gezond wantrouwen? 182 ICT, integraal ontwerpen en MVO-management 184 Klokkenluiden op Schiphol 186 Klokkenluiden, ook als je bedrijf eraan failliet kan gaan? 190 LIFO, Afspiegelingsbeginsel of Competentiebeginsel? 191 MVO-management bij de NS? 193 Ondernemers op de bres voor het milieu: schijnheilig of een nieuwe kans? 194 Onduidelijke verantwoordelijkheden in de scheepsbouw 196 Regelgeving in de bouw 199 Rokersbelangen 200 SBM Offshore, gedragscode en verantwoordelijkheden 203 The only business of business is doing business een pleidooi tegen MVO! 205 Topman UWV als (goedbedoelende) ritselaar voor eigen personeel 207 Vertrouwen is goed, maar controle is beter (?) 208 Werkloze moet sneller baan accepteren? 210 Werknemers bespieden 212 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 155/365

156 Cases hoofdstuk 6 Arie de Geus en de democratische organisatie Lees onderstaand interview met Arie de Geus, een internationaal bekend en invloedrijk organisatiedeskundige, en beantwoord de volgende vragen. a b c d Arie de Geus stelt dat de focus op kortetermijnresultaten en de ouderwetse visie op werknemers als mechanische, snel vervangbare onderdelen in het bedrijfsproces de oorzaken zijn voor het verlies aan vertrouwen en loyaliteit jegens de organisatie waar men werkt. Die redenering lijkt wat kort door de bocht. Immers, werknemers werden in het begin van de vorige eeuw ook zo beschouwd, maar de loyaliteit van werknemers was toen veel groter. Noem nog een aantal andere redenen, in het licht van globalisering, technologische ontwikkelingen en cultuurveranderingen in de loop van de vorige eeuw, die mede hebben bijgedragen aan dit verlies aan vertrouwen en loyaliteit. Gebruik daarbij het artikel Verantwoordelijkheden van een organisatie, normen en de wet, dat op de site staat bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 1. De Geus legt sterke nadruk op het feit dat aandeelhouders de cultuur in een organisatie bepalen, op een bijna dictatoriale wijze. Leg uit hoe aandeelhouders dat doen en welke onacceptabele gevolgen dit heeft. Lees wat de sites van Mondragon ( en Rabobank ( zeggen over hun visie op coöperatieve bedrijfsvoering en partnerships. In welke opzichten is deze manier van bedrijfsvoering democratischer en moreel meer verantwoord dan de shareholdervalue-geörienteerde bedrijfsvoering? In welke opzichten sluit deze bedrijfsvoering aan bij de in hoofdstuk 6 besproken theorie van duurzaam communiceren. Onder a hebben we een zwak punt in het betoog van De Geus genoemd. Een ander zwak punt in zijn betoog is dat hij als voorbeeld Toyota aanhaalt. Toyota is erg succesvol, maar is geen democratische organisatie. Bovendien is Toyota een beursgenoteerde onderneming die blijkbaar wél aandacht heeft voor haar werknemers (en ook het milieu, enzovoort; zie zoals er vele andere succesvolle bedrijven zijn die die kwaliteiten ook hebben. Probeer via internet te achterhalen op welke manieren Toyota, zowel door duurzame communicatie als door implementatie van de in hoofdstuk 6 besproken structuurmaatregelen, deze kwaliteiten weet te realiseren. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 156/365

157 Cases hoofdstuk 6 Op weg naar de democratische organisatie Loyaliteit en human talent in een wereld van downsizing, efficiencyfocus en re-engineering Interview met Arie de Geus, voormalig CEO van Shell en auteur van The living organization Niemand lijkt meer een langetermijnrelatie met zijn bedrijf te hebben. De werknemer niet die weet dat hij bij de volgende reorganisatie weer op straat kan staan, de CEO evenmin, die gemiddeld twee jaar bij één bedrijf blijft en zelfs niet de aandeelhouders, die gemiddeld minder dan een jaar aandelen vasthouden. Wat denkt u hiervan? Daar maak ik me ernstig zorgen over. Ik denk dat de oorzaak van dit gebrek aan commitment gelegen is in de buitensporige focus efficiëntiegericht personeelsbeleid. Alles draait om reengineering en employability. Er is van bedrijven uit zo weinig vertrouwen, in de toekomst, in stabiliteit, dat de loyaliteit van werknemers jegens hun bedrijf ook verdwenen is. De houding van bedrijven jegens nieuwe werknemers is: Kom werken bij ons voor een aantal jaren. Misschien dat we je dan weer op straat zetten, maar dan heb je wel flink gebouwd aan je employability. Ik ben er vrij zeker van dat deze focus op efficiency een einde heeft gebracht aan de tijd waarin vertrouwen aan de basis lag van het aangaan van een relatie tussen bedrijf en werknemer. Er zijn economen die stellen dat het goed is dat mensen voortdurend gekocht en verkocht worden in een open arbeidsmarkt. Dus terwijl u zegt dat het verlies aan vertrouwen u zorgen baart, zeggen deze economen juist dat het een uitstekend systeem is. Dit roept vragen op. Als de CEO niet meer behoort tot het bedrijf en als de werknemers alleen maar pakketten vaardigheden zijn, gekocht voor een beperkte tijd, waarna ze weer geloosd worden, wat is dan het wezen van een organisatie? Zijn aandeelhouders dat, of managers misschien? Is een organisatie de registratiegegevens bij de Kamer van Koophandel? Is dat het wezen, de essentie? Een andere visie is dat organisaties gemeenschappen zijn van mensen die bijeenkomen om goederen of diensten te maken. Die mensen vormen de essentie. En we beseffen heden ten dage maar al te goed dat het niet de techniek, de machines, de computers zijn die het commerciële succes van een organisatie bepalen, maar het talent van de mensen die er werken. Zelfs in kapitaalintensieve organisaties als auto- en oliebedrijven. Als de mensen, dat menselijk talent, zich niet meer een deel van de organisatie voelen, dan hol je het wezen van de organisatie uit. De organisatie pleegt een soort roofbouw op de werknemers en andersom doen de werknemers dat ook. Zo snel mogelijk de vruchten plukken van je investering en dan wegwezen. Wat je overhoudt is, net als bij roofbouw in de natuur, steeds meer onvruchtbare gebieden, waar geen leven, geen ziel meer in zit, geen vernieuwingskracht, geen langetermijnperspectief. De gemiddelde levensduur van organisaties is in de afgelopen twee decennia teruggegaan van twintig jaar naar twaalfenhalf. Een prachtig voorbeeld is Toyota. Waarom is Toyota zo sterk en succesvol? Omdat het al decennia koploper is in design, van wagens, van bedrijfsprocessen en van marketing. Waar het op neerkomt, is dat Toyota meer haalt uit het talent van werknemers dan andere autobedrijven. Menselijk talent werkt beter in teams en teams worden beter, wijzer, ervarener als de leden langer bij elkaar blijven. Als werknemers telkens weer na een paar jaar weggaan, gaat dat ten koste van kennis- en ervaringsontwikkeling. Maar het commitment bij een bedrijf lijdt er ook onder. Op die manier kweek je geen loyaliteit en geen blijvende teamverbanden. Alles wordt ten onrechte gericht op efficiency, maar de focus op efficiency gold in een kapitaalintensieve omgeving. Organisaties nu moeten talentintensief zijn en dan gaat het niet zozeer om efficiency, maar om effectiviteit. Je moet een organisatie op zo n manier inrichten en besturen dat je het maximale uit het aanwezige talent haalt. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 157/365

158 Cases hoofdstuk 6 Dus het lijkt erop dat bedrijven een verkeerde koers volgen? Natuurlijk zijn managers zich wel bewust van de verschuiving in focus op maximalisering van productiekapitaal naar focus op maximalisering van menselijk talent. Ze begrijpen dat menselijk talent een kritische succesfactor is geworden en dat je dat dus zo veel mogelijk binnen moet halen. Waar het om gaat, is vervolgens: hoe ontwikkel ik dat talent verder? En de tweede vraag die meer en meer aandacht krijgt is: hoe behoud ik deze mensen? Je ziet dus ook bij managers dat in plaats van employability het behouden van werknemers steeds belangrijker wordt. Maar de nadruk op die employability en de gedachte van het kunnen inkopen van talent in het verleden heeft de mentaliteit van de hele nieuwe generatie werknemers drastisch veranderd. Dat is het fundamentele probleem. Zij hebben gewoon geen vertrouwen in een langetermijnrelatie met een werkgever. En dat gebrek aan vertrouwen wordt nog steeds in stand gehouden, ondanks pogingen van bedrijven om talent te ontwikkelen en behouden, door de hardnekkige kortetermijnvisie van aandeelhouders. Zij willen zo snel mogelijk hun return on investment maximaliseren. Het gaat hen alleen maar om kortetermijnresultaten, niet om langetermijnontwikkelingen. Die verwoestende druk op kortetermijnresultaten is ook een van de redenen dat bedrijven veel minder lang meegaan dan een aantal jaren gelden. U bedoelt dat we anders moeten gaan denken over traditionele wetmatigheden inzake het besturen van een organisatie? Ja. Ons huidige concept is nog steeds gebaseerd op de visie op werknemers als mechanische onderdelen van het productieproces. En er zit een enorm gat tussen de kortetermijnvisie van aandeelhouders en de realiteit waarmee bedrijven te maken hebben. Zij hebben om te overleven en succesvol te zijn een langetermijnplan nodig dat zich uitstrekt over tien, vijftien jaar. De aandeelhouders zitten de ontwikkeling en uitwerking van zo n plan telkens weer in de weg. Uiteindelijk gaat het dus ook om de vraag: wie heeft er in een organisatie feitelijk de macht? Op dit moment zijn dat nog steeds de aandeelhouders. Waar we naartoe moeten, is dat we organisaties moeten gaan beschouwen als landen, als naties. In democratische landen wordt er gezocht naar een evenwicht in het tegemoetkomen aan belangen van alle stakeholders, terwijl in dictatoriale staten de macht ligt bij één stakeholder. Natuurlijk gaat in democratische staten de besluitvorming vaak nogal traag, omdat de macht gedistribueerd is over de verschillende stakeholders, maar deze staten zijn wel bloeiender en succesvoller dan elk van de dictatoriale staten, waar de macht in handen is van één stakeholder. Je ziet ook al succesvolle voorbeelden van meer democratisch werkende organisaties. In Spanje bijvoorbeeld Mondragon, in Nederland de Rabobank, allebei bedrijven met miljardenomzet en tienduizenden werknemers. Dat zijn organisaties die werken volgens het principe van coöperatie en partnership. Daar is geen ruimte voor machtsconcentratie bij één partij noch voor eenzijdige focus op kortetermijnresultaten. Bronnen (bewerkt): januari 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 158/365

159 Cases hoofdstuk 6 Bedrijf is geen erotisch pretpark Lees onderstaand artikel en beantwoord de volgende vragen. a Is het ontslag van Stonecipher conform de gedragscode van Boeing? Geef een beargumenteerd antwoord. b Hoogleraar Lievens stelt in het artikel dat belangen van privacy soms ondergeschikt gemaakt kunnen worden aan het gemeenschappelijk belang van de organisatie. Vind je dat een geldig argument? Leg beargumenteerd uit. c Mensen kunnen natuurlijk ook op het werk verliefd op elkaar worden. Vind jij dat regels in een bedrijfscode daar beperkingen aan op kunnen leggen? Welke zouden dat dan moeten zijn? Geef een beargumenteerd antwoord. Bedrijf is geen erotisch pretpark NEW YORK/ROTTERDAM, 8 MAART. Mag een topman in Amerika een liefdesaffaire hebben met een andere bestuurder? Bij Boeing kon het niet, omdat diezelfde topman onethisch gedrag eerder in een gedragscode veroordeelde. Een gratis kliklijn, handboeken voor goed gedrag, een Comité voor Intern Beleid, een nieuwe gedragscode: Harry Stonecipher stelde na zijn aantreden eind 2003 bij Boeing alles in het werk om onethisch gedrag aan de kaak te stellen en uit te bannen. Een van de gedragsregels luidt dat werknemers geen gedrag zullen vertonen of activiteiten ontplooien die vragen kunnen oproepen aangaande de eerlijkheid, onpartijdigheid en reputatie van het bedrijf, of die het bedrijf anderszins in verlegenheid zouden kunnen brengen. En uitgerekend Harry himself overtrad zijn eigen regels. Tien dagen geleden kregen enkele personeelsleden van Boeing pikante s onder ogen van Stonecipher aan een vrouwelijke directeur binnen zijn bedrijf. De brave Boeing-medewerkers lapten hun baas erbij. Ze stuurden een klacht, met de amoureuze s als attachments, naar de raad van commissarissen. Toen was Stoneciphers lot in feite al bezegeld. De voorzitter van de raad van commissarissen, Lew Platt, confronteerde de topman met de kwestie. Volgens de Amerikaanse krant The Washington Post gaf Stonecipher (getrouwd, twee kinderen en twee kleinkinderen) zijn buitenechtelijke verhouding meteen toe: Ik zei dat het waar was. Wij hebben help: ík heb hogere normen doorgevoerd. En die heb ik zelf overtreden. Ik heb de situatie verkeerd ingeschat. Wat betekenen de liefdesaffaire en het aftreden van Stonecipher voor het Amerikaanse bedrijfsleven in zijn algemeenheid? Waait er een puriteinse wind door de hoogste regionen, of is het ontslag van de Boeing-topman een eenmalig, opzichzelfstaand incident? Er zijn rechtszaken geweest van werknemers tegen bedrijven, die klaagden dat hun collega die een relatie had met een hogergeplaatste, werd voorgetrokken, aldus de ethica Elisabeth Scott. Dat is hier niet aan de orde geweest, maar de schijn moet vermeden worden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 159/365

160 Cases hoofdstuk 6 Het gaat me wat ver om van een nieuwe preutsheid te spreken, maar dit was vijf jaar geleden zeer onwaarschijnlijk, zegt Laura Hartman, een hoogleraar handelsethiek. Corporate governance ligt gevoelig. Het lijkt me dat de meeste bedrijven, en Boeing al helemaal, het zekere voor het onzekere willen nemen. Mij deed Stonecipher meteen denken aan Jack Welch, zegt professor Hartman, verwijzend naar de oud-topman van GE. Maar toen bleek dat hij een affaire had met een journaliste die hem had geïnterviewd, ontstond er nauwelijks verontwaardiging. Dat zou nu niet meer kunnen. Wat er bij Boeing ook gebeurd is, de werkvloer is geen erotisch pretpark. Bovendien hebben kaderleden een voorbeeldfunctie, legt hoogleraar psychologie Lievens uit. Wanneer ze op het werk een affaire beginnen, kalft hun gezag af. En dat wordt niet getolereerd. Immoreel gedrag bij topmanagers kan geld kosten, op meer dan een manier. Er zou een demoraliserend en demotiverend effect van uitgaan naar de rest van het bedrijf. En het tweetal in kwestie kan chantabel zijn. Lievens: Of er dan geen recht op privacy is? Toch wel, maar dat kan in grote bedrijven soms ondergeschikt worden aan het gemeenschappelijke belang. Het imago van zo n bedrijf mag op geen enkele manier geschaad worden. Op die manier kunnen ze de concurrentieslag met hun Europese tegenhanger Airbus verliezen. Meestal wordt het beleid daarover vastgelegd in een aantal richtlijnen. Om misverstanden te vermijden. Klopt, zegt Sven Demeulemeester, advocaat arbeidsrecht bij Altius. In onze arbeidswetgeving worden alleen ongewenst seksueel gedrag en pesten aan banden gelegd. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat een werkgever dit zomaar moet kunnen toestaan. Hij kan eventueel ingrijpen via interne afspraken. Stefan Gijssels, woordvoerder van Janssen Pharmaceutica: Bij ons staat alles neergepend in de zogenaamde policy guidelines for human resources. Wanneer twee werknemers een relatie beginnen, mogen er geen tegenstrijdige belangen in het spel zijn. Is dat wel het geval, moet dat onmiddellijk gemeld worden. Zo n affaire staat een objectieve besluitvorming in de weg. Een van de twee, en dat kunnen best directieleden zijn, moet dan een andere baan zoeken. In het beste geval kan hij of zij verplaatst worden naar een andere dienst. Bronnen (bewerkt): NRC Handelsblad en Het Nieuwsblad, 7 en 8 maart 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 160/365

161 Cases hoofdstuk 6 Bedrijfsjournalistiek In onderstaand kader is een aantal teksten opgenomen over bedrijfsbladen. In het artikel Open wint GP Bedrijfsbladen wordt beschreven waarom dit bedrijfsblad van Interpolis uitgeroepen is tot beste bedrijfsblad. Openheid is hierin een kernwoord. In dit artikel wordt ook Maxxx, het bedrijfsblad van de gemeente Amsterdam, genoemd als genomineerd voor het predicaat beste bedrijfsblad. In het tweede artikel, Vuile was in personeelsblad helpt, wordt uitgelegd dat een bedrijfsblad ook kritiek moet kunnen opnemen van personeel jegens het management en het functioneren van de organisatie. Toch lijkt de mate waarin van kritiek en openheid sprake kan zijn, een problematische kwestie. In het artikel Tip in blad ambtenaren: verrijk je blijkt dat de redactie van het tijdschrift Maxxx ernstige kritiek heeft gekregen van het management omdat men in de kritiek en openheid te ver zou zijn gegaan. Naar aanleiding daarvan heeft het management zelfs besloten om de hoofdredactie op nonactief te zetten. Onder dit artikel vind je een aantal fragmenten uit het gewraakte artikel in Maxxx, en ten slotte de formele reactie van het management van de gemeente gericht aan het personeel. Lees deze artikelen, inclusief fragmenten uit Maxxx en de officiële reactie van het management van de gemeente, en beantwoord de volgende vragen. a b c d Op welke manieren kan een bedrijfsjournaal de motivatie bevorderen? Vind je het artikel in Maxxx te ver gaan of niet? Geef antwoord op basis van een analyse volgens het stappenmodel van hoofdstuk 2. Moet je als management grenzen stellen aan wat er wel en niet gepubliceerd mag worden in een bedrijfsjournaal? Zijn kritische columns toegestaan? Mogen grapjes over de leiding? Mag het beleid of gedrag van het management op de hak worden genomen? Mag de ene afdeling kritiek uiten op het functioneren van een andere afdeling? Mag je je bij publicaties in een bedrijfsblad beroepen op het recht op vrijheid van meningsuiting? Enzovoort. Voer hierover bij voorkeur overleg in groepjes en kom tot een beredeneerd standpunt. Het management van de gemeente heeft naar aanleiding van het artikel de hoofdredactie geschorst en vervolgens de reactie intern verspreid die je aan het eind van de hieronder opgenomen teksten vindt. Vind je de schorsing een juiste maatregel? Waarom wel of niet? Vind je de schriftelijke reactie aan alle personeelsleden juist en adequaat? Waarom wel of niet? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 161/365

162 Cases hoofdstuk 6 Open wint GP Bedrijfsbladen Het corporate magazine van het Interpolis-concern, OPEN magazine, heeft op 25 september 2003 de Grand Prix Bedrijfsbladen gewonnen. Het blad bleef de twee andere genomineerden in de categorie intern, Maxxx (Gemeente Amsterdam) en Bladgoud (Delta Lloyd) voor. In totaal streden 58 bladen mee om de Zilveren Inktpot. De jury prees OPEN magazine omdat het blad tussen de medewerkers staat en hun volop gelegenheid biedt om hun mening te ventileren. Ook de integratie met de andere interne media viel in de smaak. Een erkenning voor onze aanpak en een beloning voor de energie en tijd die wij er de afgelopen jaren in hebben gestoken, vindt Nathalie van Hooijdonk, interne communicatieadviseur en hoofdredacteur van OPEN magazine. Twee jaar geleden traden de onderdelen Relan, Commit en Beon toe tot Interpolis. Het concern verdubbelde bijna. De interne communicatie moest meehelpen aan het bij elkaar brengen van de verschillende culturen. Daarbij hebben we het respect voor en de gelijkwaardigheid van de verschillen benadrukt, legt de hoofdredacteur uit. In de communicatie moet de kernwaarde openheid tot uitdrukking komen. Van Hooijdonk: Openheid is een mooie ambitie, maar in de praktijk is dat best moeilijk waar te maken. Je vraagt van de medewerkers om zich kwetsbaar op te stellen. Vertrouwen kweken in het blad is dan ontzettend belangrijk. Zorg dat medewerkers begrijpen wat je wilt. Kom je afspraken na. Maak heldere en toegankelijke verhalen. Zorg voor herkenning in het blad. Nu collega s zien dat het werkt, komen ze steeds vaker hun eigen verhaal brengen. Wij willen dat het blad nog meer het platform voor onze medewerkers wordt, een echt opinieblad dus. Bron (bewerkt): Vuile was in personeelsblad helpt Schroom niet om kritisch te zijn op je eigen organisatie in personeelsbladen. Een blad met alleen positieve verhalen lezen medewerkers minder goed en waarderen zij minder. Dat meldt onderzoeker Bart Kleijn van communicatieonderzoeksbureau MediaTest in het juli/augustusnummer van Communicatie, vakblad voor communicatieprofessionals. Medewerkers voelen zich minder serieus genomen als zij alleen maar positieve verhalen over het eigen bedrijf lezen, licht Kleijn toe. Hierdoor gaan zij de aangeboden informatie minder grondig lezen. Wil je als management bereiken dat je medewerkers goed op de hoogte zijn, dan moet je er dus voor zorgen dat interne media ook kritische noten bevatten. Veel organisaties vrezen echter nog steeds dat zelfkritiek hun organisatie zal schaden, signaleert de onderzoeker. Een kentering is inmiddels echter wel merkbaar: Bedrijven leren open te zijn, als er iets mis is. Kijk bijvoorbeeld naar de interne media van de NS. De manier waarop die tegenwoordig kritiek op de eigen organisatie durven te verwerken, is veelbelovend. Let wel, ook aan zelfkritiek leveren zitten grenzen, voegt Kleijn toe. Een organisatie moet zichzelf in interne media vanzelfsprekend ook weer niet de grond in boren. Bron (bewerkt): Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 162/365

163 Cases hoofdstuk 6 Tip in blad ambtenaren: verrijk je AMSTERDAM Het blad Maxxx voor Amsterdamse ambtenaren geeft deze maand tips voor zelfverrijking. In de Stopera heeft dat geleid tot opschudding. Dit is kwetsend, vindt gemeentesecretaris Erik Gerritsen, die maatregelen aankondigt. Konkel, slijm, lieg en bedrieg: zo sleep je het maximale uit je baan bij de gemeente, schrijft de redactie in het nummer dat deze week bij ruim twintigduizend ambtenaren op de mat viel. Volgen tips om de inkomensoorlog te winnen. Van het uitdelen van kraaltjes en spiegeltjes tot het dronken voeren van je baas of het elkaar toespelen van kleinere bonussen. Gerritsen, verantwoordelijk voor het ambtelijke apparaat in Amsterdam, is des duivels. In een e- mailbericht dat hij met de directeuren Personeel en Communicatie naar alle voorlichters heeft gestuurd, schrijft hij dat de makers van het maandblad, allen afkomstig van de afdeling Communicatie, een ernstige beoordelingsfout hebben gemaakt. Aan sommige teksten hebben wij ons gestoord, andere zijn onjuist. Zij voldoen niet aan onze kernwaarden: open, actief en integer. Dit nummer schiet zijn doel voorbij. Bovendien kunnen de teksten leiden tot een verkeerd begrip. Ze hebben de schijn van een oproep tot niet-integer gedrag. Bron (bewerkt): Het Parool, 21 oktober 2004 Fragment uit Maxxx Zelfverrijking bij de gemeente Amsterdam Cursus met een knipoog Alle tips en trucs op een rijtje Nederland gaat gebukt onder een recessie. Het kabinet hanteert de kaasschaaf en ook de gemeente Amsterdam moet de broekriem aanhalen. Onder het motto praatjes vullen wel degelijk gaatjes presenteert uw persoonlijk adviseur enkele tips en trucs om met behulp van gemeentelijke voorzieningen creatief te werken aan de eigen financiële positie. Wees creatief! En, als het moet: sluw. Kennis is macht Kronkel, roddel, schoffeer, slachtoffer, spioneer, koop om. Alles is geoorloofd in de inkomensoorlog. Op alle niveaus binnen de gemeente kun je mensen zo gek krijgen dat ze voor je op hun rug gaan liggen. Van hoog tot laag kun je met kraaltjes, spiegeltjes, (geveinsde) steun en valse beloftes collega s aan je binden. Wanneer je hen dan nodig hebt, zijn ze zeker bereid om jou de helpende hand te bieden. De lobby Weet exact wat je wilt (loonsverhoging) en van wie je dat wilt (diegene die jou die loonsverhoging kan bezorgen). Het is altijd een goed idee om vriendjes te zijn met mensen van de P&O-afdeling. Weet bij elk gesprek dat je aangaat, precies wat je bereiken wilt. Verder zijn teambuildingsdagen en personeelsuitjes zeer geschikte momenten om aan je persoonlijke pr te werken. Drink een borrel (of twee, drie...) met je baas en laat de alcohol het werk doen! Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 163/365

164 Cases hoofdstuk 6 Ken jezelf een bonus toe Een welkome aanvulling op je salaris nodig? Ken jezelf een bonus toe! Waarom zouden ze alleen bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en Economische Zaken elkaar wat mogen toeschuiven? Laten we eerlijk zijn, we graaien bijna allemaal. Bij het ministerie van Onderwijs kende men elkaar maar liefst 1,4 miljoen euro toe zonder deugdelijke motieven. Slimmer speel je het door elkaar kleine bonussen toe te kennen. Dat valt minder op, maar zorgt toch voor iets extra s aan het eind van de maand! Jobhoppen Blijf je normaal gesproken jarenlang in dezelfde baan? Stom! Zo hou je jezelf arm. Bij elke nieuwe functie krijg je er minstens één aanmoedigingsperiodiek bij. Als het niet een extra schaal is. Een band vormen met je collega s? Geen tijd voor, door naar de volgende baan. Wissel eens per vier maanden van functie, dan ontwikkelt je loon zich drie keer sneller dan dat van die domoren die op hun plek blijven zitten. En heb je alle functies in de gemeente gehad, dan begin je toch gewoon weer opnieuw? Van alles geprobeerd maar geen loonsverhoging gekregen? Dan wordt het tijd om in je lot te berusten en te kiezen voor een andere aanpak. Kun je niet meer verdienen voor je werk, dan kan je altijd nog minder werken voor wat je verdient. Het toppunt: maak jezelf overbodig! Toegeven, het is even slikken, maar in tijden van economische recessie kun je op je vingers natellen dat er mensen weg moeten. De meest effectieve manier is hard doch zeer rechtvaardig: reorganiseer je werk en je functie zo drastisch dat je compleet overbodig wordt! Doe dit uiteraard wel slim, sleep er een dikke vertrekpremie uit. Wat hoger gepositioneerd? Ga dan voor de gouden handdruk! Officiële reactie gemeentedirectie Aan de communicatieafdelingen Wij verzoeken u vriendelijk om onderstaande tekst aan te bieden aan het eigen personeel via de interne communicatiekanalen. Dit bericht zal ook via Hoogvliegers aan directeuren en stadsdeelsecretarissen worden aangeboden. Tevens wordt uw afdeling Communicatie gevraagd dit bericht zo breed mogelijk te verspreiden. Maxxx geeft onjuist beeld Vandaag, 20 oktober, ontvangt u het personeelsblad Maxxx van de gemeente Amsterdam. Dit nummer heeft als thema Geld. Aan sommige teksten hebben wij ons gestoord, andere zijn onjuist. Zij voldoen niet aan onze kernwaarden open, actief en integer. De redactie wil vanzelfsprekend een prettig leesbaar, prikkelend en niet te braaf blad maken. Maar dit nummer schiet dat doel voorbij. Een aantal teksten is humoristisch bedoeld, maar zijn dat in onze ogen niet. Bovendien kunnen zij leiden tot een verkeerd begrip. Het heeft er de schijn van dat medewerkers van de gemeente Amsterdam worden opgeroepen tot niet-integer gedrag. Dat is vanzelfsprekend niet de bedoeling van de redactie geweest, maar met name de hoofd- en de eindredactie hebben op dit punt een ernstige beoordelingsfout gemaakt. Tot slot zijn enkele teksten kwetsend voor collega s. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 164/365

165 Cases hoofdstuk 6 Wij nemen afstand van de betreffende teksten in dit nummer van Maxxx en hebben maatregelen genomen opdat dit in de toekomst niet meer kan gebeuren. Bestuursdienst gemeente Amsterdam, gemeentesecretaris directeur CP&O directeur Communicatie Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 165/365

166 Cases hoofdstuk 6 Bescherming klokkenluiders Lees voorafgaand eerst het artikel Klokkenluiden op de website bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6. Lees onderstaande tekst ( Bescherming klokkenluiders ) en beantwoord de volgende vragen. a b c1 c2 Ben jij het eens met de regering dat alleen klokkenluiders met een zuiver en moreel motief aanspraak kunnen maken op bescherming (dus als blijkt dat je bijvoorbeeld uit rancune klokkenluidt, krijg je geen bescherming)? Welk niveau van bescherming is naar jouw mening voldoende? Is het zinvol voor een bedrijf om zelf intern een vertrouwenspersoon aan te stellen waar klokkenluiders terecht kunnen? Leg uit waarom wel of niet. In het artikel van NRC Handelsblad wordt gesteld dat anoniem lekken niets bijdraagt aan de cultuurverandering die nodig is om misstanden intern bespreekbaar te maken. In de tekst daaronder van de FNV, met een overzicht van aantallen gevallen en gevolgen, wordt gesteld: De FNV acht een wettelijke bepaling noodzakelijk, maar onvoldoende. Het eigenlijke doel is om een klimaat van openheid op de werkplek te bevorderen en een positieve omgeving te creëren waarin werknemers hun zorgen kunnen uiten zonder vrees voor represailles. De voorgestelde bepaling wil dit bereiken door wettelijke bescherming te bieden aan werknemers die de klok luiden. Vind je deze wettelijke bescherming voldoende voor de gewenste klimaat/cultuurverandering? Waarom wel/niet? Welke andere maatregelen kunnen bijdragen tot de gewenste cultuurverandering? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 166/365

167 Cases hoofdstuk 6 Bescherming klokkenluiders Het kabinet is van mening dat klokkenluiders bescherming behoeven. Deze ferme verklaring is ondertekend door maar liefst drie ministers: Brinkhorst (Economische Zaken, D66), De Geus (Sociale Zaken, CDA) en Donner (Justitie, CDA). Maar dan komt direct de anticlimax. Welk niveau van bescherming noodzakelijk is, is echter een andere kwestie. Het kabinet ziet niets in een wettelijke bescherming van klokkenluiders in het bedrijfsleven tegen ontslag. Ook een klokkenluidersfonds om financiële repercussies op te vangen zit er niet in. Het kabinet zal het Openbaar Ministerie vragen een training of richtlijn over het omgaan met klokkenluiders te ontwikkelen. Het valt te betwijfelen of dit pakket werknemers uitnodigt om misstanden waarop zij stuiten, aan de kaak te stellen. Een stap in de goede richting is dat het bedrijfsleven wordt aangemoedigd vertrouwenspersonen aan te stellen bij wie potentiële klokkenluiders terecht kunnen. Maar het blijft een kwestie van zelfregulering. De klokkenluiders moeten het stellen met dezelfde ontslagbescherming die elke andere werknemer toekomt. Een klokkenluider is echter niet met hen gelijk te stellen. Experts kunnen wel zeggen dat een goede klokkenluidersregeling een van de goedkoopste opsporingsmiddelen binnen een organisatie is. Maar zo zien organisaties in het bedrijfsleven en de overheid dat zelf niet altijd. Het kabinet geeft voedsel aan oneigenlijke weerstanden door te eisen dat een klokkenluider een zuiver en moreel motief dient te hebben. De wetgeving in Groot-Brittannië gaat er juist van uit dat het motief niet ter zake doet, tenzij er sprake is van uitwassen. De Britse klokkenluiderswet is overigens de enige van zijn soort in West-Europa. Dat illustreert dat het niet eenvoudig is een behoorlijke regeling te ontwerpen. Dit vormt een lastige normatieve spagaat. Een klokkenluider is niet per definitie een moderne Robin Hood. Maar niets doen lost weinig op. Het werkt vooral in de hand dat klokkenluiders de weg van het anonieme lek kiezen. Het kabinet moedigt dat in het geval van de Nederlandse Mededingingsautoriteit zelfs aan. Alsof anonieme melding zo zuiver en moreel is. Het vormt ook niet direct een bijdrage tot de cultuurverandering die nodig is om misstanden in organisaties bespreekbaar te maken. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 6 april 2005 Samenvatting eindrapportage meldlijn klokkenluiders van de FNV Analyse Van 11 tot en met 13 april heeft de FNV een telefonische meldlijn opengesteld om de ervaringen op te tekenen van werknemers die op hun werk een ernstige misstand geconstateerd hebben en die misstand intern aan de orde hebben gesteld, maar vervolgens nul op rekest hebben gekregen, waarna ze wel ( klokkenluider ) of niet ( potentiële klokkenluider ) de misstand ook nog extern hebben gemeld. Daarbij gaat het niet om eigenbelang of om misstanden zonder relatie met het algemeen belang. Tot slot was de meldlijn uitdrukkelijk geen kliklijn. Tijdens de openingsuren (van uur tot uur) hebben zich uiteindelijk 119 van dergelijke (potentiële) klokkenluiders gemeld. Veel misstanden hebben meerdere facetten. In de helft van de gevallen speelt informatie een rol. Daarnaast heeft ruim 40% een omgangsaspect. In 30% gaat het om geld en in 23% om wetten en voorschriften. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 167/365

168 Cases hoofdstuk 6 De meest genoemde misstanden zijn mismanagement (42%), machtsmisbruik (40%), (wets)overtredingen (22%), verdraaien of onjuist weergeven van verklaringen (16%), onjuist gebruik overheidsgeld (13%), fraude of valsheid in geschrifte, achterhouden van informatie voor politici en dergelijke en verschaffen van onjuiste informatie aan politici en dergelijke (elk van de drie laatstgenoemde categorieën: 11%). Deze misstanden komen ook in combinatie voor. Vergelijken we overheid en bedrijfsleven, dan worden bij de overheid relatief meer omgangskwesties gemeld (machtsmisbruik, fysiek of psychisch geweld, discriminatie of wegpesten, seksueel misbruik en intimidatie) en uit het bedrijfsleven meer regel- en geldkwesties (overtreding van veiligheids-, milieu- en andere voorschriften, onjuist gebruik overheidsgeld, fraude of valsheid in geschrifte, verduistering, corruptie en steekpenningen, zwartgeldpraktijken). 81% van de zaken speelt nog steeds. In 50% van de gevallen is schriftelijk bewijs met betrekking tot de misstand aanwezig, in 30% van de gevallen zijn er getuigen en in bijna 20% van de gevallen is sprake van zeker weten zonder bewijzen. Meer dan 90% van de melders heeft de kwestie allereerst intern aangekaart, vooral bij leidinggevenden en de werkgever. Nog geen 60% heeft de kwestie (ook) extern aangekaart. Van degenen die niet naar buiten zijn gegaan, hebben de meesten dat bewust niet gedaan. Anderen twijfelen nog. Van degenen die naar buiten gaan, richten de meesten zich (ook) tot de bond, een advocaat of een (bedrijfs)arts. Veelal is sprake van een combinatie, zoals die van bond en/of advocaat (en de bedrijfsarts) plus politie of arbeidsinspectie. Vergelijken we overheid en bedrijfsleven, dan richt de klokkenluider bij de overheid zich eerder tot de media en de politiek en schakelt die in het bedrijfsleven eerder een advocaat of de politie in. Bij wetskwesties gaat men eerder naar buiten (in ruim 80% van die kwesties) dan bij informatie- en geldkwesties (respectievelijk 52 en 63%). Van degenen die melding gedaan hebben van een omgangskwestie, is 70% extern gegaan, meestal naar de bond of een advocaat. Verreweg de meesten die een misstand aan de orde stellen, trekken uiteindelijk aan het kortste eind. 40% is ontslagen of zit in een ontslagprocedure. Ongeveer 35% heeft zich ziek gemeld of moeten melden; bij de overheid is dat 44% en in het bedrijfsleven 22%. Dit opmerkelijke verschil hangt samen met de aard van de kwesties en de facetten die meespelen. Bij de overheid zijn dit meer omgangskwesties, waarbij het voorstelbaar is dat men zich ziek moet melden om het hoofd boven water te houden en de spanning af te bouwen. De melder van een misstand is min of meer vogelvrij en is veelal niet te handhaven in de bestaande arbeidsrelatie. Conclusies Opvallend gegeven uit de meldlijn is dat in veel gevallen de negatieve reactie van de leiding op het aan de orde stellen van een misstand al begint bij een puur interne melding en zonder dat de melder enig (procedure)voorschrift overtreedt. In zo n geval leidt een daaropvolgende externe melding vaak tot ontslag. Vaak is de werknemer die een misstand intern aan de orde stelt, niet voorbereid op de negatieve reactie van de werkgever, die feller wordt naarmate de misstand met meer nadruk aan de orde wordt gesteld. In veel gevallen wordt een uitdrukkelijke zwijgplicht opgelegd. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 168/365

169 Cases hoofdstuk 6 Ook op de wijze van behandeling van een ontslag/ontbindingszaak door de rechter is men niet voorbereid. Het morele gelijk van de melder speelt geen enkele rol. Hij heeft de werkgever schade toegebracht en/of de arbeidsverhouding verstoord. Hij krijgt soms helemaal geen vergoeding toegekend en vaak een buitengewoon lage. Dat hij in het ongelijk is gesteld door de rechter breekt hem ook op bij verdere sollicitaties. De gegevens van de meldlijn sterken de FNV in haar opvatting dat het algemeen belang ermee gediend is dat niet alleen de klokkenluidende ambtenaren beter worden beschermd, maar dat er ook een wettelijke regeling komt die klokkenluidende werknemers in het bedrijfsleven bescherming biedt. Door wetgeving die de zorgvuldig opererende klokkenluider bescherming biedt, wordt hem meer duidelijkheid geboden dan nu en maakt de wetgever duidelijk dat het haar ernst is met de bescherming van mensen die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid durven nemen (de maatschappij, dat ben jij). Hij blijft als werknemer immers tevens burger! De door de FNV bepleite norm maakt duidelijk dat, in het geval de klokkenluidende werknemer zorgvuldig opereert, de openbaarmaking gewaardeerd wordt en dat de boodschapper bescherming verdient. De FNV vindt in de resultaten van de meldlijn overigens tevens steun voor dat deel van haar voorstel dat niet specifiek gericht is op klokkenluiders, maar in algemene zin inbreuken op de vrijheid van meningsuiting van werknemers expliciet begrenst. Voor ambtenaren bestaat al wel een expliciete regeling van de vrijheid van meningsuiting in artikel 125a Ambtenarenwet. De FNV acht een wettelijke bepaling, zoals door haar voorgesteld, noodzakelijk, maar onvoldoende. Het eigenlijke doel is om een klimaat van openheid op de werkplek te bevorderen en een positieve omgeving te creëren waarin werknemers hun zorgen kunnen uiten zonder vrees voor represailles. De voorgestelde bepaling wil dit bereiken door wettelijke bescherming te bieden aan werknemers die de klok luiden. Aldus bevordert de bepaling het tot stand komen van afspraken over te volgen procedures. De FNV ziet hierin een rol weggelegd voor sociale partners en ondernemingsraden. Daarbij is het zinvol om apart aandacht te besteden aan gevallen waarin het de werkgever zelf is die opdracht geeft tot handelingen die strafbaar zijn of dergelijke handelingen toedekt. Hiervan zijn zowel uit de sector overheid als uit het bedrijfsleven gevallen gemeld. Meerdere melders hebben gepleit voor een permanent meldpunt. Het lijkt zinnig om na te gaan of een dergelijk meldpunt met in elk geval een advies- en verwijsfunctie mogelijk is. Bron: FNV-onderzoek, 2000 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 169/365

170 Cases hoofdstuk 6 De tien geboden als gedragscode Lees onderstaande case. Lees ook de tien geboden zoals gegeven in het kader daaronder. Beantwoord vervolgens de volgende vragen. a Zijn de tien geboden een goed en afdoend uitgangspunt voor het maken van een werkbare gedragscode? Probeer het zelf uit en probeer elk van de tien geboden te vertalen in regels of intenties die in een gedragscode van een organisatie zouden passen. Laat je daarbij ook inspireren door de voorbeelden van vertalingen van deze geboden die TopTech gemaakt heeft. b De c van christelijk staat bij ons óók voor commercieel, zegt directeur Niese van TopTech. Leg uit op welke manier christelijk en commercieel samen kunnen gaan. Tien geboden als bedrijfscode maken TopTech populair bij ondernemers Ze lopen er niet mee te koop maar uitzendbureau TopTech werkt strikt volgens de tien geboden. Werken is roeping en de markt beloont wie hard voor God werkt. Ik werk alleen nog met Niese, zegt een agnostische klant. UTRECHT, 24 MAART. De filiaalchef vouwt de handen. Vader, wij danken U dat wij weer voor Uw aangezicht mogen komen en wij hopen dat U ons ook deze week de juiste beslissingen wilt laten nemen, persoonlijk en zakelijk. Geef ons de woorden en de kracht U te blijven eren in ons werk. Amen. Borden op de stoep werven elektromonteurs, spuiters en technisch tekenaars. In de Utrechtse vestiging van het succesvolle uitzendbureau TopTech/Niese rinkelt zacht de eerste telefoon van de nieuwe week. Zeker, er gaapt een brede kloof tussen de je-bent-jong-en-je-wilt-wat-meisjes achter de Randstad-balies en de ernstige jongemannen van TopTech. En toch wijst niets concreets de booglasser of bankwerker in spe op de Heere. Alleen diploma s en ervaring tellen, naar geloof wordt niet gevraagd. Bedrijven die hier uitzendkrachten betrekken, merken evenmin iets van Hem. In de brochure met referenties die het bureau gretig overhandigt accountantsverklaringen en gunstige rapporten voor het ISO kwaliteitsmanagementcertificaat komt het woord God niet voor. Directeur-eigenaar Anton Niese (48) laat er echter geen twijfel over bestaan welke toetssteen het zwaarst weegt. Onze organisatie is gebouwd op de rots Jezus Christus, zegt hij. Je struikelt bij ons niet over de bijbel ons geloof moet vooral blijken uit onze inzet, eerlijkheid, soberheid en open manier van zakendoen. In een maatschappij die alle christelijke waarden op hun kop zet met abortus en euthanasie, is daaraan grote behoefte. Werken als roeping. Maakt de christelijke arbeidsmoraal haar comeback? Wie weet, zegt Coen Teulings, arbeidsmarktonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Het is in elk geval algemeen erkend dat reputaties het economisch verkeer coördineren. Een bedrijf dat zijn normen bekendmaakt, zegt tegen de markt expliciet dat het te vertrouwen is. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 170/365

171 Cases hoofdstuk 6 Een grote klant van Niese, die zelf niet in God gelooft, bevestigt dat. Ik wist niet dat ze op evangelische grondslag werken, zegt hij. Maar het maakt geen verschil. We hebben zo n beetje alle uitzendbureaus in deze branche versleten en zij zijn absoluut de beste. Ze maken waar wat ze beloven. Ik wil geen anderen meer. Het huidige succes van zijn onderneming dankt Niese dan ook in dubbel opzicht aan God. Het is een beloning voor het keiharde werken dat God van de mens vraagt, in het zweet zijns aanschijns, niet om te scoren, maar tot Zijn eer, én het is een bewijs dat eerlijk en trouw zakendoen geld oplevert. De c van christelijk staat bij ons óók voor commercieel, zegt Niese. De principes van het bureau zijn neergelegd in een bedrijfscode die niet toevallig tien artikelen heeft; zij zijn een (losse) vertaling van de tien geboden. Zo wordt het vierde gebod onderhoud de sabbatdag vertaald als wij zorgen voor regelmatige rust, reflectie en recreatie. Gij zult niet echtbreken (zevende gebod) wordt wij blijven trouw aan beloften. En het tiende gebod, Gij zult niet begeren uws naasten vrouw, heet Wij gunnen een ander zijn verworven bezit. Om niet in hoogmoed te vervallen gaat jaarlijks 10 procent van de netto winst ( gulden in 1996) naar goede doelen: met name religieus opbouwwerk in de derde wereld. Dat is nóg iets waarin wij ons van andere uitzendbureaus onderscheiden. Het eerste gebod, Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben, is, enigszins cryptisch, vertaald in wij ondernemen in afhankelijkheid. Tegenover opdrachtgevers of uitzendkrachten treedt Niese niet verder in detail. Wie er achter de balie wil werken, krijgt een uitgebreide versie van het eerste gebod van de bedrijfscode ter ondertekening voorgelegd. Hij er werken geen vrouwen bij TopTech erkent de God van de Bijbel als de bron van alle gezag. Het doel van de onderneming is dan ook om God, de Schepper, te eren. Wij ondernemen in afhankelijkheid van God en, daarvan afgeleid van onze relaties, aan wie wij te allen tijde verantwoording voor onze dienstverlening zullen afleggen. De relatie met de klant is voor Niese zo belangrijk dat hij er in spoedgevallen zelfs de zondagsrust voor opoffert. Wim van Beusekom klappert met de oren. De technisch directeur van Crepa Reyners, de in Rijswijk gevestigde importeur van Nissan-vorkheftrucks, had geen idee dat zijn trouwste leverancier van lassers, spuiters en monteurs on a mission from God was. Maar voor hem telt alleen de kwaliteit van het werk. Die is onovertroffen, zegt hij. Ze zijn het eerste uitzendbureau dat begrijpt dat personeel niet alleen aan technische eisen moet voldoen maar ook de bedrijfssfeer moet aanvoelen. Daarom zijn ze een betrouwbare partner geworden in ons personeelsbeleid. Maar ze moeten het geloof niet gaan uitdragen, want dan zou de relatie van korte duur zijn. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 24 maart 1997 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 171/365

172 Cases hoofdstuk 6 De tien geboden 1 Vereer naast mij geen andere goden. 2 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets wat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 3 Misbruik de naam van de Heer, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt, laat hij niet vrijuit gaan. 4 Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. 5 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. 6 Pleeg geen moord. 7 Pleeg geen overspel. 8 Steel niet. 9 Leg over een ander geen vals getuigenis af. 10 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. Bron (verkort): Nieuwe Bijbelvertaling, Nederlands Bijbelgenootschap, 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 172/365

173 Cases hoofdstuk 6 De affaire-dhl Ons mooi bedrijf kapot om een beetje lawaai Lees de zes teksten in onderstaand dossier over de affaire rond DHL en de luchthaven te Zaventem. Beantwoord de volgende vragen. a Is de uitkomst van de affaire vertrek DHL per 2008 en verlies van veel banen, tegenover reductie van geluidsoverlast voor omwonenden maatschappelijk acceptabel? Maak een beargumenteerde analyse volgens het stappenplan in hoofdstuk 2. b Internet is een open medium waar ieder zijn of haar mening kan uiten. Toch kun je je afvragen of een site als (zie tekst 4 en afbeelding) moreel wel acceptabel is. Je zou kunnen zeggen dat het te veel eenzijdige informatie geeft en onredelijk veel schade kan betekenen voor bijvoorbeeld Biac, haar werknemers en de Belgische economie. Geef een beargumenteerd oordeel hierover. c In tekst 4 wordt gesteld dat beslissingen in dit soort affaires te zeer beïnvloed worden door de grotere macht die bepaalde partijen hebben dankzij bijvoorbeeld hun kennis van marketingstrategie en -technologie. Ben je het daarmee eens? Geef een beargumenteerd oordeel. Tekst 1 De DHL-story in data 29 oktober 2004 Maart 2003: DHL vraagt twintig luchthavens of zij de mogelijkheid bieden voor het koeriersbedrijf om er een grote hub (sorteercentrum) te vestigen. Dat zou nachtvluchten per jaar betekenen. Ook Zaventem kreeg de vraag een voorstel te doen. Mei 2003: Biac antwoordt dat de gewenste grote uitbreiding niet kan op Zaventem. De twee kandidaten die op alle vereisten kunnen ingaan, zijn Vatry en Leipzig. December 2003: De federale regering buigt zich over het aanbod van DHL. Het bedrijf wil de mogelijkheid bekijken om toch in Brussel te groeien. Januari 2004: In Gembloers beslist de regering de beslissing naar 1 september uit te stellen. DHL mag in België blijven, indien niet op Zaventem dan op een andere luchthaven. Steve Dubois wordt aangesteld als onderhandelaar. Juli 2004: DHL is bereid zijn groei met nachtvluchten per jaar te realiseren. 21 september 2004: Premier Verhofstadt stelt een federaal compromis voor maar zonder akkoord van de gewesten. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 173/365

174 Cases hoofdstuk 6 28 september 2004: Er duikt een probleem op rond het lawaaierige vliegtuig MD-11. De regering wil maar vier vluchten toestaan, DHL heeft er zestien nodig. Minister Vande Lanotte zegt bewijzen te hebben dat DHL had toegezegd, het bedrijf noemt het een misverstand. 20 oktober 2004: DHL maakt bekend dat het bij gebrek aan akkoord met de overheid zijn sorteercentrum op Zaventem vanaf 2008 afbouwt banen gaan verloren. Bron: De Standaard, 29 oktober 2004 Tekst 2 Publicatie van de Bond Beter Leefmilieu 14 januari 2004 Bewonersgroepen actief rondom Zaventem, Oostende, Deurne, Charleroi, Chièvres en Bierset eisen gezamenlijk inspraak in luchthavendossier: verplaatsen van nachtelijke charters naar regionale luchthavens is geen duurzame oplossing. Gisterenavond besloten de bewonersgroepen actief Zaventem, Oostende, Deurne, Charleroi, Chièvres en Bierset samen met de vier gewestelijke milieufederaties BBL, IEW, IEB en BRAL vanaf nu gezamenlijk inspraak te eisen rond het luchthavendossier. Zij vragen dringend dat een globaal luchthavenbeleid wordt uitgewerkt voor gans België, met dezelfde geluidsnormen voor iedereen. Het is zeer de vraag of er nog ergens in België voldoende ruimte is voor nog meer nachtvluchten of voor een activiteit van een megacarrier. Het gaat niet op dat weer eens overhaast beslissingen worden opgedrongen aan de bevolking onder druk van één bedrijf. Op de speciale ministerraad van 16 en 17 januari staat zoals bekend het dossier van de nachtvluchten en de uitbreiding van DHL hoog op de agenda. Rond Zaventem is nu al de grens van de leefbaarheid overschreden en dit zowel voor de dag als voor de nacht. Specifiek voor de nachtvluchten zit men reeds ver boven het quotum van nachtbewegingen, tenminste wanneer de internationaal en Europees algemeen aanvaarde definitie van de nacht (van tot uur) wordt gehanteerd. Dan tellen we s nachts bewegingen in plaats van de die er zijn op basis van de gemanipuleerde definitie van de nacht (van tot uur). Maar ook het voorstel om de nachtelijke charters die vanuit Zaventem vertrekken, te verschuiven naar het nachtregime van regionale luchthavens om, aldus DHL, ruimte te geven om s nachts uit te breiden is volgens ons geen duurzame oplossing. Alle bewonerscomités uit Zaventem, Oostende, Deurne, Charleroi, Chièvres en Bierset kanten zich samen met Bond Beter Leefmilieu (BBL), Inter-Environnement Wallonie (IEW), Inter-Environnement Bruxelles (IEB) en de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (Bral) tegen een dergelijke nepoplossing. Zij vragen dringend dat een globaal luchthavenbeleid wordt uitgewerkt voor gans België, met dezelfde geluidsnormen voor iedereen. Het is zeer de vraag of er nog ergens in België voldoende ruimte is voor nog meer nachtvluchten of voor een activiteit van een megacarrier. Het gaat niet op dat weer eens overhaast beslissingen worden opgedrongen aan de bevolking onder druk van één bedrijf. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 174/365

175 Cases hoofdstuk 6 Ondertekenaars Vier gewestelijke milieufederaties Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw, koepel van milieuverenigingen Inter-Environnement Wallonie Inter-Environnement Bruxelles Brusselse Raad voor het Leefmilieu Zaventem 25 air Actie Noordrand AWACSS (Wezembeek - Oppem) Brussel Air Libre Bruxelles BUTV Zaventem Daedalus Leefbaar Diegem Milieuraad Steenokkerzeel Sterrebeek 2000 vzw Wake Up Kraainem Wakker Tervuren Zonezes Oostende Wiloo Deurne VAT Chièvres Icare Charleroi Arac Bierset Netsky Bron: 14 januari 2004 Tekst 3 Ons mooi bedrijf kapot voor een beetje slaap Nacht van de harde waarheid op de gedoemde hub 22 oktober 2004 Ze hadden de bui zien hangen. Maar als ze te horen krijgen dat twee op de drie banen voor de bijl gaan, krijgen de DHL-werknemers een mokerslag. Regering, directie en omwonenden moeten het ontgelden. Zo n mooi bedrijf wordt kapotgemaakt voor de slaap van enkele gezinnen. Verslag van een nacht bij DHL. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 175/365

176 Cases hoofdstuk uur: Kort voor de speciale ondernemingsraad bij DHL breekt een hevig onweer los boven Zaventem. De brandweer moet naar het bedrijf uitrukken voor wateroverlast. Daarmee was de toon gezet: er hing onheil in de lucht. 23 uur: De afgevaardigden en de vakbondsleiders gaan binnen, met lood in de schoenen. Zij zijn op het ergste voorbereid. Aan de deuren van het gebouw heeft tussen de perslui ook Bert Verhoogen postgevat. Hij was ooit de meest strijdbare afgevaardigde, maar werd in mei 2003 ontslagen. Een streek van Deutsche Post. Ze wilden me weg om de handen vrij te hebben. Ook voor wat er nu gebeurt uur: De eerste onheilstijding dringt door. Via een sms je aan Verhoogen laat Viviane Van Kerckhoven, secretaris van de ondernemingsraad, weten dat er massaal jobverlies aankomt tegen Het wordt menens. t Is gedaan, zegt Verhoogen tegen elke DHL-werknemer die nog aankomt, pak een schep en delf uw graf. Daarna blijft het nagelbijtend wachten op meer nieuws. De krantenjongens vrezen voor hun deadline uur: Een bus met de spelers van Werder Bremen komt de luchthaven op gereden. Ze hebben net Anderlecht met 1-2 verslagen. Het is dan wel niet Leipzig, maar de Duitsers winnen, alweer. 24 uur: De vergadering zit erop, de vakbondsmensen verlaten het gebouw. Enorm aangeslagen, maar stilzwijgend. Geef ons de kans eerst de werknemers in te lichten, houden ze de pers af. Toch lekt er links en rechts iets uit banen sneuvelen. Dat is twee op de drie. Ook luchtvaartmaatschappij EAT en de inlandse koeriersdienst delen in de klappen uur: Uit gebouw 3, waar de grote sorteerband staat, stromen ze naar buiten. De honderden werknemers om wie het allemaal gaat. Ze zijn op de hoogte gebracht en dat komt hard aan. Op hun gezichten verslagenheid, vertwijfeling, ongeloof, woede. Sommigen houden zich kranig, anderen laten de tranen de vrije loop. Ergens voelde je het wel aankomen maar het blijft een mokerslag, zeggen ze. Ze zijn een van de vele DHL-paren en dus komt de klap twee keer zo hard aan voor Anna Rossenbacker (47) en Jean-Paul Meert (34) uit Scherpenheuvel. Dit is een mooi bedrijf dat ze kapotmaken voor een handvol gezinnen die klagen over hun nachtrust. Ze weten toch dat er lawaai is als ze hier komen wonen? Het was beter opgelost zoals in Doel of Bierset, met onteigeningen. Maar we doen de vier jaar uit, we blijven tot de laatste minuut, zegt Jean-Paul, dit is een droomjob. Christa Brugmans (28) uit Bekkevoort staat er even beteuterd bij, met haar dikke buik. Ik werk hier negen jaar, mijn man zes jaar. En dan gebeurt dit, net nu ik zwanger ben. Maar ik blijf knokken. Voor mijn baan. Aan een gouden handdruk denk ik niet. Dat geld stroomt toch terug naar de regering uur: De eerste voetzoeker knalt. De regering, allemaal klootzakken, roept een boze vrouw. Het jobs, jobs, jobs van Verhofstadt wordt geparafraseerd tot: flop, flop, flop. Of: dop, dop, dop. Naast de regering moeten ook de bedrijfsleiding en de omwonenden het ontgelden. De directie heeft ons aan het lijntje gehouden. Dit plan hebben ze niet in één dag klaargestoomd. Dit lag klaar in de lade, zegt voorman Joris Welters van de vakbond ACV. Voor ons gaat het om de 1300 slachtoffers, vult zijn ABVV-vakbondscollega Johan Lievens aan we hebben vijf weken achter de feiten aan gehold, maar nu weten we waar we staan. De afgevaardigden gaan niet zomaar in op de uitnodiging van de directie om vrijdag, ergens in Mechelen, de sociale gesprekken te beginnen, in het kader van de wet-renault (wet die de procedure regelt bij bedrijfssluitingen). We moeten gaan praten, maar op onze voorwaarden, zegt Viviane van Kerckhoven. 1 uur: De massa beweegt zich, als in een dodenmars, naar de vertrekhal van de luchthaven. Ze kruisen niet-begrijpende toeristen die net met een nachtelijke charter van vakantie zijn teruggekeerd. Vanop de promenade spreken Sigrid Morren (ACV) en Hicham Boushaba (ABVV) de groep toe. Echt voorbereid zijn ze niet. Een megafoon ontbreekt. Maar ze worden gehoord. Willen jullie acties, vragen Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 176/365

177 Cases hoofdstuk 6 ze, nogal overbodig. De respons: We gaan DHL pijn doen. Het moet hun geld kosten. Laten we de luchthaven lamleggen! Brussel platgooien! Laten we het gestructureerd houden, zeggen de twee délégués, we komen elke nacht werken en pas vanaf twee uur gaan we tot actie over. Zo behouden we loon en houden we het langer vol. De nuchterheid regeert: niemand stelt een bezetting of een staking tot de finish voor. En dan gaan we nu de toegangsweg naar de luchthaven blokkeren. 2 uur: Een groep manifestanten is naar de rotonde onder het viaduct naar de terminal opgetrokken. De politie sluit de weg af om de betogers te beletten richting Brussel te trekken. Wie met de auto weg wil veel DHL-personeel, journalisten en enkele late vliegtuigreizigers staat hopeloos vast. Te voet slagen de militanten erin de Ring te bereiken en urenlang te versperren. De vrachtwagens van de just in time-economie komen even tot stilstand. We gaan de boel geen twee weken lang saboteren, zegt Viviane Van Kerckhoven, maar een gerichte, pijnlijke actie, dat mogen ze vanaf nu elke dag verwachten. Bron: De Standaard, 2004 Tekst 4 Buurtcomités winnen het van vakbonden 22 oktober 2004 BRUSSEL Dat DHL niet uitbreidt, is een overwinning voor de buurtcomités. En een nederlaag voor de vakbonden. Politiek België is gevoelig voor het argument nachtlawaai. Dat is ooit anders geweest. Groepen als Wakker Tervuren ageerden lang voor het jaar 2000 tegen de vliegtuigen boven hun hoofd, maar ze kregen hun zaak amper op de politieke agenda. Tot de vorige regering-verhofstadt de nachtvluchten ging concentreren, om ze daarna weer te spreiden. Plots stonden her en der actiecomités op. En niet de eerste de beste. Een professioneler buurtcomité dan bijvoorbeeld Daedalus in de noordrand had ons land nog niet gezien. Aan het hoofd staat Erik Tamboryn, voorzitter van het Belgisch Direct Marketing Verbond. Hij en enkelen van zijn medestanders kennen hun weg in de media zeer goed. Zijn vrouw is dan weer een uitstekende juriste en voorts vinden we bij Daedalus ook een arts terug. Kortom het comité wist hoe het de media moest bespelen: met ludieke acties (een cd, geluidssirenes, ballonnetjes en kindertekeningen), maar ook met doorwrochte studies over de impact van nachtlawaai op de gezondheid. Daedalus kende ook de weg naar de rechtbank en naar de politiek. Toen het concentratiemodel werd opgeborgen en meer nachtvluchten over de oostrand gingen, doken daar de actiegroepen op. Even slim, even goed georganiseerd. Lees bijvoorbeeld de site (zie afbeelding hieronder), een site die buitenlandse investeerders wil ontraden om hun geld te steken in de nationale luchthaven. Tegen al dat geweld leken de vakbonden klein grut. Ze hebben gevochten voor jobbehoud met een actie aan de deuren van CDH (Centre Démocrate Humaniste; politieke partij), met gesprekken met premier Verhofstadt of zijn Brusselse tegenhanger Charles Picqué, ze hebben even de luchthaven lamgelegd. Maar ze maakten minder indruk. Tegen wakkere burgers en het lawaai dat zij konden maken, stonden ze machteloos. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 177/365

178 Cases hoofdstuk 6 De bonden zelf zitten met de handen in het haar. Rik Vermeersch (BBTK): 80 tot 85 procent van de mensen vindt jobs belangrijker dan nachtlawaai. Toch denkt de Wetstraat (= regering) daar anders over en zoekt ze een onnozel obstakel de MD-11 om de zaak te kelderen. Hij wijst erop dat de comités niet eens zo n grote achterban hebben. Ze hebben een betoging georganiseerd. Geen duizend mensen waren er. Misschien is het niet alleen de kwantiteit die telt. In Brussel ageren de comités het hardst in de chiquere regio s, waar MR (Mouvement Réformateur), CDH en Ecolo (Écologistes confédérés pour l Organisation de Luttes originales) de PS (Parti Socialiste) er nog wat onder kunnen houden. Ook dat telt. Schermafbeelding van Bron: De Standaard, 2004 Tekst 5 Het communiqué van de regeringen We betreuren de beslissing 22 oktober 2004 De federale, Brusselse en Vlaamse regering hebben samen een communiqué opgesteld waarmee ze reageren op de beslissing van DHL. We hebben kennis genomen van het antwoord van DHL dat deze morgen werd overgemaakt. De federale, Brusselse en Vlaamse regering betreuren de beslissing van DHL om niet in te gaan op de gevraagde bijkomende inspanningen met betrekking tot het terugdringen van de geluidsoverlast die de expansie met zich brengt. Het feit dat DHL enerzijds geen garantie kan bieden voor de vervanging van de MD-11-toestellen tegen 2011 en anderzijds de verdere expansie enkel wenst te realiseren met de grotere toestellen met een geluidsuitstoot van QC (Quota Count; norm voor geluidproductie) kleiner of gelijk aan 8, maakte de expansieplannen onmogelijk. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 178/365

179 Cases hoofdstuk 6 De federale, Brusselse en Vlaamse regering nemen akte van de beslissing van DHL om zijn activiteiten en de tewerkstelling in Zaventem te vrijwaren tot 2008, alsook de uitbreiding van zijn administratief hoofdkwartier verder te consolideren. De federale regering heeft aan Biac (Brussels international airport company) gevraagd de verdere ontplooiing van alternatieve activiteiten met een groot tewerkstellingspotentieel op de luchthaven te onderzoeken. De Vlaamse regering zal door middel van concrete maatregelen bijkomende inspanningen leveren om de ontwikkeling van bijkomende economische activiteiten te bevorderen. Bron: De Standaard, 2004 Tekst 6 Wat is DHL van plan en waarom? 22 oktober 2004 Omdat de Belgische regering en de gewesten niet aan de eisen van DHL tegemoetkomen, start het bedrijf de bouw van een intercontinentale hub in het Duitse Leipzig of het Franse Vatry. Die zou proefdraaien in 2007 en in 2008 volledig in werking treden. De activiteiten van de Zaventemse hub blijven zoals ze vandaag zijn tot De federale regering garandeert een stabiel nachtvluchtenregime. Vanaf 2008 wordt Zaventem een regionale hub. Voor DHL Aviation (het sorteercentrum) zou dat het aantal bedienden doen dalen van 922 naar 522 of 322. Het aantal arbeiders zou van 1074 dalen naar 424 of 324. Voor EAT (de luchtvaartmaatschappij) zou het aantal werknemers op Zaventem dalen van 650 naar 315. In totaal zijn dat 1700 banen die maximaal verdwijnen. De personeelsvermindering zou al in 2008 plaatsvinden. De intercontinentale hub op Zaventem ontwikkelen had 1400 rechtstreekse, nieuwe banen kunnen opleveren. Een nieuwe intercontinentale hub was nodig omdat de capaciteit met 5 procent per jaar groeit en Zaventem dan tegen 2007 aan zijn plafond zit. Het bedrijf klaagt erover dat de regelgeving de jongste jaren in België voortdurend gewijzigd werd. Dat creëerde een instabiel kader, waardoor investeringen op lange termijn moeilijk werden. DHL besliste Zaventem te laten vallen omdat er te veel obstakels waren. Er bestond geen politieke consensus over het aantal nachtvluchten, noch over het spreidingsplan, noch over de verlenging van start- en landingsbaan 25L. De limiet van de toegelaten Quota Count (QC) per toestel werd op 8 gelegd vanaf 2011 zonder uitzondering, zodat de MD-11 (QC 11), nodig voor de langeafstandsverbindingen, niet gebruikt kon worden. DHL wilde ook voor korte afstanden grote toestellen met hogere QC inzetten om capaciteitsredenen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 179/365

180 Cases hoofdstuk 6 Het bedrijf had geen datum noch een belofte dat er geluidsisolatie doorgevoerd zou worden. DHL zegt nochtans toegevingen te hebben willen doen. De regering kreeg tien maanden extra om een voorstel te doen. Het hubplan werd uitgesteld van 2007 naar 2011, omdat dan pas de nieuwe site aan de andere kant van Zaventem klaar was geweest. Het aantal gewenste vluchten zakte van naar Er werd afgezien van het gebruik van een B-747. De Airbus A300 zou vroeger vervangen worden en de MD-11 zo vroeg als mogelijk. De keuze tussen Leipzig en Vatry wordt binnen twee tot drie weken genomen, zo luidt het. Eerder was verteld dat het nog tot zes weken kon duren. Het plan heet NOPR-A Pegasus en maakt deel uit van het Star-programma waarmee Deutsche Post, eigenaar van DHL, zijn activiteiten wil herstructureren. De eerste keer dat de naam Pegasus opdook, was met het plan dat omstreeks Kerstmis 2003 opdook. Daarin vroeg DHL geen enkele beperking inzake aantal nachtvluchten en vliegtuigtypes. Het werd door de regering en Biac als onhaalbaar afgevoerd. In juli 2003 werd het vervangen door het Foxtrot-plan, dat volstond met nachtvluchten. Dat was de basis voor het federale voorstel, dat het nooit gehaald heeft. Bron: De Standaard, 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 180/365

181 Cases hoofdstuk 6 Duurzame IT-communicatie: de toegevoegde waarde van het informatiesysteem In hoofdstuk 6 wordt over IT-communicatie het volgende gezegd: Communicatiestructuur en IT Bij interne communicatie wordt heden ten dage veel gebruikgemaakt van intranetomgevingen, erpsystemen, workflowmanagementsystemen, enzovoort. Vaak worden dergelijke systemen ingevoerd omwille van efficiency, om de informatie-uitwisseling tussen afdelingen te vergemakkelijken, kennis te delen, enzovoort. Dergelijke systemen veranderen echter de manier waarop mensen samenwerken, vaak drastisch en de gevolgen daarvan kunnen groot zijn. Mensen hebben veel minder mogelijkheden om direct met collega s te communiceren, kunnen zich gereduceerd voelen tot een schakel in een lopendebandsysteem en zich ernstig beperkt voelen in hun eigen ruimte om verantwoordelijkheid te nemen en keuzes te maken. De mogelijke schadelijke gevolgen daarbij liggen natuurlijk voor de hand en doen zich in de praktijk ook vaak voor: frustratie, miscommunicatie, demotivatie, verminderde productiviteit, verloop van personeel, slechte communicatie met klanten, enzovoort. In hoofdstuk 4 hebben we bij de bespreking van duurzame IT-communicatie een voorbeeld gegeven van het analyseren van de toegevoegde waarde van het informatiesysteem. In de bijbehorende figuur 4.2 hebben we ook de interne werknemer opgenomen en daarbij een aantal criteria genoemd voor de beoordeling van de toegevoegde waarde. Het is in het kader van intern MVO-management raadzaam om bij de ontwikkeling of de evaluatie van een informatiesysteem deze criteria als leidraad te gebruiken en te bekijken op welke punten het informatiesysteem geoptimaliseerd kan worden. Gebruik dit basismodel zoals opgenomen in hoofdstuk 4. Mogelijkheid 1 Werk dit verder uit en schrijf een beleidsdocument waarin je deze toegevoegde waarde voor een specifieke organisatie beschrijft, bijvoorbeeld de organisatie waarin je stage loopt of hebt gelopen. Beschrijf op basis daarvan ook de wenselijkheid van nieuwe functionaliteit en aanpassingen aan het systeem. Mogelijkheid 2 Ga uit van een organisatieschema dat je uit een boek of van internet hebt gehaald en beschrijf, op basis van het model op figuur 4.2, welke functionaliteit nodig is voor een systeem dat inderdaad toegevoegde waarde voor duurzame IT-communicatie kan bieden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 181/365

182 Cases hoofdstuk 6 Gezond wantrouwen? Lees onderstaande informatie over de visie van Hoffmann Bedrijfsrecherche over hoe je interne fraude kunt voorkomen. Geef beargumenteerd aan in het licht van wat je in dit hoofdstuk gelezen hebt over de nadelen van compliance waarin de voorgestelde remedies tekortschieten. Wantrouwen en argwaan a.u.b.! De meest voorkomende vormen van interne fraude en remedies Van uw personeel is waarschijnlijk het overgrote deel eerlijk en betrouwbaar. Misplaatst vertrouwen kan er echter toe leiden dat die ene rotte appel maandenlang zijn gang kan gaan. Enige argwaan is dus gerechtvaardigd. De meest voorkomende vormen van interne fraude uit de praktijk van Hoffmann Bedrijfsrecherche. 1 Goederen Bijna 50 procent van de fraudezaken die Hoffmann behandelt, komt neer op fraude met goederen. Als u een zaak heeft in industriële keilbouten, hoeft u zich niet zoveel zorgen te maken, maar verder zijn er voor zo n beetje elke categorie goederen wel afnemers te vinden. Vooral voor kleding, levensmiddelen, elektronica en computers. Hoffmann: Wij hebben een zaak gehad met een firma die complete bestellingen opnam voor tuinvijvers. Zij namen zelf de spullen mee uit de groothandel waar ze werkten en ze regelden ook nog de mensen om de vijver te graven en aan te leggen. Remedie Een betere voorraadcontrole en vooral: meer gezond wantrouwen. Het duurt lang voor zulke mensen tegen de lamp lopen. Natuurlijk valt het op dat er voorraadverschillen zijn, maar de directeur zoekt de oorzaak vaak extern: er komen nieuwe sloten op de deur en de bonnen van de toeleverancier worden nog eens goed gecontroleerd. Pas na een paar maanden of een jaar komt het idee dat het misschien weleens aan de eigen werknemers kan liggen. 2 Declaratiefraude Heel gemakkelijk. Een medewerker levert zijn declaratie in en vervangt bijvoorbeeld een drie door een acht, of plaatst er een één bij, waardoor je een heel ander bedrag krijgt. Ook zijn er gevallen bekend van mensen die kopieën van hun declaraties doorgeven aan collega s, zodat ze dubbel kunnen declareren. Remedie Hoffmann maakt vaak gebruik van een docubox. Dat is een kast met allerlei verschillende lampen en lichtsoorten waarmee dergelijke valse declaraties letterlijk tegen het licht gehouden kunnen worden en onderzocht kunnen worden op bijvoorbeeld verschillende soorten inkt op een declaratie. 3 Tijd Hier gaat het om het ontduiken van werktijden: onterecht overuren schrijven of niets uitvoeren in werktijd. Het gaat dan volgens Hoffmann vooral om mensen die op de weg zitten zoals vertegenwoordigers en verkopers. Zij kunnen ongezien aanrommelen of helpen de situatie een handje door aan de tachograaf te rommelen of hun mobiele telefoon uit te zetten. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 182/365

183 Cases hoofdstuk 6 Remedie Een waterdichte urenadministratie en direct opheldering vragen bij onduidelijkheden. 4 Ziekteverzuim Mensen die bij de supermarkt met gemak twee kratten bier sjouwen of vrolijk de buitenboel staan te schilderen, veranderen bij de arboarts opeens weer in lichamelijke wrakken. Remedie Ook hier is het nodig om een goed zicht te hebben op uw medewerkers. Wanneer verzuimt iemand en waarom? Een bedrijfsrecherchebureau kan zieke werknemers observeren wanneer u vermoedt dat er iets niet in de haak is. 5 Geld Bij mensen die met contant geld werken, zie je het vaak fout gaan. Dat is vooral het geval als bestellingen direct worden afgerekend. De ontvangers komen in de verleiding het geld een paar dagen later af te geven. Als dat een paar keer zo doorgaat, geven ze het ontvangen bedrag pas af als ze weer een nieuwe zending hebben afgerekend. Zo vullen ze het ene gat met het andere tot er opeens een balansdatum is waarbij alle bedragen binnen moeten zijn. Remedie Een deugdelijk systeem met regelmatige afdrachten. 6 Kassa Een gewone greep uit de kassa s komt natuurlijk nog steeds voor. Remedie Camera s. Bij verdenking van diefstal is het wel degelijk toegestaan om verborgen camera s te gebruiken. Voorwaarde is wel dat er echt iets aan de hand is en dat u vooraf schriftelijk te kennen heeft gegeven dat u zich het recht voorbehoudt camera s in te zetten. 7 Familie en bekenden Familie en kennissen profiteren ook mee van interne fraude. In de winkelbranche komt het veel voor dat criminelen doelbewust familieleden laten solliciteren, bijvoorbeeld in een elektronicazaak of kledingzaak. Deze medewerkers zetten op een afgesproken tijd het alarm uit of verwijderen de tags die het alarm laten afgaan. De criminelen kunnen vervolgens direct met de spullen de winkel uit lopen. Als hun familieleden betrapt worden, is er niets aan de hand. Gaan ze weer ergens anders werken. Van de door Hoffmann betrapte fraudeurs zat 29 procent in het eerste dienstjaar. Dat wijst erop dat ze bewust hebben gesolliciteerd om fraude te plegen. Remedie Personeel screenen. Zeker op sleutelfuncties en achter de kassa. Het nabellen van referenties is één. Onderzoek (laten) doen beter. Publicatiedatum: 15 november 2002 Bron: Hoffmann Bedrijfsrecherche bv Auteur: Arjan Kors Bron (bewerkt): Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 183/365

184 Cases hoofdstuk 6 ICT, integraal ontwerpen en MVO-management Lees eerst het artikel Integraal ontwerpen (IO) is afgeleide van MVO-management op de site bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6. Een van de implementatietools voor integraal ontwerpen in de bouw is gebruikmaken van software waarin het hele bouwproces vanaf het begin wordt vastgelegd (met behulp van 3Dbouwmodellen, engineeringdatabases, enzovoort). Lees de tekst hierover in onderstaand kader en zoek op internet naar voorbeelden van deze software ter ondersteuning van integraal ontwerpen. Beschrijf welke functionaliteiten van deze software MVO-management kunnen versterken. De (meer)waarde van een gebouwmodel Jan Kees Pikkaart Reeds langere tijd wordt gespeculeerd hoe het bouwproces verbeterd kan worden. Woorden als ketenintegratie, faalkostenreductie, transparantie en procesbeheersing spelen daarbij een belangrijke rol. Dat de rol van de opdrachtgever daarin weleens van doorslaggevende aard kan zijn, wordt steeds meer ingezien. Belang De opdrachtgever is de belanghebbende die door de hele bouwkolom direct, of indirect als toeleverancier, door alle partijen wordt gediend. Deze is daarmee de spil van het bouwproces en kan als enige de verandering in een stroomversnelling doen geraken. Als de hele bouwkolom gericht is op het leveren van maximale meerwaarde voor de opdrachtgever, zal het ook elke afzonderlijke partij voor de wind gaan. Samenwerken is als gevolg daarvan dan ook een eerste vereiste. Het gezamenlijke belang stellen boven het afzonderlijke belang. Methoden Maar welke methoden heeft de opdrachtgever nu eigenlijk om deze verandering in gang te zetten? Een van de grote mogelijkheden is het werken op basis van een 3D-model, een intelligente voorstelling van het bouwwerk in de computer. Een gebouwmodel geeft alle aspecten weer van het uiteindelijke resultaat dat geleverd wordt, zowel bouwkundig als installatietechnisch, maar ook qua comfort, energiegebruik, lichtinval en bijvoorbeeld milieubelasting. Als het ware is het model de elektronische katalysator van het project. Alle partijen communiceren over en met het model gedurende het hele bouwproces en daarna. Dus niet alleen bij de totstandkoming, maar zeker ook tijdens het gebruik van het bouwwerk. Alle aspecten van het bouwwerk worden zo centraal bijgehouden en de communicatie speelt zich af rond deze voorstelling. Het model dient ook als katalysator voor het proces. Alle afwegingen worden direct zichtbaar en het werken met alternatieven en scenario s is eenvoudig en inzichtelijk. Transparantie is een logisch gevolg daarvan. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 184/365

185 Cases hoofdstuk 6 Gevolgen De gevolgen van het werken met een 3D-gebouwmodel laten zich op het eerste gezicht raden. Toch zal bij nader inzien de impact veel breder zijn. Het hebben van procesafspraken en een procesmanager met voldoende bevoegdheden is een vereiste en communicatie dient open en voor ieder inzichtelijk plaats te vinden. Alle betrokken belanghebbenden zullen zich moeten conformeren aan een nieuwe manier van werken, gebaseerd op samenwerking, transparantie en innovatie. Pas als aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal een opdrachtgever kunnen worden bediend met passende dienstverlening en een optimaal product en zullen alle belangen van iedereen optimaal gediend worden. Wat levert het op? Voor de opdrachtgever zal door het meer beheerste proces en de transparantie het resultaat uit meerdere voordelen bestaan. Om met de belangrijkste te beginnen: de prijs zal lager zijn of voor hetzelfde budget zal meer product geleverd kunnen worden. Maar waarschijnlijk minstens net zo belangrijk is dat het bouwwerk meer aan de gestelde (functionele) specificaties zal voldoen, minder vaak zal op de schreden teruggekeerd hoeven te worden, en voortdurend is duidelijk wat uiteindelijk verkregen wordt. De gebruiksaspecten, toch vaak voor minstens dertig jaar, zullen een grote invloed kunnen hebben op het totstandkomingsproces. Het voor de opdrachtgever onoverkomelijke incident van de totstandkoming van een bouwwerk komt in beter perspectief te staan tot de eisen die de gebruiksperiode stelt. Bron (bewerkt): 10 juni 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 185/365

186 Cases hoofdstuk 6 Klokkenluiden op Schiphol 5 Lees voorafgaand eerst het artikel Klokkenluiden op de website bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6. Lees de tekst in het kader hieronder en beantwoord de volgende vragen. a b c d e f Werk deze opdracht uit in groepen van vier, waarbij ieder een andere rol heeft: directielid van Schiphol, manager die vooraf gestelde targets moet halen, monteur en lid van het IVW. Kies een van de in het artikel genoemde dilemma s en werk ieder apart dit dilemma uit volgens het Standaardformulier voor de oplossing van potentiële klokkenluidersissues (zie het artikel Klokkenluiden op de site bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6). Vergelijk vervolgens de uitwerkingen en bediscussieer de verschillen. Probeer samen tot één uitwerking te komen waar jullie het allemaal mee eens zijn. Het lekken naar de krant kun je beschouwen als klokkenluiden. Is dit klokkenluiden gebeurd conform de modelregeling van de Stichting van de Arbeid? Geef beargumenteerd antwoord. Vind je, op basis van de uitwerking bij a, het klokkenluiden gerechtvaardigd? Geef beargumenteerd antwoord. In het artikel wordt gemeld dat de KLM een database heeft ingesteld waarin technici klachten kunnen melden met als doel zo open mogelijk te communiceren met de werknemers, om de veiligheid te vergroten. De technici blijven echter tegenover de journalist van het NRC Handelsblad liever anoniem omdat destijds een kritische collega werd geschorst. Blijkbaar is het openstellen van een database op zich niet genoeg om openheid te creëren. Bedenk aanvullende maatregelen. In het artikel wordt verteld dat de KLM net als andere luchtvaartmaatschappijen steeds vaker grote onderhoudsbeurten om economische redenen laat uitvoeren in China. Daar blijken fouten te worden gemaakt. Stel dat er door zo n fout een ongeluk gebeurt. Is KLM verantwoordelijk? De IVW plaatst zichzelf bewust in een afwachtende rol. Conform de regels mag KLM zelf bepalen welke fouten er gemeld worden. De luchtvaartsector zelf echter, zo 5 De tekst over de veiligheid van Schiphol werd ons ter beschikking gesteld door LIvET, Landelijk Instituut voor EthiekTraining. Onze dank daarvoor. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 186/365

187 Cases hoofdstuk 6 blijkt uit het artikel, wil een actievere rol voor de IVW. Geef voor- en nadelen van beide rollen. g KLM stelt dat het zich wat betreft veiligheid en risico s houdt aan de wet. Stel dat er een ongeluk gebeurt door een specifiek mankement of het niet-uitvoeren van een bepaalde veiligheidscontrole, dat er daarvan meldingen zijn geweest van technici, maar dat de KLM nog steeds kan aantonen dat het zich daadwerkelijk aan de wettelijke voorschriften heeft gehouden. Is de KLM dan wel of niet verantwoordelijk te stellen voor dat ongeluk? Geef beargumenteerd antwoord. h Vliegtuigen worden wereldwijd voorafgaand aan elke start gecontroleerd. Stel, jij bent controleur en je constateert een mankement waardoor het vliegtuig formeel niet mag vertrekken. Maar op basis van jouw deskundigheid weet je dat het nog zeker veilig kan vliegen. Wat doe je, meld je het vliegtuig formeel vluchtveilig of niet? Geef een beargumenteerd antwoord. Open raampje, defecte lampjes en missende moeren Technici van KLM op Schiphol klagen over tijdsdruk bij het onderhoud van vliegtuigen Alleen al over de eerste acht maanden van dit jaar telt het dossier ruim zevenhonderd meldingen. Van een kapot lampje tot een motordefect, kapotte zuurstofmaskers, een onklare hoogtemeter, een afgebroken start omdat een cockpitraampje niet goed dicht zat, ongewone bewegingen aan een vleugel. Dagelijks melden KLM-werknemers hun bazen wat er misgaat in de lucht en op de grond, van kleine akkefietjes tot serieuze voorvallen. KLM Engineering & Maintenance, de onderhoudsdienst, verzamelt al enkele jaren meldingen die medewerkers doen om fouten en potentieel gevaarlijke situaties intern aan de kaak te stellen, ter lering. Deze krant kreeg de beschikking over alle meldingen sinds 2003 tot en met vorige maand, vele honderden in getal. De opsomming wekt de indruk dat er veel mis is, maar dat geeft volgens betrokkenen een vertekend beeld. Waar veel wordt gevlogen, worden fouten gemaakt. KLM staat er niet om bekend risico s te nemen. Toch knaagt het bij veel medewerkers. Zij constateren dat ook de KLM te maken heeft met stijgende kosten en een snoeiharde concurrentie, en dat managers worden beloond op basis van Performance Management waarbij het salaris afhangt van het halen van vooraf gestelde targets. En bij een vliegmaatschappij worden voortdurend afwegingen gemaakt tussen veilig vliegen en winst maken. In de hangars wordt niet voor het eerst gesproken over spanningen tussen rekkelijken en preciezen, degenen die zich strikt aan de regels houden en degenen die weleens kiezen voor het economisch belang. Een voorbeeld. Afgelopen voorjaar, op 22 mei, zo blijkt uit de lijst, melden twee medewerkers, dat de gezagvoerder van de PH-BDY, een Boeing 737, een defect in de bedrading van de noodverlichting op de vloer niet liet repareren door een technicus op het buitenstation. Op de vraag waarom hij dat niet had laten doen, antwoordde hij dat hij dan vertraging zou oplopen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 187/365

188 Cases hoofdstuk 6 Een maand eerder kreeg Quality Assurance (QA), de afdeling binnen de KLM die de meldingen beoordeelt, een andere melding: Aircraft departed from outstation to AMS with two open AML entries (not released). Het toestel vertrok die dag, 30 december, vanuit een buitenstation naar Amsterdam met twee openstaande klachten en was niet afgetekend door een technicus. Bekend probleem, luidt het achteraf geschreven interne commentaar van QA. Ook het vangnet (crew) heeft hier niet gewerkt. Een andere technicus meldt in april dat een gezagvoerder met zijn toestel, een Fokker 100 van KLMdochter Cityhopper, niet van Hamburg terug naar Amsterdam had mogen vliegen wegens een defect aan de motor. Het toestel was in zijn ogen niet-luchtwaardig. Tijdsdruk en veiligheid verdragen elkaar slecht, maar volgens de klachten binnen de hangars zit daar vaak de oorzaak van de spanningen. Als een KLM er wordt geconfronteerd met een technisch mankement, kijkt hij eerst op zijn horloge, is een gevleugeld gezegde op Schiphol-Oost. Enkele jaren geleden werd een onafhankelijk onderzoek ingesteld nadat een interne brief naar buiten was gekomen waarin een manager aan het personeel schreef dat onderhoud niet bedoeld is om defecten te vinden. Het gevolg van het onderzoek door de commissie-droste was dat er een database werd ingesteld waarin technici klachten kunnen melden. We hebben dit speciaal gecreëerd om zo open mogelijk te communiceren met de werknemers, om de veiligheid te vergroten, zegt een KLM-woordvoerder. Toch zijn de problemen van toen nog actueel, stellen verschillende bronnen. Zij willen anoniem blijven omdat destijds een kritische collega werd geschorst. Volgens de technici komt het bijvoorbeeld nog steeds voor dat klachten aan vliegtuigen pas worden gemeld als een toestel op Schiphol is geland. Een toestel dat strandt in Azië, levert problemen op met passagiers en bemanningsleden die naar huis willen, zeggen de technici. Het aantal klachten dat op weg naar Schiphol wordt ontdekt, is volgens hen groter dan het aantal klachten dat in het buitenland wordt opgemerkt. Zitten er vleugels aan, dan kan ie naar huis, zei een KLM-ingenieur onlangs nog gekscherend. Sommige technici maken zich kwaad over een vermeend gebrek aan lerend vermogen, zeker na het Droste-rapport. Zoals een technicus die meldt dat hij op een MD-11 twee zuurstofflessen heeft ontdekt zonder opschrift tegen de regels. Hij wijst zijn bazen op vergelijkbare incidenten en noemt het een duidelijk voorbeeld van hoe KLM omgaat met het afwikkelen van voorvallen. Hij hekelt de staat waarin het bedrijf verkeert als het gaat om het leren van fouten. Incidenten als deze vormen in zijn ogen het begin van een grote ramp waarmee KLM E&M in de toekomst te maken krijgt. Een collega van hem oordeelt hard over een incident in een hangar, waarbij het personeel doorwerkte tijdens het verwijderen van kerosine uit een door de KLM onderhouden toestel van Blue Panorama Airlines, terwijl dat verboden is wegens het explosiegevaar. Waarschijnlijk gelden de regels niet als er tijdsdruk is, schrijft de medewerker. Hij eist harde maatregelen, want deze struisvogelpolitiek komt mij mijn neus uit en is nog illegaal ook. Meestal zijn de gevolgen van een defect of een administratieve fout niet alarmerend. Maar wat gebeurt er als het vaker voorkomt? En wie controleert dat? Formeel is dat de Inspectie Verkeer & Waterstaat (IVW), die volgens de regelgeving door de bedrijven op de hoogte moet worden gesteld van defecten en andere voorvallen die de luchtwaardigheid van een toestel nadelig hadden kunnen beïnvloeden. Voor die meldingsplicht is gekozen om de toezichthouder de kans te geven in te spelen op trends die duiden op risico s. Maar uit de lijst van de KLM valt op te maken dat de IVW lang niet van alles op de hoogte wordt gesteld. In de eerste zes maanden van 2005 had de KLM volgens de IVW 150 van de 563 interne voorvallen doorgegeven. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 188/365

189 Cases hoofdstuk 6 Dat is, stelt de IVW bij navraag, conform de regels. Uiteindelijk bepaalt de KLM zelf welke voorvallen worden doorgegeven. De KLM laat net als andere luchtvaartmaatschappijen steeds vaker grote onderhoudsbeurten om economische redenen uitvoeren in China. Maar uit een van de meldingen blijkt dat bij het Chinese onderhoud aan twee toestellen fouten zijn gemaakt: bij diverse stoelen zijn verkeerde moeren en bouten aangebracht, op andere plekken ontbreken ze. Het lijkt erop dat we meer energie moeten steken in het begeleiden van onze uitbestede activiteiten, luidt achteraf het commentaar van QA. Maar gebeurt dat vaker, en op andere plaatsen in het vliegtuig? Kortom, wie toetst, onafhankelijk, de kwaliteit van het Chinese onderhoud? De IVW wil niet ingaan op de vraag of het niet nuttig zou zijn om zelf trendanalyses te maken en volstaat met de mededeling dat de KLM naar haar mening de kwestie van het Chinese onderhoud goed oppakt. Maar de luchtvaartsector zelf lijkt de risico s wel degelijk te zien. Uit het binnenkort te verschijnen Veiligheidsonderzoek Schiphol 2005, waarover deze krant zaterdag berichtte, blijkt dat de sector een wezenlijke rol ziet voor de overheid. De luchtvaartautoriteiten, dus ook de IVW, moeten volgens de industrie voldoende zicht houden op het werkelijke niveau van de veiligheid, en als vangnet fungeren voor verslechtering van de veiligheid in een economisch moeilijke tijd. Maar zij schoten volgens dat onderzoek kwalitatief en kwantitatief tekort als het gaat om de coördinerende rol op het gebied van de luchtvaartveiligheid. Te weinig mensen en onvoldoende kennis door bezuinigingen en reorganisaties, luidde samengevat het oordeel. Een KLM-woordvoerder reageerde gisteren op de aantijgingen vanuit het bedrijf en op het lekken van de lijsten met voorvallen naar deze krant. Volgens hem meldt de KLM alles aan de IVW wat volgens de wet moet worden gemeld. Wij houden ons aan de wet. Dagelijks wordt hier getoetst of zaken gemeld moeten worden of dat klachten op een andere manier moeten worden verholpen. Waar mensen werken gaat weleens iets fout. Daar waar maatregelen moeten worden genomen, gebeurt dat. De KLM stelt dat de bronnen binnen het bedrijf een rammelend verhaal vertellen met als doel de onderneming slecht af te schilderen. In plaats van interne zaken naar de media te sturen kunnen werknemers beter contact opnemen met de directie, zegt de woordvoerder. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 4 oktober 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 189/365

190 Cases hoofdstuk 6 Klokkenluiden, ook als je bedrijf eraan failliet kan gaan? Lees voorafgaand eerst het artikel Klokkenluiden op de website bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6. Lees onderstaande case, een waargebeurd verhaal dat anoniem gemeld werd aan de IVA. Vind je dat de werknemer wel de misstand extern had moeten bekendmaken? Geef een beargumenteerde mening op basis van het Standaardformulier voor de oplossing van potentiële klokkenluidersissues (zie het artikel Klokkenluiden op de site bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6). De werkgever overtrad de milieunormen. Er werden gevaarlijke stoffen verbrand in plaats van afgevoerd. Verder kocht de werkgever goedkopere en verkeerde stoffen, voor machines, in. Daarnaast lichtte de werkgever de banken verkeerd in. De werkgever legde de regels uit zoals ze hem uitkwamen. Medewerkers die hiertegen ingingen, werden ontslagen. Tijdens het werkoverleg kaartte de geïnterviewde het gebruik van de milieuonvriendelijke stoffen aan. De directeur beloofde beterschap door met milieuvriendelijke stoffen te gaan werken. Door het ontbreken van geld lukte het de directeur niet om voor alle machines op milieuvriendelijke stoffen over te gaan. De geïnterviewde heeft de misstand niet gemeld, omdat hij hoopte de misstand met praten te kunnen oplossen. Aangifte bij de milieupolitie zou tot een boete leiden, die het bedrijf niet zou kunnen betalen. Bron: De weg van de klokkenluider: keuzes en dilemma s (2001) Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 190/365

191 Cases hoofdstuk 6 LIFO, Afspiegelingsbeginsel of Competentiebeginsel? In onderstaand artikel in Trouw van 17 februari 2009 wordt het voorstel besproken van de FME, ondernemersorganisatie voor de technologisch-industriële sector, om bij ontslagen af te wijken van het Last In First Out-principe (LIFO), om talent te kunnen behouden. In december 2008 had Jan Kamminga, de voorzitter van de FME, op de website al een stuk geplaatst waarin hij voorstelt om het zogeheten afspiegelingsbeginsel op te heffen en ontslag te koppelen aan het wel of niet bezitten van competenties. Je zou dat dus het competentiebeginsel kunnen noemen. Deze tekst wordt als tweede hieronder gegeven. Welk beginsel moet volgens jou het zwaarst wegen? LIFO, afspiegeling, of competentie? Vind je dat organisaties meer in staat moeten kunnen zijn talent te behouden, ten koste van oudere werknemers? a b c Zoek eerst zoveel mogelijk informatie over het LIFO-principe en het afspiegelingsbeginsel. In het Trouw-artikel bijvoorbeeld wordt een aantal argumenten genoemd waarom het LIFO-principe rechtvaardig is, maar er zijn er meer te noemen. Vind ook zoveel mogelijk argumenten die pleiten voor de rechtvaardigheid van het afspiegelingsbeginsel. Noem ook praktische, zakelijke voordelen van beide principes (denk aan bijvoorbeeld kennisopbouw, motivatie, enzovoort). Zet vervolgens op basis van onderstaande teksten en op basis van zelfgevonden informatie zoveel mogelijk nadelen van en bezwaren tegen LIFO en afspiegeling op een rijtje. Maak nu een afweging en geef een beargumenteerd oordeel. Ben je het eens met de FME of vind je dat het LIFO- en/of afspiegelingsbeginsel moet worden behouden? Metaal wil talent behouden Bedrijven die reorganiseren moeten hun beste werknemers kunnen selecteren en behoeden voor ontslag, stellen de metaalwerkgevers. Het moet niet langer vanzelfsprekend zijn dat werknemers die het laatste zijn aangenomen als eerste worden ontslagen. FME-CWM, vereniging van werkgevers in de metaalsector, heeft gisteren bij minister Donner van Sociale Zaken aangedrongen op bijstelling van de ontslagregels. Het kan niet zo zijn dat mensen die net intensief zijn opgeleid en goed functioneren, nu ontslagen moeten worden, zegt FME-voorzitter Jan Kamminga. De technologisch-industriële sector die de FME vertegenwoordigt, kampte jarenlang met een tekort aan geschoold personeel. Nu voorziet de sector tienduizenden ontslagen. Daarbij moet talent behouden blijven, vindt de FME. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 191/365

192 Cases hoofdstuk 6 Bij een kwart van de gedwongen ontslagen willen de werkgevers ervoor kunnen kiezen om goede mensen die net in dienst zijn, te behouden. Kamminga: Moet een bedrijf 28 man ontslaan, dan gaan er 21 uit volgens het Last In First Out-principe. Zeven mensen die volgens dat beginsel weg moeten, mogen toch blijven. Een bedrijf kiest de besten uit. Anderen, die er al lang zitten maar minder goed werken, verliezen hun baan in plaats van die sterke krachten. CNV Bedrijvenbond begrijpt de oproep van de FME, zegt voorzitter Jaap Jongejan. Maar verstandig vind ik hem niet. Deze crisis treft ons allemaal, daar moeten de zwakkeren in een bedrijf niet de prijs voor betalen. Jongejan wijst op het nut van de wettelijke Last In First Out-regeling. Die is juist bedoeld om een objectieve maatstaf te hebben bij ontslag. Van Last In First Out mag alleen worden afgeweken als een werknemer onmisbaar is voor de organisatie. Kamminga vindt dat de definitie van onmisbaar in crisistijd ruimer moet worden uitgelegd. Maar Jongejan ziet daar niets in: Hoe bepaal je dat? Bron (bewerkt): Trouw, 17 februari 2009 Zie af van afspiegelen We moeten rekening houden met een golf van ontslag. Ik maak me daarbij ernstig zorgen. We zijn namelijk gebonden aan het in mijn ogen onzalige afspiegelingsbeginsel. Volgens dit beginsel moet de werkgever werknemers, binnen de diverse leeftijdscategorieën, op basis van hun anciënniteit voor ontslag aanwijzen. De procentuele leeftijdsopbouw van het personeelsbestand in de verschillende categorieën moet vóór en na de reorganisatie zoveel mogelijk gelijk blijven. Deze regel is funest voor de concurrentiekracht van de technologische industrie. Want voor het overleven in een mondiale markt moeten we juist voortdurend waakzaam zijn, moeten we voorop lopen in ontwikkelingen en moeten we zorgen voor continue innovatie van producten en processen. Dat dit ook de nodige eisen aan de medewerkers stelt, behoeft geen betoog. Als er collectief ontslag moet worden aangevraagd, worden bedrijven door de huidige regelgeving veelal gedwongen afscheid te nemen van werknemers die met veel moeite zijn geworven en waarin substantieel is geïnvesteerd. Het gaat hier om werknemers die het bedrijf juist nodig heeft om in de toekomst te kunnen overleven. Voor een bedrijf in de technologische industrie is het van uitermate groot belang dat werknemers met de juiste kennis en kunde, dus de juiste competenties, behouden blijven. Hoe wil je anders blijven concurreren en je doelstelling kunnen realiseren? Het zal toch iedereen duidelijk zijn dat de hiervoor benodigde competenties bij de medewerkers zich niet laten ordenen naar leeftijd en/of anciënniteit. Behoud van deze zo noodzakelijke competenties hoort zwaarder te wegen dan het afspiegelingsbeginsel bij collectieve ontslagaanvragen. Dus: zie af van het afspiegelingsbeginsel, kies voor flexibiliteit en voor maatwerk. Alleen dán kan de technologische industrie de huidige crisis doorstaan en als deze achter de rug is met de juiste medewerkers vol vertrouwen de toekomst in. J. Kamminga, voorziter FME, ondernemersorganisatie voor de technologisch-industriële sector Bron (bewerkt): Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 192/365

193 Cases hoofdstuk 6 MVO-management bij de NS? Lees de case Kantoorklerk controleert NS-conducteur (zie kader) en beantwoord de volgende vragen. a De controleactie is duidelijk geen voorbeeld van MVO-management, zoals in dit hoofdstuk beschreven. Noem minstens twee redenen waarom deze actie schadelijk kan zijn voor de NS. b Hoewel de actie onder a bekritiseerd is, is controle op zich geen slecht middel. In talloze bedrijven wordt gecontroleerd of werkzaamheden volgens gangbare procedures en taaknormen worden uitgevoerd. Het probleem bij controle van conducteurs is dat ze verspreid over het hele land werken, met allerlei verschillende dienstroosters en ook tijdens dienst vrij onzichtbaar voor het management opereren. Bedenk andere controlemaatregelen die niet de onder a genoemde negatieve consequenties hebben. c Bedenk een aantal maatregelen vanuit de visie van MVO-management die bij kunnen dragen aan de bevordering van goede taakuitoefening van de conducteurs. Laat je daarbij inspireren door de categorieën van structuurmaatregelen in de MOVEscorecard, zoals besproken in dit hoofdstuk. Kantoorklerk controleert NS-conducteur UTRECHT Kantoorbedienden en andere medewerkers van de Nederlandse Spoorwegen kijken in de trein de conducteur op de vingers. Het NS-personeel houdt bij hoe vaak een conducteur kaartjes controleert en of er voldoende informatie bij vertragingen wordt gegeven. Dat heeft een woordvoerder van de NS dinsdag bevestigd. Volgens de NS vinden de personeelscontroles al een jaar plaats, maar de Vakbond voor Machinisten en Conducteurs (VVMC) heeft er pas drie weken geleden van gehoord. De VVMC vindt dat het bedrijf op een onvolwassen manier met zijn rijdend personeel omgaat. De spoorwegen willen met de personeelscontrole meer zicht krijgen op de eigen dienstverlening. De controles door de NS ers vinden door heel het land plaats. Als daaruit naar voren komt dat niet aan de eisen wordt voldaan, neemt het spoorbedrijf eventueel maatregelen. De VVMC vindt het vreemd dat de NS eigen personeel gebruikt om de kwaliteit van de dienstverlening in kaart te brengen. De vakbond krijgt negatieve, maar ook positieve reacties. Sommigen vinden het achterbaks van de NS, anderen vinden het prima omdat ze hun werk goed doen, zei een woordvoerder. Bron (bewerkt): De Telegraaf, 21 september 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 193/365

194 Cases hoofdstuk 6 Ondernemers op de bres voor het milieu: schijnheilig of een nieuwe kans? Lees de tekst in onderstaand kader. Ben je het eens met de kritiek dat deze bedrijven met deze oproep schijnheilig bezig zijn of zie je deze oproep juist als een kans om duurzame communicatie tussen organisaties en stakeholders te versterken? Verdeel de klas in twee groepen. De ene groep gaat zo veel mogelijk argumenten vinden en bedenken voor de stelling dat deze organisaties schijnheilig zijn, de andere groep gaat zo veel mogelijk argumenten vinden en bedenken voor de andere stelling. Ondernemers op de bres voor milieu Rotterdam, 12 december. De nieuwe regering moet meer aandacht geven aan het natuur- en milieubeleid. Dat schrijft een groep topbestuurders uit het bedrijfsleven vandaag in een open brief aan de formateur en de politieke partijen. De brief is op persoonlijke titel ondertekend door onder anderen directeur Rein Willems van oliemaatschappij Shell Nederland, bestuursvoorzitter Bert Heemskerk van de Rabobank en Antony Burgmans, voorzitter van de raad van commissarissen van levensmiddelenbedrijf Unilever. Via hun brief uiten ze hun zorgen over de wereldwijde aantasting van de natuur, het verdwijnen van soorten dieren en planten en de opwarming van het klimaat. Tijdens de verkiezingen, en nu ook tijdens de formatie, is het thema natuur- en milieubeleid volledig afwezig. Dat is verbazingwekkend, zegt Antony Burgmans van Unilever. Als voorbeeld noemt hij het leegvissen van de wereldzeeën en het voortdurend overschrijden van vangstlimieten door vissers. Er wordt al gesteld dat er over veertig jaar geen vis meer in de oceanen zwemt. De bestuurders verwachten van de nieuwe regering een duidelijkere visie waarin duurzaamheid centraal staat. Ze denken bijvoorbeeld aan strengere eisen voor de import van soja, palmolie of hout. Bij het verbouwen van deze gewassen wordt nu veel regenwoud gekapt. Wij vinden dat u het beschermen van ons leefmilieu, zowel hier als wereldwijd, een hogere prioriteit moet geven, schrijven ze. Samen met politieke en maatschappelijke organisaties willen ze werken aan een visie voor Nederland. Bestuursvoorzitter Bert Heemskerk van de Rabobank beklaagt zich onder meer over het hapsnap beleid ten aanzien van duurzame energie. Zo trok minister Wijn (Economische Zaken, CDA) eerder dit jaar plotseling de subsidie voor groene stroom in later is de regeling gedeeltelijk hersteld. Dit soort ingrepen heeft zich eerder voorgedaan bij wind- en zonne-energie, zegt Heemskerk. Het maakt investeren in duurzame energie risicovol. Hij vindt het beleid voor duurzame energie niet ambitieus genoeg. Initiatiefnemer van de brief is natuurorganisatie IUCN. Directeur Willem Ferwerda hoopt dat de bestuurders hun macht kunnen aanwenden om de politiek te beïnvloeden. We moeten ons de vernietiging van ecosystemen meer aantrekken, zeker als land dat zoveel handel drijft. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 194/365

195 Cases hoofdstuk 6 De organisatie Milieudefensie vindt de brief een mooie oproep. Maar voor een bedrijf als Shell is het wel wat dubbelhartig om aan de ene kant te pleiten voor meer natuurbeleid en aan de andere kant zelf het milieu te vervuilen via lekkende oliepijpen en het affakkelen van aardgas, zegt directeur Frank Köhler. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 12 december 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 195/365

196 Cases hoofdstuk 6 Onduidelijke verantwoordelijkheden in de scheepsbouw In onderstaande tekst wordt een samenvatting gegeven van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van het plooien en zinken van een beunschip. a Wie zou in deze kwestie welke (duidelijke) verantwoordelijkheden genomen moeten hebben? b Bedenk acties in de diverse categorieën van structuurmaatregelen die ervoor moeten zorgen dat verantwoordelijkheden duidelijker gelegd worden, er meer samenwerking en communicatie ontstaat tussen betrokken partijen en de risico s op dergelijke ongelukken verkleind worden. Beunschip geplooid en gezonken Op 5 juli 2004 om omstreeks uur is een nieuw beunschip in de Middensluis van IJmuiden op halve scheepslengte geplooid en gedeeltelijk gezonken. Het schip was nieuw opgeleverd op 9 juni 2004 en bezig met zijn derde reis met lading. Tijdens dit ernstige ongeval konden alle opvarenden zonder letsel van boord komen. De sluis is wel voor langere tijd gestremd geweest. Tijdens het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid kwam al snel naar voren dat het plooien niet te wijten was aan omstandigheden in de sluis of een teveel aan lading. Er was sprake van een constructiefout als gevolg van een onjuist ontwerp, dat onvoldoende rekening hield met de belastingen die het schip zou kunnen ondervinden. Het schip was niet ontworpen voor de belastingen waaraan het schip blootgesteld kan worden. Dit bleek niet alleen uit de controleberekeningen van de Inspectie van Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart (IVW/DS), maar ook uit de berekeningen van de Onderzoeksraad. Dit gebrek aan langsscheepse sterkte was zodanig dat niet anders geconcludeerd kan worden dan dat dit de oorzaak van het ongeval is geweest. Op basis van het onderzoek naar het ongeval met het beunschip komt de Onderzoeksraad tot de volgende conclusies: Geen van de partijen lijkt voldoende kritisch te zijn geweest Het ontwerp was afwijkend van bestaande beunschepen, maar er werd wel vertrouwd op de bestaande ontwerphulpmiddelen. Dat het schip qua grootte en verhoudingen afwijkend was, werd door geen van de partijen voldoende onderkend. De gangbare ontwerphulpmiddelen (onder andere grafieken en tabellen die zorgen voor vereenvoudigde en snelle berekeningen) werden toegepast, zonder een gedegen analyse of dit wel toereikend was. Bij het volledig doorrekenen van de constructie van het schip (in plaats van het uitvoeren van vereenvoudigde berekeningen) had men kunnen constateren dat het schip onvoldoende sterk was. De gebruikte ontwerphulpmiddelen werden niet juist toegepast Zowel de ontwerpers van het schip als de controlerende instantie werken vrijwel altijd met ontwerphulpmiddelen waarmee onder andere het buigend moment (het samenstel van krachten op een ligger, wat doorbuiging van deze ligger, in dit geval het schip, tot gevolg heeft) en de toelaatbare Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 196/365

197 Cases hoofdstuk 6 spanningen in bepaalde constructiedelen bepaald kunnen worden. Deze ontwerphulpmiddelen zijn opgesteld door klassenbureaus. De werkwijze is ontstaan vóór het computertijdperk, toen het nog erg arbeidsintensief was om de volledige hieraan ten grondslag liggende berekeningen uit te voeren. Voor dit schip werden de ontwerphulpmiddelen gebruikt buiten het geldigheidsgebied waarvoor ze ooit waren opgesteld. Het gebruikmaken van deze hulpmiddelen bij het ontwerpen van binnenschepen is in de sector gebruikelijk. De verhouding van ruimlengte tot de scheepslengte van dit schip week echter sterk af van de verhoudingen waarvoor de formules zijn opgesteld. Uit het onderzoek van de Onderzoeksraad blijkt dat deze gebruikelijke ontwerphulpmiddelen voor het beschouwde scheepstype ook zelfs binnen het geldigheidsbereik van deze formules een aanzienlijk te laag buigend moment opleveren, waardoor het schip onder belading kan doorbuigen. Met andere woorden: zelfs als de ontwerphulpmiddelen juist toegepast worden, kan een te zwak ontwerp van het schip verkregen worden. De verantwoordelijkheidsverdeling tussen de verschillende betrokken partijen bij het ontwerp was niet duidelijk. Het proces verliep als volgt: De eerste tekeningen van het grootspant en het algemeen plan van het casco zijn gemaakt door een tekenaar in opdracht van de ontwikkelaar/bouwer. De toekomstige eigenaar vond het casco echter te zwaar uitgevoerd en daarmee te duur. De kosten voor het nieuwe schip worden namelijk sterk beïnvloed door de hoeveelheid staal die nodig is voor de bouw. Daarop is de ontwikkelaar/bouwer met de gegevens naar een ander reken- en tekenbureau gegaan om na te gaan of het gewicht van het schip verminderd kon worden. Uiteindelijk heeft dit andere bureau berekeningen uitgevoerd die resulteerden in een lichter casco. Door dit reken- en tekenbureau zijn de contacten met de IVW/DS gelegd om het schip gekeurd te krijgen. De IVW/DS heeft deze constructietekeningen en berekeningen goedgekeurd. De toetsingen en keuringen uitgevoerd door de IVW/DS bleken niet voldoende waarborgen te bieden. De binnenvaartsector gaat hier echter in de praktijk wel van uit. Dit blijkt onder meer uit de volgende omstandigheden: * De IVW/DS kreeg geen volledig en voldoende inhoudelijk dossier geleverd en maakte hierover geen opmerkingen. * De IVW/DS heeft de controleberekeningen onvolledig en primitief uitgevoerd. Daarnaast is de Raad van mening dat de IVW/DS onvoldoende kritisch is geweest over haar eigen rol. Zo heeft de IVW/DS geen gedegen basisanalyse gemaakt van het ontwerp en heeft zij niet onderkend dat de schaalvergroting tot onvermoede effecten kan leiden. Afsluitend In de binnenvaartsector wordt nog veel vertrouwd op de traditionele benadering, zonder te overwegen of dit nog wel toereikend is. Nu ontwerpen steeds verder worden opgeschaald, is het de vraag of deze traditionele benadering nog steeds kan worden gebruikt. Het gebruik van ontwerphulpmiddelen in algemene zin en in het bijzonder bij het ontwerpen van schepen die buiten de gangbare verhoudingen en/of afmetingen vallen, is zeer ongewenst. Zeker nu de mogelijkheden aanwezig zijn een schip (door de computerisering) volledig door te rekenen is, is het naar de mening van de Onderzoeksraad noodzakelijk dat alle ontwerpen met state-of-the-artmethoden volledig doorgerekend worden, zoals reeds gebruikelijk is in de zeevaartsector. Daarnaast zou de binnenvaartsector zichzelf beter moeten controleren. Naar de mening van Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 197/365

198 Cases hoofdstuk 6 de Onderzoeksraad zouden maatregelen getroffen moeten worden die de ontwikkelingen beter monitoren en diepgaander analyseren. Dit kan op verschillende wijzen tot stand worden gebracht. Zo kan gedacht worden aan: het beter vastleggen en controleren van ontwerphulpmiddelen met aandacht voor het toepassingsbereik en het ontwikkelen van andere betrouwbare ontwerphulpmiddelen; het verbeteren van de toetsingen die door de branche zelf worden uitgevoerd zowel als van de toetsingen uitgevoerd door aan de overheid gerelateerde instanties; het verduidelijken van de verantwoordelijkheden van partijen. De Onderzoeksraad heeft gemeend ten aanzien van deze problematiek een aanbeveling aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat te moeten richten. Deze is: De inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen bij nieuwbouw of ingrijpende verbouwingen van binnenschepen de constructiestijfheid van het schip door de aanvrager aan te laten tonen op basis van volledige berekeningen, alvorens over te gaan tot de uitgifte van het Certificaat van Onderzoek. Daarnaast kan lering worden getrokken uit het proces van keuren bij de bouw van andersoortige schepen, zoals schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren en zeeschepen. Binnenvaartschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren worden namelijk wel onder klasse gebouwd, hetgeen betekent dat een klassenbureau het volledige ontwerp- en bouwproces controleert. In de zeevaart wordt eveneens reeds lang onder klasse gebouwd. In de zeevaartnieuwbouw is het de gewoonte dat de bouwwerf de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het eindproduct en daarvoor ook aansprakelijk is. De werf is aanspreekpunt voor de IVW/DS en het klassenbureau. Bron (bewerkt): Onderzoeksraad voor Veiligheid, 4 juli 2006 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 198/365

199 Cases hoofdstuk 6 Regelgeving in de bouw Lees het interview met Kees van der Meulen, technisch directeur van bouwbedrijf Ooijevaar, opgenomen op de site in de rubriek Interviews ( Open en eerlijke communicatie ). a b c Benoem de voor- en nadelen van het werken voor een groot bedrijf in vergelijking met het werken voor een kleiner bouwbedrijf. Betrek daarbij ook de in het hoofdstuk genoemde begrippen openheid, betrokkenheid en integrale verantwoordelijkheid. Toch is de regelgeving naar aanleiding van de bouwfraude nu te veel doorgeschoten, zegt Kees van der Meulen in het interview. Leg uit welke nadelen er zijn aan het te veel doorschieten van de regelgeving. Baseer je daarbij niet alleen op het enkele voorbeeld dat Kees van der Meulen geeft. Techniekstudenten zijn toch te veel met de techniek bezig in plaats van met hoe zitten organisaties eigenlijk in elkaar, wat is de cultuur, hoe gaan de mensen met elkaar om. Dat zijn vragen die heel belangrijk zijn, aldus Kees van der Meulen. Leg uit waarom die vragen inderdaad heel belangrijk zijn voor techniekstudenten. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 199/365

200 Cases hoofdstuk 6 Rokersbelangen Deel 1 Lees de tekst Rokers raken drie vrije dagen kwijt (zie kader) en beantwoord de volgende vragen. a Zet de genoemde argumenten voor en tegen op papier en voeg zo nodig argumenten toe die naar jouw oordeel ontbreken. b Geef op basis van het overzicht van argumenten voor en tegen een beredeneerd oordeel over het besluit van Hunter Douglas. Rokers raken drie vrije dagen kwijt Rotterdam, 14 september. Werknemers die buiten reguliere pauzes roken, moeten bij zonweringsbedrijf Hunter Douglas drie vakantiedagen per jaar inleveren. Dat heeft de directie met instemming van de ondernemingsraad besloten. Sinds 1 januari van dit jaar geldt een wettelijk rookverbod op werkplekken in Nederland. Werknemers die toch roken, moeten dat in speciale rookcabines doen of buiten. Bedrijven en instellingen zijn echter niet wettelijk verplicht om dergelijke cabines te installeren. Hunter Douglas, bekend van het merk Luxaflex, vindt dat niet-rokende collega s te veel worden belast als rokers naar buiten gaan om hun sigaret of shagje op te steken. Bovendien moet er te veel worden geregeld om de bemanning bij de machines op peil te houden in de drie fabrieken met ploegendiensten. Bij veel apparatuur bij Hunter Douglas is vanwege de veiligheid een minimumbezetting voorgeschreven. Hunter Douglas heeft uitgerekend dat rokers die buiten de pauzes roken, minimaal zeven dagen werktijd per jaar verspillen. Desondanks heeft het bedrijf besloten om het aantal in te leveren vakantiedagen op drie vast te stellen. Productiedirecteur H. den Uyl zegt dat twintig à dertig van de in totaal achthonderd medewerkers buiten de pauzes roken. Gemiddeld gaan ze twee keer per dag extra naar buiten. Tegenover de mogelijkheid die we bieden om te kunnen roken, mag wel wat compensatie staan, vindt Den Uyl. Uit een enquête onder het personeel bleek bovendien dat een meerderheid van de werknemers last had van rokende collega s. Formeel gaat het om een proef die begin deze maand is ingegaan. Als de nieuwe rookregeling niet bevalt, kan hij over een halfjaar worden aangepast of ingetrokken, aldus voorzitter R. de Jong van de ondernemingsraad bij Hunter Douglas. De Jong heeft ingestemd met het voorstel van de directie omdat ze het een redelijke oplossing vond voor het probleem. Het alternatief zou een absoluut rookverbod zijn binnen het bedrijf. De Stichting Rokersbelangen spreekt schande van de gang van zaken bij Hunter Douglas. De CNV Bedrijvenbond zegt dat het aantal vakantiedagen is vastgelegd in cao-afspraken en dat het bedrijf deze niet zomaar kan schrappen. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 14 september 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 200/365

201 Cases hoofdstuk 6 Reactie Stichting Rokersbelangen Hunter Douglas Europe B.V. en rookgordijnen De Stichting Rokersbelangen kreeg via een werknemer van Hunter Douglas Europe (HDE) een intern bericht binnen waaruit blijkt dat bij HDE het management per 1 september 2004 een algeheel rookverbod heeft ingesteld en rokende medewerkers buiten moeten roken en gedwongen worden daar drie vakantiedagen jaarlijks voor in te leveren. Werknemers Rokende werknemers krijgen een aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst voorgelegd met een drietal sanctiemaatregelen als er (rook)verboden worden overtreden. Veel werknemers spreken er schande van dat rokers selectief worden benadeeld ten opzichte van andere werknemers binnen het bedrijf en weigeren dan ook dit aanhangsel te ondertekenen. Vakbond Zowel de vakbond als de rokende werknemers pleiten voor een verantwoord rookbeleid waarbij rokers niet naar buiten worden gejaagd, maar op een verantwoorde manier worden voorzien van een rookruimte binnen het bedrijf en zonder dwangcompensatie van vrije dagen. Inleveren vrije dagen Onzin vindt de SRB, het inleveren van extra dagen als je rookt, de een drinkt meer koffie of maakt wat vaker een praatje met een collega. Deze maatregel zal in ieder geval de verhouding met het management en de productiviteit voor het bedrijf geen goed doen. De Stichting Rokersbelangen De SRB is een consumentenorganisatie die sinds 1993 actief opkomt voor de rechten en belangen van de volwassen roker en die zich sterk maakt voor een samenleving waarin tolerantie en wederzijds begrip tussen roker en niet-rokers bestaat. Bron: Deel 2 Lees de tekst De uitrookprocedure van Hunter Douglas (zie kader) en beantwoord de volgende vragen. c De schrijver noemt hier een aantal argumenten tegen het rookbeleid van Hunter Douglas, argumenten die je misschien zelf ook al had bedacht bij de uitwerking van deel 1 van deze case. Schrijf op basis van deze tekst en wat je geleerd hebt in dit hoofdstuk, een stuk (maximaal 1 A4) waarin je aantoont dat deze beleidsmaatregel van het bedrijf schadelijk is voor motivatie, betrokkenheid en teamgeest. d Veel organisaties worden net zoals Hunter Douglas geconfronteerd met het probleem dat roken slecht is voor de gezondheid van de rokende werknemers zelf, op zijn minst als hinderlijk ervaren kan worden door niet-rokende collega s en bovendien zoals het artikel stelt scheve ogen geeft, omdat rokers telkens minipauzes nemen om aan Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 201/365

202 Cases hoofdstuk 6 hun nicotinebehoefte te voldoen. Bedenk een oplossing die wel strookt met de in dit hoofdstuk beschreven MVO-strategie voor intern management. De uitrookprocedure van Hunter Douglas Jeroen Wester Als het aan Luxaflex-fabrikant Hunter Douglas ligt, gaan de rokende werknemers hun gedrag betalen met minder vakantiedagen. De rokers verlaten, los van de reguliere pauzes, gemiddeld tweemaal per dag de werkvloer voor hun verslaving, zo hebben ze deze week bij het bedrijf uitgerekend. Jaarlijks worden op die manier zeker zeven werkdagen verrookt. Het probleem dat het raambekledingsbedrijf wil aanpakken, is alom bekend. De strengere aanpak van rookoverlast zorgt voor fractionering binnen Nederlandse organisaties. Dat sommige rokers voor hun verslaving regelmatig minipauzes nemen, geeft scheve ogen bij de niet-rokers die dat niet doen. Het schisma is begrijpelijk, waarom zouden niet-rokers meer arbeidsuren moeten draaien tegen hetzelfde tarief? Maar aan het experiment van Hunter Douglas zitten ook grote gevaren. Ten eerste het meetprobleem. Wat doet de raambekleder met de gematigde rokers, de gelegenheidsrokers of de rokers die de ene maand stoppen en de volgende maand weer een pakje per dag roken? En zijn de extra minipauzes van een verstokte roker wel slecht voor de productiviteit? Veel arbeidsconsulenten pleiten juist voor een pauze van vijf minuten na ieder gewerkt uur, om de zinnen te verzetten en RSI te voorkomen. De vraag is ook hoe het bedrijf omgaat met andere onderzoeksbevindingen. Te veel kletsen is slecht voor de arbeidsproductiviteit, te veel spanning opkroppen ook. Moeten de kletsmeiers en binnenvetters ook vakantiedagen inleveren? Degene die beweert dat je aangeboren eigenschappen niet mag bestraffen, kan evenmin de wetenschappelijke bevindingen negeren dat ontvankelijkheid voor verslaving ten dele erfelijk is bepaald. Verzekeraars kennen deze ethische problematiek al langer. Veelverdieners en niet-rokers betalen bij sommige levensverzekeringsmaatschappijen lagere premies omdat hun levensverwachting hoger is. Maar de rokers die de korting mislopen, krijgen die niet terug bij hun afdracht van AOW- of pensioenpremies. Verzekeraars die hun polissen op maat snijden, snijden tegelijkertijd in de solidariteit. Wie maar lang genoeg premies differentieert, houdt uiteindelijk geen collectiviteit over, de basis van verzekeren. De actie van Hunter Douglas is een begrijpelijk nieuw hoofdstuk in de aanpak van rookoverlast, maar kent dezelfde risico s. Polarisatie, onverdraagzaamheid en desintegratie bedreigen de arbeidsproductiviteit. De eventuele winst die met de aanpak van niet-producerende rokers wordt geboekt, gaat al snel verloren in de interne arbeidsonrust die het oproept. Bron: NRC Handelsblad, 18 september 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 202/365

203 Cases hoofdstuk 6 SBM Offshore, gedragscode en verantwoordelijkheden Lees de tekst in het kader Fragmenten uit de Code of Conduct van SBM Offshore N.V. en beantwoord de volgende vragen. a Onder het kopje Dilemmas zegt SBM Offshore dat er vanwege de complexiteit van de omgeving waarin SBM werkt, conflicten kunnen ontstaan tussen de genoemde verantwoordelijkheden en dat dan zorgvuldige afwegingen zullen worden gemaakt. In een artikel in het NRC vertelt Gemma Crijns nu directeur bij Nijenrode, toen werkzaam voor Amnesty International het volgende over de afweging van toenmalig IHC-topman Bax om toch in Birma actief te blijven: De man is open en direct en had er duidelijk goed over nagedacht. Maar hij zei ook: Alles afwegende, met het oog op het belang van aandeelhouders en werknemers, doe ik het toch. Bax zei ook heel eerlijk tegen mij: Als u erin slaagt om de beleggers zover te krijgen dat ze uit IHC stappen, heb ik een probleem. Eerder niet. De Franse en Amerikaanse beleggers zitten er nog steeds in. (Bron: NRC Handelsblad, 16 juni 2001) Vind jij de afweging van SBM, zoals geformuleerd door Bax, om in Birma te blijven, terecht, mede in het licht van deze Code of Conduct? Maak zelf een belangenafweging en geef een beargumenteerd antwoord. b Stel, jij werkt bij SBM en je krijgt bericht dat je wordt uitgezonden naar Birma. Zou jij dan gewetensproblemen hebben? Wat zou je doen? En vind je dat SBM met deze clausule in de Code of Conduct jou de mogelijkheid biedt om te weigeren? Geef beargumenteerde antwoorden. Fragmenten uit de Code of Conduct van SBM Offshore N.V. Mission SBM Offshore s mission is to be a leader in its chosen fields of business, and thereby realise on a long-term basis a return on its invested capital substantially higher than its cost of capital. In this way it aims to create value for its stakeholders and provide its shareholders with a return on their investment commensurate with the risks involved, and so also to secure the continuity and independence of the corporation. Responsibilities to employees Preventing, as far as possible, problems of conscience in the performance of their work and striving to find a proper solution to them where these still arise. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 203/365

204 Cases hoofdstuk 6 Responsibilities to society Society provides SBM Offshore the social and physical infrastructure for entrepreneurship. We therefore have the responsibility for: - not doing business in countries subject to international and relevant national embargoes; - respecting human rights as formulated in the Universal Declaration of Human Rights; - not undertaking commercial activities in countries where it is made impossible, in our own activities, to adhere to this code; - not making payments to politicians and political parties; - supporting initiatives that, within the framework of our possibilities and aims, contribute to the improvement of social welfare; - striving for a constructive relationship with non-governmental organisations; - neither directly nor indirectly co-operating in the laundering of money; - striving for fair competition by respecting tangible and intellectual property rights of competitors and respecting the relevant competition laws. Dilemmas Because of the complex environment in which SBM Offshore operates, the above-mentioned responsibilities could conflict with each other. This can create dilemmas which will be resolved carefully. Bron: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 204/365

205 Cases hoofdstuk 6 The only business of business is doing business een pleidooi tegen MVO! Lees onderstaand artikel. In dit artikel stelt de auteur dat organisaties toch vooral moeten zorgen voor goede financiële resultaten, dat het vooral, zo niet alleen, gaat om invulling geven aan hun economische verantwoordelijkheid en dat op het terrein van de maatschappelijke verantwoordelijkheid veel te hoge eisen aan organisaties gesteld worden. Ben je het met de auteur eens? a Zet eerst alle argumenten van de auteur op een rijtje. b Bedenk tegenargumenten op basis van eigen mening en op basis van wat je in het boek gelezen hebt. De fatsoenlijke organisatie Voor organisaties is het heden ten dage niet goed genoeg meer als ze zich keurig aan de wet houden, geen leugens vertellen, dingen verkopen die mensen willen hebben en geld verdienen. Dat is zo passé. Nee, organisaties moeten zich, zo wordt hun door allerlei partijen verteld, vooral niet te veel bezighouden met winst maken. In plaats daarvan moeten ze zich richten op hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Verrassend genoeg heeft dat niet geleid tot verzet. Integendeel, organisaties spannen zich op allerlei manieren in om aan die oproep gehoor te geven. Ze hebben MVO-functionarissen, MVO-consultants, MVO-afdelingen en zetten allerlei MVOinitiatieven op. En je wordt voor gek verklaard als je daar kritiek op hebt. Elke CEO houdt heden ten dage lezingen of interviews waarin hij uitlegt hoe belangrijk hij het vindt dat zijn organisatie ethisch goed bezig is. Behandel je werknemers goed, versterk vertrouwensrelaties met de klanten en leveranciers, investeer niet in onethische industrieën, of in landen waar werknemers lage lonen krijgen; wees zuinig met energie, recycle gebruikte enveloppen. Enzovoort. De breedte van dergelijke initiatieven is te groot om te generaliseren. Bij sommige initiatieven zijn de aandeelhouders en de wijdere wereld gebaat. Andere initiatieven gaan ten koste van alles en iedereen, behalve de bureaucratische functionarissen die ervoor betaald worden om illusies in stand te houden. De pleitbezorgers van MVO baseren hun redeneringen op een verkeerde en riskante visie op het kapitalistisch systeem. Het kernpunt is dat ze uitgaan van de vooronderstelling dat het kale, onaangepaste kapitalisme ten koste gaat van algemene belangen. In feite, zo zegt men, gaat dan alle winst alleen naar de aandeelhouders en wordt er hoogstens wat ten behoeve van de maatschappij gedaan via belastingen en andere overheidsmaatregelen. Dat op zich zou voor een organisatie niet voldoende zijn om echt tegemoet te komen aan haar verplichtingen jegens de samenleving. En dus, zo zegt men, moet een organisatie wel aan MVO doen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 205/365

206 Cases hoofdstuk 6 Die redenering is fout. Het doel van een organisatie is winst te maken en als ze daarin, in een concurrentieomgeving, slaagt en zich daarbij houdt aan de geldende wetten en keurig belasting betaalt, dan doet de organisatie moreel goed werk. De werknemers werken bereidwillig, in ruil voor salaris. Die transactie draagt bij aan hun welzijn. De klanten kopen graag de producten. Ook die transacties dragen bij aan hun welzijn. En ondertussen blijven de organisaties, uit puur egoïstische (winst)motieven, streven naar het in-stand-houden van vriendschappelijke relaties met werknemers, leveranciers en klanten. En dus is er geen enkele noodzaak om meer te doen, om de belangen van de organisatie op te offeren aan die van de stakeholders. Het eenvoudige systeem van streven naar winst in een concurrentieomgeving werkt op zich al goed genoeg en is in het voordeel van iedereen. Kortom, het egoïstisch najagen van winst is een maatschappelijke verantwoorde manier van ondernemen. Maar misschien, zo zeggen de pleitbezorgers van MVO, zou het systeem nog beter werken als er niet alleen maar egoïstische motieven zijn, maar ook nog de altruïstische behoefte om iets extra s te doen voor de samenleving. Maar de vraag is dan natuurlijk wie die behoefte betaalt. Uiteindelijk is dat niet de organisatie, maar zijn wij dat, als klanten, als aandeelhouders. Het is dan gewoon filantropie bedrijven op kosten van anderen. De schadelijke consequenties van liefdadigheid van bedrijven kan soms zelfs nog verder gaan. Zo zijn er bedrijven die, onder druk van actiegroepen en slecht geïnformeerd publiek, besloten hebben hun vestigingen op te heffen in landen waar de arbeidsomstandigheden niet voldoen aan westerse standaarden. De organisaties brengen dergelijke beslissingen met trots naar buiten en vaak worden die beslissingen ook nog als erg nobel gewaardeerd door het publiek. Die waardering op zich kan de winst ten goede komen, maar daar staat tegenover dat het zich terugtrekken uit die landen zowel de mensen daar berooft van een redelijk inkomen als het land als geheel berooft van een kans om een gezonde economie op te bouwen. Al met al moet de conclusie wel zijn dat we sociaal en economisch beleid beter over kunnen laten aan overheden. Organisaties kunnen zich voortaan beter weer volledig richten op die verantwoordelijkheid die ze echt hebben: winstmaximalisatie. Bron (vertaald): The Economist, 20 januari 2005 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 206/365

207 Cases hoofdstuk 6 Topman UWV als (goedbedoelende) ritselaar voor eigen personeel Het UWV is bezig met een ingrijpende reorganisatie. Daarbij moeten ook werknemers ontslagen worden. Topman J. Linthorst van het UWV zegt in een interview in NRC Handelsblad van 30 mei 2006: Ik hoop dat niemand het gek vindt dat wij als werkgever onze medewerkers van werk naar werk naar begeleiden. Even verderop in het interview zegt hij: Als ze bij de belastingdienst mensen nodig hebben, staan wij als eerste voor de deur, als voorbeeld van zijn inspanningen om oud-uwv ers weer snel aan een baan te helpen. In het algemeen gesproken is het zeker niet gek om ontslagen werknemers te helpen een andere baan te vinden. Een werkgever die zich allerlei inspanningen getroost om ontslagen werknemers aan ander werk te helpen, verdient alle lof. In het algemeen gesproken dan, maar ook in het specifieke geval van het UWV? De doelstelling van het UWV is om werkzoekenden, afkomstig van welke organisatie dan ook, zo snel mogelijk weer aan een baan te helpen. Maar mag het dan de eigen mensen voortrekken boven andere werkzoekenden? Geef een beargumenteerd antwoord op basis van normen die in het geding zijn én op basis van mogelijke gevolgen van de inspanningen die Linthorst zich getroost (zie voorbeeld van belastingdienst in citaat hierboven). Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 207/365

208 Cases hoofdstuk 6 Vertrouwen is goed, maar controle is beter (?) a Lees de tekst in het kader met de titel Vertrouwen is goed, maar controle is beter. Deze stelling van Kersten is onterecht en komt ook het succes van de organisatie niet ten goede. De stelling moet daarom omgedraaid worden: controle is goed, maar vertrouwen is beter. Leg dat met argumenten uit, op basis van wat je in dit hoofdstuk hebt geleerd. b Lees de tekst in het kader met de titel Privacybeleid bij XS4ALL. Zet op basis daarvan en op basis van de eerste tekst de voor- en nadelen van controle van en gebruik van internet door werknemers op een rijtje. Bepaal en beschrijf op basis daarvan een kort en beargumenteerd beleidsstuk waarin je aangeeft wat voor jou het ideale controlebeleid is in een organisatie. c Vergelijk je resultaat met dat van anderen. Wat zijn de verschillen? Vertrouwen is goed, maar controle is beter Gedragscode gebruik op de werkplek ontbreekt Nederlandse bedrijven ontberen een gedragscode voor het gebruik van privé- of internet op de werkplek. Dit zegt Martin Kersten, voorzitter van het Genootschap van Informatie Beveiligers (GvIB). Een gedragscode is weliswaar niet verplicht, maar volgens jurisprudentie wel vereist voor het nemen van disciplinaire maatregelen als een werknemer in de fout gaat. Voornamelijk grotere ondernemingen en overheidsbedrijven hebben volgens Kersten een dergelijke gedragscode, maar bij het mkb en kleinere bedrijven ontbreekt die vaak. Ik denk niet dat werkgevers zich ervan bewust zijn dat een gedragscode nodig is. zegt hij: Bovendien hebben ze andere prioriteiten. Als bedrijven al een gedragscode hebben, voldoet deze volgens Kersten niet altijd. Vaak is het een gekopieerd document uit een andere bron, dat niet is toegesneden op de eigen onderneming. Uit een recent Amerikaans onderzoek van Proofpoint, fabrikant van beveiligingssoftware, bleek dat 36 procent van de onderzochte (Amerikaanse) bedrijven met meer dan duizend werknemers een medewerker belast heeft met de controle op uitgaande . Ruim een kwart van de ondernemingen is van plan dat binnen een jaar te doen. In grotere bedrijven (meer dan twintigduizend medewerkers) is het monitoren van veel gebruikelijker: 40 procent heeft een controleur in dienst, een derde is van plan binnen een jaar iemand hiervoor aan te nemen. Maatschappelijk aanvaard Volgens Martin Kersten hebben Nederlandse bedrijven niemand speciaal belast met controle op uitgaande mail. In ons land is er meer sprake van vertrouwen. Vroeger was Amerika panisch voor het telefoneren naar buiten, maar in Nederland is het maatschappelijk aanvaard dat de telefoon op het werk ook privé gebruikt wordt. Kersten ziet dit in de toekomst ook niet veranderen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 208/365

209 Cases hoofdstuk 6 Systeembeheerders nemen in Nederland vaak de controle op zich van en internetgebruik. Zij krijgen daarbij ook privé-informatie te zien. Vertrouwen is goed, maar controle is beter, zegt Kersten. Het is dan ook een goed idee om in de opleiding aandacht te besteden aan ethiek om de systeembeheerder te leren omgaan met privacygevoelige informatie. Bron (bewerkt): Computable, 1 juli 2005 Privacybeleid bij XS4ALL Privacy is bij XS4ALL altijd belangrijk geweest. Zowel externe privacy, de privacy van de klanten, als intern, de privacy van de medewerkers. XS4ALL gelooft niet in een strikt intern internetbeleid dat medewerkers verbiedt iets anders dan werk te doen en daar met logfiles, spyware en camera s op toeziet. Zo n beleid schept wantrouwen tussen medewerker en werkgever, wat de werksfeer niet ten goede komt. Het naleven van zo n strikt internetbeleid stuit bovendien vaak op problemen. Het beperken van bezoekbare websites belemmert bijvoorbeeld vaak legitiem gebruik, tenzij er veel tijd en geld gestoken wordt in het bijhouden van de toegestane websites. Het bijhouden van alle handelingen die een medewerker via zijn of haar computer op het internet verricht een vrij zware inbreuk op de privacy legt geen duidelijke verbinding met de medewerker. Virussen, trojans en medewerkers die gebruikmaken van andermans computer, kunnen gemakkelijk een vals beeld creëren. En het bijhouden of zelfs lezen van die medewerkers krijgen, is niet alleen een schending van het briefgeheim, maar kan dankzij de enorme hoeveelheid spam en virussen die op het internet rondgaan, zeer gemakkelijk tot de verkeerde conclusies leiden. Het uitgangspunt van XS4ALL is eigen verantwoordelijkheid. Zolang het werk goed gedaan wordt, vindt XS4ALL het niet nodig om bij te houden wat medewerkers precies doen. En als er problemen zijn met het functioneren, zijn er goede procedures om die problemen te signaleren en op te lossen zonder hiervoor het precieze reilen en zeilen van individuele medewerkers in de gaten te houden. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld problemen met de werksfeer, illegale activiteiten en hoge telefoonkosten. De camera s en de toegangscontrole, die XS4ALL in het kantoorpand en de systeemruimtes gebruikt, worden alleen ingezet voor de beveiliging van de panden. De gearchiveerde gegevens van die systemen vallen onder een strikt camerabeleid, dat bepaalt dat ze alleen gebruikt worden bij daadwerkelijke misdrijven, en dat de beelden alleen inzichtelijk zijn in een four eyes -situatie: twee personen kijken samen naar de archiefbeelden. Dit beleid staat pas sinds kort op papier, maar is al sinds het begin van cameratoezicht in deze vorm in gebruik. Het interne privacybeleid is onderdeel van de inwerkprocedure van nieuwe medewerkers. XS4ALL organiseert periodiek een inwerkdag, waarin nieuwe medewerkers kennismaken met alle onderdelen en grondslagen van het bedrijf. Kennismaking met het privacybeleid vormt hiervan een vast onderdeel; hoe medewerkers wel en niet met klantgegevens om moeten gaan, maar ook wat ze van de werkgever kunnen verwachten als het om privacy gaat. Bron: Privacyjaarverslag van internetprovider XS4ALL, 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 209/365

210 Cases hoofdstuk 6 Werkloze moet sneller baan accepteren? Lees onderstaande twee artikelen en beantwoord de volgende vragen. a Zoek op internet of in literatuur aanvullende informatie over het dilemma van inzetten van werknemers op posities onder hun opleidingsniveau. Dit probleem speelt bijvoorbeeld ook bij re-integratie van werknemers, reorganisaties, enzovoort. Kijk ook naar de standpunten van andere politieke partijen die in de kamer dit voorstel van minister Donner niet gesteund hebben. b Zet de belangen van de verschillende stakeholders op een rij en beschrijf daarbij ook op welk niveau elk van deze belangen zich bevinden (zie hoofdstuk 2). c Welke alternatieven zijn er voor de oplossing zoals voorgesteld door minister Donner? Beschrijf ze. d Welke normen zijn hier in het geding? Geef een beargumenteerd antwoord. e Kom tot een beargumenteerde conclusie waarbij je conform het stappenmodel besproken in hoofdstuk 2 een onderscheid maakt tussen verschillende argumenten (normenperspectief, gevolgenperspectief, gezindheidsperspectief, principe van universaliteit, principe van wederkerigheid). Artikel 1 Werkloze kan baan straks lastiger weigeren Den Haag, 4 maart. Werkloze hogeropgeleiden zullen sneller een baan moeten accepteren, ook als die onder hun opleidingsniveau of onder hun uitkeringsniveau ligt. Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt het voorstel van minister Donner (Sociale Zaken, CDA) om de acceptatieplicht voor mensen met een WW-uitkering aan te scherpen. De regeling gaat op 1 juli in. Tot nu toe konden mensen met een WW-uitkering een baan weigeren op grond van opleidingsniveau. Hogeropgeleiden zijn in de huidige situatie na anderhalf jaar verplicht om elke baan te accepteren. Die termijn gaat naar één jaar. Lageropgeleiden, zoals werklozen met een vmbo-opleiding, zijn nu al na zes maanden verplicht alle soorten werk te accepteren. De ChristenUnie had gisteravond in een debat met Donner bedenkingen bij de nieuwe regeling, omdat de rechten worden versoberd voor mensen die soms jarenlang WW-premie hebben betaald. De SP was in het debat ook kritisch over de wetswijziging, omdat het een hoogleraar tot werken in een kas zou kunnen dwingen. Het ademt de sfeer van de werkverschaffing uit de dertiger jaren, zei Paul Ulenbelt. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 210/365

211 Cases hoofdstuk 6 Maar de minister van Sociale Zaken vindt dat sommige Kamerleden te neerbuigend over zulk werk doen. Volgens hem kan het heel gezond zijn voor een hoogleraar of een advocaat om een tijd in een kas te werken of asperges te steken. Er heerst hier een zeker dedain ten opzichte van arbeid. Aspergesteken is ook arbeid. Ik kan u dat zeer aanbevelen: het zijn uitstekende momenten om tot zelfreflectie te komen en tot inkeer. Donner: Wat is nu belangrijker? Dat wij mensen met een uitkering, omdat zij hooggeleerd zijn, niet in de kassen zetten, terwijl zij geen ander werk kunnen vinden? Of dat wij kunnen zeggen: als dit werk er is, dan moet u dat aanvaarden en dan kunt u niet het argument aanvoeren dat het beneden uw uitkering is zoals dat op dit moment het geval is? Overigens zullen de scherpere WW-eisen niet voor Kamerleden gelden, want voor hen is een aparte regeling in de maak. Bron: NRC Handelsblad, 4 maart 2009 Artikel 2 Werken onder niveau schadelijk voor loopbaan Rotterdam, 12 maart. Het klinkt logisch: werklozen moeten werk onder hun opleidingsniveau accepteren als ze niets anders kunnen vinden. Werken is immers beter dan thuis zitten. Maar uit onderzoek blijkt dat het doen van te eenvoudig werk blijvende schade toebrengt aan de loopbaan van werknemers. Universitair docent Irma Mooi-Recie van de Vrije Universiteit in Amsterdam volgde tussen 1985 en 2000 een groep van ongeveer werknemers en ontdekte dat mensen die na een periode van werkloosheid een baan onder hun niveau accepteren, die terugval nooit meer te boven komen. Blijvend litteken op cv Mannen verdienen jaren later nog steeds 15 procent minder dan hun oude salaris zelfs als ze weer op hun oude niveau werken. Vrouwen gaan er maar liefst 19 procent op achteruit. Mooi-Recie spreekt van een blijvend litteken op hun cv. De terugval is minder groot als na een periode van werkloosheid weer werk op niveau wordt aangenomen. Vorige week stemde een Kamermeerderheid in met een wetsvoorstel van minister Donner (Sociale Zaken, CDA) dat de acceptatieplicht voor werklozen aanscherpt. Hoger opgeleiden met een WWuitkering zijn met ingang van 1 juli verplicht om elke te baan accepteren. Ook als die baan ver onder hun niveau ligt en buiten hun branche. In de praktijk kan dat dus betekenen dat een consultant bejaarden gaat wassen in een verpleegtehuis en een hoogleraar tomaten moet plukken op een kwekerij. Arbeidsmarkt wordt verstoord Kortzichtig, zegt Mooi-Recie. Als je stelt dat een hoogleraar tomaten moet plukken, ben je met kapitaalvernietiging bezig. Daar komt bij dat door de nieuwe maatregel verdringing ontstaat: hoog opgeleiden pikken de banen van laag opgeleiden in. Met als gevolg dat de lager opgeleiden in de WW en uiteindelijk in de bijstand verdwijnen. Met deze nieuwe regel verstoor je de arbeidsmarkt, zegt Mooi-Recie. Het is gericht op de korte termijn, om zo snel mogelijk mensen uit de WW te krijgen, maar op de lange termijn pakt het voor iedereen nadelig uit. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 12 maart Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 211/365

212 Cases hoofdstuk 6 Werknemers bespieden Lees de tekst Werknemers bespied via gsm (zie kader). Overleg in groepjes over onderstaande vragen en presenteer jullie visie. Stel, je werkt zelf als werknemer in de buitendienst in een bedrijf waar deze procedure van het traceren van werknemers via de gsm wordt ingevoerd. a Verandert het je houding ten aanzien van je baas en/of de organisatie? Op welke manier? b Verandert het de manier waarop je je werk kunt doen? In positieve of negatieve zin? c In het artikel staat dat het elke minuut kunnen volgen van werknemers een van de grootste dromen is van een werkgever. Ben je het daarmee eens? Werknemers bespied via gsm Een van de grootste dromen van een werkgever is dat hij zijn personeel elke minuut van de dag kan volgen. Vanaf deze week biedt een Brits bedrijf die Big Brother-achtige mogelijkheid. Via de mobiele telefoon van de werknemers kan de baas precies zien waar zijn mensen uithangen. Personeel dat na een zakelijke afspraak niet meteen verder werkt, maar even gaat winkelen of koffie drinken, valt voortaan direct door de mand. De baas ziet het allemaal op zijn pc of via gsm. Het systeem is op twee manieren te gebruiken, zegt directeur Jon Magnusson van MobileLocate, het bedrijf dat de dienst heeft ontwikkeld. Je kunt inderdaad nagaan of iemand de waarheid spreekt over waar hij is. Maar het is voor een baas ook handig om uit te zoeken waar de dichtstbijzijnde werknemer is, wanneer hij iemand nodig heeft. Dat is veel gemakkelijker dan iedereen apart bellen. Verder kun je voorkomen dat je mensen in de auto belt. De service gaat een bedrijf 1,5 euro per maand kosten en wordt inmiddels aangeboden door Vodafone, Orange, T-Mobile en O2. Bron (bewerkt): Algemeen Dagblad, 19 oktober 2004 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 212/365

213 Projectcases Projectcases NB De cases hieronder zijn bij het ter perse gaan van het boek op de site gezet. Op de site zullen met enige regelmaat nieuwe cases worden geplaatst. Het verdient daarom aanbeveling om af en toe de site te controleren op aanvullingen. Inhoud Bedrijfsdiefstal en de MOVE-scorecard 214 Brandveiligheid 218 Business performance measurement 221 Duurzame communicatie en opensourcesoftware 228 Hrm, High Performance versus High Commitment 231 Integraal ontwerpen (IO) en MVO-management 237 Integriteit van banken, topbestuurders en aandeelhouders 238 International business Het bedrijf Pen&Co 244 Maslow, management en hrm 246 MVO en banken 249 MVO, kwaliteit van arbeid en de verantwoordelijkheid van de student 254 MVO-beleid bij reorganisatie 258 Reorganisatie, kwaliteitsmanagement en ICT bij gymnasium Lucretius 263 Stakeholdersdialoog bij offshoring 267 Vertrouwensrelaties opbouwen via internet 272 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 213/365

214 Projectcases Bedrijfsdiefstal en de MOVE-scorecard Sellux Installatietechniek is een succesvol technisch dienstverlener in de utiliteitsbouw, gezondheidszorg en industrie. Het bedrijf telt bijna tweehonderd medewerkers. Het organisatieschema ziet er als volgt uit: Directie Research & Development Marketing & Acquisitie Inkoop Financiële administratie Humanresourcesmanagement (hrm) Afdelingsmanager Werktuigbouw Afdelingsmanager Elektrotechniek Afdelingsmanager Service en Onderhoud Afdelingsmanager... Medewerkers Medewerkers Medewerkers Medewerkers Uit recent intern onderzoek is een vervelende gewoonte onder een groot deel van de medewerkers op de werkvloer aan het licht gekomen. Men blijkt regelmatig dingen mee naar huis te nemen, blijkbaar voor eigen gebruik of voor particuliere doorverkoop. Het gaat om onderdelen en soms klein gereedschap. Geen van de werknemers ziet dit als een kwalijke zaak. Het gaat toch van de grote hoop!, Iedereen doet het, dus doe ik het ook, De zaken Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 214/365

215 Projectcases gaan goed, dus kan het best, dat zijn zo de gedachten die algemeen leven onder de werknemers, en niemand ziet het als immoreel gedrag of diefstal. Men ziet de mogelijkheid spullen mee te nemen eerder als onuitgesproken onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, dat een extra motivatie is om het werk goed te doen. Naar schatting betekent dit gedrag een jaarlijkse financiële schade die weliswaar substantieel is, maar niet de continuïteit van het bedrijf bedreigt en zelfs verdere groei van het bedrijf niet in de weg staat. Het gaat immers erg goed met het bedrijf en de winstmarge is nog steeds riant. Het was de directie niettemin onmiddellijk duidelijk dat aan dit gedrag iets gedaan moest worden, niet alleen omdat het het bedrijf geld kost, maar vooral omdat er een cultuur ontstaan is die op termijn funest zal zijn voor het bedrijf. Er is onder de werknemers duidelijk geen sprake van een gevoel van betrokkenheid bij de organisatie. Ze werken voor hun inkomen, en zo nodig voegen ze op onwettige en onethische manier nog wat toe aan dat inkomen, ten koste van de organisatie. Ze werken niet om, als lid van de organisatie, bij te dragen aan het welzijn van de organisatie als geheel, lijken niet voldoende uitdaging en zinvolle betekenis te vinden in het werk op zich en er is een duidelijke afstand tussen management en personeel op de werkvloer. De directie heeft daarom de hulp ingeroepen van organisatieadviesbureau Bizzconsult. Dit bureau kwam na een eerste inventarisatie met het advies dat het noodzakelijk was om beleid en acties te ontwikkelen op de volgende vier, onderling samenhangende speerpunten: Core values Duidelijk zal moeten worden waar de organisatie nu eigenlijk voor staat. Wat zijn de kernwaarden die aan de basis liggen van alle activiteiten van de organisatie? Wat zijn de core values (en waarom)? En vervolgens: hoe worden deze core values uitgedragen, in de organisatie en naar de externe stakeholders toe (de klanten bijvoorbeeld)? Commitment Een werknemer presteert het beste, is het meest creatief en het meest collegiaal als hij of zij zich daadwerkelijk betrokken voelt bij het welzijn van de onderneming, als hij zich verplicht voelt om alles eruit te halen wat erin zit, niet als noodzakelijke tegenprestatie voor het salaris (de onderste laag van de piramide van Maslow), maar moreel verplicht. Uitgangspunt daarbij moet zijn: De organisatie heeft hart voor de werknemer, dus heeft de werknemer hart voor de zaak. Sellux zal acties en beleid moeten ontwikkelen die leiden tot handhaving of vergroting van commitment. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 215/365

216 Projectcases Communicatie Als het management niet goed communiceert met de werkvloer, en als de werknemers onderling niet goed communiceren, liggen demotivatie, verlies van commitment en schade aan integriteit en reputatie op de loer. Het is noodzakelijk dat Sellux strategieën ter verbetering van motiverende communicatie ontwikkelt. Persoonlijke ontplooiing Voor iedereen is het belangrijk om te kunnen groeien, om zichzelf waar te kunnen maken in zijn of haar werk en om datgene wat hem of haar uniek maakt, ook in het werk uit te kunnen dragen. Dit speerpunt heeft natuurlijk te maken met doorgroeimogelijkheden (carrière), maar dat niet alleen. Hoe bind je mensen (commitment) die bijvoorbeeld uitstekende monteurs zijn, maar absoluut niet geschikt zijn om ooit een managementfunctie te bekleden, en die dus in het bedrijf altijd monteurs zullen blijven? Hoe geef je hun blijvend ontplooiingskansen? Hoe zorg je voor de broodnodige dynamiek in hun baan? Sellux zal ook hierover concrete beleidsplannen en acties moeten ontwikkelen. Deze speerpunten, zo stelt Bizzconsult, zijn onderling sterk samenhangend en zullen als zodanig en in een cyclisch ontwikkelingsproces nader uitgewerkt moeten worden. Bizzconsult stelt voor om de MOVE-scorecard te gebruiken om commitment, communicatie, ontplooiingskansen te versterken en core values te ontwikkelen. De directie voelt zich zeer aangesproken door dit eerste advies van Bizzconsult en besluit het bedrijf opdracht te geven nader onderzoek te doen en te komen met een uitwerking van deze speerpunten in de vorm van concreet beleid en acties. Jullie zijn consultants bij Bizzconsult en krijgen de opdracht om deze klus uit te voeren. Ontwerp een strategie ter verbetering van de integriteit, motivatie en betrokkenheid. Werk een en ander als volgt uit: a b Ontwikkel een actieplan met verbeteracties in overeenstemming met de structuurmaatregelen en ontwikkel core values. Werk volgens de matrix van de MOVE-scorecard van hoofdstuk 6. Geef bij élk van deze verbeteracties aan op welke van de vier speerpunten ze betrekking hebben en leg uit waarom. De speerpunten zijn onderling sterk samenhangend. De kans is dus groot dat een door jullie voorgestelde maatregel betrekking heeft op een combinatie van doelstellingen die bij de verschillende speerpunten genoemd worden. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 216/365

217 Projectcases c Controleer vervolgens of alle onder de speerpunten genoemde doelstellingen door jouw maatregelen in voldoende mate gedekt worden. Verbeter waar nodig de maatregelen of voeg andere toe. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 217/365

218 Projectcases Brandveiligheid Lees onderstaande case en werk de volgende opdrachten uit. a b c d e f g h i j In deze kwestie heb je te maken met veel stakeholders. Noem er zo veel mogelijk en benoem bij elk ook hun belangen in deze zaak. Wie is er officieel verantwoordelijk als er zich, onverhoopt, bij brand persoonlijke ongelukken voordoen? Wie zijn er écht verantwoordelijk, vind jij, als er zich, onverhoopt, bij brand persoonlijke ongelukken voordoen? Stel jezelf achtereenvolgens in elk van de rollen van de stakeholders (dus hoofd van de afdeling Bouwen, burgemeester, brandweercommandant, Dick Scheringa, enzovoort). Zou je in elk van die rollen dezelfde beslissing nemen over het wel of niet accepteren van het brandrisico? Vind je het een foute keuze van VROM om geen onderzoek in te stellen? Waarom wel of niet? Het bureau van Overveld is ingehuurd door de gemeente Alkmaar. Hun conclusie is brandveilig. De conclusie van de brandweer is onveilig. Toch is het DSB-stadion feestelijk geopend en inmiddels in gebruik genomen. Wat vind je daarvan? Wat vind je van de uitspraak van AZ-voorzitter Scheringa? Vind je dat we in Nederland een beetje te veel regels hebben? Immers, op het gedeelte waar het instortingsgevaar 47 minuten bedraagt, is niets gebouwd. Zoek op internet naar de oorzaken van de brand in het cellencomplex op Schiphol. Zie bijvoorbeeld Bereid een presentatie voor waar je de bouw van het AZ-stadion en de brandveiligheid ervan vergelijkt met de bouw en de brand in het cellencomplex op Schiphol. Is die situatie vergelijkbaar, vind je? Er zijn ministers en een burgemeester afgetreden na de uitkomst van het onderzoek naar de brandveiligheid van het asielzoekerscentrum. Vind je dat een moreel zuivere beslissing? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 218/365

219 Projectcases AZ-stadion nog steeds onveilig? Het nieuwe AZ-stadion (officieel DSB-stadion geheten) is niet brandveilig. Dat blijkt uit een geheim (maar via het Noordhollands Dagblad uitgelekt) rapport dat is opgesteld door Y. Suurendonk, een gerenommeerd brandexpert. De gemeente Alkmaar heeft tegen het uitdrukkelijke advies van de brandweer in tóch een bouwvergunning verleend. Dat blijkt uit het rapport dat is opgesteld in opdracht van de Brandweer en Rampenbestrijding. Die eisten dat de brandwerendheid van het stadion minimaal zestig minuten bedraagt. De staalconstructie van het stadion is echter slechts 47 minuten bestand tegen brand. De brandweer is onder druk van de gemeentelijke afdeling Bouwen akkoord gegaan met een verlaging van de brandwerendheid van 60 minuten naar 47. Als er na 47 minuten nog mensen in het stadion zijn, dan is dat heel erg spijtig voor de achterblijvers, aldus brandweercommandant H. Foederer. De afdeling Bouwen blijft bij de opvatting dat ze het bouwbesluit juist uitvoert. Ze zegt de ontwikkelaar van het DSB-stadion niet te kunnen dwingen om aan strengere eisen te voldoen omdat de wetgever dat niet toestaat. In het bouwbesluit wordt in een artikel een brandwerendheidstijd van minimaal dertig minuten genoemd. Brandexpert Y. Suurendonk, die onderzoek deed voor de brandweer, is echter van mening dat een verkeerd artikel uit het bouwbesluit is gebruikt, waardoor lichtere eisen zijn gebruikt. Een bijkomend aspect is dat als de afdeling Bouwen had besloten tot uitstel van de bouw, dat waarschijnlijk geleid zou hebben tot grote schadeclaims. Foederer vindt het jammer dat er door de afdeling Bouwen niets gedaan is met de aanbevelingen van de brandweer: Natuurlijk had ik het graag beter geregeld. Maar dat kan niet altijd. Ik ga niet over de afweging. De afdeling Bouwen doet dat en die hebben zicht op de juridische kaders. Aan de juridische expertise twijfelt hij niet. Ik ga ervan uit dat ze dat wel kunnen. Overigens bleek bij een openbare zitting over deze kwestie de woordvoerder van de afdeling Bouwen de technische complexiteit niet altijd te overzien. Bureau Van Overveld Bouwbesluit BV werd gevraagd om een contra-expertise. Dit bureau werd door het college van B en W van Alkmaar in de arm genomen nadat er onrust was ontstaan over de brandveiligheidsnormen voor het DSB-stadion. Van Overveld stelt dat het nieuwe AZ-stadion bij brand voldoende veilig is voor publiek en brandweer. Volgens het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar maakt het rapport aan alle twijfels een eind. Het publiek kan tijdig wegkomen en de brandweer kan de tribunes zonder tijdsdruk doorzoeken. Als AZ zich aan de voorschriften in de gebruiksvergunning houdt, kan een brand in het nieuwe stadion er namelijk nooit toe leiden dat de tribune instort. De voorwaarde dat de vuurbelasting in de pauzeruimtes onder de tribunes laag blijft, moet nog wel in het bouwbesluit worden opgenomen, zegt Van Overveld. Het college gaat ervan uit dat AZ er alles aan doet om de vuurbelasting in de pauzeruimtes laag te houden. Dat kan onder meer door toepassing van materiaal dat niet gemakkelijk kan branden. De verminderde brandwerendheid van 47 minuten in plaats van de voorgeschreven 60 minuten zou ontstaan zijn door het gebruik van een mindere kwaliteit staal. De gebruikte staalsoort zou bij extreme hitte sneller smelten dan wat duurder staal. De staalleverancier was Hardstaal uit het Friese Lemmer. Het vermoeden bestaat dat Hardstaal, omdat het een schuld van 3 miljoen euro had uitstaan, erg om deze opdracht verlegen heeft gezeten. Op 26 april 2006, nog voor de opening van het stadion, is Hardstaal failliet verklaard. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 219/365

220 Projectcases De VROM-inspectie gaat de constructie van het nieuwe AZ-stadion in Alkmaar en de wijze van vergunningverlening niet onderzoeken. Dat zegt een woordvoerster van de inspectie die toezicht houdt op de naleving van bouwvoorschriften. Ook AZ-voorzitter Scheringa zei dat wat hem betreft het stadion brandveilig is. Ik ga af op mijn deskundigen. Een deel van het stadion is zelfs negentig minuten bestand tegen brand. En het deel dat 47 minuten bestand is tegen brand, daar staat niks op, dus wat brandt daar nou? De twijfels over de brandveiligheid blijven bestaan. Ondertussen zijn er plannen om de capaciteit van het stadion te vergroten van naar Suurendonk maakt zich ernstig zorgen: De twijfels zijn nog niet weggenomen. De gemeente heeft wel onderzoek gedaan naar de procedure van vergunningverlening maar de constructie zelf is nooit deugdelijk onderzocht. De constructie stond wat mij betreft sowieso al ter discussie, ook met minder toeschouwers. Als ik de gemeente een tip mag geven: laat de constructie goed onderzoeken door de VROM-inspectie, want dit stadion is zo goedkoop mogelijk gebouwd. Het is beter om dat vooraf te doen dan achteraf. Zeker omdat er nu al een discussie is over de brandveiligheid. Bron (bewerkt): Noordhollands Dagblad ( Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 220/365

221 Projectcases Business performance measurement Het is aan te raden om voor deze projectcase eerst het artikel MVO in meetmodellen voor business performance te lezen, met name het deel over het EFQM-model. Dit artikel kun je vinden op de site bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6. Context Cake-ware Cake-ware is een moderne fabrikant van koekjes en kleingebak gevestigd te Vorn. Het bedrijf, dat pas drie jaar geleden is opgericht, heeft een spectaculaire groei doorgemaakt. Begonnen in een oud pand in de binnenstad, met 10 werknemers, en nu uitgegroeid tot een bedrijf met landelijk bereik leverend aan supermarkten, sportkantines en tankstations waarin circa 120 werknemers hun brood verdienen. Al binnen een jaar na de oprichting moest Cake-ware dan ook verhuizen naar een nieuw pand op het industrieterrein aan de rand van Vorn. De reden van het succes Cake-ware had al in het tweede jaar een omzet van 3 miljoen euro is een onderscheidend aanbod in combinatie met agressieve marketing. De koekjes hebben een aparte vormgeving die afwijkt van het standaardaanbod van de concurrentie en, verpakt in fraaie kartonnen dozen met doorzichtige bovenkant, duidelijk opvalt in de winkelschappen. Zo heeft de krakeling van Cake-ware niet de vorm van een acht, maar heeft hij een extra derde krul. Erg succesvol zijn ook de ronde chocoladekoeken, die een slag groter zijn en van een dikkere chocoladelaag zijn voorzien dan die van de concurrentie. De opvallende verschillen in vorm van de producten van Cake-ware bleken op zich al succesvol, waarbij de trend van deze tijd dat de consument groter en meer wil, zeker een rol speelde. Daarnaast heeft zeker ook meegespeeld dat Cake-ware zich vanaf het begin ten doel stelde om ook goede kwaliteit te leveren. De dikke chocoladelaag is ook inderdaad dik en van eerste kwaliteit cacao en in de krakeling zit een voor fabriekskoekjes hoog percentage boter. De prijs ligt hoger dan bij de producten van de concurrenten, maar de kwaliteit en grootte van de producten van Cake-ware maken dat prijsverschil voor de consument zonder meer acceptabel. Ten slotte heeft een serie ludieke tv-commercials in het tweede jaar van het bestaan van Cakeware ook in belangrijke mate bijgedragen aan de groei van de onderneming. Tot zover het succesverhaal. Cake-ware zit nu aan het eind van het derde jaar en de situatie lijkt opeens veel minder rooskleurig dan voorheen. De omzetcijfers van de laatste maanden liggen 20 procent lager dan in dezelfde maanden van het vorig jaar, terwijl in het langetermijnbeleid voorzien was in een groei van minimaal 10 procent voor de komende vijf jaar. Eén reden is duidelijk: de concurrentie heeft ook nieuwe, grotere producten op de markt gebracht. Maar er is meer aan de hand. De directie heeft intern onderzoek laten doen en drie knelpunten geconstateerd: de relatie met afnemers, de marketing en de interne bedrijfscultuur. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 221/365

222 Projectcases - De relatie met afnemers De relatie met de afnemers van Cake-ware supermarkten, tankstations en sportkantines staat onder druk. Dat heeft alles te maken met haperingen in de interne logistiek. Met name de supermarkten klagen af en toe over te late en onvolledige levering. De communicatie- en afhandelingsprocedures zijn niet goed ontwikkeld. Veel is informeel geregeld en dat lijkt zich, nu de organisatie sterk gegroeid is, te wreken. Ook is het zo dat de afdeling Verkoop te snel is met het aanbieden aan klanten van nieuwe producten, ver voordat de producten ook werkelijk op voorraad zijn. De afdeling Marketing speelt hierin ook een rol. Zij voorzien immers de afdeling Verkoop van informatie over de nieuwe producten. Ten slotte wordt de relatie met afnemers ook onder druk gezet omdat een product soms niet leverbaar is, doordat de omvang van bestellingen varieert. Het hoofd Verkoop en het hoofd Productie wijzen naar elkaar als het gaat om wie verantwoordelijk is voor het afgeven van een levertijdstip in dit soort situaties. Tijdens de laatste managementvergadering suggereerde het hoofd Verkoop dat dan Marketing maar moest zorgen voor de communicatie met afnemers als een product uit voorraad bleek te zijn, maar deze weigerde resoluut. De directie was verrast door deze confrontatie tussen de drie afdelingen en heeft in dezen nog geen beslissing durven nemen, uit angst dat de spanningen nog verder zouden oplopen. - Marketing In het tweede jaar van het bestaan van Cake-ware oogstte de afdeling Marketing veel succes met zelfbedachte ludieke reclames. Deze gingen wat ver en kregen daarom ook wel enige kritiek in de media, maar dat betekende feitelijk alleen maar extra aandacht voor het merk, free publicity, en bovendien vond het publiek de reclames erg leuk. Zo was er een reclame waarin een actrice speelde die erg veel leek op de koningin. De enscenering was een soort koekjespaleis en de kleding van de koningin zelf was volgehangen met koekjes. De slagzin Cake-warekoekjes van koninklijke allure maakte de verwijzing ondubbelzinnig duidelijk. In een andere reclame werd premier Balkenende gepresenteerd als het koekjesmonster uit het kinderprogramma Sesamstraat. De reclames waren impulsief bedacht, zonder beleid in relatie tot de doelstellingen van het bedrijf. Cake-ware onderscheidde zich immers vooral door consistente kwaliteit. De laatste, wederom ludieke reclamecampagne in het hiervoor beschreven genre, in het begin van het derde jaar en ter introductie van een nieuwe stroopwafel het twintigste product in het Cake-wareassortiment was geen succes. - De interne bedrijfscultuur Om een beeld te krijgen van haar organisatiecultuur, heeft Cake-ware recent een cultuuronderzoek laten uitvoeren. De conclusies waren als volgt: 1 De nadruk ligt bij alle afdelingen op maandcijfers en kortetermijnresultaten. Aandacht voor de lange termijn is er nauwelijks. De langetermijndoelstelling van de directie, 10 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 222/365

223 Projectcases procent groei per jaar voor de komende vijf jaar, is sowieso alleen globaal vertaald in doelstellingen als elke drie maanden een nieuw product, kwaliteit uitstralen en regelmatige vernieuwingen in verpakking, maar niet uitgewerkt in prestatieindicatoren en kritische succesfactoren. Ook heeft de directie zich voorgenomen om zich meer te profileren als MVO-ondernemer de directie vond dat wel mooi passen in hun kwaliteitsstrategie en zag het als een goed middel om ook intern wat meer eenheidsgevoel te creëren maar verder dan dat voornemen is het nog niet gekomen. Men is te veel met de dagelijkse hectiek van het reilen en zeilen van de organisatie bezig, die immers nog steeds gekenmerkt wordt door een heel stelsel van informele en historisch gegroeide afspraken die niet meer blijken te voldoen.van het uitdragen van meer nadruk op langetermijndoelen naar de afdelingen komt derhalve weinig. 2 Het gevoel van onderlinge afhankelijkheid in elkaars functioneren is binnen elke afdeling sterk aanwezig, maar in veel mindere mate tussen de afdelingen. 3 De communicatie is informeel en dat heeft goede en minder goede kanten. Als dingen goed lopen, is er enthousiasme en gedrevenheid en complimenteert men elkaar, ook over afdelingsgrenzen heen. Als het slecht loopt, mede vanwege de tendens om informeel en ad hoc afspraken te maken en het ontbreken van vastgelegde procedures, lopen spanningen gauw hoog op. Mede door de matige omzetcijfers van de laatste maanden is de spanning tussen afdelingen vaak te snijden. 4 De nadruk op presteren en het halen van deadlines lijkt ten koste te gaan van kwaliteitsbewustzijn. Zo is er laatst een incident gemeld waarbij bij het maken van de chocolade te veel penicilline een standaardmiddel voor conservering gebruikt is. Het gehalte is niet gevaarlijk voor de volksgezondheid, maar ligt wel boven de wettelijk toegestane norm. Besloten is toen om de partij toch te leveren, om financiële schade te voorkomen en afnemers niet teleur te stellen. 5 Er is een grote nadruk op presteren, die het afdelingsgerichte gedrag verder versterkt. Bovendien lijkt zelfs binnen afdelingen het eenheidsgevoel onder druk te staan en lijken sommige werknemers vooral bezig met hun ambitie om zelf te scoren. 6 In het afgelopen jaar zijn twee gevallen van interne fraude aan het licht gekomen. Overigens is vanwege de slechte administratieve organisatie moeilijk na te gaan of frauduleuze praktijken echt structureel voorkomen. Rol Jullie hebben als team van externe adviseurs van de directie de opdracht gekregen om een business performance measurement-model te ontwikkelen om Cake-ware weer in de lift te krijgen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 223/365

224 Projectcases Specificaties Onderstaande specificaties zijn uitgewerkt in fasen. Elke fase is een onderscheiden stap in het onderzoek. Deze uitwerking in fasen dient tevens ter structurering van het eindrapport: jullie dienen elke fase in een apart hoofdstuk uit te werken. Als er bij de beschrijving van een fase een opsomming wordt gegeven van criteria, aspecten, resultaatgebieden, enzovoort, dan dienen deze binnen de fase (= hoofdstuk) in aparte paragrafen beschreven te worden. Door deze hoofdstuk- en paragraafindeling strikt te volgen ontstaat vanzelf een overzichtelijk en goed gestructureerd verslag! Het verslag als geheel en elk hoofdstuk afzonderlijk dienen te beginnen met een inleiding. In de inleiding op het gehele verslag geven jullie aan wat de doelstellingen zijn van jullie onderzoek en wat het belang ervan is. Bovendien beschrijven en verantwoorden jullie de opbouw van het verslag. In de inleidingen op elk hoofdstuk geven jullie telkens aan welke doelen jullie in het hoofdstuk willen bereiken en waarom de erna volgende tekst en het daarin beschreven onderzoek van belang zijn voor het onderzoek als geheel. Fase 1 Administratieve organisatie Aan het onderzoeken van de prestaties van een organisatie, het toepassen van meetinstrumenten en het bepalen en implementeren van een nieuwe strategie dient een theoretische beschouwing vooraf te gaan, waarin jullie aangeven hoe een organisatie zou moeten functioneren. Geef hiertoe een kernachtige beschouwing over onderstaande aspecten: a b c d Goede administratieve organisatie en het belang daarvan. Het belang van integriteit voor een organisatie, ook gerelateerd aan beschreven incidenten en spanningsvelden. De opvatting van de organisatie als sociaal contract en de consequenties daarvan in termen van stakeholdersmanagement en integriteit versus compliance-management. Jullie visie op kwaliteitsmanagement, gerelateerd aan de volgende criteria uit het EFQM-model: 1 Leiderschap 2 Personeelsmanagement 3 Beleid en strategie 4 Middelenmanagement 5 Management van processen 6 Waardering door werknemers 7 Waardering door klanten 8 Waardering door maatschappij 9 Resultaten van de organisatie Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 224/365

225 Projectcases e Jullie visie op de vier hoofdfuncties van communicatie: 1 Het faciliteren van werkprocessen 2 Kennismanagement 3 Het motiveren en (ver)binden van werknemers 4 Het richten van de organisatie Fase 2 SWOT-analyse Maak een gefundeerde SWOT-analyse, in termen van: a b c d e f g h Efficiency Effectiviteit Competenties Kennisbehoefte Cultuur Lerende organisatie Integriteit versus compliance Communicatiestructuur en -beleid Fase 3 Strategie en stakeholdersmanagement Beschrijf in het kort de gekozen strategie van het bedrijf, zoals in de casus gegeven. Maak daarbij een onderscheid tussen de volgende vier resultaatgebieden. a b c d Klanttevredenheid; Personeelstevredenheid; Maatschappelijke gevolgen (de mate waarin de behoeften van de overige partijen in de externe omgeving worden gerealiseerd: aandeelhouders, leveranciers, milieu, media, belangengroepen, enzovoort); Bedrijfsresultaten (zowel financieel als niet-financieel). Werk, daar waar de casusbeschrijving geen of naar jullie mening onvoldoende informatie biedt over de strategie op deze vier gebieden, zelf de te volgen strategie nader uit in de vorm van een advies aan de directie van Cake-ware. Opmerking De vier genoemde resultaatgebieden zijn ontleend aan het model van de EFQM (European Foundation for Quality Management; zie paragraaf 7.3). Volgens dit model is 44 procent van de totale performance van een bedrijf afhankelijk van personeelsmanagement, personeelstevredenheid, maatschappelijke gevolgen en klanttevredenheid! Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 225/365

226 Projectcases Fase 4 Kritische SuccesFactoren en Key Performance Indicators Bepaal op basis van de strategiebeschrijving en de onder fase 3 gegeven beschouwingen de Kritische SuccesFactoren (KSF) en de Key Performance Indicators (KPI) van deze onderneming. Toelichting Een KSF is datgene waarin de organisatie moet excelleren teneinde haar continuïteit te waarborgen. U kunt daarbij een onderscheid maken tussen: a b c d e Toetredingsvoorwaarden om in een markt actief te kunnen zijn (bijvoorbeeld het hebben van een bepaalde productiecapaciteit, het kunnen voldoen aan wettelijke eisen); KSF en die gelden voor de hele bedrijfstak (bijvoorbeeld het hebben van een sterk dealernetwerk); KSF en die gelden voor een individuele organisatie binnen de bedrijfstak (bijvoorbeeld voldoen aan imago, inlopen technologische achterstand); KSF en op het niveau van een afdeling, businessunit of vergelijkbaar; KSF en die gelden voor individuen (bijvoorbeeld het slagen van project x, het binnenhalen van een nieuwe klant). Na het vaststellen van de KSF en dienen jullie voor elke KSF een of meer KPI s vast te stellen. Een KPI is een meetbare grootheid van een activiteit, waaruit blijkt in hoeverre de organisatie erin slaagt te voldoen aan de door haar geformuleerde KSF en. Fase 5 Scenario-ontwikkeling Ontwikkel ten minste twee scenario s waarmee jullie proberen te bepalen welke alternatieve mogelijkheden er bestaan om de doelstellingen te realiseren. Stel daarbij zo concreet mogelijke doelstellingen en geef aan welke veranderingen zouden moeten plaatsvinden met betrekking tot bedrijfsprocessen, welke kennis en competenties moeten worden opgebouwd, welke attitudes moeten worden ontwikkeld, enzovoort. Gebruik voor een uitwerking hiervan de aspecten genoemd onder fase 1 als paragraafindeling. Fase 6 Scenarioanalyse Reken de scenario s door op hun uitkomsten en risico s en kies het meest wenselijk te volgen scenario. Fase 7 Veranderingsanalyse en -implementatie Bepaal welke veranderingen noodzakelijk zijn om het gekozen scenario succesvol te implementeren. Ontwikkel een strategie, inclusief een communicatieplan, voor het creëren van draagvlak voor het doorvoeren van deze veranderingen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 226/365

227 Projectcases Fase 8 Marketingplan Ontwikkel een marketingbeleidsplan conform aanwijzingen in hoofdstuk 3. Ontwikkel op basis daarvan een concreet marketingidee voor de nieuwe reclamecampagne. Fase 9 Monitoring en Control Ontwikkel meetsystemen voor de controle én beheersing van het presteren van de organisatie. Maak een informatiematrix waarin per KSF aangegeven wordt: a b c met welke grootheid of grootheden deze variabele kan worden gemeten; welke gegevens bij elke meting relevant zijn; waar de gegevens kunnen worden gevonden. Fase 10 MVO-management Ontwikkel een aantal maatregelen binnen elk van de in hoofdstuk 6 gegeven categorieën van structuurmaatregelen die moeten bijdragen aan het ontwikkelen, behouden en versterken van integriteit, betrokkenheid, motivatie, teamgeest, enzovoort. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 227/365

228 Projectcases Duurzame communicatie en opensourcesoftware Lees eerst het artikel Vrijheid, vrijheid van informatie en de auteursrechtenproblematiek, op de site bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 2. In onderstaand kader pleit hoogleraar computerbeveiliging voor het zo veel mogelijk gebruiken van opensourcesoftware. Hij noemt daarvoor een aantal belangrijke morele waarden als argumenten, waarden die deels ook in het artikel Vrijheid, vrijheid van informatie en de auteursrechtenproblematiek bij de bespreking van informatievrijheid worden besproken. Maar valt daar voor een softwarebedrijf, voor een programmeur nog wat aan te verdienen? Lees eerst de tekst in onderstaand kader. Veilig en democratisch Marie-José Klaver Wat hebben informatiebeveiliging en democratie met elkaar te maken? Veel, vindt de pas benoemde hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs. In zijn vrijdag uitgesproken inaugurale rede aan de universiteit van Nijmegen pleit Jacobs, wiens leeropdracht beveiliging en correctheid van programmatuur is, voor meer openheid in de computerbeveiliging. Geheime beveiligingstechnieken zijn op den duur een gevaar voor de democratie, betoogt Jacobs, omdat computersystemen ook worden gebruikt om te stemmen en om rechters te ontlasten. Bij de Europese verkiezingen volgend jaar is er ruimte om op afstand per computer te stemmen. Hoe kunnen burgers erop vertrouwen dat hun elektronisch uitgebrachte stem aantoonbaar bijdraagt aan het eindresultaat, maar toch geheim blijft? vraagt Jacobs zich af. Jacobs maakt zich ook zorgen over de elektronische handtekening, die binnenkort dezelfde status krijgt als de handtekening op papier. Een elektronische handtekening moet volgens de wet worden gezet met een veilig middel. Een vage bepaling, vindt Jacobs. De hoogleraar stoort zich met name aan nieuwe wetgeving die het controleren van computerbeveiligingsmethoden bemoeilijkt en in bepaalde gevallen zelfs strafbaar stelt. Het doorbreken en omzeilen van beveiligingsmechanismen en het publiceren over lekken wordt in de Europese Unie verboden. Volgens nieuwe wetgeving, die sterkt lijkt op bestaande Amerikaanse wetgeving, prevaleren de rechten van softwaremakers en leveranciers van content (spelletjes, films, boeken) boven de rechten van nieuwsgierige hackers en wetenschappers die digitale beveiligingsmethoden graag onder de loep nemen en hun vondsten openbaar willen maken. Dat ondermijnt de innovatie. De nieuwe Auteurswet heeft volgens Jacobs desastreuze gevolgen voor zijn vak. Wetenschappelijk onderzoek naar correctheid en beveiliging van computersystemen is er inherent op gericht om fouten te vinden. Een verbod om vervolgens zulke gebreken te rapporteren leidt tot een wezenlijke Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 228/365

229 Projectcases beperking van dergelijk onderzoek. De overheid realiseert zich volgens Jacobs onvoldoende dat ook computers gecontroleerd moeten worden. Gebrek aan transparantie heeft volgens hem direct invloed op de democratie. Als allerlei procedures die essentieel zijn voor de democratie, zoals rechtspraak en openbaar bestuur, afgehandeld worden door computers in black boxes, met misschien een stickertje van TNO, weet niemand wat er precies gebeurt, aldus Jacobs. De in stemcomputers gebruikte mechanismen zijn niet openbaar. Iets technischer, de broncode van de gebruikte software is niet openbaar. Wij hebben als burgers het recht om het tellen van gewoon met potlood en papier uitgebrachte stemmen bij te wonen en te controleren, maar wij hebben geen inzage in de werking van deze stemcomputers. Wat er mis kan gaan als software niet controleerbaar is, blijkt uit de rechtszaak tegen de Koerdische drugshandelaar Hüseyin Baybasin. In zijn zaak speelden door geheime diensten afgetapte telefoongesprekken een grote rol. De software die in Nederlandse tapkamers wordt gebruikt, is afkomstig van de Israëlische geheime dienst. Omdat de broncode van de tapprogramma s geheim is, kan volgens Jacobs door de verdediging nooit worden vastgesteld of de als bewijs aangedragen tapverslagen betrouwbaar zijn. Ondanks onduidelijkheden over de betrouwbaarheid van de afgetapte gesprekken werd Baybasin tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld. Om de transparantie te bevorderen moet de overheid ervoor zorgen dat er zo veel mogelijk opensourcesoftware gebruikt wordt, meent Jacobs. Software waarvan de broncode openbaar en aanpasbaar is, is gemakkelijker te controleren dan computerprogramma s van commerciële bedrijven als Microsoft en Adobe, die er alles aan doen om de receptuur van hun programma s geheim te houden. Bron (bewerkt): NRC Handelsblad, 19 mei 2003 Stel jullie zijn eigenaars van een softwarebedrijf. Tot nu toe hebben jullie de broncode van je software beschermd door de Auteurswet. Die bescherming maakt het immers mogelijk om de producten voor een aantrekkelijke prijs te verkopen. Er komt echter wel steeds meer concurrentie van opensourceproducten, die klanten en potentiële klanten van jullie gratis kunnen downloaden. Wat jullie positie tot nu toe nog sterk maakte, is dat jullie programma s een erg goede functionaliteit bieden. Jullie overwegen om de broncodes vrij te geven en over te gaan tot de ontwikkeling van opensourcesoftware. Maar welke mogelijkheden heb je om daarmee zowél tegemoet te komen aan de (morele) bezwaren die gelden bij auteursrechtbeschermde software áls tegemoet te komen aan jullie ook moreel gerechtvaardigde behoefte aan commercieel succes? Onderzoek dit door op internet of in literatuur te kijken naar de mogelijkheden en risico s op de onderstaande punten. Je mag eventueel de volgorde van behandeling van deze punten aanpassen (bijvoorbeeld door de morele punten samen te nemen), maar laat ze wel allemaal expliciet aan bod komen: Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 229/365

230 Projectcases a b c d e f g h i j k l m n Huidige opensourcesoftware en de commerciële praktijk daarbinnen (bijvoorbeeld MySQL, Apache, Linux, enzovoort) Licentievormen Kwaliteit Prijs-prestatie Innovatie Interoperabiliteit Eerlijke mededinging Democratie Zakelijke kansen Zakelijke risico s Gelijke participatiemogelijkheden wereldwijd Kennisontwikkeling eindgebruiker Veiligheid Transparantie Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 230/365

231 Projectcases Hrm, High Performance versus High Commitment In onderstaand artikel wordt gesteld dat een High Commitment-benadering, een benadering die versterking van commitment vooropstelt, beter werkt dan vooral sturen en afrekenen op prestaties, de zogeheten High Performance-benadering. Als je in je hrm-beleid focust op versterking van commitment, komen de betere prestaties vanzelf, is kortweg de conclusie. Een conclusie die overigens al in de praktijk door een aantal bedrijven gedeeld wordt, bijvoorbeeld door Philips (zie bijvoorbeeld het artikel over Philips in NRC Focus van november 2008). a b c d e Kies zelf een organisatie en analyseer de hrm-benadering van deze organisatie. Is er sprake van nadruk op High Commitment of nadruk op High Performance? Beargumenteer je antwoord zo uitgebreid mogelijk. Doe onderzoek naar de voor- en nadelen en knelpunten in de praktijk van de gekozen benadering in deze organisatie. Beschrijf deze zo uitgebreid mogelijk. Kom tot een conclusie. Moet men meer sturen op commitment of meer op performance? Op welke terreinen, in welke bedrijfsprocessen? Leg uit waarom. Kom met verbetervoorstellen. Maak daarbij gebruik van de MOVE-scorecard uit hoofdstuk 6. Zie je mogelijkheden voor jouw eigen opleiding om studenten meer te sturen op ofwel High Performance ofwel High Commitment? Leg uit waarom. Geef beargumenteerde verbetervoorstellen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 231/365

232 Projectcases Wat voor organisatie willen we zijn? Afwegingen in de MD-praktijk van een ziekenhuis André Nijhof en Sjoerd Jansen Venneboer 1 Het probleem van de kapitalistische wereld is dat alles wordt vertaald in geld. Niemand heeft het nog over een gelukkige onderneming, over een onderneming waar mensen lachen of waarvan ze het zo fijn vinden om er te werken (Paul Fentener van Vlissingen, april 2002). Bewust kiezen Managementdevelopment is geen waardenvrije praktijk. De wijze waarop bijvoorbeeld beoordeling en ontwikkeling van managers plaatsvindt, bepaalt in belangrijke mate welke waarden centraal staan in een organisatie. In dit artikel worden twee benaderingen van managementdevelopment uitgewerkt en geïllustreerd met een casus binnen een ziekenhuis. Bij de commitmentgerichte benadering staan waarden zoals zelfontplooiing en respect centraal, terwijl bij de prestatiegerichte benadering marktgerichtheid en efficiency voorop staan. Beide benaderingen kunnen effectief zijn, maar onderzoek toont aan dat dit wel van vele factoren afhankelijk is. Aan de hand van de ziekenhuiscase wil dit artikel MD-professionals helpen om bewust te kiezen voor het type organisatie die ze willen creëren. Organisatieontwikkeling Mensen besteden een belangrijk deel van hun leven aan hun werk en ontlenen hun geluk en zelfrespect voor een deel aan dat werk. Tegelijkertijd zijn er grote groepen medewerkers die geen goed woord over hebben voor de organisatie waar zij werken en, als ze de mogelijkheid hadden, liever vandaag zouden stoppen dan morgen. Vaak richt deze kritiek zich niet zozeer op de werkplek of het salaris alhoewel op dat vlak vaak ook nog wel wat wensen openstaan maar vooral op de zachte kant van de organisatie; de wijze van communiceren en samenwerken. Professionals die invulling geven aan managementdevelopment hebben een belangrijke invloed op deze zachte kant van organisaties. De wijze waarop werving, ontwikkeling, beoordeling en vertrek van managers wordt aangepakt, bepaalt in belangrijke mate de stijl van leidinggeven die wordt gehanteerd en daarmee de wijze waarop medewerkers en leidinggevenden communiceren en samenwerken. In dit artikel willen we vooral ingaan op de waarden die ten grondslag liggen aan de wijze waarop het managementdevelopmentprogramma wordt ingevuld. Een ontwikkelingsprogramma dat primair gericht is op zelfontplooiing zal een geheel andere opzet kennen dan een ontwikkelingsprogramma dat primair gericht is op het vergroten van arbeidsproductiviteit. Uiteraard zijn dit tegenpolen die in de praktijk door elkaar kunnen lopen. Maar het expliciteren van deze tegenpolen is behulpzaam om bewuste keuzes te maken. Bovendien is het de vraag hoe waarden als zelfontplooiing, efficiency, oprechtheid en respect naar voren komen in de activiteiten van een MD-programma. Hoe zeker weten we dat bijvoorbeeld wederzijds respect en oprechtheid kenmerkend zijn voor de wijze waarop beoordelingsgesprekken plaatsvinden? En hoe belangrijk vinden we het dat deze waarden kenmerkend zijn voor de organisatie die we met elkaar creëren? 1 André Nijhof (a.nijhof@nyenrode.nl) is verbonden aan het European Institute for Business Ethics van de Nyenrode Business Universiteit en is voorzitter van het Netwerk Bedrijfsethiek Nederland; Sjoerd Jansen Venneboer (info@sjvconsultancy.nl) is organisatieadviseur en interim-manager in Velp. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 232/365

233 Projectcases Commitment versus performance Vanuit het denken over strategisch personeelsmanagement zijn twee dominante stromingen ontstaan. Beide benaderingen zijn gericht op een integratie van organisatie- en medewerkersbelangen, maar de invulling van die integratie verschilt sterk. In de High Commitmentbenadering, ook bekend als de Harvard-benadering, wordt gesteld dat de creatie van belangenovereenstemming tussen werknemers en leiding afhankelijk is van de hoeveelheid invloed die aan werknemers in de onderneming wordt toegekend (Beer et al., 1984). Aan deze stelling ligt de opvatting ten grondslag dat een hoog prestatieniveau van werknemers alleen te verwachten is als de onderneming werknemers confronteert met een uitdagende arbeidssituatie die volop kansen biedt om hun talent en creativiteit optimaal tot ontplooiing te brengen. In de High Performance-benadering, ook bekend als de Michigan-benadering, staat eveneens de integratie van belangen centraal, maar ligt het primaat bij de gevoerde marktstrategie (Fombrun et al., 1984). Op basis van de te volgen marktstrategie wordt bepaald welke middelen inclusief medewerkers nodig zijn om deze strategie te realiseren. Meer recent zien we deze discussie terugkomen in de vraag of het nu in organisaties moet gaan om human resource management of human resource development. Basis voor hoge arbeidsproductiviteit High Commitment Participatie van medewerkers High Performance Invulling geven aan marktstrategie Dominante auteurs Harvard-benadering (Beer et al.) Michigan-benadering (Fombrun et al.) Dominante waarden Zelfontplooiing, respect, participatie Marktgerichtheid en efficiency Het onderscheid tussen deze benaderingen komt het duidelijkst naar voren in situaties waarin tegengestelde claims ontstaan. Wat dient een organisatie te doen met medewerkers waarvoor tijdelijk geen betaald werk is en het onduidelijk is of dat op korte termijn zal veranderen? De High Performance-benadering stelt dat alle resources moeten zijn afgestemd op de marktstrategie, zodat deze medewerkers elders hun emplooi moeten vinden. De High Commitment-benadering stelt dat dergelijke problemen via participatie moeten worden opgelost (en liever nog voorkomen). Dat kan ertoe leiden dat deze medewerkers elders gaan werken, maar ook dat zij via een ander takenpakket en eventueel omscholing zich weer nuttig kunnen maken voor de organisatie. Inmiddels zijn er voorbeelden bekend van bedrijven die hierdoor een zeer betrokken groep van medewerkers hebben gekregen waarmee uitstekende prestaties worden gerealiseerd. Er zijn echter ook voorbeelden waarbij de personeelskosten te hoog werden en zelfs faillissementen niet konden worden voorkomen (Nijhof, 1999). Dit roept de vraag op wanneer welke benadering effectief is. Kennisintensieve organisaties Het is lastig om deze vraag in zijn algemeenheid te beantwoorden. Wel is duidelijk dat kennisintensieve organisaties veel baat hebben bij een High Commitment-benadering. Deze organisaties functioneren steeds meer als open systemen waarbij vrijwel alle medewerkers contacten hebben met mensen binnen en buiten de eigen organisatie (Castels, 2000). Hiermee kunnen medewerkers niet langer volstaan met het uitvoeren van vooraf bepaalde en afgebakende taken. Een goed functionerende kennisorganisatie staat of valt met medewerkers die hun talenten inzetten en zelf op weloverwogen, wijze beslissingen nemen. Dit vereist betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheidsbesef en sturing op basis van gedeelde waarden. Kortom, zaken die met een High Commitment-benadering worden opgebouwd en juist door een High Performance-benadering worden aangetast. Maar nogmaals, deze redenering geldt vooral voor kennisintensieve organisaties. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 233/365

234 Projectcases Bij bedrijven waar vooral standaardisatie wordt vereist kan een High Performance-benadering het meest effectief blijken te zijn. Case: managementontwikkeling in een ziekenhuis In een periode van zes jaar groeit een ziekenhuis van 1200 medewerkers naar 4000 medewerkers. Het bestuur kiest in eerste instantie voor de integratie van twee lokale ziekenhuizen op papier. Het is geen echte fusie. Het voordeel van deze aanpak is dat directe concurrentie tussen beide ziekenhuizen binnen de stadsgrenzen wordt vermeden. Voor het bestuur van de samenwerkende ziekenhuizen wordt de situatie echter onhoudbaar, wanneer er minder werk blijkt te zijn voor beide ziekenhuizen, terwijl de kosten toenemen. Het bestuur dat na twee jaar de leiding overneemt, onderkent de noodzaak van aandacht voor integratie van de verschillende specialismen en realiseert een ambitieuze fusie met nog twee andere ziekenhuizen in de regio. Hierdoor ontstaat een organisatie van 4000 medewerkers. Het tweede bestuur wordt echter na enige tijd weggestuurd met het verwijt van machtsmisbruik en onvoldoende aandacht voor het primaire proces. Het bestuur dat hierna zitting neemt onderkent dat integratie van de verschillende culturen aandacht behoeft en komt met een plan waarin rust en aandacht voor samenwerking centraal staat. In de waan van de dag wordt dit plan echter overschaduwd door de keuze voor marktverbreding met aanvullende vormen van zorg. De aandacht voor de professionals specialisten, verpleegkundigen en medewerkers van ondersteunende diensten krijgt hierdoor minder prioriteit. Hieronder een samenvatting van de verschillende fasen van de ziekenhuizen, de besturingsfilosofie en de aandacht voor MD in het bijzonder. Besturingsfilosofie Fase 1 Fase 2 Fase 3 Organisaties, divisies en afdelingen zijn verschillend georganiseerd. Ook de wijze waarop invulling wordt gegeven aan MD verschilt. Veelal worden MDprogramma s extern ingekocht en/of gevolgd en is de medewerker de aanvrager. De besturingsfilosofie is sterk gericht op het geven van invulling aan de marktstrategie. De aansturing is sterk financieel gedreven. Er wordt met decentrale budgetten gewerkt ook voor MD zonder dat aan competenties wordt gewerkt. Er komt aandacht voor intrinsieke motivatie en participatie van medewerkers. Omdat goede medewerkers zijn weggegaan wordt geïnvesteerd in mensen, zowel via in-, door- als uitstroom. Budgetten voor training en opleiding worden deels gecentraliseerd. Het budget voor MD wordt geheel gecentraliseerd, inclusief verleturen. MD-benadering Het eerst zittende bestuur laat de verschillen in de wijze waarop de beiden ziekenhuizen aandacht hebben voor MD bestaan. Bij één ziekenhuis is de lijn verantwoordelijk en beschikt over een budget. Bij het andere ziekenhuis is de afdeling P&O verantwoordelijk, een afdeling die formeel valt onder Finance en Control. De manager P&O komt met een langetermijnplan en maakt budget vrij om een MD-programma aan te kunnen bieden voor beide ziekenhuizen. Het bestuur en de lijnmanagers gaan akkoord, het voorstel is budgetneutraal voor hen. Al snel voorziet men het vertrek van het huidige bestuur en de specifieke aandacht voor MD wordt in de ijskast gezet. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 234/365

235 Projectcases Het bestuur dat de leiding na twee jaar overneemt, trekt een manager MD aan. Deze komt met een plan waarin voor meerdere managementlagen een programma wordt aangeboden met aandacht voor marktgericht werken, sturen op kwaliteit, sturen op kosten en integratie van verschillende specialismen. Het programma bestaat uit meerdere modules en de inschrijving op het programma is vrij. Geheel in lijn met de besturingsfilosofie zijn de budgetten voor scholing gedecentraliseerd. De start is enthousiast, echter na een half jaar staat het ziekenhuis er financieel slecht voor. Er wordt bezuinigd op onder andere de personeelskosten en leidinggevenden maken beperkt budget vrij voor MD. Leidinggevenden sturen medewerkers vooral naar onderdelen gericht op het vergroten van arbeidsproductiviteit. Het bestuur dat hierna zitting neemt wil het programma zo snel mogelijk doorstarten. Zij beleggen de verantwoordelijkheid voor managementontwikkeling bij het directieteam een team met actoren vanuit zowel de lijn, medische staf en ondersteunende diensten en maken centraal budget vrij. Binnen het programma wordt onderscheid gemaakt in modules die zich richten op managementontwikkeling die samenhangen met standaardisatie van het werk, en modules die zich richten op betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheidsbesef en sturing op basis van gedeelde waarden. Het bestuur stelt tevens een aantal outputindicatoren en deadlines vast op basis waarvan zij de managementontwikkeling willen beoordelen. Echter de lijnmanagers eisen eerst het vertrek van de manager MD. Deze draagt de ervaringen over aan een projectmanager. Hieronder een weergave van de dominante MD-benadering. Dominante benadering Fase 1 Fase 2 Fase 3 Geen generieke benadering High Performance High Commitment Effecten Vanuit de patiënt beschouwd, zou een MD-programma moeten leiden tot goede en efficiënte (medische) zorg doordat medewerkers beter worden ingezet op hun kwaliteiten. De winst in bovenstaand ziekenhuis is dat er aandacht en geld is die dit mogelijk kunnen maken. Echter als klant zien wij vooral een organisatie die worstelt met haar nieuwe rol in de gezondheidszorgsector en waarbij inspanningen niet leiden tot betere en efficiëntere (medische) zorg. Medewerkers klagen bij patiënten bovendien over werkdruk en wanorde. Het is de vraag of dit leidt tot snel herstel van patiënten. Vanuit hrm beschouwd, zou een MD-programma moeten leiden tot tevreden medewerkers met als resultaat een evenwichtige en competitieve organisatie. Echter als hrm er zien wij vooral een organisatie die keuzes maakt met langetermijnperspectief die vanuit kortetermijnperspectief ondermijnd worden. Inspanningen leiden niet tot beter gekwalificeerde medewerkers, talent gaat verloren wegens uitstroom en nieuw talent kiest voor andere organisaties. Het bestuur mist de plank, het lijnmanagement is ontevreden en de afdeling hrm lijkt lam geslagen. Bovendien vertrekt de manager MD, hopelijk wordt het leergeld nog elders te gelde gemaakt. Conclusie Managementdevelopment is geen waardenvrije praktijk. De wijze waarop onder meer beoordeling en ontwikkeling van managers plaatsvindt, bepaalt in belangrijke mate welke waarden centraal staan in de organisatie. Kennisintensieve organisaties, zoals ziekenhuizen, functioneren steeds meer als open systemen. Een goed functionerende kennisorganisatie staat of valt met medewerkers die hun talenten inzetten en zelf op weloverwogen wijze beslissingen nemen. Dit vereist betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheidsbesef en sturing op basis van gedeelde waarden. Kortom, zaken die met een High Commitment-benadering worden opgebouwd en juist door een High Performance-benadering worden aangetast. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 235/365

236 Projectcases Literatuur Beer, M., B. Spector, D. Lawrence, D. Quin Mills en R. Walton (1984). Managing Human Assets, New York, The Free Press. Castells, M. (2000). The Information Age. Economy, Society and Culture. Volume 1. The Rise of the Network Society, Blackwell (MA), Malden. Fombrun, C.J., N.M. Tichy en M.A. Devanna (1984). Strategic Human Resource Management, New York, Wiley. Nijhof, A. (1999). Met zorg besluiten, Enschede, Twente University Press. Nijhof, A., M. Schoemaker en J. Jonker (2005). Respect als waarde op zich, Tijdschrift voor hrm, 1: Schoemaker, M. (2003). De metamorfose van werkgemeenschappen, inaugurele rede, Katholieke Universiteit Nijmegen. Bron: André Nijhof en Sjoerd Jansen Venneboer in Tijdschrift voor Management Development, jaargang 15, nummer 1, voorjaar 2007, p Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 236/365

237 Projectcases Integraal ontwerpen (IO) en MVO-management Lees voorafgaand aan het uitwerken van onderstaande opdrachten eerst op de website, bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 6, het artikel Integraal ontwerpen (IO) is afgeleide van MVOmanagement. a b c Leg uit dat ir. Zaal bij zijn beschrijving van het IO-concept (zie het fragment Wat is Integraal ontwerpen? ) het eigenlijk heeft (of zou moeten hebben) over het MVOmanagement. ICT speelt een cruciale rol in het IO-concept. Ga uit van het beroep dat, of de beroepsomgeving die jullie zelf ambiëren. Beschrijf een interactieschema voor het IOconcept in die beroepsomgeving. Raadpleeg daartoe eventueel de literatuur of internet over ICT-ontwikkelingen gerelateerd aan het IO-concept. Welke functionaliteit moet er aan dit schema toegevoegd worden om er een echt MVO-managementsysteem van te maken? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 237/365

238 Projectcases Integriteit van banken, topbestuurders en aandeelhouders De Code Tabaksblat beoogt de integriteit van beursgenoteerde ondernemingen te versterken, onder andere door middel van regels voor het beloningsbeleid van topbestuurders en door aandeelhouders meer macht te geven (zie tekstfragment Achtergrond en doel commissie Tabaksblat ). In het artikel in Het Financieele Dagblad (FD) geven Wouter Bos en Kris Douma van de PvdA kritiek op de code (zie kader). Kort samengevat zijn de kernpunten van kritiek: Het meer macht geven aan alleen de aandeelhouders doet de belangen van andere stakeholders tekort. Bestuurders worden door regels en door het vergroten van de macht van aandeelhouders gedwongen zich anders te gedragen, maar de code zegt niets over de eigen morele verantwoordelijkheid die bestuurders zouden moeten uitdragen. Aandeelhouders denken te veel aan kortetermijnwinst en niet aan langetermijnbelangen, zoals consumentenbelangen, mensenrechten en ecologie. Ook de directeur van Triodos Bank heeft harde kritiek op de houding van de aandeelhouders en stelt voor te komen tot een vorm van Maatschappelijk Verantwoord Aandeelhouderschap (zie kader). Lees de tekstfragmenten van de Code Tabaksblat, het artikel van de PvdA en van Triodos Bank. Lees ook de twee tekstfragmenten daarna, over mogelijke voorstellen ter versterking van de integriteit van banken. Beantwoord de volgende vragen. a Hoe kun je met behulp van in dit hoofdstuk voorgestelde structuurmaatregelen de integriteit van topbestuurders vergroten? Schrijf hierover een adviestekst. b Aandeelhouders zijn een weerbarstige stakeholder. In weerwil van allerlei ontwikkelingen waardoor bedrijven zich meer en meer toeleggen op langetermijnbelangen in het kader van MVO, lijken de meeste aandeelhouders nog steeds alleen aan hun eigen kortetermijnbelang te denken. Welke strategieën en maatregelen kun je bedenken om de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de stakeholder- aandeelhouders te verbeteren? Hoe kun je als beursgenoteerde onderneming de integriteit van aandeelhouders managen? c In welke opzichten zou Wouter Bos zijn visie zoals weergegeven in het artikel in FD hieronder aangepast hebben als je kijkt naar zijn beslissingen tijdens de bankencrisis in Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 238/365

239 Projectcases 2008? Denk aan de nationalisering van Fortis, de aankoop van securities in ING en het zelf aanstellen van twee bestuurders en het afschaffen van de bonussen daar. d Leidende figuren als Herman Wijffels en Morris Tabaksblat pleiten, mede naar aanleiding van de bankencrisis, voor een meer humaan kapitalisme. Zoek op hoe zij dat willen realiseren en geef een beargumenteerde mening over de haalbaarheid van hun ideeën. e In de laatste twee tekstfragmenten worden oplossingen aangedragen ter versterking van de integriteit van banken (en financieel adviseurs in het algemeen). Het eerste voorstel, van de oud-bankier Hans Ludo van Mierlo, is het verplicht stellen van een beroepseed voor financieel adviseurs. Het tweede voorstel, van de directeur van Triodos Bank is opsplitsing van de banken. Lees beide teksten. Aan welke maatregel geef je de voorkeur, beroepseed, opsplitsing of beide? Geef een beargumenteerd antwoord. f Denk je dat het voorstel van de directeur van Triodos Bank voor splitsing van de bankwereld ook kan bijdragen aan Maatschappelijk Verantwoord Aandeelhouderschap? Geef een beargumenteerd antwoord. Achtergrond en doel commissie Tabaksblat 1 Op 10 maart 2003 werd de commissie corporate governance geïnstalleerd. Tijdens haar werkzaamheden heeft de commissie zich gericht op het definiëren en aanpassen van rollen, taken en verantwoordelijkheden van de verschillende vennootschappelijke organen en van de externe accountant. Het begrip checks and balances staat daarin centraal. Bij goede corportate governance gaat het in essentie om een efficiënt toezicht op het bestuur (de checks ) en om een evenwichtige verdeling van invloed tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders (de balances ). De externe accountant speelt een belangrijke rol in het toezicht en staat de raad van commissarissen bij, die op zijn beurt opereert namens de aandeelhouders en andere belangstellenden. De deconfitures van een aantal grote vennootschappen, enkele geruchtmakende boekhoudaffaires en de omvang en stijging van bezoldigingspakketten van sommige bestuurders hebben bij het brede publiek twijfel doen ontstaan of het toezicht op en de verantwoording van degenen die het beleid binnen de vennootschap bepalen, wel goed zijn geregeld. Het bestuur zou een te dominante positie innemen. De raad van commissarissen zou niet voldoende betrokken zijn bij de vennootschap en tekortschieten als toezichthoudend orgaan op het bestuur. De algemene vergadering van aandeelhouders is (door het gebruik van beschermingsconstructies en de toepassing van de structuurregeling) beknot in zijn functie van correctiemechanisme voor falend bestuur en toezicht. Daarnaast waren er vragen over de onafhankelijkheid en deskundigheid van de externe accountant. Voor de commissie stond derhalve de vraag centraal of de checks and balances die in de Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 239/365

240 Projectcases corporategovernancestructuur van het Nederlandse bedrijfsleven aanwezig zijn, goed functioneren. 2 De eerste conclusies van de commissie zijn te vinden in de op 1 juli 2003 gepresenteerde conceptcorporategovernancecode. Teneinde het vertrouwen in het ondernemingsbestuur en het toezicht daarop te herstellen en om de Nederlandse corporategovernanceregels en praktijken in lijn te brengen met de beste in de westerse wereld, heeft de commissie daarin principes en bepalingen opgenomen om de positie van zowel de raad van commissarissen als van de algemene vergadering van aandeelhouders te versterken, waardoor een te grote machtsconcentratie bij het bestuur wordt vermeden. De onafhankelijkheid van de externe accountant is versterkt door hem rechtstreeks te laten rapporteren aan de raad van commissarissen. Bron: Fragment Code Tabaksblat De PvdA-visie op de Code Tabaksblat De Partij van de Arbeid vindt dat sterke en actieve aandeelhouders van belang zijn voor goed ondernemingsbestuur. Maar zij vormen slechts één van de vele partijen die gebaat zijn bij goed ondernemingsbestuur. Werknemers en klanten zijn dat ook, net als omwonenden, belangstellende burgers en latere generaties. Te makkelijk wordt verondersteld, ook in de reacties op de aanbevelingen van de commissie-tabaksblat, dat al deze belangen terugkomen in het eigenbelang van de aandeelhouder. De redenering is dat aandeelhouders als vanzelf rekening houden met al deze belangen omdat, als ze dat niet doen, de waarde van het aandeel daalt via de dalende reputatie. Dit is een naïeve visie. Te vaak hebben we gezien dat het belang van een stijging van de aandelenkoers op korte termijn het wint van de belangen van de onderneming, werknemers, klanten en burgers, kortom de stakeholders, op lange termijn. We moeten ons ondernemingsbestuur dus niet op dit drijfzand bouwen, maar een benadering hanteren waar niet de shareholder centraal staat, maar de stakeholder. Topbestuurders hebben ook zelf een verantwoordelijkheid bij het aanvaarden van zeer genereuze beloningen. We kunnen het commissarissen die met vraag en aanbod in een onvolkomen markt van topbestuurders worden geconfronteerd, minder aanrekenen dat zij excessieve beloningen fiatteren dan de topbestuurders die daarom vragen. Je hoeft echt niet net als Lubbers je hele salaris aan je werkgever terug te storten om toch te laten zien dat leiderschap in een onderneming ook een morele dimensie kent die tot enige matiging in salariseisen kan leiden. Na Tabaksblat is de discussie over de toekomst van het structuurregime weer opgelaaid. Wat ons betreft gaat die hand in hand met de discussie over beschermingsconstructies; bij beide speelt immers terecht de vraag een rol of er een verstandig evenwicht tussen continuïteit en dynamiek is gevonden. Ons uitgangspunt is dat in de afweging tussen continuïteit en dynamiek, de laatste niet steeds weer aan het kortste eind mag trekken. Dus zijn beschermingsconstructies in beginsel tijdelijk en staan ze transparant in de jaarrekeningen. Heeft dit ook implicaties voor het structuurregime? Wellicht, maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien. Het structuurregime biedt het grote goed van onafhankelijk toezicht en realiseert Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 240/365

241 Projectcases een evenwicht tussen werknemers en aandeelhouders bij de invloed op het ondernemingsbestuur. Zolang aan die doelstellingen niet wordt getornd, denken wij graag mee over betere manieren om ze te realiseren. Het structuurregime in de huidige vorm is voor ons niet heilig. Wouter Bos, Kris Douma Bron (bewerkt): Het Financieele Dagblad, 9 oktober 2003 Op zoek naar Maatschappelijk Verantwoorde Aandeelhouders Aandeelhouders vinden dat Shell te groen is geworden. Kortzichtig, vindt Peter Blom, algemeen directeur Triodos Bank. Een duurzame, rechtvaardige wereld is op lange termijn ook in het belang van beleggers. De laatste jaren is de aandacht van multinationals voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) aanzienlijk gestegen. Toegegeven, MVO wordt vaak nog gezien als een goed pr-instrument voor ondernemingen, maar er is meer aan de hand. Jeroen van der Veer, de Nederlandse topman van Shell, heeft de afgelopen weken duidelijk aangegeven dat aandeelhouders niet meer de enige stakeholder zijn waarmee een bedrijf als Shell rekening wil houden. Shell blijft alleen succesvol als zij ook de belangen op lange termijn in het oog houdt. Betrokkenheid bij de ontwikkeling van duurzame energiebronnen bijvoorbeeld is strategisch van groot belang, ook al kost het nu meer dan het oplevert, zo is kort samengevat zijn betoog. En dat is blijkbaar tegen het zere been van een aantal aandeelhouders die vooral hun financiële kortetermijnperformance belangrijk vinden. Voeg daarbij de roep om meer macht voor de aandeelhouder en je kunt op je vingers natellen dat een duurzamer beleid al in de kiem wordt gesmoord. Tenzij we naast MVO ook veel actiever aan een MVA gaan werken. Zonder een Maatschappelijk Verantwoord Aandeelhouderschap (MVA) is meer macht aan de aandeelhouder eerder een stap terug dan een stap vooruit en blijft MVO in de lucht hangen. MVA betekent niet alleen kritisch toetsen op duurzaamheid maar ook een duurzame relatie aangaan met een onderneming. Een soort huwelijk. Als je het echt niet meer met elkaar uithoudt en je elkaar niet meer begrijpt, mag je scheiden, maar niet bij de eerste ruzie of slechte stemming. Dan ga je praten en probeer je er samen uit te komen. Het klinkt allemaal heel prozaïsch, maar dat is eigenlijk de kern van een duurzame relatie tussen aandeelhouder en onderneming. Net zoals die ook al begint te ontstaan tussen bewuste consumenten en bepaalde producten. De liefde moet natuurlijk van twee kanten komen en dat betekent dat de onderneming duidelijk moet maken wat zij wil en hoe zij de belangen van de verschillende stakeholders met elkaar in evenwicht brengt. Dat wordt een steeds belangrijkere taak voor het management en de raad van commissarissen. De beurs als mechanisme is daarbij eerder een hinderpaal dan een hulp. De verleiding is groot om de beurskoers als graadmeter te nemen voor hoe het met een bedrijf gaat. De beurs maakt het makkelijk om aandelen aan te kopen of te verkopen, wat op zichzelf ook weer een effect heeft op de koers. Een selffulfilling prophecy dus. Maar de beurs is niet de schuldige; dat zou te makkelijk zijn. Uiteindelijk zijn het u en ik die als aandeelhouder bepalen of er, complementair aan MVO, een MVA ontstaat. En aandeelhouder zijn we bijna allemaal, al was het maar via ons pensioen dat door een pensioenfonds wordt beheerd en voor een groot deel op de beurs wordt belegd. Het is dan ook toe te juichen dat een aantal pensioenfondsen (ABP en PGGM), een zeer kleine minderheid nog, zich als MVA begint op te stellen. Dat mag en moet krachtiger. Want hoe zou een toekomst met meer MVA eruit kunnen zien? Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 241/365

242 Projectcases Wat zeer goed denkbaar is, is dat ondernemingen met een krachtig MVO-beleid in toenemende mate op zoek gaan naar aandeelhouders die zich tot de onderneming voelen aangetrokken op meer dan louter financiële gronden. Dat geldt vandaag al voor klanten die bewust kiezen voor een merk of voor medewerkers die bij een onderneming gaan werken waarvan het beleid hen aanspreekt. Waarom zou dat in de toekomst ook niet bij aandeelhouders het geval zijn? In dat opzicht is de komst van Maatschappelijk Verantwoord Aandeelhouderschap als antwoord op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een kwestie van tijd. Peter Blom, directeur Triodos Bron (bewerkt): de Volkskrant, 16 februari 2004 Hoe zou een beroepseed voor bankiers kunnen luiden? Een beroepseed voor financiële dienstverleners, waarom niet? De Nederlandse branchevereniging van zelfstandige financieel adviseurs (NBVA) noemt het op zich een sympathieke gedachte : Maar we hebben als vereniging al een gedragscode die onze leden bij hun lidmaatschap automatisch onderschrijven. Hetzelfde vindt de Nederlandse vereniging van assurantieadviseurs en financiële dienstverleners (NVA) die ook wijst op het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die hun betrouwbaarheid van alle intermediairs aan harde criteria toetst. Maar het gaat Van Mierlo juist om de betrokkenheid van individuele medewerkers. Zijn suggestie voor de tekst die zij persoonlijk zouden kunnen onderschrijven is deze: Ik zweer/beloof dat ik mijn werk als financiële dienstverlener zo goed als ik kan, zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik stel het belang van de klant voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal mijn klant niet benadelen. Ik luister goed naar mijn klant en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen. Ik ken mijn verantwoordelijkheden voor de samenleving, nu en straks, hier en elders, en hou daar in mijn werk rekening mee. Bron: Trouw, 20 augustus 2008 Splits de bankwereld Triodos Bank, de bank die zich expliciet toelegt op duurzaam ondernemen, klinkt de oproep om banken aan hun maatschappelijke opdracht te herinneren als muziek in de oren. Ook een beroepseed voor financiële dienstverleners vindt de bank een goed idee. Maar Peter Blom, directievoorzitter van Triodos Bank, wil nog een stap verder gaan: het splitsen van de hele bancaire sector in drie op zichzelf staande en overzichtelijke taken. Een van de oorzaken van de huidige crisis is dat de taken van banken door elkaar zijn gelopen: geld werd gebruikt om te beleggen in allerlei afgeleide financiële producten en zo ontstond er een virtuele, niet echt bestaande economie. Dat de huidige crisis Triodos Bank nauwelijks raakt is dus niets slechts mazzel, maar gewoon gevolg van bewust beleid. Triodos Bank houdt zich bij de oorspronkelijke taak van bankiers: geld verzamelen van spaarders en dat als krediet verstrekken aan kredietnemers die dat voor nuttige, en in de ogen van Triodos zinnige doelen gebruiken. Ook bij andere banken zou die taak weer duidelijk te onderscheiden moeten zijn, zegt Blom, en daarvoor zou je de bancaire wereld moeten verdelen in drie onderdelen: De ouderwetse spaar- en Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 242/365

243 Projectcases kredietfunctie, de nutsfunctie dus het betalingsverkeer, dat je best aan de overheid en de gezamenlijke banken kan overlaten en het risicovollere investment bankieren, dat helemaal los van het bankieren zou moeten staan, simpelweg omdat het niet de toets van de bancaire degelijkheid kan doorstaan. Dat zou duidelijkheid creëren en dan weet de consument tenminste met wie hij te maken heeft. De spaarder wordt dan niet het slachtoffer van een bank die met risicovol investeren geld heeft verloren. Dat maakt bankieren saaier, maar helpt wel het vertrouwen van burgers terug te winnen. Geld is een goede dienaar, maar een slechte meester. Bankiers moeten zich weer laten leiden door hun klanten en niet door hun bonussen. Bron: Trouw, 20 augustus 2008 Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 243/365

244 Projectcases International business Het bedrijf Pen&Co Context Pen&Co is een solide Nederlandse onderneming in kantoorartikelen, van pennen, markeerstiften en opbergmappen tot flip-overpanelen en archiefkasten. Men heeft een uitstekende concurrentiepositie opgebouwd, die niet alleen gebaseerd is op de goede kwaliteit van de producten, maar ook op sterke aandacht voor het opbouwen van vertrouwensrelaties met de klanten. Bij de marketingactiviteiten heeft men door de jaren heen de nadruk gelegd op corporate image advertising om op die manier het imago te vestigen van een betrouwbare en degelijke onderneming, die producten levert met een constante hoge kwaliteit, tegen een prijs die niet goedkoop is, maar alleszins acceptabel in relatie tot de kwaliteit en service. Bij de marketingactiviteiten heeft Pen&Co ook in zekere mate aan responsibility marketing gedaan. Men benadrukt zijn betrokkenheid bij het milieu en geeft gul aan liefdadigheidsinstanties in binnen- en buitenland. Dit beleid en het imago dat daardoor is ontstaan, heeft ook zijn weerslag op de interne organisatie. De werknemers zijn er trots op voor het bedrijf te mogen werken, zijn gemotiveerd om kwaliteit te leveren en er is weinig verloop. Het management heeft gekozen voor een open manier van leidinggeven, waarbij inbreng van onderop wordt gestimuleerd en waarbij de onderlinge afhankelijkheid van werknemers voor hun individuele prestaties wordt benadrukt. De werknemers werken dan ook prima samen, ook over afdelingsgrenzen heen en zijn betrokken bij de organisatiedoelstellingen. Probleem De afzetmarkt is tot nu toe beperkt gebleven tot Nederland. Gezien de gestage groei van het bedrijf overweegt men nu om ook op de buitenlandse markt te gaan opereren. Europa blijkt na onderzoek echter beperkte mogelijkheden te bieden en ook in de Verenigde Staten en Canada lijken de mogelijkheden beperkt. Zuid-Amerikaanse en Aziatische landen blijken echter volop mogelijkheden te bieden. Uit onderzoek blijkt dat er grote behoefte is aan kwalitatief goede kantoorartikelen. Het produceren voor deze markten vanuit Nederland is echter niet haalbaar vanwege de te hoge productiekosten. Men wil dus vestigingen gaan openen in een aantal van deze landen, waar zowel de inkoop, de verkoop en de productie moet gaan plaatsvinden. Natuurlijk zal ook de financiële administratie en boekhouding van ter plaatse gerealiseerde cijfers op elke locatie plaats moeten vinden. Men wil vanzelfsprekend dat deze vestigingen het imago van het moederbedrijf ondersteunen. Men besluit daarom een extern bureau in te huren dat een sociaalethische analyse uitvoert van een van de landen in Azië of Zuid-Amerika, waar men een eerste buitenlandse vestiging wil openen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 244/365

245 Projectcases Rol Jullie vormen als groep dat externe consultancybureau. De opdracht is dat jullie zelf een Aziatisch of Zuid-Amerikaans land kiezen voor vestiging en dat jullie een sociaalethische analyse uitvoeren. Specificaties Ga als volgt te werk: 1 Bepaal de core values van de onderneming en beschrijf ze zodanig dat duidelijk is dat ze doorwerken in alle activiteiten van de onderneming. 2 Inventariseer de belangen, wensen en verwachtingen (in algemene en morele zin) van álle stakeholders. 3 Inventariseer de background institutions en ga na in hoeverre deze de bij 2 geformuleerde belangen beschermen, garanderen, enzovoort. 4 a Beschrijf de sociale verantwoordelijkheid van de onderneming ten aanzien van de stakeholders deze kan in een ontwikkeld land anders zijn dan in een onderontwikkeld land (afhankelijk van inventarisatie bij 2 en 3; zie ook hoofdstuk 5). b Maak duidelijk hoe je aan deze verantwoordelijkheid tegemoet zult komen. c Geef standpunten ten aanzien van mogelijke ethische dilemma s (corruptie, omkoping versus symbolische geschenken, fraude, steekpenningen, milieueisen, arbeidsomstandigheden, enzovoort) en verantwoord deze standpunten vanuit de drie ethische perspectieven. Zie in dit verband ook het artikel op de site bij de verdiepingsstof bij hoofdstuk 5, over dilemma s bij internationaal ondernemen. 5 Maak duidelijk welke structuur/cultuur je in de onderneming wilt creëren, gerelateerd aan de cultuur (omgangsvormen, hiërarchie), normen en waarden van de werknemers, en hoe je deze structuur/cultuur wilt creëren. Deze 5 stappen zijn volledig onderling samenhangend. Dat moet in de uitwerking duidelijk naar voren komen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 245/365

246 Projectcases Maslow, management en hrm In de piramide van Maslow (zie figuur) worden verschillende niveaus van behoeftes onderscheiden. Het tegemoetkomen aan de menselijke behoeftes op elk van deze niveaus is van belang voor het versterken van motivatie en commitment van werknemers. De piramide van Maslow geeft daardoor een handig, concreet en niet al te filosofisch format om concreet mogelijkheden te bedenken en formuleren waarop arbeid kan bijdragen aan commitment en motivatie. Tegelijkertijd echter worden met het formuleren van die mogelijkheden ook allerlei morele dilemma s blootgelegd wat betreft plichten en verantwoordelijkheden die een organisatie heeft bij het creëren van die mogelijkheden. In de tabel hieronder worden als voorbeeld verschillende aspecten genoemd die bij de verschillende niveaus van Maslow genoemd kunnen worden in relatie tot arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Lees eerst ter inspiratie de tabel met voorbeelden die hieronder is gegeven. Maak een tekst waarin de volgende onderdelen in aparte paragrafen! besproken worden: Beschrijf per Maslow-niveau op welke manieren jullie graag willen dat in jullie (latere) werkomgeving door een organisatie tegemoet wordt gekomen aan jullie behoeftes op elk van deze niveaus. Wees daarin zelf concreet en creatief, ga uit van jullie eigen wensen en verzamel aanvullende informatie via literatuur en internet over concreet hrm-beleid in relatie tot versterking van motivatie en commitment. Beschrijf bij elk van de Maslow-niveaus met welke ethische dilemma s een organisatie te maken kan krijgen (bijvoorbeeld salaris, sociale geborgenheid en ontplooiing versus automatisering/efficiency/lopendebandwerk, enzovoort). Beschrijf per niveau minstens twee ethische dilemma s waar een organisatie mee geconfronteerd kan worden. Beschrijf hoe een organisatie met deze dilemma s moet/kan omgaan. Werk gestructureerd! Beschrijf per alinea één probleem en geef vervolgens aan hoe je dat probleem wilt oplossen/behandelen. Bij Praktijkboek maatschappelijk verantwoord ondernemen 246/365

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho.

Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho. Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Wonen Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over wonen hoort bij Zwart op wit. Praktische schrijfvaardigheid

Nadere informatie

In de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk?

In de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk? In de frontlinie tussen hulp en recht Spel Wie heeft gelijk? Dit spel Wie heeft gelijk? hoort bij In de frontlinie tussen hulp en recht door Jacquelien de Savornin Lohman & Hannie Raaff. 2001 Uitgeverij

Nadere informatie

Microsoft Security Essentials downloaden

Microsoft Security Essentials downloaden Wegwijs in internet Thuis in Windows Vista Thuis in Windows 7 Microsoft Security Essentials downloaden Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Microsoft Security

Nadere informatie

Spelend leren, leren spelen

Spelend leren, leren spelen Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil

Nadere informatie

Outreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. Opdrachten bij methodiek. Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan

Outreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. Opdrachten bij methodiek. Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan Outreachend werken Handboek voor werkers in de eerste lijn Opdrachten bij methodiek Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan uitgeverij c o u t i n h o c bussum 2008 Deze opdrachten horen bij Outreachend

Nadere informatie

Extra les: Internetbankieren

Extra les: Internetbankieren Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Internetbankieren Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over internetbankieren hoort bij Zwart

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 4 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Les 7 Doen: Windows Live Mail

Les 7 Doen: Windows Live Mail Wegwijs in Windows 7 Les 7 Doen: Windows Live Mail Vervangende les voor Windows Live Mail versie 2011 Hannie van Osnabrugge bussum 2011 Deze vervangende les voor Windows Live Mail versie 2011 hoort bij

Nadere informatie

Antwoorden op de meerkeuzevragen

Antwoorden op de meerkeuzevragen Antwoorden op de meerkeuzevragen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze antwoorden

Nadere informatie

Extra les: Verzekeringen

Extra les: Verzekeringen Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Verzekeringen Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over verzekeringen hoort bij Zwart op wit.

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 5 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Basisboek marketingcommunicatie Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Esther de Berg (red.) Elyn Doornenbal Werner Kleiss Gabriëlle Kuiper Rutger Mackenbach bussum 2011 1/8 Deze hoort bij Basisboek

Nadere informatie

Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen

Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen Wegwijs in Windows 7 Wegwijs in internet Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Windows Live Mail downloaden

Nadere informatie

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een Outlook.com-account aanmaken hoort bij

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen

Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Wegwijs in Windows 8.1 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze handleiding over het aanmaken van een Outlook.com-account

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Thuis in Windows 7 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Windows 7 van Hannie van Osnabrugge. 2010 Hannie van Osnabrugge Alle rechten

Nadere informatie

Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail

Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een e-mailadres

Nadere informatie

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen De kunst van cultuurmarketing Discussievragen en stellingen Ruurd Mulder Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2013 Deze discussievragen en stellingen horen bij De kunst van cultuurmarketing

Nadere informatie

Webmail met Windows Live Hotmail

Webmail met Windows Live Hotmail Wegwijs in internet Webmail met Windows Live Hotmail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Webmail met Windows Live Hotmail hoort bij Wegwijs in internet van

Nadere informatie

Sleutel bij hoofdstuk 1

Sleutel bij hoofdstuk 1 Sleutel bij hoofdstuk 1 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke Jacobs u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze sleutel hoort bij

Nadere informatie

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW Cursus Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Esmeralda de Leeuw en Floortje Vissers Titel: Oriëntatie op

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in de wereld van internet Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Vijfde, herziene druk bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in de wereld van internet van Hannie van

Nadere informatie

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Wegwijs in Windows 8 Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over het downloaden en installeren

Nadere informatie

De essentie van administratieve organisatie. Stappenplan offerte. Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck. u i t g e v e r ij coutinho.

De essentie van administratieve organisatie. Stappenplan offerte. Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck. u i t g e v e r ij coutinho. De essentie van administratieve organisatie Stappenplan offerte Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Dit stappenplan hoort bij De essentie van administratieve organisatie

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat

Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Wegwijs in Windows 8.1 Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze handleiding over het downloaden en installeren

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Online

Ik en de maatschappij. Online Ik en de maatschappij Online Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Mieke Lens Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie: Daphne Ariaens Titel:

Nadere informatie

Aanpassingen voor Picasa versie 3.9

Aanpassingen voor Picasa versie 3.9 Wegwijs in digitale foto's Aanpassingen voor Picasa versie 3.9 Hannie van Osnabrugge Tweede, herziene druk bussum 2012 Deze aanpassingen voor Picasa versie 3.9 horen bij de tweede, herziene druk van Wegwijs

Nadere informatie

Recht lezen 2 Samenvatten. Weboefening 1. drs. Jacky van den Dikkenberg. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2015

Recht lezen 2 Samenvatten. Weboefening 1. drs. Jacky van den Dikkenberg. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2015 Recht lezen 2 Samenvatten Weboefening 1 drs. Jacky van den Dikkenberg u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze weboefening hoort bij Recht lezen 2 van drs. Jacky van den Dikkenberg. 2015 Uitgeverij

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 12 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 6 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 3 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Vragen en opdrachten

Vragen en opdrachten Conferencemanagement Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk Vragen en opdrachten John E. Moreu u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2010 Deze vragen en opdrachten horen bij de derde,

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in Windows 8 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Windows 8 van Hannie van Osnabrugge.

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 6 Stellen

Toetsvragen bij domein 6 Stellen bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 6 Stellen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli Schaufeli

Nadere informatie

Training. Zakelijk communiceren

Training. Zakelijk communiceren Training Zakelijk communiceren Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Factor-E Welzijn

Nadere informatie

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o Conferencemanagement Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk Leerdoelen John E. Moreu u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2010 Deze leerdoelen horen bij de derde, herziene uitgave

Nadere informatie

Cursus. Oriëntatie op het werkveld

Cursus. Oriëntatie op het werkveld Cursus Oriëntatie op het werkveld Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Irma Derksen Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Oriëntatie op

Nadere informatie

Profiel van de Nederlandse overheid

Profiel van de Nederlandse overheid Profiel van de Nederlandse overheid Organisatie, beleid en besluitvorming Links Remko Iedema en Patricia Wiebinga bussum 2012 Deze links vormen extra materiaal bij de zesde, herziene druk van het boek

Nadere informatie

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg Cursus Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Richard Prins Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Nadere informatie

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5 NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Ina Berlet

Nadere informatie

Training. Coachend begeleiden

Training. Coachend begeleiden Training Coachend begeleiden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Bertine Pruim Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Factor-E Coachend begeleiden

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in Excel 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2008 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Excel 2007 van Hannie van Osnabrugge.

Nadere informatie

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Professioneel pedagogisch handelen Omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Gerbert Sipman u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014 Deze bijlagen horen

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 9 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Thuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst

Thuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst Thuis in Word 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst bussum 2009 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Word 2007 van Hannie van Osnabrugge en Marian

Nadere informatie

Ik, leren en werken. Aan het werk

Ik, leren en werken. Aan het werk Ik, leren en werken Aan het werk Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs, werkzaam bij ICBA Inhoudelijke redactie: Daphne Ariaens

Nadere informatie

Wegwijs in de wereld van internet

Wegwijs in de wereld van internet Wegwijs in de wereld van internet Werkbladen les 5 voor Windows Vista (Windows Mail) Hannie van Osnabrugge Vijfde, herziene druk bussum 2010 Deze werkbladen horen bij Wegwijs in de wereld van internet

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje

Nadere informatie

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek Algemene beroepsvaardigheden Werkboek Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Martijn Baalman, Simon Kuipers, Rein Mulder Inhoudelijke redactie: Stephan

Nadere informatie

Voorbeeldanalyse ethisch dilemma volgens het stappenplan

Voorbeeldanalyse ethisch dilemma volgens het stappenplan Voorbeeldanalyse ethisch dilemma volgens het stappenplan Case Enscenering: sollicitatiegesprek in de kamer van Henk Dunker, directeur van Cosmetrics, een middelgroot bedrijf in huidverzorgingsproducten.

Nadere informatie

Begeleide externe stage

Begeleide externe stage Ik, leren en werken Begeleide externe stage Deel 3 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marianne de Visser, Thea van der Waal Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 2 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 1 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Organisatie van werkzaamheden

Organisatie van werkzaamheden Organisatie van werkzaamheden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Rubus Opleidingspartners, Richard Prins Inhoudelijke redactie: Jessica Satink

Nadere informatie

Aanpassingen voor Picasa versie 3.9

Aanpassingen voor Picasa versie 3.9 Wegwijs in digitale foto's Aanpassingen voor Picasa versie 3.9 Hannie van Osnabrugge Tweede, herziene druk bussum 2012 Deze aanpassingen voor Picasa versie 3.9 horen bij de tweede, herziene druk van Wegwijs

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in Windows 8.1 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Windows 8.1 van Hannie van Osnabrugge.

Nadere informatie

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen Cursus Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Nienke Koopman en Floortje Vissers Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Training. Talentherkenning

Training. Talentherkenning Training Talentherkenning Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Ariëlle Potter Titel: Talentherkenning ISBN:

Nadere informatie

Extra les Werken met Windows Live Mail 2012

Extra les Werken met Windows Live Mail 2012 Wegwijs in Windows 8 Extra les Werken met Windows Live Mail 2012 Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze extra les over het werken met Windows Live Mail 2012 hoort bij

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Samen maar verschillend

Ik en de maatschappij. Samen maar verschillend Ik en de maatschappij Samen maar verschillend Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ruud Schinkel Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie:

Nadere informatie

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat Cursus Creëer een veilig seksueel klimaat Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Annemieke Loos Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Creëer

Nadere informatie

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers Cursus Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Mies Blok Inhoudelijke redactie: Bapke Westhoek Titel: Begeleiding

Nadere informatie

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding Cursus Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Marcella Spithoven Inhoudelijke redactie: Floortje

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Rondkomen

Ik en de maatschappij. Rondkomen Ik en de maatschappij Rondkomen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Jacobien Ubbink, Tessel Mulder Philein Educatieve Teksten Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Thuis in Word 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Word 2010 van Hannie van Osnabrugge en Marian

Nadere informatie

Workshop Tweede Kamerverkiezingen

Workshop Tweede Kamerverkiezingen Workshop Tweede Kamerverkiezingen Korte omschrijving workshop In deze workshop leren de deelnemers wat de Tweede Kamer doet, hoe ze moeten stemmen en op welke partijen ze kunnen stemmen. De workshop bestaat

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 8 van Taaltalent deel 3 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny

Nadere informatie

Cursus. Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen

Cursus. Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen Cursus, begeleidingsplannen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Margriet van der Wielen Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel:, begeleidingsplannen

Nadere informatie

Training. Gesprekstechnieken

Training. Gesprekstechnieken Training Gesprekstechnieken Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Anne Marie Klaassens Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Gesprekstechnieken

Nadere informatie

Kies 2. Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT

Kies 2. Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT Kies 2 Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT Heb je een leeshandicap en wil je dit boek in een toegankelijke leesvorm, bel dan Dedicon: 0486-486486,

Nadere informatie

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK! LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK! In dit E-book leer je hoe je door het inzetten van je eigen netwerk je bedrijf kan laten groeien. WAAROM DIT E-BOOK? Veel ondernemers beginnen

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 10 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen Cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Fundamentaal Astrid van Esdonk Inhoudelijke redactie: Jo-anne

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in Excel 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Excel 2010 van Hannie van Osnabrugge.

Nadere informatie

Vincie van Gils. Klantencommunicatie. Zo krijg je en houd je u tevreden klanten. Spectrum. Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen

Vincie van Gils. Klantencommunicatie. Zo krijg je en houd je u tevreden klanten. Spectrum. Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen Vincie van Gils Klantencommunicatie Zo krijg je en houd je u tevreden klanten Spectrum Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen Spectrum maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum

Nadere informatie

Cursus. Chronisch zieken

Cursus. Chronisch zieken Cursus Chronisch zieken Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Mies Blok Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Chronisch zieken ISBN: 9789037235951

Nadere informatie

Training. Werven, coördineren en begeleiden van vrijwilligers

Training. Werven, coördineren en begeleiden van vrijwilligers Training Werven, coördineren en begeleiden van vrijwilligers Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Erica Huppelschoten Inhoudelijke redactie: Floortje

Nadere informatie

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten Cursus Evalueren begeleiding van activiteiten Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Cursus

Nadere informatie

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Meike Bouwer Inhoudelijke redactie: Napona

Nadere informatie

Project. Doelgroepanalyse en sociale kaart

Project. Doelgroepanalyse en sociale kaart Project Doelgroepanalyse en sociale kaart Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Marcha Schrander, ROC Mondriaan, Annelies Kool Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Jouw avontuur met de Bijbel

Jouw avontuur met de Bijbel Nieske Selles-ten Brinke Jouw avontuur met de Bijbel Dagboek voor kinderen Uitgeverij Jes! Zoetermeer Uitgeverij Jes! is een samenwerking tussen Uitgeverij Boekencentrum en de HGJB. Kijk voor meer informatie

Nadere informatie

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie Cursus Ouderenzorg, geriatrie Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Wijtske van den Berg-Spoelstra Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Ouderenzorg,

Nadere informatie

Cursus. De wijk in beeld

Cursus. De wijk in beeld Cursus De wijk in beeld Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ingrid Mulder Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: De wijk in beeld ISBN:

Nadere informatie

wat is het en wat kun je ermee?

wat is het en wat kun je ermee? wat is het en wat kun je ermee? De Paarse Olifant ZZP-School Een VAR: was is het en wat kun je ermee? De ZZP-School/Renée Daniëls 2 e druk: juli 2013 http://www.zzp-school.nl De ZZP-School is een handelsnaam

Nadere informatie

Cursus. Meervoudig complex gehandicapten

Cursus. Meervoudig complex gehandicapten Cursus Meervoudig complex gehandicapten Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Martine van Doorn Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Cursus

Nadere informatie

Activiteiten uitvoeren

Activiteiten uitvoeren Activiteiten uitvoeren Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Hanneke Jansen Inhoudelijke redactie: Patricia Streng Eindredactie: Astrid Habraken

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Kiezen en kopen

Ik en de maatschappij. Kiezen en kopen Ik en de maatschappij Kiezen en kopen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie: Daphne Ariaens

Nadere informatie

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ Cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Fundamentaal / Ank van de Wiel Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Cursus. Verdieping dagbesteding en methodisch werken

Cursus. Verdieping dagbesteding en methodisch werken Cursus Verdieping dagbesteding en methodisch werken Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Anne-Marie Klaassen Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Nadere informatie

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 Cursus Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Meike Bouwer Inhoudelijke redactie: Napona Smid

Nadere informatie

Training. Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Training. Kunstzinnige activiteiten voor kinderen Training Kunstzinnige activiteiten voor kinderen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Floortje Vissers Titel: Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Nadere informatie

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris Economie en handel Assistent logistiek Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Tessel Mulder,

Nadere informatie

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT Cursus Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Joke Christiaans Inhoudelijke redactie: Babke Brüll Titel:

Nadere informatie

Training. Observeren en rapporteren

Training. Observeren en rapporteren Training Observeren en rapporteren Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Floortje Vissers Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Observeren

Nadere informatie