Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid. Artikel 1: het gemeentelijk reglement op de brandveiligheid vastgesteld door de gemeenteraad in

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid. Artikel 1: het gemeentelijk reglement op de brandveiligheid vastgesteld door de gemeenteraad in"

Transcriptie

1 Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid. Artikel 1: het gemeentelijk reglement op brandveiligheid vastgesteld door gemeenteraad in zitting van 09 februari 1998 in te trekken. Artikel 2: Het hierna genoem reglement inzake brandveiligheid zoals vastgesteld in het zonaal beheerscomité van hulpverleningszone Lann-Tienen, goed te keuren. Afling 1.- Algemeen Diegenen die brand opmerken moeten dit onverwijld melen aan territoriaal bevoeg brandweerdienst of hulpcentrale De aanwezigen in een gebouw of in een geelte van een gebouw, waar brand is uitgebroken, moeten gehoorzamen aan bevelen van hulpdiensten. Diezelf verplichting geldt voor bewoners en aanwezigen van een gebouw of een geelte van een gebouw in buurt van brandhaard. In geval voormel personen afwezig zijn of weigeren te gehoorzamen, zal van iere toegang of woonst al naar gelang noodzaak mogen gebruik gemaakt worn en dit op bevel van brandweer of politie. Bij weigering tot het verlenen van doorgang aan hulpdiensten, kan betrokkene aansprakelijk gesteld worn, zowel voor eigen opgelopen scha, als voor scha aan rn veroorzaakt door het dwangmatig betren van woning of door vertraging r werkzaamhen De onrwerpen die vallen onr aflingen 6, 7, 8, 9, 10, 11 & 12 zijn onrhevig aan het afleveren van een vergunning door gemeente. De vergunning verlenen overheid kan ze vergunning pas afleveren na een gunstig brandpreventieverslag, opgemaakt en afgeleverd door territoriaal bevoeg brandweerdienst. De vergunning verlenen overheid kan ook voorlopige vergunningen afleveren Een vergunning wordt verleend voor een termijn van maximum 3 jaar. Na het verstrijken van ze termijn en alvorens een nieuwe vergunning af te leveren moet er een nieuw brandpreventieonrzoek worn uitgevoerd. Nieuwe uitbatingen in nieuwe gebouwen moeten, onverminrd voorschriften van anre reglementeringen, voldoen aan voorschriften van ferale basisnormen. Nieuwe uitbatingen in bestaan gebouwen moeten voldoen aan voorschriften van betreffen aflingen van het gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid Voorlopige vergunningen voor bestaan uitbatingen worn, afhankelijk van aard van hetgeen ontbreekt of ernst van het gebrek, verleend voor een perio zoals bepaald in onrstaan tabel. Onrwerp Bestaan uitbating 1e keuring Bestaan uitbating 3-jaarlijkse keuring Veiligheidsverlichting 3-maann 1-maand Alarmering & melding 3-maann 1-maand Detectie (NBN S ) indien nodig 3-maann 1-maand Reactie bij brand van wann 2-jaar 1-maand Reactie bij brand van het vaste meubilair 2-jaar 1-maand Reactie bij brand van niet vaste bekledingen en versieringen 2-jaar 1-maand Weerstand tegen brand van bouwmaterialen 2-jaar 1-maand

2 Stabiliteit van structurele elementen 2-jaar 1-maand Compartimentering 2-jaar 1-maand Uitgangen & evacuatiewegen 3-maann 1-maand Signalisatie uitgangen en evacuatiewegen 3-maann 1-maand Brandblusmidlen 3-maann 1-maand Automatische blusinstallatie vaste frituurtoestellen 6-maann 1-maand Automatische brandblusser c.v. -installatie 6-maann 1-maand Axiaal gevoe haspel 6-maann 1-maand Signalisatie brandblusmidlen 3-maann 1-maand R.W.A. 3-maann 1-maand Toegankelijkheid 6-maann 1-maand Keuringsverslagen laagspanning met opmerkingen 3-maann 1-maand Keuringsverslagen veiligheidsverlichting met opmerkingen 3-maann 1-maand Keuringsverslagen gasinstallatie met opmerkingen 3-maann 1-maand Keuringsverslagen personenliften met opmerkingen 3-maann 1-maand Veiligheidsdossier 3-maann 1-maand De toegestane termijnen zijn niet cumuleerbaar. Afling 2.- Watervoorran voor het blussen van brann Het stationeren van voertuigen of het opslaan van goeren, zelfs tijlijk, is verbon wanneer hierdoor toegang tot of het gebruik van watervoorran voor het blussen van brann gehinrd of verhinrd wordt Het is verbon intificatie- en herkenningsborn van brandmonn en / of watervoorran te beschadigen, onherkenbaar of onzichtbaar te maken of te laten maken. Afling 3.- Onrhoun en vegen van schoorstenen en rookkanalen. Gebruikers van een gebouw, of van een geelte van een gebouw zijn er toe verplicht zorg te dragen dat schoorstenen en rookkanalen die zij gebruiken in goe staat van onrhoud zijn. Afling 4.- De verwarming van private gebouwen a) verwarmingsinstallatie dient in alle omstandighen veilig te zijn. Alle nodige veiligheidsmaatregelen dienen te worn genomen om oververhitting, ontploffing, brand, verstikking en anre ongevallen te voorkomen. b) De stookplaats van centrale verwarming en het lokaal van brandstofvoorraad zullen voorzien zijn van een goe verluchting en verlichting Indien verwarming met gas uit flessen gebeurt, geln volgen maatregelen : a) in een kelrverdieping mogen geen flessen worn geplaatst; b) niet gebruikte flessen moeten ofwel in open lucht ofwel in een verlucht lokaal worn onrgebracht. Afling 5.- Brandbeveiliging van gebouwen -bouwvoorschriften Toepassingsgebied. De procedure inzake brandbeveiliging, zoals vastgelegd in volgen punten, geldt voor hiernavolgen gebouwen: a) gebouwen die voldoen aan het toepassingsgebied van het KB van 07/07/1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen.

3 b) gebouwen met industriële doeleinn zoals fabrieken, garages, werkplaatsen, enz... c) gebouwen toegankelijk voor het publiek zoals ziekenhuizen, rusthuizen, scholen, cafés, restaurants, dancings, winkels, frituren, enz.... d) elk anr door het Schepencollege aangewezen constructie of inrichting welke problemen inzake brandveiligheid of bestrijding zou kunnen stellen Procedure a) Bij het indienen van een bouw- of verbouwingsaanvraag, richt bouwheer of zijn architect zich tot dienst Ruimtelijke Orning & Stenbouw van betreffen gemeente. b) Deze dienst oorelt of het dossier al dan niet valt onr het toepassingsgebied zoals beschreven in het punt 5.1. van ze afling. c) In bevestigend geval maakt ze dienst een volledig bouw- of verbouwingsdossier over aan territoriaal bevoeg brandweerdienst en verzoekt om een brandpreventieverslag. d) Dit verslag wordt overgemaakt aan betreffen dienst Ruimtelijke Orning & Stenbouw, samen met het afgestempeld bouwdossier. Een kopie van dit brandpreventieverslag wordt eveneens overgemaakt aan bouwheer of zijn architect. e) De territoriaal bevoeg brandweerdienst zal voor ingebruikname van het gebouw en op verzoek van bouwheer of exploitant, een controle ter plaatse uitvoeren aan hand van het brandpreventieverslag. Schriftelijk verslag hiervan zal worn overgemaakt aan aanvrager en aan het Schepencollege. f) Indien het object, volgens art. 1.3 van het gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid, vergunningsplichtig is moet bouwheer of uitbater een vergunningsaanvraag indienen bij vergunning verlenen overheid van plaats waar het object gelegen is. Afling 6.- brandveiligheid in voor publiek toegankelijke gebouwen en lokalen, anre dan horeca Algemeen Doel. Deze reglementering bepaalt minimale eisen waaraan opvatting, bouw en inrichting van voor publiek toegankelijke gebouwen en lokalen moet voldoen om: - het ontstaan, ontwikkeling en uitbreiding van brand te voorkomen; - veiligheid van aanwezigen te waarborgen; - tussenkomst van brandweerdiensten te vergemakkelijken Toepassingsgebied. Onverminrd voorschriften van anre reglementeringen, zijn bepalingen van dit reglement van toepassing op alle bestaan gebouwen, lokalen of plaatsen, waar 50 personen of meer kunnen aanwezig zijn en tot waartoe het publiek kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart toegang heeft. Deze gebouwen, lokalen of plaatsen worn in verre teksten van afling 6. instelling genoemd. Deze bepalingen zijn evenwel niet van toepassing op instellingen van tijlijke aard zoals kermisinrichtingen, markten, tenten, e.d Procedure. Voor instellingen vermeld onr punt van ze reglementering zal bij het aanvragen en verstrijken van vergunning, bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van binneninrichting, bij wijziging van netto vloeroppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die brandveiligheid kan beïnvloen, voorafgaanlijk het opstellen van een brandpreventieverslag worn aangevraagd bij burgemeester. Bij het ein r werken en vóór het afleveren van vergunning zal territoriaal bevoeg

4 brandweerdienst op verzoek van eigenaar / exploitant een controlebezoek uitvoeren. Het initieel opgemaakte brandpreventieverslag zal als basis dienen bij dit onrzoek. Van dit bezoek zal opnieuw een verslag worn opgemaakt dat aan eigenaar / exploitant en aan burgemeester zal worn overgemaakt. Het openen, openhoun of heropenen van voor publiek toegankelijke gebouwen en lokalen vermeld onr punt van ze reglementering is onrworpen aan een vergunning af te leveren door vergunning verlenen overheid van plaats waar voor publiek toegankelijke gebouwen en lokalen gelegen zijn en dit na advies van territoriaal bevoeg brandweerdienst Terminologie Voor toepassing van dit reglement wordt verstaan onr: - basisnormen : het koninklijk besluit van 07/07/1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. - netto oppervlakte : totale oppervlakte verminrd met oppervlakte van vast meubilair, vestiaires en sanitair Technisch lokaal of ruimte: lokaal of ruimte waarin vaste toestellen of installaties zijn opgesteld, verbonn met het gebouw, en dat (die) enkel toegankelijk is (zijn) voor personen belast met bediening, toezicht, onrhoud of herstelling Voor overige terminologie wordt verwezen naar bijlage 1 bij basisnormen Reactie bij brand van materialen. Voor beproevingsmethon en classificatie van reactie bij brand van materialen wordt verwezen naar bijlage 5 bij basisnormen Wann van lokalen. De bekleding van wann moet voldoen aan classificaties, opgenomen in hierna volgen tabel: Lokaal Vloerbekledi ng Bekleding verticale wann Plafonds en valse plafonds Technische lokalen Stookplaatsen Keukens A0 A0 A0 Evacuatiewegen Publiek toegankelijke lokalen A3 A2 A1 Evacuatiewegen + publiek toegankelijke lokalen ALLEEN GELIJKVLOERS A3 A3 A Vast meubilair. De bekledingen en vullingen van het vast meubilair hebben een minimale classificatie A Niet vaste bekledingen, losse versieringen. De niet vast bevestig bekledingen en versieringen hebben een reactie bij brand met een minimale classificatie A2. Het gebruik van textielstoffen is verbon tenzij ze, ten gepaste tijn, een

5 brandvertragen behanling A2 onrgaan Attestering. Een attest, inzake classificatie, dient aan burgemeester of zijn afgevaardig op diens verzoek worn voorgelegd en dit ter staving van verklaring dat aan eisen van punten en zoals hierboven vermeld, wordt voldaan Winkelinrichting. In winkels, warenhuizen en soortgelijke instellingen, moeten verkoop- en uitstalstann stevig aan vloer bevestigd worn. Ze mogen geen hinr vormen voor vlotte doorgang van aanwezigen. De aankoopwagentjes, die ter beschikking staan van het cliënteel, moeten zo geplaatst worn dat ze een snelle evacuatie van instelling niet verhinren Bepaling van het aantal toegelaten personen. Het aantal toegelaten personen wordt bepaald aan hand van volgen criteria: - oppervlakte - het aantal uitgangen - nuttige breedte van uitgangen en evacuatiewegen Op basis van oppervlakte. De oppervlakte S van een compartiment is gelijk aan horizontale bruto oppervlakte, zonr enige aftrek, gemeten tussen binnenvlakken r compartimentwann. Aantal gebruikers np van een compartiment. Stel dat: S = oppervlakte van een compartiment uitgedrukt in m2. S" = oppervlakte van een compartimentgeelte waarvan het aantal gebruikers nauwkeurig kan bepaald worn op basis van het vast meubilair, uitgedrukt in m2 S' = S - S", uitgedrukt in m2 np = het aantal gebruikers van een compartiment; nr = het aantal gebruikers van een compartiment dat nauwkeurig kan bepaald worn op basis van het vast meubilair De waar van np wordt conventioneel als volgt bepaald: S/3. Indien het aantal gebruikers nr van een compartimentgeelte nauwkeurig kan bepaald worn op basis van het vast meubilair, dan is: np = nr + S'/3, voor lokalen toegankelijk voor publiek Op basis van het aantal uitgangen. Het aantal toegelaten personen is kleiner dan of gelijk aan bezetting die, overeenkomstig bepalingen van punt van dit reglement, overeenstemt met het aantal uitgangen Op basis van vereiste nuttige breedte van uitgangen en evacuatiewegen. Het aantal toegelaten personen is kleiner dan of gelijk aan het aantal personen dat, overeenkomstig bepalingen van punt 5.6. van bijlage 1 van basisnormen, overeenstemt met vereiste nuttige breedte van uitgangen en evacuatiewegen. De nuttige breedte van een uitgang of een evacuatieweg bedraagt minimum 0,8 m. Bij instellingen die slechts beschikken over één uitgang met een nuttige breedte kleiner dan 1,2 m. wordt het aantal toegelaten personen beperkt tot Het kleinste getal uit voorgaan berekeningen wordt in aanmerking genomen voor het bepalen van het aantal toegelaten personen Indien het aantal toegelaten personen niet op een absolute wijze kan worn bepaald overeenkomstig punt , dan wordt dit aantal vastgelegd door exploitant. Zijn voorstel moet voor gunstig advies worn voorgelegd aan territoriaal bevoeg brandweerdienst.

6 6.1.- Inplanting en toegangswegen. De toegangswegen worn bepaald in overleg met territoriaal bevoeg brandweerdienst. Als basis zullen voorschriften, zoals vermeld in basisnormen worn aangewend. Bijgebouwen, uitspringen daken, luifels, uitkragen len of anre rgelijke toevoegingen zijn enkel toegelaten indien daardoor noch evacuatie, noch veiligheid van aanwezige personen, noch actie van brandweer in het gedrang komt Compartimentering en evacuatie Compartimentering. De instelling dient gecompartimenteerd te zijn van woongeelten met overnachtings-mogelijkhen, ongeacht of ze in gebruik zijn door uitbater en / of door rn. De hoogte van een compartiment stemt overeen met hoogte van één bouwlaag. De volgen uitzonring is nochtans toegestaan: een compartiment mag zich uitstrekken over twee boven elkaar gelegen bouwlagen met een binnenverbindingstrap (duplex), indien gecumuleer oppervlakte van die bouwlagen niet groter is dan m Evacuatie van compartimenten Aantal uitgangen. Elk compartiment en / of lokaal heeft minimum: één uitgang, indien bezetting minr dan 100 personen bedraagt; twee uitgangen, indien bezetting 100 of meer dan 100, maar minr dan 500 personen bedraagt; twee + n- uitgangen, waarbij n het geheel getal is, onmidllijk groter dan ling door 1000 van maximale bezetting van het compartiment, indien bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt. Het minimum aantal uitgangen kan door territoriaal bevoeg brandweerdienst verhoogd worn in functie van bezetting en configuratie van lokalen. Indien een el van het gebouw, waarbinnen instelling gelegen is, gebruikt wordt voor privé doeleinn van uitbater, dan mag een uitgang van instelling eveneens dienst doen als uitgang van dit privé geelte. Indien een el van het gebouw, waarbinnen instelling gelegen is, gebruikt wordt voor privé doeleinn van rn, dan is voor dit geelte een afzonrlijke uitgang vereist De uitgangen. De trappen, gangen en uren, evenals wegen die er naar toe lein, hierna met term uitgang aangeduid, moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van aanwezigen mogelijk maken. De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestel zones van het compartiment. De evacuatiewegen lein naar een veilige plaats Voorschriften voor sommige bouwelementen Doorvoeringen door wann. Het doorvoeren van leidingen doorheen wann mag vereiste weerstand tegen brand van bouwelementen niet nalig beïnvloen Structurele elementen. De structurele elementen dienen een weerstand tegen brand (Rf.) te vertonen overeenkomstig onrstaan tabel. Structuur Aantal bouwlagen Bovengronds Dakstructuur Onrgronds ** 1 ½ u. N.v.t. 1 u. 2 ½ u. ½ u.* 1 u. > 2 1 u. ½ u.* 1 u. * Niet van toepassing indien het dak aan binnenkant beschermd is door een bouwelement met een Rf. ½ u.

7 ** Met inbegrip van vloer van het laagste evacuatieniveau. De territoriaal bevoeg brandweerdienst kan bijkomen eisen stellen aan weerstand tegen brand van structurele elementen zo ze te verrechtvaardigen zijn door aanwezigheid van bijzonre risico's Plafonds en valse plafonds In evacuatiewegen en in voor het publiek toegankelijke lokalen, hebben valse plafonds een stabiliteit bij brand van ½ u, behalve indien inrichting bestaat uit slechts één bouwlaag. Zij dienen te zijn vervaardigd uit, of te worn bekleed met een materiaal met een minimale classificatie A De ruimte tussen het plafond en het vals plafond wordt onrbroken door verlenging van alle verticale wann die ten minste een Rf. ½ u bezitten Voorschriften inzake constructie van compartimenten en evacuatiewegen Compartimenten. De wann tussen compartimenten hebben ten minste een Rf. gelijk aan die van structurele elementen met een minimum van ½ u. De verbinding tussen twee compartimenten is slechts toegestaan voor zover zij geschiedt via een zelfsluiten - of bij brand zelfsluiten ur met een Rf. ½ u Evacuatiewegen De binnenwann van evacuatiewegen hebben een Rf. die minstens gelijk is aan die van structurele elementen Trappenhuizen. De trappenhuizen moeten toegang geven tot een evacuatieniveau. Op een evacuatieniveau leidt iere trap naar buiten, hetzij rechtstreeks, hetzij via een evacuatieweg die beantwoordt aan voorschriften van punt Trappen. Wanneer instelling in bovenverdiepingen en / of in kelrverdiepingen voor het publiek toegankelijke lokalen bevat, dan moeten ze door vaste trappen worn bediend, zelfs indien er anre toegangsmidlen zoals liften zijn voorzien. De trappen hebben volgen kenmerken: 1. evenals overlopen hebben zij een stabiliteit bij brand van ½ u of zelf opvatting van constructie als een betonplaat met een Rf. van ½ u; 2. zij zijn aan bei zijn uitgerust met leuningen. Voor trappen met een nuttige breedte, kleiner dan 1,20 m. is één leuning voldoen, voor zover er geen gevaar is voor het vallen; 3. aantre van tren is in elk punt ten minste 0,20 m.; 4. optre van tren mag niet meer dan 0,18 m. bedragen; 5. het maximum aantal opeenvolgen tren wordt beperkt tot 17; 6. hun helling mag niet meer dan 75% bedragen (maximaal hellingshoek 37 ); 7. zij zijn van het rechte" type. Maar wenteltrappen worn toegestaan zo ze verdreven tren hebben en zo hun tren, naast vereisten van voorgaan punten 1, 2, 4 en 5, ten minste 0,24 m. aantre hebben op looplijn. 8. het loopvlak van houten trappen kunnen voorzien worn van een laag brandvertragen vernis. Deze vernislaag moet op regelmatige tijdstippen en dit volgens voorschriften van producent worn vernieuwd. Het aanbrengen van een traploper uit klasse A3 is een alternatief Evacuatiewegen en vluchterrassen. De lengte van doodlopen evacuatiewegen mag niet meer dan 15 m. bedragen. De in buitenlucht af te leggen weg speelt geen rol bij berekening van ze afstann. De uren in evacuatiewegen mogen geen vergrenling bezitten die evacuatie kan belemmeren. De af te leggen afstand van op elk punt van instelling tot aan dichtstbijzijn uitgang bedraagt maximaal: 20 m. indien er maar één uitgang is; 25 m. indien er 2 of meerre uitgangen zijn.

8 De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestel zones van het compartiment. De nuttige breedtes van uitgangen van éénzelf compartiment, mogen niet meer dan één doorgangseenheid van elkaar verschillen (zie punt van bijlage 1 van basisnormen). De evacuatiewegen lein naar een veilige ruimte. Op een evacuatieniveau mogen geen uitstalramen van bouwlen met een commerciële functie uitgeven, die geen Rf. van ½ u. hebben, met uitzonring van laatste 3 m. van ze evacuatieweg. De evacuatiewegen en uitgangen mogen geen voorwerpen bevatten die evacuatie kunnen belemmeren Draaizin van uitgangsuren Voor instellingen waar, volgens bepalingen van het artikel , het aantal toegelaten personen beperkt is tot 80 mag uitgangsur naar binnen draaien. Voor instellingen met een capaciteit van meer dan 80 maar minr dan 100 personen moet ten minste één uitgangsur in bei richtingen ofwel in richting van uitgang opendraaien of open schuiven. Voor instellingen met een capaciteit vanaf 100 personen moeten alle uitgangsuren in bei richtingen ofwel in richting van uitgang opendraaien of open schuiven Draaiuren, draaipaaltjes en manueel bedien schuifuren zijn als uitgang niet toegelaten. De vleugels van glazen uren moeten een merkteken dragen dat volstaat om zich rekenschap te geven van hun aanwezigheid Elke ur met automatische sluitinrichting die niet gemakkelijk met hand kan worn geopend, moet uitgerust zijn met een veiligheidsapparaat dat ur automatisch op volle breedte opent wanneer energiebron, die ur in werking stelt, uitvalt De uren welke rechtstreeks op openbare weg uitgeven mogen niet buiten rooilijn komen Signalisatie. De plaats en richting van nooduitgangen en evacuatiewegen moet worn gesignaleerd overeenkomstig bepalingen van cox over het welzijn op het werk Constructievoorschriften voor sommige lokalen en technische ruimten Technische lokalen en ruimten Algemeen. Een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt een compartiment. Zijn hoogte kan over verscheine opeenvolgen bouwlagen reiken Verwarming en brandstof Stookplaatsen. Binnen een strook van één meter rond stookinstallatie mogen er geen brandbare materialen opgeslagen worn. De branr van op stookolie werken verwarmingsinstallatie moet beveiligd zijn met een automatische blusinstallatie. Indien op stookolie werken verwarmingsinstallatie niet beveiligd is met een automatische blusinstallatie dan moet het stooklokaal worn gecompartimenteerd met wann Rf. van minimaal 1 u. De binnenur die toegang geeft tot het stooklokaal heeft een Rf. van minimaal ½ u. De stookplaats beschikt over een hoge- en lage verluchting. De vloer onr brandstoftank voor vloeibare brandstof moet in een kuipvorm worn aangelegd, rwijze dat bij een lek ganse brandstofvoorraad erin kan worn opgevangen. Deze voorwaar is niet van

9 toepassing indien brandstoftank dubbelwandig is uitgevoerd. Indien er hevelwerking mogelijk is tussen brandstoftank en stookinstallatie dan moet op toevoerleiding een afsluitkraan worn voorzien. Verwarmingsinstallaties gevoed met gas dienen niet in een stookplaats onrgebracht. De gastoevoer moet afsluitbaar zijn buiten opstellingsplaats van het verwarmingstoestel. Verwarmingsinstallaties met een vermogen groter dan 70kW worn, ongeacht aard van brandstof, onrgebracht in stookplaatsen waarvan opvatting en uitvoering voldoen aan voorschriften van norm NBN B Lokale verbrandingstoestellen. De niet op elektriciteit werken verwarmingstoestellen moeten aangesloten zijn op een schoorsteen. Verplaatsbare warmtestralers of verplaatsbare verwarmingstoestellen met hours voor vloeibare brandstoffen zijn niet toegelaten in voor publiek toegankelijke gebouwen en lokalen Butaan- en propaangas in flessen. Butaan- en propaangas in flessen, evenals lege gasflessen, moeten in open lucht worn onrgebracht. Deze installaties voldoen aan reglementaire voorschriften en regels van goed vakmanschap (richtlijn FEBUPRO handleiding Butaan & Propaan) Keukens. Indien instelling is uitgerust met een collectieve keuken, dan dient ze van anre gebouwlen te worn geschein door wann met een Rf. van minimaal 1 u. Elke doorgang of doorgeefluik wordt afgesloten door een zelfsluiten of bij brand zelfsluiten ur of luik met Rf. ½ u. De keuken moet niet gecompartimenteerd worn ten opzichte van instelling indien er geen frituurtoestel (vast of los) aanwezig is of indien elk vast frituurtoestel voorzien is van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan een toestel dat toevoer van energie naar het frituurtoestel automatisch onrbreekt Uitrusting van gebouwen Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie Zij voldoen aan voorschriften van geln wettelijke en reglementaire teksten, evenals aan het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (AREI) Veiligheidsverlichting. De evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen van trappenhuizen, buiten instelling gelegen maar onvoldoen verlichtte evacuatiewegen, technische lokalen en ruimten, liftkooien en zalen of lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek worn voorzien van een veiligheidsverlichting. Deze veiligheidsverlichting dient te voldoen aan voorschriften van norm NBN C Deze veiligheidsverlichting mag gevoed worn door normale stroombron, maar valt ze uit, dan moet voeding geschien door één of meer autonome stroombronnen. Autonome verlichtingstoestellen aangesloten op kring die betrokken normale verlichting voedt, mogen eveneens gebruikt worn voor zover zij alle waarborgen voor een goe werking bien Installaties voor brandbaar gas vereld door leidingen. Deze installaties voldoen aan reglementaire voorschriften en regels van goed vakmanschap (NBN D , NBN D en NBN D ). Indien binnen instelling aardgas is voorzien moet een goed bereikbare buitenafsluiter worn geplaatst Installaties voor melding en alarm Melding. Elke instelling moet voorzien zijn van een telefoontoestel Alarm.

10 Instellingen met een capaciteit van meer dan 100 personen moeten beschikken over een alarmsysteem waarmee alle aanwezigen er op een duilijke wijze worn toe aangezet instelling zo spoedig mogelijk te verlaten. Een alarmsysteem is eveneens verplicht indien er zich in het gebouw meerre voor het publiek toegankelijke lokalen bevinn die gelijktijdig in gebruik kunnen zijn Brandbestrijdingsmidlen De brandweer bepaalt aard en het aantal van blusmidlen Het personeel moet duilijke instructies ontvangen hebben over taakverling bij brand en over het gebruik van brandbestrijdingsmidlen. Deze instructies moeten worn opgenomen in het veiligheidsregister Het brandbestrijdingsmateriaal moet goed onrhoun worn, beschermd zijn tegen vorst, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oorelkundig vereld. Het moet steeds onmidllijk in werking kunnen gebracht worn De signalisatie van brandbestrijdingsmidlen moet zijn uitgevoerd overeenkomstig bepalingen van cox over het welzijn op het werk Anre technische installaties.. In functie van risico's kan territoriaal bevoeg brandweerdienst bijkomen eisen opleggen voor anre technische installaties ONDERHOUD EN PERIODIEKE CONTROLE Onrhoud. De technische uitrustingen van instelling moeten in goe staat gehoun worn Periodieke controle. De volgen installaties moet verantwoorlijke periodiek laten nazien, hetzij door een bevoegd persoon (BP), hetzij door een bevoegd installateur (BI), hetzij door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC). Installatie Controleorgaan Periodiciteit Personenliften EDTC volgens geln reglementeringen Goerenliften EDTC jaarlijks Centrale verwarming en schouwen BI/BP jaarlijks Alarm * BI/BP jaarlijks Brandtectie * BI/BP jaarlijks Brandbestrijdingsmidlen * BI/BP jaarlijks Individuele verwarmingstoestellen * BI/BP jaarlijks Gasinstallatie * BI/BP 5 jaarlijks Laagspanning * EDTC 5 jaarlijks Hoogspanning* EDTC jaarlijks Veiligheidsverlichting* BI/BP jaarlijks EDTC 5 jaarlijks Installaties aangeduid met een * worn bovendien bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van binneninrichting, bij wijziging van netto oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die brandveiligheid kan beïnvloen, aan een controle onrworpen Veiligheidsregister. In elke instelling dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor burgemeester of zijn aangestel. Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen: - exploitatievergunning; - aantal toegelaten pers onen; - verslagen van periodieke controles; - instructies bij brand voor het personeel - verzekeringspolis objectieve aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing (indien van toepassing).

11 De instelling is slechts voor het publiek toegankelijk nadat uitbater zich ervan heeft vergewist, dat aan voorschriften van ze verorning is voldaan. Enkel en alleen uitbater draagt volledige en onelbare verantwoorlijkheid betreffen het niet in or zijn van instelling met alle vigeren reglementeringen Afwijkingen. Onverminrd bepalingen van het A.R.A.B. of anre wettelijke bepalingen, kan burgemeester, indien het onmogelijk is te voldoen aan één of meerre vereisten van ze reglementering, afwijkingen toestaan. Deze afwijkingen worn evenwel slechts toegestaan in mate dat ze onontbeerlijk zijn, om het behoud te verzekeren van werkelijk waarvolle elementen en op uitdrukkelijke voorwaar dat aanvullen brandbeschermings- en bestrijdingsmidlen worn aangebracht. De vraag tot het bekomen van een afwijking, in te dienen bij burgemeester, dient duilijk gemotiveerd te zijn. Getailleer plannen en een verklaren nota dienen te worn bijgevoegd. Afwijkingen kunnen alleen toegestaan worn mits gunstig advies van brandweer. Afling 7.- brandveiligheid in horecazaken Algemeen Doel. Deze reglementering bepaalt minimale eisen waaraan opvatting, bouw en inrichting van horecazaken moeten voldoen om: a) het ontstaan, ontwikkeling en voortplanting van brand te voorkomen; b) veiligheid van aanwezigen te waarborgen; c) tussenkomst van brandweer te vergemakkelijken Toepassingsgebied. Deze reglementering is van toepassing op alle horecazaken in bestaan gebouwen waar er gelegenheid is tot consummatie van eten of drinken door bezoekers. Onr horecazaken worn verstaan: zalen, restaurants, feestzalen, parochiezalen, kantines, drankgelegenhen, cafés, verbruikszalen, tavernen, frituren, dansgelegenhen, enz... Deze bepalingen zijn evenwel niet van toepassing op instellingen van tijlijke aard zoals kermisinrichtingen, tenten, e.d Procedure. Voor instellingen vermeld onr punt van ze reglementering zal bij het verstrijken van vergunning, bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van binneninrichting, bij wijziging van netto vloeroppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die brandveiligheid kan beïnvloen, voorafgaanlijk het opstellen van een brandpreventieverslag worn aangevraagd bij burgemeester. Bij het ein r werken en vóór het afleveren van vergunning zal territoriaal bevoeg brandweerdienst op verzoek van eigenaar / exploitant een controlebezoek uitvoeren. Het initieel opgemaakte brandpreventieverslag zal als basis dienen bij dit onrzoek. Van dit bezoek zal opnieuw een verslag worn opgemaakt dat aan eigenaar / exploitant en aan burgemeester zal worn overgemaakt. Het openen, openhoun of heropenen van horecazaken vermeld onr punt van ze reglementering is onrworpen aan een vergunning af te leveren door vergunning verlenen overheid van plaats waar horecazaak gelegen is en dit na advies van territoriaal bevoeg brandweerdienst Terminologie Voor toepassing van dit reglement wordt verstaan onr: -basisnormen : het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. -netto-oppervlakte : totale oppervlakte verminrd met oppervlakte van vast meubilair, vestiaires

12 en sanitair Technisch lokaal of ruimte: lokaal of ruimte waarin vaste toestellen of installaties zijn opgesteld, verbonn met het gebouw, en dat (die) enkel toegankelijk is (zijn) voor personen belast met bediening, toezicht, onrhoud of herstelling Voor overige terminologie wordt verwezen naar bijlage 1 bij basisnormen Reactie bij brand van materialen. Voor beproevingsmethon en classificatie van reactie bij brand van materialen wordt verwezen naar bijlage 5 bij basisnormen Wann van lokalen. De bekleding van wann moet voldoen aan classificaties, opgenomen in hierna volgen tabel: Lokaal Vloerbekledi ng Bekleding verticale wann Plafonds en valse plafonds Technische lokalen Stookplaatsen Keukens A0 A0 A0 Evacuatiewegen Publiek toegankelijke lokalen A3 A2 A1 Evacuatiewegen + publiek toegankelijke lokalen ALLEEN GELIJKVLOERS A3 A3 A Vast meubilair. De bekledingen en vullingen van het vast meubilair hebben een minimale classificatie A Versieringen. De aangebrachte versieringen mogen geen bijzonr risico voor (brand)veiligheid met zich mee brengen Bepaling van het aantal toegelaten personen. Het aantal toegelaten personen wordt bepaald aan hand van volgen criteria: - netto - oppervlakte; - het aantal uitgangen; - nuttige breedte van uitgangen en evacuatiewegen Op basis van netto oppervlakte: Het aantal toegelaten personen bedraagt 1,4 per m2 netto oppervlakte. Dit aantal wordt naar het juist hoger geheel getal afgerond. In horecazaken waar het aantal toegelaten personen nauwkeurig kan bepaald worn op basis van het meubilair, wordt het aantal toegelaten personen gelijkgesteld met het aantal zitplaatsen Op basis van het aantal uitgangen: Het aantal toegelaten personen is kleiner of gelijk aan bezetting die, overeenkomstig punt van dit reglement, overeenstemt met het aantal uitgangen.

13 Op basis van vereiste nuttige breedte van uitgangen en evacuatiewegen: Het aantal toegelaten personen is kleiner of gelijk aan het aantal personen dat, overeenkomstig punt 5.6. van bijlage 1 van basisnormen, overeenstemt met vereiste nuttige breedte van uitgangen en evacuatiewegen. De nuttige breedte van een uitgang of evacuatieweg bedraagt minimaal 0,80 m. In horecazaken die slechts beschikken over één uitgang met een nuttige breedte kleiner dan 1,20 m. bedraagt het aantal toegelaten personen Het kleinste getal uit voorgaan berekeningen wordt aangenomen als het aantal toegelaten personen Inplanting en toegangswegen. De toegangswegen worn bepaald in akkoord met territoriaal bevoeg brandweerdienst. Bijgebouwen, uitspringen daken, luifels, uitkragen len of anre rgelijke toevoegingen zijn enkel toegelaten indien daardoor noch evacuatie, noch veiligheid van personen, noch actie van brandweer in het gedrang komen Compartimentering en evacuatie Algemeen principe. De horecazaak dient gecompartimenteerd te zijn van woongeelten met overnachtingsmogelijkhen, ongeacht of ze in gebruik zijn door uitbater en / of door rn. De hoogte van een compartiment stemt overeen met hoogte van één bouwlaag. De volgen uitzonring is nochtans toegestaan: een compartiment mag zich uitstrekken over twee boven elkaar gelegen bouwlagen met een binnenverbindingstrap (duplex), indien gecumuleer oppervlakte van die bouwlagen niet groter is dan m Evacuatie van compartimenten Aantal uitgangen. Elk compartiment heeft minimum: één uitgang indien bezetting minr dan 100 personen bedraagt; twee uitgangen indien bezetting 100 of meer dan 100 en minr dan 500 personen bedraagt; twee + n uitgangen waarbij n het geheel getal is onmidllijk groter dan ling door 1000 van maximale bezetting van het compartiment, indien bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt. Het minimum aantal uitgangen kan door brandweer verhoogd worn in functie van bezetting en configuratie van lokalen. Indien een el van het gebouw waarin horecazaak is gelegen gebruikt wordt als privé lokalen voor exploitant mag een uitgang van horecazaak ook dienst doen als uitgang van dit privé geelte. Indien een el van het gebouw waarin horecazaak is gelegen gebruikt wordt als privé lokalen voor rn, is voor dit geelte een afzonrlijke uitgang vereist De uitgangen. De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestel zones van het compartiment. De evacuatiewegen lein naar een veilige ruimte Voorschriften voor sommige bouwelementen Doorvoeringen door wann. Het doorvoeren van leidingen doorheen wann mag vereiste weerstand tegen brand van bouwelementen niet nalig beïnvloen Structurele elementen. De structurele elementen dienen een weerstand tegen brand (Rf.) te vertonen overeenkomstig onrstaan tabel. Structuur van het gebouw Aantal bouwlagen Bovengrondse structuur Dakstructuur Onrgrondse structuur ** 1 ½ u N.v.t. 1 u 2 ½ u ½ u* 1 u

14 > 2 1 u ½ u* 1 u * Dit voorschrift is niet van toepassing indien het dak aan binnenkant beschermd is door een bouwelement met weerstand tegen brand 1/2 u. ** Met inbegrip van vloer van het laagste evacuatieniveau. De brandweer kan bijkomen eisen stellen aan weerstand tegen brand van structurele elementen Plafonds en valse plafonds In evacuatiewegen en in voor het publiek toegankelijke lokalen hebben valse plafonds een stabiliteit bij brand van 1/2 u. behalve indien inrichting bestaat uit slechts één bouwlaag. Zij dienen te zijn vervaardigd uit, of te worn bekleed met een materiaal met een minimale classificatie A De ruimte tussen het plafond en het vals plafond wordt onrbroken door verlenging van alle verticale wann die ten minste een weerstand tegen brand ½ u. bezitten Voorschriften inzake constructie van compartimenten en evacuatiewegen Compartimenten. De wann tussen compartimenten hebben ten minste brandweerstand van structurele elementen met een minimum van ½ u Evacuatiewegen De binnenwann van evacuatiewegen hebben minstens weerstand tegen brand van structurele elementen. Hun buitenwann mogen beglaasd zijn indien ze beglaas len minimum 1 m. verwijrd zijn van beglaas len van anre buitenwann Trappenhuizen. De trappenhuizen moeten toegang geven tot een evacuatieniveau. Op een evacuatieniveau leidt iere trap naar buiten, hetzij rechtstreeks, hetzij via een evacuatieweg die beantwoordt aan voorschriften van Trappen. De trappen hebben volgen kenmerken: 1. evenals overlopen hebben zij een stabiliteit bij brand van ½ u. of zelf opvatting van constructie als een betonplaat met een weerstand tegen brand van ½ u. 2. zij zijn aan bei zijn uitgerust met leuningen. Voor trappen met een nuttige breedte, kleiner dan 1,20 m., is één leuning voldoen, voor zover er geen gevaar is voor vallen. 3. aantre van tren is in elk punt ten minste 0,20 m.; 4. optre van tren mag niet meer dan 0,18 m. bedragen; 5. het maximum aantal opeenvolgen tren wordt beperkt tot 17; 6. hun helling mag niet meer dan 75% bedragen (maximaal hellingshoek 37 ); 7. zij zijn van het rechte" type. Maar, wenteltrappen worn toegestaan zo ze verdreven tren hebben en zo hun tren, naast vereisten van voorgaan punten 1, 2, 4 en 5, ten minste 0,24 m. aantre hebben op looplijn. 8. het loopvlak van houten trappen kunnen voorzien worn van een laag brandvertragen vernis. Deze vernislaag moet op regelmatige tijdstippen en dit volgens voorschriften van producent worn vernieuwd. Het aanbrengen van een traploper uit klasse A3 is een alternatief Evacuatiewegen en vluchtterrassen. De lengte van doodlopen evacuatiewegen mag niet meer dan 15 m. bedragen. De uren op evacuatiewegen mogen geen vergrenling bezitten die evacuatie kan belemmeren. De af te leggen afstand van op elk punt van horecazaak tot aan dichtstbijzijn uitgang bedraagt maximaal: 20 m. indien er maar één uitgang is; 25 m. indien er 2 of meerre uitgangen zijn. De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestel zones van het compartiment. De nuttige breedtes van uitgangen van éénzelf compartiment, mogen niet meer dan één

15 doorgangseenheid van elkaar verschillen (zie punt van bijlage 1 van basi snormen). De evacuatiewegen lein naar een veilige ruimte. Op een evacuatieniveau mogen geen uitstalramen van bouwlen met een commerciële functie uitgeven, die geen Rf. van ½ u. hebben, met uitzonring van laatste 3 m. van ze evacuatieweg. De evacuatiewegen en uitgangen mogen geen voorwerpen bevatten die evacuatie kunnen belemmeren Draaizin van uitgangsuren De uren moeten ofwel in bei richtingen ofwel in richting van uitgang opendraaien of open schuiven. Voor instellingen waarvan capaciteit maximum 49 personen bedraagt, mag ur naar binnen draaien of open schuiven. Voor instellingen met een capaciteit van meer dan 49 en minr dan 100 personen moet ten minste één uitgangsur in bei richtingen ofwel in richting van uitgang opendraaien. Voor instellingen met een capaciteit vanaf 100 personen moeten alle uitgangsuren in bei richtingen ofwel in richting van uitgang opendraaien Draaiuren, draaipaaltjes en manueel bedien schuifuren zijn als uitgang niet toegelaten. De vleugels van glazen uren moeten een merkteken dragen dat volstaat om zich rekenschap te geven van hun aanwezigheid Elke ur met automatische sluitinrichting die niet gemakkelijk met hand kan worn geopend, moet uitgerust zijn met een veiligheidsapparaat dat ur automatisch op volle breedte opent wanneer energiebron, die ur in werking stelt, uitvalt De uren welke rechtstreeks op openbare weg uitgeven mogen niet buiten rooilijn komen Signalisatie. De aanduiding van uitgangen en nooduitgangen dient te voldoen aan bepalingen van cox over het welzijn op het werk Constructievoorschriften voor sommige lokalen en technische ruimten Technische lokalen en ruimten Algemeen. Een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt een compartiment Verwarming en brandstof Stookplaatsen. Binnen een strook van één meter rond stookinstallatie mogen er geen brandbare materialen opgeslagen worn. De branr van op stookolie werken verwarmingsinstallatie moet beveiligd zijn met een automatische blusinstallatie. Indien op stookolie werken verwarmingsinstallatie niet beveiligd is met een automatische blusinstallatie dan moet het stooklokaal worn gecompartimenteerd met wann met een Rf. van minimaal 1 u. De binnenur die toegang geeft tot het stooklokaal heeft een Rf. van minimaal ½ u. De stookplaats beschikt over een hoge- en lage verluchting. De vloer onr brandstoftank voor vloeibare brandstof moet in een kuipvorm worn aangelegd, rwijze dat bij een lek ganse brandstofvoorraad erin kan worn opgevangen. Deze voorwaar is niet van toepassing indien brandstoftank dubbelwandig is uitgevoerd. Indien er hevelwerking mogelijk is tussen brandstoftank en stookinstallatie dan moet op toevoerleiding een afsluitkraan worn voorzien.

16 Verwarmingsinstallaties gevoed met gas dienen niet in een stookplaats onrgebracht. De gastoevoer moet afsluitbaar zijn buiten opstellingsplaats van het verwarmingstoestel. Verwarmingsinstallaties met een vermogen groter dan 70kW, ongeacht aard van brandstof, worn onrgebracht in stookplaatsen waarvan opvatting en uitvoering voldoen aan voorschriften van norm NBN B Lokale verbrandingstoestellen. De niet op elektriciteit werken verwarmingstoestellen moeten aangesloten zij op een schoorsteen. Verplaatsbare verwarmingstoestellen voor stralingswarmte of hours met vloeibare brandstoffen zijn niet toegelaten in horecazaken Butaan- en propaangas in flessen. Butaan- en propaangas in flessen, evenals lege gasflessen, moeten in open lucht worn onrgebracht. Deze installaties voldoen aan reglementaire voorschriften en regels van goed vakmanschap. (richtlijn FEBUPRO handleiding Butaan & Propaan) Keukens. Indien instelling is uitgerust met een collectieve keuken, dan dient ze van anre gebouwlen te worn geschein door wann met een Rf. van minimaal 1 u. Elke doorgang of doorgeefluik wordt afgesloten door een zelfsluiten of bij brand zelfsluiten ur of luik met Rf. ½ u. De keuken moet niet gecompartimenteerd worn ten opzichte van instelling indien er geen frituurtoestel (vast of los) aanwezig is of indien elk vast frituurtoestel voorzien is van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan een toestel dat toevoer van energie naar het frituurtoestel automatisch onrbreekt Uitrusting van gebouwen Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie Zij voldoen aan voorschriften van geln wettelijke en reglementaire teksten, evenals aan het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (AREI) Veiligheidsverlichting. De evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen van trappenhuizen, buiten instelling gelegen onvoldoen verlichtte evacuatiewegen, technische lokalen en ruimten, liftkooien, zalen of lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek worn voorzien van een veiligheidsverlichting. Deze veiligheidsverlichting dient te voldoen aan voorschriften van norm NBN C Deze veiligheidsverlichting mag gevoed worn door normale stroombron, maar valt ze uit, dan moet voeding geschien door één of meer autonome stroombronnen. Autonome verlichtingstoestellen aangesloten op kring die betrokken normale verlichting voedt, mogen eveneens gebruikt worn voor zover zij alle waarborgen voor een goe werking bien Installaties voor brandbaar gas vereld door leidingen. Deze installaties voldoen aan reglementaire voorschriften en regels van goed vakmanschap (NBN D , NBN D en NBN D ). Indien binnen instelling aardgas is voorzien moet een goed bereikbare buitenafsluiter worn geplaatst Installaties voor melding en alarm Melding. Elke instelling moet voorzien zijn van een telefoontoestel Alarm. In horecazaken met een capaciteit vanaf 100 personen moet er een alarmsysteem beschikbaar zijn, waarmee alle aanwezigen er op een duilijke wijze worn toe aangezet horecazaak zo spoedig

17 mogelijk te verlaten. Een alarmsysteem is eveneens verplicht indien er zich in het gebouw meerre voor het publiek toegankelijke lokalen bevinn die gelijktijdig in gebruik kunnen zijn Brandbestrijdingsmidlen De territoriaal bevoeg brandweerdienst bepaalt aard en het aantal van blusmidlen Het personeel moet duilijke instructies ontvangen hebben over taakverling bij brand en over het gebruik van brandbestrijdingsmidlen. Deze instructies moeten worn opgenomen in het veiligheidsregister Het brandbestrijdingsmateriaal moet goed onrhoun worn, beschermd zijn tegen vorst, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oorelkundig vereld. Het moet steeds onmidllijk in werking kunnen gebracht worn De signalisatie van brandbestrijdingsmidlen moet zijn uitgevoerd overeen-komstig bepalingen cox over het welzijn op het werk Anre technische installaties. In functie van risico's kan bevoeg brandweerdienst bijkomen eisen opleggen voor anre technische installaties Onrhoud en periodieke controles Onrhoud. De technische uitrustingen van horecazaak, zoals dampkappen enz., moeten in goe staat gehoun worn Periodieke controle. De volgen installaties moet verantwoorlijke periodiek laten nazien, hetzij door een bevoegd persoon (BP), hetzij door een bevoegd installateur (BI), hetzij door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC). Installatie Controleorgaan Periodiciteit Personenliften EDTC volgens geln reglementeringen Goerenliften EDTC jaarlijks Centrale verwarming en schouwen BI/BP jaarlijks Alarm * BI/BP jaarlijks Brandtectie * BI/BP jaarlijks Brandbestrijdingsmidlen * BI/BP jaarlijks Individuele verwarmingstoestellen * BI/BP jaarlijks Gasinstallatie * BI/BP 5 jaarlijks Laagspanning * EDTC 5 jaarlijks Hoogspanning* EDTC jaarlijks Veiligheidsverlichting* BI/BP jaarlijks EDTC 5 jaarlijks Installaties aangeduid met een * worn bovendien bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van binneninrichting, bij wijziging van netto - oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die brandveiligheid kan beïnvloen, aan een controle onrworpen Veiligheidsregister. In elke horecazaak dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor burgemeester of zijn aangestel. Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen: - exploitatievergunning; - aantal toegelaten personen; - verslagen van periodieke controles; - verzekeringspolis objectieve aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing (indien van toepassing);

18 - instructies voor het personeel ingeval van brand Het aantal toegelaten personen zal duilijk leesbaar op een voor iereen zichtbaar bordje door uitbater terhoogte van hoofdingang worn aangebracht. Enkel en alleen uitbater draagt volle en onelbare verantwoorlijkheid indien maximale bezetting (zie ) van horecazaak zou worn overschren De horecazaak is slechts voor het publiek toegankelijk nadat uitbater zich ervan heeft vergewist, dat aan voorschriften van ze verorning is voldaan. Enkel en alleen uitbater draagt volledige en onelbare verantwoorlijkheid betreffen het niet in or zijn van zijn horecazaak met alle vigeren reglementeringen Afwijkingen. Onverminrd bepalingen van het A.R.A.B. of anre wettelijke bepalingen, kan burgemeester, indien het onmogelijk is te voldoen aan één of meerre vereisten van ze reglementering, afwijkingen toestaan. De vraag tot het bekomen van een afwijking, in te dienen bij burgemeester, dient duilijk gemotiveerd te zijn. Getailleer plannen, een verklaren nota en voorgestel bijkomen veiligheidsmaatregelen, dienen bijgevoegd. Alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bien dat tenminste gelijk is aan het niveau vereist in voorschriften. Afwijkingen kunnen alleen toegestaan worn mits gunstig advies van territoriaal bevoeg brandweerdienst. Afling 8.- brandveiligheid voor inrichtingen van tijlijke aard Markten Algemeen Doel Deze reglementering bepaalt minimale eisen waaraan opstelling van een markt moet voldoen om brandbestrijding en evacuatie op een vlotte wijze te laten verlopen en om interventies van brandweer te vergemakkelijken Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op alle plaatsen waar een markt in open lucht wordt georganiseerd, ongeacht frequentie of duur Procedure. Markkramers moeten, alvorens toegang te krijgen tot markt, voorafgaanlijk contact opnemen met plaatselijke inrichter. Zij moeten hun (hulp)leurrskaart, hanlsregister en BTW -nummer kunnen voorleggen. De plaatselijke inrichter vraagt, voor marktkramers die aan opgeleg voorwaarn voldoen, een vergunning aan bij vergunning verlenen overheid van plaats waar markt wordt ingericht. Deze vergunning is geldig voor een perio van 1 jaar Terminologie Zie bijlage 1 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Onr een marktkraam wordt verstaan: alle verkooppunten en verkoopstann in haar breedste betekenis Reactie bij brand van materialen Zie bijlage 5 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen Inplanting en toegangswegen In verband met bereikbaarheid en inplanting van een markt, zal inrichter, via burgemeester,

19 advies vragen aan territoriaal bevoeg brandweerdienst. De voertuigen van brandweer moeten te allen tij over een toegangsweg beschikken waardoor aan volgen eisen kan worn voldaan: - De lage gebouwen (LG) moeten kunnen genard worn tot op een afstand van 60 m of minr. - Midlhoge gebouwen (MG), hoge gebouwen (HG), bedrijfsgebouwen, gebouwen met een grote bezetting of met een bijzonr risico dienen te allen tij bereikbaar te blijven via openbare weg. De rijweg van openbare weg dient over een breedte van ten minste 3 m vrij te blijven, dit met een permanent vrije hoogte van minimum 4 m Opstelling van marktkramen Geen enkel marktkraam mag zich verr bevinn dan 60 m van een plaats waar brandweervoertuigen kunnen opgesteld worn De rijen die gevormd worn door marktkramen dienen minstens om 30 m voorzien te worn van een vrije ruimte met een minimum breedte van 1,2 m Tussen gebouwen en achterkant van marktkramen dient steeds een doorgang met een minimum breedte van 1 m vrij te blijven Het is verbon om marktkramen te stationeren boven onrgrondse hydranten of op een afstand van minr dan 1m van bovengrondse en onrgrondse hydranten Marktkramen waarin warme gerechten bereid worn moeten gemakkelijk bereikbaar zijn voor voertuigen van hulpdiensten. Bedoeld worn onr anre hamburger- en hotdogkramen, braadkippenkramen, kebabkramen, frituren, barbecuestands enz Brandbestrijdingsmidlen Alle marktkramen met een kook-, bak - of braadtoestel, en/of een verwarmings-toestel, moeten in het bezit zijn van een blustoestel met een capaciteit van minimum 1 bluseenheid. Het toestel dient op een goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaats opgehangen worn Frituren dienen bijkomend te beschikken over een brandken. Dit ken wordt op een goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaats opgehangen. Het brandken mag niet in directe omgeving van vuren gehangen worn In functie van risico s kan bevoeg brandweerdienst bijkomen blusmidlen eisen Brandstoffen Indien gasflessen gebruikt worn, dienen ze gasflessen op een veilige manier opgesteld te worn, zodat ze o.a. tegen omvallen beschermd zijn, dit evenwel zonr doorgangen te belemmeren Gasinstallaties moeten voldoen aan geln reglementeringen ter zake en aan regels van goed vakmanschap (richtlijn FEBUPRO-handleiding Butaan & Propaan) Voor voeding van kook-, bak- en braadtoestellen, evenals voor verwarmingstoestellen, worn slechts elektriciteit en gas toegestaan. Voor voeding van een barbecue of van een afgeschermd verwarmingstoestel zijn ook vaste brandstoffen toegestaan Ballonnen gevuld met brandbaar gas zijn verbon Elektrische installaties De inrichter van markt zorgt voor wettelijke en gekeur elektrische verelborn waarop standhours kunnen aansluiten De installaties aangesloten op verelborn moeten voldoen aan geln reglementeringen ter zake en regels van goed vakmanschap De marktkramen die uitgerust zijn met een elektrische installatie, dienen over een positief verslag van keuring van elektrische installatie te beschikken. Dit ve rslag moet zijn opgesteld door een Externe

20 Dienst voor Technische Controle (EDTC). Dit verslag mag niet our zijn dan 13 maann Slotbepalingen Door brandweer en/of politie zal periodiek een controlerondgang worn gemaakt langsheen het parcours in functie van naleving van ze reglementering en wettelijke voorschriften. Inbreuken zullen op passen wijze worn behanld. Bij elke belangrijke wijziging van opstelling van markt of van opstelling van marktkramen onrling dient, via burgemeester, het advies van bevoeg brandweer-dienst gevraagd te worn Kermissen Algemeen Doel Deze reglementering bepaalt minimale eisen waaraan opstelling van een kermis moet voldoen om brandbestrijding en evacuatie op een vlotte wijze te laten verlopen en om interventies van brandweer te vergemakkelijken Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op alle plaatsen waar een kermis in open lucht wordt georganiseerd, ongeacht frequentie of duur Procedure. De uitbaters van een kermisattractie of -kraam moeten, alvorens toegang te krijgen tot kermis, voldoen aan contractuele voorwaarn opgelegd door plaatselijke inrichter. De plaatselijke inrichter vraagt, voor uitbaters die aan contractuele voorwaarn voldoen, een vergunning aan bij vergunning verlenen overheid van plaats waar kermis wordt georganiseerd. Deze vergunning is geldig voor op voorhand vast bepaal duur van kermis Terminologie Zie bijlage 1 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Onr een kermisattractie worn eveneens al zijn bijhorighen verstaan, zoals woonwagens, voertuigen, stroomgroepen, enz Reactie bij brand van materialen Zie bijlage 5 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen Inplanting en toegangswegen In verband met bereikbaarheid en inplanting van een kermis, zal inrichter, via burgemeester, advies vragen aan territoriaal bevoeg brandweerdienst. De voertuigen van brandweer moeten te allen tij over een toegangsweg beschikken waardoor aan volgen eisen kan worn voldaan: - De lage gebouwen (LG) moeten kunnen genard worn tot op een afstand van 60 m of minr. - Midlhoge gebouwen (MG), hoge gebouwen (HG), bedrijfsgebouwen, gebouwen met een grote bezetting of een bijzonr risico dienen te allen tij bereikbaar te blijven via openbare weg. De rijweg van openbare weg dient over een breedte van ten minste 3 m vrij te blijven. dit met een permanent vrije hoogte van minimum 4 m Opstelling van kermisattracties De gebruikers van kermisattracties moeten kunnen geëvacueerd worn. Hiertoe moeten evacuatiewegen vrij gehoun worn. Deze evacuatiewegen moeten naar een veilige plaats lein. De vrije breedte van ze evacuatiewegen moet minstens 1,20 m bedragen Geen enkele kermisattractie mag zich verr bevinn dan 60 m van een plaats waar brandweervoertuigen kunnen opgesteld kunnen worn De rijen die gevormd worn door kermisattracties dienen minstens om 30 m voorzien te worn van een vrije ruimte met een minimum breedte van 1,2 m.

Gemeentelijk reglement inzake

Gemeentelijk reglement inzake Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid Bijlage gemeenteraadsbesluit van 9/02/2006 1 Inhoud. Afdeling Onderwerp 1. - Algemeen 2. - Watervoorraden voor het blussen van branden. 3. - Onderhoud en vegen

Nadere informatie

Politiereglement met betrekking tot de brandveiligheid in horecazaken

Politiereglement met betrekking tot de brandveiligheid in horecazaken Politiereglement met betrekking tot de brandveiligheid in horecazaken Artikel 1 : Algemeen 1.1 Doel Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI - BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN DE HORECAZAKEN

HOOFDSTUK XI - BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN DE HORECAZAKEN HOOFDSTUK XI - BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN DE HORECAZAKEN Art. 214. ALGEMEEN 1. Doel Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de

Nadere informatie

REGLEMENT BRANDVEILIGHEID GEMEENTE HOEGAARDEN

REGLEMENT BRANDVEILIGHEID GEMEENTE HOEGAARDEN REGLEMENT BRANDVEILIGHEID GEMEENTE HOEGAARDEN 1 Gemeente 3320 HOEGAARDEN Gewestelijke brandweer Vastgelegd bij beslissing van de gemeenteraad van 12.04.2005 2 I N H O U D Afdeling 2.- Watervoorraden voor

Nadere informatie

HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN

HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN Art. 224. ALGEMEEN JEUGDLOKALEN 1. Doel Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting,

Nadere informatie

HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING

HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING Art. 235. ALGEMEEN BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE PROVINCIE VLAAMS-BRABANT UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD GEMEENTE ZITTING VAN 28/11/2007 LUBBEEK Aanwezig : Freddy Vranckx,voorzitter Martine Vanbever, Gilberte Muls, Hilke Verheyden,

Nadere informatie

Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid uitbreiding.

Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid uitbreiding. Provincie Vlaams-Brabant UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD GEMEENTE LINTER ZITTING VAN 25 februari 2008 Aanwezig: Voorzitter Schepenen Raadsleden Secretaris Verontschuldigd Marc Wynants Lida

Nadere informatie

GOEDKEURING VAN HET POLITIEREGLEMENT MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN

GOEDKEURING VAN HET POLITIEREGLEMENT MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN GEMEENTERAAD 22 mei 2007 AGENDAPUNT 19a Ref. 580.1/MF GOEDKEURING VAN HET POLITIEREGLEMENT MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN DE GEMEENTERAAD, Gelet het Gemeentedecreet van 15 juli 2005,

Nadere informatie

Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken moeten voldoen om:

Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken moeten voldoen om: 5. Goedkeuring reglement brandpreventie horeca De Gemeenteraad, Gelet op de artikelen 119, 133 en 135 2 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de richtlijn van de Gouverneur tengevolge waarvan de brandweerdiensten

Nadere informatie

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN DIT BRANDWEERREGLEMENT IS ZEER BELANGRIJK ONDERMEER VOOR DE UITBATERS VAN KRAMEN WAAR VERWARMINGSTOESTELLEN WORDEN GEBRUIKT. GELIEVE HIERMEE REKENING TE HOUDEN EN NA TE LEVEN VOORAL DE ALINEA S IN HET

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 24 mei 2007 Provincie VLAAMS-BRABANT Arrondissement HALLE-VILVOORDE GEMEENTE 1670 PEPINGEN Aanwezig: Raadgever: De Roubaix A., voorzitter - burgemeester;

Nadere informatie

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deze checklist helpt bepalen aan welke vereisten de mini-crèche op het vlak van brandveiligheid aan het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID IN PTI S

BRANDVEILIGHEID IN PTI S BRANDVEILIGHEID IN PTI S PTI = WAT? PUBIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN PTI = VOORBEELDEN? CAFÉS, FEESTZALEN, RESTAURANTS, JEUGDLOKALEN, KANTINES,. INFOZITTING WOENSDAG 10 JULI 2013 IN CCW 1 WETTELIJKE TAKEN

Nadere informatie

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven Voorstelling Vrijwillig Brandweerkorps Zoersel Brandweertaken Preventie - Lt-dienstchef Yves Sepot - Olt Bart Van Winckel - Bwm Els Haest Wetgeving

Nadere informatie

ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN

ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN Hoofdstuk 4: Kamerwonen 1e afdeling: Terminologie Artikel 151: Als inrichting voor kamerwonen wordt beschouwd elk gebouw waarbij

Nadere informatie

Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen

Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen Tijdig brandveilig Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen ALGEMEEN In deze brochure staat telkens het artikel (art.) van het brandveiligheidsreglement vermeld. Wilt u een exemplaar

Nadere informatie

Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met minimaal 50 toegelaten personen

Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met minimaal 50 toegelaten personen Tijdig brandveilig Tips voor een brandveilige zaak met minimaal 50 toegelaten personen ALGEMEEN In deze brochure staat telkens het artikel (art.) van het brandveiligheidsreglement vermeld. Wilt u een exemplaar

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT M.B.T. DE BRANDVEILIGHEID IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN

GEMEENTELIJK REGLEMENT M.B.T. DE BRANDVEILIGHEID IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN GEMEENTELIJK REGLEMENT M.B.T. DE BRANDVEILIGHEID IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN Goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 september 2011 Artikel 1. - Algemeen Dit reglement bepaalt de normen betreffende

Nadere informatie

Politieverordening inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen

Politieverordening inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen Politieverordening inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 24 september 2007. Gewijzigd in de gemeenteraad van 23 april 2012 Bekendgemaakt

Nadere informatie

POLITIEREGLEMENT STAD MECHELEN AFDELING 20 Pagina 1

POLITIEREGLEMENT STAD MECHELEN AFDELING 20 Pagina 1 STEDELIJK POLITIEREGLEMENT - AFDELING 20 De oude afdeling 20 wordt volledig vervangen door de volgende tekst: Afdeling 20 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand in inrichtingen toegankelijk

Nadere informatie

Inhoudstafel Tekst Begin

Inhoudstafel Tekst Begin 19 SEPTEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang. Bron : VLAAMSE OVERHEID Publicatie : 21-11-2008 nummer : 2008204070

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities

HOOFDSTUK I. Definities VI.3.B. BVR brandveiligheid 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 (BS 21 november 2008) houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang 1 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Brandweerzone Centrum

Brandweerzone Centrum Brandweerzone Centrum Roggestraat 70 9000 Gent Tel. 09 268 88 99 Fax. 09 268 88 43 info@brandweerzonecentrum.be www.brandweerzonecentrum.be Stad Gent - departement Facility Management t.a.v. Marjolijn

Nadere informatie

www.brugge.be ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten

www.brugge.be ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten www.brugge.be 1 ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten 2 3 Naast een leuke vorm van ontspanning is dansen voor velen een belangrijke manier om mensen te ontmoeten. Het is echter belangrijk

Nadere informatie

De bepalingen m.b.t. het sluitingsuur vermeld in de algemene politieverordening blijven onverminderd gelden. Oppervlakte volledige exploitatie in m²:

De bepalingen m.b.t. het sluitingsuur vermeld in de algemene politieverordening blijven onverminderd gelden. Oppervlakte volledige exploitatie in m²: Aanvraagformulier drankvergunning, kansspelinrichting en/of openingstijden Neem voor bijkomende info contact op met de dienst lokale economie economie@rijkevorsel.be 03 340 00 30 Aanvraag voor (duid aan

Nadere informatie

Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit

Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1 Doel De specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

VR DOC.0787/4

VR DOC.0787/4 VR 2018 1307 DOC.0787/4 Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van [ ] tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen en centra voor

Nadere informatie

Brandweerzone Centrum

Brandweerzone Centrum Brandweerzone Centrum Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Regelgeving sinds 2003 en 2007 Wijzigingen => nieuw reglement sinds 1 januari 2016 Brandweerzone Centrum Aanleiding 1 januari

Nadere informatie

Administratieve verordening inzake brandveiligheid in de voor het publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen.

Administratieve verordening inzake brandveiligheid in de voor het publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen. Administratieve verordening inzake brandveiligheid in de voor het publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen. DE GEMEENTERAAD : Herzien zijn beslissing van 27 juni 1994 betreffende vaststelling

Nadere informatie

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23 Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23 Inhoudsopgave 1. Algemene bepalingen 2. Inplanting en toegangswegen 3. Compartimentering 4. Voorschriften

Nadere informatie

POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG

POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1. Doel Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken en gelijkaardige inrichtingen

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING INZAKE BRANDPREVENTIE MET BETREKKING TOT PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN

POLITIEVERORDENING INZAKE BRANDPREVENTIE MET BETREKKING TOT PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN De Raad; POLITIEVERORDENING INZAKE BRANDPREVENTIE MET BETREKKING TOT PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119 en 135 2; Gelet op de wet van 30

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN Artikel 1 - Doel HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw

Nadere informatie

Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen 1. ALGEMEEN 2

Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen 1. ALGEMEEN 2 Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen INHOUD 1. ALGEMEEN 2 1.1 Doel 2 1.2 Toepassingsgebied 2 1.3 Terminologie 2 1.3.1 Algemene terminologie 2 1.3.2 Terminologie eigen aan de schoolgebouwen

Nadere informatie

Tips voor een brandveilige zaak met maximum 49 toegelaten personen

Tips voor een brandveilige zaak met maximum 49 toegelaten personen Tips voor een brandveilige zaak met maximum 49 toegelaten personen ONDERNEMEN EN STADSMARKETING 2 Inhoud Voorwoord... 3 1 Verzekering objectieve aansprakelijkheid... 4 1.1 Wat is de verzekering objectieve

Nadere informatie

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 november 2015 Bekendgemaakt op 17 december 2015 In werking getreden

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 17.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 17.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 73465 Afdeling 2. Bestaande en nieuwe opvanglocaties Art. 65. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit gelden de volgende overgangsperiodes voor de opvanglocaties, vermeld in artikel 62, en voor de opvanglocaties

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN 1 POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN Artikel 1. Doel HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw

Nadere informatie

Gemeentelijk reglement houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking tot publiektoegankelijke inrichtingen

Gemeentelijk reglement houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking tot publiektoegankelijke inrichtingen Gemeentelijk reglement houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking DE GEMEENTERAAD, gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing

Nadere informatie

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BV MC Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches Laatste versie: 18 augustus 2005 De Vlaamse

Nadere informatie

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) 1 Parkeergebouwen Toekomstige wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 24 mei 2007 Provincie VLAAMS-BRABANT Arrondissement HALLE-VILVOORDE GEMEENTE 1670 PEPINGEN Aanwezig: de heren De Roubaix A., voorzitter burgemeester;

Nadere informatie

Dienst politiereglementen Goedkeuring van het politiereglement betreffende brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen.

Dienst politiereglementen Goedkeuring van het politiereglement betreffende brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen. Vergadering 13 oktober 2003 Dienst politiereglementen Goedkeuring van het politiereglement betreffende brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen. Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende

Nadere informatie

Brandpreventie Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen

Brandpreventie Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Hulpverleningszone Rivierenland Auteur: kerngroep PTI en Zonale preventiedienst Brandpreventie Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Infosessie 14.11.2017 Overzicht presentatie 1. Opvatting

Nadere informatie

Politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen.

Politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen. Politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen. Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte

Nadere informatie

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN TO-1001 SCHOLEN RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN VOOR BOUWEN, BIJBOUWEN, AANBOUWEN EN VERGROTEN VAN SCHOOLGEBOUWEN ONAFGEZIEN DE WETTELIJKE BEPALINGEN TERZAKE VAN HET A.R.A.B. EN EVENTUEEL DEZE VAN HET MINISTERIEEL

Nadere informatie

LAGE GEBOUWEN MIDDELHOGE GEBOUWEN HOGE GEBOUWEN

LAGE GEBOUWEN MIDDELHOGE GEBOUWEN HOGE GEBOUWEN 0. ALGEMEEN. 0.1 Doel. Deze basisreglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van lage gebouwen (LG) moeten voldoen om : Deze basisreglementering bepaalt de minimale

Nadere informatie

Tips voor een brandveilige zaak met meer dan 49 toegelaten personen

Tips voor een brandveilige zaak met meer dan 49 toegelaten personen Tips voor een brandveilige zaak met meer dan 49 toegelaten personen ONDERNEMEN EN STADSMARKETING 2 Inhoud Voorwoord... 3 1 Verzekering objectieve aansprakelijkheid... 4 2.1 Wat is de verzekering objectieve

Nadere informatie

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen BIJLAGE 1 Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen 0. Indeling van de inrichtingen. De inrichtingen worden ingedeeld in 3 categorieën: - Categorie 1: de lage gebouwen: dit wil zeggen gebouwen

Nadere informatie

Publiek Toegankelijke Inrichtingen

Publiek Toegankelijke Inrichtingen Publiek Toegankelijke Inrichtingen ARTIKEL 1. ALGEMEEN Dit reglement bepaalt de normen betreffende brandpreventie, waaraan het concept, de bouw en de inrichting van publiek toegankelijke inrichtingen moeten

Nadere informatie

Algemene politieverordening politiezone Hazodi

Algemene politieverordening politiezone Hazodi Hoofdstuk 2: BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN 1. Algemeen Artikel 41: doel Algemene politieverordening politiezone Hazodi Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan

Nadere informatie

AANVRAAG HORECAVERGUNNING

AANVRAAG HORECAVERGUNNING AANVRAAG HORECAVERGUNNING GEGEVENS UITBATER (naam, adres, GSM, e mail) GEGEVENS UITBATING (naam, adres, telefoon, e mail) ONDERNEMINGSNUMMER VERZEKERING OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID BRAND / ONTPLOFFING

Nadere informatie

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Parkeergebouwen: De toekomstige aanpassing van KB Basisnormen Brand Toekomstige wijziging van

Nadere informatie

NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen

NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen NBN S 21-204 - 1. Algemeen NBN S 21-204 - 1.1. Doel Deze norm bepaalt de minimum voorwaarden waaraan de conceptie, de constructie, de uitrusting en de inrichting

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6. Afdeling 1. Artikel II.6.1.1.

HOOFDSTUK 6. Afdeling 1. Artikel II.6.1.1. HOOFDSTUK 6 Brandveiligheid van verhuurde woningen Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder de artikelen 119bis, 133, tweede lid en 135 2; Gelet op het Gemeentedecreet, in het bijzonder artikel

Nadere informatie

1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden

1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden Bijlage 1 Brandveiligheid in publieke inrichtingen 1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden a. Toepassingsgebied Artikel 1 Deze afdeling is van toepassing op alle lokalen of

Nadere informatie

CONTROLE BRANDVEILIGHEID VOORZIENING VOOR KINDEROPVANG T KLIMOPJE Adres: Jules de Saint-Genoisstraat 91-93, 9050 Gentbrugge

CONTROLE BRANDVEILIGHEID VOORZIENING VOOR KINDEROPVANG T KLIMOPJE Adres: Jules de Saint-Genoisstraat 91-93, 9050 Gentbrugge Departement Brandweer Preventie BRANDPRE Dienst kinderopvang Keizer Karelstraat 1 9000 Gent contactpersoon uw kenmerk ons kenmerk datum arch. Catherine Laeremans Tel. 09 268 88 56 Fax 09 268 88 58 Catherine.Laeremans@gent.be

Nadere informatie

Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen

Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen 1 januari 2018 Versie V20180101 Pagina 2 van 42 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN... 5 DEFINITIES...

Nadere informatie

- Zelfredzaamheid! - Opvang brandweer (IP) - Brandcommando - CP-OPS - KB 2006 NOODPLANNING

- Zelfredzaamheid! - Opvang brandweer (IP) - Brandcommando - CP-OPS - KB 2006 NOODPLANNING Voormiddag 1 Luik: BRANDWEER - advies & IDPBW - DE brandweer??? - Taken binnen preventie - Wettelijk kader - Brandveiligheid bedrijf - Voorafgaand INTERVENTIEPLAN Namiddag 2 Luik: Calamiteit & IDPBW -

Nadere informatie

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken Randvoorwaarden Wetgeving brandveiligheid van toepassing op het gebouw? Een wetgeving helpt ons een bepaald brandveiligheidsniveau

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 61988 BELGISCH STAATSBLAD 21.11.2008 MONITEUR BELGE Art. 2. Onze Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 18 september 2008. ALBERT Van Koningswege

Nadere informatie

INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7

INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7 INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7 In te vullen door betreffende diensten Brandweerdossiernummer: Bouwdossiernummer: Exploitatienummer: Gebouw Benaming Bestemming I. Persoonsgegevens Eigenaar

Nadere informatie

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS Gids voor kotbazen: Wijzigingen en aanvullingen In de brochure Gids voor kotbazen vindt u heel wat informatie en tips over studentenhuisvesting met een handig overzicht van alle regel- en wetgeving indien

Nadere informatie

VASTE INRICHTINGEN I. INHOUDSTABEL

VASTE INRICHTINGEN I. INHOUDSTABEL Zonale richtlijnen Algemene brandvoorkomings- en brandbestrijdingsmaatregelen voor publiek toegankelijke inrichtingen en activiteiten VASTE INRICHTINGEN I. INHOUDSTABEL 1 II. TERMINOLOGIE EN KLASSIFICATIE

Nadere informatie

Prev 1. Wat in de vorige hoofdstukken?

Prev 1. Wat in de vorige hoofdstukken? Prev 1 Carlos Schellinck HVZ Zuid-Oost Wat in de vorige hoofdstukken? Reactie bij brand? Weerstand tegen brand? Onafgewerkte vloer, plafond, afgewerkte vloer, verlaagd plafond? Zelfsluitende, bij brand

Nadere informatie

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 19/12/2018 Referentienummer agendapunt: GR/2018/217

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 19/12/2018 Referentienummer agendapunt: GR/2018/217 1/7 AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 19/12/2018 Referentienummer agendapunt: GR/2018/217 HULPVERLENINGSZONE OOST - REGLEMENT PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN (PTI) - GOEDKEURING

Nadere informatie

Wetgeving in stooklokalen

Wetgeving in stooklokalen Wetgeving in stooklokalen Wat wordt er verwacht van U? Welke norm is van toepassing? Waar moet of kan u op letten? Is het een nieuw stooklokaal of renovatie? Stookplaats boven 70kW volgens NBN B61-001

Nadere informatie

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING HOOFDSTUK 5. BRANDVEILIGHEID AFDELING 1. ALGEMEEN ARTIKEL 23. DOEL Dit reglement, in bijzonder hoofdstuk 5 brandveiligheid bepaalt de minimale

Nadere informatie

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Deze fiche herneemt in detail de inhoud en de grote lijnen van artikel 52 Verplichtingen van de werkgever brand voorkomen ieder begin van brand snel bestrijden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemeen

Hoofdstuk 1: Algemeen VOORSCHRIFTEN OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Doel Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de

Nadere informatie

Nieuwbouw en vernieuwbouw Aandachtspunten veiligheid Scholen van morgen

Nieuwbouw en vernieuwbouw Aandachtspunten veiligheid Scholen van morgen Nieuwbouw en vernieuwbouw Aandachtspunten veiligheid Scholen van morgen Gemeenschappelijke preventiedienst GO! GPD Guy Linten Francis Bruelemans Brandveiligheid en evacuatie Strengste norm dient gehanteerd

Nadere informatie

Bijlage 1 Artikel 1. Inplanting, toegangswegen en bereikbaarheid voor de brandweer Artikel 2. Evacuatie 1 Aantal uitgangen

Bijlage 1 Artikel 1. Inplanting, toegangswegen en bereikbaarheid voor de brandweer Artikel 2. Evacuatie 1 Aantal uitgangen Bijlage 1 Specifieke bepalingen van toepassing op publiek toegankelijke inrichtingen waarvan de voor het publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 100 m² en het maximaal aantal toegelaten personen

Nadere informatie

V

V https://youtu.be/bkrxoepvnt8 https://nieuws.vtm.be/buitenland/brand-op-tml-podium-barcelona 1 RICHTLIJNEN (Brand)veilig organiseren van evenementen Koen Van der Mespel 0478 / 23. 47. 21. Koen.vandermespel@brandweerzonecentrum.be

Nadere informatie

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND 0 PLATEN [De platen zijn opgenomen bij de betreffende tekst] Plaat 5.1 - Groendaken 1 VOORWERP De vereisten inzake de reactie bij brand en het gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde die vermeld zijn

Nadere informatie

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850 Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850 TITEL 5 INRICHTINGEN TOEGANKELIJK VOOR PUBLIEK EN RECREATIE Hoofdstuk 1 Inrichtingen toegankelijk

Nadere informatie

REGLEMENT BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN

REGLEMENT BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN REGLEMENT BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN COLOFON Uitgave stadsbestuur Halen, Markt 14, 3545 Halen Ontwerp & realisatie Tekst - stadsbestuur Halen Ontwerp - dienst communicatie

Nadere informatie

2003-09-25 - politieverordening brandveiligheid Politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen.

2003-09-25 - politieverordening brandveiligheid Politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen. 2003-09-25 - politieverordening brandveiligheid Politieverordening omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen. DE GEMEENTERAAD : Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid

Nadere informatie

BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde

BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde INHOUD. 1. Voorwerp 2. Indeling van gebouwen 3. Lokalen 4. Evacuatiewegen en trappenhuizen 4.1. Bouwproducten 4.2. Productenvoor

Nadere informatie

Richtlijnen aanvraag vergunningen voor de exploitatie van nachtw inkels en private bureaus voor telecommunicatie

Richtlijnen aanvraag vergunningen voor de exploitatie van nachtw inkels en private bureaus voor telecommunicatie Richtlijnen aanvraag vergunningen voor de exploitatie van nachtw inkels en private bureaus voor telecommunicatie I. Uittreksel uit het ABP Afdeling 5. Nachtw inkels en private bureaus voor telecommunicatie

Nadere informatie

Brandveiligheid in schoolgebouwen. Guy Lenaerts Coördinerend preventieadviseur GID KOR Turnhout

Brandveiligheid in schoolgebouwen. Guy Lenaerts Coördinerend preventieadviseur GID KOR Turnhout Guy Lenaerts Coördinerend preventieadviseur GID KOR Turnhout Inhoud: 1. Wetgeving en normen 2. Terminologie 3. Inhoudelijke bespreking basisnorm (KB 7 juli 1994) en revisies 4. Bestaande gebouwen versus

Nadere informatie

Aandachtspunten voor organisatoren van evenementen, manifestaties en fuiven.

Aandachtspunten voor organisatoren van evenementen, manifestaties en fuiven. ZONE MIDOW Commissaris F. Lapierre Evenementenbeheer Politiezone MIDOW Wielsbekestraat 23 8780 Oostrozebeke 056/67.19.42 bestuurlijk@midow.be Aandachtspunten voor organisatoren van evenementen, manifestaties

Nadere informatie

Brandweer zone Kempen. Politiereglement

Brandweer zone Kempen. Politiereglement Brandweer zone Kempen Politiereglement HOUDENDE MAATREGELEN TOT HET VOORKOMEN EN BESTRIJDEN VAN BRAND IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE LOKALEN EN TIJDENS PUBLIEK TOEGANKELIJKE EVENEMENTEN Agenda Inleiding Overlopen

Nadere informatie

Procedure voor de afwijkingen - Vaak gestelde vragen over de afwijkingen

Procedure voor de afwijkingen - Vaak gestelde vragen over de afwijkingen Procedure voor de afwijkingen - Vaak gestelde vragen over de afwijkingen Inleiding De federale overheid is onder meer bevoegd voor de voorschriften van het Koninklijk besluit van van 7 juli 1994 (tot vaststelling

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

Ontwerp van wijzigingen aan de algemene politieverordening

Ontwerp van wijzigingen aan de algemene politieverordening Ontwerp van wijzigingen aan de algemene politieverordening Artikel 4.2.6 1. Het gemeentelijk containerpark is enkel toegankelijk voor: inwoners van de gemeente Bredene tweede verblijfhouders te Bredene;

Nadere informatie

Politieverordening preventie van brand en

Politieverordening preventie van brand en Politieverordening preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen In deze folder vind je alle nodige informatie over wettelijke verplichtingen op het vlak van brand- en ontploffingspreventie

Nadere informatie

College van burgemeester en schepenen

College van burgemeester en schepenen verbaa College van burgemeester en schepenen Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van

Nadere informatie

Lokalen: Brandvoorkoming

Lokalen: Brandvoorkoming Lokalen: Brandvoorkoming 1. Toepassingsgebied: Deze bepalingen zijn van toepassing op: lokalen/zalen > 50 personen; lokalen/zalen > 20 personen en totaal gebouw > 80 personen; gebouwen > 100 personen.

Nadere informatie

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850 Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850 TITEL 6 SPECIFIEKE REGELGEVINGEN Hoofdstuk 3 Maatregelen om brand in studentenkamers en in zelfstandige

Nadere informatie

Politiereglement op de kamerwoningen

Politiereglement op de kamerwoningen Politiereglement op de kamerwoningen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 februari 2015 Bekendgemaakt op 3 augustus 2015 Inhoudstafel Artikel 1. Doel... 1 Artikel 2. Definities... 1 Artikel 3. Doelgroep

Nadere informatie

1. Fenomeen brand. 2. Voorstelling dienst brandpreventie. 3. Reglementering. 4. Aanvragen, afhandeling, retributie

1. Fenomeen brand. 2. Voorstelling dienst brandpreventie. 3. Reglementering. 4. Aanvragen, afhandeling, retributie Kapitein Wouter Meuwis 6 mei 2014 1. Fenomeen brand 2. Voorstelling dienst brandpreventie 3. Reglementering 4. Aanvragen, afhandeling, retributie 2 Vuurdriehoek: 3 cruciale elementen 1. Zuurstof 2. Energiebron

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

KB 12 juli 2012 - Bijlage 4/1

KB 12 juli 2012 - Bijlage 4/1 BIJLAGE 4/1: HOGE GEBOUWEN. INHOUD. 0. ALGEMEEN...5 0.1. Doel...5 0.2. Toepassingsgebied...5 0.3. Terminologie...5 0.4. Reactie bij brand...5 0.5 Platen...5 1. INPLANTING EN TOEGANGSWEGEN...7 2. COMPARTIMENTERING

Nadere informatie

BIJLAGE 6: INDUSTRIEGEBOUWEN. Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om:

BIJLAGE 6: INDUSTRIEGEBOUWEN. Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om: 1 ALGEMEENHEDEN 1.1 Doelstelling Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om: a) het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS.

ADMINISTRATIEVE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS. ADMINISTRATIEVE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS. DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1: Toepassingsgebied Deze verordening geldt voor alle kamerwoningen die onder toepassing van de Vlaamse Wooncode

Nadere informatie

GEMEENTE BRASSCHAAT. Politieverordering op de brandvoorkomingsmaatregelen

GEMEENTE BRASSCHAAT. Politieverordering op de brandvoorkomingsmaatregelen GEMEENTE BRASSCHAAT Politieverordering op de brandvoorkomingsmaatregelen goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 10 april 1986 Hoofdstuk 1: Algemeenheden Deze verordening bevat maatregelen ter bescherming

Nadere informatie

Politiereglement op de kamerwoningen

Politiereglement op de kamerwoningen Politiereglement op de kamerwoningen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2014 Bekendgemaakt op 30 april 2014 Inhoudstafel Artikel 1. Doel... 1 Artikel 2. Definities... 1 Artikel 3. Doelgroep en

Nadere informatie

Bijlage 4. FAQ link :

Bijlage 4. FAQ link : Bijlage 4 13.12.2017 FAQ link : http://www.toerismevlaanderen.be/logiesdecreet/brandveiligheid Vragen: 1. Wie controleert de niet-verplaatsbare verblijven? 2. Wat is de afstand van de verblijven op het

Nadere informatie

Toelichting. brandpreventie van publiek toegankelijke inrichtingen, vanaf 1 januari 2016

Toelichting. brandpreventie van publiek toegankelijke inrichtingen, vanaf 1 januari 2016 Toelichting bij de nieuwe politieverordening inzake brandpreventie van publiek toegankelijke inrichtingen, vanaf 1 januari 2016 of wanneer ze goedgekeurd werd in uw gemeenteraad. 1 Voorwoord Beste ondernemer,

Nadere informatie