DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING"

Transcriptie

1 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING van de Commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland KBJZ

2

3 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Reikwijdte Beheer draaiboek 3 2 Taken en bevoegdheden van de Commissaris van de Koningin Aanwijzingen Informatievoorziening Verantwoording Bijstand Bijzondere wetgeving 6 3 Positie van de CdK in het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing Grip Rampenbestrijding en crisisbeheersing op regionaal niveau Crisisbeheersing op nationaal niveau 11 4 Invulling bestuurlijk toezicht in de warme fase Invulling CdK als bestuurlijk toezichthouder (warme fase) Informatievoorziening Verantwoording Bijstandsverlening 15 5 De Provinciale Crisisstaf Samenstelling Melding en alarmering Taken van de provinciale crisisstaf 18 6 Buitengewone omstandigheden Algemeen Leiding en coördinatie bij rampenbestrijding in buitengewone omstandigheden Beperkte noodtoestand Algemene noodtoestand Consequenties van noodwetgeving voor taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de CdK De provinciale crisisstaf bij buitengewone omstandigheden 23 7 De Commissaris van de Koningin in relatie tot crisisbeheersing in functionele kolommen Crisisbeheersing op nationaal niveau: algemeen Dijkdoorbraken en wateroverlast Calamiteiten op het water Openbare orde verstoringen Terrorisme Milieu-incidenten Infectieziekten Dierziekten Wegincidenten De provinciale crisisstaf bij sectorale crises 38 1

4 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND Bijlagen 39 Bijlage A Wettelijke bepalingen waarin taken en bevoegdheden van Gedeputeerde Staten zijn geregeld 41 Bijlage B Leden van de provinciale crisisstaf 43 Bijlage C Verzendlijst 45 2

5 1 INLEIDING De inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met ingang van 1 oktober 2010 betekent dat de rol van de Commissaris van de Koningin (CdK) tijdens rampen en crises beduidend verandert. De rol verschuift van bestuurlijke coördinatie door de CdK als provinciaal orgaan naar bestuurlijk toezicht door de CdK als rijksorgaan. Dat betekent dat ook de interne crisisorganisatie anders wordt ingericht en de planvorming voor rampenbestrijding en crisisbeheersing verandert. De wettelijke planfiguur van het Provinciaal coördinatieplan is komen te vervallen. Om de veranderde rol en taken goed gestalte te geven, te borgen en richting interne en externe partijen uit te dragen, is het wenselijk dat de Commissaris van de Koningin van Flevoland een bepaalde planvorm vaststelt. Dit Draaiboek Rampenbestrijding en Crisisbeheersing van de Commissaris van de Koningin in Flevoland (kortheidshalve zal het verder het Draaiboek worden genoemd) is daarvoor bedoeld. 1.2 Beheer draaiboek Het Draaiboek wordt minimaal eens in de vier jaar herzien, of vaker, wanneer veranderende wetgeving of andere omstandigheden daartoe nopen. Het Draaiboek wordt vastgesteld door de Commissaris van de Koningin. Twee jaar na vaststelling van dit Draaiboek wordt het geëvalueerd. Het beheer van het Draaiboek ligt bij de afdeling KBJZ, cluster Openbare Orde en Veiligheid. Het Draaiboek wordt verspreid onder alle medewerkers van de Provincie Flevoland met een functie in de provinciale crisisorganisatie (zie bijlage Leden provinciale crisisorganisatie) en onder relevante externe partijen (zie bijlage Verzendlijst). 1.1 Reikwijdte Dit Draaiboek heeft betrekking op de rol van de CdK als rijksheer tijdens rampen en crises ( warme fase ). Daaronder wordt ook gerekend de rol van de CdK tijdens de verantwoording van een voorzitter veiligheidsregio na afloop van een ramp of crisis van bovenlokale betekenis. De Wvr laat de bevoegdheden, ook de noodbevoegdheden, van het college van Gedeputeerde Staten onverlet. De taken in het kader van het toezicht in de voorbereiding op rampen en crises vallen buiten het kader van dit Draaiboek. 3

6 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND 4

7 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN De rol van de Commissaris van de Koningin tijdens rampen en crises is vastgelegd in de Wet veiligheidsregio s (Wvr). De CdK kan aanwijzingen geven, heeft een rol in de bestuurlijke informatievoorziening, in de verantwoording na rampen en crises en nog zeer beperkt - bij het verlenen van bijstand. Ook de Ambtsinstructie is aangepast met het oog op de Wvr. Daarnaast zijn belangrijke taken en bevoegdheden vastgelegd in de Politiewet en de Provinciewet. 2.1 Aanwijzingen De belangrijkste bevoegdheid van de CdK betreft de aanwijzingsbevoegdheid bij bovenlokale rampen, crises en ordeverstoringen en bij buitengewone omstandigheden. De CdK kan bij bovenlokale rampen en crises een aanwijzing geven wanneer de samenwerking in het RBT niet optimaal verloopt (Wvr artikel 41). De CdK geeft de aanwijzing na overleg met het Regionaal Beleidsteam (RBT) (ambtsinstructie artikel 5a lid 1). De aanwijzing heeft geen betrekking op de inhoud van het te voeren beleid, maar uitsluitend op de samenwerking. Ook kan de CdK bij bovenregionale rampen en crises een aanwijzing geven wanneer het beleid of een beslissing van het RBT: niet in overeenstemming is met landelijk beleid of; nationale of bovenregionale belangen schaadt. (Wvr Artikel 42). Deze aanwijzing kan wel op de inhoud van het beleid ingaan. De CdK geeft een aanwijzing ex art. 42 na overleg met (tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet) of op verzoek van de minister van BZK. De CdK geeft onverwijld uitvoering aan het verzoek van de minister (ambtsinstructie artikel 5c). De CdK kan rijksambtenaren (met uitzondering van ambtenaren van het Openbaar Ministerie) bij bovenlokale rampen, crises en ordeverstoringen een aanwijzing geven over de samenwerking met elkaar en met het provinciebestuur, gemeentebesturen, het bestuur van de veiligheidsregio en het waterschapsbestuur. De vakminister kan zo n aanwijzing ongedaan maken. Ook kan de CdK het College van Procureurs-Generaal verzoeken aanwijzingen te geven aan ambtenaren van het Openbaar Ministerie (ambtsinstructie artikel 2 lid 3). De CdK geeft bij een bovenlokale ordeverstoring de burgemeesters de nodige aanwijzingen over het te voeren beleid. De minister van BZK kan de CdK, de voorzitter van de veiligheidsregio en de burgemeesters aanwijzingen geven in verband met staatsveiligheid, buitenlandse betrekkingen of zwaarwegende belangen van de samenleving. Als de minister aanwijzingen aan burgemeester geeft, doet hij dat zoveel mogelijk door tussenkomst van de CdK (Politiewet, artikel 16). Onder buitengewone omstandigheden kan de CdK alle burgemeesters een aanwijzing geven, over het te voeren beleid inzake de rampenbestrijding. De minister kan de CdK opdragen de voorzitter van de veiligheidsregio een aanwijzing te geven inzake de rampenbestrijding of crisisbeheersing (Wvr artikel 53). 2.2 Informatievoorziening De rol van de CdK in het kader van de informatievoorziening is eveneens wettelijk vastgelegd. De voorzitters van de veiligheidsregio s en de commissarissen van de Koning en Onze Minister verstrekken elkaar de nodige inlichtingen ten behoeve van de eventuele inzet van een aanwijzing bij bovenregionale rampen en crises (Wvr artikel 43). Het Veiligheidsbestuur moet de CdK informatie verschaffen over mogelijke rampen en crises in de regio en over de maatregelen ter voorkoming, bestrijding en beheersing ervan (Wvr artikel 46). Hoewel dit wetsartikel met name relevant is voor de informatievoorziening in de koude fase, hebben de bestrijding en beheersing ook betrekking op de warme fase en biedt van daaruit een wettelijke plicht om de CdK adequaat te informeren tijdens rampen en crises. Ook verschaffen de burgemeesters, de CdK en de minister van BZK elkaar de nodige inlichtingen bij bovenlokale ordeverstoringen en bij de bewaking 5

8 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND of beveiliging van objecten of diensten (Politiewet artikel 17). 2.3 Verantwoording De CdK speelt mogelijk een rol bij de verantwoording achteraf door de voorzitter van de veiligheidsregio (Wvr artikel 40). Na afloop van een bovenlokale ramp of crisis kan een gemeenteraad de voorzitter van de veiligheidsregio ter verantwoording roepen. Wanneer de gemeenteraad het niet eens is met de uitleg van de voorzitter van de veiligheidsregio, stelt zij hiervan via de CdK de minister van BZK op de hoogte. De CdK laat binnen zes weken het standpunt van de gemeenteraad vergezeld gaan van zijn oordeel over de besluiten van de voorzitter veiligheidsregio (Ambtsinstructie, artikel 5b). In het uiterste geval kan de minister de voorzitter uit zijn functie ontzetten. 2.4 Bijstand Met de komst van de Wvr hoeft de CdK hoeft geen verzoeken tot bijstand in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing meer te beoordelen, maar moet hij wel op de hoogte van bijstandsverzoeken worden gebracht. De minister kan een verzoek aan bijstand tot de CdK richten, die het verzoek inwilligt, tenzij dringende redenen zich daartoe verzetten (Wvr artikel 51). Bijstandsaanvragen voor handhaving van de openbare orde blijven wel via de CdK lopen. De CdK richt het verzoek om bijstand van de korpsbeheerder aan de minister van BZK. Omgekeerd geldt dat een verzoek van een korpsbeheerder van een andere politieregio via de minister van BZK aan de CdK gericht wordt en dat de CdK, in overleg met de korpsbeheerder, daarover een besluit neemt (Politiewet artikel 54). Namens de minister besluit het LOCC over bijstandsverzoeken. Bijstandsaanvragen voor strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde lopen niet via de CdK, maar via het College van Procureurs-Generaal. Van hun beslissing dienen zij de CdK op de hoogte te stellen (Politiewet, artikel 56). 2.5 Bijzondere wetgeving In verschillende wetten zijn bepalingen opgenomen over de bevoegdheden van de CdK en van Gedeputeerde Staten (GS) tijdens specifieke typen calamiteiten. Het waterschap is verantwoordelijk voor het beheer van de waterstaatswerken en voor het nemen van maatregelen bij gevaar voor waterstaatswerken. GS kunnen, bij gevaar voor waterstaatswerken, het waterschap een aanwijzing geven over de uitoefening van taken en bevoegdheden, indien het waterschap verzuimt dit te doen. Bij spoed kan de CdK die aanwijzing geven. De minister van Verkeer en Waterstaat kan, als GS (of de CdK) ingrijpen onterecht nalaten, hierin voorzien (Waterwet, artikel 5.31 juncto 3.12 en 3.13). Bij een (dreiging van) ernstige bodemverontreiniging kunnen GS of kan, indien de spoed dat vereist, de CdK, maatregelen nemen om de (gevolgen van de) verontreiniging tegen te gaan (Wet bodembescherming, artikel 30, 31). GS, dan wel de CdK, laten zich eerst adviseren door de Vrom-inspecteur en de burgemeester van de desbetreffende gemeente, tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet (Wet bodembescherming, artikel 32). Bij een (dreiging van ernstige luchtverontreiniging kan de CdK maatregelen nemen om (de gevolgen van de) luchtverontreiniging tegen te gaan. Hij kan daartoe worden verzocht door de Vrom-inspecteur of de burgemeester van de desbetreffende gemeente. Ook wordt hij door hen geadviseerd, tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet (Wet op de luchtverontreiniging, artikel 43, 44, 45). Gedeputeerde Staten kunnen maatregelen treffen bij een ongewoon voorval met afvalstoffen (Wet Milieubeheer artikel 17.4). De minister van VROM kan GS daarom verzoeken (idem, artikel 17.5). In Flevoland is deze bevoegdheid, in spoedeisende omstandigheden, gemandateerd aan de Commissaris van de Koningin. Bij een dreiging van de veiligheid en hygiëne van bezoekers van zwemwater of badinrichtingen 6

9 kunnen GS of kan, indien spoed dat vereist, de CdK, de nodige maatregelen treffen om de veiligheid en hygiëne te waarborgen. De Vrom-inspecteur kan GS of de CdK om zulke maatregelen verzoeken (Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, artikel 11, 12). Bij een mogelijke verspreiding van een infectieziekte via zwemwater winnen GS (wint de CdK) advies in bij de directeur GGD (artikel 11 lid 5). 7

10 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND 8

11 3 POSITIE VAN DE CDK IN HET STELSEL VAN RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING De CdK oefent zijn taken en bevoegdheden bij rampenbestrijding en crisisbeheersing niet uit in een vacuüm. Andere partijen hebben het voortouw bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Voor een goed begrip van de CdK in het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing, is een beschrijving van dat stelsel op hoofdlijnen noodzakelijk. Daartoe dient dit hoofdstuk. 3.1 Grip De rampenbestrijding in Nederland is gebouwd op de Grip-fasering. Naarmate een ramp of crisis groter wordt, wordt verder opgeschaald. Alledaagse incidenten, zoals verkeersongevallen en kleine branden, krijgen geen Grip status of hoogstens Grip 0. Bovenlokale rampen en crises krijgen Grip 4 status. Grip Aard problematiek Organisatiestructuur Rol CdK 1 Bronbestrijding CoPI Nee 2 Bron- en effectbestrijding 3 4 Bovenlokaal 5 (geen formele Grip fase) Bron- en effectbestrijding Bevolkingszorg Bovenregionaal CoPI ROT CoPI ROT GBT CoPI ROT RBT (PCC) CoPI s ROTs RBTs PCC(s) LOCC NCC DCCs Nee, wel communicatiemedewerker in sectie Voorlichting ROT Nee, piketambtenaar wel geïnformeerd en communicatiemedewerker in sectie Voorlichting ROT Ja, op basis van art 41 Wvr Ja, op basis van art 41 en 42 Wvr (bij buitengewone omstandigheden ook op basis van art. 53) De provinciale crisisstaf komt pas in actie bij Grip 4. Dat wil niet zeggen dat er per definitie bij Grip 4 een Provinciaal Crisiscentrum (PCC) wordt ingericht. In sommige gevallen zal volstaan worden met liaisons namens de CdK in ROT en RBT, die de CdK informeren en adviseren (zie verder hoofdstuk 6 voor de inrichting van het PCC). 9

12 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND Regionaal Beleids Team Liaison 3.2 Rampenbestrijding en crisisbeheersing op regionaal provincie voorzitter niveau Veiligheidsregio burgemeesters Dijkgraaf In onderstaand schema is te zien hoe de rampenbestrijding is georganiseerd bij Grip 4 situaties in Hoofd-Ingenieur Flevoland. Directeur commissaris van de Koningin Provinciale Crisis Staf Minister van BZK Nationaal Crisis Centrum rijks- Bij Grip 4 situaties komt een Regionaal vertegenwoordigers Beleidsteam bijeen waarin de burgemeesters Regionaal van de (betrokken) Operationeel gemeenten in Flevoland, Team of hun loco s, Hoofdofficier zitting van justitie nemen. De voorzitter van de Veiligheidsregio heeft operationeel doorzettingsmacht ten leider aanzien van heel Flevoland. Beslissingen worden zoveel mogelijk in overleg met de burgemeesters genomen, maar als de spoed zulks vereist of er geen unanimiteit in het RBT bereikt kan Secties worden, gemeenten, hakt voorlichting, de voorzitter knopen brandweer, GHOR, politie door. In het RBT Liaisons neemt andere diensten een liaison namens de CdK (waaronder provincie) plaats. legenda : zo nodig uitoefening van de aanwijzingsbevoegdheid : overleg : leiding : opperbevel Schema 1 : coördinatiestructuur voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing op bestuurlijke niveaus Op het moment dat zich een incident voordoet waar meerdere hulpverleningsdiensten bijeenkomen, wordt een zogenaamd motorkapoverleg gevoerd tussen de hulpverleningsdiensten. Daarin wordt ook bepaald naar welke Grip-fase moet worden opgeschaald (zie paragraaf 5.1). Vanaf Grip 1 wordt ter plaatse een Commando Plaats Incident (Copi) geformeerd, bestaande uit de officieren van dienst (OvD) van de hulpverleningsdiensten en de gemeente(n). Afhankelijk van de aard van de calamiteit kunnen anderen eveneens deel uitmaken van het Copi (zo heeft Rijkswaterstaat een OvD voor calamiteiten op de weg of op het water; tussen de provincie en de veiligheidsregio worden afspraken opgesteld voor een soortgelijke regeling voor wegincidenten op provinciale wegen). Vanaf Grip 2 wordt een ROT gevormd, dat wordt voorgezeten door de operationeel leider. Het ROT bevat vier secties: brandweer, politie, GHOR / GGD en gemeenten. Vanuit het ROT worden de actiecentra van de verschillende diensten en de Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden van de politie (SGBO) aangestuurd. 10

13 Bij Grip 3 komt het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) bijeen, voorgezeten door de burgemeester van de gemeente. Bij Grip 4 komt op regionaal niveau het regionaal beleidsteam (RBT) bijeen. De voorzitter van de veiligheidsregio, tevens voorzitter van het RBT, heeft dan het opperbevel en kan beslissingen nemen die ook gelden op het grondgebied van zijn collega burgemeesters in Flevoland. Bij Grip 4 nemen namens de CdK liaisons plaats in RBT en ROT. De CdK heeft dus alleen een bevoegdheid en verantwoordelijkheid bij Grip 4 situaties. Deze bevoegdheid betreft de aanwijzingsbevoegdheid, gericht op enerzijds de bestuurlijke samenwerking binnen het RBT en anderzijds de afstemming tussen regionaal en bovenregionaal cq nationaal beleid. 3.3 Crisisbeheersing op nationaal niveau Wanneer een ramp of crisis van bovenregionale of nationale proporties wordt of wanneer zich een crisis in een specifieke functionele kolom voordoet waarbij een minister van een vakdepartement de leiding heeft over de crisisbeheersing, is de situatie anders. Grotendeels blijft de bovenstaande structuur op regionaal niveau in stand, maar er komt een laag bij (nationaal) en soms ook een kolom (functioneel). De aanwijzingsbevoegdheid van de CdK richt zich in dat geval vooral op de afstemming van het regionaal beleid met nationaal en bovenregionaal beleid en op de samenwerking tussen rijksambtenaren in de provincie onderling en rijksambtenaren enerzijds en de besturen van provincie, gemeenten, veiligheidsregio en het waterschap anderzijds. Voor verschillende typen crises gelden verschillende nationale en functionele structuren. Deze structuren zijn opgenomen in hoofdstuk 7. 11

14 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND 12

15 4 INVULLING BESTUURLIJK TOEZICHT IN DE WARME FASE In dit hoofdstuk is beschreven hoe de CdK het bestuurlijk toezicht op veiligheidsregio s in de warme fase invult. Op basis van het wetsvoorstel Veiligheidsregio s en de ambtsinstructie is in dit hoofdstuk de rol van bestuurlijk toezichthouder ingevuld voor calamiteiten van meer dan plaatselijke betekenis en voor calamiteiten van meer dan regionale betekenis. Vervolgens is de informatiebehoefte die uit deze invulling voortvloeit, beschreven alsmede het daartoe benodigde instrumentarium. 4.1 Invulling CdK als bestuurlijk toezichthouder (warme fase) Bij het bestuurlijk toezicht van de CdK in de warme fase doet zich het spanningsveld voor dat toezicht en uitvoering door elkaar kunnen lopen indien de provincie (GS) in de warme fase actor is. Afhankelijk van het type ramp (bijvoorbeeld milieuramp) kan de provincie (GS) als actor optreden. De provincie (GS) en de veiligheidsregio moeten dan de maatregelen op elkaar afstemmen. Het is dan zelfs mogelijk dat de betrokken gedeputeerde deelneemt aan het Regionaal Beleidsteam (hierna: RBT), hetgeen overigens zeer uitzonderlijk zal zijn, terwijl de CdK bestuurlijk toezicht houdt op het RBT en de voorzitter. Dit vergt selectief en behoedzaam optreden van de CdK. Anderzijds dient de CdK als toezichthouder ook erop toe te zien dat binnen de eigen organisatie zaken ordentelijk verlopen Calamiteiten van meer dan plaatselijke betekenis Bij calamiteiten van meer dan plaatselijke betekenis die de regio niet overstijgen ziet de CdK (art. 41 Wvr jo. art. 5a concept ambtsinstructie) toe op de samenwerking in het RBT (en indien van toepassing als coördinerend rijksheer op de bestuurlijke samenwerking tussen rijksheren en decentrale overheden), en kan zowel de voorzitter als de leden van het RBT daar op aan spreken. Dit toezicht heeft daarmee een bestuurlijk en geen operationeel karakter. Alvorens een aanwijzing te geven zal de CdK eerst overleggen met het RBT. Nadat de CdK een aanwijzing heeft gegeven, stelt de CdK de Minister van BZK onverwijld daarvan op de hoogte. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de Minister van BZK de CdK verzoekt om een aanwijzing te geven. Bij het geven van een aanwijzing gelden onder meer de volgende aandachtspunten: proportionaliteit en subsidiariteit: de CdK geeft slechts een aanwijzing indien hij van mening is dat dit noodzakelijk is en dat normale bevoegdheden niet toereikend zijn om de gewenste situatie te bewerkstelligen. Zo zal in eerste instantie zo veel mogelijk geprobeerd worden met de voorzitter veiligheidsregio en de betrokken burgemeester(s) tot overeenstemming te komen; inhoudelijk zal de aanwijzing uitsluitend ingaan op de samenwerking, niet op de uitkomst van die samenwerking; de CdK treedt niet in de bevoegdheid van de voorzitter van de Veiligheidsregio om bij urgentie of stakende stemmen in het RBT besluiten te nemen; evenredigheid: de negatieve gevolgen van het besluit moeten, indien redelijk mogelijk in spoedeisende omstandigheden, zo evenredig mogelijk over de veiligheidsregio zijn verdeeld; compensatie: mogelijke compensatie van de negatieve gevolgen van het besluit door bijvoorbeeld een beroep op de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen moet nadrukkelijk zijn meegewogen in de besluitvorming Calamiteiten van meer dan regionale betekenis Bij calamiteiten van meer dan regionale betekenis (ex art. 42 jo. art. 5c conceptambtsinstructie) èn bij calamiteiten waarbij sprake is van buitengewone omstandigheden7 (art. 52 jo. art. 53) bestaat een rechtstreekse aanwijzingsbevoegdheid van de CdK, waarmee de CdK kan sturen op de inhoud van het te voeren beleid ten aanzien van de bestrijding van de calamiteit. Bij calamiteiten van meer dan regionale betekenis geeft de CdK de voorzitter veiligheidsregio, zo mogelijk na overleg met hem of haar en tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet na overleg met de Minister van BZK, de aanwijzing. De CdK geeft onverwijld uitvoering aan een verzoek van de Minister van BZK om een aanwijzing te geven. Nu kan wel inhoudelijk worden ingegaan op de genomen besluiten. Maar de beoordeling en de 13

16 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND aanwijzing hebben wel betrekking op een beperkt aantal criteria: Strijdigheid met nationaal beleid Bevoegdheid op ander niveau dan dat van de voorzitter veiligheidsregio De mate waarin de bevolkingszorg gediend is cq. geschaad wordt door een beslissing Schadelijkheid voor nationale en / of bovenregionale belangen Gebrek aan afstemming met andere betrokken veiligheidsregio s, rijksvertegenwoordigers en andere overheden (bijv. waterschappen buiten de eigen regio). De CdK treedt zo min mogelijk in de bevoegdheid van de voorzitter van de veiligheidsregio, maar bevordert middels de aanwijzingsbevoegdheid de afstemming tussen beleidsbeslissingen op regionaal niveau met bevoegdheden, beleid, uitgangspunten en effecten op bovenregionaal en nationaal niveau. Bij een provinciegrensoverschrijdende calamiteit dienen de CdK s onderling met elkaar te overleggen over het eventueel geven van aanwijzingen. Aangezien een regiogrens overschrijdende calamiteit in Flevoland per definitie een provinciegrens overschrijdende calamiteit is, treden de CndK van de provincies die het aangaat in overleg met elkaar. Het initiatief voor het overleg ligt doorgaans bij de provincie waarin de calamiteit begint. De Minister van BZK kan instructies geven aan de CdK s. Bij een provinciegrensoverschrijdende calamiteit zal namelijk niet altijd naar nationaal niveau worden opgeschaald. 4.2 Informatievoorziening De CdK zal adequaat moeten worden geïnformeerd over de bestrijding van het incident. Bij incidenten van meer dan plaatselijke betekenis die de regio niet overstijgen, heeft de CdK informatie nodig om zich een oordeel te kunnen vormen over de bestuurlijke samenwerking binnen het RBT. De CdK zal derhalve in ieder geval geïnformeerd moeten zijn over de wijze waarop besluitvorming binnen het RBT plaatsvindt. Met het oog op de mogelijkheid dat een incident zich ontwikkelt tot een calamiteit van meer dan regionale betekenis zal de CdK ook vanaf het moment dat het RBT bij elkaar is gekomen, ook de inhoud van de besluitvorming inzake de incidentbestrijding willen kennen. Dit geldt eveneens voor calamiteiten waarbij sprake is van buitengewone omstandigheden. In beide gevallen geldt immers een rechtstreekse (inhoudelijke) aanwijzingsbevoegdheid van de CdK. Dit vereist kennis en inzicht in het totaalbeeld van het incident en de bestrijding daarvan. De CdK zal derhalve op een goede manier aangesloten willen zijn op de informatievoorziening van de veiligheidsregio. Om in de informatiebehoefte te voorzien, ontvangt de CdK van het RBT alle relevante stukken. Bovendien maakt een liaison namens de CdK deel uit van het RBT. De CdK kan echter ook de voorzitter veiligheidsregio verzoeken om een RBT te formeren als het incident naar het oordeel van de CdK van meer dan plaatselijke betekenis is. Daarom dient bij Grip 3 de piketambtenaar namens de CdK geïnformeerd te worden door het GBT. In de toekomst zal de informatievoorziening langs netcentrische weg plaats vinden. Daarop dient de CdK aangesloten te zijn. Ten slotte zal in de informatiebehoefte van de CdK ook rekening moeten worden gehouden met de mogelijke rol van de CdK bij de bestuurlijke afwikkeling van een calamiteit van meer dan plaatselijke betekenis. De Minister van BZK kan de CdK immers vragen om een verslag van zijn bevindingen en een oordeel uit te brengen. Alle relevante stukken dienen de CdK derhalve ter beschikking te worden gesteld, indien de voorzitter van de veiligheidsregio door een gemeenteraad ter verantwoording wordt geroepen. 14

17 4.3 Verantwoording Wanneer een gemeenteraad na afloop van een ramp of crisis van bovenlokale proporties de voorzitter van de veiligheidsregio ter verantwoording roept over de genomen maatregelen en de consequenties voor de inwoners van een bepaalde gemeente, en de gemeenteraad bovendien haar standpunt over die besluiten aan de minister ter kennis te brengen, gebeurt dit via tussenkomst van de CdK, die een eigen oordeel over de besluiten bijvoegt. Dit oordeel komt volgens onderstaand protocol tot stand. 1. De CdK stelt zich op de hoogte van de besluitvorming in het RBT en de beraadslaging die daaraan voorafging. 2. De CdK hoort de voorzitter van de Veiligheidsregio en de burgemeesters van de gemeenten die hebben besloten hun standpunt aan de minister kenbaar te maken. 3. De CdK neemt kennis van het standpunt van de gemeenteraad of gemeenteraden in kwestie en hoort desgewenst een vertegenwoordiging van die raad of raden. 4. Bij de beoordeling van de besluiten van de voorzitter van de veiligheidsregio hanteert de CdK de volgende criteria: a. Subsidiariteit: het besluit moet krachtens de Wet veiligheidsregio s vallen onder de bevoegdheden die bij een bovenlokale ramp of crisis van een burgemeester overgaan op de voorzitter veiligheidsregio b. Proportionaliteit: de gevolgen van het besluit moeten in verhouding staan tot de ernst van de situatie waarop het besluit gericht was c. Evenredigheid: de negatieve gevolgen van het besluit moeten, indien redelijk mogelijk in spoedeisende omstandigheden, zo evenredig mogelijk over de veiligheidsregio zijn verdeeld d. Compensatie: mogelijke compensatie van de negatieve gevolgen van het besluit door bijvoorbeeld een beroep op de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen moet nadrukkelijk zijn meegewogen in de besluitvorming 4.4 Bijstandsverlening In de Wet veiligheidsregio s is geen wettelijke rol meer voor de CdK in het kader van de bijstandsverlening weggelegd. In de Politiewet daarentegen is die rol nog wel aanwezig. Voor politiebijstand van buiten de regio richt de burgemeester zich tot de korpsbeheerder van de eigen regio, die het verzoek aan de CdK doorgeleidt. Het aanvragen en verlenen van bijstand geschiedt volgens de Politiewet (artikel 54). 15

18 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND 16

19 5 DE PROVINCIALE CRISISSTAF De provinciale crisisstaf is beduidend afgeslankt ten opzichte van de situatie onder de Wet rampen en zware ongevallen. Er is één staf, met daaromheen ondersteuning. 5.1 Samenstelling De provinciale crisisstaf neemt zitting in het Provinciaal Crisiscentrum (PCC) De provinciale crisisstaf ziet er als volgt uit: Schema 1: Schematisch overzicht provinciale crisisstaf Commissaris van de Koningin Liaison RBT Crisisstaf (plv) kabinetschef beleidsmedewerker OOV communicatie-adviseur modules (op afroep) notulist informatiecoördinator Medewerkers provincie in ROT OOV communicatie modules (op afroep) Berichtencentrum hoofd centralisten faxmedewerkers archivaris / Logboek PCC 17

20 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND 5.2 Melding en alarmering Er geldt een hard piket voor de piketambtenaren van KBJZ. Zij worden via de Communicator geïnformeerd bij Grip 3 en gealarmeerd bij Grip 4. Degene die de hoofdpieper draagt neemt bij een alarm contact op met de meldkamer, de drager van de schaduwpieper en de kabinetschef. Een medewerker OOV begeeft zich onmiddellijk naar het ROC in het politiekantoor De Doelen aan de Gordiaandreef te Lelystad en is binnen 1 uur na de melding daar aanwezig om zitting te nemen in het ROT. In overleg tussen de piketambtenaar en de kabinetschef wordt besloten de CdK in te lichten en al dan niet contact op te nemen met de ambtenaar OOV van de gemeente waar de bron van het incident is. De kabinetschef besluit in overleg met de CdK of een liaison naar het RBT wordt afgevaardigd en in welke samenstelling de provinciale crisisstaf bijeengeroepen wordt. Als wordt besloten tot bijeenroepen van een provinciale crisisstaf neemt de kabinetschef contact op met een beleidsmedewerker OOV die vervolgens de andere leden van de provinciale crisisstaf alarmeert. De kabinetschef informeert de provinciesecretaris over het bijeenroepen van de provinciale crisisstaf. De provinciesecretaris informeert de afdelingshoofden van afdelingen waarvan medewerkers zitting hebben in de provinciale crisisstaf. Ook Communicatie en Bestuursondersteuning heeft een hard piket. Zij worden gealarmeerd bij Grip 2. De piketambtenaar Communicatie neemt bij een alarm contact op met de meldkamer, met het afdelingshoofd Communicatie en Bestuursondersteuning en met het Hoofd van de sectie Voorlichting in het ROT. De piketambtenaar Communicatie voegt zich binnen 1 uur na de melding in het ROT. 5.3 Taken van de provinciale crisisstaf De provinciale crisisstaf voert de volgende taken uit: Monitoren van de ramp of crisis (medewerker netcentrische informatievoorziening; beleidsmedewerker OOV) Onderhouden van contacten met de liaisons in het ROT (beleidsmedewerker OOV) en RBT (kabinetschef) Periodiek informeren van de CdK (kabinetschef) Adviseren van de CdK over inzet aanwijzingsbevoegdheid (kabinetschef; liaison RBT) Onderhouden van contacten met het NCC (beleidsmedewerker OOV) Voorbereiden / uitwerken van aanwijzingen (beleidsmedewerker OOV evt ism modules) Communiceren van aanwijzingen (communicatieadviseur) Voorbereiden van videoconferencing (communicatie-adviseur; logistieke ondersteuning) Beoordelen van noodverordeningen en noodbevelen (beleidsmedewerker OOV) Voorbereiden van overleg met rijksvertegenwoordigers (beleidsmedewerker OOV ism FZ). De Crisisstaf vergadert in het Provinciaal Crisiscentrum (provinciehuis, kamer W4.01). De Crisisstaf vergadert volgens een vergaderklok en een vaste agenda. De vergaderklok wordt zo spoedig mogelijk tijdens een ramp of crisis afgestemd op de vergaderklok van het Regionaal Beleidsteam. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld; hiervoor is een format beschikbaar. Het verslag bevat in ieder geval de genomen besluiten en uitgezette acties, voor zover van toepassing. 18

21 6 BUITENGEWONE OMSTANDIGHEDEN 6.1 Algemeen Er kunnen zich omstandigheden voordoen van zodanige aard en/of schaal dat de regering het normale bevoegdhedeninstrumentarium van de overheid niet meer toereikend acht om een crisis of dreigende crisis adequaat te bestrijden. Er is dan sprake van buitengewone omstandigheden. Buitengewone omstandigheden zijn op zichzelf geen rechtstoestand, maar de regering kan bij Koninklijk Besluit in zulke situaties bijzondere bevoegdheden toekennen aan bestuursorganen. Deze zijn veelal voorbereid in noodwetten die dan geheel of gedeeltelijk van kracht worden verklaard voor het Nederlands grondgebied of een gedeelte daarvan. Het begrip buitengewone omstandigheden omvat niet de uitvoering van artikel 103 van de Grondwet, waarin is bepaald dat in door bijzondere wet te bepalen gevallen van de grondwettelijke bepalingen inzake de bevoegdheden van gemeenteen provinciebesturen en waterschappen alsmede van een aantal grondrechten afgeweken kan worden. De uitvoering van artikel 103 van de Grondwet is geregeld in de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, die 1 mei 1997 in werking is getreden. 8 In deze wet is bepaald dat ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, ter handhaving van de uitwendige of inwendige veiligheid, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de beperkte noodtoestand of de algemene noodtoestand kan worden afgekondigd. (artikel 1, eerste lid van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden). Wanneer de regering bepaalt dat sprake is van buitengewone omstandigheden, is de eerste taak te bezien welke wetsartikelen bij Koninklijk Besluit in werking zijn gesteld en welke consequenties dat heeft voor de bevoegdheden van de CdK. Wetsartikelen uit de verschillende hieronder genoemde (nood)wetten kunnen namelijk gezamenlijk of afzonderlijk in werking worden gesteld. 6.2 Leiding en coördinatie bij rampenbestrijding in buitengewone omstandigheden 1. De CdK kan de burgemeesters aanwijzingen geven over de rampenbestrijding (dus over de bestrijding van de ramp in haar geheel, het gaat om meer dan strikte beleidsaanwijzingen; artikel 53 lid 1 van de Wvr). 2. De minister kan de CdK opdragen aan de burgemeesters aanwijzingen te geven over de rampenbestrijding (artikel 53 lid 2 van de Wvr). 3. Indien het algemeen belang het dringend eist, kan de minister de uitoefening van de bevoegdheden van de CdK en van de burgemeester in het kader van de rampbe strijding, geheel of gedeeltelijk naar zich toe trekken, of daarmee een andere autoriteit geheel of gedeeltelijk belasten (artikel 54 van de Wvr). 6.3 Beperkte noodtoestand Een beperkte noodtoestand omvat een meer gecompliceerde crisis die langer duurt, een groter geografisch gebied beslaat en/of dieper in het maatschappelijk leven ingrijpt. Er bestaat behoefte aan toepassing van een uitgebreider pakket van noodbevoegdheden. Bij koninklijk besluit kunnen bepalingen uit de (nood)wetgeving volgens lijst A bij de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden van kracht worden verklaard. Hierbij kan niet van de in de artikel 103, tweede lid, van de Grondwet bedoelde grondrechten worden afgeweken. 6.4 Algemene noodtoestand Als er sprake is van een ernstige crisis, ter beheersing waarvan ingrijpen in de grondrechten noodzakelijk is dient de algemene noodtoestand te worden afgekondigd. Bij koninklijk besluit kunnen bepalingen uit de (nood)wetgeving volgens lijst B bij de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden van kracht worden verklaard. Daarbij kan van de grondrechten als bedoeld in artikel 103, tweede lid, van de Grondwet worden afgeweken. 8 Stb. 1996, nr. 365 en Stb. 1997, nr

22 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND Een en ander is hieronder schematisch weergegeven. Dagelijkse situatie Sectorale wetten Ramp of crisis Wvr Buitengewone omstandigheden Separate toepassing (nood)wetgeving Beperkte noodtoestand Artikel 7 van de Coördinatiewet uit-zonderingstoestanden Algemene noodtoestand Artikel 8 van de Coördinatiewet uit-zonderingstoestanden Reguliere wetgeving Wvr (Nood)wetgeving bij koninklijk besluit te activeren Artikel Wvr Toepassing noodwetgeving gekoppeld aan uitzonderingstoestand Geen formele uitzonderingstoestand als bedoeld in artikel 103, eerste lid van de Grondwet Geen inbreuk op grondrechten mogelijk Formele uitzonderingstoestand als bedoeld in artikel 103, eerste lid van de Grondwet Inbreuk op grondrechten mogelijk Figuur 3: Overzicht van toepassing van noodwetgeving 6.5 Consequenties van noodwetgeving voor taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de CdK De voornaamste uitbreidingen van taken en bevoegdheden in buitengewone omstandigheden zijn te vinden in: 1. Wet veiligheidsregio s (zie hierboven) 2. Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag Deze wet kent aan onder meer de CdK de bevoegdheid toe, wanneer zich buitengewone omstandigheden voordoen, inlichtingen van personen en / of informatiedragers te vorderen (art. 5 lid 1). Burgemeesters dienen volgens deze wet bij de uitoefening van hun bevoegdheden te handelen volgens de aanwijzingen van de CdK en de minister van BZK; de CdK dient te handelen volgens de aanwijzingen van de minister (art. 6). De minister kan voorzien in de uitoefening van de bevoegdheden van de CdK en de burgemeester (art. 7). De CdK is in buitengewone omstandigheden bevoegd, wanneer direct ingrijpen noodzakelijk is, personen te interneren, een bevoegdheid die anders alleen de minister toekomt (art. 18). 3. Oorlogswet voor Nederland Wanneer buitengewone omstandigheden dat noodzakelijk maken, kunnen bij Koninklijk Besluit verschillende wetsartikelen uit de Oorlogswet in werking worden gesteld, met name artikelen die bevoegdheden regelen. In algemene zin kan worden gesteld dat de minister van Defensie en, in het geval van een noodtoestand, het militair gezag bevoegdheden krijgen die ze anders niet kunnen uitoefenen. De consequenties van de inwerkingtreding van de Oorlogswet voor de CdK kunnen divers zijn; enerzijds kunnen bevoegdheden die de CdK normaliter uitoefent, toevallen aan de minister van Defensie of het militair gezag. Anderzijds kan de minister van Defensie of het militair gezag bepaalde taken opdragen aan burgerlijke organen, waaronder de CdK. De minister van Defensie of het militair gezag kunnen de volgende taken opdragen aan andere organen (art. 13): verbieden of beperken van de toegang tot, het verkeer binnen of het verlaten van gebouwen, verblijfplaatsen of terreinen (artikelen 10-12). In meer algemene zin kan het militair gezag werkzaamheden opdragen aan organen van burgergelijk gezag (art. 27). Het orgaan dat de taken opgedragen heeft gekregen dient de aanwijzingen van het militair gezag op te volgen. Wanneer artikel 14 van de Oorlogswet via KB in werking wordt gesteld, verloopt de aanvraag van bijstand aan de KMar en andere onderdelen van de 20

23 krijgsmacht anders. De CdK vraagt dan geen bijstand aan, maar kan een verzoek indienen bij de minister van Defensie of, in geval van beperkte of algemene noodtoestand, het militair gezag. De bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de handhaving van de openbare orde en veiligheid, die normaal bij de burgemeester en CdK rusten, kunnen worden uitgeoefend door het militair gezag (art ). Dat geldt ook voor bijvoorbeeld ontruiming van gebieden (art. 21), niet alleen tijdens rampen, maar in algemene zin. 4. Noodwetten: Het aantal wetten waarin artikelen zijn opgenomen die in buitengewone omstandigheden in werking kunnen treden is legio. Er zijn zeker twintig wetten die specifiek betrekking hebben op (oorlog, oorlogsgevaar en) buitengewone omstandigheden. Daarnaast zijn in verschillende wetten voor gewone omstandigheden artikelen opgenomen waarin wordt ingegaan op buitengewone omstandigheden, zoals de Arbeidstijdenwet, de Archiefwet, de Elektriciteitswet, de Gaswet, de Infectieziektenwet, de Mediawet en de Warenwet. Distributiewet; Havennoodwet; Noodwet arbeidsvoorziening; Noodwet voedselvoorziening; Bodemproductiewet Noodwet financieel verkeer Wet behoud scheepsruimte 1939 Wet medewerking verdedigingsvoorbereiding Rijkswet vaarplicht Noodwet rechtspleging Rijkswet noodvoorzieningen scheepvaart; Vorderingswet; Vervoersnoodwet; Wet verplaatsing bevolking. Hamsterwet Noodwet geneeskundigen Wet beschikbaarheid goederen Prijzennoodwet Vaarplichtwet Wet beschikbaarheid goederen De CdK kan krachtens de Wet verplaatsing bevolking (art. 2b en 3) bij machtiging van de ministers van BZK en Defensie verplaatsing van bevolking gelasten, welk gebied daarvoor in aanmerking komt, wie weg moet en wie moet blijven in het te verlaten gebied. Datzelfde geldt voor de burgemeesters, indien zij gemachtigd zijn. De ministers kunnen zelf ook verplaatsing van bevolking gelasten. De burgemeester is met de uitvoering belast. De burgemeester kan verordeningen vaststellen die door de CdK, als het algemeen belang dat dringend vereist, buiten werking kunnen worden gesteld (art. 5). Op basis van de Noodwet geneeskundigen en het Besluit ex artikel 7 van die wet kan de CdK bevoegdheden uitvoeren wanneer onder buitengewone omstandigheden de verbinding is verbroken tussen de minister van VWS en de provincie. 9 De CdK krijgt in dat geval de bevoegdheden die betrekking hebben op het uitoefenen van de praktijk door artsen en het beëindigen of aangaan van rechtsbetrekkingen. De wetsartikelen zijn echter nog niet ingevuld, waardoor onduidelijk blijft wat de bevoegdheden exact inhouden. Op basis van het Aanwijzingsbesluit economische noodwetgeving kan de CdK in het eigen gebied bevoegdheden uitoefenen die krachtens de Prijzennoodwet, de Vorderingenwet en de In- en uitvoerwet toekomen aan de ministers van BZ, BZK en Financiën, zoals het vorderen van het eigendomsrecht van zaken. Krachtens de Vervoersnoodwet art. 13 kan de minister van VenW in buitengewone omstandigheden weg- en vaarwegbeheerders aanwijzingen geven over het beheer en over het verkeer op die (vaar)wegen. De beheerders van waterstaatswerken zijn verplicht werken en voorzieningen uit te voeren die voor een doelmatig vervoer nodig zijn (art. 15 lid 1 Vervoersnoodwet). Niet alle wetten hebben consequenties voor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de CdK en GS. De volgende consequenties kunnen uit de noodwetten voortvloeien, wanneer bij Koninklijk Besluit de desbetreffende wetsartikelen van kracht worden. 9 Overigens geldt voor Flevoland nog een verouderde bepaling waarbij de Landdrost van de toenmalige Zuidelijke IJsselmeerpolders respectievelijk de burgemeesters van Dronten of Lelystad die bevoegdheden krijgen. Voor de Noordoostpolder en Urk ligt de bevoegdheid al wel bij de CdK. Met de komst van de provincie Flevoland moet dat voor de hele provincie de CdK zijn. 21

24 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND Verder is het, voor de bevordering door de CdK van samenwerking tussen rijksheren onderling en rijksheren met partners in de provincie, van belang te weten dat ministers en, namens deze, onderstaande rijksfunctionarissen vanwege noodwetgeving over bepaalde (extra) taken en bevoegdheden kunnen beschikken. De minister van BZK bedient zich in elke provincie van een Commissaris Verplaatsing Bevolking. Niet duidelijk is wie in Flevoland ten tijde van buitengewone omstandigheden deze functie zal vervullen. De Distributiewet regelt de distributie van goederen tijdens buitengewone omstandigheden. De minister van EZ is verantwoordelijk. In principe vormt elke gemeente een distributiekring, maar de minister kan meer gemeenten aanwijzen die gezamenlijk één kring vormen. In elke kring is een distributiedienst, aan het hoofd waarvan de burgemeester staat. De minister wijst de autoriteiten aan die tijdens buitengewone omstandigheden belast zijn met de uitvoering van de wet. De secretaris van de Kamer van Koophandel in Flevoland vervult deze functie. De Bodemproductiewet regelt zaken ten aanzien van de landbouw en bosbouw tijdens buitengewone omstandigheden. De minister van LNV is verantwoordelijk en wijst een regeringsfunctionaris voor de bodemproductie aan, vermoedelijk de provinciale voedselcommissaris. De Hamsterwet regelt het tegengaan van hamsteren van voedsel en andere zaken tijdens buitengewone omstandigheden. De ministers van EZ en LNV zijn gezamenlijk verantwoordelijk. Zij wijzen ambtenaren aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van hamsterverboden en andere bepalingen. De minister van LNV kan op basis van de Noodwet voedselvoorziening regels vaststellen die onder andere betrekking hebben op het bereiden en vervaardigen van onder andere grondstoffen, machines, werktuigen en gereedschappen. De minister kan medewerking vorderen van het bestuur van bedrijfslichamen. Verder is er in de provincie een voedselcommisaris, die ressorteert onder de regionale directie West. Op basis van het Aanwijzingsbesluit economische noodwetgeving zijn de secretarissen van de Kamers van Koophandel economisch commissaris en daarmee rijksheer. Ze oefenen de bevoegdheden uit die in het kader van de Prijzennoodwet, de Hamsterwet, de Distributiewet, de Noodwet voedselvoorziening, de Vorderingswet, de In- en uitvoerwet en de Landbouwwet toekomen aan de minister van EZ. De minister van EZ kan op basis van de Prijzennoodwet en minister van LNV op basis van de Noodwet voedselvoorziening prijzen van producten reguleren. De minister van VenW kan in het kader van de Rijkswet noodvoorzieningen scheepvaart, de Rijkswet vaarplicht, de Vaarplichtwet, de Vervoersnoodwet en de Wet behoud scheepsruimte 1939 tijdens buitengewone omstandigheden onder andere het scheepsverkeer beperken, schepen of scheepsruimte vorderen en zeelieden verplichten te varen op schepen onder Nederlandse vlag. Ook kan de minister van VenW op basis van de Vervoersnoodwet tijdens buitengewone omstandigheden het verkeer beperken door een vergunningplicht in te stellen en vervoermiddelen vorderen De Noodwet arbeidsvoorziening heeft betrekking op de mobilisatie van het bedrijfsleven en arbeidskracht tijdens buitengewone omstandigheden. De minister kan de hoofden van de Centra voor Werk en Inkomen aanwijzen als Hoofd Arbeidsvoorziening, die onder buitengewone omstandigheden het beëindigen of aangaan van arbeidsverhoudingen kan beperken. Vanuit de Centrale Organisatie voor Werk en Inkomen is sowieso een Hoofd Arbeidsvoorziening aangewezen. Deze kunnen als Rijksheer worden gezien. Daarnaast zijn er nog wetten waarin voor specifieke beroepsgroepen vorderende maatregelen tijdens buitengewone omstandigheden kunnen worden getroffen. De Noodwet geneeskundigen regelt dat artsen in opleiding onder buitengewone omstandigheden als arts mogen optreden. Als rijksheer treden in dit verband namens de minister van VWS de regionaal geneeskundig inspecteurs en de regionale inspecteurs voor de geneesmiddelen op. De laatste kan maatregelen treffen ten aanzien van apotheken en de farmaceutische industrie. 22

25 Alle ministers kunnen in buitengewone omstandigheden krachtens de Wet beschikbaarheid goederen eigenaren gelasten om bepaalde goederen niet te veranderen, te verwerken of te verbruiken, het goed juist wel te veranderen, of het te onderhouden. 6.6 De provinciale crisisstaf bij buitengewone omstandigheden Tijdens buitengewone omstandigheden waarbij maatregelen worden getroffen die ook Flevoland aangaan, wordt de crisisstaf gealarmeerd en geformeerd. Het Koninklijk Besluit wordt door de crisisstaf geanalyseerd om te bezien welke wetsartikelen van kracht zijn geworden, welke buitengewone bevoegdheden de CdK krijgt en welke rijksheren en andere functionarissen in de regio taken en bevoegdheden krijgen. Zo snel mogelijk wordt door de CdK een overleg met rijksheren belegd. Voor dit overleg kunnen de voorzitter van de veiligheidsregio, de burgemeesters, de dijkgraaf, de HID en andere rijksfunctionarissen in de regio worden uitgenodigd. 23

26 DRAAIBOEK RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FLEVOLAND 24

27 7 DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN RELATIE TOT CRISISBEHEERSING IN FUNCTIONELE KOLOMMEN Crisisbeheersing valt in lang niet alle gevallen samen met rampenbestrijding. Voor verschillende sectorale crises, zoals kernongevallen, dierziekten of openbare orde verstoringen gelden eigen wettelijke regimes en een andere verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De rol van de CdK verschilt per type crisis. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de volgende crisistypen aan de orde: wateroverlast, dijkdoorbraken: waterstaat (7.2); calamiteiten op het water (7.3); openbare orde verstoringen (7.4); terrorisme (7.5) milieu-incidenten (7.6); infectieziekten (7.7); dierziekten (7.8); wegincidenten (7.9) Telkens wordt daarbij ingegaan op het wettelijk kader, plannen en draaiboeken in de regio, indien relevant nationale plannen en betrokkenheid en, ten slotte, de rol van de CdK en eventueel GS. 7.1 Crisisbeheersing op nationaal niveau: algemeen Wanneer crisisbeheersing op nationaal niveau aangrijpt, is het departement verantwoordelijk op wiens beleidsterrein de crisis zich afspeelt. Andere departementen, die bijvoorbeeld te maken krijgen met de effecten van de crisis, blijven verantwoordelijk op hun eigen beleidsterrein. Betrokken departementen richten een Departementaal Coördinatiecentrum (DCC; in het geval van Defensie het DOC) in, dat de eigen minister adviseert over de besluitvorming en van waaruit de crisisbeheersing gecoördineerd wordt. Als interdepartementale coördinatie noodzakelijk is, komt eerst het Ambtelijk Crisisoverleg (ACO; bij (dreiging van) een terroristische actie het ACO-T) bijeen onder voorzitterschap van het hoofd Nationaal Crisiscentrum (NCC). Het ACO informeert en adviseert de Interdepartementale Commissie Crisisbeheersing (ICCB) op het hoogste ambtelijke niveau, onder voorzitterschap van de Directeur-Generaal Veiligheid, die op haar beurt de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCB) op adviseert. De MCCB bestaat in ieder geval uit de premier, de minister van BZK en de minister van Justitie. De MCCB neemt zelf geen besluiten maar adviseert op haar beurt weer de Ministerraad. De minister van BZK is coördinerend minister op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding. Onder de minister ressorteert het NCC dat onder meer verantwoordelijk is voor de communicatie in de bestuurlijke lijn: van de minister (feitelijk het NCC) via de voorzitter van de veiligheidsregio (feitelijk de Regionale Meldkamer Flevoland RMKF) naar de betrokken burgemeesters. De bestuurlijke informatie wordt in afschrift aan de Commissaris van de Koningin gestuurd. Operationeel coördineert het Landelijke Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) onder meer de bijstandsverlening en landelijke operationele sitraps. 7.2 Dijkdoorbraken en wateroverlast Wettelijk kader De Waterwet (WaWe), die eind 2009 in werking trad, vormt het wettelijk kader voor de bescherming tegen dijkdoorbraken en hoog water, ook bij acuut dreigende situaties. De beheerder van waterstaatswerken is in eerste aanleg verantwoordelijk voor die bescherming. Zowel het Rijk, een waterschap, een gemeente als een provincie kan zijn belast met de zorg voor de waterhuishouding en waterkeringen in een bepaald gebied en vanuit die rol het beheer hebben over oppervlaktewateren en waterkeringen met de daarbij behorende kunstwerken. GS hebben het toezicht over alle primaire waterkeringen in de provincie (WaWe, artikel 3.9). De minister van Verkeer en Waterstaat waarschuwt GS en waterbeheerder, waterschap Zuiderzeeland, bij een dreiging (WaWe artikel 3.3). De beheerder van de waterkeringen is verantwoordelijk voor het optreden bij gevaar voor de goede staat van waterstaatswerken. Verzuimt het waterschap op te treden, dan kan GS het bestuur van het waterschap een aanwijzing geven. Onder spoedeisende omstandigheden kan de CdK een aanwijzing geven (WaWe artikel 5.31 juncto 3.12 en 3.13). 25

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a1. art. 23 Vorderingswet** 1a2. art. 3a, 5 Vorderingswet*

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a1. art. 23 Vorderingswet** 1a2. art. 3a, 5 Vorderingswet* Schaarste algemeen generieke schaarstemaatregelen: vordering en (her)verdeling maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1. vordering en onteigening 1a. centrale overheid 1a1. vordering eigendomsrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 254 Besluit van 24 juni 2010, houdende wijziging van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 9 Schaarste algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 9 Schaarste algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 9 Schaarste algemeen Bevoegdhedenschema schaarste algemeen versie 2015 generieke schaarstemaatregelen: vordering en (her)verdeling maatregel

Nadere informatie

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a. art. 50, 7, 39 Wet veiligheidsregio's juncto Besluit informatie inzake rampen en crises

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a. art. 50, 7, 39 Wet veiligheidsregio's juncto Besluit informatie inzake rampen en crises Spoorvervoer ongevalsbestrijding Zie over de incidentenorganisatie spoor Kamerstukken II 2010/11, 29 984, nr. 255 en 261, Kamerstukken II 2011/12, 29 984, nr. 271, en Calamiteitenplan Rail, ProRail, september

Nadere informatie

De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing

De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing Kennispublicatie De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing Infopunt Veiligheid Crises houden zich niet aan geografische of bestuurlijke grenzen. Bij een crisis van meer dan plaatselijke of regionale

Nadere informatie

Tabel Sturende rol rijksoverheid bij bovenregionale en nationale rampen en crises (bron: Rapport Eenheid in verscheidenheid, april 2012, bijlage 2)

Tabel Sturende rol rijksoverheid bij bovenregionale en nationale rampen en crises (bron: Rapport Eenheid in verscheidenheid, april 2012, bijlage 2) Tabel Sturende rol rijksoverheid bij bovenregionale en nationale rampen en crises (bron: Rapport Eenheid in verscheidenheid, april 2012, bijlage 2) NB: dit betreft een niet-limitatieve lijst van meest

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1985 88 Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop (Rampenwet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Crisis besluit vorming / GRIP

Crisis besluit vorming / GRIP Crisis besluit vorming / GRIP Deze app beschrijft de crisisbesluitvormings structuur (GRIP-procedure) gezien vanuit standpunt OvD-P en SGBO/Actiecentrum politie. Bronnen: Infopunt Veiligheid/IFV Reacties

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

Wegvervoer inclusief openbaar vervoer over de weg

Wegvervoer inclusief openbaar vervoer over de weg Wegvervoer inclusief openbaar vervoer over de weg ongevalsbestrijding 1. informatie 1a. melding/informatie algemeen 1a1. een ieder aan burgemeester 1a2. burgemeester of voorzitter veiligheidsregio aan

Nadere informatie

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen 11 Schaarste algemeen versie 2015 Crisistypen algehele schaarste aan goederen of diensten, bijvoorbeeld brandstof, voedsel,

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr.

Nadere informatie

Agendapunt: A.3 Bijlage(n): 1. H. Zuidijk (VD) -- Datum: --

Agendapunt: A.3 Bijlage(n): 1. H. Zuidijk (VD) -- Datum: -- A.3 1. Samenvatting voorstel De minister van Justitie en Veiligheid heeft een brief gestuurd aan alle veiligheidsregio s, over de interpretatie van artikel 39 Wet veiligheidsregio s. Dit artikel gaat over

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 13 Spoorvervoer

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 13 Spoorvervoer Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 13 Spoorvervoer Bevoegdhedenschema spoorvervoer versie 2015 ongevalsbestrijding 1. informatie zie over de incidentenorganisatie spoor Kamerstukken

Nadere informatie

Rijkstaken Openbare Veiligheid Organisatieplan commissaris van de Koningin in Zeeland

Rijkstaken Openbare Veiligheid Organisatieplan commissaris van de Koningin in Zeeland Rijkstaken Openbare Veiligheid Organisatieplan commissaris van de Koningin in Zeeland www.zeeland.nl Rijkstaken Openbare Veiligheid Organisatieplan commissaris van de Koningin in Zeeland Versie 1.0: vastgesteld

Nadere informatie

Juridische zaken. Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei

Juridische zaken. Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Juridische zaken Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: 1.1, september 2012 Inhoudsopgave Onder Juridische Zaken zijn de voor het optreden tijdens calamiteiten, relevante,

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

3 Oppervlaktewater en waterkering

3 Oppervlaktewater en waterkering 3 Oppervlaktewater en waterkering Voor de Noordzee, zie bestuurlijke netwerkkaart Noordzee en zeescheepvaart crisistypen (dreigend) hoogwater (dreigend) laagwater (dreigende) waterverontreiniging en verontreiniging

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 14 Wegvervoer

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 14 Wegvervoer Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 14 Wegvervoer Bevoegdhedenschema wegvervoer inclusief openbaar vervoer over de weg versie 2015 ongevalsbestrijding 1. informatie 1a. melding/informatie

Nadere informatie

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Deze samenvatting is een verkorte en bewerkte versie van de conceptversie van de Wet op de Veiligheidsregio s (werktitel). Het betreft geen interpretatie of

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 14 Wegvervoer

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 14 Wegvervoer Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 14 Wegvervoer Bevoegdhedenschema wegvervoer inclusief openbaar vervoer over de weg versie 2018 ongevalsbestrijding 1. informatie 1a. melding/informatie

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 19 Media en openbaarheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 19 Media en openbaarheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 19 Media en openbaarheid Bevoegdhedenschema media en openbaarheid versie 2018 zendtijd en gebruik studio s en dergelijke maatregel instantie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 12 - Nooddrinkwater en noodwater 12 Nooddrinkwater en noodwater Versie oktober 2013 Crisistypen (dreigende) verstoring van de openbare drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 19 Media en openbaarheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 19 Media en openbaarheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 19 Media en openbaarheid Bevoegdhedenschema media en openbaarheid versie 2015 zendtijd en gebruik studio s en dergelijke maatregel instantie

Nadere informatie

Arbeid en sociale zekerheid

Arbeid en sociale zekerheid Arbeid en sociale zekerheid arbeidsveiligheid maatregel instantie wettelijke basis toelichting Het algemene Europees kader wordt gevormd door Richtlijn 89/391, betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 17 Arbeid en sociale zekerheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 17 Arbeid en sociale zekerheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 17 Arbeid en sociale zekerheid Bevoegdhedenschema arbeid en sociale zekerheid versie 2015 arbeidsveiligheid maatregel instantie wettelijke

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A; CRU05.005 Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/04.031361/A; Gelet op artikel 14 van de Wet op de waterkering en op de Provinciewet;

Nadere informatie

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 17 Arbeid en sociale zekerheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 17 Arbeid en sociale zekerheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 17 Arbeid en sociale zekerheid Bevoegdhedenschema arbeid en sociale zekerheid versie 2018 arbeidsveiligheid 1. informatie 1. het algemene

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 21 - Telecommunicatie 21 Telecommunicatie Voor media/omroepen, zie bestuurlijke netwerkkaart media Versie april 2012 crisistypen (dreigende) uitval van

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Defensie zie ook schema luchtvaart

Defensie zie ook schema luchtvaart Defensie zie ook schema luchtvaart bijstand en steunverlening maatregel instantie wettelijke basis toelichting Samenwerking met Defensie is uitgewerkt in de Bestuursafspraken inzake intensivering civiel

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening 13a Voedselvoorziening versie 2015 Crisistypen (dreigende) schaarste levensmiddelen (dreigende) schaarste diervoeders Bevoegd

Nadere informatie

Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008)

Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008) Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

2 7 ^OV. 2012 2012-49.430/48/A.24, BJC 425023 Gerritsen N. (050)316 4026 n.gerritsen(gprovinciegroningen.nl 1

2 7 ^OV. 2012 2012-49.430/48/A.24, BJC 425023 Gerritsen N. (050)316 4026 n.gerritsen(gprovinciegroningen.nl 1 iii»;»b».«33!.g3iffl:ba3aiieiba Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 II Jt t / 1

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 2 Openbare orde

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 2 Openbare orde Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 2 Openbare orde Bevoegdhedenschema openbare orde versie 2018 handhaving openbare orde voor ongeregeldheden op de Noordzee, zie schema Noordzee,

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 21 Cultureel erfgoed

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 21 Cultureel erfgoed Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 21 Cultureel erfgoed Bevoegdhedenschema cultureel erfgoed versie 2015 bescherming cultureel erfgoed maatregel instantie wettelijke basis

Nadere informatie

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a. art. 5 Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg)* 1b. art. 17 Politiewet 1993 (Pw)

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a. art. 5 Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg)* 1b. art. 17 Politiewet 1993 (Pw) Openbare orde handhaving openbare orde voor ongeregeldheden op de Noordzee, zie schema Noordzee, zeescheepvaart, havens voor veiligheidsrisicogebied, stelsel bewaken en beveiligen, burgemeesterssluiting

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 22 - Media 22 Media Versie april 2012 crisistypen media: gebrek aan normale middelen tot het doen van mededelingen aan het publiek bevoegd gezag minister-president

Nadere informatie

Protocol toezicht op de veiligheidsregio's. Afspraken tussen de commissarissen van de Koning en het hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie

Protocol toezicht op de veiligheidsregio's. Afspraken tussen de commissarissen van de Koning en het hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie Protocol toezicht op de veiligheidsregio's Afspraken tussen de commissarissen van de Koning en het hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie Den Haag, 26 februari 2015 1. Inleiding De Inspectie Veiligheid

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 9 Justitie algemeen 9 Justitie algemeen Voor terrorisme zie Bestuurlijke Netwerkkaart terrorisme versie 2018 Crisistypen gijzelingen, extremisme

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 Partijen, de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, vertegenwoordigd door hun commissaris van de Koning, de veiligheidsregio

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 2 Openbare orde

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 2 Openbare orde Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 2 Openbare orde Bevoegdhedenschema openbare orde versie 2015 handhaving openbare orde voor ongeregeldheden op de Noordzee, zie schema Noordzee,

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 17 Wegvervoer 17 Wegvervoer versie 2018 Crisistypen ongeval gevolgen van een ongeval voor het milieu verstoring openbare orde verstoring of aantasting

Nadere informatie

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17 november 2017

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17 november 2017 Fractie CDA Tubbergen t.a.v. mevrouw H. Berninig-Everlo Postbus 30 7650 AA Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17 november 2017 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J van

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13b Voedselveiligheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13b Voedselveiligheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 13b Voedselveiligheid 13b Voedselveiligheid versie 2018 Crisistypen (mogelijke) aantasting veiligheid levensmiddelen (mogelijke) aantasting veiligheid

Nadere informatie

Verschillen tussen 'oude' en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs)

Verschillen tussen 'oude' en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs) Verschillen tussen 'oude' en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs) De wijzigen in de Wet veiligheidsregio's (per 1 januari 2013) en de nieuwe Politiewet 2012

Nadere informatie

Verschillen tussen oude en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs)

Verschillen tussen oude en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs) 1 Verschillen tussen oude en gewijzigde gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Drenthe (artikelsgewijs) De wijzigen in de Wet veiligheidsregio s (per 1 januari 2013) en de nieuwe Politiewet 2012

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Verordening betreffende de zorg voor de archiefbescheiden van de provinciale organen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de rijksarchiefbewaarplaats en het toezicht door gedeputeerde

Nadere informatie

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 9 Justitie algemeen 9 Justitie algemeen Voor terrorisme zie Bestuurlijke Netwerkkaart terrorisme versie 2015 Crisistypen gijzelingen, extremisme

Nadere informatie

Modelconvenant calamiteitenzender

Modelconvenant calamiteitenzender Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater 12 Nooddrinkwater en noodwater Versie 2015 Crisistypen (dreigende) verstoring van de openbare drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Wet veiligheidsregio s

Wet veiligheidsregio s Wet veiligheidsregio s Tekst van de wet 1 In deze tekst zijn de wijzigingen verwerkt die voortvloeien uit artikel XI van de Aanpassingswet veiligheidsregio s 2 In de bijlage bij de wet zijn de relevante

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 26-02-2015) Wet van 11 februari 2010, houdende bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Nadere informatie

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum: 25-6-13 Onderwerp Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Status Besluitvormend Voorstel Het college toestemming te verlenen tot het wijzigen

Nadere informatie

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur BIJLAGE 1 BIJSTAND BRANDWEER Lokaal incident Lokale eenheden succesvol Bestrijding gevolgen eenheden Lokale eenheden burenhulp Lokale eenheden Extra bijstand Massale ontplooiing GMZ Middelburg 100 centrale

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop Wet van 21 februari 1963, houdende regelen met betrekking tot de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen Hoofdstuk VI. Bepalingen

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Vitaal

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Vitaal Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Vitaal Vitale bedrijven en het openbaar bestuur - samenwerking in de responsfase Inleiding Dit overzicht bestaat uit twee delen 1 : een tekening die het netwerk

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 22 Media

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 22 Media Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 22 Media 22 Media versie 2015 Crisistypen media: gebrek aan normale middelen tot het doen van mededelingen aan het publiek Bevoegd gezag minister-president

Nadere informatie

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave: Inleiding... 2 1 Motorkapoverleg (MKO)... 2 2 Commando Plaats Incident (CoPI)... 2 2.1 Taken... 3 2.2 Bemensing...

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hoofdstuk 5. Bestuursrechtelijke handhaving Algemene bepalingen

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hoofdstuk 5. Bestuursrechtelijke handhaving Algemene bepalingen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Hoofdstuk 5. Bestuursrechtelijke handhaving 5.1. Algemene bepalingen Artikel 5.1 Dit hoofdstuk is van toepassing met betrekking tot de handhaving van het bij of krachtens

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 24 - Cultureel erfgoed 24 Cultureel erfgoed Versie april 2012 crisistypen bedreiging van cultureel erfgoed door rampen, onlusten, bezettingen, aanslagen

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie