Kruidtuinlaan 50 Bus BRUSSEL

Transcriptie

1 Mededeling C LA van 4 maart 2015 betreffende de rol van de Dienst Regulering tijdens het raadplegingsproces met de gebruikers van de luchthaven Brussel-Nationaal in het kader van de luchthavengelden Kruidtuinlaan 50 Bus BRUSSEL

2 Inhoudsopgave 1. Context Verzoek Analyse en beschouwing... 4 C LA 2

3 1. Context 1. Deze mededeling kadert in de tarifaire raadpleging die momenteel loopt voor de gereguleerde activiteiten, in toepassing van de artikels 39 en volgende van het koninklijk besluit van 21 juni 2004 betreffende de toekenning van de exploitatielicentie van de luchthaven Brussel-nationaal. 2. Het tariefsysteem omvat het geheel van tarieven voor gereguleerde activiteiten, terwijl de formule voor tariefcontrole de evolutie bepaalt van de tarieven gedurende de vijfjarige periode. 3. De raadplegingen met de gebruikers (luchtvaartmaatschappijen) zijn georganiseerd door de licentiehouder met als doel een finaal voorstel te maken dat al dan niet aanvaard wordt door de gebruikers. 4. Artikel 51, 2 van het koninklijk besluit van 21 juni 2004 voorziet dat de economisch regulerende overheid, i.e. de Dienst Regulering van hert Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal, hierna de Dienst Regulering genaamd, kan deelnemen als waarnemer aan de raadpleging met de gebruikers. 5. Bij schrijven ontvangen op 20 november 2014, werd de Dienst Regulering uitgenodigd door de licentiehouder om als waarnemer deel te nemen aan het raadplegingsproces dat van start gaat op 14 januari 2015 en maximaal 4 maanden duurt. 6. Met het oog op een goed verloop van het raadplegingsproces heeft de Dienst Regulering besloten om als waarnemer deel te nemen aan alle vergaderingen die door de luchthavenuitbater georganiseerd worden. 2. Verzoek 7. Afgelopen weken hebben verscheidene deelnemers van de raadpleging de wens te kennen gegeven de Dienst Regulering te ontmoeten buiten het raadplegingsproces dat opgezet is door de licentiehouder. C LA 3

4 3. Analyse en beschouwing 8. Het verzoek om een specifieke vergadering te houden tussen bepaalde deelnemers van de raadplegingen en de Dienst Regulering impliceert dat de rol die de wetgever heeft voorzien voor deze laatste gedurende het proces voor vaststelling van het tariefsysteem en de formule voor tariefcontrole duidelijk dient omschreven te worden. 9. In dit opzicht dient er vooreerst opgemerkt te worden dat de wetgever in 2011 er voor gekozen heeft het systeem van economische regulering voor de luchthaven Brussel- Nationaal te wijzigen van ex ante naar een ex post systeem. Inderdaad, de wijziging van 2011 voorziet slechts in een actieve rol voor de regulator enkel en alleen wanneer er meningsverschil is na de beëindiging van de raadplegingen, zoals bedoeld in artikel 55 van het koninklijk besluit van 21 juni Daarenboven dient er vastgesteld te worden dat er niet voorzien is in een bemiddelingsrol voor de Dienst Regulering tijdens het tarifaire raadplegingsproces. 10. Er dient eveneens opgemerkt te worden dat artikel 51 van het koninklijk besluit van 21 juni 2004 de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van het tariefsysteem en de formule voor tariefcontrole heeft toegewezen aan de licentiehouder. In dat kader is de licentiehouder ertoe gehouden zich volledig te verzekeren van de organisatie van de tariefraadplegingen en een voorstel van tariefsysteem en formule voor tariefcontrole te maken binnen de termijn voorzien in artikel 52 van het koninklijk besluit van 21 juni Rekening met het voorgaande is de Dienst Regulering van mening dat het aangewezen is de draagwijdte van zijn opdracht als waarnemer te bekijken in het licht van het nieuwe systeem van ex post regulering en zijn intrinsieke kenmerken. 12. De Dienst Regulering is van oordeel dat het essentieel is voor een systeem van ex post regulering dat handelingen gesteld door de regulator niet zouden beschouwd worden als een aantasting van het goede verloop van de tarifaire raadplegingen of een hinderpaal zouden zijn voor de licentiehouder om een tariefvoorstel te formuleren. 13. De Dienst Regulering vindt het fundamenteel dat de uitoefening van zijn taak als waarnemer geen schade mag berokkenen aan de onpartijdigheid die hij aan de dag dient te leggen bij de behandeling van een meningsverschil omtrent het tariefvoorstel, voorzien in artikel 55 van het koninklijk besluit van 21 juni C LA 4

5 14. Uit het systeem van regulering dat de wetgever heeft opgezet, vloeit voort dat alle belangen van alle betrokken partijen in de tarifaire raadplegingen dienen gevrijwaard te blijven. Dit kan enkel wanneer de prerogatieven van elke deelnemende partij aan de raadpleging strikt gerespecteerd worden. Gelet op het bovenstaande: Kan de Dienst Regulering niet ingaan op het verzoek van sommige deelnemers aan de tarifaire raadpleging om specifieke vergaderingen te organiseren; Zal de Dienst Regulering verder deelnemen als waarnemer aan de vergaderingen georganiseerd door de licentiehouder in het kader van de tarifaire raadpleging voor de gereguleerde periode Brussel, 4 maart 2015, Voor de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal, Serge DRUGMAND Directeur C LA 5