Printed in Korea Code No.:GH A Dutch. 10/2005. Rev 1.0. World Wide Web

Transcriptie

1 * Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider. * Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft. * Drukfouten voorbehouden. World Wide Web Printed in Korea Code No.:GH A Dutch. 10/2005. Rev 1.0

2 SGH-X200 Gebruiksaanwijzing

3 Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Uitschakelen bij het tanken Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften.

4 Storingen De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur. Let op speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Alarmnummer bellen Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets. De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. Volg bij het verwijderen van oude batterijen de richtlijnen van de fabrikant. Deskundige technische service Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 69 voor meer informatie over veiligheid. Belangrijke veiligheids-informatie 1

5 2 Over deze handleiding In deze gebruikershandleiding wordt op een beknopte manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken. Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel onder de knie te krijgen. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan en deze vervolgens selecteren. [ ] Een toets op de telefoon. Bijvoorbeeld: [ ] < > Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Bijvoorbeeld: <Menu> Triband U kunt uw telefoon in wereldwijde GSMnetwerken op de band 900, 1800 en 1900 gebruiken. Speciale functies op uw telefoon Simpele en compacte vormgeving met Intenna Met de krachtige Intenna-technologie van Samsung verkrijgt u de beste belkwaliteit zonder een onhandige externe antenne. Infrarood Via de infraroodpoort kunt u gegevens van de telefoonlijst verzenden en ontvangen.

6 Webbrowser Draadloos verbinding maken met internet zodat u de meest actuele informatie en allerlei soorten recente mediacontent kunt ophalen. Java U kunt geïntegreerde spelletjes op Java -basis spelen en nieuwe spelletjes downloaden. Telefoonlijst Privé-, zakelijke en mobiele telefoonnummers van uw contactpersonen opslaan. MMS (Multimedia Message Service) MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen en geluiden verzenden en ontvangen. Agenda en actielijst Uw dagelijkse en maandelijkse afspraken en taken bijhouden. Alarm Uw telefoon gebruiken als een wekker die u 's morgens wakker maakt of u aan iets belangrijks herinnert. Calculator Elementaire berekeningen uitvoeren en vreemde valuta omrekenen. Spraakrecorder Hiermee kunt u memo's of geluiden opnemen. Speciale functies op uw telefoon 3

7 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Knoppen, functies en locaties Aan de slag 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon De telefoon gebruiksklaar maken... 7 De telefoon aan- en uitzetten... 8 Toetsen en display... 9 Toegang tot menufuncties De instellingen aanpassen Bellen en oproepen beantwoorden Andere functies van de telefoon gebruiken 14 Spelletjes, internet, berichten en andere speciale functies Spelletjes spelen Surfen op het internet De telefoonlijst gebruiken Berichten verzenden Berichten bekijken Tekst ingeven 20 ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand Telefoneren 23 Geavanceerde belfuncties Menuopties 29 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 66 Hulp bij het oplossen van problemen Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 69 Index 77 4

8 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> om het menu te openen. 1 SIM AT p Oproepenlijst p Gemiste oproepen p Ontvangen oproepen p Uitgaande oproepen p Alles verwijderen p Gesprekstellers p Gesprekskosten * p Netwerkdiensten p Doorschakelen 2 Blokkeren 3 Wisselgesprek 4 Netwerk kiezen 5 Nummerweergave 6 Besloten gebruikersgroep 7 Bandkeuze p. 32 p. 33 p. 34 p. 34 p. 34 p. 35 p Geluidsinstellingen p Beltoon 2 Beltoonvolume 3 Type belsignaal 4 Toetstoon 5 Berichttoon 6 Waarschuwing bij oproep 7 Klepsignaal 8 Toon bij in-/ uitschakelen 9 Andere tonen p. 36 p. 36 p. 36 p. 36 p. 36 p. 37 p. 37 p. 37 p Berichten p Tekstberichten 2 Multimediaberichten 3 Serverberichten p. 38 p. 42 p Amusement p WAP-browser 2 Spelletjes 3 Geluiden 4 Afbeeldingen 5 Alles verwijderen 6 Geheugenstatus p. 48 p. 50 p. 51 p. 51 p. 52 p Organizer p Alarm 2 Agenda 3 Tijd en datum 4 Calculator 5 Actielijst 6 Spraakrecorder 7 Valuta omrekenen p. 52 p. 53 p. 54 p. 54 p. 55 p. 56 p Telefoonlijst p Zoeken 2 Nieuw item 3 Groep zoeken 4 Groep bewerken 5 Verkort kiezen 6 Alles verwijderen 7 Geheugenstatus 8 SDN* p. 57 p. 58 p. 59 p. 59 p. 59 p. 60 p. 60 p Telefooninstellingen p Infrarood activeren 2 Displayinstellingen 3 Begroeting 4 Eigen nummer 5 Taal 6 Beveiliging 7 Extra instellingen 8 Sneltoetsen 9 Instellingen resetten p. 61 p. 62 p. 63 p. 64 p. 64 p. 64 p. 65 p. 66 p. 66 * Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. 5

9 Uitpakken Overzicht van de onderdelen De telefoon Knoppen, functies en locaties Luidspreker Telefoon Reisadapter Display Batterij Gebruiksaanwijzing Bij de lokale Samsung-dealer kunt u diverse accessoires kopen. De onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsungdealer kunnen per land en per provider verschillen. Navigatietoetsen (Omhoog/Omlaag/ Links/Rechts) Aansluitpunt headset Linkerfunctietoets Volumetoetsen Nummer kiezen Alfanumerieke toetsen Infraroodpoort Webtoegangstoets/ bevestigingstoets Rechterfunctietoets Aan/Uit/ Menu afsluiten Annuleren/ Corrigeren Toetsen voor speciale functies Microfoon 6

10 Aan de slag De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Informatie over de SIM-kaart Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-code, beschikbare extra diensten en dergelijke) opgeslagen. De telefoon gebruiksklaar maken Verwijder het klepje van de batterij. Plaats de SIM-kaart. Plaats de batterij. Plaats het klepje weer terug. Sluit de reisadapter aan op de telefoon. Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen door [ ] ingedrukt te houden. Zorg dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar de telefoon gericht zijn. Wanneer de telefoon volledig opgeladen is (het batterijsymbool stopt met bewegen), haalt u het netsnoer van de adapter uit het stopcontact. 7

11 Aan de slag Haal de adapter uit de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten Telefoon aanzetten 1. Open de telefoon. Batterijsymbool Wanneer de batterij bijna leeg is: hoort u een waarschuwingstoon, wordt een melding weergegeven dat de batterij bijna leeg is en knippert het batterijsymbool. Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. Telefoon uitzetten 2. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. 3. Geef indien nodig de PIN-code in en druk op <OK>. 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. 8

12 Toetsen en display Toetsen De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. In de standby-stand: rechtstreeks uw favoriete menuopties openen. p. 66 In de menustand: door menuopties bladeren. In de standby-stand: de webbrowser starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren of de invoer bevestigen. Zelf bellen of oproepen beantwoorden. In de standby-stand: de laatste nummers weergeven die u hebt gebeld of waarvan u een oproep hebt gemist of ontvangen. Tekens uit het display wissen. In de menustand: teruggaan naar het vorige menuniveau. Een oproep beëindigen. Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit te zetten. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. Cijfers, letters en enkele speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden voor toegang tot uw voic server. Houd [0] ingedrukt als u een internationale toegangscode wilt ingeven. Speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de stille modus in of uit te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen tussen nummers. Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand: het toetsvolume aanpassen. Aan de slag 9

13 Aan de slag Display Indeling Menu Tel.lijst Symbolen Hier worden diverse symbolen weergegeven. Tekst en afbeeldingen Hier worden berichten, instructies en ingevoerde informatie weergegeven. Functietoetsindicatoren Hier worden de functies weergegeven die op dat moment aan de twee functietoetsen zijn toegewezen. Symbolen (vervolg) Doorschakelfunctie is geactiveerd p. 32 Infraroodfunctie actief p. 61 Stille modus of trilfunctie is ingeschakeld p. 13, p. 36 Microfoon uit p. 27 Nieuw SMS-bericht Nieuw voic bericht Nieuw MMS-bericht Alarm ingesteld Symbolen Sterkte ontvangstsignaal Batterijsterkte In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt niet bellen of oproepen ontvangen GPRS-netwerk Roaming 10

14 Toegang tot menufuncties Functietoetsen De functie van de functietoetsen hangt af van de context waarin deze worden gebruikt. Onderin het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Menu Tel.lijst Een optie selecteren 1. Druk op de betreffende functietoets. 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Selecteren>, <OK> of [ ] om de weergegeven functie of de geselecteerde optie te bevestigen. 4. Om af te sluiten, kunt u een van de volgende methoden gebruiken: Druk op < > of op [C] om één niveau omhoog te gaan. Druk op [ ] om terug te keren naar de standbystand. Aan de slag Met de linkerfunctietoets gaat u naar de menustand. Met de rechterfunctietoets gaat u naar het menu Telefoonlijst. Sneltoetsen gebruiken Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. 11

15 Aan de slag De instellingen aanpassen Displaytaal Belmelodie en volume 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefooninstellingen Taal. 2. Selecteer een taal. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluidsinstellingen Beltoon. 2. Selecteer een beltoon. 3. Selecteer Beltoonvolume. 4. Regel het volume. 5. Druk op <OK>. Achtergrond standby-stand Sneltoetsen voor menu's U kunt een achtergrond instellen voor de standby-stand. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefooninstellingen Displayinstellingen Achtergrond Achtergrondenlijst. 2. Selecteer de gewenste afbeelding. 3. Druk op <Selecteren>. U kunt de navigatietoetsen instellen als sneltoetsen om uw favoriete menu's te openen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefooninstellingen Sneltoetsen. 12

16 Stille modus Telefoon- Blokkering 2. Selecteer een toets. 3. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. U kunt de telefoon in de stille modus zetten om te voorkomen dat u anderen stoort met het geluid van uw telefoon. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt. U kunt de telefoon met een wachtwoord beschermen tegen ongeoorloofd gebruik. Bij het aanzetten van de telefoon wordt u dan om het wachtwoord gevraagd. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefooninstellingen Beveiliging Wachtwoord wijzigen. 2. Geef het standaardwachtwoord in en druk op <OK>. 3. Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 4. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 5. Selecteer Telefoonblokkering. 6. Selecteer Inschakelen. 7. Geef het wachtwoord in en druk op <OK>. 13 Aan de slag

17 Bellen en oproepen beantwoorden Een oproep tot stand brengen Een oproep beantwoorden Het volume aanpassen tijdens een gesprek 1. Geef een netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. 3. U kunt de oproep beëindigen door op [ ] te drukken. 1. Druk op [ ] wanneer de telefoon overgaat. 2. U kunt de oproep beëindigen door op [ ] te drukken. Druk op [ / ]. Andere functies van de telefoon gebruiken Spelletjes, internet, berichten en andere speciale functies Spelletjes spelen Een spelletje starten 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Amusement Spelletjes een spelletje. 2. Selecteer START GAME. 3. Selecteer een spelstand of druk op een willekeurige toets om het spelletje te starten. 14

18 BubbleSmile spelen Fun2Link spelen 1. Druk op de navigatietoetsen om de selectie te verplaatsen. 2. Druk op [1] of [3] om een horizontale of verticale lijn te maken met drie identieke belletjes. 1. Druk op de navigatietoetsen om de selectie te verplaatsen naar de plek waar u een verbinding aan de buis wilt maken. 2. Druk op [ ] om een buis in te voegen. 3. Herhaal dit tot de pijpleiding is voltooid. Surfen op het internet Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos surfen op het internet en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en materiaal van websites downloaden. De browser starten Navigeren op het internet Druk in de standby-stand op [ ]. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseritems te bladeren. Druk op [ ] om een optie te selecteren. Druk op [C] om terug te gaan naar de vorige pagina. Als u de browseropties wilt weergeven, houdt u [ ] ingedrukt. Andere functies van de telefoon gebruiken 15

19 16 Andere functies van de telefoon gebruiken De telefoonlijst gebruiken Een vermelding toevoegen In het telefoongeheugen: 1. Toets in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer een type nummer. 3. Selecteer Telefoon. 4. Geef een naam in en druk op <OK>. 5. Druk op <OK> om de vermelding op te slaan. Een vermelding toevoegen Een vermelding zoeken Op de SIM-kaart: 1. Toets in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer een type nummer. 3. Selecteer SIM. 4. Geef een naam in en druk op <OK>. 5. Druk op <OK> om de vermelding op te slaan. 1. Druk in de standby-stand op <Tel.lijst> en selecteer Zoeken. 2. Selecteer een vermelding. 3. Selecteer een nummer en druk op [ ] om te bellen of op <Opties> om opties weer te geven.

20 Berichten verzenden Een SMSbericht (tekstbericht) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten Tekstberichten Nieuw. 2. Geef de berichttekst in. 3. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 4. Als u Opslaan en verzenden hebt geselecteerd, moet u een geheugenplaats selecteren. 5. Geef een locatienummer in en druk op <OK>. Een MMSbericht (multimediabericht) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten Multimediaberichten Nieuw. 2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op <OK>. 3. Selecteer Hier toevoegen en typ de inhoud van het bericht. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. 5. Selecteer een type bestemming. 6. Selecteer een van de volgende opties: Telefoonnummer, adres of Contacten. Andere functies van de telefoon gebruiken 17

21 Andere functies van de telefoon gebruiken Een MMSbericht verzenden (Multimediabericht) (vervolg) 7. Geef het nummer van een bestemming of een adres in, of selecteer een nummer in de telefoonlijst en druk op <OK>. 8. Als u nog meer bestemmingen wilt toevoegen, selecteert u Bestemming toevoegen en herhaalt u deze procedure vanaf stap Als u bestemmingen van een ander type wilt toevoegen, drukt u op < > en herhaalt u deze procedure vanaf stap Wanneer u klaar bent, selecteert u Bericht verzenden. Berichten bekijken Een SMSbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer het bericht in het Postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten Tekstberichten Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. 18

22 Een MMSbericht (multimediabericht) bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Druk op <Opties> en selecteer Ophalen. 3. Selecteer het bericht in het Postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten Multimediaberichten Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. Andere functies van de telefoon gebruiken 19

23 Tekst ingeven ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand Bij een aantal functies, zoals Berichten, Telefoonlijst en Organizer kunt u tekst in de ABC-stand, T9-stand, cijferstand en de symboolstand ingeven. : Cijferstand Geen: Speciale tekens De ABC-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het scherm wordt weergegeven. De tekstinvoerstand wijzigen Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld staat. Nieuw Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletter Kleine letter Opties Druk op de rechterfunctietoets om de invoerstand te wijzigen: : ABC-stand : T9-stand 20 Symbool voor tekstinvoerstand spatie (Een SMS-bericht opstellen met de Unicode-tekenset.)

24 Tips voor het gebruik van de ABC-stand Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Geef dan de volgende letter in. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Beginhoofdletters ( ), Alleen hoofdletters ( ) of Kleine letters ( ). Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te wissen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Afhankelijk van het land is het ook mogelijk een invoerstand weer te geven voor de taal van uw land door [ ] ingedrukt te houden. De T9-stand gebruiken Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Een woord ingeven in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het ingeven van een woord. Druk voor elke letter de toets slechts één keer in. Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om in de T9-stand het woord Hallo in te voeren. T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt, kan veranderen. 2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. Tekst ingeven 21

25 Tekst ingeven 3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt weergegeven. Druk op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. Voor Of en Me worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het volgende woord in te voeren. Tips bij het gebruik van de T9-stand Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Beginhoofdletters ( ), Alleen hoofdletters ( ) of Kleine letters ( ). Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te wissen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle talen. 1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display Toevoegen weergegeven. 3. Druk op <Toevoegen>. 4. Gebruik de ABC-stand om het gewenste woord in te voeren en druk op <OK>. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. 22

26 De symboolstand gebruiken In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Gewenste actie Meer symbolen weergeven Een symbool selecteren Een of meer symbolen wissen Een of meer symbolen invoegen Werkwijze Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Druk op de desbetreffende cijfertoets. Druk op [C]. Druk op <OK>. Telefoneren Geavanceerde belfuncties Een nummer bellen 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd [C] ingedrukt om alle tekens in het display te wissen. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen tussen nummers. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. 23

27 Telefoneren Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te selecteren. p. 57 U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen. p. 59 Een nummer kiezen vanuit het geheugen van de telefoon 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. A + wordt weergegeven. 2. Geef het locatienummer in voor het gewenste telefoonnummer en druk op [ ]. 3. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de andere nummers te bladeren. 4. Druk op <Kiezen> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart 1. Geef in de standby-stand het locatienummer in van het telefoonnummer dat u wilt bellen en druk op [ ]. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de andere nummers te bladeren. 3. Druk op <Kiezen> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Een gesprek beëindigen Sluit de telefoon of druk op [ ]. Een oproep beantwoorden Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven. Druk op <OK> of [ ] om de oproep te beantwoorden. 24

28 Tips bij het aannemen van een gesprek Wanneer de optie Antwoorden met elke toets is ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken om een oproep te beantwoorden, behalve <Weigeren> en [ ]. p. 66 Wanneer Klepje actief is ingeschakeld, hoeft u de telefoon alleen maar te openen. p. 65 Druk op <Weigeren> of op [ ] om een oproep te weigeren. Gemiste oproepen bekijken Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Tonen>. 2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. De headset gebruiken U kunt de headset gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. De knop op de headset werkt als volgt: Gewenste actie Het laatst gebelde nummer herhalen Oproep beantwoorden Gesprek beëindigen Werkwijze Druk tweemaal op de knop. Houd de knop ingedrukt. Houd de knop ingedrukt. Beschikbare opties tijdens een gesprek Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Telefoneren 25

29 Telefoneren Het volume regelen tijdens een gesprek Gebruik [ / ] om het volume van de oortelefoon tijdens een gesprek te regelen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Een gesprek in de wacht zetten en er uit halen Druk op <In wacht> of op <Uit wacht> om het gesprek in de wacht te zetten of uit de wacht te halen. Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <In wacht> om de oproep in de wacht te zetten. 2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke manier. 3. Druk op <Wisselen> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 4. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Een tweede oproep beantwoorden U kunt een inkomende oproep beantwoorden als dit door uw netwerk wordt ondersteund en als u de wisselgesprekoptie hebt ingeschakeld. p Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Wisselen> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. 26

30 De luidsprekerfunctie gebruiken U kunt de telefoon als luidspreker gebruiken om op een korte afstand van de telefoon telefoongesprekken te voeren. Druk op <Opties> en selecteer Luidspreker aan/ Normaal. Een oproep doorverbinden U kunt het actieve gesprek doorverbinden naar een beller die in de wacht staat, als dit door het netwerk wordt ondersteund. Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek verbroken. Druk op <Opties> en kies Doorverbinden. De menuopties gebruiken Druk op <Opties> en selecteer Menu. De microfoon uitschakelen (Mic uit) U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan horen. Druk op <Opties> en selecteer Microfoon uit of Microfoon aan. Toetstonen in- en uitschakelen U kunt toetstonen in- en uitschakelen. Druk op <Opties> en selecteer Toetstonen uit of Toetstonen verzenden. Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de optie Toetstonen verzenden selecteren. Een serie DTMF-tonen verzenden DTMF-tonen (Dual Tone Multi Frequency) zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u het volledige nummer hebt ingetoetst dat u wilt verzenden of nadat u een nummer uit de Telefoonlijst hebt opgehaald. Deze functie is handig bij het ingeven van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. 27 Telefoneren

31 Telefoneren Wanneer u met een teleservicesysteem bent verbonden, drukt u op <Opties> en kiest u Zend DTMF. 2. Geef het nummer in dat u wilt verzenden en druk op <OK>. Telefoonlijst gebruiken Via het menu Telefoonlijst kunt u vermeldingen opzoeken en opslaan. p. 57 Druk op <Opties> en kies Telefoonlijst. Multiparty-gesprekken voeren Met deze functie kunt u met maar liefst zes personen deelnemen aa31 n een multiparty-gesprek of een telefonische vergadering. Als u deze functie wilt gebruiken, moet die wel worden ondersteund door uw provider. Een multiparty-gesprek starten 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 3. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. De eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het multiparty-gesprek. 4. Bel desgewenst nog iemand of beantwoord een inkomend gesprek. 5. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. 6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig is. Een privé-gesprek voeren met een van de deelnemers 1. Druk op <Opties> en selecteer Eén selecteren. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. 3. Selecteer Privé. U kunt met die persoon een privé-gesprek voeren, terwijl de andere deelnemers met elkaar spreken. 4. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek door op <Opties> te drukken en Deelnemen te selecteren.

32 De verbinding met één deelnemer verbreken 1. Druk op <Opties> en selecteer Eén selecteren. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. 3. Selecteer Verwijderen. Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd, terwijl de andere partijen blijven deelnemen aan het gesprek. 4. Druk op [ ] om het multiparty-gesprek te beëindigen. Menuopties Een overzicht van alle menuopties SIM AT (menu 1) Dit menu is beschikbaar als u een SIM-AT-kaart met aanvullende diensten gebruikt, zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling. De beschikbare services variëren, afhankelijk van de diensten die uw provider biedt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en selecteert u SIM AT. 29

33 Menuopties Oproepenlijst (menu 2) U kunt dit menu gebruiken om te zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat de duur en de kosten zijn van uw gesprekken. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Oproepenlijst. Gemiste oproepen (menu 2.1) In dit menu worden de meest recente inkomende oproepen weergegeven die u niet hebt beantwoord. Gegevens van een oproep bekijken 1. Selecteer de gegevens van een oproep. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar de gegevens van een andere oproep te gaan. 3. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op <Opties> voor toegang tot de opties voor gegevens van oproepen. Opties voor oproepgegevens Wanneer u de details van een oproep bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Bewerken: hiermee kunt u het nummer van de geselecteerde oproepgegevens wijzigen. Verwijderen: hiermee kunt u de geselecteerde oproepgegevens wissen. Ontvangen oproepen (menu 2.2) In dit menu worden de meest recent ontvangen oproepen weergegeven. Uitgaande oproepen (menu 2.3) In dit menu worden de meest recent gekozen nummers weergegeven. 30

34 Alles verwijderen (menu 2.4) Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen oproepen wissen. 1. Druk op [ ] om de soorten oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk ter bevestiging tweemaal op <Ja>. Gesprekstellers (menu 2.5) In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en inkomende oproepen weergegeven. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. Duur laatste oproep: hiermee kunt u de duur van het laatste gesprek bekijken. Alle uitgaande: hiermee kunt u de totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken. Alle inkomende: hiermee kunt u de totale duur van alle inkomende oproepen bekijken. Tellers op nul: hiermee kunt u de gespreksduurtellers op nul zetten. U moet het wachtwoord voor de telefoon ingeven. Het wachtwoord is standaard ingesteld op U kunt dit wachtwoord wijzigen. p. 65 Gesprekskosten (menu 2.6) Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. Deze functie is niet bedoeld voor factureerdoeleinden. Kosten laatste oproep: hiermee kunt u de kosten van het laatste gesprek bekijken. Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Max. kosten instellen, moet u de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen. Menuopties Oproepenlijst (menu 2) 31

35 Menuopties Max. kosten: hiermee kunt u de maximumkosten controleren die zijn ingesteld bij Max. kosten instellen. Tellers op nul: hiermee kunt u de kostentellers terugzetten op nul. Max. kosten instellen: hiermee kunt u de maximaal toegestane kosten instellen voor uw gesprekken. Prijs per eenheid: hiermee kunt u de prijs per eenheid instellen die wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. Netwerkdiensten (menu 3) Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Netwerkdiensten om dit menu te openen. Doorschakelen (menu 3.1) Met deze netwerkservice worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 1. Selecteer een doorschakeloptie: Altijd doorschakelen: alle oproepen worden doorgeschakeld. In gesprek: oproepen worden doorgeschakeld wanneer u in gesprek bent. Geen gehoor: oproepen worden doorgeschakeld als u niet opneemt. 32

36 Niet bereikbaar: oproepen worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. Alles annuleren: hiermee worden alle doorschakelopties geannuleerd. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt doorschakelen. 3. Druk op <Aanzetten> om de doorschakelfunctie aan te zetten. Druk anders op <Opties> en selecteer Verwijderen. 4. Geef het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld en druk op <OK>. 5. Als u Geen gehoor hebt geselecteerd, selecteert u hoe lang wordt gewacht voordat wordt doorgeschakeld en drukt u op <Selecteren>. Blokkeren (menu 3.2) Met deze netwerkservice kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: Alle uitgaande: alle uitgaande oproepen worden geblokkeerd. Internationaal: internationale oproepen worden geblokkeerd. Internationaal behalve eigen land: hiermee is het alleen toegestaan te bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt als u in het buitenland bent, en naar uw eigen land. Alle inkomende: inkomende oproepen worden geblokkeerd. Inkomend in buitenland: alle inkomende oproepen worden geblokkeerd wanneer u de telefoon in het buitenland gebruikt. Alles annuleren: alle blokkeeropties worden geannuleerd, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen kunt ontvangen. Blokkeerwachtwoord wijzigen: hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. Menuopties Netwerkdiensten (menu 3) 33

37 Menuopties 3. Druk op <Aanzetten>. Als u de blokkeerfunctie wilt uitzetten, drukt u op <Uitzetten>. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u hebt gekregen van uw provider en druk op <OK>. Wisselgesprek (menu 3.3) Deze netwerkservice stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer de typen oproepen waarop de wisselgesprekfunctie van toepassing is. 2. Druk op <Aanzetten>. Druk op <Uitzetten> om de wisselgesprekfunctie uit te zetten. Netwerk kiezen (menu 3.4) Met deze netwerkservice kunt u automatisch of handmatig een netwerk selecteren tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee netwerken. Automatisch: hiermee maakt u verbinding met het eerste beschikbare netwerk tijdens roaming. Zelf zoeken: hiermee kunt u zelf het gewenste netwerk selecteren. Nummerweergave (menu 3.5) Met deze netwerkservice kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die door u wordt gebeld. Bij sommige providers kunt u deze instelling echter niet wijzigen. Standaard: de standaardinstellingen worden gebruikt die uw provider voor u heeft ingesteld. Nummer verbergen: hiermee zorgt u ervoor dat uw telefoonnummer niet wordt weergegeven op de telefoon van degene die door u wordt gebeld. Nummer zenden: uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die door u wordt gebeld. 34

38 Besloten gebruikersgroep (menu 3.6) Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande oproepen beperken tot een geselecteerde gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider voor gedetailleerde informatie over het maken van gesloten gebruikersgroepen. Indexlijst: hiermee kunt u indexnummers voor gesloten gebruikersgroepen weergeven, toevoegen of verwijderen. Druk op <Opties> om de opties voor het opstellen van een indexlijst weer te geven. Buiten groep: hiermee kunnen ook nummers worden gebeld die niet in de besloten gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze optie is afhankelijk van uw abonnement voor de besloten gebruikersgroep. Standaardgroep: hiermee schakelt u de standaardgebruikersgroep in, als u er een hebt ingesteld bij uw provider. Als u wilt bellen, kunt u de standaard besloten gebruikersgroep kiezen, zonder dat u een groep in de lijst hoeft te selecteren. Bandkeuze (menu 3.7) U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen: GSM 1900 en een combinatie van GSM 900/1800. Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. Menuopties Netwerkdiensten (menu 3) 35

39 Menuopties 36 Geluidsinstellingen (menu 4) Met dit menu kunt u de verschillende geluidsinstellingen aanpassen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluidsinstellingen om dit menu te openen. Beltoon (menu 4.1) Met dit menu kunt u een beltoon selecteren. U kunt een van de standaardbelmelodieën of gedownloade geluiden selecteren. Beltoonvolume (menu 4.2) Met dit menu kunt u het belvolume bijstellen. Type belsignaal (menu 4.3) Met dit menu kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. Alleen lampje: het lampje knippert, maar de telefoon maakt geen geluid en trilt niet. Melodie: de telefoon laat de geselecteerde beltoon horen. Trillen: de telefoon trilt maar gaat niet over. Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en daarna gaat de telefoon over. Toetstoon (menu 4.4) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. U kunt het toetstoonvolume aanpassen met [ / ] in de standby-stand. Berichttoon (menu 4.5) Met dit menu kunt u het belsignaal afzonderlijk instellen voor inkomende SMS-berichten, MMSberichten en infoberichten. Tekstberichttoon: instellen hoe u wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuw SMS-bericht is. Infoberichttoon: instellen hoe u wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuw infobericht is.

40 Multimediaberichttoon: instellen hoe u wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuw MMS-bericht is. Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Waarschuwing bij oproep (menu 4.6) Met dit menu kunt u selecteren of u tijdens een oproep door de telefoon wordt gewaarschuwd wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het tijdens een gesprek tijd is voor een alarm. Klepsignaal (menu 4.7) Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het openen of sluiten van de telefoon. Toon bij in-/uitschakelen (menu 4.8) Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Andere tonen (menu 4.9) Met dit menu kunt u aanvullende tonen instellen voor de telefoon. Fouttoon: de telefoon een pieptoon laten geven wanneer u een fout maakt. Minutenteller: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden van de gespreksduur. Verbindingstoon: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als u tijdens een uitgaande oproep verbinding heeft met het netwerk. Menuopties Geluidsinstellingen (menu 4) 37

41 Menuopties Berichten (menu 5) Met het menu Berichten kunt u korte tekstberichten en multimediaberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u serverberichten en voic berichten ophalen en functies voor infoberichten gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. Tekstberichten (menu 5.1) SMS is een dienst waarmee u tekstberichten met simpele afbeeldingen, melodieën en animaties kunt verzenden en ontvangen. Postvak IN (menu 5.1.1) Gebruik dit menu om ontvangen tekstberichten te bekijken. Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Antwoorden: hiermee stuurt u een bericht naar de afzender. Terugbellen: hiermee belt u de afzender. Overnemen: hiermee kunt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Verplaatsen naar telefoon: het bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar het geheugen van de telefoon. Verplaatsen naar SIM: het bericht verplaatsen van het geheugen van de telefoon naar de SIMkaart. Objecten selecteren: afbeeldingen of geluiden uit het bericht in uw telefoon opslaan. Postvak UIT (menu 5.1.2) Gebruik dit menu om verzonden of opgeslagen tekstberichten te bekijken. Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. 38

42 Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Overnemen: hiermee kunt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Verplaatsen naar telefoon: het bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar het geheugen van de telefoon. Verplaatsen naar SIM: het bericht verplaatsen van het geheugen van de telefoon naar de SIMkaart. Objecten selecteren: afbeeldingen of geluiden uit het bericht in uw telefoon opslaan. Nieuw (menu 5.1.3) Gebruik dit menu om tekstberichten te maken en te verzenden. 1. Geef het bericht in. Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in een SMS-bericht varieert per provider. Als het maximumaantal tekens in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. 2. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: Tekstopmaak: hiermee kunt u de tekstopmaak aanpassen. Object toevoegen: een geluid, melodie, afbeelding of animatie aan het bericht toevoegen. Sjabloon toevoegen: hiermee kunt u een tekstsjabloon ophalen. Emoticon toevoegen: hiermee kunt u een emoticon ophalen. Contact toevoegen: hiermee kunt u een vermelding aan de telefoonlijst toevoegen. Favoriet toevoegen: hiermee kunt u het adres van een webpagina toevoegen. Taal: hiermee kunt u de taal wijzigen die wordt gebruikt in de T9-invoerstand. 3. Druk op <Opties> en selecteer Alleen verzenden, Opslaan en verzenden of Alleen opslaan. Menuopties Berichten (menu 5) 39

43 Menuopties Als u Opslaan en verzenden of Alleen opslaan hebt geselecteerd, moet u een geheugenplaats selecteren. 5. Geef het bestemmingsnummer in. 6. Druk op <OK> om het bericht te verzenden. Sjablonen (menu 5.1.4) Met dit menu kunt u SMS-sjablonen maken met de zinnen die u vaak gebruikt, zodat u deze kunt ophalen en invoegen wanneer u een SMS-bericht opstelt. Druk terwijl u de lijst met sjablonen bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: Bewerken: hiermee kunt u een nieuwe sjabloon toevoegen of wijzigen. Bericht verzenden: de sjabloon verzenden als SMS-bericht. Verwijderen: hiermee verwijdert u de sjabloon. Emoticonsjabloon (menu 5.1.5) De telefoon bevat vooraf ingestelde emoticons die u kunt gebruiken wanneer u een nieuw bericht opstelt. Met dit menu kunt u emoticons maken of wijzigen. Druk terwijl u de lijst met emoticons bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: Toevoegen: een nieuwe emoticon toevoegen. Bewerken: de geselecteerde emoticon wijzigen. Verzenden: een bericht verzenden met de emoticon. Verwijderen: de emoticon wissen. Instellingen (menu 5.1.6) Met dit menu kunt u verschillende SMS-instellingen aanpassen. De instellingsopties in dit menu kunnen per provider verschillen. Instelling x (waarbij x het nummer van het profiel is): elk profiel heeft een eigen submenu. SMS-centrale: het nummer van de server van uw provider opslaan of wijzigen. Standaardbestemming: het nummer van een standaardbestemming opslaan. Standaardtype: hier kunt u het standaardberichttype instellen.

44 Standaard geldigheidsduur: hier kunt u instellen hoe lang uw berichten op de SMS-centrale opgeslagen blijven. Naam instelling: de naam van het profiel wijzigen. Algemene instelling: de volgende opties zijn beschikbaar: Antwoordpad: ontvangers kunnen u beantwoorden via uw SMS-centrale. Ontvangstbevestiging: hiermee kunt u instellen dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn afgeleverd. Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en Voorkeur GPRS, afhankelijk van uw netwerk. Ondersteunde tekenset: hier kunt u een type tekencodering selecteren. Als u Automatisch selecteert, wordt het type codering gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken ingeeft. Het gebruik van de Unicode-tekenset brengt het maximum aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt op uw telefoon standaard Automatisch gebruikt voor de tekencodering. Alles verwijderen (menu 5.1.7) Met dit menu kunt u alle SMS-berichten uit de verschillende postvakken verwijderen. 1. Druk op [ ] om de postvakken te selecteren die u wilt legen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk ter bevestiging tweemaal op <Ja>. Geheugenstatus (menu 5.1.8) In dit menu kunt u bekijken hoeveel SMS-berichten u hebt opgeslagen en hoeveel SMS-berichten u kunt opslaan in elk geheugentype. Voic (menu 5.1.9) Via dit menu kunt u het nummer van de voic server opslaan en toegang krijgen tot uw voic berichten. Menuopties Berichten (menu 5) 41

45 Menuopties 42 U moet het nummer van de voic server ingeven voordat u toegang kunt krijgen tot uw voic berichten. Informeer bij uw provider naar het nummer van de voic server. Verbinden met voic hiermee maakt u verbinding met de voic server zodat u uw voic berichten kunt beluisteren. Ook kunt u verbinding maken met de voic server door in de standby-stand [1] ingedrukt te houden. Voic nummer: hier kunt u het nummer van de voic server wijzigen. Infoberichten (menu 5.1.0) Via de infoberichtendienst kunt u korte berichten ontvangen over diverse onderwerpen, zoals het weer en het verkeer. Via dit menu kunt de instellingen voor deze service wijzigen en toegang krijgen tot infoberichten. Lezen: hiermee kunt u ontvangen berichten openen. In het vak Tijdelijk worden de netwerkberichten tijdelijk opgeslagen tot de telefoon wordt uitgeschakeld. In het Archief worden de infoberichten permanent opgeslagen. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan zodra een tekstmelding verschijnt. Het bericht wordt opgeslagen in het Archief. Ontvangen: hier geeft u op of u infoberichten wilt ontvangen of niet. Kanalenlijst: hier kunt u opgeven van welke kanalen u infoberichten wilt ontvangen. Taal: hiermee kunt u de voorkeurstalen selecteren waarin infoberichten worden weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. Multimediaberichten (menu 5.2) Met MMS (Multimedia Message Service) worden multimediaberichten die een combinatie bevatten van tekst, afbeeldingen en geluid verzonden van de ene naar de andere telefoon of van een telefoon naar een adres.

46 Postvak IN (menu 5.2.1) In dit menu worden de ontvangen MMS-berichten weergegeven. De status van het bericht wordt door middel van de volgende symbolen aangeduid: Melding gelezen Melding niet gelezen Bezig met ophalen van de server Bezig met verwerken van uw verzoek Ophalen mislukt Gelezen Niet gelezen Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende berichtopties weer te geven: Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. Antwoorden: hiermee stuurt u een bericht naar de afzender. Terugbellen: hiermee belt u de afzender. Overnemen: hiermee kunt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Afbeelding opslaan: een afbeelding uit het bericht opslaan in de map Afbeeldingen. Geluid opslaan: een geluid uit het bericht opslaan in de map Geluiden. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bericht weer. Wanneer u een melding selecteert, kunt u Ophalen kiezen om het bericht van de MMS-server op te halen. Postvak UIT (menu 5.2.2) In dit menu worden de MMS-berichten weergegeven die u hebt verzonden. De status van het bericht wordt door middel van de volgende symbolen aangeduid: Wordt verzonden Verzonden Verzenden mislukt Moet nog worden verzonden Menuopties Berichten (menu 5) 43

47 Menuopties Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. Overnemen: hiermee kunt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Verzenden: hiermee verzendt u het bericht of verzendt u het nogmaals. Bericht bewerken: hiermee kunt u het bericht bewerken. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bericht weer. Concepten (menu 5.2.3) Als u een multimediabericht hebt gemaakt, kunt u het opslaan in dit postvak om het later te verzenden. U kunt een bericht bekijken en de opties gebruiken op dezelfde wijze als in het Postvak UIT. Nieuw (menu 5.2.4) U kunt een nieuw MMS-bericht maken en verzenden. 1. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op <OK>. 2. Druk op <Opties> en voeg de inhoud van bericht toe met behulp van een van de volgende opties: Tekst toevoegen: berichttekst toevoegen. Afbeelding toevoegen: een afbeelding aan het bericht toevoegen. Geluid toevoegen: een geluidsfragment aan het bericht toevoegen. Opslaan: het bericht opslaan in het vak Concepten of Sjablonen. Instellingen: de berichtinstellingen wijzigen. Bestemming toevoegen: bestemmingsnummers of -adressen ingeven. Voorbeeld: het bericht bekijken dat u hebt gemaakt. De maximaal toegestane grootte van een bericht kan per provider variëren. 3. Als u de toegevoegde items wilt wijzigen, markeert u er een en drukt u op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: 44