SGH-E420 Gebruiksaanwijzing

Transcriptie

1 SGH-E420 Gebruiksaanwijzing

2 Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Uitschakelen bij het tanken Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur.

3 Speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Alarmnummer bellen Toets het alarmnummer in en druk op. De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen, zoals headsets en datakabels voor de pc. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. Gooi oude batterijen weg volgens de geldende richtlijnen. Uw gehoor kan bij langdurige blootstelling aan een hoog volume door een headset worden beschadigd. Deskundige technische service Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 92 voor meer informatie over veiligheid. 1 Belangrijke veiligheidsinformatie

4 Over deze gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken. Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel onder de knie te krijgen. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan en deze vervolgens selecteren. [ ] Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [ ] <> Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Voorbeeld: <Menu> 2 Camera U kunt de cameramodule op uw telefoon gebruiken om een foto te nemen. Speciale functies op uw telefoon Webbrowser U kunt draadloos verbinding maken met internet zodat u de meest actuele informatie en allerlei media-items kunt ophalen. Telefoonlijst Privé-, zakelijke en mobiele telefoonnummers van uw contacten opslaan.

5 MMS (Multimedia Message Service) U kunt MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen, video en geluid verzenden en ontvangen. Java U kunt geïntegreerde games op Java -basis spelen en nieuwe games downloaden. Spraakrecorder U kunt memo's of geluidsfragmenten opnemen. Alarm Uw telefoon gebruiken als een wekker die u 's morgens wakker maakt of u aan iets belangrijks herinnert. Speciale functies op uw telefoon Organizer Hiermee kunt u uw dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse afspraken bijhouden. Mobiel opsporen Uw kwijtgeraakte telefoon opsporen via het nummer in een opsporingsbericht. 3

6 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Toetsen, functies en locaties Aan de slag 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon De telefoon installeren en opladen... 7 De telefoon aan- en uitzetten... 9 Toetsen en display... 9 Toegang tot menufuncties De telefoon aanpassen Bellen en oproepen beantwoorden Andere functies van de telefoon gebruiken 17 Aan de slag met de camera, het web en andere speciale functies De camera gebruiken Surfen op internet De telefoonlijst gebruiken Berichten verzenden Berichten bekijken Uw agenda beheren Tekst ingeven 24 ABC-stand, T9-stand, cijferstand en symboolstand Telefoneren 27 Geavanceerde belfuncties Menuopties 34 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 89 Hulp bij het oplossen van problemen Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 92 Index 103

7 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> om de menustand te activeren. 1 SIM-AT menu blz Geluid (vervolg) 7 Organizer blz Toon bij in-/ blz Nieuwe notitie blz. 69 uitschakelen 2 Agenda blz Oproepenlijst blz Verbindingstoon blz Actielijst blz Toetstoon blz Klok blz Gemiste oproepen blz Minutenteller blz Alarm blz Ontvangen blz Stille stand blz Spraakrecorder blz. 74 oproepen 8 Waarschuwing blz Calculator blz Uitgaande oproepen blz. 40 tijdens oproep 8 Omrekenen blz Alles wissen blz Timer blz Gespreksduur blz Berichten blz Gesprekskosten 1 0 Stopwatch blz. 78 blz Netwerkdiensten blz Oproepen blz. 42 doorschakelen 2 Oproepen blokkeren blz Wisselgesprek blz Netwerk kiezen blz Beller-id blz Bandkeuze blz Actieve lijn 1 blz Geluid blz Inkomende blz. 46 oproepen 2 Berichten blz SMS-berichten 2 MMS-berichten 3 Serverberichten 4 Standaardberichten 5 Voic 6 Infoberichten 7 Instellingen 8 Geheugenstatus blz. 48 blz. 51 blz. 55 blz. 55 blz. 56 blz. 57 blz. 57 blz Funbox blz WAP 2 Mediabox 3 JAVA/Games blz. 61 blz. 66 blz Camera blz Foto maken 2 Mijn foto's 3 Alles wissen 4 Instellingen 5 Geheugenstatus blz. 78 blz. 82 blz. 82 blz. 82 blz Telefoon blz Display 2 Welkomtekst 3 Taal 4 Beveiliging 5 Autom. herhalen 6 Helderheid stem blz. 83 blz. 85 blz. 85 blz. 85 blz. 88 blz Telefoon (vervolg) 7 Met elke toets blz. 88 opnemen 8 Klepje ingeschakeld blz Volumetoets blz Instellingen blz. 89 terugzetten Druk in de standby-stand op <T.Lijst>. Telefoonlijst blz Naam zoeken 2 FDN-lijst 1 3 Nummer toevoegen 4 Snelkeuzelijst 5 Eigen nummer 6 Groep instellen 7 Beheer 8 Nummers diensten 1 blz. 34 blz. 35 blz. 35 blz. 36 blz. 37 blz. 37 blz. 38 blz Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. 5

8 Uitpakken Overzicht van de onderdelen Telefoon Reisadapter Batterij Gebruiksaanwijzing Bij de lokale Samsungdealer kunt u diverse accessoires kopen. De onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsung-dealer kunnen per land en per provider verschillen. De telefoon Toetsen, functies en locaties Luidspreker Hoofddisplay Navigatietoetsen (Omhoog/Omlaag/ Links/Rechts) Webtoegangstoets/ bevestigingstoets Linkerfunctietoets Volumetoetsen Nummerkeuzetoets Alfanumerieke toetsen Toetsen voor speciale functies Rechterfunctietoets Aan/Uit/Menu afsluiten Toets voor annuleren/ wissen Microfoon Cameralens Cameratoets Aansluitpunt headset/adapter Extern display 6

9 Aan de slag De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Informatie over de SIM-kaart Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-code, beschikbare extra diensten en dergelijke) opgeslagen. De telefoon installeren en opladen Verwijder het deksel van het batterijcompartiment. Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen door [ ] ingedrukt te houden. Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden zijn gericht. Plaats de batterij. Plaats het deksel van de batterij weer terug. 7

10 Aan de slag Sluit de reisadapter aan op de telefoon. Haal de adapter los van de telefoon. Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. Haal het netsnoer van de adapter uit het stopcontact als de telefoon volledig is opgeladen (het batterijsymbool knippert niet meer). Batterijsymbool Als de batterij bijna leeg is: hoort u een waarschuwingstoon, wordt een melding weergegeven dat de batterij bijna leeg is en knippert het batterijsymbool. Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. 8

11 De telefoon aan- en uitzetten De telefoon aanzetten Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. De telefoon uitzetten 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. 3. Geef indien nodig de PIN-code in en druk op <OK>. 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. Toetsen en display Toetsen De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. In de standby-stand worden de volgende menu's direct geopend: Omhoog: Alarm Omlaag: Agenda Links: Nieuw in SMS-berichten Rechts: Standaard beltonen en Mijn geluiden in Inkomende oproepen In de menustand: door menuopties bladeren. Aan de slag 9

12 Aan de slag In de standby-stand: de webbrowser starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren of de invoer bevestigen. Bellen of oproepen beantwoorden. In de standby-stand: de recent gebelde nummers weergeven of de nummers van gemiste of ontvangen oproepen. Tekens uit het display wissen. In de menustand: teruggaan naar het vorige menuniveau. In de standby-stand: ingedrukt houden om het menu Nieuwe notitie te openen. Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te zetten. Een oproep beëindigen. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. Cijfers, letters en enkele speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden om verbinding te maken met de voic server. Houd [0] ingedrukt om een internationale toegangscode in te voeren. Speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de stille stand in of uit te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen nummers in te voeren. 10

13 Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand met de telefoon open: het toetstoonvolume aanpassen. Met de telefoon dichtgeklapt: het externe display inschakelen als u de toets ingedrukt houdt. In de standby-stand: ingedrukt houden om de camera aan te zetten. In de fotostand: een foto nemen. Display Indeling Menu T.Lijst Symbolen hier worden diverse symbolen weergegeven. Tekst en afbeeldingen hier worden berichten, instructies en ingevoerde gegevens weergegeven. Functietoetsindicatoren hier ziet u welke functies momenteel aan de toetsen zijn toegewezen. Aan de slag 11

14 Aan de slag Symbolen 1 Sterkte ontvangstsignaal In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt zelf niet bellen en ook geen oproepen ontvangen GPRS-netwerk Thuiszone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Kantoorzone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Alarm ingesteld blz. 73 Nieuw SMS-bericht Nieuw MMS-bericht Doorschakelfunctie actief blz. 42 Type belsignaal blz. 46 Geen: Alleen melodie of licht : trillen : eerst trillen dan melodie Stille stand blz. 15 Batterijsterkte 1. De symbolen op het display kunnen per land en provider verschillen. 12

15 Toegang tot menufuncties De functietoetsen gebruiken De functie van een functietoets hangt af van de context waarin deze wordt gebruikt. Onder in het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Kies Terug Een optie selecteren 1. Druk op de desbetreffende functietoets. 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies> of [ ] om de weergegeven functie of de gemarkeerde optie te bevestigen. Aan de slag Druk op de linkerfunctietoets om de gemarkeerde optie te selecteren. Druk op de rechterfunctietoets om terug te keren naar het vorige menuniveau. 4. Gebruik voor het afsluiten een van de volgende methoden: Druk op <Terug> of [C] om één niveau omhoog te gaan. Druk op [ ] om terug te keren naar de standbystand. 13

16 Aan de slag Sneltoetsen gebruiken Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. De telefoon aanpassen Displaytaal 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoon Taal Taal display. 2. Selecteer een taal. Belmelodie Achtergrond standbystand 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluid Inkomende oproepen. 2. Selecteer een beltooncategorie, Standaard beltonen of Mijn geluiden. 3. Selecteer een beltoon. 4. Druk op <Ja>. U kunt op het display een achtergrond voor de standbystand instellen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefoon Display Achtergrond. 14

17 Stille stand 2. Selecteer een afbeeldingscategorie, Standaard achtergronden, Mijn foto's of Gedownloade afbeeldingen. 3. Selecteer een afbeelding. 4. Druk op <Ja>. U kunt de telefoon in de stille stand zetten om te voorkomen dat u anderen stoort met het geluid van uw telefoon. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt. Telefoonblokkering U kunt de telefoon met een wachtwoord beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. Bij het aanzetten van de telefoon wordt u dan om het wachtwoord gevraagd. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoon Beveiliging Wachtwoord wijzigen. 2. Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 3. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 4. Selecteer Telefoonblokkering. Aan de slag 15

18 Aan de slag Telefoonblokkering (vervolg) 5. Selecteer Aanzetten. 6. Geef het wachtwoord in en druk op <OK>. Een oproep beantwoorden 1. Druk op [ ] wanneer de telefoon overgaat. 2. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Bellen en oproepen beantwoorden Een oproep tot stand brengen 1. Geef een netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Het volume aanpassen tijdens een gesprek Druk op [ / ]. 16

19 Andere functies van de telefoon gebruiken Aan de slag met de camera, het web en andere speciale functies Een foto bekijken 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Funbox Mediabox Mijn foto's. 2. Selecteer de gewenste foto. De camera gebruiken Een foto nemen 1. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de camera aan te zetten. 2. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens aan. 3. Druk op [ ] of [ ] om de foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen. 4. Druk op [C] als u nog een foto wilt nemen. Surfen op internet Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos op internet surfen en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en materiaal van websites downloaden. De browser starten Druk in de standby-stand op [ ]. 17

20 Andere functies van de telefoon gebruiken Navigeren op internet Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseritems te bladeren. Druk op <OK> of op [ ] om een item te selecteren. Druk op [C] om terug te gaan naar de vorige pagina. Selecteer bovenaan in het scherm als u de opties wilt gebruiken. Als u andere telefoonmenu's wilt openen, drukt u op [ ]. De telefoonlijst gebruiken Een contactpersoon toevoegen In het telefoongeheugen: 1. Toets in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer Telefoon een type nummer. 3. Geef een naam in en druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. 4. Als u aanvullende informatie wilt opslaan, drukt u op <Opties> en selecteert u Nummer wijzigen. Druk op <Wijzig> of druk in elk veld op <Opties>. 18

21 5. Geef een nummer of een e- mailadres in, of selecteer een beltoon of afbeelding voor nummerweergave. 6. Druk op <Kies> of op <Opslaan>. Op de SIM-kaart: 1. Toets in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer SIM of SIM (FDN). 3. Geef een naam in en druk op <Opslaan>. 4. Wijzig zo nodig een locatienummer. 5. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Contactpersonen zoeken Berichten verzenden Een SMSbericht (tekstbericht) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <T.Lijst> en selecteer Naam zoeken. 2. Toets de beginletters van de gewenste naam in. 3. Selecteer een contactpersoon. 4. Druk op [ ] om te bellen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten SMS-berichten Nieuw. 2. Geef de berichttekst in. 3. Druk op [ ]. 19 Andere functies van de telefoon gebruiken

22 Andere functies van de telefoon gebruiken Een SMSbericht (tekstbericht) verzenden (vervolg) Een MMSbericht (multimediabericht) verzenden 4. Selecteer een bestemmingsveld. 5. Geef het bestemmingsnummer in en druk op <OK>. 6. Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten MMSberichten Nieuw. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op <Opslaan>. 4. Kies Afbeelding en voeg een afbeeldingsbestand toe. 5. Kies Melodie en voeg een geluidsbestand toe. 6. Kies Bericht en geef de tekst voor het bericht in. 7. Druk op <Opties> en selecteer Gereed. 8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opt.> en selecteert u Verzenden. 9. Selecteer een lege locatie. 20

23 10.Kies Nummer of en geef bestemmingnummers of -adressen in. Druk op <OK>. Of selecteer Telefoonlijst om een nummer of adres op te halen uit de telefoonlijst en druk op <OK>. 11.Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. Berichten bekijken Een SMSbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer het bericht in het Postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten SMS-berichten Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. Andere functies van de telefoon gebruiken 21

24 Andere functies van de telefoon gebruiken Een MMSbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Druk op <Opties> en selecteer Ophalen. 3. Selecteer het bericht in het Postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten MMSberichten Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. Uw agenda beheren Een notitie maken 1. Houd in de standby-stand [C] ingedrukt. 2. Geef een memo in en druk op <Opslaan>. 3. Selecteer een type notitie. 4. Selecteer een datum in de agenda. 5. Voor Oproep geeft u het telefoonnummer in dat u moet bellen en drukt u op <OK>. Voor Verjaardag gaat u verder met stap Geef de tijd in voor de notitie en druk op <OK>. 22

25 Uw agenda bekijken 7. Druk op <Ja> om een alarm in te stellen. 8. Geef de tijd in waarop het alarm moet afgaan en druk op <OK>. 9. Selecteer een toon voor het alarm. De notitie wordt opgeslagen. 1. Druk in de standby-stand op [Omlaag]. 2. Selecteer een datum. 3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items voor de geselecteerde dag weer te geven. Andere functies van de telefoon gebruiken 23

26 Tekst ingeven ABC-stand, T9-stand, cijferstand en symboolstand Bij een aantal functies, zoals Berichten, Telefoonlijst en Organizer kunt u tekst in de ABC-stand, T9-stand, cijferstand en de symboolstand ingeven. De ABC-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het scherm wordt weergegeven. Tekens in de weergegeven volgorde Toets Hoofdletter Kleine letter De tekstinvoerstand wijzigen Houd de rechterfunctietoets ingedrukt en selecteer de gewenste stand. Houd [ ] ingedrukt om naar de cijferstand te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te schakelen. (Een SMS-bericht opstellen met de Unicode-tekenset) 24

27 Andere bewerkingen in de ABC-stand Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Geef vervolgens de volgende letter in. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Alleen kleine letters (geen indicator), Beginhoofdletter ( ) en Alleen hoofdletters ( ). Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De T9-stand gebruiken Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Een woord ingeven in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het ingeven van een woord. Druk voor elke letter de toets één keer in. Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om in de T9-stand het woord HALLO in te voeren. T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt, kan veranderen. 2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. Tekst ingeven 25

28 Tekst ingeven 3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt weergegeven. Zo niet, drukt u op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. Voor OF en ME worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en geef het volgende woord in. Andere bewerkingen in de T9-stand Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Alleen kleine letters (geen indicator), Beginhoofdletter ( ) en Alleen hoofdletters ( ). Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle talen. 1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display Nieuw weergegeven. 3. Druk op <Nieuw>. 4. Gebruik de ABC-stand om het gewenste woord in te voeren en druk op <OK>. 26

29 De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. De symboolstand gebruiken In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Actie Werkwijze Meer symbolen weergeven Een symbool selecteren Symbolen wissen De symbolen invoegen Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Druk op de desbetreffende cijfertoets. Druk op [C]. Druk op <OK>. Telefoneren Geavanceerde belfuncties Een oproep tot stand brengen 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd [C] ingedrukt om alle cijfers te wissen. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen nummers in te voeren. 2. Druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. 27

30 28 Telefoneren Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door het in de lijst te selecteren. blz. 34 U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen. blz. 36 U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIMkaart door het locatienummer in te toetsen dat u tijdens het opslaan van het nummer hebt toegewezen. 1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en druk op [ ]. 2. Blader zonodig door de andere nummers. 3. Druk op <Kies nr> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Een oproep beantwoorden Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven. Druk op <Opnemen> of [ ] om de oproep te beantwoorden.

31 Tips bij het beantwoorden van een oproep Wanneer Met elke toets opnemen ingeschakeld is, kunt u op elke toets drukken om een oproep te beantwoorden, behalve [ ], [ / ] en <Lspr aan>. blz. 88 Wanneer Klepje ingeschakeld is ingeschakeld, hoeft u de telefoon alleen maar te openen. blz. 88 Druk op [ ] om een oproep te weigeren. Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de instelling van de Volumetoets. blz. 88 Gemiste oproepen bekijken Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Tonen>. 2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. De headset gebruiken U kunt de monoheadset gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op de aansluiting aan de rechterkant van de telefoon. De knop op de headset werkt als volgt: Actie Werkwijze Laatst gebelde nummer herhalen Oproep beantwoorden Druk twee keer op de knop en houd ingedrukt. Houd de knop ingedrukt. 29 Telefoneren

32 Telefoneren Actie Gesprek beëindigen Werkwijze Houd de knop ingedrukt. Beschikbare opties tijdens een gesprek Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Het volume regelen tijdens een gesprek Gebruik [ / ] om het volume van de oortelefoon tijdens een gesprek te regelen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als deze functie door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <Opties> en selecteer In wacht om het gesprek in de wacht te zetten. 2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke manier. 3. Druk op <Opties> en selecteer Wissel om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 4. Druk op <Opties> en selecteer Multiparty in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 5. Druk op [ ] om het huidige gesprek te beëindigen. 30

33 Een tweede oproep beantwoorden U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent, als deze functie door het netwerk wordt ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie hebt ingeschakeld. blz Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Opties> en selecteer Wissel om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. Druk op [ ] om het huidige gesprek te beëindigen. De tweede luidspreker gebruiken U kunt de telefoon als luidspreker gebruiken om op een korte afstand van de telefoon telefoongesprekken te voeren. Druk op <Lspr aan> om de tweede luidspreker in te schakelen. Druk op <Lspr uit> om weer over te schakelen naar de normale luidspreker. Opties tijdens een gesprek Druk op <Opt.> om tijdens een gesprek de volgende opties weer te geven: In wacht: het huidige gesprek wordt in de wacht gezet. Wissel: hiermee kunt u tijdens een multiparty-gesprek heen en weer schakelen van het huidige gesprek naar het gesprek in de wacht. Telefoneren 31

34 Telefoneren Deelnemen: hiermee brengt u een multiparty-gesprek tot stand door een beller in de wacht toe te voegen aan het huidige gesprek. Er kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een multiparty-gesprek. Fluistermodus aan/fluistermodus uit: hiermee schakelt u de fluistermodus in of uit. In de fluistermodus wordt de gevoeligheid van de microfoon automatisch hoger, zodat de persoon met wie u een gesprek geeft u zelfs kan horen als u fluistert. Microfoon uit/microfoon aan: hiermee kunt u de microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw gesprekspartner u niet kan horen, of weer inschakelen. Uit Mpty: hiermee kunt u een privégesprek voeren met een van de deelnemers van het multiparty-gesprek. De andere deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven praten. Wanneer het privé-gesprek beëindigd is, kiest u Deelnemen om beide deelnemers te laten terugkeren naar het multiparty-gesprek. Nieuwe oproep: hiermee brengt u een nieuwe oproep tot stand. Telefoonlijst: hiermee opent u de lijst met contacten. SMS-bericht: hiermee kunt u SMSberichten in Postvak IN of Postvak UIT bekijken. U kunt ook een nieuw SMS-bericht maken en verzenden. 32

35 Toetstonen uit/toetstonen aan: hiermee kunt u de toetstonen in- of uitschakelen. Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales, moet u de optie Toetstonen aan selecteren. DTMF zenden: hiermee verzendt u de toetstonen (DTMF, Dual tone multifrequency) als groep. DTMF-toetstonen zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U hoort deze tonen wanneer u op de cijfertoetsen drukt. Deze optie is handig bij het ingeven van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. Verwijderen: hiermee kunt u de geselecteerde deelnemer verwijderen. Multiparty in wacht beëindigen: hiermee beëindigt u het gesprek dat in de wacht staat. SIM AT: hiermee hebt u toegang tot extra services op diverse gebieden zoals nieuws, weerberichten, sport, amusement en plaatsbepaling. Deze diensten worden geleverd door de provider van uw SIM-kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer u een SIM-kaart gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Tool Kit) ondersteunt. Telefoneren 33

36 Menuopties Een overzicht van alle menuopties Telefoonlijst U kunt telefoonnummers opslaan op de SIMkaart en in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel: de Telefoonlijst. Druk in de standby-stand op <T.Lijst> om dit menu te openen. Naam zoeken In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst opzoeken. Een contactpersoon zoeken 1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de naam in de lijst. 3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om het nummer te kiezen. Opties voor de telefoonlijst Terwijl u de gegevens van een contactpersoon bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Nummer wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de contactpersoon bewerken. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de contactpersoon. Bericht sturen: hiermee verzendt u een SMS- of MMS-bericht naar het geselecteerde nummer. 34

37 Aan snelkeuze toevoegen: hiermee stelt u het nummer in als snelkiesnummer. Naar telefoon kopiëren/naar SIM-kaart kopiëren: hiermee kunt u het geselecteerde nummer naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart kopiëren. Kopiëren naar SIM (FDN): hiermee kopieert u het geselecteerde nummer naar de FDN-lijst. Contactpersoon wissen: hiermee wist u de contactpersoon. FDN-lijst Met dit menu kunt u de lijst met contacten controleren die wordt gebruikt in de FDNmodus (Fixed Dialling Number). In deze modus kunt u alleen bellen naar de telefoonnummers in deze lijst. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart de FDN-functie ondersteunt. U kunt de FDN-modus inschakelen in het menu FDN-modus. blz. 87 Nummer toevoegen In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de telefoonlijst toevoegen. Contactpersonen opslaan in het telefoongeheugen 1. Selecteer Telefoon een type nummer. 2. Geef een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 3. Geef een naam in en druk op <OK>. 4. Als u verdere gegevens wilt opslaan, drukt op [Links] of [Rechts] om naar het gewenste veld te bladeren. Menuopties Telefoonlijst 35

38 Menuopties 5. Geef gegevens in of wijzig de instellingen. Mobiel/Privé/Werk/Fax/Overig: druk op <Opties>, selecteer Nummer wijzigen en voeg een nummer toe in de gewenste categorie. druk op <Wijzig> en wijs een adres toe. Notitie: druk op <Wijzig> en voeg een notitie toe over de persoon. Groep: druk op <Opties> en wijs de contactpersoon toe aan een groep. Afbeelding: druk op <Opties> en wijs een afbeelding voor nummerweergave toe die wordt weergegeven als u een oproep van die persoon ontvangt. Melodie: druk op <Opties> en wijs een beltoon toe, die u hoort als u een oproep van die persoon ontvangt. 6. Druk op <Kies> of op <Opslaan>. Een contactpersoon opslaan op de SIMkaart 1. Selecteer SIM of SIM (FDN). 2. Geef een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 3. Geef een naam in en druk op <Opslaan>. 4. Wijzig zo nodig een locatienummer. 5. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Snelkeuzelijst In dit menu kunt u de meest gebelde nummers toewijzen aan de toetsen 2 tot en met 9, zodat u die nummers snel kunt kiezen. Snelkeuzenummers toewijzen 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). De toets 1 is gereserveerd voor de voic server. 36

39 2. Selecteer Nummer wijzigen: 3. Geef een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. Snelkeuzenummers beheren Druk in het scherm Snelkeuzelijst op <Kies> om de volgende opties weer te geven: Nummer wijzigen: hier geeft u een nummer in of wijst u een ander nummer toe aan een toets. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de contactpersoon. Wissen: hiermee wist u de snelkeuzeinstelling voor een toets. Bellen met snelkeuzenummers Houd in de standby-stand de desbetreffende toets ingedrukt. Eigen nummer Met deze functie kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Groep instellen Met dit menu kunt u de eigenschappen van uw belgroepen wijzigen. Voor elke groep zijn de volgende opties beschikbaar. Beltoon: hier kunt u een beltoon selecteren die u hoort als er een oproep van een lid van de groep binnenkomt. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de groep. Menuopties Telefoonlijst 37

40 Menuopties Afbeelding tonen: hier kunt u de afbeelding bekijken die wordt weergegeven wanneer u een oproep van een lid van de groep ontvangt. Beheer In dit menu kunt u contactpersonen in de telefoonlijst beheren. Alles naar telefoon kopiëren Met dit menu kunt u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren. Alles wissen Met dit menu kunt u alle contactpersonen wissen die op de SIM-kaart of in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. 1. Druk op <Kies> om de geheugenlocaties te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. 4. Voer voor Alles of SIM (FDN) de PIN2-code in die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen en druk op <OK>. Voer voor Telefoon of SIM het telefoonwachtwoord in en druk op <OK>. U kunt het wachtwoord voor de telefoon instellen als u de eerste keer een menu opent waarvoor het wachtwoord nodig is. U kunt dit wachtwoord wijzigen. blz. 86 Geheugenstatus Met dit menu kunt u controleren hoeveel contactpersonen u hebt opgeslagen in het telefoongeheugen en op de SIM-kaart. 38

41 Nummers diensten In dit menu kunt u de lijst met SDN-nummers (Service Dialling Numbers) bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan bijvoorbeeld de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en het voic nummer. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. Blader naar het gewenste nummer en druk op <Kies nr> of [ ]. SIM-AT menu (menu 1) Dit menu is beschikbaar als u een SIM-kaart gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Toolkit) ondersteunt en aanvullende diensten levert, zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling. Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de diensten die uw provider biedt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIMkaart. Oproepenlijst (menu 2) In dit menu kunt u zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist en wat de duur van de gesprekken is geweest. U kunt ook de kosten van uw oproepen bekijken, als deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Oproepenlijst om dit menu te openen. Menuopties SIM-AT menu (menu 1) 39

42 Menuopties Gemiste oproepen (menu 2.1) In dit menu worden de meest recente gemiste oproepen weergegeven. Oproepenlijst weergeven 1. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de oproepenlijst te bladeren. 2. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te bekijken, druk op [ ] om een nummer te kiezen. Opties voor oproepenlijsten Terwijl u de details van een oproep bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Terugbellen: hiermee belt u het geselecteerde nummer. Bericht sturen: hiermee verzendt u een SMS- of MMS-bericht naar het geselecteerde nummer. Wijzigen: hiermee kunt u het nummer wijzigen. Wissen: hiermee wist u het geselecteerde nummer. Ontvangen oproepen (menu 2.2) In dit menu worden de meest recent ontvangen oproepen weergegeven. Uitgaande oproepen (menu 2.3) In dit menu worden de meest recent gekozen nummers weergegeven. 40

43 Alles wissen (menu 2.4) In dit menu kunt u alle gegevens van alle typen oproepen verwijderen. 1. Druk op <Kies> om de typen oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. Gespreksduur (menu 2.5) In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en inkomende gesprekken weergegeven. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. Duur laatste gesprek: hiermee kunt u de duur van het laatste gesprek bekijken. Totaal uitgaand: hiermee kunt u de totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken. Totaal ontvangen: hiermee kunt u de totale duur van alle inkomende oproepen bekijken. Gesprekstellers op nul zetten: hiermee zet u de gesprekstellers op nul. U moet hiervoor het wachtwoord voor de telefoon ingeven. U kunt het wachtwoord voor de telefoon instellen als u de eerste keer een menu opent waarvoor het wachtwoord nodig is. U kunt dit wachtwoord wijzigen. blz. 86 Gesprekskosten (menu 2.6) Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als het door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is niet bedoeld voor factureringsdoeleinden. Menuopties Oproepenlijst (menu 2) 41

44 Menuopties Kosten laatste gesprek: hiermee kunt u de kosten van de laatste oproep bekijken. Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen, moet u de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen. Maximumkosten: hiermee kunt u de maximumkosten controleren die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen. Kostentellers op nul zetten: hiermee kunt u de kostentellers terug op nul zetten. Maximumkosten instellen: hiermee kunt u de maximaal toegestane kosten voor uw oproepen instellen. Tarief: hiermee kunt u het tarief instellen dat wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. Netwerkdiensten (menu 3) Met dit menu geeft u de netwerkdiensten weer. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Netwerkdiensten om dit menu te openen. Oproepen doorschakelen (menu 3.1) Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 1. Selecteer een doorschakeloptie: Altijd doorschakelen: hiermee worden alle oproepen doorgeschakeld. In gesprek: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u in gesprek bent. 42

45 Geen antwoord: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u niet opneemt. Onbereikbaar: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. Alles annuleren: hiermee worden alle doorschakelopties geannuleerd. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt doorschakelen. 3. Druk op <Aan>. Druk op <Wissen> om de doorschakelfunctie uit te zetten. 4. Geef het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld en druk op <OK>. 5. Als u Geen antwoord hebt geselecteerd, selecteert u hoelang wordt gewacht voordat wordt doorgeschakeld en drukt u op <Kies>. Oproepen blokkeren (menu 3.2) In deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: Alle uitgaande: hiermee blokkeert u alle uitgaande oproepen. Internationaal: hiermee blokkeert u internationale oproepen. Internationaal behalve thuisland: hiermee kunt u alleen bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt (in het buitenland) en naar uw eigen land. Alle inkomende: hiermee blokkeert u alle inkomende oproepen. Inkomend in buitenland: hiermee blokkeert u alle inkomende oproepen wanneer u de telefoon buiten het servicegebied van uw eigen provider gebruikt. 43 Menuopties Netwerkdiensten (menu 3)

46 Menuopties Alles annuleren: hiermee annuleert u alle blokkeeropties, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen kunt ontvangen. Wachtwoord voor blokkeren wijzigen: hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. 3. Druk op <Aan>. Druk op <Uit> om de blokkeerfunctie uit te schakelen. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u hebt gekregen van uw provider en druk op <OK>. Wisselgesprek (menu 3.3) Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer de typen oproepen waarop de wisselgesprekfunctie van toepassing is. 2. Druk op <Aan>. Druk op <Uit> om de wisselgesprekfunctie uit te schakelen. Netwerk kiezen (menu 3.4) Met deze netwerkdienst kunt u handmatig het netwerk selecteren dat moet worden gebruikt tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U kunt hiermee ook het netwerk automatisch laten kiezen. U kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee netwerken. 44

47 Beller-id (menu 3.5) Met deze netwerkdienst kunt u uw telefoonnummer verborgen houden voor degene die u belt. Als u Standaard selecteert, wordt de standaardinstelling van het netwerk gebruikt. Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet wijzigen. Bandkeuze (menu 3.6) U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als de telefoon is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen: GSM 1900, een combinatie van GSM 900/1800 en Triple band (een combinatie van GSM 900/1800/1900). Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Als u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. Actieve lijn (menu 3.7) Een aantal SIM-kaarten kan worden gebruikt met twee abonneenummers. Als deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u dit menu gebruiken om de lijn te selecteren die u wilt gebruiken om te bellen. Oproepen kunnen echter op beide lijnen worden beantwoord, ongeacht de geselecteerde lijn. Menuopties Netwerkdiensten (menu 3) 45

48 Menuopties Geluid (menu 4) Met dit menu kunt u verschillende geluidsinstellingen aanpassen, zoals het belsignaal, het berichtsignaal en het alarmsignaal dat u in bepaalde omstandigheden kunt gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluid om dit menu te openen. Inkomende oproepen (menu 4.1) In dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor inkomende gesprekken wijzigen. Standaard beltonen: hier kunt u een van de standaard melodieën selecteren als uw beltoon. Mijn geluiden: hier kunt u een melodie die u hebt gedownload als uw beltoon instellen. Belvolume: hier selecteert u een beltoonvolume. Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. Berichten (menu 4.2) In dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor inkomende berichten wijzigen. Beltoon: hier kunt u een van de vele berichttonen selecteren. Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomend bericht. Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. 46

49 Toon bij in-/uitschakelen (menu 4.3) Met dit menu kunt u de melodie in- of uitschakelen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Verbindingstoon (menu 4.4) hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als een uitgaande oproep wordt verbonden met het systeem. Toetstoon (menu 4.5) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. U kunt het toetstoonvolume bijstellen met behulp van [ / ] in de standby-stand. Minutenteller (menu 4.6) hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden van de gespreksduur. Stille stand (menu 4.7) Stel in dit menu in hoe de telefoon u in de stille stand waarschuwt bij een bepaalde gebeurtenis. Waarschuwing tijdens oproep (menu 4.8) hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het alarm moet afgaan. Menuopties Geluid (menu 4) 47

50 Menuopties Berichten (menu 5) Met het menu Berichten kunt u tekstberichten of multimediaberichten verzenden en ontvangen. U kunt via dit menu ook server-, voic - en infoberichten openen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. SMS-berichten (menu 5.1) SMS (Short Message Service) is een dienst waarmee u tekstberichten kunt verzenden en ontvangen die afbeeldingen, geluidsfragmenten en animaties kunnen bevatten. Nieuw (menu 5.1.1) Met dit menu kunt u SMS-berichten maken en verzenden. U kunt dit menu snel openen door in de standby-stand op [Links] te drukken. Een SMS-bericht maken en verzenden 1. Geef een bericht in en druk op [ ]. Het maximum aantal tekens dat in een bericht is toegestaan, varieert per provider. Als het maximumaantal in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. U kunt gebruikmaken van verschillende opties door op <Opties> te drukken. volgende gedeelte 2. Selecteer een bestemmingsveld. 3. Geef het bestemmingsnummer in of druk op <OK>. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meerdere bestemmingsvelden in. 4. Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. 48

51 Opties bij het opstellen van een SMSbericht Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: Verzenden: hiermee verzendt u het bericht. Tekst: hiermee wijzigt u de opmaak van de tekst. Media toevoegen/emoticon toevoegen: hiermee kunt u een afbeelding, animatie, melodie of emoticon toevoegen aan tekst. Standaardberichten: hiermee kunt u een tekstsjabloon invoegen in tekst. Bericht opslaan: hiermee slaat u het bericht op in de map Postvak UIT. Taal kiezen: hiermee wijzigt u de taal voor de T9-invoerstand. Postvak IN (menu 5.1.2) Met dit menu kunt u ontvangen SMS-berichten openen. Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Antwoorden: hiermee stuurt u een antwoord naar de afzender. Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Wissen: hiermee wist u het bericht. Terugbellen: hiermee kunt u het telefoonnummer van de afzender bellen. Verplaatsen naar Telefoon/Verplaatsen naar SIM: hiermee verplaatst u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen en vice versa. Menuopties Berichten (menu 5) 49

52 Menuopties Media opslaan: hiermee kunt u mediaitems in het bericht opslaan in het telefoongeheugen. Adres overnemen: hiermee neemt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht over. Postvak UIT (menu 5.1.3) Met dit menu kunt u SMS-berichten openen die u hebt verzonden of opgeslagen om ze later te verzenden. Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Wissen: hiermee wist u het bericht. Adres overnemen: hiermee neemt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht over. Verzenden: hiermee verzendt u het bericht of verzendt u het nogmaals. Verplaatsen naar Telefoon/Verplaatsen naar SIM: hiermee verplaatst u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen en vice versa. Emoticonsjablonen (menu 5.1.4) Uw telefoon bevat vooraf ingestelde emoticons die u kunt ophalen en invoegen in een SMSbericht. Met dit menu kunt u emoticons maken of bewerken. Een emoticon maken 1. Kies Mijn emoticon. 2. Druk op <Opties> en selecteer Toevoegen. 3. Geef een emoticon in en druk op <OK>. 50

53 Opties voor emoticons Druk in het scherm Mijn emoticon op <Opties> om de volgende opties weer te geven: Wijzigen: hiermee bewerkt u de emoticon. Verzenden: hiermee maakt en verzendt u een SMS-bericht met de emoticon. Wissen: de emoticon wissen. Alles wissen (menu 5.1.5) Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende postvakken verwijderen. 1. Druk op <Kies> om de postvakken te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. MMS-berichten (menu 5.2) MMS (Multimedia Message Service) is een service waarmee u berichten die een combinatie van tekst, afbeeldingen en geluidsfragmenten bevatten, van een telefoon naar een andere telefoon of naar een adres kunt verzenden. Nieuw (menu 5.2.1) Met dit menu kunt u MMS-berichten maken en verzenden. Een MMS-bericht maken en verzenden 1. Selecteer de regel Onderwerp. U kunt gebruikmaken van verschillende opties door op <Opt.> te drukken. volgende gedeelte Menuopties Berichten (menu 5) 51

54 Menuopties 2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op <Opslaan>. 3. Selecteer de regel Afbeelding of Melodie en voeg een afbeelding of geluidsbestand toe. De maximaal toegestane grootte van een bericht kan per provider verschillen. Afhankelijk van het type bestand of DRMsysteem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden doorgestuurd. 4. Selecteer de regel Bericht en geef de tekst voor het bericht in. 5. Druk op <Opties> en selecteer Gereed. 6. Druk op <Opt.> en selecteer Verzenden. 7. Selecteer een leeg bestemmingsveld. 8. Kies Nummer of om een telefoonnummer of adres in te voeren. Of selecteer Telefoonlijst om een nummer of adres te selecteren uit de telefoonlijst. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meerdere bestemmingsvelden in. 9. Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. Opties bij het opstellen van een MMSbericht Druk op <Opt.> om de volgende opties weer te geven: Voorbeeld: hiermee geeft u het bericht weer zoals het wordt weergegeven op de telefoon van de ontvanger. Verzenden: hiermee verzendt u het bericht. Pagina toevoegen: hiermee voegt u pagina's toe. Door in het berichtscherm op [Links] of [Rechts] te drukken, kunt u naar de verschillende pagina's gaan. 52