;j^ '^ 2 7 NOV /48/A.23, EZP Lucius A. (050) Aan Provinciale Staten

Transcriptie

1 ;j^ '^ i.rvt <J-r. f' Martinikerkliof 12 Aan Provinciale Staten Postbus AP Groningen.'I'l a II Il ^u" I «Il # '^2,sSs3i:^<SiP}4'.iiti'A\ Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Bijlage Onderwerp 2 7 NOV /48/A.23, EZP Lucius A. (050) a.lucius@provinciegroningen.nl 1 Geachte dames en heren, fll<^ 1. Aanleiding Op 29 juni 2011 hebben uw Staten de motie Plan van Aanpak Innovatieduurzaamheidstraject aangenomen waarin wij worden opgeroepen voor de periode jaarlijks middelen beschikbaar te stellen voor het opzetten van een financiële innovatie en duurzaamheidsregeling gericht op de belangrijkste Groningse economische pijlers. 2. Samenvatting In nauwe samenwerking en afstemming met stakeholders als MKB-Noord, VNO/NCW-Noord, Energy Valley, NOM, Groningse ondernemers en Statenleden is het voorstel tot stand gekomen om de via de motie Plan van Aanpak Innovatieduurzaamheidstraject beschikbaar gestelde middelen als volgt in te zetten: o als subsidie via het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen o t.b.v. facilitering rondom het programma o voor het programma Leren voor duurzame Ontwikkeling (LvdO) Door deze middelen onder "categorie 1" te plaatsen blijven ze voor de hele periode t/m 2015 beschikbaar en kunnen ze optimaal benut worden. Dit betekent dat in de periode in totaal een bedrag van 3 miljoen beschikbaar is. Het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen gaat open per voor Groningse MKB bedrijven, niet zijnde detailhandel, eventueel i.s.m. een kennisinstelling. Doelstelling van het programma is het op krachtige wijze, initiëren, stimuleren en faciliteren van innovatieve en duurzame projecten van het Gronings MKB. Daartoe is vanuit het programma subsidie beschikbaar voor Groningse MKB bedrijven. De subsidie is bedoeld voor concrete (innovatie)projecten die duurzame producten en processen opleveren én voor concrete (innovatie)projecten die tot een daadwerkelijk duurzame bedrijfssituatie leiden. 06-HB-SG-001

2 3. Leeswijzer Deze informerende brief behandeld achtereenvolgens de volgende punten: o Het inzetten van ,- voor het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen ( ); o Het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen ( ); Een programma ontstaan uit nauwe samenwerking met stakeholders; o ,- t.b.v. facilitering rondom het programma; " communicatie e Het inzetten van ,- voor het programma Leren voor Duurzame ontwikkeling (LvdO). 4. Inhoud Bij behandeling van de voorjaarsnota 2011 is naar aanleiding van uw motie Plan van Aanpak Innovatieduurzaamheidstraject (d.d. 29 juni 2011) uit de vrij besteedbare begrotingsruimte tot en met 2015 jaarlijks een bedrag gereserveerd van Dit bedrag is beschikbaar gesteld voor het opzetten van een financiële innovatie en duurzaamheidsregeling gericht op de belangrijkste Groningse economische pijlers. Door deze middelen onder label "categorie 1" te plaatsen blijven ze voor de hele periode t/m 2015 beschikbaar en kunnen ze optimaal benut worden. Dit betekent dat in de periode in totaal een bedrag van 3 miljoen beschikbaar is. Deze middelen worden als volgt ingezet: o ,- als subsidiebudget om projecten via het Programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen in de periode financieel te ondersteunen; o ,- t.b.v. facilitering rondom het Programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen; o ,- in het programma Leren voor Duurzame ontwikkeling ( ). Het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen Om duurzaam te kunnen ondernemen is innovatie door bedrijven van groot belang. Innovatie kent vier fasen:"discovery, Development, Demonstration en Deployement." De eerste twee fasen kenmerken zich door relatief "kleine" investeringen (enkele tienduizenden Euro's). Voor de laatste 2 fasen zijn middelgrote (enkele tonnen) tot grote investeringen (miljoenen) nodig. De provincie Groningen heeft de afgelopen jaren het MKB (en andere partijen) ondersteuning geboden in de eerste drie fasen van innovatie door middel van inzet van specifieke programma's. Voorbeelden van dergelijke programma's zijn het Innovatief actieprogramma Groningen, Actieplan biomassa. Leren voor Duurzame Ontwikkeling etc. Dit naar tevredenheid van de verschillende partijen die de afgelopen jaren provinciale steun ontvingen bij innovatieve en duurzame ontwikkelingen. Ook het nieuwe programma zal zich gezien de ambities, doelstellingen en budget richten op de fasen 1 en 2 (respectievelijk discovery en development) en in mindere mate fase (demonstration). Een programma ontstaan uit nauwe samenwerking met stakeholders Naast de inbreng van eigen kennis en ervaring met een breed scala aan (provinciale) stimuleringsregelingen (zoals boven benoemd) is het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen nadrukkelijk ook in samenwerking en afstemming met tal van externe organisaties, partijen en personen tot stand gekomen. Zo werd op 22 juni 2012 een lunchbijeenkomst georganiseerd waar het Gronings bedrijfsleven en Statenleden met elkaar een open discussie hebben

3 gevoerd over de opzet van dit programma. Daarbij waren Groningse ondernemers, Statenleden en de gedeputeerde Economische Zaken aanwezig. Ook VNO/NCW- Noord en MKB-Noord waren vertegenwoordigd. In latere fasen in het proces naar het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen zijn nogmaals adviezen van partijen als Energy Valley, NOM, VNO/NCW-Noord en Koninklijke Metaalunie ontvangen. Partijen die deelnamen aan de lunchbijeenkomst zien in het programma hetgeen destijds is ingebracht terug. Dhr. Batting gaf aan in het programma de uitwerking van de destijds ingediende motie waarvan hij initiator was terug te zien. VNO/NCW-Noord (L. Zwiers) is enthousiast over het programma en samenwerking met de provincie en ook Energy Valley laat weten kansen te zien voor succes van dit programma bij de doelgroep. Vanuit de Koninklijke Metaalunie en NOM zijn (uitgebreide) reacties ontvangen die zijn meegenomen in het definitieve programma. De verwachting van betrokken partijen is dat dit programma aansluit bij en voorziet in een behoefte van de doelgroep. Dit nieuwe programma stelt zich tot doel om 'op krachtige wijze innovatieve en duurzame projecten van het Gronings MKB te initiëren, stimuleren en faciliteren.' Via dit programma wordt aan het MKB subsidie verleend voor concrete (innovatie)projecten die duurzame producten en processen opleveren. Ook is subsidie mogelijk voor concrete (innovatie)projecten die tot een daadwerkelijk duurzame bedrijfssituatie leiden. In het hierna volgende overzicht staan de belangrijkste elementen uit het nieuwe programma opgenomen. Het volledige programma Innovatie & Duurzaam MKB Groningen is als bijlage opgenomen.

4 Het in een notendop: 1) Doelgroep: Één of meerdere Groningse kleine en middelgrote ondernemingen, niet zijnde detailhandel, eventueel in samenwerking meteen kennisinstelling. 2) Subsidiabele activiteiten: Subsidie kan worden verleend aan: a. Concrete (innovatie)projecten die duurzame producten en processen opleveren; b. Concrete (innovatie)projecten die tot een daadwerkelijk duurzame bedrijfssituatie leiden. 3) Weioeringsgronden: Subsidie wordt geweigerd wanneer: a. Bij indiening van de aanvraag de subsidiabele activiteiten al zijn gestart; b. Een sluitende projectfinanciering ontbreekt; 4) Subsidievereisten: a. Projecten moeten een innovatief karakter hebben; b. Projecten zijn duurzaam; c. Projecten moeten aantoonbaar bijdragen aan de economische ontwikkeling van Groningen; d. Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt door een eigen bijdrage gecofinancierd. 5) Subsidiabele kosten: Voor subsidie komen in aanmerking: a. Kosten voor benodigde eigen menskracht (maximaal 20% van de subsidiabele kosten tegen een vastgesteld uniform uurtarief van 60,- conform de IPC-regeling), materialen en middelen; b. Financiering van externe expertise als noodzakelijk onderdeel van een project tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten; 6) Subsidiehooqte: Het subsidiebedrag bedraagt minimaal ,- en maximaal ,-. 7) Vereisten subsidieaanvraag: Een subsidie wordt aangevraagd met een aanvraagformulier vergezeld van: a. Een beknopt plan van aanpak met daarin beschreven het innovatieve karakter van het project, de bijdrage aan de economische ontwikkeling in Groningen en een planning van de uitvoering van het project; b. Projectbegroting; c. Ingevulde De-minimis verklaring (wanneer niet voldaan kan worden aan de voorwaarden van de De-minimis regeling zal een toets op staatssteun volgen); d. Ingevulde afwegingsmatrix duurzaamheid. Via het zal in de periode ,- aan subsidiebudget beschikbaar zijn om bovenstaande type projecten en initiatieven financieel te ondersteunen t.b.v. facilitering rondom het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen Het doel van het programma is dat er innovatieve en duurzame projecten van het Gronings MKB van de grond komen. Een goede organisatie rondom het

5 programma is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Onderwerpen als projectverwerving, communicatie en projectafhandeling komen daarbij aan de orde. Voor deze elementen, de dagelijkse uitvoering en monitoring van het nieuwe programma wordt vanuit het beschikbare budget een bedrag van ,- gereserveerd. Deze middelen zijn nadrukkelijk niet bedoeld voor capaciteit t.b.v. de dagelijkse uitvoerende werkzaamheden en projectverwerving rondom het nieuwe programma. Deze zullen binnen de bestaande organisatie en formatie geborgd worden. Het bedrag zal bijvoorbeeld wel ingezet kunnen worden voor de organisatie van stakeholderbijeenkomsten t.b.v. informatieverspreiding rondom het programma en overige communicatie-doeleinden. En ook het inschakelen van accountants in geval van noodzakelijke financiële controles of het inschakelen van communicatieexpertise kan totde mogelijkheden behoren. Communicatie Om het nieuwe programma onder de aandacht van de doelgroep te brengen worden verschillende communicatieacties uitgevoerd zoals bijvoorbeeld: o Versturen van persberichten ter promotie van het programma Innovatief en Duurzaam MKB; Het opstellen en verspreiden van een publieksvriendelijke, op de doelgroep toegespitste versie van het programma. Communicatie via de kanalen van de provincie Groningen.» Communicatie via de kanalen (nieuwsbrieven, websites, magazines etc.) van externe stakeholders. VNO/NCW-Noord, MKB-Noord, Energy Valley en NOM hebben al toegezegd hier medewerking aan te verlenen. Ondernemersbijeenkomsten van VNO/NCW-Noord en MKB-noord kunnen als podium gebruikt worden om het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen bij ondernemers onder de aandacht te brengen. Voor communicatie rondom het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen wordt dus nadrukkelijk gebruik gemaakt van de contacten en expertise die MKB-Noord, VNO/NCW-Noord Energy Valley en andere stakeholders hebben. C) ,- voor het programma Leren voor Duurzame ontwikkeling (LvdO) Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvdO) is een programma van de Rijksoverheid dat zich o.a. richt op provincies. Het doel van het programma is het ontwikkelen, ondersteunen en verder verspreiden van effectieve leerprocessen die duurzame ontwikkeling mogelijk maken en versnellen. De huidige programmaperiode loopt eind 2012 af. Daarom wordt nu al vooruit gekeken naar de nieuwe programmaperiode ( ). De nieuwe programmaperiode zal zich richten op duurzaamheidsprojecten uit met name het topsectorenbeleid en dus ook op economische innovaties, aandacht voor het MKB, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, etc. Eén van de belangrijkste doelgroepen van het programma wordt gevormd door het bedrijfsleven. Daarmee sluit het nieuwe programma LvdO dus nadrukkelijk aan bij de zaken die in de motie Plan van Aanpak Innovatieduurzaamheidstraject benoemd worden. Om invulling te geven aan het nieuwe programma wordt door het Rijk aan de provincie wederom subsidie verstrekt voor de periode 2013 tot en met Daaraan worden wel een aantal voorwaarden verbonden waaronder het opstellen van een ambitiestatement en ook een provinciale cofinanciering. Daartoe trekken de Noordelijke provincies in gezamenlijkheid op door het opstellen van een gedeeld ambitiestatement en gedeelde inbreng van middelen in één Noordelijk

6 LvdO programma. Daarbij is geborgd dat de middelen die de provincie Groningen inbrengt ook daadwerkelijk aan Groningse projecten ten goede komen. Ten behoeve van de Groningse cofinanciering heeft u besloten in de voorjaarsnota 2012 voor de periode 2013 t/m ,- uit te trekken. Naar nu blijkt zal dit, door veranderingen van Rijkswege niet voldoende zijn en wordt binnen de provinciale begroting gezocht naar mogelijkheden voor aanvulling van het cofinancieringsbudget voor het nieuwe programma LvdO Met een goed provinciaal LvdO-plan en voldoende provinciale cofinanciering zal vanuit Rijkswege een gelijke hoeveelheid geld beschikbaar worden gesteld voor duurzame projecten in de provincie Groningen. Daarmee is sprake van een financiële multiplier van twee. Daarom zal als aanvullende cofinanciering voor het programma LvdO ( ) een bedrag van maximaal beschikbaar worden gesteld uit de middelen t.b.v. de motie Plan van Aanpak Innovatieduurzaamheidstraject. 5. Afsluiting Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: voorzitter., secretaris. Bijlagen: Nr. Titel Bijgevoegd Ter inzage in de Statenkast 1. Programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen X

7 De provincie Groningen heeft t/m 2015 budget beschikbaar voor duurzame en innovatieve projecten in de provincie Groningen. Dit geld wordt beschikbaar gesteld aan initiatieven van één of meerdere Groningse kleine en middelgrote ondernemingen, niet zijnde detailhandel, eventueel in samenwerking met een kennisinstelling. Leeswijzer In het progamma Innovatie & Duurzaam MKB Groningen worden met name de volgende onderwerpen nader uitgewerkt: Een beschrijving van de achtergrond van het programma Innovatie & Duurzaam MKB Groningen; Een toetsingskader, aangevuld met gedetailleerde inhoudelijke en financiële projectcriteria, op basis waarvan projectvoorstellen die binnen het programma moeten worden gefinancierd beoordeeld kunnen worden; Organisatiestructuur en werkwijze met informatie over betrokken partijen, werkwijze, uitvoering, bevoorschotting en vaststelling; Formats die gebruikt kunnen worden door de projectindieners en uitvoerders om gestandaardiseerde informatie over de projecten te verkrijgen. Achtergrond De provincie Groningen wil met kracht innovatie en duurzaamheid initiëren, stimuleren en faciliteren. Daarvoor zijn verschillende redenen: 1. Innovatie en duurzaamheid zijn kernbegrippen binnen speerpuntsectoren als Life Sciences, Sensortechnologie, Energie, Agribusiness en Creatieve Industrie; 2. In de ontwikkeling naar een biobased economy zijn innovatie en duurzaamheid van evident belang; 3. Energie en grondstoffentransitie vereisen een sterke innovatieve benadering om CO2- emissiedoelen te bereiken; 4. De provincie Groningen wil een voortrekkersrol vervullen bij het scherper op de kaart zetten van Groningen als innovatie- en duurzaamheidsregio; 5. Gebleken is dat regionale bestedingen met betrekking tot innovatie en duurzaamheid achterblijven bij het landelijk gemiddelde. duurzaamheid Voor de provincie Groningen gaat duurzaamheid over de ontwikkeling van People (mensen binnen en buiten de onderneming). Planet (planeet/milieu) en Profit (voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten). Die ontwikkeling mag (op termijn) echter niet ten koste gaan van elkaar. Deze benadering levert lange termijn winst op voor ondernemers en maatschappij en sluit aan bij de algemeen erkende definitie van de VN-commisie Brundtland (1987): duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Innovatie Voor de provincie Groningen heeft innovatie betrekking op alle activiteiten die gericht zijn op vernieuwing in een bedrijf. Daarbij gaat het echter wel om serieuze vernieuwingen waarmee het bedrijf als koploper in de sector kan worden gezien. Innovaties kunnen zowel technologisch als niettechnologisch van aard zijn. Bij technologische innovatie gaat het om het vernieuwen dan wel sterk verbeteren van producten of diensten of de processen waarmee producten en diensten worden voortgebracht. Van niet-technologische innovatie is bijvoorbeeld sprake bij vernieuwingen in de organisatie. Innovatie is voor bedrijven van groot belang in de ontwikkeling naar een duurzamere bedrijfsvoering; duurzaam ondernemen. Daarbij worden ten aanzien van innovatie vier fasen onderscheiden: "Discovery, Development, Demonstration en Deployement." De eerste twee fasen kenmerken zich door relatief "kleine investeringen (enkele 10-duizenden Euro's). Voor de laatste 2 fasen zijn middelgrote (enkele tonnen) tot grote investeringen (miljoenen) nodig. De provincie Groningen heeft naar tevredenheid van de verschillende partijen de afgelopen jaren ondersteuning geboden in de eerste 3 fasen van innovatie door middel van inzet van specifieke programma's. Ook het nieuwe programma zal zich gezien de ambities, doelstellingen en budget richten op de fasen 1 en 2 (respectievelijk discovery en development) en in mindere mate fase 3 (demonstration). Pagina 1 van 12

8 Programma Innovatief & Duurzaam ivikb Groningen Doelstelling Met deze wetenschap is het nieuwe programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen opgesteld. Dit nieuwe programma stelt zich het volgende tot doel: Bundeling van krachten Op krachtige wijze, initiëren, stimuleren en faciliteren van innovatieve en duurzame projecten van het Gronings MKB. Bij het nastreven van bovenstaande doelstelling vindt de provincie Groningen het belangrijk dat krachten worden gebundeld door gebruik te maken van de kennis en ervaring bij bedrijven, kennisinstellingen, Energy Valley, NOM e.d.. Dit programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen is dan ook nadrukkelijk in samenwerking en afstemming met tal van organisaties, partijen en personen tot stand gekomen. Zo werd op 22 juni 2012 een lunchbijeenkomst georganiseerd waar het Gronings bedrijfsleven en leden van Provinciale Staten met elkaar een open discussie hebben gevoerd over de opzet van dit programma. Daarbij waren Groningse ondernemers Statenleden en de gedeputeerde Economische Zaken aanwezig, evenals vertegenwoordigers van VNO/NCW-Noord en MKB-Noord. In latere fasen in het proces zijn nogmaals adviezen van partijen als Energy Valley, NOM, VNO/NCW-Noord en Koninklijke Metaalunie ontvangen. De verwachting van alle betrokken partijen is dan ook dat dit programma aansluit bij en voorziet in een behoefte van de doelgroep. En waar de genoemde partijen elkaar in het voortraject hebben gevonden zullen zij elkaar ook blijven steunen bij de uitvoering van en communicatie over het programma Innovatie en Duurzaam MKB Groningen. Toetsingskader Het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen vormt de basis voor de afzonderlijke projecten die in dit kader gefinancierd zullen worden. Om de projecten te kunnen beoordelen in het licht van het programma zijn toetsingscriteria noodzakelijk. Deze criteria hebben betrekking op beleid en regelgeving. Algemene eisen Algemene eisen hebben betrekking op de gemaakt afspraken bij de uitvoering van het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen. Zij zullen met name bewaakt worden binnen de programmaorganisatie en hebben betrekking op het programma als totaal. In uitzonderingsgevallen kan Gedeputeerde Staten met een helder omschreven motivatie besluiten van het toetsingskader af te wijken. Ontvankelljkheldcriterla Voor het aanvragen van subsidie wordt een aanvraagformulier gebruikt zoals in bijlage 1 van dit programma is opgenomen. Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te zijn en bevat volledige informatie m.b.t. projectomschrijving, organisatie, begroting en financiering. Een subsidieaanvraag gaat vergezeld van: o Een beknopt plan van aanpak met daarin beschreven het innovatieve karakter van het project en de bijdrage aan de economische ontwikkeling in Groningen; Een planning van de uitvoering van het project; o Projectbegroting (met daarin duidelijk onderscheiden de interne kosten, externe kosten en voorgestelde dekking); Ingevulde De-minimis verklaring conform bijlage 2 van dit programma; o Ingevulde afwegingsmatrix duurzaamheid conform bijlage 3 van dit programma; Subsidieaanvragen bedragen minimaal ,- en maximaal ,- en kunnen tot 31 oktober 2015 en vóór aanvang van de subsidiabele activiteiten worden ingediend. Pagina 2 van 12

9 Selectiecriteria Programma Innovatief & Duurzaam IVIKB Groningen Selectiecriteria gelden voor de projecten en betreffen criteria waaraan projecten op z'n minst moeten voldoen willen ze voor steun in aanmerking komen. Zij vormen de basis voor een keuze van projecten die het meeste tegemoet komen aan de doelstelling van het programma. De algemene selectiecriteria die gehanteerd zullen worden bij het beoordelen van projectvoorstellen zijn: a. Het gaat om projecten van één of meerdere Groningse kleine en middelgrote ondernemingen, zoals omschreven in de aanbeveling van de Europese Commissie van d.d. 6 mei 2003 in werking gestreden op 1 januari 2005, niet zijnde detailhandel, eventueel in samenwerking met een kennisinstelling; b. Het betreft concrete (innovatie) projecten die duurzame producten en productieprocessen opleveren of die tot een daadwerkelijk duurzame bedrijfssituatie / bedrijfsomgeving leiden; c Projecten moeten een innovatief karakter hebben; d. Projecten zijn duurzaam; aantoonbaar gemaakt aan de hand van de afwegingsmatrix duurzaamheid conform bijlage 3 van dit programma; e. Projecten moeten aantoonbaar bijdragen aan de economische ontwikkeling van Groningen, hetgeen onderbouwd moet worden bij de subsidieaanvraag. financiële criteria Financiële criteria gelden voor de voor subsidie in aanmerking komende kosten van projecten. Subsidiepercentage Een project dat aan alle formele criteria voldoet kan een bijdrage uit het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen ontvangen van maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten van het project. De vereiste mate van eigen financiering bedraagt minimaal 50% van de totale subsidiabele kosten. Projecten waarbij de bijdrage van de projectpartner(s) hoger is dan 50% genieten de voorkeur. Minimale en maximale subsidiebijdrage Op basis van de doelstellingen van het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen, het beschikbare budget en beheersmatige argumenten is ervoor gekozen om een onder- en bovengrens te stellen aan het subsidiebedrag dat vanuit het programma aan een project kan worden verleend. De minimale bijdrage vanuit het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen bedraagt per project ,- en de maximale bijdrage Gedeputeerde Staten kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van deze boven- en ondergrens. Subsidiabele kosten Uitsluitend noodzakelijk, rechtstreeks aan de uitvoering van het project toe te rekenen en door de subsidie ontvanger gemaakte en betaalde kosten zijn subsidiabel. Voor subsidie komen in aanmerking: o Materialen en middelen die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de realisatie van het project o waarvoor subsidie wordt aangevraagd; Kosten voor benodigde eigen menskracht die toe te rekenen is aan de realisatie van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Dit tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten. Daarbij wordt gerekend met een vastgesteld uniform uurtarief van 60,00, conform de bestaande IPC-regeling (Innovatie Prestatie Contracten regeling);» Financiering van externe expertise als noodzakelijk onderdeel van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Dit tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten. Kosten voor werkzaamheden die geacht moeten worden tot de normale bedrijfsvoering te behoren komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking. Er wordt geen subsidie verstrekt voor belastingen, accijnzen, leges en andere heffingen, boetes, financiële sancties en hiermee samenhangende kosten. Staatssteun Op subsidieaanvragen is Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU, L 379) van toepassing, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen. Pagina 3 van 12

10 Indien de aanvraag tot subsidieverlening niet voldoet aan de voorwaarden van bovengenoemde Verordening, zal worden nagegaan of toepassing kan worden gegeven aan Verordening (EG) Nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L 214) met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen, dan wel toepassing kan worden gegeven aan Omnibusregeling voor provincies en gemeenten inzake de staatssteunaspecten van subsidiemaatregelen ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (beschikking Europese Commissie nr. N 726/A/2007). weigeringsgronden Naast bovengenoemde toetsingscriteria geldt ook dat subsidie in ieder geval geweigerd wordt indien: o Op het tijdstip van indiening van de subsidieaanvraag met de subsidiabele activiteiten reeds een aanvang is gemaakt; o Op het moment van indiening reeds financiële verplichtingen zijn aangegaan; Een sluitende projectfinanciering ontbreekt; o Voor de beschreven subsidiabele activiteiten en -onderdelen op een andere manier subsidie wordt ontvangen; o Een onderneming in hetzelfde kalenderjaar reeds subsidie uit het programma Innovatief en Duurzaam MKB heeft ontvangen. Voor vergelijkbare projecten geldt dat slechts één project subsidie ontvangt na toetsing op criteria op basis van volgorde van indiening. Organisatiestructuur en werkwijze Betrokken partijen en hun rol Gedeputeerde Staten o Committeren projecten en geven de beschikking af; Stellen de definitieve subsidie voor projecten aan de hand van de eindafrekening vast; Informeren Provinciale Staten periodiek over de voortgang van het programma Innovatief & Duurzaam MKB Groningen. Programmamanagement» Draagt er zorg voor dat projecten na overleg met een projectverwerver worden ingediend; o Verzendt een ontvangstbevestiging; Stelt een concept beschikking op; e Monitort en bewaakt de voortgang van projecten en controleert deze eventueel steekproefsgewijs ook financieel; o Stelt een voorstel richting Gedeputeerde Staten op omtrent definitieve vaststelling van de subsidie voor projecten; Stelt concept-voortgangsrapportages over het programma op (jaarlijks) ten behoeve van Gedeputeerde Staten; o Stelt een concept-eindrapportage over het programma op ten behoeve van Gedeputeerde Staten; Zorgt voor een deugdelijk financieel beheer en een deugdelijke administratieve vastlegging van projecten (projectdossiers). Pagina 4 van 12

11 Werkwijze Projectindieners Stap 1. Projectaanvraag Ontvangstbevestiging Terugkoppeling over kwaliteit of volledigheid Stap 2. Beoordeling aanvraag stap 3. Beschikking GS Stap 1: Projectaanvraag De indiener dient (na overleg met een projectverwerver) een subsidieaanvraag in bij GS. Deze aanvraag bestaat uit een brief en het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te zijn en bevat: Een beknopt plan van aanpak met daarin beschreven het innovatieve karakter van het project en de bijdrage aan de economische ontwikkeling in Groningen; Een planning van de uitvoering van het project; Projectbegroting (met daarin duidelijk onderscheiden de interne kosten, externe kosten en voorgestelde dekking); Ingevulde De-minimis verklaring conform bijlage 2 van het programma; Ingevulde afwegingsmatrix duurzaamheid conform bijlage 3 van het programma. Stap 2: Beoordeling aanvraag Het programmamanagement en projectverwerver beoordelen de aanvraag en stellen een advies voor Gedeputeerde Staten op. Stap 3 Beschikking Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten beoordelen het project op basis van het advies van het programmamanagement en committeren het project, wijzen het af of houden het aan met vraag om nadere informatie. Uitvoering Het project dient te worden uitgevoerd overeenkomstig bij de subsidieaanvraag ingediende informatie: projectplan, planning, begroting. Wanneer hierin gedurende het project substantiële wijzigingen optreden dient dit ter goedkeuring aan de provincie te worden voorgelegd. Wijzigingen, vertraging en onvoldoende realisatie van de verwachte doelstellingen in de uitvoering van het project, kunnen in het uiterste geval leiden tot intrekking van het besluit tot subsidieverstrekking of tot wijziging van het besluit tot subsidieverstrekking. Bevoorschotting en vaststelling Subsidies worden direct zonder aanvraag 80% bevoorschot. Voor vaststelling van de definitieve subsidie wordt door de subsidieaanvrager een aanvraag tot vaststelling ingediend. Dit gebeurt binnen dertien weken na het tijdstip waarop de activiteiten waarvoor Pagina 5 van 12

12 subsidie is verleend zijn voltooid dan wel binnen de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn. Deze aanvraag dient vergezeld te worden van een beknopte inhoudelijke eindrapportage over de projectresultaten en een beknopt financieel overzicht van de projectkosten in relatie tot de verkregen subsidie. Daarmee legt de subsidieaanvrager verantwoording af over het project en de geleverde prestaties waarvoor subsidie is aangevraagd. De provincie behoudt zich het recht voor om eventueel steekproefsgewijs aanvullende informatie op te vragen of ter plekke te controleren of de prestatie is verricht. Wanneer het project niet of niet geheel conform de verleningbeschikking is verlopen of niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd bepaalt de provincie Groningen, afhankelijk van de oorzaak van de afwijking of het subsidiebedrag lager vastgesteld moet worden. Pagina 6 van 12

13 Bijlage 1 Aanvraagformulier subsidie Innovatief en Duurzaam MKB Groningen Alle vragen volledig invullen (tenzij iets niet van toepassing is, dan kunt u volstaan met 'n.v.t.') Onvolledige aanvragen kunnen niet in behandeling worden genomen. 1. Gegevens aanvrager Naam rechtspersoon Branche / sector registratienummer in Handelsregister KvK Postadres Bezoekadres Telefoonnummer adres Website Rekeningnummer (inclusief tenaamstelling en woonplaats begunstigde) 2. Gegevens contactpersoon Naam contactpersoon Postadres contactpersoon (indien afwijkend van reeds vermelde postadres) Telefoonnummer contactpersoon adres contactpersoon 3. Gegevens subsidieaanvraag Naam Project Project doel Betrokken partijen Startdatum Einddatum Totale begrote kosten Gevraagd subsidiebedrag Pagina 7 van 12

14 4. Ondertekening Deze aanvraag is naar waarheid ingevuld op: te: Naam aanvrager: Functie aanvrager: Handtekening: 5. Verzending Aanvragen kunnen worden verzonden naar: Provincie Groningen Afdeling ECP t.a.v. mevr. T Bulthuis Postbus AP GRONINGEN N.B. Vergeet niet de bijbehorende verplichte documenten mee te zenden met uw aanvraag: 1. Een beknopt plan van aanpak met daarin beschreven het innovatieve karakter van het project en de bijdrage aan de economische ontwikkeling in Groningen; 2. een planning van de uitvoering van het project; 3. projectbegroting (met daarin duidelijk onderscheiden de interne kosten, externe kosten en voorgestelde dekking); 4. ingevulde De-minimis verklaring conform bijlage 2 van het programma; 5. ingevulde afwegingsmatrix duurzaamheid conform bijlage 3 van het programma. 6. Aanvullende informatie Indien u nog vragen heeft over dit aanvraagformulier of over het bijbehorende programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen, kunt u voor vragen contact opnemen met: Provincie Groningen Afdeling Economische Zaken, Cultuur en Projectfinanciering Thea Bulthuis Pagina 8 van 12

15 Bijlage 2 Verklaring de-minimissteun Versie: september 2010 Aanbevolen wordt om alvorens deze verklaring in te vullen eerst de toelichting in de bijlage van dit formulier te lezen! Verklaring Hierbij verklaart ondergetekende, dat aan de hierna genoemde onderneming, alsmede aan het eventuele gehele moederconcern waartoe de onderneming behoort, D geen de-minimissteun is verleend Over de periode van (begindatum van het belastingjaar gelegen 2 jaar vóór de datum van ondertekening van deze verklaring) tot (datu m va n ondertekening van deze verklaring) is niet eerder de-minimissteun verieend. D beperkte de-minimissteun is verleend Over de periode van {begindatum van het belastingjaar gelegen 2 jaar vóór de datum van ondertekening van deze verklaring) tot (datum van ondertekening van deze verklaring) is eerder de-minimissteun (in welke vorm of voor welk doel dan ook) verieend tot een totaal bedrag van Of deze de-minimissteun al daadwerkelijk is uitbetaald, doet niet ter zake. Een kopie van gegevens waaruit het verienen van de-minimissteun blijkt, wordt bijgaand verstrekt. D reeds andere steun voor dezelfde in aanmerking komende kosten is verleend Voor dezelfde in aanmerking komende kosten is reeds staatssteun verleend tot een totaal bedrag van Deze staatssteun is verieend op grond van een groepsvrijstellingsverordening of een besluit van de Europese Commissie op Een kopie van gegevens waaruit het verienen van staatssteun voor dezelfde in aanmerking komende kosten blijkt wordt bijgaand verstrekt. Aldus volledig en naar waarheid ingevuld door: (datum) (bedrijfsnaam) (inschrijfnr. KvK) (naam functionaris en functie) (adres onderneming) (postcode en plaatsnaam) (handtekening) Zie toelichting hierna Pagina 9 van 12

16 Toelichting verklaring de-minimissteun Deze toelichting dient als hulpmiddel bij het invullen van de de-minimisverklaring. Aan de toelichting kunnen geen rechten worden ontleend. De de-minimisverordening nr. 1998/2006 is bepalendv De-minimisverordening en staatssteun De staatssteunregels in de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU; voorheen art. 87 en 88 van het EG-verdrag) stellen beperkingen aan overheden als zij steun willen verienen aan ondernemingen. Deze de-minimisverklaring is nodig voor de provincie om na te gaan of het voordeel dat uw onderneming door deze de-minimissteun krijgt, past binnen de voorwaarden die de Europese staatssteunregels stellen. In de de-minimisverordening^ heeft de Europese Commissie verklaard dat steunmaatregelen (zoals subsidieveriening) tot een bepaalde drempel het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloeden en de mededinging niet vervalsen en daarom niet beschouwd worden als staatssteun in de zin van het VwEU. Deze drempel is gesteld op een bedrag van ,-- ( ,-- voor ondernemingen in de sector wegvervoer). Voor de visserijsector geldt een drempel van ,--. Voor de landbouwproductiesector is de drempel gesteld op 7.500,--^. Dit bedrag geldt per onderneming" over een periode van drie belastingjaren. Steun die genoemde drempelbedragen niet overschrijdt, wordt aangemerkt als 'de-minimissteun'. De de-minimisvrijstelling is van toepassing op steun die aan ondernemingen wordt verieend in alle sectoren. De verwerking en afzet van landbouwproducten valt sinds 1 januari 2007 onder de 'gewone' de-minimisvrijstelling nr. 1998/2006. Van de-minimisregel zijn echter uitgezonderd: exportsteun en steun waardoor binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten worden bevoordeeld, steun aan ondernemingen die actief zijn in de kolenindustrie en steun verieend aan ondernemingen in moeilijkheden. Ook steun voor de aanschaf van vrachtwagens ('wegvervoermiddelen voor vracht door ondernemingen die vrachtvervoer voor rekening van derden uitvoeren') valt buiten de de-minimisvrijstelling. In deze gevallen dient steun aangemeld te worden bij de Europese Commissie. De aanmelding wordt gedaan door de provincie. Bedrag van de-minimissteun Door middel van deze verklaring geeft u aan, dat met de huidige subsidieveriening voor uw onderneming alsmede het eventuele gehele moederconcern waartoe uw onderneming behoort, de deminimisdrempel niet wordt overschreden. U moet daarom nagaan of gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren enige vorm van de-minimissteun door een overheidsinstantie aan uw onderneming is verstrekt. De de-minimissteun wordt geacht te zijn verieend op het tijdstip waarop uw onderneming een wettelijke aanspraak op de steun verwerft. Dit betekent concreet de datum waarop het besluit tot subsidieveriening (of veriening van een voordeel) aan uw onderneming is genomen. Het de-minimisplafond van ,-- (respectievelijk ,--/ ,--/ 7.500,--) wordt als subsidiebedrag uitgedrukt. Alle bedragen die dienen te worden gebruikt bij het invullen van de Voor de sector van de primaire productie van landbouwproducten is de Verordening (EG) Nr. 1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op deminimissteun in de landbouwproductiesector bepalend. Voor de sector visserij is het de-minimisplafond vastgesteld bij Verordening (EG) Nr. 875/2007 van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/ Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de-minimissteun. ^ Verordening (EG) Nr. 875/2007 en Verordening (EG) Nr. 1535/ Als uw onderneming niet als een zelfstandige onderneming kan worden aangemerkt dan dient voor de bepaling van de hoeveelheid ontvangen de-minimissteun ook rekening te worden gehouden met de de-minimissteun verstrekt aan het gehele moederconcern waartoe uw onderneming behoort. Een onderneming wordt als 'zelfstandig' beschouwd indien deze niet voor 25% of meer van het kapitaal of van de stemrechten in handen is van één onderneming of van verscheidene verbonden ondernemingen gezamenlijk. Zie Aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003, PbEU, L 124 van Pagina 10 van 12

17 verklaring, zijn brutobedragen vóór aftrek van belastingen. Behalve om subsidieveriening kan het daarbij gaan om leningen tegen gunstige voorwaarden, de verkoop van grond tegen een lagere prijs dan de marktwaarde, vrijstellingen, veriagingen of kwijtschelding van directe of indirecte belastingen etc. Het gaat daarbij niet alleen om steun die u hebt ontvangen van de provincie, maar ook om steun die u heeft ontvangen van andere overheidsinstanties. Ook Europese subsidies dienen te worden meegerekend. Het is belangrijk om zorgvuldig na te gaan of in uw geval de de-minimisdrempel niet wordt overschreden. Bij het bedrag van de onderhavige subsidieveriening dient u eventuele andere gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren ontvangen de-minimissteun op te tellen. Immers bij overschrijding van de drempel dient de steun aangemeld te worden en kan geen beroep meer worden gedaan op de de-minimisregel. Handelen in strijd met de staatssteunregels uit het EG-verdrag kan in het ergste geval leiden tot terugvordering van de verieende steun! Samenloop met reguliere staatssteun Mogelijk heeft uw onderneming voor dezelfde kosten die in aanmerking komen voor de huidige deminimissteun reeds staatssteun ontvangen, die door de Europese Commissie is goedgekeurd of binnen het toepassingsgebied van een groepsvrijstellingsverordening valt. Het totaalbedrag van deminimissteun en deze staatssteun mag dan de maxima niet overschrijden die op basis van het relevante besluit van de Europese Commissie of groepsvrijstellingsverordening zijn toegestaan. In het geval bijvoorbeeld voor investeringskosten ten behoeve van het milieu een goedkeuringsbeschikking is gegeven om 30 % van de subsidiabele kosten te vergoeden, dan mag bovenop deze steun voor deze zelfde kosten geen de-minimissteun worden verieend. Als u twijfelt of bepaalde steun die u heeft ontvangen goedgekeurde of vrijgestelde steun is, kunt u hierover het beste contact opnemen met de overheid of uitvoeringsinstantie van wie u de steun heeft onb/angen. Het formulier heeft betrekking op drie situaties: - uw onderneming alsmede het gehele eventuele moederconcern heeft gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren in het geheel geen de-minimissteun ontvangen, - uw onderneming alsmede het gehele eventuele moederconcern heeft gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren de-minimissteun ontvangen. Opgeteld bij het bedrag van de huidige subsidieveriening wordt echter het bedrag van ,-- niet overschreden (respectievelijk ,--/ ,--/ 7.500,--) of - uw onderneming alsmede het gehele eventuele moederconcern heeft voor dezelfde kosten die in aanmerking komen voor de huidige subsidie reeds andere vormen van staatssteun ontvangen. Uiteraard vult u alléén de rubriek(en) in die op uw situatie van toepassing is/zijn. Vergeet u vooral niet om de bijlage(n) bij te sluiten! Pagina 11 van 12

18 Bijlage 3 Afwegingsmatrix duurzaamheid Toelichting: De gedachte achter de afwegingsmatrix duurzaamheid is dat voor relevante projecten en initiatieven bezien wordt of de drie pijlers van duurzame ontwikkeling. People, Planet en Profit, worden meegnomen, of er geen afwenteling plaatsvindt tussen de velden van de matrix en of meerwaarde voor alle velden wordt nagestreefd. De matrix fungeert als een kader waarin financieel-economische (profit), sociaal-culturele (people) en ecologische (planet) grootheden niet alleen in het hier en nu, maar ook met het oog op elders (regionaal, nationaal, internationaal) en later (voor komende generaties) goed verbeeld worden. Door de verschillende cellen van de matrix te vullen met een beknopte beschrijving wat het project betekent op de verschillende facetten van duurzame ontwikkeling wordt op eenduidige wijze de duurzaamheid van projecten zichtbaar gemaakt. Hier & Nu People (mensen binnen en buiten de onderneming) Planet (planeet/milieu) Profit (voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten) Later Elders Pagina 12 van 12