bijlage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus CM Den Haag mijn.rvo.nl Projectplan Ruimtelijke ingrepen Datum 24 november 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "bijlage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus CM Den Haag mijn.rvo.nl Projectplan Ruimtelijke ingrepen Datum 24 november 2015"

Transcriptie

1 bijlage Projectplan Ruimtelijke ingrepen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus CM Den Haag mijn.rvo.nl Datum 24 november ALGEMENE INFORMATIE Projectnaam: Kenmerk: Naam aanvrager en tevens tenaamstelling ontheffing Sloop school te Zegveld /rap04, status concept Gemeente Woerden t.a.v. de heer M. van Asselt Blekerijlaan GR Woerden Bijlage 1 CV s betrokken ecologen Bijlage 2 Gegevens aanvrager (BSN, KVK, wijze van betalen etc.) en machtiging Bijlage 3 Quickscan ( /rap02, definitief d.d. 12 oktober 2015) Bijlage 4 Woonvisie Woerden Deelvisie Zegveld 2 WERKZAAMHEDEN EN PLANNING 2.1 Werkzaamheden Kunt u het eindbeeld van het plangebied schetsen na de werkzaamheden? Geef hierbij ook aan welke onderdelen van de inrichting van het plangebied niet wijzigen Deze ontheffing wordt aangevraagd voor de sloop van een voormalige basisschool aan de Clausstraat 22 in Zegveld. Voor de globale ligging zie figuur 2.1, voor de exacte ligging van het plangebied zie figuur 4.1 en voor een indruk van het gebied zie figuur 2.2. Figuur 2.1: Globale ligging van het plangebied (bron ondergrond: OpenStreetMap). Pagina 1 van 1

2 De werkzaamheden betreffen de sloop van de school, waarna op de vrijgekomen ruimte woningen worden gebouwd. De exacte indeling van het plangebied en details van de woningen zijn ons nog niet bekend. Figuur 2.2: Globale indruk van het plangebied. 2.2 Werkwijze werkzaamheden Welke werkzaamheden gaat u uitvoeren? Beschrijf hierbij ook de methode die u gebruikt. Om te kunnen bepalen of er verbodsbepalingen worden overtreden, moet u uw werkzaamheden in voldoende detail uitwerken. Beschrijf uw voorgenomen werkzaamheden daarom zo concreet mogelijk De school wordt gesloopt door middel van zgn. strippend slopen. Daarbij zal eerst de binnensloop worden uitgevoerd, waarbij de verschillende afvalstromen worden gescheiden. Daarna wordt het overgebleven casco voorzichtig en per soort materiaal/onderdeel gesloopt. Ten tijde van de sloop worden de verschillende afvalstromen direct gescheiden. Na de sloop worden op het plangebied nieuwe woningen gebouwd. Slopen vindt plaats onder ecologische begeleiding, waarbij de start van de werkzaamheden buiten de kwetsbare periode zal plaatsvinden (zie par. 2.3). Er is sprake van een zomerverblijfplaats, zodat bij voorkeur niet gewerkt wordt in de periode 1 april tot 30 november (op basis van figuur 13 uit de soortenstandaard). Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden stelt de ecoloog 's avonds vast of vleermuizen zijn uitgevlogen (indien er sprake is van warme avonden of een vroeg voorjaar kan er een vleermuis aanwezig zijn). Hierna worden gaten in de spouwmuur gemaakt en daklijsten verwijderd, zodat tocht ontstaat in de spouw en deze ongeschikt wordt als verblijfplaats. Hierna kan de sloop plaatsvinden. Dit vindt pas plaats na het uitvoeren van mitigerende maatregelen. Zie voor een nadere uitwerking van de maatregelen hoofdstuk 8 maatregelen. Pagina 2 van 2

3 2.3 Planning werkzaamheden Wat is de planning van uw werkzaamheden? Beschrijf zo concreet mogelijk in welke perioden van het jaar u de werkzaamheden uitvoert. Onderbouw hierbij waarom u de werkzaamheden in die periode moet uitvoeren. Bij de werkzaamheden zal zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de kwetsbare periode van de gewone dwergvleermuis en de gewenningsperiode voor de vervangende verblijfplaatsen. De kwetsbare periode voor dit project is april oktober. De opdrachtgever heeft echter geen mogelijkheden om de start van de sloop dermate te vertragen dat ze plaats vindt na oktober. De start van de sloopwerkzaamheden staat gepland voor 1 juli Hierbij wordt de kwetsbare periode van het zomerverblijf zo veel mogelijk ontzien, aangezien uit het vleermuisonderzoek is gebleken dat de verblijfplaats in de late lente / vroege zomer (eind mei) wordt gebruikt. 3 VERBODSBEPALINGEN Beantwoord onderstaande vragen per soort(groep) 3.1 Vernielen, beschadigen, ontwortelen of op een andere wijze van de groeiplaats verwijderen van de plant Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Niet van toepassing 3.2 Vervoer en onder zich hebben van de plant of een product van deze plant Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Niet van toepassing 3.3 Doden en verwonden van het dier Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Niet van toepassing 3.4 Opzettelijk verontrusten van het dier Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Verontrusten heeft betrekking op het beschermde dier zelf. Niet van toepassing 3.5 Beschadigen en vernietigen van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van het dier Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Beschadigen of vernielen is de aantasting of opheffing van de ecologische functionaliteit. Pagina 3 van 3

4 Gewone dwergvleermuis Door de sloop van de basisschool gaat een zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis verloren. Het gaat om 1 verblijf, waar op 27 mei circa 15 dieren invlogen. Aangezien er alternatieve verblijfplaatsen worden geplaatst in de omgeving (zie paragraaf 8.1) en er daarnaast afdoende alternatieve verblijfplaatsen in de omgeving aanwezig zijn (zie paragraaf 5.6) blijft de functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen gegarandeerd tijdens en na de werkzaamheden. Rugstreeppad Door de sloop van de basisschool gaat een dagschuilplaats van de rugstreeppad verloren. Tijdens de vleermuisinventarisatie van 18 juni 2015 is een rugstreeppad aangetroffen onder de voordeur van de school. Er was één exemplaar aanwezig dat onder de voorkeur wegkroop in een holte. Op deze plek was zand aanwezig, wat zeer geschikt is voor de rugstreeppad (de soort kan hier goed in graven). Bij de overige onderzoeksrondes naar vleermuizen is steeds gelet op het voorkomen van rugstreeppadden en schuilplaatsen van rugstreeppadden in en nabij het plangebied; de soort is echter niet meer aangetroffen. 3.6 Verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van het dier Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Verstoren is elke gebeurtenis die bijdraagt aan of een risico betekent voor de achteruitgang van de populatie of tot de vermindering van het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort. Gewone dwergvleermuis Het slopen van de school, waar circa 15 gewone dwergvleermuizen gebruik van maken, dwingt de vleermuizen om een ander verblijf te zoeken in de omgeving, en de verblijfplaats is niet langer beschikbaar. In de directe omgeving zijn afdoende alternatieve verblijven aanwezig, gezien het feit dat de verblijfplaats in de school slechts een korter periode in gebruik was. Hoewel er dus ruim voldoende alternatieven aanwezig zijn in de directe omgeving, is er toch sprake van verstoring van vleermuizen. Rugstreeppad Door het slopen van de school, waaronder zich een (al dan niet tijdelijke) verblijfplaats (schuilplaats) van rugstreeppad bevindt, wordt de rugstreeppad gedwongen om een ander verblijf te zoeken in de omgeving en is de verblijfplaats niet langer beschikbaar. In de omgeving zijn (o.a. op erven van boerderijen en schuren van huizen langs de rand van de bebouwde kom) afdoende alternatieven aanwezig voor de schuilplaats van de rugstreeppad. Door te werken onder ecologische begeleiding en/of buiten de kwetsbare perioden van de soorten leidt deze verstoring echter met zekerheid niet tot negatieve effecten op de lokale gunstige staat van instandhouding van de soorten. Doden en verwonden wordt voorkomen en er wordt gewerkt buiten de kwetsbare periode of onder ecologische begeleiding. 3.7 Zoeken, rapen, uit het nest nemen, beschadigen of vernielen van eieren van het dier? Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Niet van toepassing Pagina 4 van 4

5 3.8 Vervoer en onder zich hebben van het dier, dan wel eieren, nesten of producten daarvan Vraagt u aan voor deze handeling? Geef dan aan hoe uw werkzaamheden leiden tot overtreding van deze verbodsbepaling voor deze soort. Leg daarbij een relatie met uw effectenanalyse. Niet van toepassing 4 ECOLOGISCH INVENTARISATIE: ACHTERGROND Beantwoord onderstaande vragen per aangevraagde soort(groep) 4.1 Methode inventarisatie Geef aan welke methoden en technieken u voor het inventariseren heeft gebruikt. Voor onderzoek naar soorten zijn in veel gevallen protocollen, richtlijnen of standaarden opgesteld. Beschrijf op welke manier u van deze standaarden gebruik gemaakt heeft. Vleermuizen Het onderzoek naar vleermuizen heeft plaatsgevonden conform het vleermuisprotocol (versie maart 2013). Hiertoe zijn drie bezoeken (twee ochtend- en één avondinventarisaties) uitgevoerd binnen de zomer/kraamperiode en twee avondbezoeken in de paarperiode Zie ook onderstaande tabel. Tijdens de eerste inventarisatie op 27 mei zijn rond zonsopkomst invliegende gewone dwergvleermuizen gezien. Het betrof circa 15 invliegende dieren en de invliegopening bevond zich op de overgang tussen de metalen daklijst en de gemetselde muur. Zie figuur 5.1. Om na te gaan of de aangetroffen verblijfplaats een zomerverblijfplaats of een kraamkolonie betrof, is een extra avondinventarisatie uitgevoerd ten opzichte van de vereisten in het protocol. Na overleg met de Zoogdiervereniging is besloten om een extra (avond-)bezoek uit te voeren in de kraamperiode; indien er na het uitvliegen van de dieren nog sociale geluiden in het verblijf te horen zijn; betreft het een kraamkolonie. Echter, bij de inventarisaties van 18 juni (ochtend) en 14 juli (avond) zijn in beide gevallen geen in- dan wel uitvliegende dieren gezien en geen sociale geluiden in de spouw gehoord. Op basis daarvan is geconcludeerd dat er geen sprake is van een kraamkolonie en dat de aangetroffen verblijfplaats een zomerverblijfplaats betreft. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van batdetectors van het type Petterson D240x in combinatie met opname apparatuur van Edirol. Tabel 4.1: overzicht uitgevoerde inventarisatierondes. Weersomstandigh Datum Soort(en) Tijden Gericht op Detailinfo eden 8 C, 1 Bft W, droog, Zomerverblijven, 27 mei 2015 Vleermuizen 03:45-05:30 Zon op: 05:31 onbewolkt kraamkolonies 15 C, 2 Bft W, Vleermuizen Zomerverblijven, 18 juni 2015 droog, geheel 03:30-05:15 Zon op: 05:19 rugstreeppad kraamkolonies bewolkt 14 juli augustus september 2015 Vleermuizen rugstreeppad Vleermuizen rugstreeppad Vleermuizen rugstreeppad 17,5 C, 2 Bft W, droog, geheel bewolkt 14 C, 3 Bft ZW, droog en onbewolkt 14 C, 2 Bft Z, grotendeels droog en half bewolkt 21:50-23:50 22:30-0:45 22:00-0:00 * weersomstandigheden op locatie en/of volgens weerstation De Bilt KNMI. Zomerverblijven, kraamkolonies Paar- en zomerverblijven, aanwijzingen voor winterverblijven Paarverblijven, zomerverblijven, aanwijzingen voor winterverblijven Zon onder: 21:55 Zon onder: 20:58 (bij start motregen) Zon onder 19:58 (Af en toe een bui) Pagina 5 van 5

6 Rugstreeppad Binnen het plangebied is geen voortplantingsbiotoop voor rugstreeppadden (water) aanwezig en ten tijde van het eerste veldbezoek is het plangebied ook niet gekarakteriseerd als leefgebied. Echter, tijdens het ochtendbezoek van 18 juni is s ochtends om 3:30 uur een rugstreeppad waargenomen, die in een hoekje onder de voordeur van de school kroop. Daarop is tijdens hetzelfde bezoek en ieder volgende bezoek specifiek aandacht besteed aan het voorkomen van rugstreeppadden in het plangebied. Daarbij is tijdens de inventarisaties naar vleermuizen ook gelet op de aanwezigheid van rugstreeppadden en specifiek gezocht naar mogelijke verblijfplaatsen in het plangebied. Er zijn, na de vondst van 1 exemplaar op 18 juni, geen rugstreeppadden meer aangetroffen, ook niet op de bekende schuilplek. 4.2 Actualiteit inventarisatiegegevens Wanneer heeft de inventarisatie plaatsgevonden? In geval van Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijnsoorten mag het veldonderzoek niet ouder zijn dan drie jaar. In overige gevallen geldt een periode van vijf jaar. De in paragraaf 4.1 genoemde inventarisaties zijn uitgevoerd in de periode mei september Locatie inventarisatie Geef op kaart aan welk gebied u heeft onderzocht. Het onderzoeksgebied is het gebied onder de invloedsfeer van uw werkzaamheden. Dit gebied kan ruimer zijn dan uw plangebied. Figuur 4.2: Ligging van het onderzochte gebied rondom de te slopen school in Zegveld. In rood het plangebied voor sloop, in blauw de contour van de tweede inventarisatie op 18 juni. Pagina 6 van 6

7 5 ECOLOGISCH INVENTARISATIE: RESULTATEN Beantwoord onderstaande vragen per aangevraagde soort(groep). 5.1 Plantensoort: groeiplaatsen Vraagt u aan voor een plantensoort? Welke groeiplaatsen van de plantensoort zijn in het plangebied aanwezig? Geef op kaart de groeiplaatsen aan. Wat is de omvang van de groeiplaats(en)? Niet van toepassing 5.2 Plantensoort: verspreiding Beschrijf de verspreiding van de plantensoort in de omgeving van het plangebied. Is de populatie geïsoleerd? Leg daarbij een relatie met uw antwoord op vraag 4.1. Niet van toepassing 5.3 Plantensoort: omgevingscheck Welke eisen stelt de soort aan zijn leefomgeving? Zijn er in de omgeving van het plangebied alternatieven voor de soort beschikbaar? Zo ja, geef op kaart deze alternatieven aan. Niet van toepassing 5.4 Diersoort: a) Zijn in het plangebied nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de diersoort aanwezig? Voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen zijn onder meer kraamkolonies, paarverblijven en overwinteringsplaatsen. Geef op kaart deze voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen aan. Vleermuizen In het plangebied is één zomerverblijfplaats van gewone dwergvleermuis aanwezig. Vanwege het ontbreken van sociale geluiden voorafgaand aan het invliegen van de vleermuizen op 27 mei en het feit dat de verblijfplaats niet meer gebruikt werd tijdens de overige inventarisaties, mag er van worden uitgegaan dat het om een zomerverblijfplaats gaat. Bij het invliegen is het aantal gewone dwergvleermuizen dat hier gebruik van maakte geschat op circa 15 dieren. Voor de locatie zie figuur 5.1 (rode cirkel). Tijdens de inventarisaties van 18 augustus en 14 september zijn geen paarverblijven van vleermuizen vastgesteld. In de omgeving zijn wel roepende gewone dwergvleermuizen gehoord, maar deze vertoonden geen binding met de school. Geconcludeerd mag worden dat er geen paarverblijven binnen het plangebied aanwezig zijn. Pagina 7 van 7

8 Figuur 5.1: Locatie invliegopening zomerverblijfplaats (rood) en schuilplaats van rugstreeppad (geel). Rugstreeppad In het plangebied is één schuilplaats van rugstreeppad aanwezig. Deze schuilplaats was enkel op 18 juni in gebruik; bij overige inventarisaties was deze schuilplaats niet in gebruik. Voor de locatie zie figuur 5.1 (gele cirkel). b) Wat is de omvang van de populatie? Vleermuizen Circa 15 gewone dwergvleermuizen in 1 vastgestelde verblijfplaats, aangetroffen bij één inventarisatie. Rugstreeppad Met zekerheid 1 rugstreeppad in 1 vastgestelde verblijfplaats, aangetroffen bij één inventarisatie. c) Maakt de populatie deel uit van een netwerk? Beschrijf hier het netwerk. Leg daarbij een relatie met uw antwoorden op vragen 4.4, 4.5, 5.4 en 5.5. Vleermuizen Het vastgestelde zomerverblijf is een groot deel van het onderzoeksseizoen 2015 niet in gebruik geweest. Tevens zijn er geen paarverblijven vastgesteld, maar er zijn wel roepende gewone en ruige dwergvleermuizen gehoord in de omgeving van het gebouw. In het plangebied en het direct omringende gebied zijn voornamelijk foeragerende vleermuizen aangetroffen; de hoge bomen naast het schoolgebouw (binnen het plangebied), de bomen langs de watergang en de watergang zelf (beide buiten het plangebied) trokken de meeste vleermuizen. Vanwege de grootte en ligging in de bebouwde kom van Zegveld is het aannemelijk dat de verblijfplaatsen van deze vleermuizen dichtbij liggen. Er zijn echter geen gegevens beschikbaar over netwerk omdat alleen de planlocatie onderzocht is. Gezien het feit dat bekend is dat vleermuizen in netwerken van verblijven leven, de vleermuizen slechts een deel van de onderzoeksperiode aanwezig waren in het aangetroffen verblijf en dat belangrijk foerageergebied en vliegroutes ontbreken, is de locatie van beperkt belang voor een eventueel netwerk. Pagina 8 van 8

9 Rugstreeppad De vastgestelde schuilplaats is een groot deel van het onderzoeksseizoen 2015 niet in gebruik geweest. Er zijn geen overige schuilplaatsen vastgesteld. Zegveld is een klein dorp in het midden van het Groene Hart, waar de rugstreeppad veelvuldig voorkomt. Het is de verwachting dat het netwerk van de lokale populatie, bestaande uit voortplantingswater, landhabitat en overwinterplaatsen, zich in en rond de tuinen van de woningen in/aan de rand van Zegveld en omstreken en op de erven van boerderijen rond Zegveld bevindt. Er zijn echter geen gegevens beschikbaar over netwerk omdat alleen de planlocatie onderzocht is. Gezien het feit dat bekend is dat het leefgebied van de rugstreeppad uit een netwerk van verschillende locaties met elke een eigen functie bestaat, de rugstreeppad slechts een deel van de onderzoeksperiode aanwezig waren in de aangetroffen dagschuilplaats, andere functies in het plangebied ontbreken en het slechts één individu is aangetroffen, is de locatie van beperkt belang voor een eventueel netwerk. 5.5 Diersoort: foerageergebieden, migratie- en vliegroutes Zijn er foerageergebieden, migratie- en vliegroutes aanwezig in het plangebied?. Zijn deze essentieel voor de functionaliteit van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen (binnen of buiten het plangebied)? Geef op kaart deze andere ecologische functies aan. Vleermuizen Tijdens het onderzoek zijn geen essentiële foerageergebieden en geen vlieg- en/of migratieroutes van vleermuizen aangetroffen. Vleermuizen op route (vlieg- en migratieroute) zijn niet waargenomen. Gedurende de inventarisaties zijn foeragerende gewone en ruige dwergvleermuizen gehoord, die voornamelijk gebonden waren aan de hoge bomen op het schoolplein (binnen het plangebied) en de bomen langs de watergang en de watergang zelf (buiten het plangebied). Deze elementen tezamen vormen, door de beschutting van de bomen, in combinatie met het voedselaanbod van de bomen en de watergang, een foerageergebied, dat voor slechts circa een kwart binnen het plangebied ligt. Het foerageergebied is echter niet essentieel voor de functionaliteit van de verblijfplaats in het plangebied, gezien de aantallen vleermuizen die hier gebruik van maken en het feit dat ze tijdens de inventarisaties enkel aan het begin van de avond aanwezig zijn. Daarbij hebben de geplande werkzaamheden geen effect op het foerageergebied, aangezien de bomen en de watergang buiten het plangebied niet worden aangetast en een deel van de bomen binnen het plangebied behouden blijft. Rugstreeppad Er zijn tijdens het onderzoek geen aanwijzingen gevonden dat de rugstreeppad het plangebied gebruikt als foerageergebied of migratieroute. 5.6 Diersoort: omgevingscheck Welke eisen stelt de soort aan zijn leefomgeving? Zijn er in de omgeving van het plangebied alternatieven voor de soort beschikbaar? Geef op kaart deze alternatieven aan. Kan de soort deze alternatieven op eigen kracht bereiken? Zorg dat uw beschrijving in ieder geval deze vragen beantwoord. Vleermuizen In de directe omgeving (in een straal van circa 500 m) zijn voldoende mogelijk geschikte verblijven aanwezig die fungeren als alternatief voor het zomerverblijf dat verloren gaat. Zie ook figuur 5.4. Daarbij is voldoende variatie in ligging (zowel zuidgerichte delen die warmer zijn, als noordelijk georiënteerde gebouwdelen die koeler zijn) zodat zowel kraam-, zomer- als paarverblijven en winterverblijven van solitaire dieren verwacht mogen worden. De alternatieven zijn woningen uit de jaren 70/ 80 en hebben dezelfde technische kenmerken als de school, zoals een gemetselde muur met een open spouw. Daarbij hebben de woningen een aantal bouwkundige kenmerken, waarvan Pagina 9 van 9

10 bekend is dat gewone dwergvleermuizen deze geregeld gebruiken als verblijfplaats, zoals ruimte langs overhangende dakpannen om tussen dakpannen en dakbeschot en mogelijk ook de spouw te komen. Het is daarom vrijwel zeker dat de woningen in de directe omgeving van het plangebied geschikte alternatieve verblijfplaatsen biedt voor de aangetroffen soort en functie. Om de negatieve effecten op te vangen zullen, zijn in de directe omgeving voldoende alternatieve nestlocaties en leefgebied aanwezig. Omdat het voornemen geen foerageergebied of vliegroutes aantast, zijn deze niet betrokken in de omgevingscheck. Figuur 5.4: Woningen in de omgeving (als voorbeeld dienen hier links: Prinses Beatrixstraat, rechts Willem Alexanderstraat) met voor vleermuis geschikte elementen kunnen als alternatieve verblijfplaats dienen. (bron foto: Google Streetview) Rugstreeppad De verblijfplaats van de rugstreeppad in het plangebied maakt deel uit van een netwerk aan verblijfplaatsen in het landbiotoop. In de directe omgeving (in een straal van circa 500 m) zijn voldoende mogelijk geschikte locaties aanwezig, in de vorm van tuinen van woningen, openbaar groen en boerenerven, die fungeren als alternatief voor de verblijfplaats die verloren gaat (zie ook figuur 5.5). Gezien de aard van de woningen, openbaar groen en boerderijen in de directe omgeving van het plangebied mag worden aangenomen dat er geschikte alternatieve verblijfplaatsen voor de aangetroffen soort en functie in de directe omgeving aanwezig zijn. Om de negatieve effecten van de werkzaamheden op te vangen, zijn in de directe omgeving voldoende alternatieven aanwezig. Omdat het voornemen geen voortplantingsgebied aantast, zijn is deze functie niet betrokken in de omgevingscheck. Pagina 10 van 10

11 Figuur 5.5: In de omgeving van het plangebied (rode cirkel) zijn veel groene achtertuinen en groenstroken aanwezig. Ook zijn in de nabijheid van Zegveld boerderijen met erven aanwezig. Deze locaties kunnen voorzien in dag- en winterschuilplaatsen en voortplantingswater. Helaas zijn hier geen goede foto s van beschikbaar. (bron: Google Maps) 6 EFFECTEN Beantwoord onderstaande vragen per soort 6.1 Effect werkzaamheden: kwaliteit Wat is het effect van uw werkzaamheden op de soort? Leg daarbij een relatie met de resultaten van uw ecologische inventarisatie en alle voorgaande punten. Hou er rekening mee dat bepaalde werkzaamheden ook effect buiten het eigenlijke plangebied kunnen hebben. Maak daarnaast onderscheid in tijdelijke, permanente en cumulatieve effecten 1. Tijdelijke effecten. Tijdelijke effecten van de voorgenomen sloop zijn het verstoren en verwijderen van een vaste rust- en verblijfplaats (art. 11 Ff-wet) van gewone dwergvleermuis en rugstreeppad. De effecten kunnen niet voorkomen worden door de aard van de werkzaamheden, maar de negatieve gevolgen van deze effecten worden opgevangen door het beschikbaar zijn van alternatieve verblijfplaatsen in de directe omgeving (zie paragraaf 5.6). Verdere overtreding van de Flora- en faunawet wordt voorkomen door het nemen van een pakket aan mitigerende maatregelen, zoals het tijdig ongeschikt maken van verblijfplaatsen, de aanwezigheid van alternatieve verblijfplaatsen in de omgeving en het werken onder ecologische begeleiding (zie paragraaf 8.1). Verder kan het gebruik van bouwverlichting een beperkte tijdelijke verstoring van foeragerende vleermuizen zijn (art. 11 Ff-wet). Door geen nachtelijke verlichting toe te passen of aangepaste en vleermuisvriendelijke verlichting te gebruiken kan dit echter voorkomen worden. Permanente effecten. Er treden geen permanente effecten op, omdat er voldoende alternatieve verblijfplaatsen terug worden aangebracht voor gewone dwergvleermuis. Deze compenserende verblijfplaatsen worden gerealiseerd conform de soortenstandaard en ze zullen voldoende 1 Door verschillende projecten kan er een versterkend effect zijn op de populatie die groter is dan het effect van uw project op zich. U dient al deze extra effecten mee te nemen in uw beoordeling. Pagina 11 van 11

12 gedifferentieerd in oriëntatie en daarmee microklimaat zijn (zie ook hoofdstuk 8). Bij de plaatsing van de alternatieve verblijfplaatsen kan de gewenningsperiode uit de soortenstandaard niet worden aangehouden; de alternatieve verblijfplaatsen worden zo snel mogelijk opgehangen, in ieder geval voor 1 april Bij de bouw van de nieuwe woningen zullen permanente vleermuisvoorzieningen worden aangebracht (bij voorkeur inwendig), die geschikt zijn voor de aangetroffen soort en functie. Voor rugstreeppad geldt dat door de sloop van de school slechts een zeer klein deel van het leefgebied wordt aangetast. De verblijfplaats is slechts éénmaal in 2015 in gebruik waargenomen; de soort schuilt derhalve veelal op andere locaties. Het verdwijnen van deze verblijfplaats levert een dusdanig geringe aantasting van de functionele leefomgeving van rugstreeppad op, dat dit geen relevante aantasting van de functionaliteit betreft. Derhalve zijn er geen permanente effecten op de soort, zodat compensatie niet nodig is. Na de bouw van de woningen zullen de tuinen ook opnieuw mogelijkheden bieden voor dag- en mogelijk winterverblijven voor rugstreeppad. Cumulatieve effecten. Er treden geen kwalitatieve cumulatieve effecten op; er zijn geen andere projecten bekend met negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis en rugstreeppad in de omgeving. De bebouwing rond het plangebied blijft behouden en blijft geschikt voor gewone dwergvleermuis en er vindt tevens compensatie plaats voor gewone dwergvleermuis. In het recente verleden zijn ook geen werkzaamheden uitgevoerd binnen het plangebied met negatieve effecten op gewone dwergvleermuizen en rugstreeppad. 6.2 Effect werkzaamheden: kwantiteit Wat is het effect van uw werkzaamheden op de oppervlakte van het leefgebied van de soort? Een voorbeeld is vernietiging van het habitat door de bouw of sloop van woningen. Hou er rekening mee dat bepaalde werkzaamheden ook effect buiten het eigenlijke plangebied kunnen hebben. Maak daarnaast onderscheid in tijdelijke, permanente en cumulatieve effecten. Tijdelijke effecten. Het aanbod aan verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuizen in het plangebied neemt tijdelijk af door de sloop. Dit heeft echter geen negatieve gevolgen voor de soort omdat in de directe omgeving afdoende alternatieve verblijfplaatsen beschikbaar zijn (zie paragraaf 5.6) en voorzien wordt in compensatie van verblijfplaatsen. De hoeveelheid, soort en ligging etc. van de alternatieve verblijfplaatsen zijn gelijkwaardig aan de oorspronkelijke verblijfplaatsen en conform de soortenstandaard. Permanente effecten. Het aanbod aan verblijfplaatsen in het plangebied neemt slechts tijdelijk af. Als gevolg van de geplande werkzaamheden zullen alternatieve verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis worden geplaatst conform de eisen uit de soortenstandaard. Deze zullen zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 april worden geplaatst. Bij de bouw van de nieuwe woningen zullen permanente vleermuisvoorzieningen worden aangebracht (bij voorkeur inwendig), die geschikt zijn voor de aangetroffen soort en functie. Daarmee zullen er geen permanente negatieve effecten op de soort optreden. Voor rugstreeppad geldt dat door de sloop van de school slechts een zeer klein deel van het leefgebied van de rugstreeppad wordt aangetast. De verblijfplaats is slechts éénmaal in 2015 in gebruik waargenomen; de soort schuilt en overwintert derhalve veelal op andere locaties. Het verdwijnen van deze verblijfplaats levert een dusdanig geringe aantasting van de functionele leefomgeving van rugstreeppad op, dat dit geen relevante aantasting van de functionaliteit betreft. Derhalve zijn er geen permanente effecten op de soort, zodat compensatie niet nodig is. Cumulatieve effecten. Er treden geen kwantitatieve cumulatieve effecten op; er zijn geen andere projecten bekend met negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis en de rugstreeppad in de omgeving. De bebouwing rond het plangebied blijft behouden en blijft geschikt voor gewone dwergvleermuis en er vindt tevens compensatie plaats voor gewone dwergvleermuis. In het recente verleden zijn ook geen werkzaamheden uitgevoerd binnen het plangebied met negatieve effecten op gewone dwergvleermuizen en rugstreeppad. Pagina 12 van 12

13 6.3 Effect werkzaamheden: monitoren Hoe gaat u het effect van uw werkzaamheden op de soort kritisch volgen tijdens de uitvoering? Wie gaat de effecten van uw werkzaamheden kritisch volgen? Beschrijf de deskundigheid van deze personen. De voorgenomen werkzaamheden zullen ecologisch worden begeleid door deskundige ecologen van ATKB met ruime ervaring met onderzoek naar vleermuizen en rugstreeppadden en begeleiding van sloop. De ecologen zijn ook betrokken bij het uitvoeren van de mitigerende en compenserende maatregelen. De CV s van betrokken ecologen zijn bijgevoegd bij de ontheffingsaanvraag. 7 GUNSTIGE STAAT VAN INSTANDHOUDING Beantwoord onderstaande vragen per soort(groep). 7.1 Staat van instandhouding Wat is de staat van instandhouding van de soort? De landelijke staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis is gunstig. De landelijke staat van instandhouding van de rugstreeppad is beoordeeld als zeer ongunstig (Bronnen: soortenstandaards v2.0, december 2014, Afbreuk gunstige staat van instandhouding Doen uw werkzaamheden afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding? Onderbouw uw antwoord. Leg daarbij een relatie met uw antwoorden op de vragen over effecten en maatregelen. Gewone dwergvleermuis: De gewone dwergvleermuis komt algemeen voor in Nederland. De lokale populatie maakt voornamelijk in de zomer gebruik van het plangebied met zomerverblijfplaats. Doordat zorgvuldig gewerkt wordt (doden en verwonden wordt voorkomen) en er ruim voldoende alternatieve verblijfplaatsen aanwezig zullen zijn in de directe omgeving, komt de gunstige staat van instandhouding op geen enkel moment in gevaar. Rugstreeppad: de rugstreeppad komt in Nederland plaatselijk zeer algemeen voor, in polders in West-Nederland is de soort lokaal algemeen. De rugstreeppad is sinds 1950 veertig procent in verspreiding achteruit gegaan, waarbij de soort in netwerkverband leeft en plaatselijk in lage aantallen kan voorkomen. De rugstreeppad maakt gebruikt van het plangebied met 1 dagschuilplek. De overige aspecten, die onderdeel zijn van het leefgebied (jachtgebied, voortplantingswater, overwinterplekken en overige dagschuilplekken) bevinden zich buiten het plangebied. Op telmee.nl (via RAVON) blijkt in het km-blok waarin het plangebied ligt en de omringende km-blokken, de rugstreeppad voorkomt. Wij mogen daaruit aannemen dat de lokale populatie zich in Zegveld en het landelijk gebied rondom Zegveld bevindt. Doordat zorgvuldig gewerkt wordt (doden en verwonden wordt voorkomen) en er ruim voldoende alternatieve verblijfplaatsen aanwezig zijn in de directe omgeving, komt de gunstige staat van instandhouding op geen enkel moment in gevaar. Doordat zorgvuldig wordt gewerkt (zorgplicht) blijft het functionele leefgebied behouden en worden geen barrières tussen het plangebied en het overige leefgebied opgeworpen. 7.3 Zorgvuldig handelen Handelt u zorgvuldig? Leg daarbij een relatie met uw antwoord op vragen in paragraaf 7 (maatregelen). Pagina 13 van 13

14 Er wordt zorgvuldig gehandeld door het nemen van voorzorgsmaatregelen en werken onder ecologische begeleiding, waarbij wordt uitgegaan van de soortenstandaards. Zie hiervoor hoofdstuk 8, maatregelen. 8 MAATREGELEN Beantwoord de volgende vragen per maatregel. 8.1 Maatregelen Welke maatregel gericht op de aangevraagde soorten bent u van plan te nemen? Beschrijf de voorgenomen maatregel zo concreet mogelijk met voldoende detail. Om de beschermde soorten zoveel mogelijk te ontzien, zullen de volgende mitigerende en compenserende maatregelen worden genomen: Werken buiten de kwetsbare periode. - Omdat er sprake is van één zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis, is de kwetsbare periode vastgesteld op de periode april oktober (figuur 13 soortenstandaard gewone dwergvleermuis). Vanwege de gehanteerde planning in combinatie met de lange duur van de kwetsbare periode is het niet mogelijk om te werken buiten de kwetsbare periode van zomerverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (april oktober). Er zijn derhalve maatregelen nodig om verblijvende vleermuizen te voorkomen (zie volgende paragraaf). Bij het uitvoeren van de sloopwerkzaamheden wordt de kwetsbare periode zo veel mogelijk ontzien, door de start van de werkzaamheden te plannen na de periode van aangetoond gebruik (verblijfplaats wordt in de late lente / vroege zomer (eind mei) gebruikt). - Als kwetsbare perioden voor de rugstreeppad gelden de voortplantingsperiode (april tot juli) en de winterperiode (half oktober maart) (figuur 11 soortenstandaard rugstreeppad). In het plangebied is een dagschuilplaats waargenomen, die in de zomer wordt gebruikt, zodat bovenstaande kwetsbare perioden niet direct toepasbaar zijn. De kwetsbare periode van de rugstreeppad in het plangebied is de periode dat de volwassen dieren wakker zijn en op het land aanwezig zijn. Volgens figuur 12 van de soortenstandaard is de toepasbare kwetsbare periode half april oktober. Vanwege de gehanteerde planning in combinatie met de lange duur van de kwetsbare periode is het niet mogelijk om te werken buiten de kwetsbare periode van de rugstreeppad. Er zijn derhalve maatregelen nodig om verblijvende rugstreeppadden te voorkomen (zie volgende paragraaf). Omdat de werkzaamheden het niet toelaten om buiten in de kwetsbare perioden te werken, zullen de verblijfplaatsen tijdelijk ontoegankelijk gemaakt worden (zie volgende paragraaf). Ongeschikt en ontoegankelijk maken verblijfplaatsen Voor de sloop van de school zullen maatregelen genomen worden om te voorkomen dat de gewone dwergvleermuis en de rugstreeppad in het plangebied verblijven. Bij de uitvoering van de maatregelen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de kwetsbare perioden van de soorten (zie paragraaf werken buiten de kwetsbare periode ). De maatregelen voor de rugstreeppad worden juist wel in de kwetsbare periode genomen omdat de dieren in deze periode wakker zijn. De exacte methoden voor het ongeschikt maken zullen worden gespecificeerd naar de soort en het type verblijfplaats en worden bepaald in overleg met een ter zake kundige(n) op het gebied van gewone dwergvleermuis en rugstreeppad. In ieder geval zullen globaal de volgende maatregelen worden genomen: - de school wordt ongeschikt gemaakt voor verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis door gaten (circa 40x50cm) in de spouwmuur te maken, nadat een ecoloog heeft vastgesteld dat er geen vleermuizen aanwezig zijn. Pagina 14 van 14

15 - de toegang tot de verblijfplaats van de rugstreeppad wordt afgedicht op het moment dat de rugstreeppad geen gebruik maakt van de locatie. - de omgeving van de school wordt ontoegankelijk gemaakt voor rugstreeppad door middel van een amfibieënscherm. Aan de binnenzijde van het scherm zullen emmers worden ingegraven, zodat eventueel aanwezige dieren hier in vallen en buiten het plangebied kunnen worden uitgezet. Deze maatregel is tweeledig; door het plaatsen van een amfibieënscherm kunnen er geen rugstreeppadden meer het plangebied in en eventuele dieren die zich in het plangebied bevinden, worden voor de start van de werkzaamheden uit het plangebied verwijderd. Aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen De school zal door de sloop ongeschikt worden als verblijfplaats van gewone dwergvleermuis en rugstreeppad. Om de negatieve effecten op te vangen van het ongeschikt worden, kunnen de soorten ook gebruik maken van de mogelijkheden die in de directe omgeving aanwezig zijn, zoals beschreven in paragraaf 5.6. Voor de rugstreeppad geldt dat slechts één dagverblijfplaats in een netwerk van talloze verblijven wordt verwijderd. Het leefgebied ondervindt hier kwalitatief en kwantitatief nagenoeg geen effecten van. Daarom worden geen alternatieve verblijfplaatsen aangeboden. Voor de gewone dwergvleermuis zullen in de directe omgeving 4 alternatieve verblijfplaatsen worden geplaatst. Deze zullen conform de soortenstandaard worden geplaatst, d.w.z. de 4 nieuwe verblijfplaatsen zullen geschikt zijn voor minimaal hetzelfde aantal gewone dwergvleermuizen voor dezelfde functie. De verblijfplaatsen zullen worden gerealiseerd binnen 100 tot 200 meter van de oorspronkelijke verblijfplaatsen en buiten de invloedsfeer van de activiteiten, met een locatie die vergelijkbaar is aan (of beter van kwaliteit) dan de oorspronkelijke situatie (voor wat betreft hoogte, aanvliegroute en aanvliegruimte) en de locatie is vrij van kunstlicht, verstoring en buiten bereik van predatoren. De verblijfplaatsen worden zo geplaatst dat ze verschillende microklimaten bieden (door verschillende plaatsing t.o.v. noord-zuid), zoveel mogelijk dezelfde eigenschappen hebben als de oorspronkelijke verblijfplaatsen (qua bijvoorbeeld materiaalsoort en volume, met een vergelijkbare bufferwaarde wat betreft opwarmen en afkoelen) en aan gebouwen geplaatst worden. De vervangende verblijfplaatsen zullen van model B zijn. De verblijfplaatsen worden zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke locaties geplaatst worden op een zonnige plek met inachtneming dat de alternatieve locaties niet binnen het verstoringsgebied van de werkzaamheden mogen liggen en aansluiten op eventueel aanwezige vliegroutes. Het bepalen van de nieuwe verblijfplaatsen zal onder begeleiding van een gewone dwergvleermuisdeskundige worden gedaan. De vervangende verblijfplaatsen worden zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 april 2016 geplaatst. De vleermuizen kunnen hierdoor de verblijven ontdekken in de maanden april, mei en juni (start sloop 1 juli). Ondanks dat dit niet conform de gestelde 6 maanden gewenningsperiode uit de soortenstandaard is, kunnen de vleermuizen wel wennen aan de. Omdat de aangetroffen verblijfplaats maar een korte periode in gebruik was, en het gebruik ervan tijdens de overige inventarisaties niet meer is vastgesteld, kan worden gesteld dat de lokale populatie gewone dwergvleermuizen de aangetroffen verblijfplaats van beperkt belang is en dat er overige verblijfplaatsen uit het netwerk in de omgeving aanwezig zijn. Zodoende kan worden gesteld dat het plaatsen van de alternatieve verblijfplaatsen met een gewenningsperiode korter dan 6 maanden geen negatieve effecten heeft op de gewone dwergvleermuizen in het plangebied.. Na de sloop van de basisschool worden in het plangebied nieuwe woningen gebouwd. Als eis voor de bouw van de nieuwe woningen zal worden opgenomen dat deze moeten worden voorzien van permanente voorzieningen voor gewone dwergvleermuis, bij voorkeur in de vorm van een inbouwvoorziening. Door de voorgenomen werkzaamheden worden geen vliegroutes en/of foerageergebied van gewone dwergvleermuis aangetast; hier hoeven dan ook geen maatregelen voor te worden genomen. Pagina 15 van 15

16 Vermijden lichtverstoring Bij de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden zal geen licht worden gebruikt in de nachtelijke uren, zodat lichtverstoring van foeragerende vleermuizen wordt voorkomen. Indien het gebruik van lichtbronnen in de nachtelijke uren nodig is bijvoorbeeld voor veiligheid of bewaking zal uitstraling naar de omgeving voorkomen worden of wordt gebruik gemaakt van vleermuisvriendelijke verlichting met gerichte armaturen. Inschakelen deskundige Voor inhoudelijk advies en ecologische begeleiding voor het uitvoeren van de sloop heeft de gemeente Woerden ATKB ingeschakeld; zij beschikt over meerdere deskundigen op het gebied van gewone dwergvleermuis en/of rugstreeppad. De deskundigen voldoen allen aan de definitie van ter zake kundige die het ministerie van EZ daaraan stelt (zie ook soortenstandaards). De CV s van de in te schakelen deskundigen zijn opgenomen als bijlage. Opstellen ecologisch werkprotocol Een deskundige (of team van deskundigen) op het gebied van gewone dwergvleermuizen en rugstreeppad stelt een ecologisch werkprotocol op. Het ecologisch werkprotocol zal op de locatie aanwezig zijn en de inhoud zal bij alle betrokkenen bekend zijn. De activiteiten zullen aantoonbaar volgens dit protocol worden uitgevoerd. In het ecologisch werkprotocol staat o.a. omschreven welke maatregelen getroffen worden om effecten op beschermde soorten te voorkomen. Ook staat erin hoe te handelen als deze effecten toch optreden. Er staat onder andere in vermeld: in welke periode gewerkt wordt; welke activiteiten op welke locatie(s) en op welk moment plaatsvinden; welke maatregelen worden genomen en wat daarmee wordt gerealiseerd voor de gewone dwergvleermuis en/of rugstreeppad; wanneer begeleiding door een deskundige op het gebied van gewone dwergvleermuis en/of rugstreeppad noodzakelijk is wie die deskundige is, of in het geval van meerdere deskundige; wie ze zijn, en wat de deskundige(n) exact gaat doen. 8.2 Locatie maatregel Is de uitvoering van de maatregel locatie gebonden? Geef dan op de kaart de locaties aan. Zie paragraaf 2.1 en figuren 2.1 en Doel maatregel Welke doel wilt u met de maatregel bereiken? Bijvoorbeeld het voorkomen van overtreden van een bepaalde verbodsbepaling voor een soort. Of het compenseren van afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Het doel van de voorgenomen maatregelen is het geheel voorkomen van overtreding van artikel 9 (doden en verwonden) en het minimaliseren van de kans op overtreding van artikel 11 (verstoren, beschadigen en vernielen van verblijfplaatsen). 8.4 Effectiviteit maatregel Waarom is het aannemelijk dat de maatregel effectief zal zijn? Betrek bij uw antwoord de lokale omstandigheden. Leg daarbij een relatie met uw antwoorden in paragraaf 3. De maatregelen zijn bewezen effectief (o.a. ongeschikt maken bestaande verblijfplaatsen, ontoegankelijk maken plangebied, plaatsen alternatieve verblijfplaatsen) en als zodanig in de soortenstandaarden van getroffen soorten opgenomen. Door het nemen van bewezen effectieve Pagina 16 van 16

17 maatregelen, en deze toe te passen op een ecologisch juiste manier, onder ecologische begeleiding door een ter zake kundige, worden negatieve effecten op soorten en daarmee overtreding op de Flora- en faunawet voorkomen. Door deze combinatie van factoren is het zeker dat de maatregelen effectief zullen zijn. Daar waar blijkt dat de lokale omstandigheden dusdanig anders zijn dan gebruikelijk waardoor de maatregelen niet goed functioneren, zullen de maatregelen worden aangepast. De exacte methode is uiteraard afhankelijk van de lokale en specifieke omstandigheden en zullen door de ter zake kundige(n) op basis van expert judgement worden bepaald. Afwijkingen ten opzichte van de voorgenomen maatregelen worden vastgelegd in het ecologisch logboek. 8.5 Afhankelijk Bent u voor de uitvoering of instandhouding van de maatregel afhankelijk van derden? Ja. De Gemeente Woerden (initiatiefnemer) is eigenaar van de school. De woningen, waar de tijdelijke vervangende verblijfplaatsen worden geplaatst, zijn allen particulier eigendom. Reeds in de voorbereidingsfase van de werkzaamheden is contact gelegd door de gemeente Woerden, om uitleg te geven over en toestemming te vragen voor het plaatsen van de vervangende vleermuiskasten. De eis dat in de nieuwbouw permanente voorzieningen voor gewone dwergvleermuis moet worden ingebouwd, wordt vastgelegd in het de officiële stukken. 8.6 Uitvoering maatregel: monitoren Is de maatregel functioneel, voordat u met uw werkzaamheden begint? Leg daarbij een relatie met uw antwoord op vraag 2.4. Wie gaat de functionaliteit van de maatregel bepalen? Beschrijf de deskundigheid van deze persoon. Voor aanvang van de sloop zal de school, onder ecologische begeleiding ongeschikt gemaakt worden voor gewone dwergvleermuis en rugstreeppad en zal het plangebied ontoegankelijk gemaakt worden voor rugstreeppad. Deze maatregel heeft als doel om overtreding van verbodsbepalingen te voorkomen en is functioneel voordat de mogelijke overtreding optreedt. De alternatieve verblijfplaatsen voor gewone dwergvleermuis zijn ten tijde van het ongeschikt maken reeds aanwezig. De exacte methode van ongeschikt maken, het aanbieden van de alternatieve verblijfplaatsen, het begeleiden van deze genoemde methoden wordt bepaald door een ter zake kundige van ATKB. Alle in te zetten deskundigen voldoen aan de definitie van ter zake kundige van het ministerie van EZ en zoals deze ook in de soortenstandaarden zijn verwoord. 9 ALTERNATIEVEN Vraagt u aan voor een zwaar beschermde soort? Beantwoord dan ook de vragen in deze paragraaf. Maak zonodig onderscheid per soort(groep). 9.1 Alternatieve locatie Welke alternatieve locaties voor uw project heeft u overwogen waardoor uw werkzaamheden geen of minder schadelijke effecten hebben voor de soort? Onderbouw waarom deze alternatieve locaties niet mogelijk zijn. De voorgenomen werkzaamheden betreffen de sloop van deze school, zodoende zijn de werkzaamheden specifiek voor dit plangebied. Er zijn geen alternatieve locaties beschikbaar voor het project. Pagina 17 van 17

18 9.2 Alternatieve inrichting Welke alternatieve inrichtingsplannen heeft u overwogen waardoor uw werkzaamheden geen of minder schadelijke effecten hebben voor de soort? Onderbouw waarom deze alternatieve inrichtingsplannen niet mogelijk zijn. De voorgenomen werkzaamheden betreffen de sloop van de school in het plangebied, waarna er op het terrein nieuwe woningen zullen worden gebouwd. De exacte details van de nieuwe woningen zijn nog niet bekend, evenals de inrichting van het plangebied. Als eis zal echter worden vastgelegd dat in de nieuwbouw permanente voorzieningen voor gewone dwergvleermuizen moet worden opgenomen, die geschikt zijn voor de functie die is vastgesteld. 9.3 Alternatieve werkwijze Welke alternatieve werkwijze heeft u overwogen waardoor uw werkzaamheden geen of minder schadelijke effecten hebben voor de soort? Onderbouw waarom deze alternatieve werkwijzen niet mogelijk zijn. Door het nemen van mitigerende maatregelen (zie hoofdstuk 8), waardoor negatieve gevolgen op beschermde soorten zoveel mogelijk worden voorkomen, zal reeds een alternatieve werkwijze gevolgd worden ten opzichte van de normale werkwijze. Alternatieve werkwijzen ten opzichte van de voorgenomen werkzaamheden zijn niet voorhanden. De school is door het lage aantal kinderen in Zegveld overbodig geworden en een alternatieve functie voor het pand, dat is gebouwd in de jaren 80 van de vorige eeuw, is er niet. Verkoop van het pand door de gemeente Woerden aan een ander partij bleek niet haalbaar. 9.4 Alternatieve planning Welke alternatieve planning heeft u overwogen waardoor uw werkzaamheden geen of minder schadelijke effecten hebben voor de soort? Wilt u uw werkzaamheden uitvoeren tijdens de kwetsbare periode van de soort? Onderbouw waarom het uitvoeren van de werkzaamheden buiten de kwetsbare periode niet mogelijk is. Bij de planning van de voorgenomen sloop wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de kwetsbare perioden van de beschermde soorten en de gewenningstijd van de vleermuizen voor de alternatieve verblijfplaatsen. De opdrachtgever heeft echter geen mogelijkheden om de start van de sloop dermate te vertragen dat ze plaats vindt buiten de kwetsbare perioden. De start van de sloopwerkzaamheden staat gepland voor 1 juli Hierbij wordt de kwetsbare periode van het zomerverblijf zo veel mogelijk ontzien, aangezien uit het vleermuisonderzoek is gebleken dat de verblijfplaats in de late lente / vroege zomer (eind mei) wordt gebruikt. De start van de sloop zal buiten de kwetsbare periode van de soorten plaatsvinden. Zodoende hebben de dieren de tijd om te wennen aan de werkzaamheden en hun verblijfplaats dusdanig te kiezen dat zij geen last hebben van de werkzaamheden. Pagina 18 van 18

19 10 ONDERBOUWING WETTELIJK BELANG In de digitale aanvraag is weinig ruimte om het wettelijk belang te onderbouwen; vandaar dat hier een extra hoofdstuk in het format is toegevoegd voor de onderbouwing. Wij vragen een ontheffing aan op basis van belang e) Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten en op basis van belang j) ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Probleemstelling Door een teruglopend aantal kinderen in het dorp Zegveld nam het aantal leerlingen voor de school dusdanig af dat de school heeft moeten sluiten, waardoor de voormalige basisschool leeg is komen te staan. Er is geen zicht op een omkeer van deze trend. Herontwikkeling of ingebruikname van de school is niet mogelijk, omdat de school op een dusdanige wijze is gebouw dat het gebouw ongeschikt is voor andere doeleinden, zoals wonen. Sloop is dan ook noodzakelijk om de ruimte te herontwikkelen. Binnen Zegveld en de gemeente Woerden is een grote behoefte aan woningen. Vanwege het dorpse en landelijke karakter van het kleinschalige dorp is uitbreiding aan de randen van het dorp ongewenst. De locatie van de voormalige basisschool is daarom zeer gewenst als inbreidingslocatie. Bijdrage project aan oplossing Er zijn twee mogelijke bestemmingen van de grond: - woningbouw - bouw van zorgappartementen De gemeente heeft aangegeven dat als er sprake is van woningbouw, deze gericht moet zijn op een doelgroep die uit sociale huurwoningen komt. Door de verkoop van deze woningen komen woningen in de sociale huur vrij.; Er is (ook landelijk) een grote krapte op de markt voor sociale, betaalbare huurwoningen, zodat ontwikkeling van woningen in het instapsegment kan bijdragen aan dit probleem in Zegveld/gemeente Woerden. Openbaar belang Er is sprake van een openbaar belang omdat de ontwikkeling niet ten gunste is van slechts een of enkelen. Niet alleen de nieuwe bewoners profiteren, ook indirect zijn er effecten doordat sociale huurwoningen vrijkomen. Vanwege het grote tekort aan sociale huurwoningen, dat hiermee deels wordt opgelost, is ons inziens daarom sprake van een groot openbaar belang en niet van een particulier belang. Groter gewicht In uw uitleg van de onderbouwing van een groot openbaar belang geeft u aan dat er ook sprake moet zijn van een groter gewicht, wat doorgaans het geval is als de ontwikkeling op lange termijn een gunstig effect heeft (niet gericht op de korte termijn). De school staat al jaren leeg, en de woningnood in het lagere segment (in voornamelijk de huursector) is groot. Het realiseren van goedkope koopwoningen om de doorstroom te bevorderen kan daarom niet gezien worden als een korte termijn oplossing, maar komt voort uit acute en actuele noodzaak. De woningen hebben uiteraard een blijvend karakter, het is geen tijdelijke oplossing. Ons inziens is daarom sprake van een groter gewicht. Woonvisie De gemeente Woerden heeft, als één van de speerpunten van het Collegeprogramma de Woonvisie Woerden opgesteld (mei 2015, zie bijlage 4)). De woonvisie biedt een kader voor het woonbeleid in de gemeente en hierin worden o.a. woningvoorraad, nieuwbouw, doorstroming en scheefwonen en duurzaamheden besproken. Pagina 19 van 19

20 In Zegveld is 73% van de bestaande woningvoorraad koopwoning, waarvan echter maar 8% een waarde heeft van ,- of minder en 13% een waarde van ,- of minder. Sociale huurwoningen maken 18% van het woonaanbod in Zegveld uit, waarvan meer dan 20% bezet wordt door de hogere inkomen (tot aan de liberalisatiegrens). Voor deze groep zijn echter nauwelijks koopwoningen beschikbaar, zodat het probleem van scheefwonen in de huidige omstandigheden niet kan worden opgelost. Voorts is bekend dat in de dorpskernen meer vraag is naar koopwoningen dan naar huurwoningen. In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Utrecht is voor de gehele gemeente Woerden een woningbehoefte opgenomen van (netto) woningen voor de periode , waarvan reeds 198 woningen zijn gerealiseerd. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde productie van 200 woningen per jaar. Uitgaande van de specifieke wensen en behoeften per dorpskern is er in Zegveld woonbehoefte aan koopwoningen uit het goedkopere segment. Als onderdeel van de Woonvisie is voor de dorpskern Zegveld de deelvisie Zegveld opgesteld (mei 12015). Voorafgegaan aan het opstellen van de woonvisie is overleg geweest met de inwoners van Zegveld (dorpssessie). Hierin kwam naar voren dat er bij de inwoners vraag is naar betaalbare woningen (tot ) en middeldure koopwoningen (tot ). In de deelvisie Zegveld is de behoefte van 10 koopwoningen per jaar voor Zegveld tot 2020 opgenomen. Het plangebied (de locatie Pionier) wordt in de Woonvisie genoemd als nieuwbouwlocatie en is nodig om de door de Provincie en gemeente vastgestelde woonbehoefte te voorzien. De afgelopen jaren is er veel overleg geweest met tussen de gemeente Woerden en diverse zorgaanbieders, stichtingen etc. over de exacte invulling van de herinrichting van het plangebied. Op dit moment is er serieus overleg met Dorpsplatform Zegveld over de ontwikkeling van het plangebied. Gesprekken zijn hierover nog gaande; concrete plannen over de inrichting van het terrein zijn nog niet bekend. Conclusie De bouw van de woningen valt uiteraard onder belang j) ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Echter, gelet op het bovenstaande, achten wij belang e) Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten tevens van toepassing. Met bovenstaande achten wij dwingende reden van groot openbaar belang voldoende onderbouwd om de tijdelijk negatieve effecten van het voornemen te rechtvaardigen. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis en de rugstreeppad is op geen enkel moment in het geding, en door de benoemde maatregelen worden permanente effecten geheel en tijdelijke effecten zoveel mogelijk voorkomen. Enige verstoring van dieren is echter niet geheel te voorkomen. Daartoe zijn maatregelen (hoofdstuk 8) opgenomen. 11 LITERATUUR 11.1 Gebruikte documenten Heeft u in uw antwoorden verwijzingen naar literatuur (rapporten, andere ontheffingen, beleidstukken, protocollen, standaarden) opgenomen? Neem dan een literatuurlijst op. Geef daarnaast aan welke documenten u aan deze aanvraag heeft toegevoegd. De volgende documenten zijn gebruikt voor dit projectplan: Soortenstandaard Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Versie 2.0, december Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Soortenstandaard Rugstreeppad Bufo calamita. Versie 2.0, december Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Pagina 20 van 20

21 Vleermuisprotocol Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Gegevensautoriteit Natuur, Vleermuisprotocol 2013, maart 2013 (zie hiervoor de websites: en Woonvisie Woerden Gemeente Woerden, d.d. 4 mei De volgende websites zijn gebruikt voor dit projectplan: Pagina 21 van 21

22 BIJLAGE 1

23

24 Curriculum Vitae D. van der Est Personalia Naam: Dirk van der Est Telefoon: Opleiding 2003 Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein (HBO) Afstudeerrichting Bos- en natuurbeheer Cursussen 2014 Rienk Gene (ZZP-er), cursus determinatie platte schijfhoren 2012 VCA-Vol 2011 Vogelcursus, Vogelwacht Utrecht 2009 Zoogdiervereniging, Cursus inventariseren vleermuizen 2007 RAVON, cursus herkenning zoetwatervissen 2006 KNNV Zuid Kennemerland, cursus Mossen 2005 IVN, De natuurgids cursus 2005 De Vlinderstichting, Vlinders en libellen herkennen Werkervaring Feb heden ATKB, projectleider bij de afdeling ecologie. Werkzaamheden: projectbegeleiding, kwaliteitstoetsen offertes en rapportages, acquisitie overheden en bedrijfsleven, ecologische advisering, rapportages en uitvoeren diverse ecologische onderzoeken flora en fauna Royal Haskoning. Adviseur ecologie Werkzaamheden: diverse ecologische onderzoeken, Toetsing diverse projecten aan de Flora- en faunawet Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur DLG Regio Zuid. Adviseur Flora- en faunawet Natuurmonumenten s Gravenland. Medewerker Programma Beheer/ Natuurdatabank Lidmaatschappen Vrijwilliger bij Stichting FLORON (floraonderzoek) Natuurgids van het IVN Vecht- en Plassengebied Relevante projecten Ecologisch onderzoek Ecologisch onderzoek vleermuizen ten behoeve van de sloop van 73 woningen aan de Ridderlaan in Wassenaar (Wassenaarse Bouwstichting, 2014), veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Ecologisch onderzoek biotoop, flora, amfibieën, reptielen, vissen, libellen en vlinders ten behoeve van de gedragscode Flora- en faunawet Noord-Holland (PNH, 2014), veldwerk, projectbegeleiding en opstellen rapportage. Ecologisch onderzoek flora, amfibieën, reptielen, vissen, libellen en vlinders ten behoeve van monitoringsprogramma Rijkswaterstaat in regio s Zeeland, Zuid-Holland en IJsselmeergebied (RWS CIV, 2014), projectbegeleiding en rapportage. Ecologisch onderzoek vleermuizen en flora ten behoeve van de sloop van twee schoolgebouwen, gelegen aan de Van de Spiegelstraat 23, Den Haag (SCOH, 2014), veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Ecologisch onderzoek vleermuizen en flora ten behoeve van de herontwikkeling van winkelcentrum Leidsehage, in Leidschendam (Unibail-Rodamco, 2014), veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Ecologisch onderzoek vleermuizen, flora en amfibieën ten behoeve van de sloop van een boerderij, gelegen aan de Barwoutswaarder 51, in Woerden (Gemeente Gorinchem, 2014), veldwerk en kwaliteitstoets rapportage.

25 Ecologisch onderzoek vleermuizen en broedvogels ten behoeve van de sloop van een boerderij, gelegen aan de Laagdalemseweg 1, in Gorinchem (Gemeente Gorinchem, 2014), veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Vleermuisonderzoek en advies plaatsen lichtmasten Heemsteedseweg (Gemeente Houten, 2013). Veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Vleermuisonderzoek Conradkade Den Haag (Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, 2013). Veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Ecologisch onderzoek vleermuizen bomen ARK tussen Houten en Nieuwegein (Van Doorn Geldermalsen, 2013). Veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Voorbereidende werkzaamheden Heelsumse Beek (Eelerwoude, 2013). Veldwerk voor vleermuizen, flora, vegetatie en amfibieën, rapportage. (Vleer)muizenonderzoek project Blankenburgtunnel (RPS Advies- en Ingenieursbureau, 2013). Veldwerk, gegevensverwerking en rapportage. Vleermuisonderzoek MER/OTB Beter Benutten A1 Bunschoten Hoevelaken (Rijkswaterstaat, 2013). Veldwerk en kwaliteitstoets rapportage. Ecologische adviesdiensten vervangen 13 km beschoeiing Steenwijk-Ossenzijl (Tebezo aannemingsbedrijf, 2013). Ecologisch onderzoek bermen snelwegen regio Oost-Nederland, perceel Arnhem-Nijmegen (Van Doorn, 2013), veldwerk en begeleiden ecologisch onderzoek vissen, reptielen, amfibieën, flora, (toetsing) rapportage. Biotoopkartering alle snelwegen regio Oost-Nederland en Twentekanalen (Stichting GaN, 2013) veldwerk en begeleiden ecologisch onderzoek vissen, reptielen, amfibieën, flora, (toetsing) rapportage. Ecologische monitoring bermen snelwegen regio Utrecht en Zuid-Holland, begeleiding ecologisch onderzoek en amfibieën, vissen, flora en biotoopkartering (Stichting GaN, 2013). Ecologisch onderzoek bermen snelwegen regio IJsselmeergebied, monitoring bermen regio Utrecht (Stichting GaN, 2012), begeleiden ecologisch onderzoek vissen, reptielen, amfibieën, flora, (toetsing) rapportages. Ecologisch onderzoek beschermde soorten flora en fauna en ecologische kwaliteit snelwegen regio Eindhoven in Noord-Brabant (Van Doorn, 2012), veldwerk en rapportage. Kappen 2500 bomen ARK, Merwedekanaal en Lekkanaal regio Utrecht (Van Doorn & RWS regio Utrecht, 2012), veldwerk vleermuizen, coördineren ecologisch onderzoek, begeleiden en toetsen rapportage. Aanleg Blankenbergtunnel bij A20 in Zuid-Holland (RWS regio Zuid-Holland, 2012), veldwerk vleermuizen, coördineren ecologisch onderzoek, begeleiden en toetsen rapportage. Quickscan planstudie project Hoevelaken (Stichting GaN/RWS regio Utrecht, 2012), veldbezoek biotoopinschatting alle beschermde soortgroepen, coördineren overig onderzoek, opstellen. Herinrichting Hembrugterrein Zaandam (Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, 2012), veldwerk vleermuizen, coördineren ecologisch onderzoek, begeleiden en toetsen rapportage. Herinrichting Averijhaven IJmuiden (RWS regio Noord-Holland, 2012), veldwerk vleermuizen, broedvogels, flora, coördineren ecologisch onderzoek, begeleiden en (toetsen) rapportage. Ecologisch onderzoek baggerdepot Nieuw-Wulven (gemeente Houten, 2012), veldwerk vleermuizen, flora, reptielen en amfibieën, begeleiding ecologisch onderzoek en toetsing rapportage. Ecologisch onderzoek bermen rijkswegen in Zuid-Holland (Rijkswaterstaat, 2011). Veldwerk beschermde flora, broedvogels, amfibieën en reptielen en platte schijfhoren en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. 900 quickscans oever- en watervegetatie in beheergebied Hollandse Delta (Delta Waterlab, 2010), veldwerk vegetatieopnamen. Vegetatieonderzoek Kierse Wijde (Waterschap Reest & Wieden, ). Veldwerk vegetatieopnamen (oever en water). Ecologisch onderzoek projectlocatie Overnachtinghaven Weurt (Rijkswaterstaat, 2009). Veldwerk vegetatieopnamen, broedvogels en beschermde flora, rapportage. Bestemmingsplan Bedrijventerrein Gorinchem-Noord (Gemeente Gorinchem, 2010), veldwerk beschermde flora, amfibieën en vleermuizen, flora en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. Baggerplan Woerden (Gemeente Woerden, 2010), veldwerk beschermde flora, libellen, ongewervelden, amfibieën en reptielen en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. Saneringsplan Vaarten Weesp & Amsterdam en zijwateren Vecht (Waternet, 2010), veldwerk beschermde flora en reptielen en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage.

26 Peilwijzigingen polder Vierambacht (Hoogheemraadschap van Rijnland, 2010), veldwerk beschermde flora, amfibieën en vleermuizen, rapportage. Ecologisch onderzoek ten behoeve van bestemmingsplannen Leidschendam-Voorburg (gemeente Leidschendam-Voorburg, ), veldwerk vleermuizen & beschermde flora en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. Ecologisch onderzoek ten behoeve van uitwerkingsplan Lingewijk Noord te Gorinchem (gemeente Gorinchem, 2010), veldwerk vleermuizen, amfibieën en broedvogels en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. Ecologisch onderzoek ten behoeve van herinrichting wijk Zandvoort-Noord te Gorinchem (gemeente Gorinchem, ), veldwerk broedvogels, vleermuizen en beschermde flora, rapportage. Ecologisch onderzoek voormalig Hasco-terrein Schoonhoven (provincie Zuid-Holland, ), veldwerk broedvogels, beschermde flora en vleermuizen, rapportage. Ecologisch onderzoek Middelweg, Reeuwijk, (de heer G. Zonneveld, 2011), veldwerk rugstreeppad, rapportage. Ecologisch onderzoek herinrichting Van Zomerenlaan, Gorinchem (Poort 6, 2011), veldwerk vleermuizen, broedvogels en beschermde flora, rapportage. Ecologisch onderzoek herinrichting Acaciastraat 141, Den Haag (Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden. 2011), ecologisch onderzoek vleermuizen en broedvogels, rapportage. Ecologisch onderzoek kademuren in Schiedam (gemeente Schiedam, 2010), veldwerk beschermde flora, rapportage. Ecologisch onderzoek Korrelbetoncomplex, Hoek van Holland (Eficia advies, 2010), veldwerk vleermuizen en beschermde flora, coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. Ecologisch onderzoek Poppenbouwing Geldermalsen (gemeente Geldermalsen, 2010), veldwerk vleermuizen en coördineren ecologisch onderzoek, rapportage. Quickscans Flora- en faunawet Kwaliteitscontroles van diverse quickscans ( ). Quickscan vier locaties t.b.v. waterberging in Geldermalsen & Rumpt (gemeente Geldermalsen, 2010), veldwerk & rapportage. Quickscan perceel Geldermalsen (Familie Noom, 2010), veldwerk, kwaliteitscontrole t.b.v. rapportage. Quickscan nieuwbouw hotel Gorinchem, (Gemeente Gorinchem, 2010), kwaliteitscontrole t.b.v. rapportage. Quickscan 7 bestemmingsgebieden in gemeente Leidschendam-Voorburg ( ), veldwerk, rapportage. Quickscan Hofmanweg 1, Haarlem (BMD advies, 2010), veldwerk rapportage. Quickscan waterplas Lingewijk-Noord in Gorinchem (gemeente Gorinchem, 2010), rapportage. Quickscan woning Parkstraat te Maurik (Van Kessel, 2010), veldwerk en rapportage. Quickscan Jaap Edenweg te Den haag (gemeente Den Haag, 2010), rapportage. Quickscan sloop aireywoningen in wijk Zandvoort-Noord (gemeente Gorinchem, 2010), veldwerk en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan voormalig Hasco-terrein Schoonhoven (provincie Zuid-Holland, 2010), veldwerk en rapportage. Quickscan Steenweg, Oss & Amert 147, Veghel (BMD advies, 2010), veldwerk en rapportage. Quickscan Sloop veldschuur Akerdijk 12, te Lijnden, (AM&P, 2010), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan stadspark Vlaardingen (Adcim, 2010), veldwerk en rapportage. Quickscan droogvelden Nieuwegein (Waternet, 2010), kwaliteitscontrole en rapportage. Quickscan Middelweg, Reeuwijk (de heer G. Zonneveld, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan rotonde Bazeldijk Nieuwland (Adcim, 2010), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan herontwikkeling ZOC Zalkerbos Zoetermeer (Inbo, 2011), veldwerk en rapportage. Quickscan perceel voormalige steenfabriek Ruyterwaard (DLG, 2011), kwaliteitscontrole rapport. Quickscan kademuur Veersedijk in Hendrik Ido Ambacht (De Klerk, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan Zorglandgoed Grote Beek Eindhoven (ICM Project Assessments B.V, 2011) veldwerk en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan industrieterrein Veen (Adcim, 2011), kwaliteitscontrole rapportage.

27 Quickscan uitbreiding Bek & Verburg BV (KWA Projectmanagement BV, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan nieuwbouw Koperensteeg in Wekerom (Huibers bouwkundig ontwerp en advies, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan Woudselaan 23 en 27, den Hoorn (KuiperCompagnons, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan fietspadverbreding Dirksland (Waterschap Hollandse Delta, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan Woudsedijk-Noord 3 in Rijnsaterwoude (De heer Eikelenboom, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan herontwikkeling bedrijventerrein Kruiswijk Vlist (Kruiswijk, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan perceel Van de Mortelstraat 4, Noordwijk (BOdG ruimtelijk advies B.V., 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan crossterrein Velsen (Grondbank, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan te baggeren watergangen in gemeente Woerden t.b.v. baggerplan (gemeente Woerden, ), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan uitbreiding Hornbach Nieuwerkerk aan de IJssel (BOdG ruimtelijk advies B.V., 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan politiebureau Smakheul in Gorinchem (gemeente Gorinchem, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan Achter t Veer, Geldermalsen (Van Kessel, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan onderhoudswerken aan de Muntsluis, sluis Den Hommel, Noorder- en Zuidersluis (Van Doorn in opdracht van RWS Utrecht, 2012), uitvoering veldwerk en rapportage. Quickscan onderhoudswerken aan de Biesboschssluis (Ooms Construction in opdracht van RWS Zuid-Holland, 2013), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan werkzaamheden op diverse werklocaties aan kunstwerken langs grote vaarwegen voor Rijkswaterstaat, regio West-Nederland Zuid (Ooms Construction in opdracht van RWS Zuid-Holland, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan ten behoeve van de herontwikkeling van winkelcentrum Leidsehage, in Leidschendam (Unibail-Rodamco, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan kap populieren, inclusief broedvogelcontrole langs de A28 tussen hm ter hoogte van Leusden (Rijkswaterstaat Utrecht, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan en aanvullend onderzoek voor de aanleg van een fietspad langs de Damseweg te Giessen-Oudekerk en tussen Groot-Ammers en Ottoland (Adcim, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan bouw woning Parallelweg te Hardinxveld-Giessendam (Van den Heuvel ontwikkeling, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan herontwikkeling Rivierdijk 202, Sliedrecht (Van den Heuvel Ontwikkeling B.V., 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan dempen water bij de Prins Bernhardsluis te Tiel (Van Doorn in opdracht van RWS regio Utrecht, 2013), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan baggeren en aanbrengen bodembescherming bij de Marijkesluis in Tiel (Van Doorn in opdracht van RWS Utrecht, 2013), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Update quickscan aanleg gemeentezwembad in Hardenberg (BAM, 2014), kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan verbreding watergang Tweede Kruisweg in Oud-Beijerland (Waterschap Hollandse Delta), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan nieuwbouwplan De Boomgaard te Zijderveld (Van der Heuvel projectontwikkeling, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan sloop opstallen Maanderbroekweg 7, Ede (Van der Slikke rentmeesters, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan nieuwbouw tijdelijke voorziening Thoraxcentrum Erasmus MC in Rotterdam (Sprangers bouwbedrijf, 2014), projectbegeleiding enkwaliteitstoets rapportage. Quickscan herinrichting skatepark Dwergwier in Leiden (Signa Terra b.v., 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage.

28 Quickscan realisatie Woonfabriek (Middelste gracht - Ing. Driessenstraat) in Leiden (OntwerpJe- Woning BV, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan voor de vervanging van een steiger, gelegen aan de Dongevallei in Tilburg (HDB Civiel, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan baggeren Oostkanaaldijkwetering (Amsterdam-RijnKanaal) tussen km (Van Doorn & RWS Utrecht, PPU Nat, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan aanpassen visvijvers, gelegen aan de Tielsestraat in Maurik (Adcim, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan fietsverbindingen Alblasserwaard fase II, Zijlkade te Nieuwland (Adcim, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan en aanvullend onderzoek vleermuizen en huismus voor de sloop van een school, gelegen aan de Julianastraat 53 in Langerak (Van den Heuvel projectontwikkeling, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole rapportage. Quickscan baggeren diverse watergangen in Poortugaal (ANS Baggermanagement, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan sloop Rabobank en nieuwbouw aan de Kortenhoevenseweg 36/36a te Lexmond (Van der Heuvel projectontwikkeling, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Quickscan actualisatie bestemmingsplangebied Leidschemdam-Zuid (gemeente Leidschendam- Voorburg, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Toetsingen Flora- en faunawet (al dan niet met ontheffingsaanvraag) De sloop van een school, gelegen aan de Julianastraat 53 in Langerak (Van den Heuvel projectontwikkeling, 2014), toetsing aan de Flora- en faunawet, projectbegeleiding en kwaliteitscontroles bij het opstellen van een activiteitenplan voor ontheffingsaanvraag en begeleiding ontheffingsaanvraag. De sloop van 73 woningen aan de Ridderlaan in Wassenaar (Wassenaarse Bouwstichting, 2014), toetsing aan de Flora- en faunawet, projectbegeleiding en kwaliteitscontroles voor het opstellen activiteitenplan voor ontheffingsaanvraag. Herontwikkeling Schulpkamp 61 te Nijkerk (De Bunte Vastgoed, 2014), projectbegeleiding van ecologisch onderzoek en kwaliteitscontrole van de rapportage en de toetsing aan de Flora- en faunawet. Bouw woningen aan de Hoge Boezem te Nieuw-Lekkerland (Van der Heuvel projectontwikkeling, 2014), projectbegeleiding ecologisch onderzoek en kwaliteitscontrole van de rapportage en toetsing aan de Flora- en faunawet. Bouw woning Parallelweg te Hardinxveld-Giessendam (Van den Heuvel ontwikkeling, 2014), projectbegeleiding toetsing aan de Flora- en faunawet, kwaliteitstoets activiteitenplan en begeleiding ontheffingstraject. Uitvoering fietspadplan Damseweg te Giessen-Oudekerk en tussen Groot-Ammers en Ottoland, toetsing aan de Flora- en faunawet, projectbegeleiding en kwaliteitscontroles voor het opstellen activiteitenplan, indienen ontheffingsaanvraag en begeleiden ontheffingstraject (Adcim, 2014), kwaliteitstoets en rapportage. De herontwikkeling van winkelcentrum Leidsehage, in Leidschendam (Unibail-Rodamco, 2014), toetsing aan de Flora- en faunawet, projectbegeleiding en kwaliteitscontroles voor de voorbereiding ontheffingsaanvraag en rapportage. Planning voor de sloop van een boerderij, gelegen aan de Barwoutswaarder 51, in Woerden (Gemeente Woerden, 2014), begeleiding ecologisch onderzoek en kwaliteitstoetsing rapportage. Planning voor de sloop van een boerderij, gelegen aan de Laagdalemseweg 1, in Gorinchem (Gemeente Gorinchem, 2014), begeleiding ecologisch onderzoek en kwaliteitstoetsing rapportage. Kappen 2500 bomen ARK, Merwedekanaal en Lekkanaal regio Utrecht (Van Doorn & RWS regio Utrecht, ), projectbegeleiding en kwaliteitscontroles rapportages, toetsingen aan de Flora- en faunawet en ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet. Ruimtelijke ontwikkeling plas Cattenbroek (Gemeente Woerden, 2012), begeleiding ecologisch onderzoek flora, broedvogels, vissen en amfibieën, rapportage en ontheffingsaanvraag tijdelijke natuur. Nieuwbouwproject Hoog-Dalem (Gemeente Gorinchem, 2012), ecologische advisering, begeleiding ecologisch onderzoek heikikker en grote modderkruiper, rapportage en begeleiding ontheffingsaanvraag. Herinrichting Averijhaven IJmuiden (RWS regio Noord-Holland, 2012), rapportage.

29 Baggerdepot Nieuw-Wulven (gemeente Houten, 2012), toetsing rapportage. Toetsing sanering voormalig Hasco-terrein Schoonhoven (provincie Zuid-Holland, ), kwaliteitscontrole rapportage. Toetsing baggeren zijwateren Vecht (Waternet, 2011), rapportage. Toetsing herinrichting Van Zomerenlaan, Gorinchem (Poort 6, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Toetsing herinrichting wijk Zandvoort-Noord, Gorinchem (gemeente Gorinchem, ), rapportage. Toetsing bestemmingsplan Gorinchem-Noord (gemeente Gorinchem, 2010), rapportage. Toetsing herinrichting Alexanderkazerne in Den Haag (Rijksgebouwendienst, 2010), rapportage. Toetsing uitbreiding Korrelbetoncomplex Hoek van Holland (Eficia advies, 2010), rapportage. Toetsing baggerplan gemeente Woerden (gemeente Woerden, 2010), rapportage. Toetsing saneringsplan Vaarten Weesp & Amsterdam en zijwateren Vecht (Waternet, 2010), rapportage. Toetsing wijzigingen polder Vierambacht bij Alphen aan de Rijn (Hoogheemraadschap van Rijnland, 2010), rapportage. Toetsing uitwerkingsplan Lingewijk Noord Gorinchem (gemeente Gorinchem, 2010), rapportage. Toetsing baggerplan gemeente Giessenlanden (gemeente Giessenlanden, 2010), veldwerk en rapportage. Toetsingen Natuurbeschermingswet Voortoets aanleg faunapassage onder de N59 ter hoogte van de Ventjagersplaat (RWS Zuid-Holland, 2014), projectbegeleiding, rapportage en kwaliteitstoets. Voortoets verwijderen splitsingsdam Nieuwe Waterweg (Havenbedrijf, 2012), kwalitteitscontrole rapportage. Voortoets slibophoping strand Ouddorp (gemeente Goedereede, ), rapportage en kwaliteitscontrole rapportage. Voortoets persriolering in Kinderdijk (Adcim, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. kwaliteitscontrole rapportage Voortoets uitbreiding Bek & Verburg BV (KWA Projectmanagement BV, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Passende beoordeling uitbreiding papierwarenfabriek van Houtum in Swalmen (Peutz, 2011), rapportage. Voortoets uitbreiding Maja in Amsterdam (KuiperBurger, 2011), kwaliteitscontrole rapportage. Voortoets baggerplan haventje NIOZ op Texel (Baggerbedrijf de Boer, 2010), rapportage. Voortoets uitbreiding Herberg de Luchte in Spankeren, (Herberg de Luchte, 2010), kwaliteitscontrole rapportage. Ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding Diverse kwaliteitscontroles ecologische werkprotocollen en ecologische begeleiding. Quickscan, ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding voor groot onderhoud aan woningen, gelegen aan de Jan Olierookstraat in Poeldijk (Arcade Wonen ), begeleiding project en kwaliteitscontrole rapportages. Werkplan fauna en ecologische begeleiding van fase 2 van het herziend peilbesluit van de Alblasserwaard, voor de peilgebieden Noordeloos-Noord, Smoutjesvlietlanden en De Hoogt, rapportage en projectbegeleiding (Gebr. De Kreij B.V., 2014). Ecologische begeleiding baggeren Oostkanaaldijkwetering (Amsterdam-RijnKanaal) tussen km (Van Doorn & RWS Utrecht, PPU Nat, 2014), projectbegeleiding. Ecologische begeleiding (omgang met oeverzwaluwen) ten behoeve van Masterplan Waterrijk Woerden (gemeente Woerden, 2014), veldwerk en verslaglegging. Ecologisch werkprotocol voor de aanleg van een persleiding in Oosterhout (Adcim, 2014), kwaliteitstoets rapportage. Ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding (vissen en amfibieën) voor de aanleg van een fietspad langs de Damseweg te Giessen-Oudekerk (Adcim, 2014), kwaliteitstoets rapportage. Ecologische begeleiding ten behoeve van peilbesluit Alm en Biesbosch, locaties in Waardhuizen, Woudrichem, Veen en Hill (Adcim, 2014), controles op aanwezige vissen en amfibieën en kwaliteitstoets verslagen.

30 Ecologische begeleiding en inpassingsplan huismus en gewone dwergvleermuis ten behoeve van de sloop van schoolgebouw Obs De Horizon in Harmelen (gemeente Woerden, 2014), project-begeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding (Martens & Van Oord, ) aanleg van een nevengeul in het uiterwaardengebied langs het Pannerdens Kanaal uiterwaarden, projectbegeleiding en kwaliteitscontroles rapportages. Ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding (Martens & Van Oord, 2012) uiterwaardvergraving uiterwaarden Avelingen te Gorinchem, projectbegeleiding en kwaliteitscontroles rapportages. Ecologische begeleiding renovatie gebouw Daalse Kwint en advisering wijze sloop (DTZ Zadelhoff, 2012). Ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding renovatie gebouwen Hembrugterrein Zaandam (Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, 2012). Opstellen ecologisch werkprotocol en coördineren ecologische begeleiding (amfibieën, vissen, broedvogelsplatte schijfhoren) baggerplan Woerden (gemeente Woerden ). Ecologische begeleiding (amfibieën, broedvogels) herinrichting crossterrein in Velsen (Grondbank, 2012). Opstellen ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding (broedvogels, amfibieën, vissen) N57 reconstructie Kraaijensteinweg bij Haamstede (Ooms Construction, 2011). Ecologische begeleiding vleermuizen t.b.v. de herinrichting van de Alexanderkazerne in Den Haag (Rijksgebouwendienst, ). Opstellen ecologisch werkprotocol (watervogels) aanleg luwtedam Markermeer-IJmeer (De Klerk, 2011). Ecologische begeleiding en coördinatie ten behoeve van wegvangen heikikker, kleine en grote modderkruiper nieuwbouwproject over de Vliet III in Schelluinen (gemeente Giessenlanden, ). Opstellen ecologisch werkprotocol en coördinatie ecologische begeleiding (vissen, broedvogels) herinrichting Woonleefhart Langerak (Adcim, 2011). Coördineren ecologische begeleiding (amfibieën en broedvogels) nieuwbouw Wijchen t.b.v. BREEAM (WDP, 2010). Coördineren ecologische begeleiding (broedvogels) nieuwbouw Stryker Venlo t.b.v. BREEAM (Volantis, 2010). Coördineren ecologische begeleiding (broedvogels, vissen) ten behoeve van nieuwbouw Sylvius in Leiden (G&S Vastgoed, 2010). Ecologische begeleiding verplaatsen muurvaren van een kademuur in Schiedam (gemeente Schiedam, 2010). Opstellen ecologisch werkprotocol (broedvogels, vissen) t.b.v. aanleg fietsbrug Dordrecht (Aannemingsbedrijf Wallaard, 2010). Opstellen ecologisch werkprotocol en ecologische begeleiding (broedvogels, vissen) van baggerplan Belt-Schutsloot (Tebezo, 2010). BREEAM-NL BRL Nieuwbouw & BRL In-use (inclusief inrichtingsadvies) Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), voor de herontwikkeling Heilige Hart Kerk te Breda (Maelissen projecten B.V., ), veldwerk vleermuizen, projectbegeleiding, rapportage en kwaliteitscontroles. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), voor de nieuwbouw voor project Plus Ultra aan de universiteitscampus van Wageningen UR (Kadans real estate, ), projectbegeleiding en kwaliteitscontroles rapportages. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), voor de nieuwbouw gebouw voor de Louwman groep aan de Meander te Arnhem (Oud Clingendael Management Services BV, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontroles rapportages. Ecologische advisering credits LE 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), voor de renovatie van een monumentaal pand, gelegen aan de Bezuidenhoutseweg 30 in Den Haag (Breijer Projecten, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontroles rapportages. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0) voor de herontwikkeling van winkelcentrum Koningshoek in Maassluis (Wereldhave, 2014), veldwerk, projectbegeleiding, rapportage en kwaliteitscontroles.

31 Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), aanleg Distriport Waalhaven te Rotterdam, fase I plus II (ProDelta, 2014), begeleiding project en kwaliteitscontroles rapportages Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), aanleg Distriport aan de Conradweg in Bergen op Zoom, (ProDelta, 2014), veldwerk vleermuizen, begeleiding project, rapportage en kwaliteitscontroles. Ecologische advisering credit LE 4, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), renovatie Smederij, fase 3 (Mediawharf Monumenten b.v., 2014), kwaliteitstoets rapportage. Ecologische advisering LE 1, 3,4 en 6, BREEAM nieuwbouw (versie 2011, 1.0), Datacentre AMS- 02 (Evoswitch) aan de Lemelerbergweg 20 te Amsterdam (Deerns raadgevende ingenieurs, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole. Ecologische advisering credits LE 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (BRL, versie 2011, 1.0), renovatie kantoor Waal in Vlaardingen (Property A4, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportage. Ecologische advisering credits LE1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (BRL, versie 2011, 1.0), project nieuwbouw distributiecentrum DC6/Klaver 6 te Venlo (Prologis, 2014), projectbegeleiding en rapportage. Ecologische advisering LE1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (BRL, versie 2011, 1.0), project nieuwbouw distributiecentrum DC 5/6 te Tilburg (Prologis & Cordeel Nederland, 2014), projectbegeleiding en rapportage. Ecologische advisering Le 1, 3, 4 en 6, BREEAM nieuwbouw (BRL, versie 2011, 1.0), projecten nieuwbouw hotels in Oostzaan, Apeldoorn en Deventer (Van der Valk & Zienergie, 2014), projectbegeleiding. Ecologische advisering credits BREEAM in use (LE , 101 en 102) voor de gebouwen van ITOSOM en UN Studio (C2N, 2015), gelegen aan de Gustav Mahlerlaan in Amsterdam, projectbegeleiding. Ecologische advisering credits LE 001, 002 en 101, BREEAM in use (BRL, versie 2014, 1.0), Rabobank, gelegen aan de Polarisavenue te Hoofddorp, projectbegeleiding en kwaliteitstoets rapportages. Ecologische advisering credits LE 001A, 002A, 003A en 007A, BREEAM in use (BRL, versie 2012), project brandweerkazerne Dedemvaartsweg 1, Den Haag (AOS Studley, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 4 en 6 ten behoeve van nieuwbouw bedrijfshal Friesland Campina te Veghel, BREEAM nieuwbouw (Bouwbedrijf Van de Ven, 2014), projectbegeleiding en kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credit LE 4, 2 e punt ten behoeve van nieuwbouw gebouw Deloitte (The Edge) te Amsterdam, Zuidas (OVG Projectontwikkeling, ), veldwerk en rapportage. BREEAM Enexis Bovenregionaal kantoor Zwolle (Deerns Raadgevend Ingenieurs, 2013). Veldwerk. Ecologische advisering credits LE 1, 4 en 6 ten behoeve van nieuwbouw Sligro te Venray (Bouwbedrijf Van de Ven, 2013), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 4 en 6 ten behoeve van nieuwbouw distributiecentrum Tilburg (Smits Van Burgst, 2013), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 en 6 ten behoeve van nieuwbouw ROC Friese Poort te Drachten (DGMR, 2013), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 2, 3, 4 en 6 ten behoeve van nieuwbouw Gershwinlaan Amsterdam Zuidas (G&S Vastgoed, 2013), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 BRL Nieuwbouw en LE 001A, 003A & 007A BRL Inuse ten behoeve van herontwikkeling en gedeeltelijke sloop/nieuwbouw bovenregionaal kantoor Enexis te Zwolle (Deerns Raadgevende Ingenieurs, 2013), natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van herontwikkeling Spinozagebouw in Rotterdam (MAB Development, 2012), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van nieuwbouw ziekenhuis MCA in Heerhugowaard (Deerns & MCA, 2012), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van herontwikkeling Ringerslocatie Alkmaar (Deerns & MCA, 2012), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 3, 4 & 6 ten behoeve van herontwikkeling deel winkelcentrum Nieuwegein (Deerns, 2012), kwaliteitscontrole natuurrapportage.

32 Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van nieuwbouw kantoor Enexis in Zwolle (Deerns, ), veldbezoek en kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van nieuwbouw Schneider Electric te Hoofddorp (OVG Projectontwikkeling, 2011), veldbezoek en kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van herontwikkeling gebouw Nieuw-Amsterdam (BBN Adviseurs, 2011), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 3 & 4 ten behoeve van herontwikkeling gebouw Koningsweg 101, s Hertogenbosch (Van Aken architecten, 2012), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van nieuwbouw Villa Flora in Venlo (Volantis, 2011), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van nieuwbouw Sonion te Hoofddorp (Boele & Van Eesteren, 2011), opstellen natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 3, 4 & 6 ten behoeve van herontwikkeling gebouw Daalse Kwint (DTZ Zadelhoff, 2011), kwaliteitscontrole natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 ten behoeve van nieuwbouw kantoren Enexis in Venlo & Maastricht (Deerns, ), veldbezoek en opstellen natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 nieuwbouw Wijchen (WDP, 2010), veldbezoek en opstellen natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 nieuwbouw Stryker Venlo (Volantis, 2010), veldbezoek en opstellen natuurrapportage. Ecologische advisering credits LE 1, 3, 4 & 6 nieuwbouw Sylvius gebouw Leiden (G&S Vastgoed, 2010), veldbezoek en opstellen natuurrapportage. Monitoringsplannen Monitoringsplan bermen snelwegen regio IJsselmeergebied, Utrecht en Zuid-Holland (Stichting GaN, 2012). Monitoringsplan bermen snelwegen regio Oost-Nederland (Stichting GaN, 2013). Inrichtingsadviezen Ecologische advisering voor het verlichtingsplan van het fietspad Veldwijk tussen Harmelen en Woerden (gemeente Woerden, 2014), kwaliteitstoets rapportage. Ecologische advisering voor een inpassingsplan huismus en gewone dwergvleermuis ten behoeve van de sloop van schoolgebouw Obs De Horizon in Harmelen (gemeente Woerden, 2014), kwaliteitstoets rapportage. Second opinions Second opinion ten behoeve van ruimtelijke procedure voor de sloop en nieuwbouw van woningen aan de Merwededijk te Gorinchem (Gemeente Gorinchem, 2014). Second opinion compensatievoorstel das voor nieuwbouw van woningen, project Huurlingsedam (gemeente Wijchen en Hendriks projectontwikkeling, 2014).

33 Curriculum Vitae P.I. Godschalk Personalia Naam: Pim Godschalk Telefoon: / P.Godschalk@at-kb.nl Werkervaring heden ATKB Projectleider ecologie ATKB Projectadviseur ecologie. Veldwerk ecologisch onderzoek (diverse soortgroepen), rapportage van quickscans en ecologische onderzoeken, BREEAM en ontheffingsaanvragen Flora- en faunawet ATKB Projectmedewerker. Veldwerk ecologisch onderzoek (diverse soortgroepen), quickscans Flora- en faunawet Tauw bv ecoloog: quickscans Flora- en faunawet, offertes en aanbestedingen voorbereiden, voortoetsen Nb-wet, werkzaamheden rond een effectbepalingsmodel voor stikstofdepositie. Opleiding Wageningen Universiteit, Bachelor & Master Biologie Specialisatie: Ecologie, afstudeeropdrachten rondom plantengemeenschappen in Zuid-Afrika en NW-Europa (Wilde kievitsbloemen) Cursussen en symposia Lidmaatschappen Vrijwilligerservaring Relevante vaardigheden Symposium Ecologie in de praktijk, Ecologica, Eindhoven Veilig werken langs de weg (geldig tot 2018) KNNV Wageningen, libellen en dagvlinders opfriscursus VCA-VOL cursus en certificaat (geldig tot 2022) KNNV afd. Wageningen e.o. (en bijbehorende vleermuiswerkgroep) Vogelbescherming MUS (Meetnet Urbane Soorten) 3 jaar tellingen in parkachtige woonwijk Vogeltelposten Hilversum en Blauwe Kamer, diverse malen aanwezig - GIS (verspreidingskaarten soortwaarnemingen, resultaten duizenden biotoopopnames RWS) - Data-analyse (analyse honderden vegetatieopnamen met Wilde kievitsbloemen, zie opleiding; Excel (verwerken grote gegevensbestanden, data-analyse, berekeningen) Recente/relevante projecten: Ecologisch onderzoek Vleermuisonderzoek en quickscan te slopen school Langerak, veldwerk en rapportage (Van den Heuvel ontwikkeling en beheer BV, 2014) Vleermuisonderzoek en quickscan te slopen flatwoningen, Ridderlaan Wassenaar, veldwerk en rapportage (Wassenaarsche Bouwstichting, 2014) Ecologisch onderzoek provinciale (vaar)wegen Noord-Holland, 1000 km berm, planning en coördinatie, veldwerk, eindrapportage (Arcadis, 2014) Broedvogelonderzoek maaiwerkzaamheden Hoeksche Waard e.a. gebieden, planning en coördinatie, veldwerk, GIS-kaarten en eindrapportage (Waterschap Hollandse Delta, 2014) Vleermuisonderzoek te slopen scholen Harmelen, veldwerk en rapportage (gemeente Woerden, 2014) Ecologisch onderzoek vleermuizen en broedvogels te slopen boerderij Laagdalemseweg (Gemeente Gorinchem, 2014), veldwerk en rapportage Ecologisch onderzoek vleermuizen (Van de Spiegelstraat en Noordwal, inbreidingslocaties), veldwerk (DSO, Den Haag, 2014) Ecologisch onderzoek vleermuizen Hoge Boezem Nieuw-Lekkerland (inbreidingslocatie), veldwerk en rapportage (Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer, 2014)

34 Ecologisch onderzoek fietspad Ottoland, amfibieën en vissen (veldwerk), rapportage gehele onderzoek (ADCIM, 2014) Ecologisch onderzoek fietspad Damseweg, vissen, veldwerk en rapportage (ADCIM, 2014) Ecologisch onderzoek vleermuizen en broedvogels te renoveren winkelcentrum, veldwerk en rapportage (Unibail-Rodamco, 2014) Vleermuisonderzoek Barwoutswaarder, Woerden, veldwerk (Gemeente Woerden, 2014) Vleermuisonderzoek Kulturhus Stompwijk, veldwerk en eindrapportage (Gemeente Leidschendam-Voorburg, ) Ecologisch onderzoek vissen te dempen sloten IJsselstein (onderzoek naar grote modderkruiper) (HDSR, 2013) Natuurwaardeninventarisatie verondiepte zandwinplassen, veldwerk (flora, vissen, amfibieën, vogels, vlinders en libellen) en rapportage (vergelijking met eerdere situatie) (K3 Delta, 2013) Vleermuisonderzoek en advies lichtmasten, Heemsteedseweg te Houten, veldwerk (Gemeente Houten, 2013) Vleermuisonderzoek Conradkade, veldwerk (DSO Den Haag, 2013) Vleermuisonderzoek langs ARK bij Houten t.b.v. kap bomen, veldwerk (Van Doorn, 2013) Inventarisatie gestreepte waterroofkever en platte schijfhoren, determinatie schijfhorens op kantoor (Provincie Zuid-Holland, 2013) Herinrichting Heelsumse Beek, veldwerk vleermuizen en amfibieën (Eelerwoude, 2013) Herinrichting Warande Zeist, veldwerk (vleermuizen, hazelworm) en rapportage (Stichting Warande, 2013) Ecologisch onderzoek vleermuizen en muizen bij Vlaardingen ihkv Blankenburgtunnel; veldwerk en rapportage (RPS, 2013) Biotoopkartering RWS regio Oost-Nederland (alle drie districten); planning, coördinatie, veldwerk en rapportage (RWS/GaN, 2013) Ecologisch onderzoek RWS regio Oost-Nederland, district Arnhem-Nijmegen (flora, vissen, amfibieën en reptielen); planning, coördinatie, veldwerk en rapportage (Van Doorn, 2013) Monitoring RWS regio Utrecht en Zuid-Holland, planning, coördinatie en veldwerk (bermen rijkswegen; flora, vissen, amfibieën en reptielen, platte schijfhoren) (GaN, 2013) Ecologisch onderzoek nulmeting Twentekanalen (flora, vissen, amfibieën en reptielen); planning, coördinatie, veldwerk en rapportage (GaN, 2013) Ecologisch onderzoek landhabitat heikikker Beusichem (Gemeente Buren, 2013) Ecologisch onderzoek vissen langshaven Maastricht; coördinatie en rapportage (Kraaijeveld, 2013) Vleermuisonderzoek en gierzwaluwen te renoveren pand Groot-Ammers; veldwerk en rapportage (Herkon BV, 2013) Vleermuisonderzoek MER-OTB plan Hoevelaken Bunschoten (A1); veldwerk (RWS, 2013) Ecologische waardering watergangen (en bermen) regio Utrecht en Brabant (Van Doorn, 2012) Monitoring RWS regio Utrecht, veldwerk (flora, vissen, amfibieën en reptielen) (GaN, 2012) Brononderzoek, nulmeting en monitoringsplan RWS regio IJsselmeergebied, veldwerk en rapportage (GaN, 2012) Vleermuisonderzoek en bomencheck Amsterdam-Rijnkanaal voor kap bomen (Van Doorn, 2012) en rapportage. Onder andere vliegroute watervleermuizen Vleermuisonderzoek KOZ Rotterdam, sloop pand (BoDG, 2012) Vleermuisonderzoek ESDO-locatie, Den Haag (Dienst Stedelijke Ontwikkeling, 2012) Vleermuisonderzoek Daalse Kwint, renovatie pand met spouwmuur (DTZ, 2012) Vleermuisonderzoek Vlisterdijk, te slopen gebouwen (Kruiswijk, 2012) Vleermuisonderzoek Hembrugterrein Zaandam (Min. van Financiën, 2012) Vleermuisonderzoek westelijke oeververbinding (Rijkswaterstaat, 2012) Verspreidingsonderzoek amfibieën, recreatieplas Cattenbroek (Gemeente Woerden, 2012) Verspreidingsonderzoek rugstreeppad crossterrein Velsen (Grondbank GMG, 2012) Vleermuisonderzoek Haarstraat 63 te Gorinchem, zomer- en paarverblijven gewone dwergvleermuis aangetoond (Pellikaan Bouw, 2012) Zorglandgoed Buurmalsen, onderzoek naar heikikkers, vissen en steenuil (Van Kessel, 2012) Verspreidingsonderzoek heikikkers en grote modderkruiper, Hoog-Dalem (gebied van 10 km 2 ), Gorinchem (Gemeente Gorinchem, 2012) Broedvogelcontrole uiterwaardvergraving Avelingen (lengte 1 km) (Gemeente Gorinchem, 2012) Vleermuisonderzoek Van Zomerenlaan, Gorinchem (Poort 6, 2011) Broedvogelcontroles langs A12 en andere watergangen/houtwallen: controle sloten, waterkanten, knotwilgen en hoge bomen op broedende watervogels, houtduiven en eksters (Rijkswaterstaat en gemeente Woerden, 2011) Quickscan 19 zijwateren Vecht: veldwerk en opstellen uitgebreide rapportage per deelgebied, met biotoopgeschiktheidsbeoordelingen per zijwater voor alle soortgroepen (Waternet, 2011) Veldwerk gedurende drie maanden voor onderzoek naar beschermde flora, vissen, amfibieën en broedvogels langs de rijkswegen (A en N) van het beheersgebied Rijkswaterstaat Zuid-Holland (Rijkswaterstaat Zuid-Holland, 2011) Natuurwetgeving (Flora- en faunawet) Quickscan Zijlkade Nieuwland, aanleg fietspad en vernieuwen brug, veldwerk en rapportage (ADCIM, 2014) Quickscan baggeren Oostkanaaldijkwetering, rapportage (Van Doorn bv/rws, 2014) Quickscan graafwerkzaamheden voormalige viskweekvijvers te Maurik (SignaTerra, 2014) Quickscan fietspad Damseweg Giessen-Oudekerk, veldwerk en rapportage (ADCIM, 2014) Quickscan Maanderbroekweg, Ede, sloop opstallen, veldwerk en rapportage (Van der Slikke rentmeesters, 2014) Quickscan dempen stuk water Prins Bernhardsluis Tiel, veldwerk en rapportage (Van Doorn bv, 2014) Quickscan renovatie winkelcentrum, veldwerk en rapportage (Unibail-Rodamco, 2014) Advisering gemeente over ingediende quickscan en zienswijzen (Gemeente Gorinchem, 2014) Quickscan diverse locaties werkzaamheden aan steigers/sluizen, rapportage (Ooms Construction, 2014) Quickscan bomenkap en herinrichting openbare ruimte wijk Ecolonia te Alphen aan den Rijn, rapportage (Gemeente Alphen aan den Rijn, 2013)

35 Quickscan Kulturhus Stompwijk, veldwerk en rapportage (Gemeente Leidschendam-Voorburg, 2013) Quickscan werkzaamheden Marijkesluis (ARK) nabij Rijswijk GLD, rapportage (Van Doorn, 2013) Quickscan vervangen beschoeiing Oude en Leidsche Rijn Woerden-Harmelen, veldwerk (Gemeente Woerden, 2013) Quickscan renovatie en sloop bedrijfspand Groot-Ammers (Herkon BV, 2013) Quickscan verbreding watergang Groot-Ammers (ADCIM, 2013) Quickscan fietsverbinding Veense steeg, veldwerk (ADCIM, 2013) Quickscan update twee bestemmingsplannen (Gemeente Leidschendam-Voorburg, 2013) Quickscan verbreden watergang Vinkenpolderweg te Alblasserdam (ADCIM, 2013) Quickscan sloop pand en bouw twee woningen Westeind Papendrecht (Herkon BV, 2013) Quickscan en ecologisch onderzoek rugstreeppad bestemmingsplanwijziging Benthuizen (Particulier, 2013) Quickscan bouw woning Beijersewegje 17, Gouderak (Particulier, 2013) Toetsing Flora- en faunawet zeesluizencomplex (aanleg nieuwe zeesluis) en lichterfaciliteit Averijhaven IJmuiden, ecologisch onderzoek naar flora, broedvogels, vleermuizen, zandhagedis en rugstreeppad, en rapportage (RWS Noord-Holland, 2012) Toetsing Flora- en faunawet, herontwikkeling ESDO-locatie Den Haag (DSO, 2012) Toetsing Flora- en faunawet sloop pand Haarstraat 63, Gorinchem, aanvraag ontheffing Ff-wet gewone dwergvleermuis (Pellikaanbouw, 2012) Quickscan bestendig beheer 3 helofytenfilters Houten (Gemeente Houten, 2012) Quickscan bouw woning Beijersewegje 23, Gouderak (Particulier, 2012) Quickscan aanleg damwand en steiger Beatrixhaven Maastricht (Kraaijeveld, 2012) Quickscan Parkstraat te Maurik, realisatie loods ter plaatse van fruitteelt (Van Kessel, 2012) Quickscan baggeren de Donge, Raamsdonksveer (Gemeente Raamsdonksveer, 2012) Quickscan Lindtsedijk 39, Heerjansdam, realisatie loodsen op paardenweide (Particulier, 2012) Quickscan realisatie kunstgrasveld ter plaatse van poel, De Glind (Van Middelkoop advies, 2012) Quickscan duikerleiding Beesd (ADCIM, 2012) Quickscan sanering 19 zijwateren Vecht (Waternet, 2012) Quickscan actualisatie 2 bestemmingsplannen Voorburg (gemeente Leidschendam-Voorburg, 2012) Quickscan uitbreiding crossterrein Velsen (Grondbank, 2011) Quickscan Woudselaan, Den Hoorn (Kuiper Compagnons, 2011) Quickscan verbreding fietspad te Dirksland, rapportage effectbeoordeling verbreden bestaande verharding op aanwezige bomen en bloemdijken (Waterschap Hollandse Delta, 2011) Quickscan sloop & nieuwbouw schoolgebouw Dianadreef, Utrecht, rapportage, noodzaak aanvullend vleermuisonderzoek (stichting Protestants Christelijk Onderwijs Utrecht, 2011) Ecologische werkprotocollen en begeleiding Ecologische begeleiding verplaatsen rietorchis crossterrein Velsen, coördinatie en kwaliteitstoetsing rapportage (K3 Delta, 2014) Ecologisch werkprotocol vervangen wachtvoorzieningen brug A9 over Zijkanaal C, kwaliteitstoetsing (De Klerk Waterbouw, 2014) Afvissen 1 km van de beneden-geul nabij Itteren, coördinatie en rapportage (Grontmij, 2014) Afvissen Oostkanaaldijkwetering (langs ARK) Nigtevecht-Loenen, coördinatie en rapportage (Van Doorn bv, 2014) Fietspad Zijlkade Nieuwland, ecologisch werkprotocol, rapportage (ADCIM, 2014) Fietspad Damseweg te Giessen-Oudekerk, ecologisch werkprotocol, rapportage (ADCIM, 2014) Ecologische begeleiding BRAVO randweg Harmelen, broedvogelcontroles en wegvangen heikikkers (Gemeente Woerden, ) Ecologisch werkprotocol en begeleiding baggeren gemeente Woerden (Gemeente Woerden, 2012) Ecologisch werkprotocol en begeleiding, herontwikkeling ESDO-locatie Den Haag (DSO, 2012) Ecologische begeleiding baggerwerkzaamheden Woerden, controles op broedvogels en flora (Gemeente Woerden, 2011) Ecologische begeleiding diverse baggerwerkzaamheden Schelluinen (Adcim, 2011) Wegvangen grote modderkruipers te Schelluinen (Gemeente Giessenlanden, 2011) Ontheffingsaanvragen Flora- en faunawet Ontheffing huismus sloop school te Langerak (Van den Heuvel ontwikkeling en beheer BV, 2014) Winkelcentrum Leidsenhage, sloop kantoorpanden gewone dwergvleermuis (Unibail-Rodamco, 2014) Aanleg fietspad Groot-Ammers Ottoland bittervoorn, kleine en grote modderkruiper, heikikker en rugstreeppad (Waterschap Rivierenland/ADCIM, 2014) Sloop seniorenwoningen Ridderlaan te Wassenaar gewone dwergvleermuis (Wassenaarsche Bouwstichting, 2014) Baggerdepot Heeswijk, leefgebied heikikker (HDSR, 2014) Aanleg fietspad Damseweg Giessen-Oudekerk bittervoorn en grote modderkruiper (Waterschap Rivierenland/ADCIM, 2014) Recreatieplas Cattenbroek, ontheffingsaanvraag tijdelijke natuur (Gemeente Woerden, 2012) Kap bomen Amsterdam Rijnkanaal, vliegroute en foerageergebied vleermuizen (Van Doorn, 2012) Polder Vierambacht, herinrichting, voor kleine modderkruiper, bittervoorn en rugstreeppad (2012) BREEAM-NL Nieuwbouw LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw Vanderlande te Veghel, veldwerk, rapportage LE 1 (Vanderlande, 2014) LE 1, 3, 4 en 6 Plus Ultra te Wageningen, rapportage en aanbevelingen duurzaam medegebruik (Kadans Vastgoed, 2014) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw distributiecentrum Prologis te Tilburg, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Cordeel, 2014)

36 LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw Louwman group Meander te Arnhem, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, toetsing (Louwman, 2014) LE 1, 4 en 6 nieuwbouw Friesland Campina DMV te Veghel, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Van de Ven, 2014) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw ROC Friese Poort te Drachten, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (DGMR, 2013) LE 1, 4 en 6 nieuwbouw distributiecentrum Tilburg, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Smits Van Burgst, 2013) LE 1, 4 en 6 nieuwbouw Sligro te Venray, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Van de Ven, 2013) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw In-use, bovenregionaal kantoor Enexis Zwolle (Deerns, 2013) LE 1, 2, 3, 4 en 6 Gershwinlaan Amsterdam Zuidas (G&S Vastgoed, 2013) LE 3 grootschalige renovatie Smederij fase 3, Amsterdam Noord (Biesterbos bv, 2012) LE 3 en 4 nieuwbouw winkelcentrum Nieuwegein (Deerns, 2012) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw winkelcomplex Ringerslocatie Alkmaar, uitwerken natuurrapportage en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Techniplan, 2012) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw ziekenhuis Medisch Centrum Alkmaar te Heerhugowaard, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Deerns, 2012) LE 3 en 4 grootschalige renovatie Koningsweg te Den Bosch (Van Aken Architecten, 2011) LE 1, 3, 4 en 6 opstellen bewijslastnotities Enexis Venlo (Deerns, 2011) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw kantoor/expositieruimte Floriade 2012 Villa Flora te Venlo, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Volantis, 2011) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw regiokantoor Enexis te Zwolle, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Deerns Raadgevende Ingenieurs, 2011) LE 1, 3, 4 en 6 nieuwbouw kantoor Sonion te Hoofddorp, uitwerken natuurrapport en aanbevelingen duurzaam medegebruik van planten en dieren, beheerplan (Boele en Van Eesteren, 2011) BREEAM-NL In-use LE-credits Asset woontoren Dedemsvaartseweg te Den Haag, rapportage en aanbevelingen (AOS Studley, 2014) LE004B, 005B en 006B SNS Reaal/Zwitserleven te Amstelveen (Corporate Facility Services, 2014) LE 001A, 003A en 007A bovenregionaal kantoor Enexis Zwolle (Deerns, 2013) Visstandonderzoeken/-bemonsteringen Ringvaart Rotterdam (HHSK, 2012) Monitoring sifons regio Apeldoorn (WS Vallei en Veluwe, 2012) Ouderkerkerplas: rapportage van de visstandbemonstering van najaar 2011, vergelijking met bemonsteringen van 2006, 2009 en 2010 (B-ware, 2011) Caspargouw: veldwerk fuikenvisserij voor vijf weken om passage van vis door een duiker, een vistrap en een sluisvispassage te monitoren, verwerking gegevens, rapportage (Rijkswaterstaat Utrecht, 2011) Randmeren Noord: stortkuilvisserij op het Ketelmeer, Zwarte meer en Vossenmeer (Rijkswaterstaat IJsselmeergebied i.c.m. Koeman en Bijkerk en Altenburg & Wymenga, 2011)

37 BIJLAGE 2

38

39

40

41 BIJLAGE 3

42

43 Quickscan Flora- en faunawet en vleermuisonderzoek Sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Rapportnummer: /rap02 Status rapport: definitief Datum rapport: 12 oktober 2015 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole: P.I. (Pim) Godschalk P.I. (Pim) Godschalk D. (Dirk) van der Est Opdrachtgever: Gemeente Woerden t.a.v. de heer M. van Asselt Postbus AA Woerden Dit rapport is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud van de rapportage is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven.

44 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Doel Gebiedenbescherming Leeswijzer HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE Beschrijving huidige situatie Werkzaamheden en toekomstige situatie AANWEZIGHEID BESCHERMDE SOORTEN Methode Resultaten literatuuronderzoek Inleiding Resultaten Resultaten veldbezoek Inleiding Waarnemingen Geschiktheid Nader onderzoek vleermuizen BEKNOPTE EFFECTENANALYSE EN MAATREGELEN Inleiding Broedvogels Tijdens broedseizoen beschermd Vleermuizen Amfibieën CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN LITERATUUR Bijlage 1: Tabel bevindingen quickscan!! SECTIE EINDE NIET VERWIJDEREN!!

45 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De gemeente is voornemens om de voormalige basisschool aan de Clausstraat 22 te Zegveld te slopen. Vervolgens zal herontwikkeling plaatsvinden, mogelijk door nieuwbouw van enkele woningen. De voorgenomen plannen leiden mogelijk tot het overtreden van verbodsbepalingen op beschermde soorten, die zijn genoemd in tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Via de Flora- en faunawet is de bescherming van een aantal soorten planten en dieren in Nederland vastgelegd. In de wet zijn soorten opgenomen die landelijk of op Europees niveau zeldzaam zijn of worden. Het voorgenomen plan heeft mogelijk negatieve gevolgen op (de leefgebieden van) beschermde soorten. Het is volgens deze wetgeving niet toegestaan om het leefgebied aan te tasten. Een overtreding van verbodsbepalingen op soorten uit de zwaardere beschermingscategorieën (tabel 2 en 3) is te voorkomen door, voorafgaand aan de werkzaamheden, voorzorgsmaatregelen te treffen. Het gaat dan om het behoud van de functionaliteit van de voortplanting- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort. Voorzorgsmaatregelen zijn gericht op het voorkomen van de negatieve gevolgen van een activiteit op beschermde soorten. Een ontheffingsplicht voor de soorten uit de zwaardere beschermingscategorieën (tabel 2 & 3) is van toepassing als de functionaliteit van vaste rust- en verblijfplaatsen niet kan worden behouden door het nemen van voorzorgsmaatregelen. Vleermuizen behoren onder andere tot deze categorie. De geplande werkzaamheden worden getoetst door middel van een quickscan. De quickscan is een verkennende toets om na te gaan of beschermde soorten in het plangebied voorkomen. Daarnaast is het doel om in te schatten of er een kans is op overtreding van de Flora- en faunawet. Een quickscan geeft echter mogelijk geen definitief uitsluitsel over het al dan niet voorkomen van beschermde soorten en het al dan niet overtreden van de wet. Uit de quickscan is gebleken dat de bebouwing in het plangebied mogelijk geschikt is voor vleermuizen. Daarom is nader onderzoek naar vleermuizen aanbevolen. Twee van de vier benodigde onderzoeken zijn reeds uitgevoerd, de resultaten hiervan worden kort meegenomen in deze rapportage. Een uitgebreide verslaglegging vindt echter pas plaats na afronding van het volledige jaarrond vleermuisonderzoek in september/oktober 2015 in een separate rapportage. 1.2 Doel De doelstelling voor de quickscan is geformuleerd in vijf onderzoeksvragen: - Welke beschermde soorten flora en fauna, genoemd in tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet, maken (mogelijk) gebruik van de planlocatie? - Wat zijn de globale effecten van de voorgenomen werkzaamheden op beschermde soorten, die (mogelijk) gebruik maken van de planlocatie als onderdeel van het leefgebied? - Is aanvullend onderzoek naar één of meerdere soorten noodzakelijk? - Welke algemene maatregelen dienen te worden uitgevoerd om negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen of te beperken? - Is het noodzakelijk om voor de voorgenomen werkzaamheden een ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen? 1.3 Gebiedenbescherming Via de Natuurbeschermingswet 1998 zijn verschillende gebieden in Nederland beschermd (Natura 2000-gebieden). Ook gebieden die onder Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen was dit de EHS) vallen zijn beschermd. Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015 Blz. 1 van 10

46 Het plangebied ligt niet in een Natura 2000-gebied of binnen het NNN. Omdat de voorgenomen ontwikkeling kleinschalig is en er geen negatieve effecten als gevolg van externe werking te verwachten zijn, is toetsing aan de regelgeving omtrent deze beschermde gebieden niet van toepassing. Het voornemen hoeft alleen aan de soortbescherming van de Flora- en faunawet te worden getoetst. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving van het plangebied weergegeven en de uit te voeren werkzaamheden zijn hier benoemd. Hoofdstuk 3 gaat in op de aanwezigheid van beschermde soorten. Hierbij worden al kort de resultaten benoemd van twee reeds uitgevoerde vleermuisonderzoeken. In hoofdstuk 4 worden de globale effecten bepaald van het plan op de soorten die (mogelijk) gebruik maken van het plangebied. Hier worden ook globaal maatregelen voorgesteld om zorgvuldig te handelen ten aanzien van beschermde soorten. In de conclusie wordt beargumenteerd of een vervolgonderzoek, nader maatregelenpakket en/of een ontheffing noodzakelijk is voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Blz. 2 van 10 Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015

47 2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE 2.1 Beschrijving huidige situatie Het plangebied is gelegen aan de Clausstraat 22 te Zegveld (zie figuur 2-1). De bebouwing in het plangebied bestaat uit een enkellaags gebouw dat voorheen dienst deed als basisschool. Het stamt ongeveer uit de jaren zeventig en is aan de buitenzijde afgewerkt met een gemetselde muur met open stootvoegen. Via deze open stootvoegen is de spouwmuur mogelijk bereikbaar. De randen van het gebouw zijn afgewerkt met aluminium daklijsten. Boven brede ramen is kunststof beplating aanwezig. Figuur 2-1. Globale ligging plangebied (rood omlijnd) (bron ondergrond: Google Maps). Rondom het gebouw is een verhard speelplein aanwezig met enkele speeltoestellen. Verder is een gazon aanwezig en staan er enkele kleine bomen en struiken. Aan de zuidwestzijde van het plangebied staan enkele grotere bomen (circa 15 m hoog). In deze bomen zijn geen holten aanwezig of scheuren in de bast en stam. In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig, er is wel een beschoeide watergang aanwezig ten westen van het plangebied (zie figuur 2-1). In figuur 2-2 is een foto-impressie weergegeven van het plangebied. Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015 Blz. 3 van 10

48 Figuur 2-2. Huidige situatie plangebied. Rechtsboven zijn enkele grote bomen te zien die aan de westzijde van het perceel staan. 2.2 Werkzaamheden en toekomstige situatie De bebouwing wordt gesloopt. De bomen op het terrein blijven in eerste instantie behouden, maar het is mogelijk wel noodzakelijk om ze alsnog te verwijderen ten behoeve van de beoogde herontwikkeling. In de quickscan wordt uitgegaan van een worst-case scenario (kap van alle bomen binnen de plangrens). Voor struiken geldt dat een deel mogelijk verwijderd wordt tijdens de sloop. We gaan echter uit van een worst-case scenario namelijk de verwijdering van al het opgaande groen. Blz. 4 van 10 Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015

49 3 AANWEZIGHEID BESCHERMDE SOORTEN 3.1 Methode De quickscan is uitgevoerd door een literatuurstudie en een veldbezoek uit te voeren. De literatuurstudie heeft als doel om een beeld te krijgen van aanwezige beschermde soorten (tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet) in de omgeving, zodat de kans op voorkomen in de betreffende plangebied kan worden geschat. Soorten uit de eerste beschermingscategorie zijn mogelijk ook aanwezig in het plangebied, deze zijn verder buiten beschouwing gelaten. Er geldt namelijk een vrijstelling voor deze soorten bij ruimtelijke ingrepen. Voor het verkrijgen van informatie is gebruik gemaakt van openbaar toegankelijke broninformatie via internet en literatuur (zie literatuurlijst). Dit geeft echter geen compleet beeld. Daarom is middels een veldbezoek gekeken naar de geschiktheid van het plangebied als leefgebied voor diverse beschermde soorten. Op 22 mei 2015 is daarom het veldbezoek gebracht aan het plangebied. Hierbij is gekeken naar de aanwezigheid van beschermde soorten en sporen, zoals uitwerpselen, pootafdrukken en aanwezige (oude) nesten. Naar aanleiding van de quickscan is nader onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd. Dit wordt verderop in dit hoofdstuk behandeld. De quickscan is uitgevoerd door een ervaren ecoloog van ATKB. De ecoloog voldoet aan de definitie die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl, voorheen Dienst Regelingen) hanteert van een ter zake kundige voor het opstellen van toetsingen aan de Flora- en faunawet. Daarnaast is ATKB aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus (NGB). 3.2 Resultaten literatuuronderzoek Inleiding Voor het literatuuronderzoek is het dorp Zegveld als zoekgebied gebruikt. De resultaten van het literatuuronderzoek zijn vermeld in bijlage 1. De tabel is aangevuld met mogelijke aanwezige soorten op basis van gebiedskennis (expert judgement). Tabel 1-soorten van de Flora- en faunawet komen mogelijk ook voor in het plangebied, maar voor deze soorten geldt een algehele vrijstelling bij werkzaamheden ten behoeve van ruimtelijke inrichting. Deze worden daarom buiten beschouwing gelaten Resultaten Uit de verschillende bronnen en de expert judgement blijkt dat in de omgeving van het plangebied met name broedvogels, vleermuizen en de rugstreeppad voorkomen. Ook de groene glazenmaker komt in de bebouwde kom van Zegveld voor. Een overzicht van het literatuuronderzoek is opgenomen in bijlage 1 (samenvatting quickscan). Het plangebied is gezien de grote mate van verharding, de ligging in de bebouwde kom en afwezigheid van oppervlaktewater niet geschikt als voortplantingsbiotoop voor amfibieën en groene glazenmaker, vissen, reptielen, dagvlinders, grondgebonden zoogdieren en overige ongewervelden. Deze soort(groep)en worden in het vervolg van de quickscan niet behandeld. 3.3 Resultaten veldbezoek Inleiding Tijdens de quickscan is het te slopen gebouw beschouwd, evenals de groenzone (gras, struiken en bomen) direct om het gebouw heen. De nabijgelegen watergang is niet beschouwd, omdat deze buiten het plangebied ligt en de werkzaamheden op het droge plaatsvinden (niet in het water of in de oeverzone). De resultaten van de quickscan zijn samengevat in bijlage 1. Voor de resultaten is een splitsing gemaakt in waarnemingen en de beoordeling van de geschiktheid als leefomgeving. Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015 Blz. 5 van 10

50 3.3.2 Waarnemingen Tijdens het veldbezoek voor de quickscan zijn geen beschermde soorten waargenomen behalve algemene soorten broedvogels. Bij de 2 veldbezoeken voor vleermuizen zijn invliegende gewone dwergvleermuis waargenomen en een rugstreeppad (zie ook figuur 3-1; voor meer details zie paragraaf 3.4) Geschiktheid De bebouwing in het plangebied is geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen, zoals gewone en ruige dwergvleermuis en laatvlieger. Er is een spouwmuur aanwezig die via open stootvoegen, daklijsten en andere openingen bereikt kan worden door vleermuizen (zie figuur 3-1 links). Ook kan het omliggende groen fungeren als foerageergebied voor vleermuizen. Daarnaast kunnen algemene soorten broedvogels voorkomen in de bomen en struiken in het plangebied, zoals kool- en pimpelmees. Het gaat dan om tijdens het broedseizoen beschermde soorten. Soorten van cat. 5 van de lijst met jaarrond beschermde vogels kunnen mogelijk ook in het plangebied voorkomen. Deze soorten zijn echter alleen jaarrond beschermd als er in het plangebied belangrijke broedgebieden of populaties voorkomen. Dit is niet het geval, zodat ook de nesten van deze soorten alleen tijdens het broedseizoen beschermd zijn. Figuur 3-1. Links een voorbeeld van open stootvoegen die door vleermuizen gebruikt kunnen worden om verblijfplaatsen in de spouwmuur te bereiken. Rechts een tijdens het eerste vleermuisonderzoek aangetroffen invliegopening (circa invliegende vleermuizen, rood omlijnd) en de locatie waar rugstreeppad is waargenomen (geel omlijnd). De rugstreeppad is bij een vleermuisonderzoek waargenomen (zie figuur 3-1 rechts), deze soort gebruikt het plangebied als landbiotoop (schuilplaats overdag). Het plangebied is of ongeschikt als groeiplaats/verblijfplaats voor: - Flora: het grasland wordt deels regelmatig gemaaid (gazonbeheer), andere delen zijn verruigd met brandnetels en andere soorten. Geschikte groeiplaatsen voor bijvoorbeeld rietorchis ontbreken daarom. Ook ontbreken, oude, kalkrijke voegen in vochtige muren als groeiplaats voor beschermde soorten muurflora. - Jaarrond beschermde broedvogels: in de bomen zijn geen holten aanwezig, nesten van jaarrond beschermde soorten zijn niet waargenomen. Het plangebied is ook ongeschikt voor de soorten huismus en gierzwaluw door de vorm van het dak (plat en afgewerkt met dakleer) en het ontbreken van dakpannen. De kieren zoals in figuur 3-1 links kunnen niet door deze soorten gebruikt worden omdat deze openingen te klein zijn. - Vliegroutes: er zijn geen lijnvormige elementen aanwezig in het plangebied en dit is gelegen in de bebouwde kom. Het plangebied fungeert niet als vliegroute. - Overige, grondgebonden zoogdieren: deze komen niet voor in de omgeving van het plangebied en geschikte biotopen ontbreken. - Overige soortgroepen: deze zijn reeds uitgesloten bij het literatuuronderzoek, zie bijlage 1. Blz. 6 van 10 Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015

51 3.4 Nader onderzoek vleermuizen Uit de quickscan is gebleken dat het gebouw geschikt is als verblijfplaats voor vleermuizen. Daarom is aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd voor het einde van de kraamperiode (15 juli). Hiertoe zijn op 27 mei en 18 juni 2015 ochtendbezoeken gebracht aan het plangebied. Bij het eerste veldbezoek zijn tussen 03:45 en 05:15 circa 15 invliegende gewone dwergvleermuizen vastgesteld. Alle vleermuizen vlogen op dezelfde locatie in (zie figuur 3-1 rechts). Uit het aantal vleermuizen blijkt dat er sprake is van een groot zomerverblijf. Op 18 juni 2015 zijn enkele foeragerende vleermuizen waargenomen, maar geen invliegende (ook niet in de directe omgeving). Dit kan worden verklaard omdat vleermuizen altijd gebruik maken van een netwerk aan verblijfplaatsen. Groepen vleermuizen wisselen regelmatig van verblijfplaats, onder andere afhankelijk van de klimatologische omstandigheden. Het is goed mogelijk dat de groep vleermuizen vanuit de school naar een ander verblijf in Zegveld is verhuisd tussen het 1 ste en 2 de veldbezoek. Op basis van de uitkomsten van de eerste twee veldbezoeken van het nader onderzoek is contact opgenomen met de gemeente, om sloop op korte termijn te voorkomen. Door het slopen van een zomerverblijfplaats kan de gunstige staat van instandhouding van de dwergvleermuis namelijk in het geding komen. Daarnaast is nader onderzoek naar zomer- paarverblijfplaatsen uitgevoerd in de periode juli t/m september 2015, om alle mogelijke functies van het plangebied in kaart te brengen. Op die wijze kan worden voldaan aan het vleermuisprotocol (2013), en worden voldoende gegevens verzameld voor het aanvragen van een ontheffing. De resultaten en weersomstandigheden van alle inventarisaties worden omschreven het opgestelde Projectplan. Vanwege de aanwezigheid van een zomerverblijf is het namelijk noodzakelijk om een ontheffing op de Flora- en faunawet aan te vragen wegens overtreding van artikel 11 (beschadigen, vernielen en verstoren van vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis). Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015 Blz. 7 van 10

52 4 BEKNOPTE EFFECTENANALYSE EN MAATREGELEN 4.1 Inleiding In bijlage 1 is een overzicht weergegeven van beschermde soorten uit tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet, die mogelijk hun leefgebied hebben in het plangebied. Deze soorten worden meegenomen in de beknopte effectenanalyse in paragraaf 4.2. Het gaat om de soortgroepen broedvogels (tijdens het broedseizoen beschermd), vleermuizen en de rugstreeppad. Het is uit te sluiten dat andere beschermde soorten aanwezig kunnen zijn in en in de omgeving van het plangebied. 4.2 Broedvogels Tijdens broedseizoen beschermd In de bomen en struiken rondom het schoolgebouw kunnen broedvogels tot broeden komen. Er is een directe overlap met het werkgebied. Zonder voldoende voorzorg kunnen nesten worden verstoord (overtreding artikel 11 Flora- en faunawet). Voor broedvogels zijn de volgende maatregelen nodig om een overtreding te voorkomen: - rekening houden met het broedseizoen (in de periode half maart t/m half juli worden de meeste broedgevallen verwacht). Afhankelijk van het weer kan het broedseizoen eerder of later starten en langer doorgaan. Buiten deze periode is de kans op aanwezigheid van broedvogels erg klein; - Indien niet buiten het broedseizoen gewerkt kan worden, zijn (afhankelijk van het weer) controles op broedvogels noodzakelijk in de periode februari-september. Bij de aanwezigheid van een nest dient een verstoringsvrije zone te worden aangehouden, waarbinnen gedurende de periode van broeden niet wordt gewerkt. Dit dient door een ter zake kundige te worden bepaald. 4.3 Vleermuizen Vleermuizen maken gebruik van kraam-, zomer-, paar- en winterverblijven en wisselen van verblijfplaats. Afhankelijk van de soort en de tijd van het jaar, verblijven ze in bomen, gebouwen, bruggen, bunkers etc. Vleermuizen maken gebruik van lijnvormige elementen als vlieg- en/of foerageerroute. Lijnvormige elementen zijn onder andere aaneengesloten bomenrijen en watergangen. Verblijfplaatsen Door de voorgenomen sloop van het gebouw treden in ieder geval negatieve effecten op zomerverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis op (overtreding art. 11 Ff-wet). Mogelijk komen ook paar- of winterverblijven voor. Hiervoor is nog nader onderzoek uitgevoerd. Het complete nader onderzoek wordt omschreven in het opgestelde Projectplan, waarmee ontheffing wordt aangevraagd bij RVO.nl (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, onderdeel van het ministerie van EZ). Omdat er een grote verblijfplaats is aangetroffen, is dit noodzakelijk omdat negatieve effecten (inclusief verstoring) met zekerheid niet voorkomen kunnen worden. Er zijn ook foeragerende vleermuizen aangetroffen. Er is echter geen sprake van essentieel foerageergebied, in de omgeving zijn veel andere groene gebieden aanwezig. Er zijn dus voldoende alternatieven. Het verwijderen van bomen leidt niet tot negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis. Blz. 8 van 10 Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015

53 4.4 Amfibieën De rugstreeppad is aangetroffen onder de voordeur van de school bij het veldbezoek op 18 juni Er was één exemplaar aanwezig dat onder de voorkeur wegkroop in een holte. Op deze plek was zand aanwezig, wat zeer geschikt is voor de rugstreeppad (de soort kan hier goed in graven). Bij de uit te voeren nadere onderzoeken naar vleermuizen dient ook op deze soort gelet te worden om na te gaan of meer exemplaren aanwezig zijn. Bij de sloop van de school kunnen exemplaren gedood of verwond worden (overtreding art. 9 Ff-wet) en kunnen vaste rust- en verblijfplaatsen verwijderd worden (overtreding art. 11 Ff-wet). Het is daarom noodzakelijk om voor deze soort mitigerende maatregelen te nemen om effecten te voorkomen, zoals het afvangen van de dieren voorafgaand aan de sloop. Omdat verstoring niet voorkomen kan worden, is het noodzakelijk om voor de rugstreeppad ontheffing aan te vragen. Dit kan gebeuren tezamen met de aanvraag voor de dwergvleermuis. In het op te stellen projectplan dienen de effecten en maatregelen nog in meer detail te worden uitgewerkt. Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015 Blz. 9 van 10

54 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Door het voornemen de school te slopen wordt het leefgebied van beschermde soorten (zomerverblijf gewone dwergvleermuis en verblijfplaats rugstreeppad) verstoord en/of aangetast, waardoor de Floraen faunawet wordt overtreden. Het is noodzakelijk om voor deze soorten een ontheffing op de Floraen faunawet aan te vragen. Het complete aanvullend onderzoek naar vleermuizen, dat is uitgevoerd om alle mogelijke functies van het plangebied voor deze soort (en mogelijk nog andere soorten) vast te stellen, is omschreven in het Projectplan. Ten tijde van het nader onderzoek vleermuizen is consequent gelet op de aanwezigheid van de rugstreeppad. Voor tijdens het broedseizoen beschermde broedvogels is het mogelijk om met een aanpassing van de werkwijze, verstoring van vogels te voorkomen (werken buiten het broedseizoen). Het aanvragen van een ontheffing om te werken in de broedtijd is volgens de interpretatie van het ministerie van EZ niet mogelijk. Aanbevolen wordt om rekening te houden met de periode van mitigatie/compensatie. Voor zomerverblijven is in de soortenstandaard gewone dwergvleermuis opgenomen dat vervangende verblijven (kasten) in de omgeving van het plangebied moeten worden geplaatst en minimaal 6 maanden (waarbij alleen de maanden april tot en met oktober meetellen) tevoren dienen te worden geplaatst. Indien ontheffing wordt verleend, zal de sloop mogelijk pas in de loop van 2016 kunnen plaatsvinden. 6 LITERATUUR Soortenstandaard Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Versie 2.0, december Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Algemeen Informatie over soorten met verspreiding; Waarnemingensite; Website voor vleermuizen; Informatiesite over libellen in Nederland; Blz. 10 van 10 Quickscan Flora- en faunawet sloop school Clausstraat 22 te Zegveld Kenmerk: /rap02, definitief, d.d. 12 oktober 2015

55 BIJLAGE 4

56 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD Van: N. Bink Tel nr: 8316 Nummer: 15A Datum: 4 mei 2015 Team: Ruimte Tekenstukken: Ja Bijlagen: 7 Afschrift aan: - N.a.v. (evt. briefnrs.): Onderwerp: Woonvisie Woerden "Woerden woont" Advies: 1. In te stemmen met de concept-woonvisie Woerden en de 4 deelvisies per kern. 2. In te stemmen met de reactienota Woonvisie Woerden. 3. De raad voor te stellen om de Woonvisie Woerden vast te stellen. Begrotingsconsequenties Ja B. en W. d.d.: 19/05/2015 Besluit : Het college is akkoord met de woonvisie met inbegrip van de opmerkingen die tijdens de themabijeenkomst zijn gemaakt. Gewenste datum behandeling in de raad (datum: zie vergaderschema): Ja, 25 juni 2015 Fatale datum besluit van de raad: Nee Portefeuillehouder: wethouder Stolk Extra overwegingen / kanttekeningen voor College

57 Niet alle reacties uit de reactienota zijn verwerkt, maar er is in de reactienota duidelijk gemotiveerd waarom er de keuze is gemaakt om de betreffende reactie niet over te nemen. Veel reacties hebben betrekking op de woningbouwlocaties. De reactienota zal dan ook gebruikt worden bij de Strategische Woningbouwplanning. Extra overwegingen / alternatieven / argumenten Aanpassingen t.o.v. van vorige concept Naar aanleiding van de collegebehandeling op 14 april 2015 is volgens afspraak vóór de consultatieronde de concept- Woonvisie op een aantal punten aangepast. - In het voorwoord de woonvisie gepositioneerd. Waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de korte en de lange termijn en benadrukt wordt dat de woonvisie invulling geeft aan woonbeleid voor een periode van 5 jaar. En dat er op een later moment een toekomstvisie voor de gemeente gemaakt wordt waarin de lange termijn centraal staat, wonen een prominente plek krijgt en hierbij wordt nader afgewogen in hoeverre het principe van migratiesaldo 0 moet worden losgelaten. Dit in relatie tot de verwachte bevolkingstoename in de regio Utrecht komende jaren. - In het voorwoord aangeven dat de concrete uitwerking van de woonvisie plaatsvindt in de Strategische Woningbouwprogrammering, de prestatieafspraken en het Actieprogramma. Startnotitie Ter informatie is de startnotitie Woonvisie toegevoegd. De Woonvisie is opgesteld binnen de kaders van de startnotitie. Reactienota Er zijn 32 externe reacties binnengekomen. De aanpassingen op de Woonvisie en deelvisies die hieruit zijn voorgekomen, staan op pagina 3 van de reactienota. Daarnaast heeft GroenWest in het voortraject en op het laatste concept gereageerd. Tot slot zijn er nog 8 interne reacties van collega s en collega -gemeenten. Dit heeft op onderdelen ook aanscherpingen van de visie opgeleverd. Kanttekeningen: Standpunt consulenten Samenhang met eerdere besluitvorming 14R Raadsvoorstel Startnotitie Woonvisie Bijlagen 1. Raadsvoorstel Startnotitie Woonvisie Woerden, 14R Hoofdvisie: Concept-Woonvisie Woerden Woerden woont 15i Concept-woonvisie Stad Woerden Stad Woerden woont 15i Concept-woonvisie Harmelen Harmelen woont 15i Concept-woonvisie Kamerik/Kanis Kamerik/Kanis woont 15i Concept-woonvisie Zegveld Zegveld woont 15i Reactienota Woonvisie Woerden 15i.01765

58 7. Locatiemonitor i Het raadsvoorstel geregistreerd onder corsanummer: 15R Het raadsbesluit geregistreerd onder corsanummer: 15R.00307

59 RAADSVOORSTEL 15R Indiener: college van burgemeester en wethouders Datum: 12 mei 2015 Portefeuillehouder(s): Wethouder Stolk Portefeuille(s): Volkshuisvesting Contactpersoon: N. Bink Tel.nr.: adres: Onderwerp: Woonvisie Woerden 'Woerden woont" De raad besluit: 1. De Woonvisie Woerden inclusief de 4 deelvisies per woonkern vast te stellen. Inleiding: Het opstellen van een nieuwe Woonvisie staat in het Collegeprogramma en is één van de speerpunten van het college. De woonvisie moet een kader bieden voor het woonbeleid. Op 29 januari heeft u de startnotitie Woonvisie vastgesteld. Binnen dit kader is de Woonvisie opgesteld. Er is één woonvisie voor heel Woerden, daarnaast zijn er deelvisies per kern waarin een analyse en de speerpunten per kern zijn opgenomen. De Hoofdvisie en deelvisies zijn zelfstandig te lezen. Dit betekent dat er in de rapporten deels dezelfde tekst staat. In de Woonvisie is de focus op het woonbeleid voor , met een doorkijk naar de toekomst. Goed wonen is onze ambitie. Hoe we dit willen bereiken, staat in de Woonvisie en wordt de komende jaren nog verder uitgewerkt. De speerpunten van de woonvisie zijn onder andere bestaande woningvoorraad, nieuwbouw, betaalbaarheid, wonen & zorg, scheefwonen & doorstroming, doelgroepen (lage inkomens, senioren, starters ) en duurzaamheid. De focus bij onze acties ligt op eigen inwoners maar uiteraard is er ook ruimte voor anderen die de kwaliteit van het wonen in Woerden ontdekt hebben. Bij de woonvisie ligt de focus op de doelgroepen die extra aandacht nodig hebben, zoals senioren en mensen met een laag inkomen. Dit betekent niet dat er niets gedaan wordt voor andere groepen, zoals gezinnen en mensen met hogere inkomens. Ook voor deze huishoudens wordt gebouwd. Na vaststelling van de Woonvisie gaat het college samen met de corporaties de prestatieafspraken opstellen. Daarnaast wordt de strategische woningbouwplanning opgesteld waarin gekeken wordt welke locatie op welk moment ontwikkeld kan worden. Ook wordt er globaal gekeken voor welke doelgroep. Bij de daadwerkelijke ontwikkeling van de locatie treden ontwikkelaar en gemeente met elkaar in overleg over het concrete woningbouwprogramm zodat er een goede mix aan woningen wordt gerealiseerd, afgestemd op de vraag. De woonvisie biedt hierbij het kader. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving: Op grond van de gemeentewet is de raad bevoegd de kaders te stellen voor het woonbeleid die in de Woonvisie worden neergelegd.

60 Beoogd effect: Het vaststellen van de Woonvisie waarmee het college actief uitvoering kan geven aan het woonbeleid samen met betrokkenen in de gemeente en in de regio. Argumenten: 1.1 Een vastgestelde Woonvisie biedt het college een kader om het woonbeleid uit te voeren. Met een actuele woonvisie wordt een onmisbare basis gelegd om afspraken over de uitvoering ervan te kunnen maken. We geven niet alleen richting en focus aan de opgaven in de stad, we investeren ook in partnerschap gericht op resultaat met een helder verhaal over wat we willen. Dat is in lijn met de Herziening van de Woningwet die per 1 juli 2015 van kracht is. 1.2 De Woonvisie biedt een onderdeel van de motivatie voor de Ladder voor Duurzame verstedelijking. Met dit instrument moeten gemeenten nieuwe stedelijke ontwikkelingen motiveren die in een bestemmingsplan opgenomen moeten worden. Kanttekeningen: 1.1 Zonder een actuele Woonvisie zijn corporaties niet gehouden om prestatieafspraken te maken met de gemeente. 1.2 Het ontbreken van een actuele Woonvisie, betekent dat de basisinformatie ontbreekt voor het opstellen van een Strategische woningbouwplanning en het - in overleg met ontwikkelende partijen- bepalen van de woningbouwprogramma s voor de nieuwbouwlocaties. Financiën: In de bestuursrapportage 2014 is een bedrag van ,- beschikbaar gesteld voor het opzetten van de woonvisie en de prestatieafspraken. Met dit bedrag wordt de externe inhuur betaald en daarnaast de bijeenkomsten met bewoners en stakeholders. Uitvoering: Tussen december 2014 t/m mei 2015 zijn cijfers en onderzoeken geanalyseerd. Aan de hand van deze analyse is het gesprek aangegaan via dorps- en wijksessies en via een stakeholdersbijeenkomst Vervolgens is de concept-woonvisie opgesteld die ter consultatie is voorgelegd aan alle inwoners, de stakeholders en regiogemeenten onder andere via een directe mailing en daarnaast via de website IkbenWoerden.nl. Dit heeft veel constructieve reacties opgeleverd (zie bijlage reactienota) die gedeeltelijk hebben geleid tot een aanscherping van de Woonvisie en gedeeltelijk gebruikt zullen worden bij de Strategische Woningbouwplanning en de ontwikkeling van de woningbouwplannen. Na vaststelling van de Woonvisie door uw raad, zal het college uitvoering geven aan het woonbeleid door: 1) het opstellen van de Strategische Woningbouwplanning gereed in september ) het opstellen van prestatieafspraken samen met de woningcorporaties gereed december ) het uitvoeren van het Actieprogramma dat is opgenomen in de Woonvisie Jaarlijks zult u in december/januari geïnformeerd worden over de stand van zaken van het woonbeleid via de Jaarbrief Wonen. Communicatie: - De Woonvisie is tot stand gekomen via een interactief proces (zie Uitvoering). - De reactienota toegezonden naar de inwoners en stakeholders die een reactie ingediend hebben. - Bij concrete locatieontwikkelingen zullen belanghebbenden betrokken en geïnformeerd worden.

61 Samenhang met eerdere besluitvorming: 14R Raadsvoorstel Startnotitie Woonvisie Bijlagen: 1. Hoofdvisie: Concept-Woonvisie Woerden Woerden woont 2. Concept-woonvisie Stad Woerden Stad Woerden woont 3. Concept-woonvisie Harmelen Harmelen woont 4. Concept-woonvisie Kamerik/Kanis Kamerik/Kanis woont 5. Concept-woonvisie Zegveld Zegveld woont 6. Reactienota Woonvisie Woerden 7. Raadsbesluit 15R De indiener: college van burgemeester en wethouders De secretaris De burgemeester drs. M.H.J. van Kruijsbergen V.J.H. Molkenboer

62 RAADSBESLUIT 15R Agendapunt: Onderwerp: Woonvisie Woerden De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 12 mei 2015 van: - burgemeester en wethouders gelet op het bepaalde in de Gemeentewet; b e s l u i t: 1. De Woonvisie Woerden inclusief de 4 deelvisies per woonkern vast te stellen. Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 25 juni 2015 De griffier De voorzitter E.M. Geldorp V.J.H. Molkenboer

63 RAADSVOORSTEL Gemeente Woerden 14R ^ Sb 14R gemeente WOERDEN Indiener: college van burgemeester en wethouders Datum: 16 december 2014 Portefeuillehouder(s): Wethouder Stolk Portefeuille(s): Volkshuisvesting Contactpersoon: N. Bink Tel.nr.: adres: bink.n@woerden.nl Onderwerp: Startnotitie Woonvisie De raad besluit: In te stemmen met de startnotitie Woonvisie, waarin de volgende uitgangspunten zijn opgenomen: - Proces: inventarisatie & analyse, in gesprek met bewoners en stakeholders als input voor het opstellen van de woonvisie. - Aanpak: proces waarin veel ruimte is voor inbreng van alle betrokken partijen. - Speerpunten: onder andere bestaande en toe te voegen woningvoorraad, betaalbaarheid, wonen & zorg, scheefwonen & doorstroming, doelgroepen (lage inkomens, senioren, starters ) en duurzaamheid Inleiding: Het opstellen van een nieuwe Woonvisie staat in het Collegeprogramma en is één van de speerpunten van het college. De woonvisie moet een kader bieden voor het woonbeleid. Op 11 december 2014 is de concept-startnotitie Woonvisie ter consultatie aan u gepresenteerd. Hieruit zijn geen wijzigingen op de startnotitie gekomen. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving: Op grond van de Gemeentewet is de raad bevoegd de kaders te stellen voor het woonbeleid. In aanloop naar de Woonvisie wordt u gevraagd de startnotitie Woonvisie vast te stellen. Beoogd effect: Het vaststellen van een startnotitie Woonvisie, waarin het proces, de speerpunten en de aanpak om te komen tot een Woonvisie vastgelegd worden. Dit moet resulteren in een actuele woonvisie voor de gemeente Woerden, die een kader biedt voor het woonbeleid, waarmee we actief het gesprek aan kunnen gaan met betrokkenen in de gemeente en in de regio. Argumenten: 1. Het instemmen met de startnotitie geeft het college een kader om de Woonvisie op te stellen. 2. Met een actuele woonvisie wordt een onmisbare basis gelegd om afspraken over de uitvoering ervan te kunnen maken. We geven niet alleen richting en focus aan de opgaven in de stad, we investeren ook in partnerschap gericht op resultaat met een helder verhaal over wat we willen. Dat is in lijn met de Herziening van de Woningwet die in 2015 van kracht zal worden.

64 Kanttekeningen: Financiën: In de bestuursrapportage 2014 is een bedrag van ,- beschikbaar gesteld voor het opzetten van de woonvisie en de prestatieafspraken. Met dit bedrag wordt de externe inhuur betaald en daarnaast de bijeenkomsten met bewoners en stakeholders. Uitvoering: Tussen december 2014 t/m mei 2015 worden cijfers en onderzoeken geanalyseerd en zijn er dorpsen wijksessies en gesprekken met stakeholders. Vervolgens wordt de concept-woonvisie opgesteld die ter consultatie wordt voorgelegd aan de stakeholders. Uiteindelijk zal de Woonvisie in juni ter vaststelling op de raadsagenda staan. Communicatie: De startnotitie bevat een voorstel voor het proces waarin (veel) ruimte is voor inbreng van alle betrokken partijen. Via een consultatieronde worden de stakeholders bevraagd. Deze professionele partijen hebben waardevolle kennis en zijn mede verantwoordelijk voor de uitvoering. Bewoners zijn 'ervaringsdeskundigen': iedereen woont immers. De inwoners worden geraadpleegd tijdens interactieve dorps- en wijksessies. Tot slot komt er nog een schriftelijke reactieronde voor stakeholders waaronder bewoners-vertegenwoordigers. Samenhang met eerdere besluitvorming: 14R RIB Concept-Startnotitie Woonvisie Bijlagen: 1. 14i Startnotitie Woonvisie De indiener: college van burgemeester en wethouders De secretaris De burgemeester, dr. G. oednrëkejs CMC mboer

65 Zegveld Woont Deelvisie voor Zegveld van de woonvisie Woerden

66 2 Deelvisie Zegveld van de woonvisie Woerden in opdracht van de gemeente Woerden Angela van Velden 9 juli 2015 LINT woon en welzijn Sint Jorisweg PL DORDRECHT info@lintwoonenwelzijn.nl woonvisie Zegveld

67 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Ambitie Feiten en cijfers Bevolking Verwachte demografische ontwikkelingen Woningvoorraad Doelgroepen Lage inkomens Starters Middeninkomens Senioren Wonen- zorg Goed wonen in Zegveld Nieuwbouw Kwantitatieve woningbehoefte Aandachtspunten voor het nieuwbouwprogramma in Zegveld De nieuwbouwlocaties De strategische woningbouwplanning Verbeteren van de bestaande woningvoorraad Het belang van het verbeteren van de energieprestaties Levensloopgeschikte woningen Begrippenkader woonvisie Zegveld

68 4 1 Inleiding De gemeente Woerden heeft haar woonbeleid geactualiseerd in de woonvisie Woerden 'Woerden Woont'. In de woonvisie legt de gemeente haar ambitie, doelstellingen en beleid vast voor het wonen. De gemeente Woerden bestaat uit een aantal kernen en dorpen. In de woonvisie is erkenning voor de kwalitei- ten van het wonen in de dorpen en in de wijken. De woonvisie gaat dus ook specifiek in op de wensen en mo- gelijkheden per dorp en wijk en heeft hiervoor ook per kern een aparte deelvisie opgesteld. De woonvisie Woerden en de deelvisies per kern vormen tezamen het woonbeleid voor de gemeente Woerden. Voor het dorp Zegveld is dit de deelvisie 'Zegveld Woont'. Per dorp is een bijeenkomst georganiseerd. Zo ook voor Zegveld. Doel van deze dorpssessie was het inventari- seren van de tevredenheid onder de inwoners, de woonwensen en het bespreken van de mogelijkheden voor nieuwbouw en bestaande woningvoorraad. Naast inwoners, mede vertegenwoordigd door het dorpsplatform, zijn ook de bij het wonen betrokken partijen, zoals de corporatie, zorgpartijen en ontwikkelaars, aanwezig geweest om hun bijdrage te leveren aan de bijeenkomst. Resultaten uit de dorpssessie geven een goede indruk van wat er zoal speelt in het dorp en een bevestiging van de analyse over bevolking, sociale samenhang en woonwensen. Wonen is meer dan alleen de woning. Het gaat ook om betaalbaarheid en leefbaarheidsaspecten zoals een veilige woonomgeving, voorzieningen, bereikbaarheid en zorg. De woonvisie richt zich primair op de woning- voorraad: kaders voor de nieuwbouw en richtlijnen voor verbetering van de bestaande voorraad. Verder is ingegaan op wonen en zorg, waarbij het aan zorg gerelateerde wonen uitgewerkt is in de woonvisie. In de woonvisie zijn diverse tabellen opgenomen. Cijfers kunnen echter niet 1- op- 1 door vertaald worden in programma en productie. Cijfers, zoals bevolkingsprognoses, geven slechts een indicatie. Ook een directe ver- taling van doelgroep (zoals senioren) naar woningbouwprogramma ('seniorenwoningen') is niet mogelijk. Lang niet iedereen heeft dezelfde wensen. Lang niet iedereen gedraagt zich 'volgens een standaard'. We kennen allemaal wel iemand in de directe omgeving die al op leeftijd is en echt nog niet denkt aan een rollator, zorg en een 'bejaardenwoning'. Lang niet iedereen heeft dezelfde wensen. Lang niet iedereen gedraagt zich 'volgens een standaard'. Er is gebruik gemaakt van aanwezige informatie zoals de planmonitor van de provincie Utrecht (2012), stadin- dex.nl en informatie die aangeleverd is door GroenWest (2015). Per tabel is verwezen naar de bron. Omdat informatie uit verschillende jaren is, is enige afwijking in aantallen te zien. Dit doet geen afbreuk aan de analyse en conclusies. Het gaat dan ook om het benutten van statistisch materiaal om een koers op hoofdlijnen mee uit te zetten. Erna volgt het programmeren, realiseren, monitoren en bijsturen. Een continu proces. Leeswijzer De woonvisie Woerden bestaat uit een aantal rapporten: een hoofdvisie met het beleid voor de gemeente als totaal en een aparte deelvisie per kern. Hoofdvisie en deelvisies zijn als zelfstandige documenten te lezen. Dit betekent dat er in de rapporten deels dezelfde teksten staan. De informatie uit de dorpssessie is verwerkt bij de diverse onderwerpen. Hierbij is tevens gebruik gemaakt van informatie uit de vragenlijsten 1. 1 Tijdens de dorpssessie is de aanwezigen gevraagd een vragenlijst in te vullen met vragen over het wonen en leven in het dorp, de huidige en de gewenste woonsituatie. woonvisie Zegveld

69 5 2 Ambitie In het coalitieakkoord is de ambitie benoemd voor de woonvisie. In Woerden, maar ook in de kernen, moet men kunnen wonen 'van de wieg tot het graf'. Dat betekent dat de gemeente Woerden in zal zetten op levensloopbestendig en toekomstgericht bouwen. Alle doelgroepen dienen hierbij tot hun recht te komen. De rode contouren zijn daarbij leidend, waarbij initiatieven in de kernrandzones op hun merites worden beoordeeld. Uit: het coalitieakkoord 'Samen werken aan het Woerden van morgen' Waar het eigenlijk om gaat: 'In Woerden moeten alle inwoners goed kunnen wonen in een door hen gewenste, betaalbare en geschikte woning in het door hen gewenste dorp of in de stad.' Deze ambitie is ook van toepassing op Zegveld. In Zegveld zijn sociale samenhang en gemeenschapszin nog volop aanwezig. Zegveld kent ook een rijk vereni- gingsleven. De plaatselijke muziekvereniging, de zangvereniging, meerdere sportverenigingen en kerkelijke verenigingen zijn de ontmoetingsplaatsen zijn voor inwoners van alle leeftijden. Bouwen voor de eigen behoefte is het uitgangspunt in Zegveld. Tegelijkertijd zijn de ontwikkelmogelijkheden beperkt door de rode contouren. De kwaliteit van het wonen in het Groene Hart heeft ook deze keerzijde. In een dorp van beperkte omvang moet dan ook extra zorgvuldig omgegaan worden met de nieuwbouwmogelijk- heden die er nog zijn. De grootte van het dorp is ook van invloed op de voorzieningen. Een supermarkt vraagt een minimum aantal klanten. Zorgvoorzieningen hebben vanuit efficiency en optimale zorg- en dienstverlening een zekere omvang nodig. Dit alles bepaalt de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en overige voorzieningen in Zegveld. Zegveld hecht er waarde aan om de voorzieningen in het dorp op peil te houden en benoemt dit ook in haar dorpsplan Zegveld woonvisie Zegveld

70 6 3 Feiten en cijfers 3.1 Bevolking De bevolking van Woerden vergrijst met de jaren. Het aantal 65- plussers neemt sinds 2004 licht toe, terwijl het aantal jongeren tot 20 jaar vanaf 2004 licht afneemt. In 2014 is 16% van de bevolking 65- plusser. Dit beeld sluit aan op de landelijke trend en is ongeveer gelijk aan het provinciale gemiddelde in Utrecht (15%). In Zegveld wonen méér kinderen en jongeren dan gemiddeld in Woerden. Ook is er een grote groep (30%) in de leeftijd jaar. Het aantal inwoners van 65 jaar en ouder is juist weer lager dan het gemiddelde van Woerden. Dit is deels te verklaren vanuit het feit dat er geen zorgvoorzieningen in Zegveld zijn. Mensen die intensieve zorg nodig hebben, kunnen dit niet in Zegveld krijgen. Zorgvoorzieningen voor intensieve zorg vra- gen om een minimum aantal zorgvragers. In een klein dorp als Zegveld zijn er niet voldoende zorgvragers voor deze zorgvoorzieningen. In Zegveld woont een lager percentage (25%) één- persoonshuishoudens dan in de stad Woerden (32%). Dit valt te verklaren vanuit de veronderstelling dat één- persoonshuishoudens vaker in een appartement wonen. Het gemeentelijk gemiddelde is 30%. Van alle huishoudens in de gemeente Woerden woont 4% in Zegveld abs abs % abs % abs % abs % abs % Zegveld % % % % % Gemeente % % % % % Figuur 1: bevolkingssamenstelling naar leeftijd (bron: stadindex.nl) gem. Woerden Zegveld abs % abs % eenpersoons % % meerpersoons % % Figuur 2: bevolkingssamenstelling naar huishoudensgrootte en per kern (bron: stadindex.nl) 3.2 Verwachte demografische ontwikkelingen Tot 2030 is voor Woerden een groei in bevolking en huishoudens geprognotiseerd. Na 2030 nemen volgens de huidige prognoses de bevolking en het aantal huishoudens geleidelijk af. Gedurende de looptijd van deze woonvisie is nog sprake van een groei van het aantal huishoudens. Er moet echter wel rekening mee gehouden worden dat woningen die de komende jaren gerealiseerd worden een veel langere levensduur hebben. Een woning gaat al snel vijftig tot zestig jaar mee. Als de prognose op lange termijn doorzet, zijn er op lange termijn dus geen extra woningen meer nodig. Dan ontstaat de situatie dat wijzigingen in de woningvoorraad alleen nog maar plaatsvinden met vervangende nieuwbouw. Het is in dat kader dan ook van belang om alle toevoegingen middels nieuwbouw vanuit deze lange termijn te bezien. Het gaat om het toevoegen van woningen waar nu een tekort aan is en waarmee de totale woningvoorraad in de toekomst ook nog voldoende aansluit op de bevolkingsopbouw en samenstelling. Dit is nog meer van belang bij een klein dorp zoals Zegveld. Uitbreidingsmogelijkheden zijn beperkt en in de verre toekomst wellicht niet meer aanwe- zig. Mutaties in de bestaande voorraad, zoals sloop en nieuwbouw, zijn ook beperkt en meestal gericht op de transformatie van sociale huurwoningen en woonzorgcomplexen. 3.3 Woningvoorraad De bestaande woningvoorraad maakt wezenlijk onderdeel uit van het woonbeleid. Minstens negentig procent van de woningen die er over tien jaar staan, zijn er feitelijk nu ook al. Het inzetten van de bestaande woning- voorraad voor het woonbeleid is beperkt mogelijk. Het zijn immers woningen die al in gebruik zijn en in eigen- woonvisie Zegveld

71 7 dom bij derden (particulier, belegger, corporatie). In het kader van doorstroming is het wel van belang om inzicht te hebben in de bestaande voorraad. Het gaat er dan niet zozeer om dat er een gedetailleerd en volledig overzicht is van alle woningen in Zegveld. Belangrijker is inzicht in de manier waarop woningen vrijgemaakt kunnen worden voor een bepaalde doelgroep middels doorstroming. Het gaat om het aanbod in huur en koop. Op 1 januari 2013 stonden er in Zegveld 885 woningen. Dit is 4% van de totale woningvoorraad in de gemeente Woerden. In Zegveld is 94% van de woningen grondgebonden: rijwoningen, twee- onder- een- kapwoningen en vrijstaande woningen. Het percentage appartementen in Zegveld is 6%. Dit sluit aan op de kenmerken van een dorp waar vaak meer grondgebonden woningen zijn dan appartementen. Ten opzichte van het gemiddelde in de gemeente zijn er meer twee- onder- een- kapwoningen (14% vs 10%). Het dorp Zegveld wordt gekenmerkt door veel lintbebouwing die voor 1950 is ontstaan. De huizen die hier staan dateren uit diverse bouwperioden. Velen staan op ruime kavels met een weids uitzicht. De verkoopprijzen liggen relatief hoog. Dit is een deel van de vrijstaande woningen waarmee het percentage (26%) hoger is dan gemiddeld (10%). Het percentage koopwoningen (73%) ligt beduidend hoger dan het gemiddelde (65%). Het percentage sociale huurwoningen (18%) ligt daarentegen een stuk lager dan het gemiddelde (24%). Wordt gekeken naar de woningvoorraad in de verschillende prijscategorieën, dan is er ten opzichte van het gemiddelde in de gemeente Woerden een beduidend hoger percentage aan dure woningen met een waarde vanaf in Zegveld aanwezig. De gemiddelde woningwaarde ligt ook hoger dan in de overige kernen. Uit onderzoek naar de woonwensen in Zegveld is gebleken dat er vraag is naar betaalbare woningen (tot ) en middeldure koopwoningen (tot ). GroenWest heeft 153 sociale huurwoningen in Zegveld. In Zegveld is kernbinding. Dit betekent dat de sociale huurwoningen met voorrang toegewezen worden aan inwoners uit het dorp. gem. Woerden Zegveld abs % abs % Rijwoning % % 2-1 kapwoning % % vrijstaand % % appartement % 55 6% totaal % % Figuur 3: woningvoorraad, grondgebonden en gestapeld (bron: planmonitor provincie Utrecht 2012) Gem. Woerden Zegveld abs % abs % koop % % sociale huur % % overig % 70 8% onbekend 205 1% 10 1% totaal % % Figuur 4: woningvoorraad, huur en koop (bron: planmonitor provincie Utrecht 2012) woonvisie Zegveld

72 8 gem. Woerden Zegveld abs % abs % tot % 0 0% % 15 2% % 35 6% % 80 13% % % % 45 7% % 60 10% % 35 6% vanaf % % totaal % % Figuur 5: woningvoorraad koopprijzen en per kern (bron: planmonitor provincie Utrecht 2012) huurprijsklasse (2014) Zegveld Tot kwaliteitskortingsgrens ( 403,06) 11 Tot 1e aftoppingsgrens ( 576,87) 92 Tot 2e aftoppingsgrens ( 618,24) 17 tot liberalisatiegrens ( 710,68) 33 Eindtotaal 153 Figuur 6: omvang sociale huurvoorraad GroenWest woonvisie Zegveld

73 9 4 Doelgroepen Bij de woonvisie ligt de focus op de doelgroepen die extra aandacht nodig hebben, zoals senioren en mensen met een laag inkomen. Dit betekent niet dat er niets gedaan wordt voor andere groepen, zoals gezinnen en mensen met hogere inkomens. Ook voor deze huishoudens wordt gebouwd. In samenwerking tussen gemeen- te en marktpartijen wordt een goede mix aan woningen gerealiseerd, afgestemd op de vraag. De woonvisie biedt hierbij het kader. 4.1 Lage inkomens Van alle huishoudens in de gemeente Woerden behoort (31%) tot de doelgroep met een laag inkomen (tot ). Tussen de verschillende kernen is een gering verschil zichtbaar. In Zegveld heeft 28% een laag inkomen. Het gemiddelde in de gemeente Woerden is 31%. gem. Woerden Zegveld abs % abs % lage inkomens (tot ) % % Sociale huurvoorraad 24% 18% Figuur 7: omvang doelgroep lage inkomens (tot ) en % sociale huurwoningen (bron: planmonitor provincie Utrecht 2012) 4.2 Starters Starters zijn één- en tweepersoonshuishoudens die geen woning achterlaten en voor het eerst een woning huren of kopen. Daarnaast zijn er koopstarters die vanuit een huurwoning een (eerste) koopwoning kopen. Tijdens de dorpssessie is aandacht gevraagd voor starters in Zegveld. Jongere een- en tweepersoonshuishou- dens hebben aangegeven een duidelijks voorkeur te hebben voor een ééngezins- koopwoning. Het aanbod aan betaalbare koopwoningen in Zegveld is beperkt. Via Funda (Fundascan 4 april 2015) staan zeven woningen met een koopprijs onder te koop: vier appartementen en drie eengezinswoningen. Sinds mei 2014 zijn in Zegveld vijf woningen met een koopprijs onder verkocht. Het beleid voor starters in Zegveld is gericht op een combinatie van nieuwbouw en het vrijmaken van betaalba- re woningen middels doorstroming. 4.3 Middeninkomens Huishoudens met een inkomen van meer dan komen nauwelijks meer in aanmerking voor een sociale huurwoning. Zij zijn aangewezen op de vrije sector huur of koop. Een koopwoning is vaak te duur en een huur- woning in de vrije sector is niet te vinden of niet betaalbaar. Voor senioren met een middeninkomen is koop vaak geen wens of optie meer. In de dure huursector (huurwoningen met een huur hoger dan 710,68) is slechts een beperkt aanbod van woningen die ook aansluiten op de woonwensen, zoals nultredenwoningen. GroenWest heeft vier vrije sector huurwoningen in Zegveld. In de koopsector zijn de mogelijkheden van deze groep vooral beperkt door de aangescherpte hypotheekeisen en onzekerheid over werk en inkomen. Er is wel koopaanbod in Zegveld in de lagere prijsklassen tot Dit zijn in het algemeen eengezinswoningen die geen oplossing bieden voor senioren met de wens van een gelijkvloerse woning. Tijdens de dorpssessie is een duidelijke voorkeur uitgesproken voor koop. Het beleid richt zich dus ook voor de groep middeninkomens op koopwoningen. Er worden vooralsnog geen extra vrije sector huurwoningen gerea- liseerd in Zegveld. 4.4 Senioren De bevolking vergrijst. Ondanks dat het aandeel 65- plussers lager is dan het gemiddelde in de gemeente, is ook in Zegveld sprake van een groeiende groep senioren. woonvisie Zegveld

74 10 Uit de dorpssessie is naar voren gekomen dat veel senioren in Zegveld het liefst in het eigen dorp willen blijven wonen. Er is een duidelijke voorkeur uitgesproken voor een grondgebonden (patio)woning, met het volledige woonprogramma (dus inclusief slaap- en badkamer) op de begane grond. De voorkeur gaat uit naar koop. Er zijn op dit moment te weinig woningen met het volledige woonprogramma op de begane grond in Zegveld. 4.5 Wonen- zorg Het beleid met betrekking tot wonen en zorg is er op gericht dat mensen langer zelfstandig in hun eigen wo- ning kunnen blijven wonen. Dit vraagt om woningen die geschikt zijn voor mensen om tot op latere leeftijd in te kunnen blijven wonen. Het gaat dan om het aanbod aan voor senioren geschikte woningen en het aanpas- sen - dus geschikt maken - van de bestaande woningvoorraad. Er komt een toenemende vraag naar zelfstandig wonen met thuiszorg. Ouderen of mensen met een langdurige ziekte of beperking kunnen niet altijd zelfstandig wonen. De zorg die zij nodig hebben wordt beschreven in een zorgzwaartepakket (ZZP). In Zegveld is een beperkt aanbod aan zorg gerelateerde woningen. Het seniorencomplex Boschsloot heeft 24 sociale huurwoningen. Ondanks dat het complex oorspronkelijk gebouwd is voor senioren, zijn deze woningen niet geschikt voor (intensieve) zorg aan huis. Technisch gezien zijn de woningen nog lang niet afgeschreven. De woningen voldoen echter niet meer aan de huidige eisen voor ouderenhuisvesting. De Florijn heeft vijftien gelijkvloerse koopappartementen. woonvisie Zegveld

75 11 5 Goed wonen in Zegveld Tijdens de dorpssessie is aan aanwezigen gevraagd naar de kwaliteit van het wonen in Zegveld. Ook hebben mensen een beknopte vragenlijst ingevuld. Hieruit is een aantal aspecten naar voren gekomen die voor de inwoners van Zegveld van belang zijn en gewaardeerd worden. In Zegveld is een groot gevoel van verbondenheid met het dorp en met elkaar: 'ons kent ons'. Er is een rijk verenigingsleven. Zo zijn er diverse sport- en muziekverenigingen. Ook de oranjevereniging is zeer actief. Veel Zegvelders willen in Zegveld blijven wonen. Dit geldt voor jong en oud. In het algemeen wordt de woning en woonomgeving zeer gewaardeerd: rust, ruimte, veel groen en toch vlakbij steden zoals Woerden en Utrecht. Openbaar vervoer is minimaal. Het station Woerden is daarentegen maar twintig minuten fietsen. Dagelijkse voorzieningen, zoals een supermarkt, zijn in het dorp aanwezig. Naast de supermarkt heeft Zegveld een fietsenwinkel en werkplaats, bloemenzaak, kapper, verzekeringskantoor, verf- en behangwinkel, warme bakker, horeca en het zalencentrum Milandhof. Voor het overige moet je naar de stad Woerden. Extra recrea- tiemogelijkheden, zoals een recreatieplas, kunnen de kwaliteit van het wonen in Zegveld verder versterken. Het dorpsplatform Zegveld is bezig met het oprichten van een zorgcoöperatie om inwoners in staat te stellen zo lang als mogelijk is, zo zelfstandig mogelijk, in het dorp te blijven wonen. Zegveld wordt door haar inwoners gewaardeerd met een gemiddelde van acht. Een mooie score. woonvisie Zegveld

76 12 6 Nieuwbouw 6.1 Kwantitatieve woningbehoefte In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Utrecht is voor de gemeente Woerden een woningbehoefte opge- nomen van (netto) woningen voor de periode In 2013 en 2014 zijn in totaal 198 woningen opgeleverd (71 in 2013 en 127 in 2014). Resteert een netto woningbehoefte voor de periode van ( =) woningen. Uitgaande van een evenredige verdeling van de nieuwbouwproductie over de verschillende kernen (op basis van het aantal huishoudens per kern) is een richtlijn te geven voor het aantal woningen dat gemiddeld per jaar per kern gerealiseerd kan worden. Voor Zegveld betekent dit een totale productie in de periode van 103 woningen. In de periode is een bevolkingsgroei geprognotiseerd van 9%. De periode erna neemt de bevol- kingsgroei geleidelijk af naar 4% groei in de periode en 3% groei in de periode Dit recht- vaardigt een hogere woningbouwproductie tot 2020 en erna een iets lagere productie. We gaan uit van een gemiddelde productie van 10 woningen per jaar tot In de periode vanaf 2020 wordt vooralsnog rekening gehouden met een geleidelijke afname van de productie naar een gemiddelde van 7 woningen per jaar. De aantallen zijn een richtlijn voor de gemiddelde netto oplevering van het aantal woningen per jaar. De wer- kelijkheid kan grilliger zijn. De oplevering is bijvoorbeeld ook afhankelijk van de omvang en fasering van pro- jecten. Wel blijft het bij bouwen voor de eigen behoefte van belang om een geleidelijke oplevering na te stre- ven. Daadwerkelijke realisatie is afhankelijk van de beschikbaarheid, omvang, ligging en overige kenmerken van locaties. Ook wensen en (financiële) mogelijkheden spelen een belangrijke rol. De locatiemonitor geeft een beeld van de projecten zoals deze nu bekend zijn. Wordt dit program- ma vergeleken met de streefaantallen, dan wordt in Zegveld getalsmatig aangesloten op het streefgetal. Ook in planning sluit het goed aan op de doelstelling om oplevering te spreiden. Tijdens de dorpssessie is de locatie de Pionier besproken. Hier is ruimte voor extra woningen. Het te ontwikkelen programma op deze locatie moet aanvullend zijn op het programma in Weidz en aansluiten op de wensen. Tijdens de dorpssessie is aandacht gevraagd voor gelijkvloerse woningen voor senioren. De voorkeur gaat uit naar koop. Totaal ev Kern Zegveld Figuur 8: Gepland woningbouwprogramma (bron: locatiemonitor ) 6.2 Aandachtspunten voor het nieuwbouwprogramma in Zegveld Tijdens de dorpssessie is de sterke voorkeur uitgesproken voor het realiseren van grondgebonden, gelijkvloerse woningen voor senioren. Het gaat dan voornamelijk om koopwoningen, al dan niet ontwikkeld in collectief particulier opdrachtgeverschap. Met het realiseren van woningen voor senioren komen woningen in de be- staande woningvoorraad vrij voor starters en gezinnen. Naast woningen voor senioren is er ook een duidelijke behoefte aan eengezinswoningen in betaalbare koop, onder andere voor starters. Doorstromers vanuit een koopwoning zoeken vooral een hoekwoning, twee- onder- een- kapwoning of vrijstaande woning (woonwensen- quête uit 2010). Bij de planontwikkeling buiten de rode contour wordt, conform het Provinciaal beleid voor kernrandzones, aandacht besteed aan een kwalitatief goede overgang van landelijk naar bebouwd gebied. 6.3 De nieuwbouwlocaties In deze woonvisie staat een omschrijving van de nu bekende woningbouwlocaties. Informatie over programma en planning komen uit de locatiemonitor woonvisie Zegveld

77 13 Weidz (Hoofdweg/Milandweg) De visie voor Zegveld Zuidzijde, waar Weidz onderdeel van uitmaakt, is gericht op dorps wonen. Vanuit land- schappelijke dragers (groen en water) zijn drie deelgebieden benoemd. In een aantal workshops wordt met de toekomstige bewoners gewerkt aan het stedenbouwkundig plan en de woningen. Aansluitend aan de locatie Weidz wordt op termijn mogelijk ook de locatie van het kaaspakhuis ontwikkeld. Naar verwachting worden hier circa 15 woningen gerealiseerd. Programma Aantallen en planning Aantal woningen Aandeel sociaal 9 (25%) Aandeel appartementen PM Planning oplevering Bron: locatiemonitor (april 2015) Zegveld Zuidwest Op de locatie Zegveld Zuidwest zijn 55 woningen gepland. De oplevering start naar verwachting in Programma Aantallen en planning Aantal woningen 55 Aandeel sociaal 14 (25%) Aandeel appartementen PM Planning oplevering 20 in , 35 vanaf 2022 Bron: locatiemonitor (april 2015) De Pionier Op de locatie de Pionier is het programma nog niet uitgewerkt. Tijdens de dorpssessie is gesproken over grondgebonden woningen die geschikt zijn voor senioren. 6.4 De strategische woningbouwplanning Op basis van de woonvisie wordt een strategische woningbouwplanning opgesteld. Het gaat dan om het sturen op wat er voor wie, wanneer en waar gebouwd wordt. Het nu bekende woningbouwprogramma wordt ge- toetst op een drietal kenmerken: de hardheid, de marktkansen en de urgentie van een woningbouwproject. Nieuwe initiatieven worden ook getoetst op deze kenmerken. De in de woonvisie(s) opgenomen doelstellingen met betrekking tot doelgroepen, aantallen (richtlijn) en gefaseerd bouwen worden verwerkt in het toetsings- kader van de strategische woningbouwplanning. Tevens worden bij de strategische woningbouwplanning de overige aspecten, zoals de stedenbouwkundige en planologische mogelijkheden, meegenomen. In de strategische woningbouwplanning wordt bepaald welke locaties op welk moment ontwikkeld worden. Het woningbouwprogramma wordt uitgewerkt door ontwikkelende partijen in samenwerking met de gemeen- te en op basis van de strategische woningbouwplanning en het daarbij behorende toetsingskader. Onderdeel van de strategische woningbouwplanning is maatwerk per kern. Programma, planning en fasering, en ook de afweging tussen de verschillende locaties, worden op kernniveau uitgewerkt. Daarnaast wordt maatwerk per locatie ingezet. Per project wordt een optimum gezocht tussen het programma, de moge- lijkheden van de locatie, de woonwensen en financi- ele mogelijkheden. Programma en planning worden vervolgens ingebracht in het programma voor de hele kern. Op kernniveau moet een afgewogen, gevarieerd aanbod ontwikkeld worden. In paragraaf 7.2 van de hoofdvisie 'Woonvisie Woer- den 'Woerden Woont'' staat een uitge- breide omschrijving de strategische woningbouw- planning. woonvisie Zegveld

78 14 7 Verbeteren van de bestaande woningvoorraad Een belangrijke opgave voor de bestaande woningvoorraad is de verduurzaming ervan. Duurzaamheid heeft daarbij betrekking op twee aspecten: verbeteren van de energieprestaties om daarmee het energieverbruik en de woonlasten te verminderen en het comfort te verbeteren. verbeteren van de geschiktheid van de woningen voor verschillende doelgroepen, waaronder senioren. 7.1 Het belang van het verbeteren van de energieprestaties Andere lasten dan de huur zijn een steeds belangrijker deel van de woonlasten gaan uitmaken. Vermindering van het energieverbruik en de CO 2 - uitstoot kan op twee manieren, namelijk door technische maatregelen aan de woning en door bewustwording en gedragsverandering. In de koopsector is verbetering van de energieprestaties de verantwoordelijkheid van de eigenaar- bewoner. In de gemeente Woerden kunnen eigenaar- bewoners een duurzaamheidslening aanvragen bij het Stimulerings- fonds Volkshuisvesting Nederland (SVn). Het is een lening met een aanzienlijke korting op de rente voor de financiering van energiebesparende maatregelen in en aan de eigen woning. Het gaat dan om een warmte- pomp, zonnepanelen, een zonneboiler, microwarmtekrachtsystemen, gevel,- dak,- raam,- of vloerisolatie, warmteterugwinning uit ventilatielucht of douchewater en een vegetatiedak. De duurzaamheidslening is een lening van minimaal en maximaal Levensloopgeschikte woningen De woningvoorraad van Zegveld bestaat voor drie kwart uit eengezinswoningen. Deze woningen zijn minder geschikt voor sommige groepen zoals senioren en anderen met beperkingen in hun mobiliteit. Het meer ge- schikt maken van woningen voor diverse doelgroepen is daarom een belangrijk thema voor de bestaande voor- raad. Het (meer) levensloopgeschikt maken van koopwoningen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar- bewoners. De gemeente draagt hier in een aantal gevallen aan bij via de Wmo. woonvisie Zegveld

79 15 Begrippenkader Prijscategorieën huur Huur (prijspeil juli 2015) < kwaliteitskortinggrens Sociaal, laag Tot 403,06 Kwaliteitskortinggrens 2 e aftoppingsgrens Sociaal, middel Tussen 403,06 en 618,24 2 e aftoppingsgrens - liberalisatiegrens Sociaal, hoog Tussen 618,24 en 710,68 > liberalisatiegrens Vrije sector Vanaf 710,68 Prijscategorieën koop Koop (prijspeil en uit prestatieafspraken) Sociaal, bestaande woning Tot Sociaal, nieuwbouw Tot Betaalbaar Tussen en Middelduur Tussen en Duur Vanaf Inkomensgroepen Inkomensgroep Inkomensniveau Laag Huishoudens met een verzamelinkomen (= belastbaar inkomen) tot (exclusief inkomens van inwonende kinderen) Midden ('laag midden' en Huishoudens met een verzamelinkomen van tot waarbij soms 'midden') een onderscheid gemaakt wordt tussen lage middeninkomens (tot ) en middeninkomens ( ) Hoog ('hoog midden' en 'hoog') Huishoudens met een verzamelinkomen vanaf (hoge middeninkomens) en vanaf (hoge inkomens) woonvisie Zegveld

80 16 Classificatiesysteem toe- en doorgankelijkheid Pictogram Definitie Specificaties geen Ongelijkvloerse woning Geen Gelijkvloerse woning 1. Gelijkvloerse woning op de begane grond of bereikbaar via een lift. 2. Bereikbaar zonder treden. 3. Drempels zijn terug te brengen tot maximaal 2 cm. Rollatorwoning 4. Drempels maximaal 2 cm. 5. Breedte van toegangspaden, gangen etc. naar de woning is mi- nimaal 1.20 m. met een maximale helling van 1:12 (geldt tot 25 cm hoogteverschil). 6. Toegangsdeuren van het gebouw en liftdeuren openen automa- tisch. 7. Vrije doorgang van de complexdeur, tussendeuren en de voor- deur is minimaal 85 cm. 8. De doorgang van deuren in de woning is minimaal 0,75 m. 9. De lift meet inwendig minimaal 1,05 x 1,35 m. en heeft een leu- ning. Rolstoelwoning 10. Bedieningselementen bevinden zich tussen 0,90 en 1,20 m. bo- ven de vloer en 0,50 m. horizontaal uit een inwendige hoek. 11. Alle binnendeuren hebben een vrije doorgang van meer dan 0,85 m. 12. Alle gangen zijn breder dan 1,10 m. 13. De lift meet inwendig minimaal 1,05 x 2,05 m. en heeft een leu- ning. 14. Opstelruimte voor en achter de deur minimaal 0,90 bij 1.10 cm. 15. De vrije opstelruimte naast de voordeur is minimaal 0,35 cm. 16. Toegankelijke badkamer zonder douchebak, met toilet, douche- vloer en wastafel. Minimale maat: 2,15 bij 2,15 m. of 1,70 bij 2,70 m. 17. De draaicirkel in de keuken is 1,50 m. en de afstand tussen de wand achter het aanrecht en de tegenoverliggende wand is mi- nimaal 1,80 m. woonvisie Zegveld

81 Reactienota Concept-Woonvisie Gemeente Woerden Mei 2015 Reactienota Concept-Woonvisie Gemeente Woerden 1

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 Contactpersonen IRIS BAIJENS Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 INHOUDSOPGAVE ONDERBOUWING

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Varikse Driehoek te Heerewaarden Datum : 1 september 2015 Projectnummer : 15-0092 Opdrachtgever : Woonstichting De kernen, Korenstraat 1, 5321

Nadere informatie

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad.

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad. Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling T.a.v. de heer W. Dekker Postbus 12655 2500 DP DEN HAAG Geldermalsen, 6 oktober betreft: nader ecologisch onderzoek project: uitbreiding vastgoed Hommerson

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014 Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2014 Nader onderzoek vleermuizen en huismus J. van Suijlekom, 17 oktober 2014 1 Inleiding 1.1 Algemeen

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht Datum : 29 september 2015 Projectnummer : 15-0161 Opdrachtgever : Van Wijnen Rosmalen B.V. Postbus 46

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen Datum : 16 oktober 2014 Projectnummer : 14-0184 Opdrachtgever : Hendriks Projectontwikkeling bv Postbus 179 5340 AD Oss Kader Initiatiefnemer is voornemens

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS BV / CAREOS GROEP 15 oktober 2012 076649227:0.3 B01043.200918.0200 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik Aan Witteveen+Bos De heer W.B. Roosen Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 16-265 concept 14 september 2016 Betreft Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik Omschrijving Inleiding

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe projectnr. 181571 Definitief 1 oktober 2008 Opdrachtgever Woonzorg Nederland Business Unit Projectontwikkeling Postbus 339 1180 AH AMSTELVEEN

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer:

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer: Memo Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer: 015.64.50.00.00 Aan: De heer E. van Liempt Van: Mevrouw J.G. Lindenholz Onderwerp: Notitie nader onderzoek vleermuizen Mercurius, Assen Datum:

Nadere informatie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus 95089 1090 HB AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen Datum : 3 november 2017 Projectnummer : 17-0148 Opdrachtgever : BIK bouw bv Opgesteld

Nadere informatie

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan 4 3447 GR WOERDEN Postbus 40225 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Datum 22 januari 2016 Betreft

Nadere informatie

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Midden-Delfland P.A. van den Heuvel Postbus 1 2636 ZG SCHIPLUIDEN GEMEENTE üntv.bev. Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl

Nadere informatie

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat 83 4141 CB LEERDAM Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan 12 3744 PA BAARN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 wnb@rvo.nl Aanvraagnummer

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10

Nadere informatie

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01 Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Gemeente Deurne t.a.v. Harry Rooijakkers Postbus 3 5750 AA Deurne Vleermuis-,

Nadere informatie

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag > Retouradres «PostbusNr» 40225, AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus 9646 1006 GC Amsterdam «Betreft Beslissing op uw aanvraag Bijlagen 3 Op 22 december 2016 heeft u een ontheffing

Nadere informatie

Natuurwaarden onderzoek de Hallen

Natuurwaarden onderzoek de Hallen Natuurwaarden onderzoek de Hallen Beleidsteam Stad November 2011 Samenvatting Voor de Hallen wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het bestemmingsplan maakt sloopnieuwbouw en renovatiewerkzaamheden

Nadere informatie

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg.

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Montferland SAB ZON/GEST/140400 datum: 20 januari 2015 betreft: vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis'

Nadere informatie

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg 1 Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg Opdrachtgever Referentie Gemeente Haarlemmermeer De Vries, E.W. & M.S.E. Greve 2013. Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied

Nadere informatie

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP Vleermuizen vliegroutes en foerageergebied Eindrapport Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 16-11-2016 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Aveco de Bondt Contactpersoon:

Nadere informatie

Projectplan steenuil. Fabrieksterrein Beckers, Meijel

Projectplan steenuil. Fabrieksterrein Beckers, Meijel Projectplan steenuil Fabrieksterrein Beckers, Meijel Arnhem, 17 maart 2015 P a g i n a 2 Colofon Titel Subtitel : Projectplan steenuil : Fabrieksterrein Beckers, Meijel Projectnummer : 14.077a Datum :

Nadere informatie

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus 150 3000 AD Rotterdam Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: RBVL1101 Datum: 16-09-2011 Projectgebied: Molenstomp Sassenheim Onderwerp: Briefrapport habitatscan

Nadere informatie

Gemeente Maastricht Veiligheid en Leefbaarheid. Behoort bij besluit van B&W d.d

Gemeente Maastricht Veiligheid en Leefbaarheid. Behoort bij besluit van B&W d.d Gemeente Maastricht Veiligheid en Leefbaarheid Ontvangen op : 14-12-2015 Zaaknummer : 15-2868WB Behoort bij besluit van B&W d.d. 12-05-2016 Behoort bij ontwerpbesluit van B&W d.d. 10-03-2016 Colofon Datum

Nadere informatie

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Colofon Titel Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12364 Opdrachtgever

Nadere informatie

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus 135 6460 AC KERKRADE Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl

Nadere informatie

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

!  # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, .,,,,,! ! " # $! % & %(#(#%) *+,,, &-,".,,,,! 1 Inleiding Het plangebied is gelegen op de hoek van het perceel Werkensedijk 69 en de Monnikenhoef te Werkendam. Ter plaatse is in de huidige situatie een voormalig

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 9 juli 2019 Ons kenmerk 201900451-00830752 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Ontheffinghouder : Gemeente Assen

Nadere informatie

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen SCHOLEN LEUSDEN Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen COLOFON OPDRACHT Onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de eventuele

Nadere informatie

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225,8004 DE Zwolle Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus 505 1940 AM BEVERWIJK Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing

Nadere informatie

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o

Nadere informatie

Notitie aanvullend onderzoek

Notitie aanvullend onderzoek Notitie aanvullend onderzoek Vleermuizen Langbroekerdijk, Overlangbroek Auteur(s ): Ing. M. (Martijn) Bunskoek Project: 09078 Datum: 28 oktober 2009 Status: Definitief ecogroen advies bv Postbus 625, 8000

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte.

Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte. Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte. Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte. Status Definitief Datum 20 oktober 2015 Handtekening Matthijs Bokje 2 2015 P15097 Vleermuisonderzoek Molenhof te Havelte.

Nadere informatie

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus 2001 2400 CA ALPHEN AAN DEN RIJN Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk RAPPORT betreffende een aanvullend flora & faunaonderzoek Vijf Meilaan te Leiden Status : definitief Datum : 5 oktober 2015 Kenmerk : 1507H410/COB/rap3 Contactpersoon : dhr. C. Brouwer Opdrachtgever :

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming Vleermuisonderzoek Heideweg 52 Soest In het kader van de Wet natuurbescherming Colofon Vleermuisonderzoek Heideweg 52 Soest In het kader van Wet natuurbescherming Uitgevoerd door: Opdrachtgever: Contactpersoon:

Nadere informatie

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Roermond : 11 januari 2012 Ons kenmerk : AM11215 Betreft : Vleermuizen- en vogelnestenonderzoek locatie Tom Rook te Gouderak (aangepaste rapportage)

Nadere informatie

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen Loo 59, Nistelrode Projectnummer: 6638 Datum: 16-10-2014 Status: Definitief Projectleider: Rob van Dijk Adviseur ecologie: Manon Warringa In Nistelrode aan het Loo

Nadere informatie

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht Notitie Contactpersoon Datum 16 december 2016 Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Tauw onderzoek gedaan

Nadere informatie

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus 352 2100 AJ HEEMSTEDE Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl

Nadere informatie

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver,

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant 7 8011 VH ZWOLLE Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft Beslissing

Nadere informatie

Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen

Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen Mitigatieplan vleermuisverblijfplaats Opdrachtgever Gemeente Rhenen dhr. N. van Dixhoorn Ondertekenaar Movares Nederland B.V. mevr. C. van der Kooij en dhr. T.

Nadere informatie

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Klaas Fuitestraat Genemuiden Klaas Fuitestraat Genemuiden colofon 28 september 2012 en aangevuld 29 mei 2013 - tekst dr. A.J.M. Schenkeveld - productie bureau Schenkeveld Vistraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345-534245, Mobiel:

Nadere informatie

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus 2112 7500 CC ENSCHEDE Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl

Nadere informatie

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus 250 2501 CG S GRAVENHAGE Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl.toek.ct Betreft

Nadere informatie

Mitigatieplan Gewone dwergvleermuis Dorpshart Knegsel

Mitigatieplan Gewone dwergvleermuis Dorpshart Knegsel Mitigatieplan Gewone dwergvleermuis Dorpshart Knegsel Status: Definitief Datum: 5 juli 2012 Project: 1174 Opdrachtgever: Gemeente Eersel Voorwoord Door gemeente Eersel is aan Bureau van Nierop opdracht

Nadere informatie

Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk. Gemeente Culemborg

Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk. Gemeente Culemborg Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk Datum: Oktober 2009 Projectgegevens: NAT02-CUL00032-01a Postbus 435 5240 AK Rosmalen T (073) 523 39 00 F (073) 523 39

Nadere informatie

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Talis Sietse Jager Postbus 628 6500 AP NIJMEGEN Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft Beslissing

Nadere informatie

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus 94278 1090 GG AMSTERDAM Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning

Nadere informatie

Compensatieplan De Wheme in Vorden. rapportnummer 1191

Compensatieplan De Wheme in Vorden. rapportnummer 1191 Compensatieplan De Wheme in Vorden rapportnummer 1191 Compensatieplan De Wheme in Vorden Dit rapport is afgedrukt op FSC-gecertificeerd en CO2-neutraal papier. Colofon Zelhem : augustus 2011 Rapportnummer

Nadere informatie

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Opdrachtgever: Gemeente Borger Odoorn Contactpersoon: Rapport: Alewijn Brouwer Projectleiding: Projectnummer: Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Zorgpartners Friesland J.B.A. Lettink Postbus BR LEEUWARDEN. Datum 22 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Zorgpartners Friesland J.B.A. Lettink Postbus BR LEEUWARDEN. Datum 22 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Zorgpartners Friesland J.B.A. Lettink Postbus 888 8901 BR LEEUWARDEN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer.toek.ct

Nadere informatie

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen H.J. Huitema 13 oktober 2009 Rapport van de In opdracht van Dienst Landelijk Gebied regio Zuid Onderzoek naar het gebruik van MOB complex

Nadere informatie

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren Opdrachtgever Referentie Woonborg Vries, E.W. de, E. van der Heijden & M.S.E. Greve 2013. Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek

Nadere informatie

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting Intermaris A. Slot Postbus 554 1620 AN HOORN NH Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl 9 februari

Nadere informatie

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter, > Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Gemeente Breda Postbus 90156 4800 RH BREDA Postbus 40225 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Nadere informatie

Gemeente Njmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Njmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN > Retouradres Postbus 40219 8004 DE Zwolle Gemeente Njmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Postbus 40219 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning

Nadere informatie

Stichting Actium E. Huizing Postbus AM ASSEN. Datum 7 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Huizing,

Stichting Actium E. Huizing Postbus AM ASSEN. Datum 7 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Huizing, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting Actium E. Huizing Postbus 500 9400 AM ASSEN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft Beslissing op aanvraag Bijlagen

Nadere informatie

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Klaas Fuitestraat Genemuiden Klaas Fuitestraat Genemuiden vleermuisonderzoek colofon 28 september 2011 - tekst dr. A.J.M. Schenkeveld - productie bureau Schenkeveld Vistraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345-534245, Mobiel: 06-28307831

Nadere informatie

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING KuiperCompagnons De heer R. Wegener Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Ons kenmerk : 1503H081/DBI/rap2 Datum : 23 november 2015 Betreft : Resultaten aanvullend flora- en faunaonderzoek Ouddorp Geachte heer

Nadere informatie

Gemeente Dalfsen Postbus AA DALFSEN. Datum 18 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Dalfsen Postbus AA DALFSEN. Datum 18 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw, > Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Gemeente Dalfsen Postbus 35 7720 AA DALFSEN Postbus 40225 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Datum 18 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming Vleermuisonderzoek Het Nardusboer 215 te Oldenzaal In het kader van de Wet natuurbescherming Colofon Vleermuisonderzoek Het Nardusboer 215 Oldenzaal In het kader van Wet natuurbescherming Uitgevoerd door:

Nadere informatie

Geachte mijnheer Eggenhuizen,

Geachte mijnheer Eggenhuizen, Gemeente Almere t.a.v. dhr. Eggenhuizen Stadhuisplein 1 1315 HR Almere Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: ALVL1103 Datum: 24-08-2012 Plaats: Almere haven Projectgebied: Vier locaties in de Wierden Onderwerp:

Nadere informatie

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING Bijlage 7: IDDS, Resultaten aanvullend flora- en faunaonderzoek Ouddorp, kenmerk: 1503H081/DBI/rap2, d.d. 23 november 2015 KuiperCompagnons De heer R. Wegener Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Ons kenmerk

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld Notitie Contactpersoon Jeroen Nagtegaal Datum 4 september 2015 Kenmerk N001-1229182JNA-kmi-V01 Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld Voor u ligt een ecologisch werkprotocol om

Nadere informatie

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist Datum: 14-09-2016 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Documentnummer: AHT/2016/NOT14.09 Versie: D1 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 1 maart 2019 Ons kenmerk 201803351-00806858 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Ontheffinghouder : Onderwijsgroep

Nadere informatie

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen ASSCHATTERWEG LEUSDEN Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen COLOFON OPDRACHT Onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de eventuele

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Boer projectontwikkeling B.V F. Boer Postbus AC BODEGRAVEN. Datum 31 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Boer,

Boer projectontwikkeling B.V F. Boer Postbus AC BODEGRAVEN. Datum 31 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Boer, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Boer projectontwikkeling B.V F. Boer Postbus 135 2415 AC BODEGRAVEN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 wnb@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Gemeente Naarden P. Schrijver Raadhuisstraat EC NAARDEN. Datum 31 juli 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Naarden P. Schrijver Raadhuisstraat EC NAARDEN. Datum 31 juli 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Gemeente Naarden P. Schrijver Raadhuisstraat 2 1411 EC NAARDEN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer.toek.sg

Nadere informatie

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF BM-RAPPORT 2011- Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus Oranjebuurt Strijen T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september 2011. DEFINITIEF Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze en inspanning 3 2.1 Vleermuizen

Nadere informatie

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst Colofon Titel........... : Nader onderzoek beschermde soorten

Nadere informatie

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan 3 2182 LA HILLEGOM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl.toek.ct Betreft Toekenning

Nadere informatie

ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT

ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT TE WARMOND Opdrachtgever: Contactpersoon: Woningstichting Warmunda Dhr. S. Gopie Uitvoering: Adviesbureau E.C.O. Logisch Projectcode: WANA1301A Status: Definitief

Nadere informatie

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus 233 7400 AE DEVENTER Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing

Nadere informatie

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven Aan: Van: Kopie: I. Verbunt (Plan ROS) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult) en B. Verhoeven

Nadere informatie

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Aanleiding nader onderzoek Vanwege de herinrichting van het gebied rondom het winkelpand Carré is het noodzakelijk om twee panden in de nabijheid te slopen.

Nadere informatie

Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam

Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam 16727 Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam 16727 Colofon Titel........... : zeel Projectnummer:.. : 16727 Opdrachtgever... : Woonfront - De Stelling Zaandam BV De Ring 12 5261 LM

Nadere informatie

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus 200 1300 AE ALMERE Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Datum 18 augustus 2016 Betreft

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

Projectplan herontwikkeling Ilpenhof. Ontheffingaanvraag ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. USP Vastgoed BV. Definitief

Projectplan herontwikkeling Ilpenhof. Ontheffingaanvraag ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. USP Vastgoed BV. Definitief Projectplan herontwikkeling Ilpenhof Ontheffingaanvraag ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet USP Vastgoed BV Definitief Projectplan herontwikkeling Ilpenhof Ontheffingaanvraag ruimtelijke ingrepen Flora-

Nadere informatie

Stichting Vivare M. van Gerven Postbus EG ARNHEM. Datum 23 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van Gerven,

Stichting Vivare M. van Gerven Postbus EG ARNHEM. Datum 23 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van Gerven, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting Vivare M. van Gerven Postbus 5265 6802 EG ARNHEM Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus 2171 3440 DD WOERDEN Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Notitie aanvullend flora en fauna onderzoek aan het Glaifa terrein te Hilvarenbeek

Notitie aanvullend flora en fauna onderzoek aan het Glaifa terrein te Hilvarenbeek Notitie aanvullend flora en fauna onderzoek aan het Glaifa terrein te Hilvarenbeek Aannemersbedrijf Van de Sande Neterselsedijk 24 5094 BD Lage Mierde Tel. 013-5091895 COLOFON Tekst, foto s samenstelling

Nadere informatie

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend Resultaten onderzoek naar aanwezigheid van vleermuizen en broedvogels Concept Intermaris Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 juli 2013 Verantwoording

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie