Maatschap Anesthesiologie / Pijncentrum. Plexus coeliacus blokkade

Transcriptie

1 Maatschap Anesthesiologie / Pijncentrum

2 Algemeen De anesthesioloog/pijnspecialist adviseert u een blokkade van de plexus coeliacus. In deze folder vindt u algemene informatie over de behandeling. Wat is een plexus coeliacus blokkade? De plexus coeliacus is een zenuwnetwerk dat in de bovenbuik aan de voorzijde van de wervelkolom bij de eerste lendenwervel ligt. Dit zenuwnetwerk speelt een rol bij pijnklachten vanuit de ingewanden. Een plexus coeliacus blokkade is een onderbreking van dit zenuwnetwerk. Het doel van deze behandeling is dat de pijnprikkel niet meer kan worden doorgegeven aan de hersenen. De motoriek (bewegingsmogelijkheid) en het gevoel in de huid worden niet beïnvloed door deze behandeling. Klachten waarvoor een plexus coeliacus blokkade geschikt kan zijn: Ernstige pijnklachten als gevolg van kanker in de bovenbuik organen zoals de lever, de maag en de alvleesklier. Soms kan de behandeling effectief zijn bij alvleesklier ontsteking (pancreatitis). Voorbereiding De behandeling vindt in dagopname plaats bij het Pijncentrum (route 37). Rekent u op een verblijf in het ziekenhuis van ongeveer 6-8 uur. De behandeling wordt uitgevoerd door de pijnspecialist. De verpleegkundige en/of de pijnspecialist brengen u naar de behandelkamer (OK). Wij adviseren u comfortabel zittende kleding aan te trekken. Het is belangrijk dat u op de dag van de behandeling nuchter bent. Nuchterbeleid Vanaf middernacht (24.00 uur) vóór de behandeling mag u geen vast voedsel meer nemen, dus géén ontbijt en ook géén snoepgoed. U mag wel blijven drinken tot 2 uur vóór de behandeling! Het drinken blijft beperkt tot 3 keuzemogelijkheden: water, thee en/of heldere limonade siroop (maximaal 1 glas). Dus: géén koffie, melkproducten, fruitsap of koolzuurhoudende dranken. Wij raden u ook af om deze dag te roken. Eventuele medicijnen mag u altijd met een klein slokje water innemen, uiterlijk tot 1 uur vóór de behandeling. De behandeling In de behandelruimte ziet u een televisiemonitor, röntgenapparaat en ECHO-apparatuur opgesteld. Voorafgaande aan de behandeling wordt er bij u een infuus ingebracht, waardoor extra vocht en/of een licht slaapmiddel gegeven kan worden. De hartfrequentie en het zuurstof gehalte in het bloed worden tijdens de behandeling gecontroleerd. Onder röntgendoorlichting en/of ECHO-beelden bepaalt de pijnspecialist de juiste plaats. 2

3 Gedurende de behandeling ligt u op uw buik. De juiste plaats wordt afgetekend en gedesinfecteerd met een koude heldere ontsmettingsvloeistof. De huid wordt plaatselijk verdoofd, dit kan een brandend gevoel geven dat snel wegtrekt. Na het plaatsen van één of twee naalden zal met contrastvloeistof de juiste positie van de naald(en) worden gecontroleerd. Vervolgens wordt de behandelvloeistof rondom het zenuwnetwerk ingespoten. De behandeling duurt ongeveer 30 minuten. Na de behandeling Na de behandeling verlaat u onder begeleiding van de pijnverpleegkundige de behandelkamer en verblijft u nog enige tijd op de uitslaapkamer. Na een half uur komt de pijnspecialist nog even bij u langs. U hoort dan gelijk binnen welk termijn uw vervolgafspraak is. Deze wordt door de secretaresse gemaakt. Als alles in orde is wordt u opgehaald door een verpleegkundige van de afdeling dagbehandeling/kort verblijf (3A). Op de verpleegafdeling krijgt u wat te eten en te drinken aangeboden. In de loop van de dag komt de pijnconsulent en/of de pijnspecialist bij u langs. Als alles in orde is, mag u naar huis. Het infuus wordt door de afdelingsverpleegkundige verwijderd. Als de plaatselijke verdoving is uitgewerkt (ongeveer één tot enkele uren na de behandeling) kunt u last hebben van napijn. Dit komt door de behandelvloeistof. De pijn kan dus de eerste dagen na de behandeling toenemen. Dit duurt meestal enkele dagen. U kunt hiertegen pijnstillers innemen. Dit kan uw eigen pijnmedicatie zijn of paracetamol volgens de dosering die op de bijsluiter staat. Gedurende de dag van de behandeling is het raadzaam om het rustig aan te doen. U mag doen wat u kunt, maar het verrichten van zware werkzaamheden wordt sterk afgeraden. Bijwerkingen De behandeling wordt zorgvuldig uitgevoerd. Toch bestaat er een kleine kans op de volgende complicaties: het tijdelijk optreden van diarree; duizeligheid. U kunt de eerste weken na de behandeling bij plotseling rechtop komen even duizelig zijn. 3

4 In uiterst zeldzame gevallen: Ernstige bloeddrukdaling. Dit is goed te behandelen. Problemen met of pijn bij de ademhaling. Dit kan ontstaan als tijdens de behandeling het longvlies is geraakt. Een controlefoto van de longen is dan noodzakelijk. Soms kan er een stoornis in de blaasfunctie optreden, zodat een blaaskatheter noodzakelijk wordt. Dit is meestal van tijdelijke aard. Dwarslaesie( gedeeltelijk of volledig blijvende verlamming van beide benen). Resultaat Hoewel sommige patiënten meteen verbetering merken, kan het resultaat van de blokkade pas na één of twee dagen beoordeeld worden. Bij de meeste patiënten treedt na de blokkade een goede pijnvermindering op. Het effect van de behandeling houdt gemiddeld enkele maanden aan en de behandeling kan zonodig herhaald worden. In een aantal gevallen is een aanvullende behandeling noodzakelijk. Let op In verband met röntgendoorlichting die gebruikt wordt tijdens de behandeling is het belangrijk om te weten of u zwanger bent. De straling kan immers schadelijk zijn voor uw ongeboren kind. Bent u zwanger of bestaat de kans daartoe, meldt dit dan voor aanvang van de behandeling. Als u ziek bent of koorts hebt op de dag van de behandeling neemt u contact op met het pijncentrum. Indien u bloedverdunners gebruikt zoals Sintrom, Acenocoumarol, Marcoumar, of Fenprocoumon waarvoor controle bij de trombosedienst noodzakelijk is, moet u deze tijdelijk stoppen. Uw behandelend pijnspecialist informeert u hierover. Gebruikt u 1 van de bloedverdunners zoals Ascal, Acetylsalicylzuur of Plavix dan hoeft hier niet mee te stoppen voor de behandeling. Wanneer u meerdere van deze bloedverdunners gebruikt is het belangrijk dat u dit van te voren meld aan de pijnspecialist. Heeft u een allergie voor jodium of andere ontsmettingsmiddelen, pleisters, contrast- of verdovingsmiddelen, meld dit dan voor aanvang van de behandeling. Informeer uw pijnspecialist over de medicatie die u gebruikt. U meldt zich minimaal een kwartier voor de aanvang van de behandeling bij de balie van het pijncentrum. Het is niet toegestaan om na de behandeling zelfstandig aan het verkeer deel te nemen. Zorg voor begeleiding! Uw begeleider mag vanwege de privacy van de andere patiënten niet mee naar de behandelkamer of de uitslaapkamer. Neem contact op met uw huisarts of huisartsenpost als: U na de behandeling koorts krijgt (meer dan 39ºC); 4

5 er ten gevolge van de behandeling plotseling krachtsverlies optreedt in een arm of been; u problemen krijgt met plassen. Tot slot Wij hopen dat u door het lezen van deze folder goed bent geïnformeerd. Als u nog vragen heeft, kunt u terecht bij de pijnconsulent. Zij is bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van uur via telefoonnummer , sein Vragen en aantekeningen Pijnconsulent; tel , sein Maatschap anesthesiologie, tel /707930/DIA1298 5