God schiep een goede en complete wereld, en Hij wees menselijke wezens aan, naar Zijn beeld geschapen, om Zijn schepping "te hoeden en te verzorgen".

Transcriptie

1 Les 1 voor 6 juli 2019

2 God schiep een goede en complete wereld, en Hij wees menselijke wezens aan, naar Zijn beeld geschapen, om Zijn schepping "te hoeden en te verzorgen". Hoewel de zonde de relaties verbrak die God oorspronkelijk voor ons had bedoeld, hebben we nog steeds een rol te vervullen als rentmeesters van de goedheid van de schepping en als de verzorgers van onze medemensen. Het vervullen van deze rol is één manier om God als onze Schepper te eren.

3 De schepping openbaart verschillende eigenschappen van God: Wat kunnen we vandaag over God leren door Zijn schepping (Psalm 19)?

4 God bekeek Zijn schepping tijdens de scheppingsweek, en Hij bevestigde dat alles "goed was" (Genesis 1:10,12,18, 21,25). Toen Hij de schepping had beëindigd, bekeek Hij het opnieuw en bevestigde dat alles heel goed was. God was tevreden met zijn schepping. Alles was mooi en functioneel, prachtig ontworpen, praktisch en vol leven en kleur. Wie was de begunstigde van zo'n mooi geschenk? Dat zijn wij. Zelfs na duizenden jaren van achteruitgang, kunnen we nog steeds de wonderen van de schepping zien en uitroepen: hoe groot is onze God!

5 God vertrouwde de schepping toe aan de volmaakte rentmeester: de mensheid. Hij benoemde hen tot heren en verzorgers van de dieren en de natuur (Genesis 1:28; 2:15). Adam en Eva zouden genieten en profiteren van Gods geschenk, maar ze moesten er ook voor zorgen. Zonde heeft deze verantwoordelijkheid niet veranderd. We zijn nog steeds verantwoordelijk voor het onderhouden en behouden van de Schepping, inclusief dieren en de natuur.

6 En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u geboden had: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten. (Genesis 3:17-18) In tegenstelling tot de rest van de schepping, kregen Adam en Eva morele vaardigheden zodat ze hun eigen beslissingen konden nemen. Dit vermogen werd gegeven aan andere wezens die God eerder had geschapen, zoals engelen. Lucifer gebruikte deze vrijheid om tegen God te rebelleren, en hij besloot om zijn rebellie uit te breiden naar de nieuw geschapen wereld. Adam en Eva accepteerden de insinuatie van Satan, waardoor hun relatie met God, met elkaar en met dieren en de natuur werd verbroken (Genesis 3:8,12, 18;9:2).

7 En de HEERE zei tegen Kaïn: Waar is Abel, uw broer? En hij zei: Ik weet het niet; ben ik de hoeder van mijn broer? (Genesis 4:9) Ja, Kaïn had voor zijn broer moeten zorgen. Jaloezie en woede brachten hem ertoe de eerste moord te begaan. God heeft alle mensen geschapen (Job 10:8-12). Iedereen is Gods schepping en verdient onze zorg en respect. Ieder persoon heeft het recht om te weten dat God van hem houdt, om te weten over Zijn offer en de erfenis die Hij voor hen heeft bereid. Er zijn veel verwijzingen naar God als de Schepper in de Bijbel. Hij is onze Heer omdat Hij ons heeft geschapen en Hij heeft ons gevraagd om Hem te aanbidden door Zijn Schepping te respecteren (Exodus 20:11). Hij heeft ons ook gevraagd om voor zijn schepselen te zorgen. Wij zijn de hoeders van onze broeders en zusters.

8 Ellen G. White (Christian Service, hoofdstuk 1, pag. 13)

9 Ellen G. White (Testimonies for the Church, vol. 8, hoofdstuk 42, pag. 256)