Crisis in de EU docentenhandleiding
|
|
- Christiana ten Hart
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Crisis in de EU docentenhandleiding In deze les vergelijken leerlingen de economische situatie van verschillende EU-leden met elkaar. Daarbij maken zij gebruik van de interactieve kaart en grafiek Economische indicatoren Nederland en de Europese Unie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). U vindt deze op bit.ly/cbs_eu (dus zonder www). De les neemt ongeveer één lesuur in beslag en is bedoeld voor de onderbouw van havo/vwo. Dit document bestaat uit: 1. de doelen van de les; 2. een beschrijving van de organisatie van de les; 3. een toelichting bij de PowerPointpresentatie; 4. een toelichting bij de interactie van het CBS; 5. een antwoordmodel bij deel A van het werkblad; 6. een antwoordmodel bij deel B van het werkblad; 7. een colofon.
2 1. Doelen De doelen van deze les zijn: leerlingen weten wat economische indicatoren zijn; leerlingen kunnen minimaal drie voorbeelden van economische indicatoren noemen; leerlingen kunnen kenmerken en gevolgen van een economische crisis beschrijven; leerlingen kunnen aangeven welke economische verschillen tussen EU-landen bestaan. De les sluit aan bij de volgende kerndoelen onderbouw: 38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun eigen omgeving te plaatsen; 41. De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden; 45. De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. Daarmee sluit de les aan op paragrafen over (economische) indicatoren; economische ontwikkeling en samenhang; de EU.
3 2. Organisatie Benodigdheden U kunt deze les gebruiken in een situatie waarin leerlingen niet over computers beschikken (route 2). De interactieve kaart wordt dan alleen op het digitale schoolbord getoond. Het verdient aanbeveling om de leerlingen wel zelf met de interactie te laten werken (route 1). Dat zou als huiswerk kunnen indien u niet over een computerlokaal beschikt. Voor deze les hebt u in elk geval nodig: een digitaal schoolbord met internettoegang; een exemplaar van deel A van het werkblad voor elke twee leerlingen (op papier of digitaal). Indien u leerlingen zelfstandig met de interactieve kaart wilt laten werken (route 1), dan hebt u ook nodig: een computer met internettoegang voor elk groepje van twee leerlingen; een exemplaar van deel B van het werkblad voor elke twee leerlingen (op papier of digitaal). Verloop van de les 1. De inleiding van de les bestaat uit een korte PowerPointpresentatie over de economische crisis in Europa. Hieronder volgt een uitgebreide toelichting bij de presentatie. Sta vooral stil bij de openingsclip en de kijkvragen; 2. Na de presentatie gaan leerlingen in kleine groepjes (twee personen, maximaal drie) aan de slag met deel A van het werkblad. Hierin denken zij na over de betekenis van de crisis voor hun eigen leven. Ook spreken zij hun vermoedens uit ten aanzien van de landen die er binnen de EU beter of slechter voorstaan; 3. Bespreek deel A van het werkblad klassikaal kort na; 4. Demonstreer de interactie Economische indicatoren Nederland en de Europese Unie van het CBS op bit.ly/cbs_eu volgens de toelichting hieronder. Het vervolg van de les, hangt af van de klassensituatie. Route 1: indien uw leerlingen over computers beschikken: 5. Leerlingen beantwoorden nu de vragen in deel B van het werkblad. Zij controleren hun eerder geformuleerde vermoedens met behulp van de interactieve kaart en grafiek. U kunt deze controle ook als huiswerkopdracht meegeven; 6. Bespreek deel B van het werkblad na. Vraag tijdens de nabespreking leerlingen naar voren, zodat zij op het digitale schoolbord hun antwoorden op de vragen in deel B van het werkblad kunnen laten zien. Route 2: indien uw leerlingen niet over computers beschikken: 5. Vraag enkele leerlingen uit verschillende groepjes beurtelings naar voren. Stel hen mondeling de vragen uit deel B van het werkblad. Zij gebruiken het digitale schoolbord om te controleren in hoeverre de vermoedens kloppen die zij in deel A van het werkblad formuleerden.
4 3. Toelichting bij de PowerPointpresentatie Bij dia 1: Titel De economische positie van verschillende landen in de EU is niet goed. In bijvoorbeeld Spanje, Portugal en Griekenland gaat het slecht. Maar waar gaat het nu eigenlijk het slechtst? Waar het best? Hoe vergelijk je dat? Dat gaan we onderzoeken. Bij dia 2: (Clip en kijkvragen) Bekijk met de klas de clip. Laat leerlingen vervolgens klassikaal antwoord geven op de vragen. Zij hoeven de antwoorden niet op te schrijven. Voorbeeldantwoorden: Waar protesteren de mensen tegen? Tegen bezuinigingen, werkloosheid, hun regering. Hebben deze protesten zin? Ja. De regering kan er onder druk van de protesten voor zorgen dat er minder bezuinigd wordt, maar dan lopen de schulden van de landen wel op. Nee. De landen hebben enorme schulden en het is crisis. Daar kan de regering nu niets aan doen. In welke landen zijn de protesten het grootst? Portugal, Spanje, Frankrijk, Italië, Griekenland (en een wat kleinere staking in België). Wat is, volgens de verslaggeefster, het verschil tussen Zuid- en Noord-Europa? In Noord-Europa zijn de protesten veel groter dan in de Zuid-Europa. Wat is een verklaring voor dit verschil? In Zuid-Europa zijn de economische problemen het grootst. Er zijn meer bezuinigingen en er is meer werkloosheid en armoede. Daarnaast speelt de cultuur in rol. Zo gaan in Frankrijk mensen sneller staken en protesteren dan in Nederland. Bij dia 3: Wat is een crisis? Vraag eerst aan de leerlingen wat zij onder een economische crisis verstaan. Welke verschijnselen horen daar volgens hen bij. Waarschijnlijk noemen zij zaken als werkloosheid, armoede, faillissementen enz. Dit zijn allemaal belangrijke verschijnselen. Ze zijn terug te voeren op drie kenmerken die nauw met elkaar samenhangen. 1. Aanbod is groter dan de vraag. Daardoor kunnen bedrijven hun goederen en diensten niet kwijt. Ze moeten ze aanbieden tegen zeer lage prijzen of gaan failliet. Veel mensen worden werkloos. Bij de mensen die blijven werken, staan de lonen onder druk. 2. Het bbp (bruto binnenlands product) is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een jaar. Als er minder geproduceerd en verkocht wordt, dan stagneert het bbp.
5 3. Bedrijven en consumenten verdienen minder. Doordat het bbp stagneert of terugloopt, is er ook minder geld voor sociale en publieke voorzieningen. Mensen en bedrijven hebben minder vertrouwen in de toekomst en minder geld. Daarom worden ze voorzichtiger in hun uitgaven. Daardoor loopt de vraag naar producten en diensten nog verder teug. Veel politici en economen vinden dat de crisis het beste kan worden bestreden door de vraag te verhogen. Dan zouden de drie factoren elkaar de andere kant op versterken. Maar hoe doe je dat? Volgens sommigen kan dat door meer geld in de economie te pompen en dus juist niet te bezuinigen. Het lastige daarbij is dat dit leidt tot hogere schulden (met hoge rentekosten). Ook komt het geld dat consumenten uitgeven voor een groot deel niet ten goede aan de Nederlandse economie, maar aan buitenlandse bedrijven die de goederen produceren die wij kopen. Bij dia 4: Economische indicatoren Neem kort de kenmerken van de indicatoren door: 1. het zijn kenmerken die in een getal weergeven hoe slecht of goed het gaat met de economie van een land; 2. ze zijn geschikt om landen te vergelijken (relatieve getallen) Met name het laatste punt verdient aandacht. Dit betekent dat indicatoren altijd relatieve getallen zijn. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om het totale aantal werklozen van Duitsland met dat van Luxemburg te vergelijken. In Duitsland wonen veel meer mensen en zijn ook veel meer werklozen. Het relatieve getal, het werkloosheidspercentage, zegt wel wat. Bespreek de voorbeelden. Bij vertrouwen van consumenten: vraag aan de leerlingen hoe je dit zou kunnen meten en hoe je dit in een getal uit kunt drukken (bijvoorbeeld door het percentage mensen dat positief is en het percentage mensen dat negatief is te benoemen). Kunnen leerlingen zelf meer voorbeelden van indicatoren bedenken? Bijvoorbeeld: aantal demonstraties, aantal verkochte huizen, de tien indicatoren op de volgende dia. Bij dia 5: Tien economische indicatoren Een crisis heeft allerlei gevolgen voor een land: de werkloosheid stijgt, de prijzen stijgen, mensen geven minder uit, enzovoort. Bijna al deze gevolgen kun je ook als indicatoren voor een crisis gebruiken. 10 indicatoren: 1. Economische groei wordt meestal uitgedrukt als groei van het bbp. In een crisis neemt de groei af of is er zelfs krimp. (Bij krimp in twee opeenvolgende kwartalen is er sprake van een recessie.); 2. De consumptie van huishoudens neemt af omdat mensen geen vertrouwen hebben in de toekomst en daarom liever wat sparen. Ook hebben ze over het algemeen minder geld; 3. Investeringen in huizen, bedrijfsgebouwen en grote machines nemen af omdat mensen en bedrijven weinig vertrouwen in de toekomst hebben. Dat leidt tot hogere werkloosheid in onder meer de bouw; 4. De uitvoer of export kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de crisis. Een hoge buitenlandse vraag zorgt er immers voor dat de factoren uit de vorige dia elkaar de andere kant op versterken;
6 5. In een crisis neemt het vertrouwen van consumenten af. Als het vertrouwen weer toeneemt, gaan mensen weer meer kopen. Vertrouwen is dus een belangrijke indicator; 6. Als de productie-industrie krimpt, wordt er minder geproduceerd. Dit is het gevolg van minder vraag en leidt tot meer werkloosheid; 7. In een economische crisis daalt de vraag naar goederen en diensten. Deze kunnen daardoor goedkoper worden. In een crisis daalt de inflatie dus. Soms brengen overheden meer geld in omloop om de problemen te verzachten. Dat leidt dan juist tot meer inflatie; 8. Door de dalende vraag worden grondstoffen, arbeid en andere productiemiddelen goedkoper. Daardoor dalen de productiekosten. De producentprijzen zijn de prijzen die bedrijven betalen voor halffabricaten, gebouwen en andere productiemiddelen; 9. Het vertrouwen van producenten bepaalt of zij willen investeren in de toekomst; 10. Werkloosheid is een gevolg van de economische crisis. Werkloosheid zorgt er ook voor dat mensen minder geld en vertrouwen hebben.
7 4. Toelichting bij de CBS-interactie Hieronder ziet u een overzicht van de CBS-interactie Economische Indicatoren EU. Besteed bij de bespreking aandacht aan de volgende onderdelen. 1. Selectieveld indicator. Kies hier een van de tien indicatoren die in deze les aan bod komen; 2. Betekenis van de cijfers. Benadruk het belang hiervan. Bij sommige indicatoren geven de cijfers een procentuele verandering weer ten opzichte van het vorige jaar (zoals bij de consumptie huishoudens in onderstaande afbeelding). Bij andere indicatoren, zoals de inflatie en de werkloosheid, geven de getallen een percentage in een bepaalde maand weer; 3. Legenda. Combineer deze met 2; 4. Thematische kaart. Klik op een land om in één overzicht alle cijfers voor het land te zien; 5. Spreidingsbalk. Hiermee kunt u zelf de klassen indelen die in de kaart, de legenda en het diagram worden weergegeven. Deze balk laat ook duidelijker dan de legenda zien hoe de spreiding van de klassen is; 6. Diagram. Hier staan de landen op volgorde volgens de gekozen indicator. Als u op een balk klikt, ziet u in de kaart de ligging en de overige waarden van het land.
8 5. Antwoordmodel bij vragenblad deel A 1a. Merk je zelf iets van de economische crisis in je eigen leven? O Ja O Nee 1b. Leg je antwoord uit. Ja. Ik hoor in mijn omgeving vaak dat mensen ontslagen worden. Ons gezin heeft minder geld dat een paar jaar geleden. We gaan minder vaak naar het buitenland op vakantie. Nee. Wij hebben niet minder geld dan een paar jaar geleden en leven niet anders. 2.a Denk je dat de economische crisis invloed heeft op jouw toekomst? O Ja O Nee 2b. Waarom denk je dat? Ja. Ik denk dat er straks minder werk dan nu. Nee. Ik denk dat de crisis wel overgaat en dat er in de toekomst net zoveel mogelijk heden zijn als nu. 3a. Bovenaan deze pagina staan de 10 economische indicatoren uit de presentatie. Veranderingen in sommige van deze indicatoren hebben direct een grote invloed op jouw leven. Veranderingen in andere indicatoren merk je nauwelijks. Van welke twee indicatoren zal je de invloed het meest merken, denk je? Eigen antwoord. Twee van de 10 indicatoren bovenaan deze pagina. 3b. Waarom denk je dat? Indicator 1: Werkloosheid, want als de werkloosheid stijgt is het ook voor mij moeilijker om een baan te vinden. Indicator 2: Inflatie, want als de inflatie hoger is, dan kan ik minder kopen voor het geld dat ik verdien. Het beste beeld van de economische situatie in een land krijg je door zoveel mogelijk indicatoren te combineren. Maar vaak is er maar een beperkt aantal indicatoren waar je mee kunt werken. 4a. Kies de twee indicatoren uit de lijst van 10 die volgens jou het meeste zeggen over de economische situatie van een land. Eigen antwoord. Twee van de 10 indicatoren bovenaan deze pagina. 4b. Leg uit waarom je juist deze indicatoren kiest. Indicator 1: Economische groei, want als de inflatie hoger is, dan kan ik minder kopen voor het geld dat ik verdien.
9 Indicator 2: Verandering van de consumptie van huishoudens, want als mensen niets uitgeven komt de economie tot stilstand. Als mensen wel veel geld uitgeven dan gaat de economie juist groeien. 5a. Hoe scoort Nederland volgens jou in vergelijking met andere EU-landen op de twee indicatoren die je in vraag 4 hebt gekozen? O Nederland scoort beter dan gemiddeld O Nederland scoort ongeveer gemiddeld O Nederland scoort slechter dan gemiddeld 5b. Waarom denk je dat? Bijvoorbeeld: Goed. De werkloosheid is hier veel lager dan in veel andere landen. Goed. Hier zijn veel minder demonstraties dan in Frankrijk, Spanje en Griekenland. Gemiddeld. Sommige dingen zijn beter, maar andere weer slechter. Slecht. Op het nieuws hoor je steeds dat mensen hier een veel hogere hypotheekschuld hebben dan in andere landen. 6. Welk EU-land scoort volgens jou het slechtst op de twee indicatoren die je hebt gekozen? Spanje, Griekenland, Portugal, Ierland. 7. Welk EU-land scoort volgens jou het best op de twee indicatoren die je hebt gekozen? Duitsland, Luxemburg, Zweden.
10 6. Antwoordmodel bij vragenblad deel B Open de link bit.ly/cbs_eu (dus zonder www). Deze interactieve kaart geeft je een overzicht van de economische indicatoren in de EU. Bovenaan de kaart kun je kiezen welke indicator je wilt weergeven. Je ziet de verdeling niet alleen op de kaart, maar ook in de grafiek aan de rechterkant. Kies een van twee indicatoren die je bij vraag 4a hebt ingevuld. Controleer met behulp van de kaart en de grafiek: 8. Klopt je antwoord bij vraag 5a als je alleen naar deze indicator kijkt? Leg je antwoord uit. Ja. Nederland staat niet precies, maar wel ongeveer in het midden van de grafiek als je kijkt naar economische groei. Nee. De werkloosheid in Nederland is heel laag vergeleken met andere EU-landen. Ik dacht dat deze gemiddeld was. 9. Klopt je antwoord bij vraag 6 als je alleen naar deze indicator kijkt? Leg je antwoord uit. Ja. Spanje staat inderdaad helemaal onderaan als je naar de werkloosheid kijkt. Niet helemaal, maar wel bijna. Ik had verwacht dat Cyprus de laagste economische groei zou hebben, maar deze is nog lager in Slovenië en Griekenland. Nee. Ik dacht dat het consumentenvertrouwen in Italië heel laag zou zijn, maar het is gemiddeld. 10. Klopt je antwoord bij vraag 7 als je alleen naar deze indicator kijkt? Leg je antwoord uit. Nee. Ik dacht dat de economische groei in Zweden of Duitsland het hoogst zou zijn. De groei is het hoogst in Letland! Ja. Het consumentenvertrouwen is het hoogst in Luxemburg. Dat had ik ook verwacht. Kies nu de andere indicator die je bij vraag 4a hebt ingevuld. Doe voor deze indicator dezelfde test met behulp van de onderstaande vragen. 11. Klopt je antwoord bij vraag 5a als je alleen naar deze indicator kijkt? Leg je antwoord uit. Zie vraag Klopt je antwoord bij vraag 6 als je alleen naar deze indicator kijkt? Leg je antwoord uit. Zie vraag Klopt je antwoord bij vraag 7 als je alleen naar deze indicator kijkt? Leg je antwoord uit. Zie vraag 1
11 7. Colofon De volgende organisaties werkten mee aan deze lesbrief: Initiatief: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag Concept en productie: Codename Future, Den Haag Samenstelling en tekst: Uitleg & tekst, Nijmegen
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieIn Beeld: Infographic de Europese schuldencrisis
In Beeld: Infographic de Europese schuldencrisis Korte omschrijving werkvorm: Leerlingen analyseren aan de hand van een stappenplan een infographic over de schuldencrisis. Leerdoel: De leerlingen leren
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieBijlage VMBO-GL en TL
Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron
Nadere informatieUIT groei en conjunctuur
Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen
Nadere informatieMichiel Verbeek, januari 2013
Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2002-II
Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België
Nadere informatieSectorwerkstuk Economie Economische crisis
Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk door A. 2214 woorden 2 februari 2013 6,6 119 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Deelvraag 1: Wat zijn de oorzaken van de Economische
Nadere informatieWerkloosheid in de Europese Unie
in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23
Nadere informatiePraktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90
Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische-opdracht door een scholier 3697 woorden 29 juni 2004 4,7 54 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Deze praktische
Nadere informatieToeristen in Nederland
Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatiePrijsontwikkeling koopwoningen
Prijsontwikkeling koopwoningen 1. Doelen De doelen van deze les zijn: Leerlingen leren het belang van definities en hoe verschillende definities kunnen leiden tot verschillende uitkomsten en conclusies;
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatieMODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!
MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Conjunctuurklok
Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok Praktische-opdracht door een scholier 1422 woorden 29 juni 2009 5 11 keer beoordeeld Vak Economie C o n j u n c t u u r Inleiding We kijken naar 5 factoren
Nadere informatieVerdieping: Bezuinigingen en koopkrachteffecten
Verdieping: Bezuinigingen en koopkrachteffecten Korte omschrijving werkvorm: Het Kabinet Rutte II gaat in de periode 2013-2017 per saldo 15,1 miljard euro bezuinigen op de overheidsuitgaven 1. Leerlingen
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieMigratie. Ik vertrek - Zij vertrokken 2 HAVO\VWO. docentenhandleiding
Migratie Ik vertrek - Zij vertrokken 2 HAVO\VWO docentenhandleiding Colofon Deze lessen zijn gemaakt in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Realisatie: Codename Future: www.codenamefuture.nl
Nadere informatieLesbeschrijving Nederlands
Lesbeschrijving Nederlands Overzicht Leerjaar 1 VOx leerlijn nr. 1 Mondelinge taal Onderdeel nr. 1.3 Spreekvaardigheid Subonderdeel nr. 1.3.1 Spreken Lesnummer 34 Titel van de les Ik houd mijn spreekbeurt
Nadere informatieMini-theorie vooraf. Beelddiagram In een beelddiagram zijn de hoeveelheden aangegeven met figuurtjes
Allereerst een goede raad - gebruik de HELP-functie van waar je kunt - sla regelmatig op - gebruik de functie "Ongedaan maken" (Ctrl+Z) als eerste redmiddel Mini-theorie vooraf Soorten grafieken Grafieken
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieVerdieping: Kan een land failliet gaan?
Verdieping: Kan een land failliet gaan? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen lezen fragmenten uit artikelen over wat het betekent als Griekenland failliet gaat en maken daar verwerkingsvragen over.
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2003-I
Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand
Nadere informatieProjectintroductie e. Projectintroductie les 1
Projectintroductie les 1 Projectintroductie e Doel: De leerlingen ontdekken wat zij al weten over de Schelde. Ook ontdekken ze dat er soms andere belangen liggen vanuit deze thema s Lesduur: 50 minuten
Nadere informatiePersconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.
Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009. Sheet 1: Opening Het CBS publiceert vandaag het eerste cijfer van de economische groei over het vierde kwartaal en de voorlopige
Nadere informatieLESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL
@ LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL ! inleiding ONDERNEMEN Voor het maken van deze opdrachten moet je eerst het stripboek De 9 levens van Van Bommel hebben gelezen. Om de onderneming zo succesvol mogelijk
Nadere informatieECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn
ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat
Nadere informatieGrafieken. 10-13 jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken
Grafieken Rekenles over het maken van grafieken 10-13 jaar Rekenen Weerstation, data, grafieken 60 minuten Op het digitale schoolbord bekijkt de leerkracht met de klas verschillende grafieken over het
Nadere informatieEconomische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011
Economische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011 Verwachtingen in West-Nederland positiefst De productie van industriële bedrijven in Nederland groeide in april 2011 met 0,8% nauwelijks ten opzichte
Nadere informatieWie ben jij? HANDLEIDING
HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan
Nadere informatieMeerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. De economische kringloop Voor de beantwoording van de vragen 1 tot en met 6 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 1 in de
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieDocentenhandleiding PO Schoolkamp
Docentenhandleiding PO Schoolkamp Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Wat maakt deze opdracht 21 e eeuws?... 1 2.1 Lesdoelstellingen... 2 2.2 Leerdoelen... 2 3 Opzet van de opdracht... 2 3.1 Indeling van
Nadere informatieGrafieken en tabellen
Grafieken en tabellen Over deze lessenreeks In deze lessenserie maken leerlingen kennis met verschillende aspecten van grafieken en tabellen aan de hand van voorbeelden die aansluiten bij hun belevingswereld.
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie vwo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieAEG deel 3 Naam:. Klas:.
AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.
Nadere informatieMacro-economische Ontwikkelingen
Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.
Nadere informatieVakantiegeldenquete 2010
Vakantiegeldenquete 2010 Inleiding Net als vorig jaar heeft het Nibud onderzoek gedaan naar de manier waarop mensen zich in financieel opzicht voorbereiden op de vakantie en of men zich aan hun budget
Nadere informatieMODULE II. Wat heb jij aan de Europese Unie?
MODULE II Wat heb jij aan de Europese Unie? In de Europese Unie ben je als consument goed beschermd. Producten moeten aan allerlei veiligheidsvoorschriften voldoen, reclame mag niet misleidend zijn en
Nadere informatieHandleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity
Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem
Nadere informatieMarkt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6
Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid
Nadere informatieDe inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken
Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling
Nadere informatieALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de
Nadere informatieEindexamen economie vwo 2010 - I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieVerschillen met PowerPoint 2007
1 Verschillen met PowerPoint 2007 In dit bestand krijg je een overzicht van de verschillen met versie 2007 van PowerPoint. Zie je in het boek iets wat op jouw computer niet kan, kijk dan hier om te zien
Nadere informatieLesbeschrijving. Projectintroductie les 1
Lesbeschrijving Projectintroductie les 1 Doel: De leerlingen ontdekken wat zij al weten over de Schelde. Ook ontdekken ze dat er soms andere belangen liggen vanuit deze thema s Lesduur: 50 minuten Vak(ken):
Nadere informatieBijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting,
Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting, onderzoek 1...7 Bijlage 4: Aanvullingen vragenlijst
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatiePresentaties: presenteer jezelf met PowerPoint
Werkblad 13C Presentaties: presenteer jezelf met PowerPoint Leerjaar 1 Presentaties maken Presentaties algemeen Stappenplan: wat gaan we deze week doen? Praten over presentaties en presenteren Een PowerPoint-presentatie
Nadere informatieProfielpagina Wanneer je voor het eerst inlogt, kom je binnen op je profielpagina:
Afhangen thuis Thuis of op het werk kun je op de website www.afhangbord.nl inloggen om bijvoorbeeld de baanbezetting te bekijken of de ledenlijst te bekijken. En je kunt nadat je bent ingelogd op deze
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieExamenopgaven VMBO-BB 2004
Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 11.30 13.00 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit
Nadere informatieIn vijf minuten aangifte omzetbelatisting. http://www.mijnjohan.nl
In vijf minuten aangifte omzetbelatisting. http://www.mijnjohan.nl Voor de belastingdienst moet u elk kwartaal BTW-aangifte doen. U krijgt hierover elk kwartaal een brief van de belastingdienst met de
Nadere informatieExamen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt
Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.
Nadere informatieBoek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen
Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persconferentie De Nederlandse economie vierde kwartaal 2009
Persconferentie De Nederlandse economie vierde kwartaal 2009 Sheet 1: Opening Goedemorgen dames en heren. Welkom op het Centraal Bureau voor de Statistiek bij de presentatie van de cijfers over het vierde
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieDoor: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), www.nibud.nl Mei 2012
Op vakantie! Wat kost dat? Door: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), www.nibud.nl Mei 2012 Tijdsduur: één lesuur Werkvorm: in groepjes en bespreking klassikaal Niveau: klas 3 en 4 VMBO,
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen
1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij
Nadere informatieTentoonstelling Beeldende Kunst Middeleeuwen
Tentoonstelling Beeldende Kunst Middeleeuwen De Middeleeuwen kennen verschillende stijlen en uitingsvormen van religieuze thema s Om de leerlingen hier een goed inzicht in te geven en zelf mee aan te slag
Nadere informatieAantal groepjes 2 3 3 3 Leerlingen per groepje 9 8 9 10. Werkgevers: 3 Werknemers: 3 Kabinet: 2
Belangen: Polderspel Korte omschrijving werkvorm: De leerlingen spelen in groepen een onderhandelingsspel. De onderhandelingen rondom een nieuw sociaal akkoord nemen vaak veel tijd in beslag. Er ontstaat
Nadere informatieLeerlingen ervaren de manier waarop in de Europese Unie vergaderd wordt en hoe de verschillende bestuurslagen zich tot elkaar verhouden.
ROLLENSPEL: EUROPESE BESLUITVORMING KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De leerlingen gaan in verschillende groepjes de route van Europese besluitvorming naspelen. Ze gaan met elkaar in debat en moeten lobbyen.
Nadere informatieDe Mexicaanse griep. Als je de verspreiding van de Mexicaanse griep wilt onderzoeken, moet je er eerst iets over de griep weten.
De Mexicaanse griep - Laat leerlingen het werkblad in groepen van twee invullen. - Indien u één groep van 3 leerlingen heeft, kunnen twee leerlingen hun naam in één teksveld plaatsen. - U kunt de werkbladen
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatieGroep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie
Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent
Nadere informatieLES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE
LES: Waslijn DOEL oefenen van tellen in stappen; bewust worden van het patroon in de getallen van de tafel van 5 (alle getallen eindigen op 5 of 0), de tafel van 10 (alle getallen eindigen op 0), en de
Nadere informatieDocentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8
Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8 1 Inhoud Voorbereidende les Afsluitende les Aanvullend materiaal bij deze lessen staat op de website: Introductiefilmpje PowerPoint presentatie Werkbladen 2 Voorbereidende
Nadere informatieWederom onrust op de beurs: hoe nu verder?
Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Net als we vorig jaar meerdere keren hebben gezien, zijn de beurzen wederom bijzonder nerveus en vooral negatief. Op het moment van schrijven noteert de AEX 393
Nadere informatieHandels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1
Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieKlas 4 mavo. Werkstuk ontwikkelingsland hoofdstuk 7 Pagina 1
Klas 4 mavo Werkstuk ontwikkelingsland hoofdstuk 7 Pagina 1 Praktische opdracht economie klas 4 Ontwikkelingslanden Dit PO is een vervolg op hoofdstuk 7. We hebben het in hoofdstuk 7 gehad over het geld
Nadere informatiede instellingen van het bureaublad veranderen; datum en tijd, volumeinstellingen,
Lesbeschrijving Overzicht Leerjaar 1 Vak Informatiekunde Onderdeel 1 Algemene Computervaardigheden Subonderdeel 1.1 Bureaublad Lesnummer 1 Titel van de les De computer en het bureaublad: aan de slag met
Nadere informatieVisie op de Nederlandse economie in 2014
Visie op de Nederlandse economie in 2014 De economie lijkt in de tweede helft van 2013 de bodem te hebben bereikt. Het is sinds 2008 niet de eerste keer dat dit gebeurt. Na het aanvankelijke herstel gedurende
Nadere informatieHandels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1
Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 1. Goederenexport van Spanje naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Spaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT
Nadere informatieLesbeschrijving Nederlands
Lesbeschrijving Nederlands Overzicht Leerjaar 1 VOx leerlijn nr. 1 Mondelinge taalvaardigheid Onderdeel nr. 2. Leesvaardigheid Subonderdeel nr. 2.1 Zakelijke teksten Lesnummer 9 Titel van de les Onderdelen
Nadere informatieThema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven
Thema 2 LP 13: Het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven Tijd 1 lesuur Doel 1 De leerlingen kunnen het begrip arbeidsproductiviteit uitleggen in eigen woorden. 2 De leerlingen kunnen uitleggen hoe de
Nadere informatieHandels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1
Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE
Nadere informatieDoelen. Begin van het spel. Handleiding EU-spel
Het EU-spel is gemaakt in opdracht van de Europese Unie. Leerlingen uit groep 7 en 8 beantwoorden vragen en lezen weetjes over de 28 landen van de EU. Zo testen en vergroten de leerlingen hun kennis over
Nadere informatieHandels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1
Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE
Nadere informatieOverheid en economie
Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt
Nadere informatieVerdieping: Eerste reactie partijen
Verdieping: Eerste reactie partijen Korte omschrijving werkvorm: Uit de berekeningen van het CPB blijkt dat het begrotingstekort van Nederland in 2013 en 2014 niet onder de door de EU gestelde 3%-norm
Nadere informatie67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieLES: Getallenmuurtje 2
LES: Getallenmuurtje 2 DOEL oefenen van keersommen; oefenen van keersommen met meer dan twee getallen; leren welke keersommen bij eenzelfde uitkomst horen; gebruik maken van het inzicht dat de volgorde
Nadere informatieVERSCHIL ZAL ER ZIJN AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW. tussen buurten, wijken en regio s in Nederland
AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW VERSCHIL ZAL ER ZIJN tussen buurten, wijken en regio s in Nederland 1. Inleiding... 1 2. Verschillen lokaal... 2 3. Verschillen regionaal... 5 Limburg loopt leeg... 5 Verandering
Nadere informatieMacro-economische Ontwikkelingen
Macro-economische Ontwikkelingen 1e kwartaal 9 Overall conclusie In de tweede helft van 8 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 9 en 1 zijn in
Nadere informatieDe studenten maken vanuit verschillende perspectieven nieuws over vluchtelingen en ontdekken hoe moeilijk het is om objectief te blijven.
Praktische informatie Uitleg & instructie In samenwerking met: Als vervolg op het bezoek aan het Humanity House, kunnen studenten met de les Vluchtelingen in Beeld op school actief aan de slag met hun
Nadere informatie