Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Nota «De kenniseconomie in zicht» Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid) Nr. 96 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 3 november 2006 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft op 5 oktober 2006 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over: het kabinetsstandpunt Wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar (28 170, nr. 47); de brief d.d. 6 juli 2006 over de tweede voortgangsrapportage kabinetsstandpunt Stimuleren langer werken van ouderen (27 406/28 170, nr. 87). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Bibi de Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (Groen- Links), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), voorzitter, Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Varela (LPF), Eski (CDA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Hermans (LPF), Van Hijum (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Sande (VVD) en Willemse-van der Ploeg (CDA). Plv. leden: Depla (PvdA), Koşer Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Özütok (GroenLinks), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Azough (GroenLinks), Omtzigt (CDA), Meijer (PvdA), Nijs (VVD) Visser (VVD), Algra (CDA), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Hessels (CDA), Aptroot (VVD), Griffith (VVD) en Van Dijk (CDA). De heer De Wit (SP) is van oordeel dat 65-plussers die werken of gaan werken gelijk behandeld moet worden als werknemers onder de 65 jaar. In het voorliggende kabinetsstandpunt over het doorwerken na 65 jaar lijkt evenwel nog geen sprake van die gelijke behandeling. Volgens de onderliggende rapporten zijn er op dit moment plussers werkzaam, te weten als zelfstandige en in loondienst. Het niet al te grote animo die uit deze aantallen blijkt, is volgens de heer De Wit begrijpelijk, daar heel veel werknemers vanwege lichamelijke slijtage en daarmee gepaard gaande gezondheidsklachten al niet meer in staat zijn tot hun 65ste te werken. Daarnaast geldt dat een groot aantal van degenen die direct na hun 65ste stoppen met werken, actief blijven op andere vlakken, zoals vrijwilligerswerk, mantelzorg of andere voor hen nuttige dan wel plezierige bezigheden. De heer De Wit ziet dan ook geen noodzaak om 65-plussers aan het werk te «jagen». Mensen die na hun 65ste willen werken, moeten hiervoor in de gelegenheid worden gesteld, zonder dat sprake is van drang. Dat laatste doet zich echter steeds meer voor onder de 65-plussers die te maken hebben met een onvolledige AOW, zoals degenen die als herintreders op de arbeidsmarkt zijn gekomen of die langdurig voor hun 65ste een werkloosheidsuitkering hebben gehad of in de bijstand hebben gezeten. Voor deze groep bestaat eigenlijk de noodzaak om door te werken na hun 65ste, willen zij in een volwaardig inkomen kunnen voorzien. In die zin is het van groot belang dat het kabinet meer aandacht besteedt aan werk, scholing, omscholing en maatregelen om de positie van mensen tussen 55 jaar en 65 jaar te verbeteren. KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 1

2 De SER, de Stichting van de Arbeid en de Raad voor het Overheidspersoneel geven aan dat er geen wettelijke belemmeringen zijn om mensen na hun 65ste door te laten werken. Het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) stelt zich wel de vraag of het onderhavige kabinetsstandpunt de positie van de 65-plusser niet ondermijnt qua beschermingsniveau. De staatssecretaris heeft eerder te kennen gegeven, te willen verkennen of een verplicht arbeidsrechtelijk regime voor 65-plussers mogelijk is. Verder roept het kabinet de sociale partners op om de ketenbepaling voor uitzendwerk voor ouderen in de cao s te verruimen. Een van de schokkende constateringen in de evaluatie van de Wet flexibiliteit en zekerheid is evenwel dat juist in cao s die bepaling op grote schaal werd «ontdoken». Is de staatssecretaris bereid deze ketenbepaling ook voor 65-plussers volledig van toepassing te verklaren? Verder vraagt de heer De Wit waarom het kabinet ervoor kiest om te komen tot een beperking van de verplichting tot loondoorbetaling bij ziekte voor 65-plussers. Zou er niet sprake moeten zijn van een vangnet ingevolge de Ziektewet? Het kan toch niet de bedoeling zijn dat iemand die ziek wordt, geen aanvullend inkomen meer krijgt en dat zelfs het opzegverbod bij ziekte verdwijnt voor deze categorie mensen? Waarom wordt bovendien de re-integratieverplichting opgeheven? Waarom behoeven werkgevers dan opeens geen verantwoordelijkheid meer te hebben voor de 65-plusssers, met name degenen onder hen die wel moeten werken vanwege de noodzaak van een aanvullend inkomen? Indien het kabinet deze beleidslijn voortzet, waarbij in feite op grond van leeftijd een onderscheid wordt gemaakt in de sociaalrechtelijke en burgerrechtelijke positie van mensen wat betreft aanspraak op Ziektewet, WW, WAO etc, zal een soort tweederangsregime ontstaan voor 65-plussers. In feite is hierbij naar het oordeel van de heer De Wit sprake van leeftijdsdiscriminatie, die niet alleen in strijd is met de Nederlandse Grondwet maar ook met het beginsel van gelijke behandeling en het verbod op discriminatie, zoals neergelegd in internationale verdragen. Wat is de visie van de staatssecretaris hierop? Is hij bereid dit aspect te betrekken bij de in het onderhavige kabinetsstandpunt aangekondigde verkenning die beoogt na te gaan of op onderdelen een verlicht arbeidsrechtelijk regime voor werknemers vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd tot stand moet worden gebracht? Mevrouw Bussemaker (PvdA) geeft aan dat hoewel geconstateerd kan worden dat vanaf het midden van de jaren negentig de arbeidsparticipatie van mensen van 55 jaar tot 65 jaar is toegenomen, de feiten en cijfers nog steeds schrikbarend zijn. Ouderen blijken nauwelijks of niet te profiteren van de aantrekkende economie. De werkloosheid onder 45-plussers is op dit moment net zo hoog als vorig jaar, zo liet het CBS vorige week weten. Het idee dat iedereen wel meeprofiteert van de groeiende economie en dat ouderen vanzelf aan de slag komen, gaat derhalve niet op. Volgens het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) is de kans op het vinden van werk voor een jongere bijna tien keer zo groot als voor een werkzoekende 55-plusser. De maatregelen die het kabinet heeft genomen in het kader van onder andere de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de afschaffing van de VUT-regeling, lijken ouderen vooral te straffen in plaats van te belonen. Hun ervaringen zijn dan ook veelal ontluisterend. Een aantal ervan heeft de fractie van de PvdA gebundeld in een zwartboek dat mevrouw Bussemaker bij dezen aan de staatssecretaris overhandigt. Weliswaar heeft het kabinet de mond vol over arbeidsparticipatie van ouderen maar vooralsnog ontbreekt het aan daden, met name aan een investeringsagenda die ervoor zorgt dat deze groep daadwerkelijk aan werk geraakt. Belangrijk aandachtspunt in dit kader is de bestrijding van leeftijdsdiscriminatie, in welk verband mevrouw Bussemaker haar bij eerdere gelegenheden gedane oproep aan het kabinet herhaalt om leeftijds- Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 2

3 discriminerende advertenties van het CWI aan te pakken en het door werkgevers toepassen van expliciete leeftijdsgrenzen te beboeten. Waarom wordt bovendien niet naar analogie van de no-riskpolis voor jongeren, een dergelijke polis ingevoerd voor ouderen? Ook ten aanzien van ouderen bestaan namelijk heel veel onterechte vooroordelen. Men denkt dat ze minder productief en vaker ziek zijn, terwijl dat in de praktijk niet of nauwelijks het geval blijkt te zijn. Verder pleit zij voor fiscale scholingssubsidies voor mensen van 40 jaar en ouder, zodat zij samen met het CWI een plan kunnen maken om écht te investeren in scholing en omscholing. Daarnaast dient veel meer dan nu het geval is op de arbeidsmarkt gebruik te worden gemaakt van kennis van ouderen. In die zin zou in navolging van het gildesysteem meer geïnvesteerd moeten worden om oudere werknemers een rol te geven bij het opleiden en begeleiden van jongere werknemers. Bovengenoemde aspecten zouden heel wel opgepakt kunnen worden door een taskforce Ouderen, om wiens instelling in een de vorige week aangenomen motie is verzocht. De werkzaamheden van deze taskforce dienen naar de mening van mevrouw Bussemaker veel vergaander te zijn dan die van de huidige Regiegroep GrijsWerkt. In de traditie en naar analogie van de reeds bestaande taskforce Jeugdwerkloosheid dient de taskforce Ouderen bedrijven op te zoeken en moet deze waar nodig vooroordelen en heilige huisjes bij werkgevers wegnemen, zodat zij ertoe worden aangezet om ouderen een kans te geven om bij hun bedrijf aan het werk te geraken. De fractie van de PvdA stelt zich nog steeds op het standpunt dat het mogelijk moet zijn voor mensen om na hun 65ste op vrijwillige basis door te werken. Bij gelegenheid van de bespreking van de kabinetsmaatregelen inzake VUT, prepensioen en levensloop heeft zij zich dan ook kritisch opgesteld, in de zin dat de nadruk te zeer lag op het straffen en te weinig op het stimuleren van arbeidsparticipatie door ouderen. Tevens heeft zij daarbij het kabinet de suggestie gedaan om na te gaan in hoeverre werknemers die na hun 65ste door willen werken, daaraan daadwerkelijk iets over kunnen houden in financiële zin, bijvoorbeeld door een aanvullend pensioen op te sparen. Het advies dat de SER hierover op verzoek van het kabinet heeft uitgebracht, is teleurstellend. De SER wijst genoemde suggestie vooral af vanwege de negatieve werking die ervan uit zou kunnen gaan voor bepaalde werknemers beneden de 65 jaar aangezien die hierdoor onder het minimuminkomen terecht zouden kunnen komen. Juist aangezien zij zelf die werking van het begin af aan ook heeft onderkend, meent de PvdA-fractie dat die facilitering specifiek zou moeten gelden voor degenen boven de 65 jaar. Waar de SER verder stelt dat er geen wettelijke belemmeringen zijn voor het doorwerken na 65 jaar, is vervolgens de vraag welke concrete maatregelen het kabinet gaat nemen om mensen daadwerkelijk de mogelijkheid te bieden na hun 65ste jaar door te werken. Het nader onderzoeken van de optie van een verlicht regime, met name in relatie tot loondoorbetaling bij ziekte en het opzegverbod, wijst mevrouw Bussemaker in dit verband niet op voorhand af, hoewel zij evenals de heer De Wit wel een aantal problemen ziet ten aanzien van leeftijdsdiscriminatie. Een en ander zal dan ook heel zorgvuldig en serieus in kaart gebracht moeten worden. In het onderzoeksrapport van AStri wordt ook specifiek ingegaan op de beeldvorming en de culturele belemmeringen omtrent het doorwerken na 65 jaar. Zo wordt melding gemaakt van een aantal problemen vanuit de optiek van werknemers, onder meer met betrekking tot de grens van 65 jaar in cao s. Een werknemer die graag door wil werken na zijn 65ste jaar, is afhankelijk van de bereidheid hiertoe van de werkgever. Bovendien worden wederzijdse verwachtingen over doorwerken na 65 jaar veelal niet of te laat besproken tussen werkgever en werknemer. Ook blijken vanuit de optiek van de werkgevers de toepassingsmogelijkheden van arbeids- Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 3

4 voorwaarden voor mensen boven 65 jaar onduidelijk. In zijn brief geeft het CSO aan dat het doorwerken na het 65ste jaar veel meer in het perspectief van de toekomstige arbeidsmarkt gezien dient te worden. Het meent dat er tot op heden te zeer wordt gekeken naar het historisch gegroeide arbeidspatroon, terwijl de komende 20 tot 25 jaar een groot deel van de 50-plussers door training en opleiding waarschijnlijk een heel andere beroepscultuur zal hebben dan de huidige vergelijkbare leeftijdsgroep. Mevrouw Bussemaker meent dan ook dat sociale partners en kabinet in gezamenlijkheid tot een actievere en ambitieuzere aanpak moeten komen om bovengenoemde problemen en misverstanden weg te nemen. Mevrouw Verburg (CDA) meent dat mede op grond van de te verwachten economische ontwikkelingen de arbeidsmarkt en de werkgevers zich in de toekomst veel specifieker gaan richten op grijs, dus mensen met een leeftijd vanaf ongeveer 45 jaar. Wat dat betreft wordt «gek op grijs» veel meer het wenkend perspectief dan de vergrijzingsproblematiek als zodanig. Dit laat onverlet dat het onder de huidige omstandigheden voor ouderen die al een tijd aan de kant staan, niet meevalt om weer aan de slag te komen. Kan de staatssecretaris in dit verband aangeven of er aanwijzingen zijn dat er afspraken worden gemaakt tussen werkgevers en werknemers ten aanzien van het gericht investeren in het aannemen van ouderen in het geval van vacatures? Voert het kabinet op dit punt ook overleg met de sociale partners? Hoe wordt deze aanpak concreet handen en voeten gegeven, bijvoorbeeld in relatie tot het scholingsbeleid, de aanwending van O&O-fondsen en het creëren van zodanige faciliteiten dat met name de mensen met beroepen die zware lichamelijke inspanning vereisen, op latere leeftijd minder lichamelijk belastend werk behoeven te verrichten? Mevrouw Verburg is in dit licht niet zo gecharmeerd van maatregelen van kabinetszijde die er op gericht zijn om mensen boven de 55 jaar in de gelegenheid te stellen uit het arbeidsproces te treden. De parameter blijft hierdoor te zeer gericht op «het zo vroeg mogelijk eruit», terwijl het gehele kabinetsbeleid zich juist dient te richten op langer doorwerken. De overheid zal zelf het goede voorbeeld moeten geven waar het gaat om deze cultuuromslag. Een ander aandachtspunt is het vrij verkeer van werknemers en de invloed van kennismigranten. Zal naar de inschatting van de staatssecretaris sprake kunnen zijn van het risico dat werkzoekenden uit Centraal- of Oost-Europese landen of kennismigranten de Nederlandse 45-plussers van de Nederlandse arbeidsmarkt verdringen en, zo ja, wat gaat hij eraan doen om dat risico weg te nemen? Mevrouw Verburg is namens haar fractie groot voorstander van het stimuleren van het vrijwillig doorwerken na 65 jaar, maar dan wel onder de nadrukkelijke voorwaarde dat aan de grens van 65 jaar als zodanig mag niet kan en mag worden gemorreld. In haar beleving houdt dit in dat het collectieve contract in principe eindigt op het moment dat de werknemer 65 jaar wordt maar dat daarna werkgever en werknemer op vrijwillige basis kunnen afspreken dat er wordt doorgewerkt. Kan de staatssecretaris bevestigen dat die beleving correct is? Wat zijn overigens de consequenties van het doorwerken na het 65ste jaar voor de beloning in het brutonettotraject? Welke premies moet men dan nog wel en niet betalen en voor welke zaken moet men zich verzekeren? Verder krijgt mevrouw Verburg graag bevestigd dat de pensioenopbouw van een werknemer die besluit door te werken, ook doorgaat na zijn 65ste. Worden mensen met een onvolledige AOW die besluiten door te werken na hun 65ste jaar, in staat gesteld om zodoende alsnog hun AOW-gat op te vullen? Een bijzonder punt van aandacht is het eventuele risico van verdringing van werknemers onder de 65 jaar. Indien een werkgever minder afdrachten behoeft te plegen voor een werknemer boven de 65 jaar ten opzichte van een werknemer onder de 65 jaar, zou het voor die werkgever Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 4

5 aantrekkelijker kunnen zijn om bijvoorbeeld een 66-jarige aan te trekken dan een 63-jarige. Hoe hoog schat de staatssecretaris dat risico in? De heer Van der Sande (VVD) maakt het kabinet een groot compliment voor de aard van de maatregelen die het geïnitieerd heeft met betrekking tot het stimuleren van het langer werken van ouderen. Er zijn substantiële maatregelen genomen die ervoor zorgen dat de belemmeringen ter zake worden weggenomen waardoor er binnen de desbetreffende groep meer mensen aan werk worden geholpen. Naast deze maatregelen is het van belang dat er een omslag komt in mentaliteit en cultuur ten opzichte van het langer doorwerken van ouderen. In dit verband heeft bij de behandeling vorig jaar van de begroting van SZW de VVD-fractie de suggestie gedaan om de gedachte van prestatiebeloning nader uit te werken. Ook sociale innovatie is een belangrijke factor. Hoewel er op dit punt al de nodige activiteiten zijn waar te nemen, moet tegelijkertijd geconstateerd worden dat op werkgevers- en werknemersniveau, in casu op de werkvloer, er soms nog steeds wat lacherig over wordt gedaan. Het blijft dan ook nodig om de focus er op te blijven richten. Het allerbelangrijkste aspect van het beleid in dezen is gelegen in het zogenaamde «executen», het uitvoeren, het ervoor zorgen dat de beoogde doelstellingen ook daadwerkelijk worden gehaald. Waar met betrekking tot de jeugdwerkloosheid de taskforce Jeugdwerkloosheid met diens aanjaagfunctie goede resultaten heeft geboekt, dringt zich de vraag op of een dergelijke aanpak ook niet toegepast dient te worden voor ouderen. Volgens de heer Van der Sande is nu het stadium bereikt waarin de overheid de benodigde maatregelen heeft genomen en het vervolgens aan de sociale partners is om door te pakken. De enige rol die de overheid dan zou moeten spelen, is zorgdragen voor de aanjaagfunctie. Die zou dan meer moeten behelzen dan de huidige functie van de Regiegroep Grijs- Werkt die wat bedachtzamer, trager en minder op de trom roffelend te werk gaat. Weinig positief is de heer Van der Sande over de door het kabinet voorgestane aanpak op het terrein van het wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar. Met de veronderstelling dat alleen een cultuuromslag afdoende is om het beoogde doel in dezen te bereiken, gaat het kabinet te snel en te kort door de bocht. Er zijn wel degelijk juridische belemmeringen, zoals op het vlak van de werknemersverzekeringen, het minimumloon en de ontslagbescherming, die als de wil ertoe daadwerkelijk aanwezig is, kunnen worden weggenomen. De heer Van der Sande onderkent overigens de culturele belemmeringen die door het kabinet in zijn kabinetsstandpunt worden beschreven. Het automatisme waarmee iemands arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar wordt beëindigd onder dankzegging voor bewezen diensten, moet verdwijnen. In dat licht zou het goed zijn de mogelijkheid te onderzoeken om arbeidscontracten door te laten lopen na het 65ste jaar, in combinatie met een aantal specifieke maatregelen van de zijde van zowel de werkgever als de werknemer. De grens van 65 jaar als zodanig dient gehandhaafd te worden, maar het in cao s regelen dat men op z n 65ste móét stoppen is niet dienstig. Een middel hiertoe zou kunnen zijn het niet algemeen verbindend verklaren in cao s van dit beginsel. De financiële aspecten die verbonden zijn aan het doorwerken na het 65ste jaar worden door het kabinet met wel erg groot gemak terzijde geschoven, hetgeen met name geldt voor de zelfstandigenaftrek. Waar 60% van de mensen die doorwerken na hun 65ste zelfstandig is, is het uitermate bevreemdend dat de zelfstandigenaftrek stopt wanneer men als zelfstandige 65 jaar wordt. Onder verwijzing naar de door de Kamer aangenomen motie-aptroot, die de regering verzoekt een voorstel tot afschaffing van de leeftijdsgrens voor zelfstandigenaftrek voor te leggen, en naar het pleidooi dat de VVD-fractie gisteren tijdens de algemene financiële beschouwingen op dit punt heeft gehouden, is de heer Van der Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 5

6 Sande zeer benieuwd naar de nadere argumentatie van de regering op dit vlak. De in het kabinetsstandpunt op blz. 18 genoemde argumentatie dat «bij zelfstandigen van 65 jaar en ouder de behoeften aan die reserveringsmogelijkheden minder dringend zijn of zelfs niet meer bestaan» is wat hem betreft discriminatoir en onacceptabel. Antwoord van de staatssecretaris De staatssecretaris hecht eraan namens het kabinet te benadrukken dat in dezen de AOW-leeftijd van 65 jaar als zodanig in het geheel niet ter discussie staat en dat de gedachtewisseling in dit algemeen overleg ook vanuit dat vertrekpunt moet worden beschouwd. Verder dient ten aanzien van het langer werken van ouderen een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de kortetermijnbenadering en de langetermijnbenadering, aangezien er op dit punt ook nogal wat inhaalslagen gemaakt moeten worden die niet van vandaag op morgen effect sorteren. De constatering is gerechtvaardigd dat met het oog op de vergroening en de vergrijzing de arbeidsinspanningen van ongeveer iedereen in Nederland keihard nodig zullen zijn, dus ook die van de zogenaamde oudere werknemers. In dat kader mag, mede gelet op de momenteel aantrekkende economie, dan ook uitgegaan worden van toekomstige autonome bewegingen in de richting van arbeidsparticipatie van ouderen. Bij zijn aantreden had het kabinet zich tot doel gesteld om de arbeidsparticipatie van werknemers tussen 55 jaar en 64 te verhogen tot 40% in 2007 en tot 45% in Naar het zich nu laat aanzien, zal de doelstelling van 40% reeds in 2006 gehaald worden. Aan het einde van het tweede kwartaal van 2006 is het percentage 41,5. Op grond hiervan mag verwacht worden dat de 45% in 2010 gehaald zal worden. Verder is vermeldenswaard dat de gemiddelde uittreedleeftijd de afgelopen jaren fors is gestegen en dat die inmiddels richting 61 jaar verschuift. Tegelijkertijd geldt dat er op het terrein van arbeidsparticipatie van ouderen nog wel het nodige kan en moet gebeuren, juist waar, hoewel er enige verbetering zichtbaar is, zich het verschijnsel op de arbeidsmarkt voordoet dat mensen vanaf 45 jaar niet altijd even veel kansen hebben als degenen die jonger zijn dan zij. Dat is ook de reden waarom het CWI bekend heeft gemaakt binnen de eigen organisatie 300 fte s te zullen vrijmaken die zich specifiek gaan inzetten om in één jaar plussers aan het werk te helpen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) koopt heel specifiek re-integratie in, gericht op deze leeftijdscategorie. Daarnaast spelen nog een rol de maatregelen die het kabinet reeds heeft genomen met betrekking tot VUT, prepensioen en dergelijke. Bovendien is er nog de stimuleringsregeling leeftijdsbewust beleid, die nog doorloopt tot eind 2007 en die helemaal gericht is op de benodigde cultuuromslag in dezen. In dit verband lopen er ook experimenten waarbij werkorganisaties zodanig worden ingericht dat ouderen langer kunnen doorwerken. Met name op het gebied van bewustwording en cultuuromslag is een belangrijke rol weggelegd voor de Regiegroep GrijsWerkt wiens activiteiten precies invullen waaraan behoefte is. Gerealiseerd moet worden dat de regiegroep wel enige tijd nodig heeft gehad om zaken te inventariseren om de best practices tot stand te brengen. In dat opzicht geldt dat er pas geoogst kan worden als er tijdig gezaaid is en er voldoende tijd is gegund om bepaalde zaken tot wasdom te laten komen. Wel is het van belang dat zijn werk en de resultaten ervan meer zichtbaar worden, ook richting de Kamer, en dat die resultaten publicitair ook meer aandacht krijgen, naar aanleiding waarvan de staatssecretaris binnenkort een gesprek zal voeren met de voorzitter van de regiegroep. Aangezien de taskforce Jeugdwerkloosheid een andere insteek had en een ander probleem behandelde dan de arbeidsparticipatie van ouderen, is de staatssecretaris er a priori geen Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 6

7 voorstander van om, zoals mevrouw Bussemaker beoogt, deze één op één te imiteren naar een taskforce Ouderen. Naar aanleiding van haar contact met de Regiegroep GrijsWerkt over wat er wel en niet moet gebeuren binnen ondernemingen op het gebied van arbeidsparticipatie van ouderen, heeft de Stichting van de Arbeid inmiddels tien aanbevelingen gedaan, die ook zijn vermeld in het voorliggende kabinetsstandpunt op stuk nr , nr. 47. Het departement van SZW en de Regiegroep GrijsWerkt onderzoeken momenteel wat er over dit onderwerp in cao s is neergeslagen en hoe werkgevers en werknemers daar zelf invulling aan kunnen geven. Verder zal de regiegroep via de Algemene Werkgeversvereniging Nederland de verschillende cao-coördinatoren consulteren ten aanzien van concrete suggesties die in cao s kunnen worden opgenomen. Een van de substantiële financiële incentives van overheidswege, is de sinds 2004 gestarte premievrijstelling voor oudere werknemers. Die houdt in dat er geen basispremie WIA geheven wordt over het loon van werknemers van 50 jaar en ouder die in dienst worden genomen en van alle werknemers die aan het begin van een kalenderjaar in dienst zijn en 54,5 jaar of ouder zijn. Bij een basispremie van 5,4% zoals die in 2006 geldt, betreft het hier een totaalbedrag van meer dan 1 mld. Aan het probleem dat de heer De Wit schetst inzake mensen die ruim voor hun 65ste jaar door het zware lichamelijke werk dat zij hebben verricht feitelijk versleten zijn, dient in het kader van leeftijdsbewust personeelsbeleid aandacht te worden gegeven binnen de bedrijven. Met betrekking tot het belang om oudere werknemers door middel van scholing en opleiding «employable» te houden, is er naar het oordeel van de staatssecretaris een belangrijke rol weggelegd voor de O&O-fondsen. De Directie Leren en Werken die door de ministeries van OCW en SZW in het leven is geroepen, is momenteel actief om alle partijen, waaronder gemeenten, UWV, hogescholen, CWI, roc s, werknemers en werkgevers, bij elkaar te brengen op het punt van activiteiten rond scholing en EVC (Erkennen Verworven Competenties). Inmiddels zijn ongeveer twintig convenanten ter zake gesloten. De desbetreffende afspraken worden door beide departementen ook gemonitord om te bezien of ze het beoogde effect hebben. De staatssecretaris is zeer terughoudend waar het gaat om de suggestie van mevrouw Bussemaker om annex aan de no-riskpolis voor jongeren een soortgelijke polis voor ouderen te introduceren. Weliswaar is door gemeenten op alle jongerenpolissen die beschikbaar waren gesteld, ingetekend, maar de kernvraag is of er ook daadwerkelijk werkgevers kunnen worden gevonden die voor mensen die no-riskpolis zullen aanwenden. Erkentelijk is de staatssecretaris voor het zwartboek dat hij uit handen van mevrouw Bussemaker mocht ontvangen. In het verleden is ook wel gebleken dat dergelijke boeken aanknopingpunten bieden om er nader op te reageren. Het is ook voor de mensen in de praktijk goed om dergelijke overzichten te hebben. Het advertentiesysteem van het CWI bevat een leeftijdsfilter. Als er een leeftijdsgrens in een advertentie is vermeld waarvoor geen objectieve rechtvaardiging is, wordt die advertentie niet geplaatst. De leeftijdsdiscriminerende advertenties waaraan mevrouw Bussemaker refereerde, zouden dus niet meer voor kunnen komen. Het kabinet is voornemens om het uit 1945 daterende Koninklijk Besluit over de leeftijdsgrens voor overheidspersoneel in te trekken. De regeling met betrekking tot het sociaal beleidskader is niet meer van toepassing. De vraag of er een andere regeling voor in de plaats komt, is op dit moment moeilijk te beantwoorden. Bovendien ligt er de afspraak dat ten aanzien van het personeelsbeleid van de overheid de minister van Binnenlandse Zaken de gesprekspartner is van de Kamer. Zonder vooruit te kunnen en willen lopen op de uitkomsten en de specificaties op alle Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 7

8 onderdelen, benadrukt de staatssecretaris dat de in de voorliggende stukken gekozen inzet op het punt van de arbeidsparticipatie van ouderen in lijn is met dat beleid, in de zin dat de lijn die de overheid naar buiten predikt ook naar binnen gepredikt moet worden. Bij het vrij verkeer van werknemers kan geconstateerd worden dat het instrument van de tewerkstellingsvergunning veelal van toepassing is voor sectoren waar er een tekort aan arbeidskrachten is, evenals dit het geval is voor de kennismigranten. In macro-economisch opzicht, dus uitgaande van het verschil tussen vraag en aanbod, mag verondersteld worden dat er geen sprake is van serieuze verdringing van Nederlandse ouderen. Evenals de Stichting van de Arbeid heeft de SER geconstateerd dat, buiten het feit dat er geen wettelijke belemmeringen bestaan voor het doorwerken na 65 jaar, het bruto-nettotraject voor 65-plussers gunstiger is dan voor 65-minners, om welke reden de raad extra positieve prikkels niet nodig acht. Gerealiseerd moet worden dat 65-plussers bij een gelijk brutoloon voor de werkgever goedkoper zijn en zij er zelf ook meer aan overhouden, gezien het regime van AOW en de kleinere wig tussen werkgevers en werknemers. In bijlage 3 van het kabinetsstandpunt over het wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar is een en ander nader geëxpliciteerd. Het automatisme waarmee iemands arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar wordt beëindigd, laat naar het oordeel van de staatssecretaris onverlet dat het werkgevers en werknemers vrij staat om vanaf de 65-jarige leeftijd nieuwe afspraken te maken buiten de cao om. Vragen of er in de periode sprake moet zijn van ontslagbescherming, loondoorbetaling bij ziekte et cetera kunnen momenteel nog niet beantwoord worden, aangezien ze onderwerp vormen van de verkenning over het verlichte regime die nog gaande is en waarover de Kamer later geïnformeerd zal worden. Wat betreft mensen met een onvolledige AOW die besluiten door te werken na hun 65ste jaar om hun AOW-gat te vullen, liggen er naar de mening van de staatssecretaris met name in de tweede pijler mogelijkheden, zoals het inkopen van aanvullend pensioen. Het, zoals door de heer Van der Sande geopperd, niet algemeen verbindend verklaren in cao s dat men op z n 65ste móét stoppen met werken, is op dit moment niet aan de orde. Zodra dit wel het geval is, is het zeker een punt dat aandacht verdient, aangezien het verbieden om op vrijwillige basis door te werken na 65 jaar een uitgangspunt is dat niet door het kabinet wordt gesteund. Waar de minister van Financiën als eerstverantwoordelijke voor de zelfstandigenaftrek de discussie hierover in het kader van de algemene financiële beschouwingen namens het kabinet voert, past de staatssecretaris dan ook bescheidenheid op dit onderdeel. Nadere gedachtewisseling Het is de heer De Wit (SP) nog onduidelijk welk uitgangspunt de staatssecretaris precies hanteert bij het doorwerken na het 65ste jaar. Acht hij het aanvaardbaar dat er in feite twee soorten werknemers zijn, te weten mensen vóór 65 jaar en degenen van 65 jaar en ouder? Ten slotte wijst hij op het grote belang dat er in de bedrijven zelf concrete afspraken worden gemaakt over een te voeren ouderenbeleid in dezen. Mevrouw Bussemaker (PvdA) pleit er nogmaals voor dat, aangezien de Regiegroep GrijsWerkt slechts een inventariseerde taak heeft, er een taskforce Ouderen in het leven wordt geroepen die een duidelijke aanjaagfunctie gaat vervullen. Verder moet zij constateren dat in weerwil van de opmerking van de staatssecretaris dat het advertentiesysteem van het CWI een leeftijdsfilter Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 8

9 bevat waardoor leeftijdsdiscriminerende advertenties dus niet meer voorkomen, haar helaas nog voldoende concrete en zeer recente voorbeelden bekend zijn van gevallen waarin wel degelijk sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Daar werknemers nog steeds ervaren dat doorwerken na 65 jaar afhankelijk is van de bereidheid van de werkgever en er nog steeds een groot aantal met name culturele belemmeringen zijn op dit vlak, blijft het noodzakelijk dat kabinet en sociale partners zich tot het uiterste inspannen om heldere afspraken te maken tot verbetering. Mevrouw Bussemaker brengt nog in herinnering het amendement-de Grave/Bussemaker dat vier jaar geleden bij de behandeling van de wetgeving inzake het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie werd ingediend en dat ertoe strekt om bij cao s niet meer het automatisme toe te staan dat mensen tegen hun wil in ontslagen worden op hun 65ste jaar. De indieners hebben zich destijds laten overtuigen dat uitvoering van het amendement op dat moment niet opportuun zou zijn omdat het te veel cao s overhoop zou gooien, maar dat het wel wenselijk zou zijn om in de toekomst stappen in die richting te zetten. De vraag is dan ook welke stappen het kabinet op dit punt inmiddels heeft gezet en nog zal zetten. Mevrouw Verburg (CDA) vraagt of de doelstelling van het CWI om in één jaar plussers aan het werk te helpen ook betrekking heeft op de mensen die van werk naar werk begeleid worden, dus degenen die in de WW dreigen te komen. Zal er bovendien voor gezorgd worden dat in dit verband geen wachttijd, dus een periode van een halfjaar waarin men zelf naar werk zoekt, in acht worden genomen? Juist bij oudere werkzoekenden geldt namelijk dat hoe langer ze werkloos zijn hoe moeilijker het is om weer aan de slag te komen. Niet gerustgesteld is mevrouw Verburg door de beantwoording van de staatssecretaris over de verdringing van 65-minners door 65-plussers. Het kan voor werkgevers namelijk aantrekkelijk zijn om werknemers die nog geen 65 jaar zijn richting de uitgang te manoeuvreren om ze vervolgens na hun 65ste jaar weer aan te nemen. Is de staatssecretaris bereid de ontwikkelingen op dit punt nader te onderzoeken? De heer Van der Sande (VVD) benadrukt nogmaals het belang van het «executen», het ervoor zorgen dat de beoogde doelstellingen ter zake ook daadwerkelijk worden gehaald. In die zin is niet zozeer belangrijk hoe het gebeurt als wel dát het gebeurt. Op het punt van de zelfstandigenaftrek maakt de staatssecretaris zich er wat te gemakkelijk van af door te verwijzen naar de eerstverantwoordelijke minister van Financiën. Waar in de onderliggende stukken de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de zelfstandigenaftrek na het 65ste jaar zou dienen te vervallen, mag van hem in dit algemeen overleg ook een inhoudelijke reactie verwacht worden. De staatssecretaris meent dat uitgaande van de grens van 65 jaar waardoor er ook in de sfeer van premies en belastingen voor 65-minners een ander regime geldt dan voor 65-plussers, de heer De Wit in die zin wel gelijk heeft met zijn redenering omtrent het bestaan van twee soorten werknemers zijn. De volgende vraag is of er daarnaast voor 65-plussers behoefte is aan een verlicht regime op bepaalde terreinen. De antwoorden op die vraag worden in beeld gebracht in de nadere verkenning die te zijner tijd aan de Kamer zal worden voorgelegd. De concrete en zeer recente voorbeelden van leeftijdsdiscriminatie waarvan mevrouw Bussemaker melding maakte in relatie tot het CWI-advertentiebeleid, geven de staatssecretaris aanleiding om het CWI er op te wijzen dat ondanks de aanwezigheid van eerdergenoemde leeftijdsfilter, er kennelijk nog bepaalde zaken fout gaan. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 96 9

10 De staatssecretaris is graag bereid om in de verdere beleidsformuleringen nader aandacht te besteden aan de problematiek van de verdringing door 65-plussers van 65-minners, zoals door mevrouw Verburg geschetst. Ten slotte geeft hij aan inmiddels goed doordrongen te zijn van de diepere betekenis van de door de heer Van der Sande gebezigde term «executen», en zegt dan ook toe om de volgende week in het gesprek met de voorzitter van de Regiegroep GrijsWerkt deze term te introduceren. De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Smits De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Esmeijer Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 116 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 862 Premievrijstelling bij in dienst nemen en in dienst houden van oudere werknemers Nr. 42 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 430 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 850 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met het verlenen van een financiële tegemoetkoming aan personen die een ouderdomspensioen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 30 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 juni 2005 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat een reactie op: De adviesaanvraag van de staatssecretaris van SZW van 25 mei 2005 over het wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar. Naast een algemene vraag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 237 Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG Nr. 5 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 december 2005 Ter voorbereiding van een algemeen overleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Nr. 89 1 Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 978 Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2003) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 2 oktober 2003 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 629 Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte) Nr.

Nadere informatie

Doorwerken na 65 jaar

Doorwerken na 65 jaar CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 223 Wijziging van enige socialezekerheidswetten in verband met de beëindiging van de verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 430 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten Nr. 18 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 10 september 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid datum 18 maart 2015 Betreffende wetsvoorstel: 34073

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 93 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 760 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 760 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 650 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 446 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 april 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 6 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 284 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 24 juli 2006 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 387 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 13 oktober 2017 De vaste commissie voor Sociale Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 268 Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met afschaffing van de vervolguitkering Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 258 Wijziging van de wijze van aanpassing van de kinderbijslag, de wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 255 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering strekkende tot aanpassing van de eisen te stellen aan de motivering van de bewezenverklaring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 238 Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2006) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning) Nr. 123 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 421 Wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 314 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 471 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 760 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Notitie. 1. Inleiding

Notitie. 1. Inleiding Aan CAO coördinatieoverleg Van Anja Jongbloed, hoofdbestuurder Willem Noordman, hoofdbestuurder Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 14 december

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit: Regeling van de Minister van Sociale Zaken van 14 juli 2009,, tot wijziging van het Ontslagbesluit betreffende verruiming van de mogelijkheid tot afwijking van het afspiegelingsbeginsel De Minister van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 870 Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand) Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 074 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 889 Voorstel van wet van de leden Voortman en Van Hijum tot wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur ten einde flexibel werken te bevorderen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 109 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

SAMENVATTING REGEERAKKOORD

SAMENVATTING REGEERAKKOORD SAMENVATTING REGEERAKKOORD Sociale zekerheid I N H O U D 1. Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid 2. De balans op de arbeidsmarkt 3. Werken als zelfstandige 4. Langer doorwerken 5. De uitbreiding van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 161 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 3 november 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1411 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 893 Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 20 mei 2009

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 33 182 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 045 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met de uitbreiding van de duur van het adoptieverlof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 420 Wijziging van de Invoeringswet Wet werk en bijstand in verband met het verlenen van de bevoegdheid aan gemeentebesturen om in het kader

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 317 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand in verband met het verstrekken van een uitkering aan mantelzorgers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 015 Wijziging van enkele wetten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet 2012) Nr. 5 VERSLAG De vaste commissie

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 804 Arbeidsmarkt en sociale zekerheid 28 719 Reïntegratiebeleid Nr. 22 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 24 mei 2006 De vaste commissie

Nadere informatie

Bijlage bij de brief van de Vice-President van de Raad van State van 8 oktober 2007.

Bijlage bij de brief van de Vice-President van de Raad van State van 8 oktober 2007. Bijlage bij de brief van de Vice-President van de Raad van State van 8 oktober 2007. Voorlichting overeenkomstig artikel 18, tweede lid, van de Wet op de Raad van State inzake de proeve van wetgeving betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 960 Intrekking van het Besluit van 13 september 1945, houdende vaststelling van een leeftijdsgrens voor het vervullen van openbare functies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 694 Pensioenregelingen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Karabulut

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Karabulut De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt.

. /. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 284 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met bonussen voor werkgevers voor het indienstnemen en indiensthouden

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 4

Nadere informatie

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van:

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van: Werken na Werken na het bereiken het bereiken van de van de pensioenpensioengerechtigde gerechtigde leeftijd leeftijd Deze brochure is een samenwerkingsproduct van: Inleiding Werken na het bereiken van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2006 Nr. 163 VERSLAG

Nadere informatie

Doorwerken na je AOW, ja graag

Doorwerken na je AOW, ja graag Doorwerken na je AOW, ja graag De Algemene Ouderdomswet Eerste volksverzekering Een basispensioen Ingevoerd in 1957 AOW uitgaven: In 1957: 2,4% van het BBP In 2014: 5,6% van het BBP Totale uitgaven in

Nadere informatie

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren, STICHTING Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2001 8 2500 EA DEN HAAG 070-3 499 577 070-3 499 796 info@stvda.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 073 Aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2004 Nr. 106 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of

Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of chronische ziekte Advies nummer 20 's-gravenhage, 23 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven

Nadere informatie

2011D59605 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D59605 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2011D59605 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte om over het rapport van de Nationale Ombudsman

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 005 Aanvulling van het inkomen van ouderen met een bescheiden inkomen en aanpassing berekening vakantie-uitkering voor uitkeringsgerechtigden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 937 Wetsvoorstel tot wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand,

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de resultaten van de Taskforce Jeugdwerkloosheid.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de resultaten van de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016 ... No.W12.16.0191/III 's-gravenhage, 29 september 2016 Bij Kabinetsmissive van 14 juli 2016, no.2016001298, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 159 Regels betreffende openbaarmaking van gegevens per werkgever met betrekking tot verkrijging van rechten op WAO-uitkeringen door werknemers

Nadere informatie