Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr Mij bekend, Aanvraaggegevens

Transcriptie

1 Gegevens bevoegd gezag Referentienummer Datum ontvangst Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr nr Formulierversie Aanvraaggegevens Ingediende aanvraag/melding Mij bekend, Aanvraagnummer De secretaris Aanvraagnaam Uw referentiecode Mts. Van der Ploeg 9293LW7 Ingediend op Soort procedure Projectomschrijving Opmerking Gefaseerd Blokkerende onderdelen weglaten Persoonsgegevens openbaar maken Kosten openbaar maken Reguliere procedure Mileuneutraal wijzigen staluitvoering Staluitvoering pluimveestal gewijzigd en keuze voor stalinrichting anders uitgevallen dan vergund. Middels deze milieuneutrale verandering wordt de milieuvergunning geactualiseerd. Nee Nee Ja Nee Bijlagen die later komen - Bijlagen n.v.t. of al bekend - Bevoegd gezag Naam: Bezoekadres: Postadres: Gemeente Kollumerland c.a. van Limburg Stirumweg 18 Kollum Postbus AA KOLLUM Telefoonnummer: Faxnummer: adres algemeen: Website: Contactpersoon: gemeente@kollumerland.nl G. Snijder Bereikbaar op: ma t/m vr 9:00 tot 12:00 1/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 1 van 2

2 Overzicht bijgevoegde modulebladen Aanvraaggegevens Aanvragergegevens Locatie van de werkzaamheden Werkzaamheden en onderdelen Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) Milieuneutraal veranderen (voormalige 8.19 Melding Wm) Bijlagen Kosten 2/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 2 van 2

3 Formulierversie Aanvrager bedrijf 1 Bedrijf KvK-vestigingsnummer Statutaire naam Handelsnaam Maatschap van der Ploeg Mts. Van der Ploeg 2 Contactpersoon Geslacht Man Vrouw Voorletters S. Voorvoegsels Achternaam Functie van der Ploeg eigenaar/maat 3 Vestigingsadres bedrijf Postcode 9293LW Huisnummer 6 Huisletter - Huisnummertoevoeging - Straatnaam Woonplaats Wester-Nieuwkruisland Kollumerpomp 4 Correspondentieadres Postcode 9293LW Huisnummer 7 Huisletter - Huisnummertoevoeging - Straatnaam Woonplaats Wester-Nieuwkruisland Kollumerpomp 5 Contactgegevens Telefoonnummer Faxnummer - adres vanderploegrispens@kpnplanet.nl 3/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 1 van 1

4 Formulierversie Gemachtigde bedrijf 1 Bedrijf KvK-vestigingsnummer Statutaire naam Hoeve Advies BV Handelsnaam - 2 Contactpersoon Geslacht Man Vrouw Voorletters W. Voorvoegsels - Achternaam Functie Hoeve Adviseur 3 Vestigingsadres bedrijf Postcode 7954GM Huisnummer 561 Huisletter - Huisnummertoevoeging - Straatnaam Woonplaats Oude Rijksweg ROUVEEN 4 Correspondentieadres Adres Oude Rijksweg GM ROUVEEN 5 Contactgegevens Telefoonnummer Faxnummer adres info@hoeve-advies.nl 4/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 1 van 1

5 Formulierversie Locatie 1 Adres Postcode 9293LW Huisnummer 6 Huisletter - Huisnummertoevoeging - Straatnaam Plaatsnaam Gelden de werkzaamheden in deze aanvraag/melding voor meerdere adressen of percelen? Wester-Nieuwkruisland Kollumerpomp Ja Nee 2 Eigendomssituatie Eigendomssituatie van het perceel U bent eigenaar van het perceel U bent erfpachter van het perceel U bent huurder van het perceel Anders 3 Toelichting Eventuele toelichting op locatie Akkerbouw- en pluimveehouderij bedrijf 5/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 1 van 1

6 Formulierversie Milieuneutraal veranderen (voormalige 8.19 Melding Wm) Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) 1 Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Beschrijf de voorgenomen verandering van de inrichting. Op grond van welke vergunning(en) is de inrichting opgericht dan wel in werking? Beschrijf van welke onderdelen van de vergunning(en) en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften wordt afgeweken en de mate waarin ervan wordt afgeweken. Wanneer voert u de voorgenomen verandering uit? Beschrijf waarom de verandering van de inrichting of de werking daarvan niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Beschrijf waarom het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer niet verplicht is. Beschrijf waarom de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend. Staluitvoering gewijzigd t.o.v. wat vergund is en ook de keuze t.a.v. de stalrinrichting is anders uitgevallen. Middels deze aanvraag wordt de vergunning geactualiseerd. Omgevingsvergunning-milieu beschikking verleend december Omgevingsvergunning-bouw beschikking verleend 3 juli De vorm van de stal is gewijzigd (afmetingen) en de inrichting (volierehuisvesting in plaats van nivo-varia huisvesting) en de wijze van mestopslag (niet in sleufsilo maar in overdekte loods achteraan stal). En er komt een propaantank van l i.p.v l Geuremissie blijft gelijk en ammoniak- en fijnstofemissie zijn lager dan vergund waardoor de verandering leidt tot een lagere milieubelasting. Het aantal dieren wijzigt niet. Aantal dieren wijzigt niet en de milieubelasting wordt lager dan tot op heden vergund is. Aard en activiteit inrichting wijzigt niet: akkerbouwbedrijf met pluimvee. 6/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Bevoegd gezag: Gemeente Kollumerland c.a. Pagina 1 van 1

7 Formulierversie Bijlagen Formele bijlagen Naam bijlage Bestandsnaam Type Datum ingediend 3-overzicht-geur-ammoniak-fijnstof-.pdf 4-Rav-E bwl_2-005_02_v1 2-toelichting-mil-neutr-- Van-der-Ploeg 3-overzicht-geur-ammoniak-fijnstof 4-Rav-E bwl_2-005_02_v1.pdf 5-V-stacks-berekening opfok-hs 5-V-stacks-berekeni- ng opfok-- hs.pdf 6a-gebouwkenmerken-hsvergund 6a-gebouwkenmerken-hs-vergund-.pdf 6b-ventilatiekenmerken-hs-vergund 6b-ventilatiekenmerken-hs-vergund.pdf 7-V-stacks-berekening opfok-ts 7-V-stacks-berekening opfok-ts.pdf 8a-gebouwkenmerken-tsaanvraag 8a-gebouwkenmerken-ts-aanvraag.pdf 8b-ventilatiekenmerken-ts-aanvraag 8b-ventilatiekenmerken-ts-aanvraag-.pdf 9-XY-coordinaten-pluimveestal 9-XY-coordinaten-pluimveestal-.pdf 10-M01_Inr_Ploeg-Rispens_ M01_Inr_Ploeg- Rispens_ pdf 11-brf-Nbwet-prov-Friesland brf-Nbwet-prov- Friesland pdf 2-toelichting-milneutr-Van-der-Ploeg.pdf Status document Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling Situatietekening milieu Plattegrond Milieu In behandeling Anders In behandeling Anders In behandeling 7/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 1 van 1

8 Formulierversie Kosten Projectkosten Wat zijn de geschatte kosten voor het totale project in euro's (exclusief BTW)? 0 8/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a. Datum aanvraag: 24 december 2012 Aanvraagnummer: Pagina 1 van 1

9 Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr nr Mij bekend, De secretaris 9/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

10 Gebouwkenmerken huidige situatie (vergund) in het kader van V-Stacks vergunningen en ISL3a berekening fijnstofconcentratie gebouw 1 functie opfokhennen legrassen goothoogte (m) 3,02 nokhoogte (m) 7,46 gem.hoogte (m) 5,2 lengte (m) 90,40 breedte (m) 24,40 oriëntatie lengteas ( o ) 2 aantal dieren RAV-nummer E OU E p.d.p.s. 0,18 OU E p.s. totaal ventilatie combinatie van nok- en lengteventilatie EP middelpunt gebouw EP gem. hoogte (m) 1,5 m eindgevel + 7,5 m nok = 4,5 m gemiddeld EP gem. Ø (m) 1,17 Behoort bij besluit van burgemeester en EP uittreesnelheid (m/s) wethouders 0,40 van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr nr Mij bekend, De secretaris 10/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

11 Gebouwkenmerken toekomstige situatie (aanvraag) in het kader van V-Stacks vergunningen en ISL3a berekening fijnstofconcentratie gebouw 1 functie opfokhennen legrassen goothoogte (m) 3,45 nokhoogte (m) 7,95 gem.hoogte (m) 5,7 lengte (m) 105,40 breedte (m) 24,40 oriëntatie lengteas ( o ) 2 aantal dieren RAV-nummer E i.c.m. E OU E p.d.p.s. 0,18 OU E p.s. totaal ventilatie lengteventilatie uitblaas via mestloods EP eindgevel EP gem. hoogte (m) 4,5 m eindgevel hart ventilatoren EP gem. Ø (m) 5,15 EP uittreesnelheid (m/s) 0,40Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr nr Mij bekend, De secretaris 11/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

12 Ventilatiekenmerken huidige situatie (vergund) in het kader van V-Stacks vergunning Verspreidliggende emissiepunten De secretaris berekening gemiddelde diameter indien geen centraal emissiepunt aanwezig is; ook voor combinatie van nok- en lengteventilatie Stal 1: combi van nok- en lengteventilatie Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr Aantal dieren opfok leg nivo-varia huisvesting Standaardventilatie p.dier 1,8 OU/dier 0,18 Aantal m OU totaal Aantal m3/sec 28,63 Pi 3,14 Diameter ventilator en capaciteit Aantal Doorstroomoppervlak m3/st Vent.cap 0,45 0 0,16 0, ,80 6 0,50 3, ,10 2 0,95 1, ,40 8 1,54 12, Totaal doorstroomoppervlak 16 17,23 m m3 Gemiddeld oppervlak 1,08 m2 7,8 m3/dier Gemiddelde diameter 1,17 m Vertikale luchtsnelheid conform voorschrift Infomil 0,40 m/s nr. Mij bekend, /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

13 d.d. 25 febr Ventilatiekenmerken toekomstige situatie (aanvraag) in het kader van V-Stacks vergunning Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. nr. Mij bekend, Centraal emissiepunt totale diameter bij centraal emissiepunt: bij gebundelde ventilatoren of lengteventilatie De secretaris Stal 1: lengteventilatie centr.emissiepunt Aantal dieren opfok leg volierehuisvesting Standaardventilatie p.dier 1,5 OU/dier 0,18 Aantal m OU totaal 10305,0 Aantal m3/sec 23,85 Pi 3,14 Diameter ventilator en capaciteit Aantal Doorstroomoppervlak m3/st Vent.cap 0,45 0 0,16 0, ,90 0 0,64 0, ,00 3 0,79 2, , ,54 18, Totaal doorstroomoppervlak 15 20,83 m m3 Fictieve straal 2,57 m 8,5 m3/dier Fictieve diameter 5,15 m Vertikale luchtsnelheid a.g.v. horizontale worp 0,40 m/s 13/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

14 Overzicht geur ammoniak fijnstof Mts. Van der Ploeg-Rispens Westernieuwkruisland LS Kollumerpomp Huidige vergunning (voorjaar 2012): Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr Rav cat. Rav cat. Diersoort Aantal dieren geur emissie OU E /d/s nr. Mij bekend, De secretaris Totaal geur emissie ammoniak emissie NH 3 /d/j Totaal ammoniak emissie fijnstof emissie Totaal fijnstof PM 10 g/d/j emissie Stal 1 E Opfokhennen, overige , ,0 0, , ,5 huisvesting niet-batterij Totaal , , ,5 Aanvraag milieu-neutraal veranderen in: Rav cat. Rav cat. Diersoort Aantal dieren geur emissie OU E /d/s Totaal geur emissie ammoniak emissie NH 3 /d/j Totaal ammoniak emissie fijnstof emissie Totaal fijnstof PM 10 g/d/j emissie Stal 1 E Opfokhennen, , ,0 0, , ,8 volierehuisvesting ad stal 1 E Mestopslag in loods , ,5 Totaal , , ,8 14/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

15 Milieuneutraal veranderen pluimveehouderij 24 december 2012 Mts. Van der Ploeg Wester-Nieuwkruisland LW KOLLUMERPOMP t.a.v. het veehouderijbedrijf op locatie van: Wester-Nieuwkruisland LW KOLLUMERPOMP Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr Historie bedrijf Door op Wester-Nieuwkruisland 6 een pluimveehouderij te beginnen zien Siebe van der Ploeg en Aaltje Rispens, woonachtig Wester-Nieuwkruisland 7, kans de agrarische onderneming te verbreden en voldoende arbeid en inkomen voor de in de maatschap intredende zoon Jan te realiseren. Thuis op Wester-Nieuwkruisland 7 heeft men een akkerbouwbedrijf. Op 2 augustus 2010 een principeverzoek aan het college van B&W voorgelegd met daarin de vraag of men mee wil werken aan de plannen, en het bouwblok dusdanig te veranderen dat de stal goed op het erf is te situeren en landschappelijk goed inpasbaar is. Het college heeft ingestemd en de medewerking is verleend, en nadat middels een aanmeldingsnotitie Mer-beoordeling is geconstateerd dat er geen MER voor doorlopen hoeft te worden, is op 7 april 2011 de milieuvergunning aangevraagd. De ontwerpbeschikking is op 31 oktober 2011 ter inzage gelegd en riep geen bezwaren of visies van omstanders op, zodat de vergunning na een tweede ter inzagetermijn is verleend (eind 2011). De aanvraag voor de bouw van de pluimveestal, het plaatsen van twee silo's, een voerweger en het plaatsen van een warmtewisselaar is op 13 maart 2012 ingediend, op 23 april in de welstandscommissie besproken en op 3 juli 2012 verleend. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de bouw van de stal en het inrichten ervan. Binnenkort zullen de eerste kuikens worden opgezet om op te fokken tot legkippen. Veranderingen De maatschap wil middels een milieuneutrale verandering (voormalige 8.19 melding Wm) een aantal veranderingen kenbaar maken: De keuze t.a.v. de inrichting is na ampele overweging gevallen op een volièrehuisvesting in plaats van een nivo-varia huisvesting; hierdoor neemt de milieubelasting sterk af De stal is 24,40 x 105,40 m in plaats van 24,40 x 90,00 m doordat er een opslagloods t.b.v. de opvang en opslag van mest achter de dierruimte is geplaatst De muurplaat- en nokhoogte is resp. 3,450 en 7,950 m in plaats van 3,015 en 7,450 m De positie van het voerlokaal-hygiënesluis is gewijzigd, in plaats van naast de stal bevindt zich deze nu voor in de stal (inpandig) In plaats van de mest na afloop van de ronde te verzamelen in een af te dekken sleufsilo naast de stal en deze vandaar af te voeren, wordt ze doorlopend tijdens de ronde opgevangen in de achter de stal gelegen overkapte loods, welke onderdeel uitmaakt van het gebouw, en van hieruit meerdere keren per jaar afgevoerd nr. Mij bekend, De secretaris Hoeve Advies 1 15/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

16 In plaats van de voorgenomen combinatie van nok- en eindwandventilatoren wordt de stal volledig middels lengteventilatie geventileerd (mechanisch), waarbij de ventilatoren de warmte stallucht over de mest in de loods naar buiten blazen De ventilatoren zitten in de eindwand en worden afgeschermd door de achtergelegen loods waardoor het geluid flink wordt gedempt Ook is er een warmtewisselaar naast de stal geplaatst, waarmee gedurende het stookseizoen inkomende lucht wordt voorverwarmd met uitgaande stallucht (warmtewisseling) en bijverwarming grotendeels wordt uitgespaard (energiezuinig) De propaantank is l in plaats van l De voersilo s zijn elk 32 ton groot in plaats van 4 ton De oorspronkelijk beoogde dieseltank wordt niet geplaatst De afvoer van de hygiënesluis voor in de stal vindt plaats op een IBA aan de voorkant van het gebouw De spoelwaterkelder is vervallen, het reinigingswater dat bij het schoonmaken van de stal ontstaat wordt opgevangen in de achterin de stal gelegen put en vandaar uit afgevoerd Op de bijgesloten milieutekening staat de nieuwe opzet ingetekend. Gebouwkenmerken Het gebouw zoals dat in deze milieu-aanvraag is omschreven is op 3 juli 2012 middels de daartoe ingediende bouwvergunning verleend. Milieukenmerken De verandering heeft een aantal positieve gevolgen voor het milieu; zo neemt de ammoniak- en fijnstofuitstoot aanzienlijk af. Warmtewisselaar Het gebruik van de warmtewisselaar leidt tot een aanzienlijk lager energieverbruik en een besparing van 40 à 50% op de stookkosten voor het bijverwarmen van de stal. Van der Ploeg gebruikt de wisselaar in de verwarmingsperiode van de stal en daarna niet meer. Doorgaans worden opfokstallen tot een henleeftijd van 6 à 7 weken na inzet als eendagskuiken bijverwarmd. Daarna niet meer. Het gebruik van de warmtewisselaar leidt daarom niet tot een lagere ammoniak- of fijnstofemissie. Daarvoor zou de wisselaar de hele ronde in gebruik moeten zijn (zie leaflet Rav E.7.7 BWL ). Omdat de wisselaar niet volcontinu gebruikt wordt en dan alleen nog maar in de beginperiode, is ze niet meegenomen als emissiepunt in de stalventilatie bij de berekening aan geurbelasting in V-Stacks vergunningen. Enerzijds omdat het accent van de stalventilatie toch al volledig ligt op de eindgevel (centraal emissiepunt) en anderzijds omdat gedurende de korte periode dat de wisselaar in gebruik is de kuikentjes jong zijn en nog geen stank produceren. Mestopslag Bij het oorspronkelijk vergunde nivo-varia huisvestingssysteem (E.1.00) bleef de mest gedurende de hele ronde in de stal, en werd ze na het afleveren van de hennen uit de stal gehaald, op de sleufsilo verzameld, en vandaar afgevoerd. Omdat de mest binnen 14 dagen van het bedrijf werd afgevoerd gold geen additionele emissie t.a.v. ammoniak. Bij de nu te gebruiken volièrehuisvesting wordt de mest periodiek (wekelijks) met mestbanden uit de stal afgedraaid in de achter de stal gelegen loods. Hier wordt ze opgeslagen. De ventilatoren in de eindwand blazen er warme stallucht overheen waardoor ze indroogt (stapelbare mest). Periodiek wordt de mest van het bedrijf afgevoerd (enkele malen per jaar). Hoeve Advies 2 16/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

17 Omdat de mest langer dan 14 dagen op het bedrijf blijft liggen geldt een additionele emissiefactor voor ammoniak van 0,020 kg NH 3 per dierplaats per jaar. De opslag voldoet aan de criteria van de IPPC-richtlijn: mestdichte vloer, overkapping, vrij van wind- en weerinvloeden. Emissies De verandering leidt tot een lagere ammoniak- en fijnstofemissie en een gelijke geuremissie. Het aantal dieren wijzigt niet. Situatie Aantal dieren Geur Ammoniak Fijnstof Vergund is st , , ,5 E Verandering in st , , ,8 E i.c.m. E Milieubelasting 0, ,5-400,7 De geuremissie is niet anders. De ammoniakemissie neemt met 5.152,5 kg af en de fijnstofuitstoot met 400,7 kg. De milieubelasting neemt als gevolg van de wijziging af. Geur Het aantal stuks opfok blijft gelijk: stuks. De geuremissie neemt niet toe dus de verandering is milieuneutraal. De geurbelasting is en blijft een fractie van wat het maximaal zou mogen zijn; gemiddeld ca. 0,5 OU E /m 3 terwijl het maximaal 8,0 OU E /m 3 mag zijn. GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting vergund Geurbelasting nieuw Geurbelasting verschil W.Nieuwkruisland ,0 0,5 0,4-0,1 W.Nieuwkruisland ,0 0,5 0,5 0,0 W.Nieuwkruisland ,0 0,2 0,2 0,0 W.Nieuwkruisland ,0 0,5 0,5 0,0 W.Nieuwkruisland ,0 0,4 0,3-0,1 W.Nieuwkruisland ,0 0,5 0,4-0,1 W.Nieuwkruisland ,0 0,6 0,5-0,1 W.Nieuwkruisland ,0 0,3 0,3 0,0 O.Nieuwkruisland ,0 0,4 0,5 0,1 Foijingaweg ,0 0,8 0,9 0,1 Gemiddeld: 8,0 0,47 0,45 Weliswaar neemt de geurbelasting op bepaalde (bedrijfs)woningen van derden in de omgeving heel iets toe; maar de dichtstbijgelegen woningen bevinden zich op maar liefst 575 m (!) van de inrichting, Ooster Nieuw-Kruisland 7 en Foijingaweg 63, zullen praktisch geen verschil merken en geen geurhinder ervaren. Omdat de geuremissie gelijk blijft en de geurbelasting overwegend afneemt terwijl het al een minimale en niet noemenswaardige belasting is, valt deze verandering gemotiveerd te scharen in de categorie milieuneutraal veranderen. Ammoniak Door het gebruik van volièrehuisvesting met langurige mestopslag neemt de emissie af t.o.v. de oorspronkelijk vergunde nivo-varia huisvesting. Het gebruik van de emissiearme techniek leidt tot een afname van maar liefst 5.252,5 kg NH 3 per jaar. Hoeve Advies 3 17/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

18 Voor de oorspronkelijke aanvraag is de Provincie Friesland gevraagd om een vergunning ex art. 19d van de Natuurbeschermingswet Deze is verleend en de Provincie verklaart in haar brief met vergunning van 27 april 2012 dat de emissie vanuit de inrichting ten hoogste 9.732,5 kg NH 3 mag zijn (zie bijlage). In de nieuwe situatie emitteert Van der Ploeg 4.580,0 kg NH 3 per jaar en blijft ze netjes binnen de haar vergunde rechten t.a.v. Natura Fijnstof Met de verandering neemt de fijnstofemissie af van 1.717,5 naar 1.316,8 kg PM 10 per jaar. Ook op dit punt dus een verbetering voor het leefklimaat in de directe woon- en werkomgeving van het bedrijf. Geluid en verkeer Het aantal voertuigbewegingen t.b.v. de aan- en afvoer van dieren en voer en strooisel zal niet anders zijn en ook het aantal transporten t.a.v. de mestafvoer niet omdat er evenveel kippen zijn en er dus evenveel voer wordt verbruikt en mest wordt geproduceerd. In de nieuwe situatie worden er geen nokventilatoren geplaatst maar enkel eindwandventilatoren. Deze zitten overkapt in de mestloods en zijn daardoor afgeschermd naar de omgeving toe. Dit vermindert de stofuitstoot maar ook de geluidsproductie. Conclusie Er zijn geen andere of grotere gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning vergund zijn. Artikel 3.4 van de Awb is daarom o.i. niet van toepassing. Een reguliere procedure voor het veranderen van de milieuvergunning volstaat. Ing. W. (Wim) Hoeve HOEVE ADVIES Hoeve Advies 4 18/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

19 Nummer systeem BWL Naam systeem Diercategorie Systeembeschrijving van oktober 2012 Warmtewisselaar; 13% reductie fijnstof (PM10) Additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof bij: - Opfokhennen en hanen van legrassen, jonger dan 18 weken; E1 - Legkippen en (groot)ouderdieren van legrassen; E2 - (Groot)Ouderdieren van vleeskuikens in opfok, jonger dan 19 weken; E3 - (Groot)Ouderdieren van vleeskuikens; E4 - Vleeskuikens; E5 - Ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok (tot 6 weken en van 6 tot 30 weken); F1 en F2 - Vleeskalkoenen; F4 - Ouderdieren van vleeseenden; G1 - Vleeseenden; G Werkingsprincipe De wisselaar zorgt ervoor dat er warme ventilatielucht vanuit de stal verse lucht opwarmt. De opgewarmde verse ventilatielucht wordt in de stal uitgeblazen. Voor menging van de warme lucht met de aanwezige stallucht kan per diercategorie en huisvestingsysteem een andere techniek worden toegepast. In het condensatievocht dat zich vormt op de pakketten in de wisselaar blijft stof achter. Samen met aanhechting van stof aan de wanden van de kanalen resulteert dit in een reductie van de emissie van fijnstof. DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; TECHNISCHE VOORZIENINGEN Onderdeel Uitvoeringseis 1 Huisvestingsvorm Afhankelijk van diercategorie en huisvestingssysteem 2 Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem Er moet sprake zijn van minimaal één onderhoudsvriendelijke warmtewisselaar die verse lucht opwarmt. Deze lucht wordt vermengd met lucht in de stal. In de stal dient bij jonge dieren aanvullende verwarming aanwezig te zijn om de gewenste staltemperatuur te bereiken. 3a Warmtewisselaar Warmtewisselaar(s) staat(n) buiten naast de stal opgesteld. De warmtewisselaar warmt vers binnenkomende ventilatielucht op alvorens deze in de stal komt. Het thermische rendement van de wisselaar is minimaal 70% bij warmtevraag op basis van: ( T inblaas T buiten ) x 100% (T = temperatuur) T afzuig T buiten 3b De minimaal geïnstalleerde capaciteit van de warmtewisselaar(s) bedraagt bij: - opfokleghennen; 0,2 m 3 /dier/uur - leghennen; 0,4 m 3 /dier/uur - opfokvleeskuikenouderdieren; 0,4 m 3 /dier/uur - vleeskuikenouderdieren; 0,6 m 3 /dier/uur - vleeskuikens; 0,35 m 3 /dier/uur - vleeskalkoenen, hennen; 1,1 m 3 /dier/uur Behoort bij besluit van burgemeester - vleeskalkoenen, en hanen; 2,5 m 3 /dier/uur - vleeseenden; 0,8 m 3 /dier/uur wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. De capaciteit is regelbaar met frequentieregelaars. d.d. 25 febr nr. Mij bekend, De secretaris 19/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

20 3c De warmtewisselaar is uitgevoerd volgens het tegenstroomprincipe. In een kast van isolerend zijn kunststof kanalen geplaatst. De kanalen zijn minimaal 7 m lang. De binnenkomende (koude) lucht stroomt door de kanalen. De uitgaande (warme) stallucht stroomt langs de buitenkant van de kanalen. 4 Registratieapparatuur De volgende registratieapparatuur dient aanwezig te zijn: - apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de warmtewisselaar (urenteller); - apparatuur voor het registreren van de gerealiseerde temperatuur(curve), binnen-, inblaas- en buitentemperatuur; - apparatuur voor het registreren van het gerealiseerde ventilatiedebiet in warmtewisselaar HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM a Onderdeel Instelling capaciteit warmtewisselaar Gebruikseis Totdat de maximale capaciteit van de warmtewisselaar(s) is bereikt, zijn de reguliere ventilatieopeningen gesloten en wordt alle ventilatielucht via de wisselaar af- en aangevoerd. Daarna blijft de afvoercapaciteit door de warmtewisselaar op 100%. De aanvoer van buitenlucht naar de stal mag worden uitgeschakeld. b Reiniging De buitenzijde van de kunststofkanalen in de wisselaar moeten na iedere ronde en minimaal één keer per twee maanden worden gereinigd. c Registratie Ten behoeve van een controle op de werking van het systeem moeten de volgende gegevens automatisch worden geregistreerd: - het aan staan van de warmtewisselaar en de ventilator hiervan; - de temperatuur(curve). Werkingsresultaat Verwijzing meetrapport Emissiereductie fijnstof (PM10) van 13% ten opzichte van de emissiefactor van het stalsysteem waarmee het wordt gecombineerd. 20/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

21 Principeschets warmtewisselaar Naam: Warmtewisselaar; 13% reductie fijnstof Nummer: BWL Systeembeschrijving: oktober /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

22 Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL V1 Systeembeschrijving van Juni 2010 Volière-opfokhuisvesting, minimaal 50 % van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien. Roosters minimiaal in twee etages Opfokhennen en -hanen van legrassen; jonger dan 18 weken Vervangt Beschrijving E van 15 juli 2005 Werkingsprincipe Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het opvangen van mest op mestbanden onder de rooster en het frequent afvoeren van de mest uit de stal. DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; BOUWKUNDIG Onderdeel Uitvoeringseis Geen bijzonderheden. DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; TECHNISCHE VOORZIENINGEN Onderdeel Uitvoeringseis 1 Huisvestingsvorm alternatieve huisvesting (dieren kunnen zich vrij in de stal bewegen) 2a Vloeruitvoering minimaal 50 % van het leefoppervlak 1 is uitgevoerd als etages met roostervloer 2b minimaal 1/3 deel van het leefoppervlak 1 is uitgevoerd als strooiselvloer 3 Voer en drinkwater voorzieningen aangebracht boven de roostervloer 4 Mestopvangvoorziening 5 Registratieapparatuur mestbanden onder de roosters bij toepassing van oplierbare en/of opklapbare roosters die boven een rooster met daaronder een mestband zijn geplaatst, hoeven de oplierbare en/of opklapbare roosters niet van een mestband te zijn voorzien. Deze roosters zijn ook deel van het leefoppervlak 1. apparatuur voor het registreren van de afdraaifrequentie van de mestbanden dient aanwezig te zijn 6 Mestopslag kortdurend of eventueel nadroging Behoort in een bij besluit nageschakelde van burgemeester techniek of langdurige en mestopslag 2 wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr nr Mij bekend, 1 2 De secretaris Voor het begrip leefoppervlakte bij opfokleghennen is geen definitie opgenomen in wet- en regelgeving. In de praktijk geldt dat de volgende onderdelen van de stalinrichting hierbij worden meegerekend: alle aanwezige roosters met daaronder een mestband, aanvliegplateaus tot 40 cm breed en zitstokken (per cm zitstok 30 cm 2 oppervlak). Als meerder zitstokken naast elkaar zijn aangebracht (alsof in een plateau), gelden als maat de buitenste zitstokken en de lengte van het systeem (net als bij roosters). Dit systeem stelt geen eisen aan de wijze van mestopslag of verdere bewerking (extra droging) van de mest. De vorm van opslag of bewerking is echter wel bepalend voor de hoogte van de ammoniakemissie van het bedrijf. De voor dit stalsysteem vastgestelde emissiefactor van 0,050 kg ammoniak per dierplaats per jaar is van toepassing voor de situatie in combinatie met een kortdurende opslag op het bedrijf (afvoer van de mest van de banden direct van het bedrijf of opslag in een afgedekte container voor maximaal 14 dagen). Bij langdurige mestopslag of nadroging in een nageschakelde techniek komt bovenop deze emissiefactor nog een toeslag (Rav-categorie E6). 22/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

23 HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM Onderdeel Gebruikseis a Leefoppervlak 1 minimaal 625 cm² per dier voor het aantal dieren bij opzet (16 dieren per m²) 3 b Afdraaifrequentie mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien van de mest naar een afgedekte container voor kortdurende opslag of andere vorm van opslag; bij nadroging van de mest in een nageschakelde techniek moeten de mestbanden minimaal tweemaal per week worden afgedraaid c Registratie ten behoeve van een controle op de werking van het afdraaien van de mestbanden moet de afdraaifrequentie van de mestbanden automatisch worden geregistreerd; van de geregistreerde waarden moet tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar zijn d Uitzondering eerste twee weken opfokperiode de eisen met betrekking tot de afvoer van de mest en de beluchting zijn niet van toepassing Emissiefactor Verwijzing meetrapport 0,050 kg NH 3 per dierplaats per jaar Betreft een afgeleide emissiefactor van het vergelijkbare systeem voor legkippen. 3 Bij de opzet worden de dieren veelal in een beperkte ruimte van de stal gehouden. Het leefoppervlak is vooral gericht op het moment vlak voor het afleveren. 23/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

24 Een niveau A: enkele beun B: dubbele beun Meerdere niveau's C: Etages met doorlopende strooiselvloer D: Etages op roostervloer E: combinatie beun en stellingen F: combinatie beun en beweegbare plateaus G: dubbele beun met stellingen 1 2 Legenda Roosters met mestbanden 1 en eventueel beluchting 2 Strooiselruimte NAAM: Niet batterijhuisvesting, minimaal 50 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien NUMMER: BWL V1 Systeembeschrijving Juni /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

25 Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. d.d. 25 febr nr Mij bekend, De secretaris 25/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

26 Gegenereerd op: met V-STACKS Vergunning versie 2010 (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: Te realiseren situatie Wester-Nieuwkruisland 6 (aangepast) Gemaakt op: :38:09 Rekentijd: 0:00:03 Naam van het bedrijf: Van der Ploeg, Wester-Nieuwkruisland 6 Kollumerpomp Berekende ruwheid: 0,09 m Meteo station: Schiphol Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stal 1 opfokhennen ,5 5,2 1,17 0, Stal 1 warmtewissela ,0 5,2 1,00 4, stal 1 eindgevel ,5 5,2 1,17 0, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 w.nieuwkruisland ,0 0,4 5 W.Nieuwkruisland ,0 0,5 6 W.Nieuwkruisland ,0 0,2 7 W. Nieuwkruisland ,0 0,5 8 W. Nieuwkruisland ,0 0,3 9 W. Nieuwkruisland ,0 0,4 10 W. Nieuwkruisland ,0 0,6 11 W. Nieuwkruisland ,0 0,3 12 O.Nieuwkruisland ,0 0,4 13 Foijngaweg ,0 0,8 26/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

27 Gegenereerd op: met V-STACKS Vergunning versie 2010 (c) KEMA Nederland B.V. 27/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

28 Brandveiligheidsaspecten Agrarisch bedrijfsgebouw (pluimveestal) Bouwplan in opdracht van: Mts. van de Ploeg-Rispens Behoort bij besluit van burgemeester en Wester-Nieuwkruisland 7 wethouders van de gemeente Kollumerland c.a LW Kollumerpomp d.d. 25 febr nr Mij bekend, De secretaris Agra-Matic B.V. Postbus BJ Ede Tel.: Fax: info@agra-matic.nl 17 april 2012 B. Dijkgraaf Adviseur Bouw & Milieu Veehouderij 28/46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

29 Rapport Project: Bouw agrarisch bedrijfsgebouw (pluimveestal) Onderdeel: Rapportage beheersbaarheid van Brand Opdrachtgever: Mts. van de Ploeg-Rispens Wester-Nieuwkruisland LW Kollumerpomp Datum: 17 april /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

30 BRANDVEILIGHEIDS- ASPECTEN Inhoudsopgave pagina Inleiding 3 Typering van de aangevraagde situatie 3 Gegevens van de aanvrager/gebruiker 3 Gebruikte basisinformatie en verwijzingen 3 Basisgegevens 4 Situering 4 Maten en bouwkundige indeling 4 Indeling en gebruik 4 Constructiebeschrijving 5 Gevelopeningen en verbindingen 5 Methode/toepassingsgebied 6 Berekening vuurbelasting 7 Permanente vuurlast 7 Variabele vuurlast 7 Totale en maatgevende vuurlast 7 Omvang / maatregelenpakket 8 Toetsing omvang c.q. vuurbelasting 8 Maatregelenpakket en bijbehorende voorwaarden 8 Eisen aan gevels, wanden en verbindingen 9 Samenvatting / conclusie 10 Bluswatervoorziening 10 Blusvoorzieningen 11 Vluchtwegen 11 Ventilatievoorzieningen 11 Bijlage 12 Samenvatting resultaten 12 Toe te passen materialen 12 Compartimentsgrootte 12 Warmtestraling en WBDBO 12 Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 2 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

31 Inleiding Typering van de aangevraagde situatie Het bouwplan betreft de nieuwbouw van een agrarisch bedrijfsgebouw voor het huisvesten van pluimvee. De nieuwbouw wordt gezien als één brandcompartiment. Aan de noordzijde van de nieuwbouw ligt de perceelgrens op en afstand van 7,13 meter. Aan de zuidzijde staat de bestaande bebouwing. Aan de oost- en westzijde ligt de perceelgrens op geruime afstand van het brandcompartiment. Gegevens van de aanvrager/gebruiker Aanvrager/gebruiker: Naam: Mts. van de Ploeg-Rispens Adres: Wester-Nieuwkruisland 7 Postcode en woonplaats: 9293 LW Kollumerpomp Telefoon: Bouwplaats: Adres: Wester-Nieuwkruisland 6 Postcode en woonplaats: 9293 LW Kollumerpomp Kadastrale gemeente: Burum Gebruikte basisinformatie en verwijzingen Tekening(en) De tekening(en) behorende bij het rapport: Werk nr.: blad nr.: 3-a d.d. 8 maart 2012, laatst gewijzigd 17 april 2012 Werk nr.: blad nr.: 3-b d.d. 8 maart 2012, laatst gewijzigd 17 april 2012 Tekeningnummer bladnummer: M-01 d.d (Hoeve Advies) Algemene gegevens Mondelinge informatie opdrachtgever NEN 6068 en NEN 6090 Beheersbaarheid van Brand 2007 Deel 1: Integrale leidraad Deel 2: Toelichting, praktijkinformatie Deel 3: Complexe situaties Bij het opstellen van dit rapport is/zijn de hierboven onder "Tekening(en)" genoemde tekening(en) als uitgangspunt genomen. Bij een eventuele wijziging van de tekening en/of het bouwplan, dient de situatie opnieuw te worden beoordeeld en de rapportage eventueel te worden aangepast. Opdrachtgever is te allen tijde verantwoordelijk voor de signalering van eventuele wijzigingen en voor de uitvoering van de daarop volgende herbeoordeling. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 3 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

32 Basisgegevens Situering Het bouwplan betreft de bouw van een pluimveestal. Het bouwplan heeft een gebruiksoppervlak van totaal m 2. De nieuwbouw wordt gezien als één brandcompartiment. Op het perceel bevinden zich nog andere gebouwen. Aan de zuidzijde staat de bestaande bebouwing. De perceelsgrens ligt aan de noordzijde op 7,13 meter afstand van het brandcompartiment. Een spiegelsymmetrische benadering is voor de noordzijde relevant. De perceelsgrens ligt aan de oost- en westzijde op geruime afstand (> 25 meter) van het brandcompartiment. Een spiegelsymmetrische benadering is voor deze zijden niet relevant. Het bouwplan kent de volgende belendingen: Aan de noordzijde staat de spiegelsymmetrische benadering op een afstand van 14,26 meter van het brandcompartiment. Aan de zuidzijde staat de bestaande bebouwing op een afstand van 16 meter van het brandcompartiment. Maten en bouwkundige indeling De nieuwbouw heeft een oppervlak van (24,4 x 95, x 18,614 =) m². Het gebruiksoppervlak van het brandcompartiment is m 2. Bij de stal komen voersilo s en een hut voor de voerweger. Achterin de stal komt een verdieping in de vloer. Hierin komt de mest afvoerband. Achter de stal komt de mest opslagloods. Deze loods heeft niet de gehele breedte van de stal. In de volgende paragraaf wordt de indeling beschreven. Indeling en gebruik Voorin de stal, tegen de westgevel zij vijf afzonderlijke ruimte gerealiseerd. Deze ruimtes zitten tussen as 1 en as 2. Tegen de zuidgevel komt de berging met daarin een afgeschermde ruimte als besturingsruimte. Daarachter de ingangssluis, naast de ingangssluis een grote besturingsruimte en tegen de noordgevel de hygiënesluis. Van af as 2 tot as 20 is één ruimte. In deze ruimte komen roosters op verschillende niveaus. Onder de roosters zitten mestbanden. De mest op de mestbanden wordt twee maal per week afgevoerd uit de stal. Boven de roosters komen de voer- en watervoorzieningen. Achter de stal komt de mest opslagloods. De noordgevel wijkt terug t.o.v. de noordgevel van de stal. In de gevel tussen de stal en de mest opslagloods komen de ventilatoren. De mest vanuit de stal komt via transportbanden in de mest opslagloods. De levende have omvat pluimvee. Deze worden zoals voorgeschreven in BvB 2007 niet toegerekend aan de vuurlast. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 4 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

33 Constructiebeschrijving De begrenzing van het brandcompartiment betreft de buitengevels. De gevels van de stal bestaan uit geïsoleerde prefab betonpanelen. De panelen van de mest opslagloods zijn niet geïsoleerd. De gevelbeplating bestaat uit stalen profielplaten aan regelwerk. Aan de binnenzijde wordt hier glaswol isolatie tussen gemaakt en afgewerkt met betonplex. In de zijgevels van de stal worden kunststof luchtinlaatventielen geplaatst welke dienen voor lucht toevoer. Er wordt een kap van vezelcement golfplaten op houten gordingen aangebracht. Aan de onderzijde wordt de kap geïsoleerd met glaswol op een aluminium plaat. De kap wordt gedragen door stalen spanten. De spantbenen staan buiten de stal. Gevelopeningen en verbindingen In de buitengevels van de nieuwbouw zitten verschillende gevelopeningen bestaande uit o.a. draaideuren, roldeuren en luchtinlaatventielen. Verbindingen zijn afsluitbare doorgangen voor mensen en goederen naar aan- of opgebouwde naburige brandcompartimenten. Verbindingen moeten voldoen aan de brandwerendheids eis van de betrokken inwendige brandscheiding. De algemene eis is dat ze bij brand gesloten moeten zijn (of bv zelfsluitend moeten zijn). In Maatregelenpakket I worden er echter aanvullende eisen aan gesteld. BvB telt niet elke afzonderlijke verbinding. Verbindingen die vallen binnen een bepaalde contour worden gezien als één verbinding. De criteria voor deze contouren: Binnen 10 meter afstand (gerekend van buiten het compartiment) Binnen 8 meter hoogte Samen maximaal 40 m² De nieuwbouw wordt gezien als één brandcompartiment. Er zijn geen verbindingen naar andere brandcompartimenten. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 5 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

34 Methode/toepassingsgebied Aangezien het bouwplan een compartiment omvat dat groter is dan m 2, is met behulp van Beheersbaarheid van Brand 2007 Deel 1: methode BvB (BvB 2007)nagegaan welke de maximaal toegestane compartimentgrootte is bij de gegeven vuurlast. De toepassing van de methode BvB 2007 betekent tevens dat berekend dient te worden of branddoorslag of - overslag in voldoende mate wordt voorkomen. De berekeningen in dit rapport (vanaf blz. 13) volgen de bepalingsmethoden zoals in de methode BvB 2007 zijn opgenomen. De methode BvB 2007 onderscheidt vier maatregelpakketten genummerd I tot en met IV. Deze pakketten stellen specifieke eisen/beperkingen aan het gebruik van het betrokken brandcompartiment. Deze worden in hoofdstuk 4 van de methode BvB 2007 beschreven. Op grond van de gevonden gemiddelde vuurlast in MJ wordt de maximaal toegestane compartimentsgrootte A max bepaald volgens de formule: A max x q * M, hierin is: A max maximale oppervlakte van het brandcompartiment in m 2 q gemiddelde vuurlast in kg vurenhout maximale vuurlast in brandcompartiment bij toepassing van maatregelenpakket I M maatregelenfactor is gelijk aan 1 bij maatregelenpakket I Ongeacht de uitkomst van deze berekeningen geldt voor de omhulling van een BvBcompartiment een minimale WBDBO-eis van 60 minuten. In het dierenverblijf zijn dagelijks personen werkzaam. De gebruiksfunctie van de stallen is lichte industrie; bezettingsgraadklasse B5 (zie toelichting bij Bouwbesluit artikel 1.1 lid 4). Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 6 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

35 Berekening vuurbelasting De vuurlast wordt bepaald op basis van de NIBRA-publicatie Vuurbelastingen in industriegebouwen en de bijlage B bij NEN De vuurlast van de levende have wordt conform de methode BvB 2007 niet aan de vuurlast toegerekend. Op grond van de bijdrage aan de vuurlast van de verschillende componenten wordt het deel van m 2 grondvlak van het brandcompartiment bepaald waar de hoogste vuurlast voorkomt. Vervolgens wordt per component bepaald welk percentage binnen deze m 2 grondvlak voorkomt. Uit deze berekeningen volgen de vuurlast per m² (q) en de maatgevende vuurlast (qm). Permanente vuurlast Onder de permanente vuurlast van een brandcompartiment worden gerekend: Alle constructieonderdelen, bouwconstructies en bouwmaterialen, afbouwelementen en direct aan het gebouw gerelateerde installaties. Op pagina 14 zijn de onderdelen die tot de permanente vuurlast behoren weergegeven en op pagina 15 is per onderdeel de hoeveelheid vuurlast berekend. De permanente vuurlast bedraagt kg vurenhout (pag. 13). Variabele vuurlast De variabele vuurlast bestaat uit alle overige brandbare materialen in het brandcompartiment. Hieronder vallen: Inventaris en machines, opgeslagen grondstoffen en (half)producten, verpakkingsmaterialen, voertuigen en materialen voor de afbouw en inrichting indien deze niet onder de permanente vuurlast zijn meegenomen. De mest in de stal bestaat uit strooiselmest, natte mest op de mestbanden en in de opslag. De strooiselmest ligt op de vloer. Bij een mogelijke brand is in de berekening uitgegaan van volledige verbranding van de mest. Op pagina 14 zijn de onderdelen die tot de variabele vuurlast behoren weergegeven en op pagina 16 is per onderdeel de hoeveelheid vuurlast berekend. De variabele vuurlast bedraagt kg vurenhout (pag. 13). Totale en maatgevende vuurlast De totale vuurlast kg vurenhout. Dit blijft onder de maximaal toegestane hoeveelheid van kg vurenhout. De maatgevende vuurlast wordt bepaald op de meest ongunstige 1000 m², waar zich de grootste verbrandingswaarde bevindt. De ongunstigste 1000 m² van het brandcompartiment is het deel vanaf de oostgevel van het brandcompartiment, inclusief de voersilo. De maatgevende vuurlast is kg vurenhout. Dit is 72 kg vurenhout per m². Deze hoeveelheid vurenhout resulteert in een eis van 60 minuten brandwerendheid. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 7 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

36 Omvang / maatregelenpakket Toetsing omvang c.q. vuurbelasting Het brandcompartiment omvat m 2 gebruiksoppervlak. Uit de berekeningen blijkt dat maximaal m 2 mag worden toegestaan. Het dierenverblijf is m 2. Het dierenverblijf is kleiner dan m 2 en voldoet aan de beschrijving van het dierenverblijf. De aanvraag voldoet aan de maximaal toegestane oppervlakte bepaald volgens de Methode beheersbaarheid van Brand Op pagina 17 is de berekening voor het bepalen van de maximale oppervlakte weergegeven. Maatregelenpakket en bijbehorende voorwaarden Voor landbouw bedrijfsgebouwen wordt in het algemeen maatregelenpakket I toegepast. Het bouwplan dient dan te voldoen aan o.a. de volgende criteria: - oppervlakte dierenverblijf max m 2. In de integrale leidraad behorend bij de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 staat op pagina 5 alinea twee het volgende: met nadruk wordt gesteld dat de leidraad Beheersbaarheid van Brand 2007 geen formele dan wel informele regelgeving is. Bron: integrale leidraad beheersbaarheid van Brand 2007 ( ). - minimale eis aan de gevels van 60 minuten. - maximale vuurlast per brandcompartiment max. 300 ton vurenhout In deze rapportage wordt uitgegaan van toepassing maatregelenpakket I. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 8 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

37 Eisen aan gevels, wanden en verbindingen Onderzocht wordt of er door straling overslag van brand kan optreden. In dit rapport wordt de straling en de daarvan af te leiden bijdrage aan de WBDBO bepaald volgens de vereenvoudigde berekeningswijze welke staat in hoofdstuk 5 van de methode BvB In dit rapport wordt deze berekening toegepast. De methode BvB 2007 schrijft voor dat bij compartimenten groter dan m 2 tevens wordt nagegaan of aan de gevels eisen dienen te worden gesteld volgens de formule (maatgevende vuurlast + marge) -/- (bijdrage aan WBO door straling c.q. afstand (figuur 5.1 BvB)). Deze bepaling is onderdeel van dit rapport (blz. 18). De oost- en westgevel hebben geen belending. De perceelgrens ligt op geruime afstand van de oost- en westgevel van het brandcompartiment. Uit de berekeningen op bladzijde 18 van deze rapportage blijkt dat aan het omhulsel van de stal de volgende eisen dienen te worden gesteld: De noordgevel t.o.v. de belending spiegelsymmetrische benadering: geen eis. De zuidgevel t.o.v. de belending bestaande bebouwing: geen eis. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 9 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.

38 Samenvatting / conclusie Het bouwplan betreft de bouw van een agrarisch bedrijfsgebouw voor het huisvesten van pluimvee aan de Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp. De gehele nieuwbouw wordt gezien als één brandcompartiment met een gebruiksoppervlak van m². De permanente vuurlast bedraagt kg vurenhout. De variabele vuurlast bedraagt kg vurenhout. De totale vuurlast kg vurenhout. Dit blijft onder de maximaal toegestane hoeveelheid van kg vurenhout. De maatgevende vuurlast kg vurenhout. Dit is 72 kg vurenhout per vierkante meter. Dit resulteert in een eis van minimaal 60 minuten WBDBO. De gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment is m². De maximaal toelaatbare oppervlakte mag zijn m². Er hoeft niet gerekend te worden met een toeslag op de gevels. De noordgevel van het brandcompartiment ligt op voldoende afstand vanaf de perceelgrens. De oostgevel van het brandcompartiment ligt op voldoende afstand vanaf de perceelgrens. De zuidgevel van het brandcompartiment ligt op voldoende afstand vanaf de bestaande bebouwing. De westgevel van het brandcompartiment ligt op voldoende afstand vanaf de perceelgrens. Er zijn geen verbindingen. Bluswatervoorziening Bluswater kan worden betrokken uit aansluitpunten langs de openbare weg. Het is verstandig om te bepalen of de afstand en de capaciteit van de bluswatervoorzieningen voldoende zijn. Indien de afstand of de capaciteit van de bluswatervoorziening niet afdoende zijn dient een bluswatervoorziening op het erf gerealiseerd te worden. De aard en plaats van de bluswatervoorziening zijn te bepalen in overleg met de brandweer. Mts. van de Ploeg-Rispens te Kollumerpomp Bouwlokatie: Wester-Nieuwkruisland 6 te Kollumerpomp 10 Agra-Matic /46 Behoort bij omgevingsvergunning van Gemeente Kollumerland c.a.