Universiteit Utrecht. Master Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie MASTERTHESIS. teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Universiteit Utrecht. Master Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie MASTERTHESIS. teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten."

Transcriptie

1 Universiteit Utrecht Master Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie MASTERTHESIS Het verklaren van depressieve symptomen in de vroege adolescentie door sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten. Eva Visser ( ) Begeleidend docent: Dr. Liesbeth Aleva Tweede Beoordelaar: Lysanne te Brinke, MSc

2 Abstract In this longitudinal study the relationships between social withdrawal, social acceptance by peers and depressive symptoms are investigated, using two waves of data about 782 adolescents. In the first wave adolescents were in the first class of secondary school and data for the second wave were collected one year later. Social withdrawal was measured using peer nominations by classmates, whereas social acceptance by peers and depressive symptoms were measured using self-reports. Results suggest that social acceptance by peers can predict depressive symptoms one year later, and that social withdrawal and social acceptance by peers are reciprocally related. No significant direct effect was found from social withdrawal on depressive symptoms one year later. Samenvatting In dit longitudinale onderzoek zijn de verbanden tussen sociaal teruggetrokken gedrag, sociale acceptatie door leeftijdsgenoten en depressieve symptomen bij 782 adolescenten in kaart gebracht. Op het eerste meetmoment zaten de adolescenten in de eerste klas van het voortgezet onderwijs. Data voor het tweede meetmoment zijn een jaar later verzameld. Teruggetrokken gedrag werd gemeten door middel van nominaties door klasgenoten. Sociale acceptatie en depressieve symptomen werd gemeten door middel van zelfrapportage. De resultaten suggereren dat sociale acceptatie door leeftijdsgenoten een voorspeller is voor depressieve symptomen en dat er een bi-directioneel verband bestaat tussen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten. Er werd geen direct effect gevonden tussen sociaal teruggetrokken gedrag en depressieve symptomen. 2

3 Inleiding Depressie komt zowel bij volwassenen als bij kinderen en adolescenten voor. Deze opvatting werd niet altijd onderkend. Pas in 1980 werd depressie, in de DSM III, als een stoornis beschreven die op alle leeftijden voorkomt (Timbremont, & Braet, 2005). Vrouwen hebben, vanaf de vroege adolescentie tot volwassenheid, twee keer zoveel kans als mannen om een depressie te krijgen (Nolen-Hoekstra, 2001). Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek had 0.7% van de jongeren tussen de 12 en 16 jaar last van een depressie in Voor de leeftijdsgroep 16 tot 19-jarigen is dit percentage fors hoger, namelijk 6.5% (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2016). Bij jongeren wordt er van een depressieve stoornis gesproken wanneer er in ieder geval sprake is van een sombere, prikkelbare stemming en/of een verlies van interesses. Daarnaast moet er sprake zijn van tenminste vier aanvullende symptomen, zoals gewichtsverlies of suïcidale gedachtes (American Psychiatric Association, 2013). Adolescenten met een depressieve stoornis laten vaak teruggetrokken gedrag zien door een verlies van interesses. Daarnaast is er vanaf de adolescentie een toename van suïcidale gedachtes te zien als symptoom (de Wit, 1998). Of een depressieve stoornis zich ontwikkelt, hangt af van verschillende combinaties van factoren. Bekende risicofactoren van het kind zelf zijn onder andere biologische kwetsbaarheid van de hersenen, lichamelijke problemen en emotionele problemen. Omgevingsfactoren zijn o.a. pesten, leerproblemen of het hebben van weinig goede vriendschappen (Nederlands Jeugdinstituut, 2012). Om goede preventie en behandeling van depressie bij adolescenten mogelijk te maken is het van belang dat alle risicofactoren zo breed mogelijk in kaart worden gebracht. In verschillende onderzoeken wordt gesuggereerd dat sociaal teruggetrokken gedrag naast een symptoom van depressie ook een voorspellende factor kan zijn voor depressie (o.a. Rubin, Chen, McDougall, Bowker, & McKinnon, 1995). Daarnaast wordt in onderzoek 3

4 gesuggereerd dat sociale acceptatie door leeftijdsgenoten ook een voorspeller kan zijn voor depressie (o.a. Prinstein, & Aikins, 2004). Het doel van dit longitudinale onderzoek is het verder in kaart brengen van verbanden tussen symptomen van depressie, sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten bij adolescenten om goede preventie en behandeling van depressie bij adolescenten mogelijk te maken. Sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie als voorspellers van depressie. In de literatuur wordt geen consistente definitie van het begrip sociaal teruggetrokken gedrag gehanteerd. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen van sociaal teruggetrokken gedrag (Rubin, 1982). De eerste vorm is actieve isolatie, waarbij kinderen sociaal teruggetrokken zijn, omdat ze worden afgewezen en geïsoleerd door hun leeftijdsgenoten. De tweede vorm is sociale terugtrekking, waarbij kinderen zichzelf isoleren van hun leeftijdsgenoten door interne factoren zoals angst, een negatief zelfbeeld of en gebrek aan sociale vaardigheden (Rubin, & Asendorpf, 2014). Sociaal teruggetrokken gedrag kan het beste omschreven worden als een overkoepelende term voor actieve isolatie en sociale terugtrekking met verschillende onderliggende oorzaken (Rubin, & Coplan, 2004). In het huidige onderzoek wordt deze definitie aangehouden. Rubin, Coplan en Bowker (2009) hebben de effecten van sociaal teruggetrokken gedrag in kaart gebracht. Op basis van verschillende onderzoeken komen ze tot een transactioneel model, waarin de ontwikkeling van teruggetrokken gedrag wordt beschreven. Vanaf de geboorte zorgen biologische en ouderfactoren voor de ontwikkeling van teruggetrokken gedrag. Op de kleuter- en kinderleeftijd gaan leeftijdsgenoten ook een rol spelen in de ontwikkeling van teruggetrokken gedrag. De ontwikkeling van teruggetrokken gedrag leidt tot eenzaamheid, een negatief zelfbeeld en een depressieve stemming tijdens de vroege adolescentie, wat kan 4

5 leiden tot internaliserende problemen zoals sociale angst, sociale fobieën en depressies (Rubin et al., 2009). Sociaal teruggetrokken gedrag wordt geassocieerd met depressie (Bell-Dolan, Reaven, & Peterson, 1993). Daarnaast wordt sociale isolatie geassocieerd met een verhoogd risico op depressieve symptomen bij adolescenten (Hall-Lande, Eisenberg, Christenson, & Neumark- Sztainer, 2007) en op basis van de literatuur wordt er dit verband ook verwacht bij sociale terugtrekking. Sociale terugtrekking houdt namelijk nauw verband met sociale vaardigheden (Rubin, & Asendorpf, 2014) en het hebben van gebrekkige sociale vaardigheden blijkt een risicofactor te zijn voor het ontwikkelen van een depressie (Segrin, 2000). Er is nog weinig longitudinaal onderzoek gedaan naar het verband tussen sociaal teruggetrokken gedrag en depressie, maar het blijkt dat sociaal teruggetrokken gedrag op 7-jarige leeftijd depressieve symptomen op 14-jarige leeftijd kan voorspellen (Rubin et al., 1995). Andere onderzoeken stellen dat er alleen een verband is wanneer kinderen een onveilige hechting hebben met hun ouders (Gullone, Ollendick, & King, 2006) of wanneer kinderen een laag zelfbeeld hebben en veel kritiek van hun moeder ontvangen (Schwartzman, & Ledingham, 2013). Verschillende auteurs stellen dat de gevolgen van sociaal teruggetrokken gedrag sterker zijn voor jongens dan voor meisjes op het gebied van internaliserende problemen (o.a. Doey, Coplan, & Kingsbury, 2014; Rubin et al., 2009). Teruggetrokken jongens vinden zichzelf sociaal incompetent, hebben een lager zelfbeeld en zijn vaker eenzaam dan leeftijdsgenoten (Nelson, Rubin, & Fox, 2005). Vanuit de hechtingstheorie (Bowlby, 1982) wordt verwacht dat sociale acceptatie door leeftijdsgenoten in het algemeen ook een voorspeller kan zijn voor depressie, omdat relaties met leeftijdsgenoten in de adolescentie steeds belangrijker worden voor het welzijn van jongeren. Rubin et al. (2009) suggereren dat een lage mate van sociale acceptatie door leeftijdsgenoten zou leiden tot negatieve gevoelens en gedachten, wat symptomen zijn van 5

6 depressie. In de rest van het onderzoek wordt het concept sociale acceptatie gebruikt om te verwijzen naar sociale acceptatie door leeftijdsgenoten. In verschillende onderzoeken zijn tegengestelde resultaten gevonden voor het verband tussen sociale acceptatie en depressieve symptomen. Sociale afwijzing wordt geassocieerd met depressieve symptomen (La Greca, & Harrison, 2005). Uit longitudinaal onderzoek blijkt dat minder sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen, maar alleen bij adolescenten die veel belang hechten aan sociale status (Prinstein, & Aikins, 2004). Daarnaast blijkt dat negatieve interpretaties van ervaringen met leeftijdsgenoten binnen een groep adolescenten toekomstige niveaus van depressie kunnen voorspellen (De Los Reyes, & Prinstein, 2004). Er is echter ook onderzoek dat stelt dat tekorten in steun van leeftijdsgenoten geen invloed hebben op de mate van depressieve symptomen (Stice, Ragan, & Randall, 2004). Tot slot blijkt uit onderzoek dat het effect van sociale acceptatie op depressieve symptomen mogelijk sterker is voor meisjes (Prinstein, & Aikins, 2004). De bi-directionele relatie tussen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie. Sociaal teruggetrokken gedrag lijkt een mindere mate van sociale acceptatie te voorspellen (Nelson et al., 2005; Rubin, & Krasnor, 1986) en wordt geassocieerd met meer problemen met leeftijdsgenoten op de basisschoolleeftijd (Coplan et al., 2013). Vanaf de basisschool tot begin middelbare school worden teruggetrokken kinderen minder aardig gevonden door hun leeftijdsgenoten (o.a. Ladd, 2006; Oh et al., 2008). Teruggetrokken jongeren blijken minder sociaalvaardig (o.a. Bohlin, Hagekull, & Andersson, 2005) en gebrekkige sociale vaardigheden dragen bij aan een lage mate van sociale acceptatie (Putallaz, & Gottman, 1981), wat een mogelijke verklaring kan zijn voor het negatieve verband tussen teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie. 6

7 Naar het verband in de andere richting is nog weinig onderzoek gedaan, alhoewel Rubin et al. (2009) voorstellen dat afwijzing door leeftijdsgenoten leidt tot meer teruggetrokken gedrag. Een indirect effect is wel gevonden. Een gebrek aan sociale acceptatie lijkt een deel van de eenzaamheid van jongeren te verklaren (Rubin, & Asendorpf, 2014), wat wordt geassocieerd met sociaal teruggetrokken gedrag (o.a. Prior, Smart, Sanson, & Oberklaid, 2000). Veel onderzoek naar het verband tussen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie is gericht op de basisschoolleeftijd, maar het verband wordt ook verwacht tijdens de adolescentie, omdat blijkt dat scholieren relaties met leeftijdsgenoten als het belangrijkste aspect van de adolescentie ervaren en dit volgens hen ook bijdraagt aan hun gezondheid en welzijn (Brown, & Larson, 2009). Huidig onderzoek Om verbanden tussen symptomen van depressie, sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie te onderzoeken zijn drie onderzoeksvragen gesteld: 1. Kunnen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten depressieve symptomen voorspellen? Dit wordt onderzocht, omdat bestaand onderzoek veelal correlationeel en gericht op de basisschoolleeftijd is. Verder is er weinig onderzoek dat beide vormen van sociaal teruggetrokken gedrag apart onderzoekt. Tot slot zijn er voor het verband tussen sociale acceptatie en depressieve symptomen tegengestelde resultaten gevonden in eerdere onderzoeken. Er wordt ook onderzocht of het verband tussen deze voorspellers en depressieve symptomen sterker is voor jongens of voor meisjes. Hierdoor kan de preventie en behandeling van depressieve symptomen specifieker worden toegepast. Deze onderzoeksvraag wordt beantwoord door de volgende hypotheses te testen: Sociale isolatie leidt tot meer depressieve symptomen (1a) en dit effect is sterker voor jongens dan voor meisjes (1b); sociale terugtrekking leidt tot meer depressieve symptomen (2a) en dit effect is sterker voor jongens 7

8 dan voor meisjes (2b); een lagere mate van sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen (3a) en dit effect is sterker voor meisjes dan voor jongens (3b). De volgende twee onderzoeksvragen worden gesteld om de onderliggende mechanismen van bovengenoemde verbanden beter te begrijpen. 2. Is er een bi-directioneel verband tussen de sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten? Ook onderzoek naar het effect van sociaal teruggetrokken gedrag op sociale acceptatie is veelal correlationeel en gericht op de basisschoolleeftijd. Daarnaast is het effect in de tegengestelde richting nog vrijwel niet onderzocht. Deze onderzoeksvraag wordt beantwoord door de volgende hypotheses te testen: Sociale isolatie leidt tot een lagere mate van sociale acceptatie (4a); sociale terugtrekking leidt tot een lagere mate van sociale acceptatie (4b); een lagere mate van sociale acceptatie leidt tot meer sociale isolatie (5a); een lagere mate van sociale acceptatie leidt tot meer sociale terugtrekking (5b). 3. Wordt het verband tussen sociaal teruggetrokken gedrag en depressieve symptomen gemedieerd door sociale acceptatie? Eerdere onderzoeken geven een indicatie dat sociaal teruggetrokken gedrag zowel een effect heeft op sociale acceptatie als op depressieve symptomen en dat sociale acceptatie een effect heeft op depressieve symptomen. Deze onderzoeksvraag wordt beantwoord door de volgende hypotheses te testen: de mate van sociale acceptatie verklaart een deel van het verband tussen sociale isolatie en depressieve symptomen (6a) en verklaart een deel van het verband tussen sociale terugtrekking en depressieve symptomen (6b). 8

9 Figuur 1. Hypotheses in huidig onderzoek. Methode Onderzoeksdesign In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van data van een landelijk longitudinaal onderzoek naar pesten (Olthof et al., 2011). Deze data zijn verzameld door de Dutch Consortium of Bullying (DCOB), een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht. Verschillende scholen, in en rond Amsterdam, Apeldoorn, Deventer en Groningen, zijn benaderd met de vraag of zij wilden deelnemen aan het landelijke longitudinale onderzoek van de DCOB. Na toestemming van de school werd gevraagd om toestemming van ouders. In de periode 2005 tot en met 2008 werden participanten jaarlijks gevraagd verschillende online vragenlijsten in te vullen. Voor het huidige onderzoek zijn de data van twee meetmomenten, verzameld in 2007 (T1) en 2008 (T2), geanalyseerd. 9

10 Participanten Tijdens het eerste meetmoment waren er 2413 participanten (1184 jongens, 1229 meisjes), die toen in leerjaar 1 (± 12.5 jaar) van het voortgezet onderwijs zaten. 853 van deze participanten heeft tijdens meetmoment 2 opnieuw deelgenomen aan het onderzoek. Alleen de participanten die hebben deelgenomen aan zowel het eerste als het tweede meetmoment van het onderzoek, en een valide score hebben op alle relevante variabelen, zijn meegenomen in de analyses. Dit betrof 782 (351 jongens, 431 meisjes) participanten. Meetinstrumenten. Actieve isolatie is gemeten met nominaties door klasgenoten op de schaal isolatie van de verkorte versie van de Revised Class Play (RCP; Aleva, Goossens, Dekker, & Lacuelle, 2015). De schaal bestond uit 8 items die gedragskenmerken omschreven van actieve isolatie. Per item werd gevraagd bij wie uit de klas de tekst past. Meerdere namen mochten worden opgeschreven. Een voorbeelditem was: Iemand die vaak niet mee mag doen van andere kinderen. De uiteindelijke score op een item was gelijk aan het aantal ontvangen nominaties gedeeld door het aantal leerlingen in de klas -1 (desbetreffende leerling). Dit betrof een score tussen 0 en 1. De schaalscore is tot stand gekomen door de somscore van de items te delen door het aantal items. Participanten hebben alleen een schaalscore gekregen, wanneer 5 of meer items valide zijn gescoord. De betrouwbaarheid van de schaal was op beide meetmomenten goed (Cronbach s a T1 =.907, Cronbach s a T2 =.899). De verdeling van de scores was rechtsscheef, waardoor de schaalscores getransformeerd moesten worden door middel van de wortel. Dit heeft het probleem niet helemaal opgelost (Skewness T1 =1.71, Kurtosis T1 =4.05, Skweness T2 =1.71, Kurtosis T2 =4.56). Sociale terugtrekking is gemeten met nominaties door klasgenoten op de schaal verlegen gedrag van de verkorte versie van de RCP (Aleva et al., 2015). De schaal bestond 10

11 uit 7 items die gedragskenmerken omschreven van sociale terugtrekking. Rapportage door de respondenten was hetzelfde als bij de schaal isolatie. Een voorbeeld van een item was: Iemand die in de klas geen antwoord geeft op vragen. De schaalscores zijn op dezelfde manier tot stand gekomen als de schaalscores op de schaal isolatie. De betrouwbaarheid van de schaal was op beide meetmomenten goed (Cronbach s a T1 =.897, Cronbach s a T2 =.905). De verdeling van de scores was rechtsscheef, waardoor de schaal getransformeerd moest worden door middel van de wortel. Dit heeft het probleem niet helemaal opgelost (Skewness T1 =1.63, Kurtosis T1 =3.90, Skweness T2 =1.61, Kurtosis T2 =3.84). Depressieve symptomen zijn gemeten met zelfrapportages op de schaal depressieve symptomen van de verkorte angst- en depressievragenlijst (RCAD-25; Muris, Meesters, & Schouten, 2002). Deze schaal bestond uit 5 items. Een voorbeeld van een item was: Ik voel me verdrietig en leeg vanbinnen. Respondenten werd gevraagd één van de vier mogelijkheden aan te kruisen: Nooit (1), Soms (2), Vaak (3) en Altijd (4). De schaalscore is tot stand gekomen door de somscore van de items (max. score= 20) te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was op beide meetmomenten ruim voldoende (Cronbach s a T1 =.706, Cronbach s a T2 =.725). De verdeling van scores was op beide meetmomenten rechtsscheef, waardoor de schaal getransformeerd moest worden door middel van de wortel, waardoor de verdeling bij benadering normaal is (Skewness T1 =.738, Kurtosis T1 =.662, Skweness T2 =.716, Kurtosis T2 =.084). Sociale acceptatie is gemeten met behulp van de schaal sociale acceptatie van de Competentie Belevingsschaal voor Adolescenten (CBSA; Treffers et al., 2004), een zelfrapportage-vragenlijst voor 12- tot 18-jarige adolescenten die een indruk geeft van zowel de competenties, als het globale gevoel van eigenwaarde van adolescenten. De schaal sociale acceptatie bestond uit 5 items. Per item werden twee stellingen gegeven, bijvoorbeeld: Stelling 1: Sommige kinderen vinden het moeilijk om vrienden te maken. Stelling 2: Andere kinderen 11

12 vinden het best gemakkelijk om vrienden te maken. Wanneer stelling 1 meer toepasselijk werd gevonden kon de participant links kiezen uit 1. Helemaal waar voor mij of 2. Een beetje waar voor mij. Wanneer stelling 2 meer toepasselijk werd gevonden kon de participant rechts kiezen uit 3. Een beetje waar voor mij of 4. Helemaal waar voor mij. Antwoorden op item 1 en item 3 zijn omgecodeerd in het databestand. De schaalscore is tot stand gekomen door de somscore van de items te delen door het aantal items. De uiteindelijke schaalscore is een score tussen 1 en 4. De betrouwbaarheid van de schaal was op beide meetmomenten voldoende (Cronbach s a T1 =.634, Cronbach s a T2 =.686) en de schaal was normaal verdeeld. Om te controleren voor sekse is de dummy variabele sekse (1=jongen, 0=meisje) gemaakt. De scores van alle onafhankelijke variabelen zijn gecentreerd rondom het gemiddelde voor het uitvoeren van de analyses. Beschrijvende statistieken van de ongetransformeerde variabelen zijn te vinden in Tabel 1. Tabel 1. Beschrijvende statistieken voor alle ongetransformeerde variabelen die gebruikt zijn in de analyses. Variabele N Mean SD Range Sociale isolatie T Sociale isolatie T Sociale terugtrekking T Sociale terugtrekking T Depressieve symptomen T Depressieve symptomen T Sociale acceptatie T Sociale acceptatie T Sekse

13 Analysestrategie. Om de richting van de verbanden te testen zijn de onafhankelijke variabele en controlevariabelen in elk model afkomstig uit meetmoment 1 en de afhankelijke variabele afkomstig uit meetmoment 2. Daarnaast werd er in elk model gecontroleerd voor de score op meetmoment 1 van de afhankelijke variabele. Wanneer er bijvoorbeeld werd gekeken of sociale isolatie T1 leidt tot meer depressieve symptomen T2, dan werd depressieve symptomen T1 opgenomen in de regressie als controlevariabele. Door dit te doen kon er worden uitgesloten dat een gevonden effect van teruggetrokken gedrag op depressieve symptomen veroorzaakt werd door onderlinge samenhang van deze variabelen op meetmoment 1. Tot slot werd sekse bij elke hypothese meegenomen als controlevariabele Om te testen of sociale isolatie (hypothese 1a), sociale terugtrekking (hypothese 2a) en sociale acceptatie (hypothese 3a) voorspellers zijn voor depressieve symptomen, zijn meervoudige regressieanalyses uitgevoerd (Tabel 2). Om te testen of er sekseverschillen zijn in bovenstaande verbanden worden de interactievariabele sekse x sociale isolatie (hypothese 1b), sekse x sociale terugtrekking (hypothese 2b) en sekse x sociale acceptatie (hypothese 3b) toegevoegd aan de modellen van hypothese 1a, 2a en 3a (Tabel 2). Om te testen of sociale isolatie (hypothese 4a) en sociale terugtrekking (hypothese 4b) voorspellers zijn voor een lagere mate van sociale acceptatie zijn meervoudige regressieanalyses uitgevoerd (zie Tabel 3). Om te testen of sociale acceptatie een voorspeller is voor sociale isolatie (hypothese 5a) en sociale terugtrekking (hypothese 5b) worden eveneens meervoudige regressieanalyses uitgevoerd (zie Tabel 4 en 5). Om te testen of het verband tussen sociale isolatie en depressie (hypothese 6a) en het verband tussen sociale terugtrekking en depressie (hypothese 6b) deels verklaard kan worden door sociale acceptatie, werd eerst naar de resultaten van eerdere modellen gekeken. Om hypothese 6a te beantwoorden is er gekeken naar de resultaten van hypothese 1a (sociale 13

14 isolatie leidt tot meer depressieve symptomen); 4a (sociale isolatie leidt tot minder sociale acceptatie) en 3a (minder sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen). Om hypothese 6b te beantwoorden is er gekeken naar de resultaten van hypothese 2a (sociale terugtrekking leidt tot meer depressieve symptomen); hypothese 4b (sociale terugtrekking leidt tot minder sociale acceptatie) en hypothese 3a (sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen). Als deze directe effecten werden gevonden, werd er een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd waarin in zowel sociale isolatie (hypothese 6a) als sociale acceptatie werden opgenomen als onafhankelijke variabele. Bij hypothese 6b waren de onafhankelijke variabelen sociale terugtrekking en sociale acceptatie. Als in deze modellen vervolgens het directe effect van sociale isolatie/sociale terugtrekking (deels) verdwijnt, kan worden geconcludeerd dat er (deels) sprake is van een mediatie-effect. Resultaten Voorspellers voor depressieve symptomen In Tabel 2 zijn de volledige resultaten van modellen 1, 2 en 3 weergegeven. Model 1a verklaart 28.8% van de variantie in depressieve symptomen (F(3,778)= , p<.001). De resultaten laten zien dat sociale isolatie niet leidt tot significant meer depressieve symptomen. Een hogere score op depressieve symptomen T1 hangt significant samen met een hogere score op depressieve symptomen T2 (b=0.473, p<.001). Dit effect is in modellen 2 en 3 ook gevonden. Daarnaast laten jongens significant minder depressieve symptomen zien dan meisjes (b=-0.081, p<.001). Ook dit is in volgende modellen te zien. Toevoegen van de interactievariabele sekse x sociale isolatie zorgt er niet voor dat model 1b meer van de variantie in depressieve symptomen verklaart (DR 2 =0.001, DF 2 (1,777)=1.548, p=.214). Het effect van sociale isolatie op depressieve symptomen verschilt niet significant tussen jongens en meisjes. Overige effecten veranderen niet ten opzichte van model 1a. 14

15 Model 2a verklaart 28,7% van de variantie in depressieve symptomen (F(3,778) =104,562, p<.001). De resultaten laten zien dat sociale terugtrekking niet leidt tot significant meer depressieve symptomen. Toevoegen van de interactievariabele sekse x sociale terugtrekking zorgt er niet voor dat model 2b meer van de variantie in depressieve symptomen verklaart (DR 2 =0.000, DF 2 (1,777)=0.538, p=.464). Ook hier verschilt het effect van sociale terugtrekking op depressieve symptomen niet significant tussen jongens en meisjes. Overige effecten veranderen niet ten opzichte van model 2a. Model 3a verklaart 30.7% van de variantie in depressieve symptomen (F(3,778)=114,696, p<.001). Minder sociale acceptatie leidt tot significant meer depressieve symptomen (b=-0.056, p<.001). Toevoegen van de interactievariabele sekse x sociale acceptatie zorgt er niet voor dat model 3b meer van de variantie in depressieve symptomen verklaart (DR 2 =0.000, DF 2 (1,777)=0.210, p=.647). Het effect van sociale acceptatie op depressieve symptomen verschilt niet significant tussen jongens en meisjes. Overige effecten veranderen niet ten opzichte van model 3a. 15

16 Tabel 2. Resultaten van hiërarchische meervoudige regressieanalyses die depressieve symptomen T2 voorspellen aan de hand van sociale isolatie T1 (1a), sociale terugtrekking T1 (2a) en sociale acceptatie T1 (3a); en de interacties van sekse x sociale isolatie (1b), sekse x sociale terugtrekking (2b) en sekse x sociale acceptatie (3b); en controleert voor depressieve symptomen T1 en sekse. Depressieve symptomen T2 Onafhankelijke variabele b (95% CI) SD b p Model 1a Sociale isolatie T [-0.005,0.166] Depressieve symptomen T [0.410,0.535] <.001 Sekse [-0.104,-0.058] <.001 Model 1b Sociale isolatie T [-0.004,0.166] Depressieve symptomen T [0.411,0.536] <.001 Sekse [-0.104,-0.058] <.001 Sekse x sociale isolatie T [-0.062,0.278] Model 2a Sociale terugtrekking T [-0.012,0.170] Depressieve symptomen T [0.415,0.539] <.001 Sekse [-0.098,-0.051] <.001 Model 2b Sociale terugtrekking T [-0.056,0.166] Depressieve symptomen T [0.414,0.539] <.001 Sekse [-0.097,-0.050] <.001 Sekse x sociale terugtrekking T [-0.121,0.266] Model 3a Sociale acceptatie T [-0.078,-0.034] <.001 Depressieve symptomen T [0.372,0.500] <.001 Sekse [-0.105,-0.059] <.001 Model 3b Sociale acceptatie T [-0.078,-0.034] <.001 Depressieve symptomen T [0.372,0.500] <.001 Sekse [-0.105,-0.059] <.001 Sekse x sociale acceptatie T [-0.032,0.052] Noot. N= % CI = 95% betrouwbaarheidsinterval. 16

17 Sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie In Tabel 3 zijn de volledige resultaten van model 4a en 4b weergegeven. Model 4a verklaart 27.9% van de variantie in sociale acceptatie (F(3,778)=100,162, p<.001). De resultaten laten zien dat sociale isolatie leidt tot significant minder sociale acceptatie (b=-0.563, p<.001). Een hoge score op sociale acceptatie T1 hangt significant samen met een hogere score op sociale acceptatie T2 (b=0.468, p<.001). Dit komt overeen met het resultaat van model 4b. Er is geen sekseverschil te zien in de mate van sociale acceptatie. Ook dit is gevonden in model 4b. Model 4b verklaart 27.7% van de variantie in sociale acceptatie (F(3,778)=99,451, p<.001). Uit de resultaten blijkt dat een hogere mate van sociale terugtrekking leidt tot significant minder sociale acceptatie (b=-0.566, p<.001). In Tabel 4 zijn de volledige resultaten van model 5a weergegeven. Model 5a verklaart 42.7% van de variantie in sociale isolatie (F(3,778)=193,453, p<.001). Het blijkt dat minder sociale acceptatie leidt tot significant meer sociale isolatie (b=-0.021, p=.003). Een hogere mate van sociale isolatie T1 hangt significant samen met een hogere mate van sociale isolatie T2 (b=0.594, p<.001). Er is geen sekseverschil te zien in de mate van sociale acceptatie. In Tabel 5 zijn de volledige resultaten van model 5b weergegeven. Model 5b verklaart 48.1% van de variantie in sociale terugtrekking (F(3,778)= , p<.001). Het blijkt dat minder sociale acceptatie leidt tot significant meer sociale terugtrekking (b=-0.025, p<.001). Een hogere mate van sociale terugtrekking T1 hangt significant samen met een hogere mate van sociale terugtrekking T2 (b=0.676, p<.001). De mate van sociale terugtrekking verschilt niet significant tussen jongens en meisjes. 17

18 Tabel 3. Resultaten van de meervoudige regressieanalyse die sociale acceptatie T2 voorspelt aan de hand van sociale isolatie T1 (4a) en sociale terugtrekking T1 (4b) en controleert voor sociale acceptatie T1 en sekse. Sociale acceptatie T2 Onafhankelijke variabele b [95% CI] SD b p Model 4a Sociale isolatie T [-0.825,-0.302] <.001 Sociale acceptatie T [0.401,0.534] <.001 Sekse [-0.023,0.107] Model 4b Sociale terugtrekking T [-0.841,-0.291] <.001 Sociale acceptatie T [0.415,0.545] <.001 Sekse [-0.070,0.065] Noot. N= % CI=95% betrouwbaarheidsinterval. Tabel 4. Resultaten van de meervoudige regressieanalyse (model 5a) die sociale isolatie T2 voorspelt aan de hand van sociale acceptatie T1 en controleert voor sociale isolatie T1 en sekse. Sociale isolatie T2 Onafhankelijke variabele b (95% CI) SD b p Sociale acceptatie T [-0.035,-0.007] Sociale isolatie T [0.538,0.649] <.001 Sekse [-0.011,0.016] Noot. N= % CI=95% betrouwbaarheidsinterval. Tabel 5. Resultaten van de meervoudige regressieanalyse (model 5b) die sociale terugtrekking T2 voorspelt aan de hand van sociale acceptatie T1 en controleert voor sociale terugtrekking T1 en sekse. Sociale terugtrekking T2 Onafhankelijke variabele b (95% CI) SD b p Sociale acceptatie T [-0.038,-0.011] <.001 Sociale terugtrekking T [0.618,0.733] <.001 Sekse [-0.023,0.006] Noot. N= % CI=95% betrouwbaarheidsinterval. 18

19 Sociale acceptatie als mediator In tabel 2 zijn de volledige resultaten van de directe effecten van de mogelijke mediatieeffecten (hypothese 6a en 6b) weergeven. Sociale isolatie leidt niet tot significant meer depressieve symptomen, maar wel tot minder sociale acceptatie. Een lagere mate van sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen. Aangezien de hoofdeffecten van sociale isolatie en sociale terugtrekking op depressieve symptomen niet zijn gevonden, kan er ook geen mediërend effect zijn van sociale acceptatie op deze verbanden. Discussie Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van verbanden tussen depressieve symptomen, teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten om preventie en behandeling van depressie bij adolescenten te verbeteren. Hierbij werden drie vragen gesteld. De eerste vraag was: Kunnen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten depressieve symptomen voorspellen?. Het bleek dat minder sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen een jaar later. Beide vormen van sociaal teruggetrokken gedrag, sociale isolatie en sociale terugtrekking, leiden niet tot meer depressieve symptomen. Er zijn geen sekseverschillen gevonden in deze verbanden. De tweede vraag was: Is er een bidirectioneel verband tussen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten?. Het bleek inderdaad dat beide vormen van sociaal teruggetrokken gedrag leiden tot minder sociale acceptatie en dat minder sociale acceptatie leidt tot een toename van zowel sociale isolatie als sociale terugtrekking. De derde vraag was: Wordt het verband tussen sociaal teruggetrokken gedrag en depressieve symptomen gemedieerd door sociale acceptatie door leeftijdsgenoten?. Er is geen bewijs gevonden voor dit mediatie-effect, omdat er geen hoofdeffecten zijn gevonden. 19

20 De bevinding dat sociaal teruggetrokken gedrag niet leidt tot meer depressieve symptomen, komt niet overeen met eerder onderzoek (o.a. Rubin et al, 1995). Onderzoeken waarin het verband wel is gevonden hebben gebruik gemaakt van rapportages door anderen. Het verband werd niet gevonden, wanneer er gebruik werd gemaakt van zelfrapportages, wat verklaard kan worden doordat rapportages door anderen sterker samenhangen met sociaal functioneren dan zelfrapportages (Bell-Dolan et al., 1993). Mogelijk is dit ook een verklaring voor het niet gevonden verband in huidig onderzoek. Daarnaast is het mogelijk dat een periode van 1 jaar te kort is om een toename in depressieve symptomen door sociaal teruggetrokken gedrag te meten. Het gevonden negatieve verband tussen sociale acceptatie en depressieve symptomen is in lijn met eerdere onderzoeken (o.a. De Los Reyes, & Prinstein, 2004). De verwachte sekseverschillen in de effecten van sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie op depressie zijn niet gevonden, in tegenstelling tot eerdere onderzoeken (o.a. Doey et al., 2014; Prinstein, & Aikins, 2004). Dit zou kunnen worden verklaard door het verschil in meetmethodes. Mogelijk zijn rapportages door anderen meer beïnvloed door bestaande normen voor jongens en meisjes, terwijl dit bij zelfrapportage minder van invloed is. Het gevonden bi-directionele verband tussen sociale acceptatie en sociaal teruggetrokken gedrag is in lijn met resultaten van eerder onderzoek (Nelson et al., 2005; Rubin, & Asendorpf, 2014). Het verwachte mediatie-effect van sociale acceptatie op het verband tussen teruggetrokken gedrag en depressieve symptomen is niet gevonden. De resultaten laten echter wel zien dat sociaal teruggetrokken gedrag leidt tot minder sociale acceptatie en dat minder sociale acceptatie leidt tot meer depressieve symptomen. Dit suggereert dat teruggetrokken gedrag op langere termijn een indirecte voorspeller kan zijn voor depressieve symptomen, via een lagere mate van sociale acceptatie. Sterke punten en limitaties Een sterk punt van dit onderzoek is dat beide vormen van sociaal teruggetrokken gedrag apart zijn onderzocht, wat nog weinig gedaan is. Positief voor 20

21 de generaliseerbaarheid is dat participanten uit verschillende delen van het land kwamen. Er is echter niet bekend welk opleidingsniveau de participanten genoten, waardoor er voorzichtig omgegaan moet worden met de generaliseerbaarheid van de resultaten. Positief voor de betrouwbaarheid is de grootte van de steekproef. Er is echter gebruik gemaakt van vragenlijsten, waardoor er kans is op sociaal wenselijke antwoorden. Door het online en anoniem invullen wordt er verwacht dat het percentage sociaal wenselijke antwoorden laag zal zijn en dit weinig invloed zal hebben op de betrouwbaarheid van de resultaten. Tot slot was er in de steekproef maar een kleine groep die depressieve symptomen liet zien. Weinig spreiding in de afhankelijke variabele maakt het moeilijker om significante verbanden te vinden. Suggesties voor vervolgonderzoek Het lijkt dat verschillende meetmethodes andere aspecten van depressieve symptomen meten. Daarnaast blijkt dat rapportages door anderen sterker verband houden met sociaal functioneren dan zelfrapportages. Theorievorming over welke aspecten van depressieve symptomen samenhangen met sociaal functioneren is wenselijk om te verduidelijken met welke methode depressieve symptomen gemeten moeten worden in onderzoek naar de relatie met sociaal functioneren. Daarnaast is het belangrijk om in vervolgonderzoek het opleidingsniveau mee te nemen om de generaliseerbaarheid te verbeteren en er zeker van te zijn dat gevonden verbanden niet deels worden verklaard door verschillen in opleidingsniveau. Tot slot zou vervolgonderzoek meer dan 2 meetmomenten, over een langere periode, kunnen gebruiken. Zo kan mogelijk een indirect effect van sociaal teruggetrokken gedrag, via sociale acceptatie, op depressieve symptomen gevonden worden. Conclusie Samenvattend bleek dat sociaal teruggetrokken gedrag geen directe risicofactor is voor de ontwikkeling van een depressie; dat er een bi-directioneel verband is tussen sociaal teruggetrokken gedrag en sociale acceptatie door leeftijdsgenoten; en dat sociale acceptatie een goede voorspeller is voor depressieve symptomen. Het verbeteren van sociale vaardigheden lijkt van belang voor de preventie van depressie, omdat beperkte sociale 21

22 vaardigheden samenhangen met sociaal teruggetrokken gedrag en met minder sociale acceptatie (Bohlin et al., 2005; Putallaz, & Gottman, 1981) en omdat sociale acceptatie een voorspeller blijkt voor depressieve symptomen. Literatuur Aleva, A. E., Goossens, F. A., Dekker, P. H., & Laceulle, O. M. (2015). The reliability and validity of a modified revised class play examined in dutch elementary-school children. European Journal of Psychological Assessment. American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (5th ed.). Washington, DC: Author. Bell-Dolan, D. J., Reaven, N. M., & Peterson, L. (1993). Depression and social functioning: A multidimensional study of the linkages. Journal of Clinical Child Psychology, 22(3), Bohlin, G., Hagekull, B., & Andersson, K. (2005). Behavioral inhibition as a precursor of peer social competence in early school age: The interplay with attachment and nonparental care. Merrill-Palmer Quarterly, 51(1),1-19. Bowlby, J. (1982). Attachment and loss: Retrospect and prospect. American Journal of Orthopsychiatry, 52(4),664. Brown, B. B., & Larson, J. (2009). Peer relationships in adolescence. In Lerner, R.M & Steinberg, L. (Red.), Handbook of adolescent psychology (pp ). DOI: / adlpsy Centraal Bureau voor de Statistiek (2016). Meer dan 1 miljoen Nederlanders had depressie. Verkregen van: 22

23 Coplan, R. J., Rose-Krasnor, L., Weeks, M., Kingsbury, A., Kingsbury, M., & Bullock, A. (2013). Alone is a crowd: Social motivations, social withdrawal, and socioemotional functioning in later childhood. Developmental Psychology, 49(5),861. De Los Reyes, A. & Prinstein, M. J. (2004). Applying depression-distortion hypotheses to the assessment of peer victimization in adolescents. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology, 33, Doey, L., Coplan, R. J., & Kingsbury, M. (2014). Bashful boys and coy girls: A review of gender differences in childhood shyness. Sex Roles, 70(7-8), Gullone, E., Ollendick, T. H., & King, N. J. (2006). The role of attachment representation in the relationship between depressive symptomatology and social withdrawal in middle childhood. Journal of Child and Family Studies, 15(3), Hall-Lande, J. A., Eisenberg, M. E., Christenson, S. L., & Neumark-Sztainer, D. (2007). Social isolation, psychological health, and protective factors in adolescence. Adolescence, 42(166),265. La Greca, A. M., & Harrison, H. M. (2005). Adolescent peer relations, friendships, and romantic relationships: Do they predict social anxiety and depression? Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology, 34(1), Ladd, G. W. (2006). Peer rejection, aggressive or withdrawn behavior, and psychological maladjustment from ages 5 to 12: An examination of four predictive models. Child Development, 77(4), Muris, P., Meesters, C., & Schouten, E. (2002). A brief questionnaire of DSM-IV-defined anxiety and depression symptoms among children. Clinical Psychology & Psychotherapy, 9(6), Nederlands Jeugdinstituut (2012). Oorzaken van depressie. Verkregen van: 23

24 Nelson L. J., Rubin K. H., Fox N. A Social and nonsocial behaviors and peer acceptance: a longitudinal model of the development of self-perceptions in children ages 4 to 7 years. Early Educ. Dev. 20: Nolen-Hoeksema, S. (2001). Gender differences in depression. Current directions in psychological science, 10(5), Oh, W., Rubin, K. H., Bowker, J. C., Booth-LaForce, C., Rose-Krasnor, L., & Laursen, B. (2008). Trajectories of social withdrawal from middle childhood to early adolescence. Journal of Abnormal Child Psychology, 36(4), Olthof, T., Goossens, F. A., Vermande, M. M., Aleva, E. A., & van der Meulen, M. (2011). Bullying as strategic behavior: Relations with desired and acquired dominance in the peer group. Journal of school psychology, 49(3), Prinstein, M. J., & Aikins, J. (2004). Cognitive moderators of the longitudinal association between peer rejection and adolescent depressive symptoms. Journal of Abnormal Child Psychology, 32(2), Prior, M., Smart, D., Sanson, A., & Oberklaid, F. (2000). Does shy-inhibited temperament in childhood lead to anxiety problems in adolescence? Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 39(4), Putallaz, M., & Gottman, J. M. (1981). Social skills and group acceptance. The Development Rubin, K. H. (1982). Nonsocial play in preschoolers: Necessarily evil? Child Development, Rubin, K. H., & Asendorpf, J. B. (2014). Social withdrawal, inhibition, and shyness in childhood. Psychology Press. Rubin, K. H., Chen, X., McDougall, P., Bowker, A., & McKinnon, J. (1995). The waterloo longitudinal project: Predicting internalizing and externalizing problems in adolescence. Development and Psychopathology, 7(04),

25 Rubin, K. H., & Coplan, R. J. (2004). Paying attention to and not neglecting social withdrawal and social isolation. Merrill-Palmer Quarterly, 50(4), Rubin, K. H., Coplan, R. J., & Bowker, J. C. (2009). Social withdrawal in childhood. Annual Review of Psychology, 60, doi: /annurev.psych [doi] Rubin, K. H., & Krasnor, L. R. (1986). Social-cognitive and social behavioral perspectives on problem solving. Paper presented at the Cognitive Perspectives on Children's Social and Behavioral Development. the Minnesota Symposia on Child Psychology,, Schwartzman, L. A. S.A.E. & Ledingham, D. S. M. J. E. (2013). Aggressive, withdrawn, and aggressive/withdrawn children in adolescence: Into the next generation. The Development and Treatment of Childhood Aggression, 55. Segrin, C. (2000). Social skills deficits associated with depression. Clinical Psychology Review, 20(3), Stice, E., Ragan, J., & Randall, P. (2004). Prospective relations between social support and depression: Differential direction of effects for parent and peer support? Journal of Abnormal Psychology, 113(1), 155. Timbremont, B., & Braet, C. (2005). Depressie bij kinderen en adolescenten. Kind En Adolescent, 26(1), Treffers, P., Goedhart, A., Veerman, J., Van den Bergh, B., Ackaert, L., & De Rycke, L. (2004). Competentie belevingsschaal voor adolescenten. Tijdschrift Voor Psychiatrie, 7, de Wit, C. (1998). Depressie bij kinderen en adolescenten. Hb. kind. &Adoles.-boekblok (pp ) Springer 25

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Depressieve Klachten bij Adolescenten: Risicofactoren op School en de Invloed. van Geslacht, Coping, Opleiding en Sport

Depressieve Klachten bij Adolescenten: Risicofactoren op School en de Invloed. van Geslacht, Coping, Opleiding en Sport Depressieve Klachten bij Adolescenten: Risicofactoren op School en de Invloed van Geslacht, Coping, Opleiding en Sport Depressive Complaints in Adolescents: Risk Factors at School and the Influence of

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Luc Goossens KU Leuven Schoolpsychologie and Ontwikkeling in Context (SCenO) Leuven Institute of Human Genomics and Society

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis: Hechting en Psychose: Bieden Hechtingskenmerken een Verklaring voor het Optreden van Psychotische Symptomen? Attachment and Psychosis: Can Attachment Characteristics Account for the Presence of Psychotic

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

Van je vrienden moet je het hebben: vriendschap als buffer tegen pesten en depressie bij sociaal teruggetrokken kinderen

Van je vrienden moet je het hebben: vriendschap als buffer tegen pesten en depressie bij sociaal teruggetrokken kinderen Universiteit Utrecht Master Kinder- en Jeugdpsychologie MASTERTHESIS Van je vrienden moet je het hebben: vriendschap als buffer tegen pesten en depressie bij sociaal teruggetrokken kinderen Ramon Muradin

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Het effect van Cyberball buitensluiting op stemming en behoeftevervulling in. kinderen: De rol van gepest worden in de klas

Het effect van Cyberball buitensluiting op stemming en behoeftevervulling in. kinderen: De rol van gepest worden in de klas Het effect van Cyberball buitensluiting op stemming en behoeftevervulling in kinderen: De rol van gepest worden in de klas Tessa A. M. Lansu¹, Marike H. F. Deutz¹ ², Tirza H. J. van Noorden¹ ¹Radboud Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Sociometrische status en populariteit; de sleutels naar het sociaal en geestelijk welbevinden van sociaal teruggetrokken kinderen?

Sociometrische status en populariteit; de sleutels naar het sociaal en geestelijk welbevinden van sociaal teruggetrokken kinderen? Universiteit Utrecht Master psychologie, Kind en Jeugd MASTERTHESIS Sociometrische status en populariteit; de sleutels naar het sociaal en geestelijk welbevinden van sociaal teruggetrokken kinderen? L.M.

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Master Kinder- en jeugdpsychologie

Universiteit Utrecht Master Kinder- en jeugdpsychologie Universiteit Utrecht Master Kinder- en jeugdpsychologie MASTERTHESIS Van je vrienden moet je het (niet) hebben: vriendschapskwaliteit als moderator voor het verband tussen sociale teruggetrokkenheid en

Nadere informatie

Overte en relationele victimisatie als voorspellers van psychosociale problemen gecontroleerd voor sekse

Overte en relationele victimisatie als voorspellers van psychosociale problemen gecontroleerd voor sekse Running head: PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN, VICTIMISATIE, SEKSE 1 Overte en relationele victimisatie als voorspellers van psychosociale problemen gecontroleerd voor sekse Masterthesis Universiteit Utrecht Masteropleiding

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra DENKSTIJL, RESPONSSTIJL EN COMORBIDITEIT BIJ JONGEREN 1 Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij Jongeren met Externaliserende Problematiek in Residentiële Behandelcentra Thinking Style, Response Style

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017 Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis KATRIEN HERMANS 6/12/2017 Overzicht Wie ben ik? Voorstelling artikel Autismespectrumstoornis en pesten Methode Resultaten Aanbevelingen

Nadere informatie

De relatie tussen Zelfwaardering, Externe Attributie en Psychotische symptomen.

De relatie tussen Zelfwaardering, Externe Attributie en Psychotische symptomen. De relatie tussen Zelfwaardering, Externe Attributie en Psychotische symptomen. The association between Self-esteem, External Attribution and Psychotic symptoms. Mike van Kempen 851084784 Begeleider 1:

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Vertrouwen, Faalangst en Interpretatiebias bij. Kinderen

Vertrouwen, Faalangst en Interpretatiebias bij. Kinderen Vertrouwen, faalangst en interpretatiebias bij kinderen 1 Vertrouwen, Faalangst en Interpretatiebias bij Kinderen Trust, Fear of Negative Evaluation, Test Anxiety and Interpretationbias in Children. Tineke

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie