Websites:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Websites: http://members.home.nl/adeters/"

Transcriptie

1 Websites: Maak me niet Boos! Werkvorm: Rollenspel Doelen: De leerlingen leren juist en onjuist gedrag te onderscheiden. De leerlingen leren om een korte scène te spelen naar aanleiding van een conflict en de daarbijbehorende personen. De leerlingen ervaren hoe ze zich voelen in een conflictsituatie. Opstelling/ruimte: We zitten in het speellokaal op het blauwe vierkant. In het midden staat de dramakoffer. De helper mag kijken wat er in de koffer zit. Materiaal: Dramakoffer Het boek: Niemand zoals jij ( hoort bij de methode Leefstijl) Versje: Maak me niet boos ( Uit: Niemand zoals jij) Kaartjes jongen, meisje en juf ( zoveel als het aantal leerlingen in de klas) Inleiding: 10 minuten Hand of duim. - Ik lees het versje: Maak me niet boos voor. Daarna praat ik erover met de kinderen. Wat doen de kinderen in het versje? Ik spreek geen oordeel uit over het gedrag van de kinderen in het versje. - Ik lees het versje opnieuw voor en vraag de kinderen hun duim op te steken en te gaan staan als ze vinden dat de hoofdpersonen iets doen waardoor er geen ruzie komt. ( sorry zeggen, oplossing zoeken, samen delen) - Als ze vinden dat de hoofdpersoon iemand boos maakt ( schoppen, schelden, slaan, duwen, pesten, iets afpakken) steken ze hun hand op zoals een politieagent doet en gaan staan. Ze mogen er ook stop bij roepen. Kern: 20 minuten De vier stukjes uit het versje worden apart besproken. Wat gebeurt er? Wie maakt er ruzie? Wie lost het goed op? Het laatste stukje gaan we naspelen in een rollenspel. Ik kies hiervoor drie kinderen uit die dit willen. Hierdoor kan ik het naspelen nog een beetje sturen. Daarna krijgen de kinderen allemaal een kaartje met daarop Teun, Lisa of de juf. De kinderen gaan groepjes van drie maken. Ieder groepje moet bestaan uit drie verschillende rollen. Met de rollen gaan de kinderen het stukje naspelen. Afsluiting: 10 minuten Een aantal groepjes mogen hun rollenspel laten zien aan de rest van de klas. Er wordt steeds gevraagd of er ook een andere oplossing zou kunnen zijn. Degene die een andere oplossing weet mag mee spelen. De Goede oplossingen worden nadrukkelijk besproken. Bijlagen: Maak me niet boos!

2 Marco maakte per ongeluk Het autootje van Ali stuk Ali riep boos: Wat heb je gedaan? Je bent boven op mijn auto gaan staan! Geschrokken zei Marco: Het spijt me, wat dom! Ik zag het niet liggen, dat vind ik echt stom! Drie meisjes wilden op de glijbaan gaan. Ik mag eerst! schreeuwde Josien. Nee, ik was! riep toen Katrien. Niks geen ruzie! zei Celeste Om de beurt, dat is het beste! Jij mag niet meedoen riep Jerom en duwde Joeri aan de kant. Wij spelen samen, jij bent stom, ga jij maar naar een heel ver land. Kom maar Joeri zei Adoor Met ons mag je wel spelen hoor! Teun wilde aan Thijs zijn potlood niet lenen. Thijs schopte Teun tegen zijn benen. Teun trok Thijs aan zijn oor En zo gingen ze nog een tijdje door. Pas toen de juf riep: Stop! Hielden ze eindelijk op.

3 De eekhoorn en de mossel Werkvorm: Afspreekspel Doelen: De leerlingen leren een gegeven scène in diverse sferen/emoties uit te beelden. De leerlingen leren met een gegeven begin, verband en einde een scène te spelen. Opstelling/ruimte: De les wordt gegeven in de gymzaal. Het publiek zit op de grond. Materiaal: Verhaal Toon Tellegen: De eekhoorn en de mossel Kaartjes met diverse emoties/sferen: bv mopperen, roddelen, zeuren, opscheppen, genieten. Kaartjes met een begin (geel) en eindsituatie ( rood) en een verband (blauw) Inleiding: 15 min. De leerkracht leest het verhaal over de eekhoorn en de mossel voor. Daarna krijgen de kinderen per tweetal een kaartje met daarop een bepaalde sfeer/emotie zoals zeuren, mopperen, etc. Twee aan twee spelen de kinderen zo n gesprekje tussen twee hoofdpersonen uit het verhaal. Afspreektijd is 3 minuten. De groepjes laten hun stukje zien. Kern: 30 min. Spelen met de verhaalstructuur. Maak groepjes van 4/5 kinderen. Ieder groepje krijgt op kaartjes een begin- en eind situatie van een spel en de opdracht daar een kort verhaal van te maken. Ook krijgen de groepjes een derde kaartje met daarop het verbad tussen de begin- en eindsituatie. Iedere zin staat op een kaartje: Begin (geel), eind (rood) en verband (blauw). Afspreektijd is 5 minuten. De groepjes laten aan de klas hun scène zien. Afsluiting: 10 min. Nabespreken van de scènes uit de kern. (dit kan eventueel ook tijdens de kern na iedere scène) Het publiek krijgt de volgende kijkopdrachten: Welke rollen zag je? Wat was het probleem? Wat was de oplossing? Wat begreep je wel/niet? Speelden de kinderen goed samen? Waaraan herkende je de verschillende rollen?

4 Bijlage: Verhaal: De eekhoorn en de mossel van Toon Tellegen uit Toen niemand iets te doen had. Toen de eekhoorn nog lag te slapen blies de wind een brief onder zijn voordeur door. De eekhoorn hoorde het geritsel van het papier, sprong uit bed en maakte de brief open. Het was een kleine, grijze brief en hij rook een beetje zuur. De eekhoorn las: Beste eekhoorn, Hierbij nodig ik je uit voor mijn feest. Het is een heel klein feest. Ik nodig niemand anders uit. Kom je zo meteen? Mossel De eekhoorn kleedde zich snel aan, pakte een potje gepekelde beukennoten en liep zo snel mogelijk naar het strand. In een inham woonde de mossel. De eekhoorn klopte op zijn schelp. St, hoorde hij binnen fluisteren. Ik ben het, zei de eekhoorn zacht, de eekhoorn. De mossel deed zijn schelp op een kier open en keek de eekhoorn aan. O, zei hij. Gefeliciteerd, zei de eekhoorn. Ik heb iets bij me. Zet maar neer, zei de mossel. De eekhoorn ging zitten. Het warme zeewater golfde rond zijn staart en tegenover hem deinde de mossel heen en weer. Het was een hele tijd stil. Toen vroeg de mossel: Vind je het een leuk feest? Ja hoor, zei de eekhoorn. Weet je, zei de mossel, op grote feesten moet je altijd lachen. Ja, zie de eekhoorn. Toen was het weer stil. Na een hele tijd pakte de mossel een stukje zoethout onder zijn schelp vandaan. Ik heb nog wat lekkers voor je, zei hij. Heerlijk, zei de eekhoorn en begon op het stuk zoethout te kauwen. Ik ben niet jarig, hoor, zei de mossel even later. Nee? vroeg de eekhoorn. Nee, zei de mossel. Mijn verjaardag vier ik nooit. Want dan moet je altijd van alles voorbereiden. Ja, zei de eekhoorn. Het is zo maar een feestje. Oh. Het was weer lange tijd stil. De mossel keek de eekhoorn onafgebroken aan en de eekhoorn liet de zonnestralen van het water tegen zijn gezicht kaatsen. Is het gezellig genoeg? vroeg hij. De mossel knikte. Tegen het eind van de middag zei de mossel: Nu moet je gaan. Dag. Hij deed zijn schelp dicht en liet zich wegdrijven. Dank je wel, zei de eekhoorn nog, maar de mossel hoorde hem al niet meer. Langzaam en tevreden waadde de eekhoorn naar de kant en wandelde langs het strand terug naar het bos.

5 Sferen/emoties Mopperen Zeuren Genieten Opscheppen Jaloers Bedroefd Stoer Ongeduldig Zenuwachtig Bang Sloom Kattig Trots Roddelen Begin- en eindsituatie en een verband tussen beide: Begin 1. Je rijdt in een auto weg 2. Je bent aan het eten maar het smaakt je niet 3. Je bent boswachter en op zoek naar stropers 4. Je komt thuis met een prachtig rapport 5. Je bent boodschappen aan het doen in de supermarkt 6. Je zit fijn naar een film te kijken in de bioscoop Eind 1. Je komt s avonds lopend thuis met een koe 2. Een uur later lig je in het ziekenhuis 3. s Avonds eet je konijn 4. Je ouders zijn vreselijk kwaad op je 5. Je zit op het politiebureau 6. Je loopt boos de bioscoop uit Verband 1. Onderweg zie je een koe die naar het slachthuis wordt gebracht 2. Het eten is bedorven 3. Je regelt iets met de stroper 4. Je komt drie uur te laat thuis 5. Iemand stopt stiekem iets in je jaszak 6. Voor je zitten een aantal kinderen steeds hardop te praten

6 Tandverzorging Werkvorm: Afspreekspel Beginsituatie: De les sluit aan bij het thema tandverzorging Doelen: De leerlingen leren een stukje uit een gedicht in een andere sfeer/emotie te spelen. De leerlingen leren met rekwisieten en een thema een korte scène te spelen. Opstelling/ruimte: De leerlingen zitten in een halve kring. De les wordt gedaan in het klaslokaal. Materiaal: Gedicht Annie M.G. Schmidt: naar de tandarts. Uit: het fluitketeltje. Rekwisieten die bij de tandarts horen. Inleiding: 5 min. Voorlezen van het gedicht: Naar de tandarts Kern: 15 min. Het gedicht wordt besproken. Hoe voelt Jan Hein zich nu hij naar de tandarts moet? Voelt iedereen zich zo als je naar de tandarts moet? Hoe kun je je ook voelen? ( Blij, bang, boos, verdrietig, stoer) Hoe speel je dit op verschillende manieren? Hierover worden afspraken gemaakt. Steeds drie kinderen mogen de tandarts, de tante en Jan Hein spelen. Steeds wordt er een andere emotie gebruikt. Afsluiting: 15 min. Spel naar aanleiding van een rekwisiet. De dramakoffer op de gang wordt ontdekt. In de koffer zitten allemaal tandartsspullen. Ook dingen die er zijdelings mee te maken hebben ( Appel, lolly) Met deze rekwisieten worden er scènes bedacht die over de tandarts gaan. Een kind mag een rekwisiet uitkiezen, een ander kind kiest iets wat er bij past. Samen bereiden ze een korte scène voor. Zo doen alle tweetallen dit. Na afloop worden een aantal scènes bekeken in de groep. Gedicht: Naar de tandarts. Nu heb ik een verrassing, zei tante van Jan Hein We gaan gezellig naar de tandarts, is dat even fijn? De tandarts moet dat kleine gaatje in jouw kiesje vullen Nou? Vind je het niet énig? Maar Jan Hein begon te brullen! En tante moest hem bij z n oren naar de tandarts sleuren. Hij jammerde van BOE! En WOE!, maar ja, het moest gebeuren. De tandarts zei: Kom jongetje, ik schiet je toch niet dood Je doet net of je drie bent, en je bent toch al zo groot Er zijn hier geen tijgers en geen beren en geen leeuwen! Maar och, Jan Hein bleef gillen, krijsen, jammeren en schreeuwen. Eerst schreef de tandarts, keurig net, Jan Hein z n naam in t boek Maar toen hij opkeek van dat boek.toen was Jan Heintje zoek. Ze zochten onder het tapijt en achter het bureau, Ze keken in de boekenkast en in de radio En in de la met tangetjes.waar was nou toch die jongen? En tante zei: Misschien is hij wel uit het raam gesprongen!

7 Toen hoorden ze ineens: Hatsjie! En kijk, daar zat Jan Hein, Daar zat hij boven op de kast, heel zielig en heel klein. Nu was er niets meer aan te doen, nu moest hij op de stoel: De boor die ging van zzzzzzt en rrrrrrt. Toen zei de tandarts: Spoel! Je bent een grote jongen hoor! Jazeker, zei Jan Hein. Ik ben een grote jongen en t deed helemaal geen pijn!

8 Spiegelen Werkvorm: Inspringspel Doelen: De leerlingen leren van elkaar handelingen over te nemen, dmv spiegelen. De leerlingen leren op elkaar in te spelen en situaties over te nemen. Opstelling/ruimte: Deze les wordt gegeven in het speellokaal. Het blauwe vierkant in het midden is steeds weer het centrale punt bij uitleg. Materiaal: Geen Inleiding: 10 minuten Spiegelen. De kinderen gaan in tweetallen tegenover elkaar staan in een lange rij. Ik trek een denkbeeldige spiegel van de ene kant van het lokaal naar het andere. De kinderen gaan elkaar spiegelen. Een rij kinderen is aangever, de andere is volger. Ter afsluiting mogen een aantal kinderen laten zien wat ze geoefend hebben. Kern: 15 minuten Aanbelspel. Ik speel dit spel op het blauwe vierkant, waarbij één zijde is opengelaten. Ik speel een situatie voor. De bal van de buurjongen is in de tuin geschopt. De buurjongen komt hem terug vragen. Wie kan er allemaal aan de deur komen bij je thuis? Zo komen er een aantal voorbeelden naar voren. Daarna mogen de kinderen zelf nog een aantal situaties bedenken en laten zien. Afsluiting: 10 minuten De kinderen gaan in tweetallen met de oefening uit de kern aan de slag. Op het einde mogen enkele kinderen nog laten zien wat ze bedacht hebben.

9 Klikken of pikken? Schets de volgende situatie: Het is kwart voor vier. De school is al uit. In de klas zijn een paar kinderen om de meester (of juf) te helpen met opruimen. Meester, mag ik nog een tekening maken op het bord?, vraagt Glenn. De meester vindt het goed. Tanja en Frank zijn druk aan het vegen. Joost loopt wat rond. Hij is de stoere bink, de sterkste van de klas en speelt vaak de baas. Veel kinderen vinden hem aardig en doen wat hij zegt. Frank is zijn vriendje. Telefoon!. Wordt er geroepen. De meester moet de klas uit. Iedereen is nog druk bezig. Op de tafel van de meester ligt geld dat s middags op het plein gevonden is. Joost loopt langs de tafel en pakt bliksemsnel een euro weg. Glenn, die net klaar is op het bord, ziet dat. Hij loopt naar Joost toe en zegt zachtjes: Joh, leg terug, dat is pikken! Joost kijkt om zich heen en zegt dan: Als je niks zegt, krijg je de helft. Glenn twijfelt. Maar je steelt, zegt hij. Joost reageert: Je houdt je kop dicht, anders timmer ik je in elkaar en Frank zal me helpen. Glenn is een beetje bang voor Joost. Dan zwijgen ze allebei, ze horen de meester aankomen. Gauw zetten ze een paar laatste stoelen op de tafel. Dan zegt de meester ineens: Hé, daarnet lag hier nog 2 euro 30 en nu nog maar 1 euro 30. Wat gebeurt er? Gaat Glenn het vertellen? Wat zegt de meester? Hoe zal Frank reageren? En Joost? Tijdens de herhaling van het spel kan er dit keer door de toeschouwers ingegrepen worden als zij een goede aanvulling, beter tegengas of een nieuwe opening denken te kunnen geven. Een kind dat wil inspringen komt binnen vanuit een nieuwe rol, roept Stop en neemt het over. De inspringer kan een enkele opening maken, maar ook de hele situatie anders laten verlopen. De mogelijkheid om in te springen moet duidelijk zijn voordat het spel herhaald wordt, zodat iedereen weet waar ze aan toe zijn. Het is belangrijk deze inspringmogelijkheid goed uit te leggen. Iedere speler moet eerst de kans krijgen zelf uit de verf te komen. Het moet de uitspringers duidelijk zijn dat ze alleen inspringen om het spel te verrijken, niet om zichzelf een spelkans te geven. Laat de kinderen daarna een vervolg op het eerste spel voorbereiden en speel het uit. Bijvoorbeeld Glenn en Joost buiten Meester roept de vader en moeder van Joost op school Vader en moeder van Joost thuis.

10 Ideeën voor rollenspelen met de middenbouw. Thema s zijn bijvoorbeeld: spelen/niet mee mogen spelen, ruilen doet huilen, de baas zijn/de baas spelen. Het boze-mensen spel Een oudere vrouw wordt kwaad als kinderen altijd door haar tuin lopen. Laat zien waarom ze kwaad wordt en wat de kinderen daarna kunnen doen. Een paar kinderen willen iets stelen en andere kinderen willen dat weer niet. Hoe lossen ze dit op? Een paar kinderen gooit met stenen en maken de voorruit van een auto kapot. Een kind speelt de automobilist. Hoe lossen ze dit op? Ruilen doet huilen! Flip en Moniek hebben op school iets geruild. Flip ruilde de pen die hij van zijn ouders had gekregen voor een opwindbeestje ( of iets anders aantrekkelijks ). Thuis vertelt hij zijn moeder het verhaal. Moeder is woedend om de ruil en eist dat hij zijn pen terug vraagt. Hoe pakt Flip het aan? Extra informatie: Moniek denkt er niet aan de pen terug te geven. Geruild is geruild!, zegt ze. Op het moment dat ze er beiden niet uitkomen kunnen ze de leerkracht inschakelen als scheidsrechter. Flip en Moniek gaan elk, met twee raadgevers de gang op om hun rol door te spreken. Intussen praten de andere kinderen over wat eerlijk zou zijn in deze situatie. Vragen voor de nabespreking: Wat vonden jullie van de oplossing? Wie vond het oneerlijk? Wie vond het eerlijk? Wat zou je zelf hebben gedaan als je Flip was? En wat als je Moniek was? Wie heeft zoiets wel eens meegemaakt? Ging dat toen eerlijk? Wat is de beste oplossing in zo n situatie? NA het spel mogen de spelers een reactie geven, wat vooral van belang is voor degenen die iets pijnlijks of een nederlaag te verwerken kregen in het spel. Daarna wordt het spel in een kringgesprek samen met de toeschouwers besproken. Vervolgens kan het spel opnieuw worden gespeeld door andere of dezelfde spelers. Meestal wordt er dan adequater gereageerd of komen er nieuwe oplossingen. Het is ook mogelijk om tijdens de herhaling van het spel toeschouwers te laten inspringen als zij een goede aanvulling, beter tegengas of een nieuwe opening denken te kunnen geven. Dit is alleen mogelijk als de spelers voldoende spelervaring hebben.

11 Ideeën voor rollenspelen met de onderbouw. Wie is er aan de beurt? Lotje mag boodschappen doen voor mama. In de winkel kruipen alle volwassenen voor. Lotje wacht al een kwartier. Dan zegt er weer een mevrouw: Ik ben aan de beurt. Op dat moment zegt Lotje. Wachten of niet? Henk en John bouwen samen een dorp van legostenen. Straks komt papa thuis en gaan ze met z n drieën een spoorrails door het dorp leggen, zodat de trein kan rijden. Henk heeft geen zin om op papa te wachten en wil nu al de trein pakken. Maar John is bang dat ze de treinspullen kapot zullen maken. Wat gebeurt er? Zwijgen of opbiechten? Paul en Jan zijn broertjes, ze spelen in de huiskamer met hun zusje Yvet. Yvet gaat bij een vriendinnetje spelen. Wanneer ze weg is gaan de twee jongens boven spelen. Ze ontdekken de pop van Yvet en gaan ermee overgooien. De pop valt. Er zit een barst in de kop. Paul en Jan geven elkaar de schuld. Beneden horen ze Yvet en hun vader thuiskomen. Wat gebeurt er? Gaan ze het opbiechten of verzwijgen? Aandachtspunten voor de nabespreking: Hoe liep het af? Wat zeiden Paul en Jan? Wat vond Yvet? Wat vond vader er van? Hoe zou jij reageren als je Yvet was? Hoe zou jij reageren als je Paul of Jan was? Wat zou jij doen als je wist dat je erge straf zou krijgen? Heb je zoiets al eens meegemaakt? Waar ben je het meeste bang voor?

12 Stemmetjes Werkvorm: Verhalen vertellen Doelen: De leerlingen leren stemmen bij stereotype figuren te gebruiken. De leerlingen leren korte uitspraken en andere tekst met ondertekst uit te spreken. ( in verschillende emoties) ( je bedoelt iets anders dan je zegt) Opstelling/ruimte: De leerlingen zitten in een kring. De les wordt gedaan in het klaslokaal. Materiaal: Versje(s) dat de kinderen al kennen. Inleiding: Het gebruik van de stem: Allerlei verschillenden personages en de (stereotype) stemmen die daarbij horen. Bv. heks, lief meisje, baby, strenge meneer, oude mevrouw, slome Jan, boze agent, etc. Ondertekst: Allemaal standaard, korte uitspraken op verschillende manieren zeggen. Bv. Hallo, Leuke jurk, Geweldig, Lekker weer hè?, etc. Kern:. Gebruik hierbij een gedicht dat de kinderen al kennen. Onderaan deze les staan een aantal bruikbare gedichten. Het gedicht gaan we met verschillende emoties vertellen, bv. boos, vrolijk, verdrietig. Eerst krijgen de kinderen de kans om het te oefenen en daarna wordt het voorgedragen in de groep. In de laagste groepen doe je het in aan aantal emoties voor en vraagt daarna een kind het ook eens te proberen, of je doet het met de hele klas samen. Afsluiting: Associatiespel: De leerkracht begint met een woord, de kinderen associeren hierop. Zie uitleg bij les verhalen vertellen midden- en bovenbouw. Voor de jongere kinderen kan gekozen worden om een gedicht uit te spelen. Associëren is voor hen misschien nog te moeilijk. Bruikbare gedichten: De blaffende giraffen. Er stonden in de dierentuin twee prachtige giraffen Ze piepten niet ze kwaakten niet ze stonden maar te blaffen De dokter van de dierentuin zei: dat klinkt ongezond, Ze zijn nogal verkouden en ze hebben rode hond. Hij haalde dus wat pillen en een drankje uit zijn tas En gaf ze een recept mee voor een wollen winterjas! De allerbeste wensen Sneeuw die dwarrelt neer Wel honderdduizend vlokjes En in de winkelstraten Klinkt de kerstmuziek Binnen staat een boom Met rinkelende klokjes Wat slingers er om heen

13 En bovenin een piek De postbode die brengt Vandaag voor alle mensen Weer grote stapels post Hij heeft het heel erg druk En brengt voor jou en mij De allerbeste wensen Voor in het nieuwe jaar Veel voorspoed en geluk! Ik ben boos Ik ben boos Ik ben kwaad Ik ben woedend Pas maar op aan de kant daar kom ik aan Ik ben boos Ik ben kwaad Ik ben woedend Ik zou de wereld willen schoppen willen slaan Ik ben boos Ik ben kwaad Ik ben woedend Kijk maar uit want anders krijg jij ook een mep Ik ben boos Ik ben kwaad Ik ben woedend Omdat ik bij dit spel alwéér verloren heb! Alle kleuren van de regenboog Er woonden zeven olifantjes in een dierentuin De één was groen, de ander rood, de derde die was bruin De vierde blauw, de vijfde geel, de zesde die was zwart De zevende oranje en die vond dat heel apart Maar t kleine zwarte olifantje vond het jammer dat Hij niet zoals zijn vriendjes ook een vrolijk kleurtje had

14 Dus verfde hij zichzelf en na een uurtje was hij droog Nu heeft hij alle kleuren van de grote regenboog Een engeltjesdroom Ik lag in mijn bedje, toen kreeg ik een droom Ik was een klein engeltje hoog in de boom Ik poetste de ballen ik stofte de piek En maakte met klokjes een beetje muziek Ik vlocht in de slingers wat engelenhaar Ik keek naar de kransjes en at er een paar Ik klom langs de takken maar o wat een pech Één takje was glad en mijn voetje gleed weg Ik viel naar beneden t was uit met de pret Ik schrok want ik lag op de grond naast mijn bed

15 De spelelementen WIE-WAT-WAAR Dramatiseren is het omzetten en bewerken van een dramatisch ofwel een speelbaar gegeven. Dit materiaal kan een bestaand verhaal zijn, een stukje dialoog, enkele gegeven handelingen, enz. Voor het bepalen van een dramatische situatie zijn de volgende vragen van belang: WIE komen er in het verhaal voor? (de personages) WAAR speelt het verhaal zich af? WAT is er aan de hand? (het conflict) Het conflict brengt de spanning in het verhaal en maakt de toeschouwers benieuwd naar verloop en afloop van het spel. De spelelementen: Elk dramatisch spel bestaat uit een aantal spelelementen. Deze zijn: WIE: de personages in het verhaal, de rollen die zij spelen. Deze personages worden uitgedrukt door housing, handelingen, bewegingen, stem, kleding en attributen. WAT: de inhoud van het spel, het verhaal. Dit verhaal bestaat uit een begin, een hoogtepunt ( verwikkeling ) en een einde. WAAR: de plek waar het verhaal zich afspeelt. Dit is vaak een duidelijk omschreven ruimte, zoals een huiskamer, een lift, een restaurant. Decorstukken als tafels en stoelen kunnen helpen om de ruimtye aan te duiden. Maar ook met pantomimisch spel kan een plek worden gesuggereerd; de spelers maken bijvoorbeeld met handelingen en bewegingen duidelijk dat ze in een auto stappen. WAAROM: de oorzaak van de verwikkeling of het conflict in het spel. Voor de spelers moet vooraf helder zijn waarom alles gebeurt, de toeschouwers komen er tijdens het spel achter. WANNEER: het tijdstip waarop het spel zich afspeelt, bijvoorbeeld midden in de nacht. Een tijdstip kan gekozen worden in het verleden, heden of toekomst, of op een bepaald moment in de dag, de week of het jaar. Voor beginnende spelers zijn de aspecten WAAROM en WANNEER nog te moeilijk.

16 Afspreekspelen In een afspreekspel overleggen de spelers vooraf met elkaar over het spelverloop. Kenmerkend voor afspreekspelen is dat de spelers van te voren afspraken maken over de spelgegevens: rol plaats, tijd, conflict en motieven. Ze bedenken wie ze zijn, waar ze zijn en op welk moment, wat er aan de hand is en hoe ze daarop zullen reageren. Ze spreken af hoe het spel begint en eindigt. De aanleiding voor een afspreekspel kan heel verschillend zijn: een onderwerp uit een taalles, een thema, een voorwerp, kaartjes met opdrachten of een spelsituatie die wordt aangegeven door de leerkracht. Het spannendste moment van de les breekt aan wanneer de kinderen hun spel aan elkaar gaan presenteren. Dan moet iedereen zijn rol spelen en moeten de afspraken kloppen. Vaak loopt tijdens de presentatie een en ander toch anders dan van te voren is bedacht. Waarom werken met afspreekspelen? Er zijn meerdere redenen om met afspreekspelen te werken in de groep: Een afspreekspel is voor kinderen een overzichtelijke en hanteerbare spelvorm. Kinderen die nog niet zoveel speldurf hebben, zullen het prettig vinden om vooraf te bespreken hoe ze het spel vorm zullen geven voordat ze iets gaan doen. Afspreekspelen stimuleren de fantasie-ontwikkeling; de kinderen kunnen met elkaar de meest onwaarschijnlijke avonturen verzinnen. Afspreekspelen stimuleren samenspel; de kinderen bedenken met elkaar het spel, maken afspraken en voeren die uit. De kinderen leren om een structuur in het verhaal te brengen: een begin, een hoogtepunt en een einde. Afspreekspelen lenen zich uitstekend voor: werken aan de vaktechnische kant: structuur, trainen van spelvaardigheden Het bevorderen van de sociale ontwikkeling, door de nadruk te leggen op samenwerking Oefensituaties te creeën waarbij spelenderwijs de woordenschat wordt uitgebreid Tegenstellingen uitwerken in karakters van personen.

17 Het uitbeelden van spreekwoorden en gezegden. In het spel laten de kinderen zien of ze de betekenis hebben begrepen. Opbouw van afspreekspelen. Afspreekspelen zullen het beste verlopen in de middenbouw en de bovenbouw. Ze zijn geschikt voor kinderen die al wat spelervaring hebben. Het is belangrijk om van te voren na te gaan of de kinderen in staat zijn om onderscheid te maken tussen de verzonnen werkelijkheid van het spel en de dagelijkse realiteit buiten het spel. Begin, hoogtepunt en einde. Zoals elk spel moet ook een afspreekspel een duidelijke structuur hebben: een begin, een hoogtepunt en een einde. Aan het begin moeten de rollen en de plaats waar het spel zich afspeelt duidelijk worden. Op het hoogtepunt moet het conflict helder zijn. Het einde moet de ontknoping, de oplossing van het conflict zijn. De leerkracht heeft bij afspreekspelen een begeleidende rol. Hij/zij speelt bijna niet mee, maar maakt kinderen enthousiast en ondersteund bij de samenwerking. Rollenspelen In rollenspelen staat een probleem of een conflict centraal, waarvoor de spelers een oplossing proberen te vinden. Het gaat bij rollenspelen om het onderzoeken van standpunten en het analyseren van gedrag. Bij rollenspelen krijgen de spelers altijd vooraf informatie over hun rol. Standpunten, manieren van reageren of bepaald gedrag kunnen ook gegeven zijn. In het spel laten de spelers zien wat de gevolgen kunnen zijn van bepaalde standpunten of van bepaald gedrag. De situatie waarin een probleem zich voordoet, moet heel concreet zijn. De spelers moeten zich goed voor kunnen stellen wat er aan de hand is.

18 Omdat rollenspelsituaties gemakkelijk kunnen lijken op situaties uit het dagelijks leven, is het belangrijk dat iedereen het onderscheid tussen spel en realiteit kan maken. In een gesprek over het spel en het effect van bepaalde standpunten of reacties staan niet de personen ter discussie, maar alleen het probleem. Soorten rollenspel: Conflictspel: Dit is een bijzondere vorm van rollenspel. De opdracht is geschreven in verhaalvorm. De beschreven situatie eindigt in een "conflict". De bedoeling is om oplossingen te bedenken voor het conflict en deze al spelend uit te proberen. Het voordeel is dat de spelers niet om het probleem heen kunnen. Het accent ligt op de gevonden oplossingen. Bovendien biedt het verhaal de mogelijkheid om de aanleiding tot het conflict duidelijk te beschrijven, waardoor de spelers inzicht krijgen in de motieven die tot het conflict leiden. Open rollenspel: Bij deze vorm van rollenspel geeft de leerkracht iedereen eerst mondeling informatie over het conflict. Bij het conflict zijn vier of vijf rollen betrokken. Ook hierover wordt informatie gegeven. Vervolgens krijgen de vier of vijf spelers een aparte rolopdracht op een kaartje. Daarop staat de naam, de leeftijd, het karakter, de manier van reageren, het standpunt over het probleem, de argumenten daarvoor en de relatie met de anderen. De spelers weten dus van elkaar niet de precieze invulling van de rolopdracht. Ze spreken het spel niet van te voren door. Het spelverloop staat dus niet vast. Waarom werken met rollenspelen? Rollenspelen stimuleren het zelfstandig denken van kinderen, doordat ze een/hun standpunt in een conflict moeten bepalen. Gesprekken, ervaringen en gebeurtenissen uit het dagelijks leven van kinderen vormen meestal de aanleiding voor rollenspel.op deze manier kunnen situaties en rollen de spelers uitnodigen om hun eigen "verhaal" en de "verhalen" van anderen om hen heen, te onderzoeken en inzichtelijker te maken, of om gedragswijzen te oefenen en te veranderen. Rollenspelen kunnen de sociale ontwikkeling van kinderen bevorderen, omdat kinderen zich moeten identificeren met de rol. Vanuit die identificatie kunnen kinderen ontdekkingen doen over henzelf en de wereld om hen heen. Opbouw van rollenspelen:

19 Kindreren moeten in staat zijn onderscheid tussen spel en werkelijkheid te maken. Ook moeten ze in een spelconflict een eigen standpunt durven spelen. Het is van belang dat de kinderen geen rollen spelen die ze niet met hun eigen ervaring kunnen invullen. Anders is de kans groot dat de rollen heel clichématig en oppervlakkig worden gespeeld. Het onderwerp van het rollenspel moet direct aansluiten bij de onderwerpen, ervaringen en gebeurtenissen die de kinderen uit een groep echt bezighouden. De rol van de leerkracht is een begeleidende rol. Hij/zij kan ook soms meespelen in een confronterende rol om het conflict te versterken. Bij beginnende spelers kan de leerkracht de centrale rol spelen, zodat het probleem werkelijk uitgediept en niet te gemakkelijk opgelost wordt. Dialoogspelen In een toneelstuk raken mensen met elkaar aan de praat. Deze gesprekken maken een spel levendig. Wanneer twee mensen samen praten, noemen we dat een dialoog. een monoloog is een gesprek dat iemand met zichzelf voert en dat hardop vertelt. Het meest interessante dramatische aspect van een dialoog is de motivatie die erachter steekt. Mensen kunnen voor hun plezier met elkaar praten, maar ook een bepaald doel voor ogen hebben, zoals het verkrijgen van informatie of het overtuigen van iemand. Deze achterliggende beweegredenen zij bepalend voor het verloop van een dialoog. Een conflictsituatie vormt vaak de basis voor een spel, waarin het overtuigen, overhalen of oplossen van een probleem centraal staat. Ook bij een spelvorm als poppenspel wordt er van kinderen verwacht dat ze een dialoogje voeren. Waarom werken met dialoogspelen? Kinderen worden door spel uitgedaagd om te gaan praten. Bij drama is het taalaanbod veelzijdig. Drama kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de taal, ook zeker bij anderstalige kinderen. In dialoogspelen kunnen alledaagse situatie worden geoefend. Kinderen verkennen gespreksmogelijkheden en reageren op elkaar. Doelstellingen bij het ontwikkelen van de stem en het praten kunnen zijn: Kinderen ontdekken de mogelijkheid om met hun stem gevoelens uit te drukken en ontwikkelen kleur, tempo en sterkte van hun stem

20 Kinderen kunnen verwoorden wat ze voelen, horen en zien Kinderen kunnen taal als communicatiemiddel gebruiken Kinderen leren associëren en fantaseren Kinderen leren om vanuit hun voorstellingsvermogen en beleving te spreken. Kinderen krijgen zo inzicht in enkele kenmerken en mogelijkheden van hun stem, ontwikkelen hun woordenschat en kunnen daar gericht gebruik van maken. Opbouw van dialoogspelen: In elke groep zijn kinderen die moeiteloos een dialoog kunnen verzinnen. Er zijn echter ook kinderen die behoefte hebben aan extra hulp en begeleiding. Het is dan van het grootste belang dat de leerkracht actief deelneemt aan het spel, de voorbereiding en de nabespreking. Als kinderen voor het eerst een dialoog verzinnen, moet de leerkracht zich voornamelijk richten op het versterken van het zelfvertrouwen en het onder woorden brengen van fantasieën. Zeker in het begin kan het helpen om de kinderen, letterlijk, iets in handen te geven, zoals een telefoon. Twee telefoontoestellen in de klas geven veel aanleiding tot het voeren van dialogen. Ook een poppenkast kan de meer verlegen kinderen helpen om tot praten te komen. In eerste instantie zullen dialoogspelen over concrete en dagelijkse onderwerpen gaan, waarmee de kinderen veel ervaring hebben. In de onderbouw kunnen de kinderen korte gesprekjes met elkaar voeren aan de hand van het telefoonspel of aanbelspel. Later kunnen ze dialoogjes maken bij een rol die ze spelen of een conlictsituatie uit te spelen. In de midden- en bovenbouw kunnen kinderen ook met toneelteksten uit het jeugdtheater werken. Door zelf mee te spelen kan de leerkracht een aanzet geven tot een dialoog in spel. In het begin zijn de dialoogjes niet meer dan een paar zinnen. Bij jongere kinderen zal de leerkracht zelf misschien het meest aan het woord zijn en moet hij/zij de vragen afstemmen op de bereidheid van de kinderen om te praten. Naarmate de kinderen meer ervaring opdoen, verandert de rol van de leerkracht van meespelen naar begeleiden.

21 De emotiebus Naam spel: Emotiebus Hoofddoel: Het laten zien van verschillende emoties (dus expressie). Leeftijd: Vanaf groep 3. Tijdstip: Kan op ieder tijdstip van de dag, is vooral leuk om de dag bijvoorbeeld mee af te sluiten. Beschrijving: Je maakt van een aantal stoelen een kleine bus. Vervolgens ga je er zelf in zitten als chauffeur (het is het leukst als de chauffeur een pet heeft). Je legt aan de kinderen uit hoe het spel werkt. Er komt één kind bij zitten. Dat kind heeft een bepaalde emotie, bijvoorbeeld blij, bang, verdrietig, boos, verliefd Alle andere inzittenden (in dit geval alleen de buschauffeur) nemen de emotie over van de persoon die het laatst in de bus gestapt is. Na een tijdje komt er weer iemand de bus in gelopen met een andere emotie, iedereen neemt deze emotie weer over. Je kan natuurlijk ook een ander kind de chauffeur laten zijn, die kan dan ook weer een nieuwe emotie met zich mee brengen. Als de bus vol is, moet de persoon die er al het langste inzit er weer uit. Je kan dit natuurlijk zelf in de gaten houden. Dit is voor kleine kinderen misschien te moeilijk, maar voor iets oudere kinderen is het een heel leuk spel!

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes, Hé Joyce, ga je mee? Emma rent achter Joyce aan als ze van het schoolplein lopen. Joyce, wij gaan vanmiddag op bezoek bij mijn oom,

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten Lesbrief bij Niemand mag het weten Trudy van Harten Voor groep 6 en 7 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage 1: Opdrachtenblad - Bijlage 2: Niemand

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink Poekie is verdrietig Want zijn papa en mama gaan scheiden Geschreven door Mariska van der Made Illustraties van Dick Rink Poekie is een lief klein monstertje van vijf jaar oud. Hij woont samen met zijn

Nadere informatie

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad. Een dode De voetbalwedstrijd is afgelopen. Het stadion is bijna leeg. Het is koud, de zon schijnt bleek. Munck staat op de tribune van vak H en staart naar de dode man op de bank. Wat vreselijk, denkt

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

Adam en Eva eten van de boom

Adam en Eva eten van de boom Adam en Eva eten van de boom God maakt een prachtig paradijs. Hij zegt: Het is heel goed. Maar God heeft ook een vijand, En weet jij wel wat hij doet? Het mooie wat God heeft gemaakt, maakt hij juist graag

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 bas Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand

Nadere informatie

Op reis naar Bethlehem

Op reis naar Bethlehem Op reis naar Bethlehem Rollen: Verteller Jozef Maria Engel Twee omroepers Kind 1 Kind 2 Kind 3 Receptionist 1 Receptionist 2 Receptionist 3 Kind 4 Kind 5 Herder 1 Herder 2 Herder 3 Herder 4 Drie wijzen

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Accent op improvisatie en taal

Accent op improvisatie en taal Accent op improvisatie en taal onderdeel: articulatie en improvisatie Titel les/thema Inspringspelen (en articulatie-oefening) Graad: 3 Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Introductie: Brom en Bram

Introductie: Brom en Bram ! Activiteit 43 Brom, Bram en Brim Ontwikkelingsaspecten De kleuters doen ervaringen op met het onderscheiden van klanken (auditieve discriminatie). Materiaal kopies van de tekeningen van Brom en Bram

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Over: www.bewareofloverboys.nl

Over: www.bewareofloverboys.nl 1 Naam: www.bewareofloverboys.nl Voordat je begint met de opdrachten? Lees dit door: Als je je niet prettig voelt bij het lezen van bepaalde dingen: Stop met het lezen van deze site. Praat erover met iemand

Nadere informatie

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening

Nadere informatie

Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm

Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 Afspreekspel - - 2 6 2 1 4 5 Associatiespel 3 1 2 - - - 2 - Dialoogspel - - 1 1-2 3 2 bewegingsspel

Nadere informatie

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 6 blz. 1 Door welke poort moet je gaan

Nadere informatie

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005 rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005 Provided by Fanart Central. http://www.fanart-central.net/stories/user/fightgirl91/21803/rijm Chapter 1 - rijm 2 1 - rijm Gepaard

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

OOST WEST THUIS BEST

OOST WEST THUIS BEST Lesmateriaal horend bij de theatrale dansvoorstelling OOST WEST THUIS BEST van Rauher Engel Foto: Kees van Putten Rauher Engel Concept & idee: Dagmar Chittka Auteur: Marleen Weijman 5 nov 09 Inleiding

Nadere informatie

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur. Tornado Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur. Geschreven in januari 2012 (Geïllustreerd t.b.v. het

Nadere informatie

Moet Je Doen Drama - Lessen per groep

Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Moet Je Doen Drama Lessen per groep pagina 1 van 9 Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Pagina 1 van 9 groep 1 1 poezenpantomime

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan. LESBRIEF Binnenkort gaan jullie met jullie groep naar de voorstelling Biggels en Tuiten Hieronder een aantal tips over hoe je de groep goed kan voorbereiden op de voorstelling. VOOR DE VOORSTELLING Vertel

Nadere informatie

Het verhaal op reis. groep 1-2. melle de muis. Bijlagen Les 1. media. spoor

Het verhaal op reis. groep 1-2. melle de muis. Bijlagen Les 1. media. spoor Het verhaal op reis groep 1-2 melle de muis Bijlagen Les 1 Les 1 - Bijlage 1 - brief kunstenaar 1 Lieve kinderen, Vandaag begint er een bijzonder project: HET VERHAAL OP REIS. Jullie gaan vandaag met elkaar

Nadere informatie

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Niet eerlijk. Kyara Blaak Kyara Blaak Niet eerlijk Kyara Blaak Kyara Blaak 248media uitgeverij, Steenwijk Grafische realisatie: MDS Grafische Vormgeving Illustraties binnenwerk: Kyara Blaak Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Les 12 Drie petjes Doel blok 2: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Met behulp van Aap en Tijger maken

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF VAN PEUTERSPEELZAAL OLLEKE BOLLEKE SEPTEMBER 13

NIEUWSBRIEF VAN PEUTERSPEELZAAL OLLEKE BOLLEKE SEPTEMBER 13 NIEUWSBRIEF VAN PEUTERSPEELZAAL OLLEKE BOLLEKE SEPTEMBER 13 BESTE OUDERS/ VERZORGERS, Ons eerste thema van dit nieuwe schooljaar is weer van start gegaan. Dit keer hebben we gekozen voor het thema In de

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Het is druk op het schoolplein. Overal zie je kinderen die aan het knikkeren zijn. Joost heeft een grote zware knikkerzak. Hij roept: 'Ik heb de

Het is druk op het schoolplein. Overal zie je kinderen die aan het knikkeren zijn. Joost heeft een grote zware knikkerzak. Hij roept: 'Ik heb de De regenboogbonk Oma is op bezoek. 'Kijk eens Floor,' zegt ze. 'Ik heb een cadeautje voor je.' Ze geeft Floor een klein rond pakje. Floor doet snel het papiertje eraf. 'Wow,' zegt ze, 'wat mooi!' In haar

Nadere informatie

Inleiding. Veel plezier!

Inleiding. Veel plezier! Inleiding In dit boek lees je over Danny. Danny is een jongen van 14 jaar. Er zijn veel dingen die Danny verkeerd doet. Hij rent door de school. Hij scheldt zomaar een klasgenoot uit. Of hij spuugt op

Nadere informatie

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd Doel Het op gang brengen of houden van leesplezier! Van wat voor soort boeken houden de kinderen en waarom? Zouden ze zelf graag de hoofdpersoon zijn in één van hun lievelingsboeken? Welke omslagen spreken

Nadere informatie

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn: A Klein Kontakt Het is alweer eind maart wanneer dit Kontakt uitkomt, het voorjaar lijkt begonnen, veel kinderen hebben kweekbakjes met groentes in de vensterbank staan, die straks de tuin in gaan. Over

Nadere informatie

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02 Papahoorjeme_bw.indd 2 05-05-11 15:02 Papahoorjeme_bw.indd 3 05-05-11 15:02 Voor Indigo en Nhimo Tamara Bos Papa, hoor je me? met tekeningen van Annemarie van Haeringen Leopold / Amsterdam De liefste

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL Contactgegevens Annemarieke Kool a.kool@cps.nl 06 55 81 87 65 Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Theorie strategieën

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Cadeautjes van de natuur

Cadeautjes van de natuur Cadeautjes van de natuur Een gedicht dat zegt dat ieder mens bijzondere talenten heeft. Ieder mens is uniek en bijzonder. En mag er zijn! Praat met de kinderen over hun talenten. Wat vinden ze leuk om

Nadere informatie

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw Lesbrief Bij ons in het dorp Jan Terlouw Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 7 Delen maakt blij Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 7 blz. 1 Als je niet wilt delen krijg je ruzie.

Nadere informatie

Kom jij ook uit een ei?

Kom jij ook uit een ei? Kom jij ook uit een ei? Er was eens een prachtig bos. Er groeiden de hoogste bomen en allerlei prachtige bloemen. Er was een vijver en een groot grasveld, waar je lekker kon spelen. Maar om het bos stond

Nadere informatie

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk. 1. Puzzelen Wie er het eerst is! Micha staat bij het schoolhek. Hij krijgt een harde klap op zijn schouder van Ruben, zijn grote broer. Oké. Micha is wel in voor een wedstrijdje. Hij begint meteen te rennen,

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

Lesbrief. groep 1-4. bij de verteltheatervoorstelling. Winnie de Poeh: het verhaal van Kanga en Roe. door Marjo Dames / Sterk-Verhaal

Lesbrief. groep 1-4. bij de verteltheatervoorstelling. Winnie de Poeh: het verhaal van Kanga en Roe. door Marjo Dames / Sterk-Verhaal Lesbrief groep 1-4 bij de verteltheatervoorstelling Winnie de Poeh: het verhaal van Kanga en Roe door Marjo Dames / Sterk-Verhaal 1 Voorbereiding Samen met uw groep gaat u naar de Verteltheatervoorstelling

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

De olifant die woord hield

De olifant die woord hield De olifant die woord hield Een voorstelling van verhalenverteller Peter Faber www.peterfaber.eu Inleiding Aan het eind van haar leven las Annie MG Schmidt al haar sprookjes nog eens door. Genadeloos streepte

Nadere informatie

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift 98 De helppagina van een tijdschrift Bijlage 1 Thema 1 Ik ben een meisje van 10 jaar en zit in groep 6. Wij zijn in nieuwe groepjes gezet en nu zit ik tegenover een meisje waar ik me heel erg aan erger.

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen DE KANJERTRAINING. Op de Jozefschool wordt er in alle groepen kanjertraining gegeven. Alle leerkrachten zijn gecertificeerd. Doel van de Kanjertraining? Deze werkwijze biedt lln. kapstokken aan om beter

Nadere informatie

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht. 1. Te laat thuis Wanneer gaan we eten, mam? Thomas loopt de keuken in en tilt de deksel van een pan. Mmm! Macaroni! Daar heb ik wel zin in. Mama pakt de deksel uit Thomas hand en doet hem weer op de pan.

Nadere informatie

Niemand op mijn kerstfeest

Niemand op mijn kerstfeest Niemand op mijn kerstfeest Das liep zijn hol uit en voelde de sneeuw eerder dan hij het zag. Hij sprong achteruit zijn sneeuwvrije hol weer in en maakte een sissend geluid van onvrede. Bah, ook dat nog,

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

Bijlage Stoere Schildpadden

Bijlage Stoere Schildpadden Bijlage Stoere Schildpadden Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Stoere Schildpadden, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

Lucy heeft een ballon

Lucy heeft een ballon Caro Kindercoach & begeleiding Maasdijk 16 4283 GA Giessen 0620380336 info@carokindercoach.nl www.carokindercoach.nl heeft een ballon Handleiding Doelgroep: Kinderen van 3 tot 6 jaar. Doel van het lezen

Nadere informatie

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51 Inhoud Een nacht 7 Voetstappen 27 Strijder in de schaduw 51 5 Een nacht 6 Een plek om te slapen Ik ben gevlucht uit mijn land. Daardoor heb ik geen thuis meer. De wind neemt me mee. Soms hierheen, soms

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Hoe gaat het in groep 1/2 b Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje

Nadere informatie

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost. Sherlock Holmes was een beroemde Engelse privédetective. Hij heeft niet echt bestaan. Maar de schrijver Arthur Conan Doyle kon zo goed schrijven, dat veel mensen dachten dat hij wél echt bestond. Sherlock

Nadere informatie

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5 "Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5" Voor het eerst alleen Ik werd wakker in een kamer. Een witte kamer. Ik wist niet waar ik was, het was in ieder geval niet de Isolatieruimte. Ik keek om me

Nadere informatie

Miauw! Miauw!

Miauw!  Miauw! Onderbouw Thema: jaloezie Miauw! Een verhaal over een meisje dat jaloers is op haar babyzusje. Sinds Dian een zusje heeft moet ze de aandacht van moeder delen. Dat vindt Dian soms heel moeilijk. Miauw!

Nadere informatie

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk. Prent 1 Sst, ik hoor iets! Prent 1. Sst, ik hoor iets! Said en Jamal zitten aan tafel te eten. Samen met papa en mama. Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk. Papa laat het horloge zien. Het is een

Nadere informatie

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen. Woensdag Ik denk dat ik gek word! Dat moet wel, want ik heb net gehoord dat mijn moeder kanker heeft. Niet zomaar een kankertje dat met een chemo of bestraling overgaat. Nee. Het zit door haar hele lijf.

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

Roodkapje en haar zieke voorleesoma

Roodkapje en haar zieke voorleesoma Toneelstuk opening Kinderboekenweek 2016 Roodkapje en haar zieke voorleesoma Tekst Rian Visser Rollen Roodkapje Moeder Oma Boze wolf Jager Verteller In het verhaal staat een prentenboek centraal. In dit

Nadere informatie

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Chatten Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Colofon Een uitgave van Eenvoudig Communiceren

Nadere informatie

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 6 Zacheüs (1) Het is erg druk in de stad vandaag. Iedereen loopt op straat. Zacheüs wurmt zich

Nadere informatie

Lesbrief. Introductie

Lesbrief. Introductie Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten. Lekker ding Pas op!, roept Anita. Achter je zitten de hersendoden! Ik kijk achterom. Achter ons zitten twee jongens en drie meisjes hun boterhammen te eten. Ze zijn gevaarlijk, zegt Anita. Ze schudt haar

Nadere informatie

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen. Groep 1, 2 1. Hallo, hier ben ik! 2. Prettig kennis te maken Kinderen leren elkaar beter kennen en ontdekken verschillen en overeenkomsten. 3. Samen in de klas Over elkaar helpen, geholpen worden en afspraken

Nadere informatie

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje Voor kinderen van 3 tot 8 jaar Geschreven door Elisabeth Roodenburg Er zijn nog meer verhalen van Elisabeth Roodenburg Copyright: Elisabeth Roodenburg Vermaat

Nadere informatie

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens

Nadere informatie

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen Informatieblad speciaal voor kinderen Datum; Aalsmeer, jaar 2011 Gemaakt door; Bianca Wegbrands daar, Wat leuk dat je dit informatieblad speciaal voor kinderen wilt lezen. Ik zal me eerst even aan jou

Nadere informatie

basisschool DE ROEDEL Edeseweg 216 6732 DC Harskamp Tel. : 0318 456417 www.roedel.nl directie@roedel.nl Scholen van nu voor mensen van morgen

basisschool DE ROEDEL Edeseweg 216 6732 DC Harskamp Tel. : 0318 456417 www.roedel.nl directie@roedel.nl Scholen van nu voor mensen van morgen Scholen van nu voor mensen van morgen basisschool DE ROEDEL Edeseweg 216 6732 DC Harskamp Tel. : 0318 456417 www.roedel.nl directie@roedel.nl Vrijdag 04 februari 2011, uitgave 8 van 2010-2011 Beste ouders

Nadere informatie

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

We spelen in het huis van mijn mama deze keer, Jip en Janneke. Ik ben Jip. Ik ben Janneke en we wonen naast elkaar. Hij heet Jip, zij heet Janneke. en we spelen soms bij hem en soms bij haar. We spelen in het huis van mijn mama deze keer, we kunnen

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS. ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs

LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS. ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Overzicht algemene fiches Lopke 3 de kleuterklas: algemene fiche

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Het allerleukste meisje

Het allerleukste meisje > > 0 0 0 Het allerleukste meisje Er zijn meisjes die het liefst met poppen spelen er zijn meisjes die vaak voor de spiegel staan er zijn meisjes die zich als een bruid verkleden en dan wensen dat ze ooit

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong Twee blauwe vinkjes Door: Lenneke Sprong Nog steeds maar een vinkje. Buiten begon de zon te schijnen, waardoor er schaduwen op de lichtblauwe muur ontstonden. Waarom ontvangt hij niet mijn berichtje vroeg

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie