Besluit Zitting van 27 oktober 2016 Gemeente - Leefomgeving _GR_00244 Reglement Kermissen, foren en circussen - wijziging

Transcriptie

1 gemeenteraad GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 27 oktober 2016 Gemeente - Leefomgeving _GR_00244 Reglement Kermissen, foren en circussen - wijziging Samenstelling: Aanwezig: de heer Kris Herremans, voorzitter; de heer André Van de Vyver, burgemeester; de heer Aard Van der Donckt, schepen; mevrouw Ann Van Damme, schepen; de heer Theo Van Roeyen, schepen; de heer Bruno Byl, schepen; de heer Chris Vermeulen, schepen; de heer Guido Weyns, gemeenteraadslid; mevrouw Irene Hoppe, gemeenteraadslid; mevrouw Cindy Dobbeleir, gemeenteraadslid; de heer Ronny Dobbeleir, gemeenteraadslid; mevrouw Denise Melis-De Lamper, gemeenteraadslid; mevrouw Marleen Van Hauteghem, gemeenteraadslid; mevrouw Vera Cole, gemeenteraadslid; de heer Danny Van Hove, gemeenteraadslid; de heer Ronny Hiel, gemeenteraadslid; de heer Robby Van den Bergh, gemeenteraadslid; de heer Bert Verbraeken, gemeenteraadslid; de heer Lieven Bernaers, gemeenteraadslid; mevrouw Patricia Lierman, gemeenteraadslid; de heer Johan Dom, gemeenteraadslid; mevrouw Inge Vandenbussche, gemeenteraadslid; mevrouw Ilse Weynants, gemeentesecretaris Verontschuldigd: de heer Guy Carpentier, gemeenteraadslid; mevrouw Mariette Voogd, gemeenteraadslid; mevrouw Anne Vervoort, gemeenteraadslid Beschrijving Aanleiding en context Het reglement betreffende kermissen, foren en circussen werd door de gemeenteraad vastgesteld op 25 juni Argumentatie Naar aanleiding van de opheffing van het retributiereglement voor het eenvormig standrecht op markten en foren in gemeenteraadszitting van 22 september 2016 dient dit reglement aangepast te worden. Een verwijzing naar een betaling of retributie wordt geschrapt (art. 6). Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website en aan de foorreizigers. Het wordt tevens overgemaakt aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, aan de politierechtbank en aan het Agentschap Ondernemen. Juridische grond Gemeentedecreet van 15 juli /16

2 Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten. Regelgeving: bevoegdheid De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel van het gemeentedecreet Regelgeving: openbaarmaking Dit besluit is niet ter inzage op basis van: Financiële en beleidsinformatie Visum: geen visum noodzakelijk Motivering nvt Financiële informatie nvt Stemming op het besluit De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed. Besluit Artikel 1 De gemeenteraad gaat akkoord met het bijgevoegd reglement. Artikel 2 Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 3 Het reglement betreffende kermissen, foren en circussen door de gemeenteraad vastgesteld op 25 juni 2015 wordt opgeheven met ingang van 1 januari Bijlagen 1. bijlage GR ReglementKermisForenCircussen.doc Aldus beslist in bovenvermelde zitting, Namens de gemeenteraad 2/16

3 REGLEMENT betreffende kermissen, foren en circussen HOOFDSTUK 1 DEFINITIES Artikel 1. Kermis: elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door het gemeentebestuur om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen. Kermisactiviteit: elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie. Uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening en risico een instelling (kermis, foor of circus) wordt uitgebaat. Terrein: plaats die door het gemeentebestuur is aangeduid om tijdelijk te worden ingenomen ter gelegenheid van kermissen, foren en circussen. Plaatsmeester: een door de gemeente aangesteld persoon bevoegd voor de coördinatie van de markten, kermissen, foren en circussen. HOOFDSTUK 2 KERMISACTIVITEITEN EN AMBULANTE ACTIVITEITEN IN KERMISGASTRONOMIE OP OPENBARE KERMISSEN Artikel 2. De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid om de data voor de kermissen te bepalen. De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in: Burcht Meikermis Sint-Wivinakermis PLAATS: Kaaiplein DAG: zaterdag, zondag, maandag PERIODE: 1 e zondag van mei Zwijndrecht 1. Sinksenkermis 3/16

4 PLAATS: kerkplein, Michel Vergauwenstraat, Richard Orlentstraat, gemeentelijke parking 1 DAG: zaterdag, zondag, maandag PERIODE: weekend van Sinksen 2. Grote kermis PLAATS: kerkplein, Michel Vergauwenstraat, Richard Orlentstraat, gemeentelijke parking 1 DAG: zaterdag, zondag, maandag, woensdag PERIODE: zondag na 11 juni 3. Jaarmarktkermis PLAATS:kerkplein, Michel Vergauwenstraat, Richard Orlentstraat, gemeentelijke parking 1 DAG: zaterdag, zondag, maandag PERIODE: 1 e maandag van oktober Artikel 3. De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de vermelde periodes. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de opbouw en afbraak van de kermis. Dit gebeurt in overleg met de plaatsmeester. Het college van burgemeester en schepenen zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik (specialisatie en technische specificaties) bepalen. Elke wijziging zal schriftelijk aan de standhouders meegedeeld worden. De actuele plannen kunnen geraadpleegd worden bij de dienst Lokale Economie. Artikel 4. De rijen kramen zullen gescheiden zijn door wegen, uitsluitend bestemd voor de voetgangers of rolstoelgebruikers. Het is verboden het verkeer van de voetgangers te hinderen in de hun voorbehouden doorgangen, door er voorwerpen te plaatsen, te hangen of achter te laten. Het is verboden in de gangen tussen de kramen een rijwiel, bromfiets of motorfiets te besturen of aan de hand te leiden. Artikel 5. De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met of zonder bediening aan tafel: - aan houders van een machtiging als werkgever in kermisactiviteiten voor eigen rekening - aan houders van een machtiging als werkgever in ambulante activiteiten - aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de machtiging als werkgever in kermisactiviteiten. - De uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico s 4/16

5 - het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid (geldt enkel voor vestigingen van kermisgastronomie met of zonder bediening aan tafel). Bijkomende voorwaarden voor kermisattracties: - wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een nietmenselijke energiebron betreft, moet de atrractie voldoen aan de bepalingen van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen; - het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementaire voorschriften betreffende deze materie. Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot 2 rekening houdend met de beschikbare opstellingsruimte. Artikel 6. De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen door het college van burgemeester en schepenen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel. De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk: - in geval van absolute noodzaak; - wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties). De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats. Artikel 7. Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de vacature bekend gemaakt worden via de website en de lokale pers. De kandidaturen kunnen ingediend worden volgens de voorschriften van het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten, en binnen de termijn voorzien in de bekendmaking van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, komen niet in aanmerking. 5/16

6 Artikel 8. Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt het gemeentebestuur of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing. De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van volgende criteria: a) de aard van de attractie of van de vestiging; b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging; c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging; d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging; e) de deskundigheid van de uitbater, van de aangestelde verantwoordelijken en van het tewerkgesteld personeel; f) desgevallend, de nuttige ervaring; g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat. Artikel 9. Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek en de controle van de voorwaarden tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. Artikel 10. De gemeente deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg, als aan elke kandidaat die niet in aanmerking komt, de beslissing die hem aanbelangt mee: aangetekend, door overhandiging,of bij elektronische post (steeds met ontvangstbewijs). Artikel 11. Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat: a) de situering van de standplaats; b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats; c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement; d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend; e) de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van de maatschappelijke zetel; f) inschrijvingssnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat); g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; 6/16

7 h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld; i) in voorkomend geval, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht. Artikel 12. Indien, in de 15 dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven, - hetzij omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure - hetzij omdat ze in die tussentijd vacant zijn geworden, - hetzij tengevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder, kan er worden voorzien in een spoedprocedure: 1 de gemeente raadpleegt de door haar gekozen kandidaten. Zij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats; 2 de kandidaturen worden schriftelijk ingediend tegen ontvangstbewijs; 3 de gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig dit reglement; 4 de gemeente stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend; 5 indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft zij in het proces-verbaal de motivatie van de keuze aan; 6 de toewijzing van de standplaats wordt schriftelijk bekend gemaakt: aangetekend, door overhandiging,of bij elektronische post (steeds met ontvangstbewijs). Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het terrein. De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 13. Het abonnement heeft een duur van 5 jaar. Na afloop van deze termijn wordt het stilzwijgend verlengd tenzij door opschorting of het afstand doen van het abonnement door de houder, of schorsing of opzegging door het gemeentebestuur. De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 14. 7/16

8 De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer: 1 hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen: - door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest, - door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op op het einde van de kermis. Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens 30 dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden. 2 hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft. De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste 3 maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden. De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen. Artikel 15. De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen: - bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste 3 maanden; - bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste 3 maanden;. - indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel De afstand gaat in op de 30e dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid; De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven. De beslissing hangt af van de beoordeling door het college. De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was. De aanvragen van opschorting of afstand van een abonnement worden schriftelijk betekend aan het gemeentebestuur: aangetekend, of door overhandiging of bij elektronische post (steeds tegen ontvangstbewijs). Artikel 16. Het abonnement kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst of opgezegd worden in volgende gevallen: 1 als de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging, 2 als ingevolge een beslissing van het gemeentebestuur of van een andere overheid, de bestemming of de inrichting van het openbaar domein, waarop het abonnement slaat, gewijzigd wordt, 8/16

9 3 indien de abonnementshouder tijdens de lopende abonnementsperiode van 5 jaar gedurende 3 jaren zijn standplaats niet heeft ingenomen. Bij opzegging van het abonnement wordt vooraf het advies van de plaatsmeester ingewonnen. De beslissing tot schorsing of opzegging wordt gemotiveerd en meegedeeld met een aangetekend schrijven of door overhandiging (steeds met ontvangstbewijs). Wanneer de standplaatsen definitief worden opgeheven dienen de voorschriften van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten gevolgd te worden. Artikel 17. De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer: 1) de houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn vestiging(en) stopzet; 2) de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten. In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat: - de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen overneemt; - de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis; - de gemeente vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht. Artikel De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door : 1) de personen aan wie de standplaats toegewezen is, houders machtiging als werkgever in kermisactiviteiten ; 2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houders van de machtiging als werkgever in kermisactiviteiten ; 3) de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de machtiging als werkgever in kermisactiviteiten voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening; 4) de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de machtiging als werkgever in kermisactiviteiten voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening; 9/16

10 5) de personen die beschikken over de machtiging als aangestelde-verantwoordelijke in kermisactiviteiten die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4); 6) aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5). De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden. Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen. 2. De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door: 1) de personen aan wie de standplaats toegewezen is, houders machtiging als werkgever in ambulante activiteiten ; 2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder van een machtiging als werkgever in ambulante activiteiten ; 3) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een machtiging als werkgever voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening; 4) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een machtiging als werkgever voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening; 5) door de personen die beschikken over een machtiging als aangestelde A of een machtiging als aangestelde B, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4); 6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de machtiging ambulante activiteiten als werkgever of van de houder van de machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen. HOOFDSTUK 3 KERMISACTIVITEITEN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN OPENBARE KERMISSEN 10/16

11 Artikel 19. Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten dient dit voorafgaand schriftelijk aan te vragen bij de gemeente. De aanvraag vermeldt volgende gegevens: - naam, voornaam, naam rechtspersoon, adres, telefoonnummer; - inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat); - afschrift van de machtiging kermisactiviteiten; - omschrijving en foto van de attractie; - alle nuttige informatie en documentatie over de attractie, afmetingen, technische specificaties; - aantal woonwagens of caravans met afmetingen; - afschrift van het keuringsattest voor de elektrische voorzieningen en bedrading (erkend keuringsorganisme); - afschrift van het keuringsattest voor de gebruikte gasinstallatie (erkend keuringsorganisme) - attest keuring brandblussers (erkend keuringsorganisme); - verzekeringspolis en laatste kwijting van brandverzekering en verzekering burgerlijke aansprakelijkheid; - afschrift van de risico-analyse van het attractietoestel type A of B (art 10 KB 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen). Artikel 20. Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 7 tot en met 10 van hoofdstuk 2 van dit reglement gevolgd. Artikel 21. De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis zoals omschreven in vorig hoofdstuk kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen. Artikel 22. De vergunning wordt door het college van burgemeester en schepenen toegekend hetzij voor een bepaalde periode, hetzij per abonnement. Een abonnement kan toegekend worden zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende 3 opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. 11/16

12 De regel van 3 jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats. HOOFDSTUK 4 ALGEMENE BEPALINGEN VOOR KERMISSEN, FOREN EN CIRCUSSEN Artikel 23. De plaatsmeester is bevoegd om de documenten die de machtiging en identiteit van de uitbaters aantonen, te controleren. Indien dit noodzakelijk is voor de openbare orde, de veiligheid of de goede organisatie van de markt, kan de plaatsmeester ter plaatse instructies geven aan de uitbaters. De uitbaters dienen zich te schikken naar de onderrichtingen van de plaatsmeester. Artikel 24. Bij onregelmatigheden in kermisinrichtingen zijn de uitbaters verplicht, op de eerste vordering van de burgemeester of de ter plaatse aanwezige officier van de bestuurlijke politie, deze onverwijld te sluiten en gesloten te houden, zolang de burgemeester zulks nodig oordeelt. Hetzelfde voorschrift geldt eveneens voor de uitbaters van de inrichtingen, waarvan de sluiting in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid nodig wordt geacht. De bezoekers moeten, na vordering of het bevel van de sluiting, zich onmiddellijk verwijderen. Artikel 25. De uitbaters, die de voorschriften overtreden of weigeren zich te gedragen naar de onderrichtingen van de burgemeester of diens afgevaardigde zullen, onverminderd de vervolgingen, verplicht zijn hun inrichting af te breken op het eerste bevel. Bij gebreke daarvan zal van ambtswege hiertoe overgegaan worden door het gemeentebestuur. Artikel 26. Niemand mag een kraam, een circus of andere instelling oprichten in de openbare ruimte tenzij men vooraf een schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen heeft. Artikel 27. Alle standhouders dienen maatregelen te nemen ter voorkoming van het bevuilen van de standplaats. Bij het verlaten dient elke standhouder maatregelen te nemen om de standplaats proper achter te laten. Het afval dient terug meegenomen te worden door de standhouder. Artikel /16

13 Tussen de rijen kramen of luifels moet minstens een doorgang van 4 m breedte en 4 m hoogte vrij blijven voor toegang van de hulpwagens van de brandweer. De ondergrondse en bovengrondse watermonden moeten steeds vrij en goed bereikbaar blijven. Artikel Op het terrein mogen alleen wagens worden geplaatst die onmisbaar zijn voor de uitbating van de standen. De burgemeester of zijn afgevaardigde beslist over elke wagen die op het terrein mag staan en waar precies. 2 De wagens die onmisbaar zijn voor de uitbating van de stand (frigowagen en stroomaggregaat), moeten zo dicht mogelijk tegen de stand staan. Voor elke standhouder wordt, indien mogelijk, een ruimte op het terrein voorbehouden om een woonwagen te plaatsen. 1. Bij de toewijzing van de standplaats(en) moet de uitbater de juiste afmetingen opgeven van de woonwagen, en ook van eventuele luifels, terras en trap. De voorbehouden ruimte voor elke woonwagen zal, indien nodig, op het terrein worden afgelijnd en krijgt hetzelfde nummer als de standplaats. 2. De burgemeester of zijn afgevaardigde kan altijd het aantal toegelaten wagens op het terrein beperken. 3. Als de uitbater zijn wagen niet reglementair plaatst of verwijdert, kan de politie dit doen op kosten en risico van de nalatige uitbater. 4. De burgemeester kan toestaan om, reclamedoeken of lichtreclames te plaatsen over de breedte van het gangpad van het terrein, en ten minste 4,20 meter boven de begane grond. Hiervoor moet de uitbater of een door de gemeente goedgekeurde sponsor schriftelijk en voorafgaand toestemming vragen aan de burgemeester. Artikel 30. Het is verboden vuurwerk, speelgoed(stink)bommetjes, springtuigen en dergelijke te geven als prijs voor wie deelneemt aan een spel. Artikel 31. In autoscooters en in alle gelijkaardige of andere door de burgemeester of zijn afgevaardigde aan te duiden standen, is het verboden kinderen jonger dan zeven jaar toe te laten. De wagentjes van deze standen moeten veiligheidsgordels hebben om de kinderen jonger dan 12 jaar vast te riemen. Veiligheidsgordels aanbrengen is niet vereist als kinderen jonger dan 12 jaar vergezeld zijn van een volwassen persoon. Deze verplichting moet met duidelijke opschriften aan het publiek getoond worden. De uitbaters moeten zorgen dat deze veiligheidsmaatregelen stipt worden nageleefd. 13/16

14 De achterwand van elk schietkraam moet helemaal voorzien zijn van ijzeren platen van minstens 4 mm dik. In schietkramen waar uitsluitend wapens met samengeperste lucht gebruikt worden, mogen platen van minstens 2 mm dik worden aangebracht. Schietkramen waar pijl en boog gebruikt worden, moeten zodanig opgesteld en afgeschermd zijn dat niemand, zowel binnen als buiten de stand, door afgeschoten of vallende pijlen kan worden geraakt. In alle standen moeten duidelijke opschriften hangen met de tekst dat het verboden is in zijdelingse richting naar het doel te schieten. Artikel Alle elektrische geleidingen moeten, zowel binnen als buiten de instelling, zorgvuldig en doeltreffend geïsoleerd zijn. Zij moeten van elk aanhechtings-en draagpunt worden geïsoleerd door isolatoren in onbrandbaar materiaal. Ze mogen niet worden vastgehecht aan de woonwagens of voertuigen die op het terrein staan. Schakelaars, meters, stroomonderbrekers, weerstanden en smeltveiligheden moeten aan alle technische eisen voldoen. Ze mogen enkel worden bevestigd op onbrandbaar isolatiemateriaal. De smeltveiligheden moeten van het automatische type zijn. Alle elektrische installaties moeten zijn opgesteld volgens de bepalingen van het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (AREI). 1. De opstellingen van krachtwerktuigen en het drijfwerk van de instellingen moet voldoen aan de bepalingen van het Algemeen Reglement voor de ArbeidsBescherming (ARAB). De aanloopweerstanden moeten bovendien zo opgesteld zijn, dat de elektromachines niet in beweging kunnen komen door nalatigheid, onvoorzichtigheid of kwaadwilligheid. 2. Instellingen zoals autodroom, gocarts, en dergelijke, waarvan de wagentjes rijden met benzinemotoren, worden slechts toegelaten onder de volgende voorwaarden: de inhoud van de benzinetank van elk wagentje mag niet groter zijn dan 1,5 l; de snelheid van de wagentjes mag nooit hoger zijn dan 25 km/uur; de hoeveelheid benzine, die in een goed beschermd reservoir op het terrein wordt toegelaten, mag in geen geval meer dan 50 l bedragen; de wagentjes moeten in één richting rijden en mogen niet botsen. Dit verbod moet via goed zichtbare opschriften aan het publiek worden getoond; kinderen jonger dan 12 jaar worden niet toegelaten. 3. De cabines op het terrein met de inlaatleidingen met veiligheidssluiting van de elektriciteitsmaatschappijen en de verbruikers, moeten zo worden geplaatst en gesloten dat onbevoegde personen niet in deze cabines kunnen. Artikel 33. Volgende standen moeten voorzien zijn van nooduitgangen die aangewezen worden door duidelijke en altijd goed zichtbare opschriften: exhibitie (schouwburg) met of zonder parade, verbruiksgelegenheid, gebaksalon, amusementshal, automatisch behendigheidsspel, cakewalk, spooktrein /lift/kasteel, simulator, lachpaleis en spiegeldoolhof/paleis. Deze nooduitgangen moeten altijd vrij blijven. De deuren 14/16

15 moeten buitenwaarts opendraaien en in geopende stand kunnen worden vastgezet. Trommel- en draaikruisdeuren zijn verboden. Artikel De vloeren en banken moeten in goede staat zijn. Behalve in de loges zijn losse zitplaatsen verboden. 2. Waar de vertoningen in het donker plaatsvinden, moeten de uitgangen en nooduitgangen aangeduid zijn met door de wet of reglement bepaalde verlichte signalisatie. 3. Gangen, trappen, en uitgangen die de toeschouwers of bezoekers gebruiken, hebben een breedte van 1,25 cm per persoon waarvoor een staan- of zitplaats is voorzien en zijn minstens 80 cm breed. De doorgangshoogte moet minstens 2 m bedragen. Het aantal uitgangen hangt af van het aantal staan- en /of zitplaatsen in een instelling: van 1 tot 50 personen: 1 uitgang; van 51 tot 250 personen: 2 uitgangen; van 251 tot 500 personen: 3 uitgangen. Deze uitgangen moeten zo ver mogelijk van elkaar liggen. Artikel Elke uitbater met een kermistoestel van Type A (hoogte > 5 m of snelheid > 10 m/sec) moet een document voorleggen waarin de noodstop- en evacuatieprocedure wordt uitgelegd voor zijn kermistoestel. Dit document is opgesteld in duidelijk Nederlands en goedgekeurd door een onafhankelijk keuringsorganisme. 2. De bevoegde gemeentelijke diensten houden een eerste exemplaar van dit document bij gedurende de duur van de kermis. Een tweede exemplaar moet altijd en onmiddellijk beschikbaar zijn voor inzage op de stand zelf (aan de kassa). 3. Het personeel van de uitbater moet van dit document op de hoogte zijn en de omschreven procedures kunnen uitvoeren. 4. Als het document over de noodstop- en evacuatieprocedure niet aanwezig is op de stand, mag het kermistoestel niet openen. Artikel 36. Kramen die gebruikmaken van gasflessen dienen de bepalingen van hoofdstuk 1 afdeling 14 van het bestuurlijk handhavingsreglement te volgen. HOOFDSTUK 5 TOEZICHT EN SANCTIES Artikel /16

16 De burgemeester heeft altijd het recht aan de uitbaters bijkomende verplichtingen op te leggen, die hij nodig acht om de veiligheid, rust en de goede orde op het terrein te verzekeren. Artikel 38. De uitbater of diens aangestelde zal tijdens de normale openingsuren steeds aan alle bevoegde personen toelating geven voor controle en bezichtiging van de inrichting of installatie. Artikel 39. Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen voorziet, wordt elke overtreding van dit reglement bestraft volgens de bepalingen van hoofdstuk 6 van het bestuurlijk handhavingsreglement. Ilse Weynants gemeentesecretaris Kris Herremans voorzitter Voor eensluidend uittreksel: 31 oktober 2016 Ilse Weynants gemeentesecretaris André Van de Vyver burgemeester 16/16