02015R0534 NL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "02015R0534 NL"

Transcriptie

1 02015R0534 NL Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document B VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) (PB L 86 van , blz. 13) Gewijzigd bij: Publicatieblad nr. blz. datum M1 Verordening (EU) 2017/1538 van de Europese Centrale Bank van 25 augustus 2017 L Gerectificeerd bij: C1 Rectificatie PB L 65 van , blz. 48 (2017/1538)

2 02015R0534 NL B VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) TITEL I ONDERWERP EN DEFINITIES Artikel 1 Onderwerp en algemene beginselen 1. Deze Verordening stelt vereisten vast betreffende de rapportage van door de volgende instellingen bij NBA s in te dienen financiële toezichtinformatie: a) belangrijke kredietinstellingen die internationale standaarden voor jaarrekeningen toepassen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 voor toezichtrapportage op geconsolideerde basis krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013; b) belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de onder punt a) bedoelde, waarop op basis van Richtlijn 86/635/EEG nationale kaders voor financiële verslaglegging op geconsolideerde basis van toepassing zijn; c) belangrijke kredietinstellingen op individuele basis en belangrijke bijkantoren; d) belangrijke kredietinstellingen met betrekking tot in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen; e) minder belangrijke kredietinstellingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 internationale standaarden voor jaarrekeningen toepassen voor toezichtrapportage op geconsolideerde basis krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013; f) minder belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de onder punt e) bedoelde, waarop op basis van Richtlijn 86/635/EEG nationale kaders voor financiële verslaglegging op geconsolideerde basis van toepassing zijn; g) minder belangrijke kredietinstellingen op individuele basis en minder belangrijke bijkantoren. 2. In afwijking van artikel 7 en 14 zijn kredietinstellingen niet verplicht financiële toezichtinformatie op individuele basis te rapporteren overeenkomstig deze Verordening, indien zij een vrijstelling hebben gekregen ten aanzien van de toepassing op individuele basis van prudentiële vereisten overeenkomstig artikel 7 of 10 van Verordening (EU) nr. 575/2013. Indien kredietinstellingen overeenkomstig dit lid geen financiële toezichtinformatie op individuele basis rapporteren, dienen NBA s bij de ECB de in bijlage III of IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde templates in die zij met betrekking tot deze kredietinstellingen verzamelen. 3. Indien bevoegde autoriteiten, waaronder de ECB, van instellingen vergen dat zij op gesubconsolideerde basis voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgelegd in deel twee tot en met vier en deel zes tot en

3 02015R0534 NL met acht van Verordening (EU) nr. 575/2013 en in titel VII van Richtlijn 2013/36/EU overeenkomstig artikel 11, lid 5 van Verordening (EU) nr. 575/2013, voldoen die instellingen tevens op gesubconsolideerde basis aan de in deze Verordening op geconsolideerde basis vastgelegde vereisten. 3 bis. Indien moederinstellingen overeenkomstig artikel 9, lid 1 van Verordening (EU) nr. 575/2013 een individuele consolidatiemethode toepassen, voldoen die instellingen op individuele basis uitsluitend middels de individuele consolidatiemethode aan de in deze Verordening vastgestelde vereisten. 4. NBA s en/of nationale centrale banken mogen de krachtens deze Verordening verzamelde gegevens voor andere taken gebruiken. 5. Deze Verordening doet geen afbreuk aan de standaarden voor jaarrekeningen die onder toezicht staande entiteiten in hun geconsolideerde jaarrekeningen of jaarrekeningen toepassen en wijzigt de voor toezichtrapportage toegepaste standaarden voor jaarrekeningen niet. Aangezien onder toezicht staande entiteiten verschillende standaarden voor jaarrekeningen toepassen, hoeft alleen informatie ingediend te worden met betrekking tot waarderingsvoorschriften, waaronder methoden voor schatting van kredietrisicoverliezen die gelden krachtens de betrokken standaarden voor jaarrekeningen en die de corresponderende onder toezicht staande entiteiten op individuele of geconsolideerde basis toepassen. In dit kader worden specifieke rapportagetemplates ter beschikking gesteld voor onder toezicht staande entiteiten die nationale kaders voor financiële verslaglegging toepassen op basis van Richtlijn 86/635/EEG. Gegevenspunten in de templates die niet van toepassing zijn op de respectievelijke onder toezicht staande entiteiten moeten niet worden gerapporteerd. 6. Belangrijke en minder belangrijke bijkantoren mogen middels de kredietinstelling die hen heeft opgericht informatie indienen die zij krachtens deze Verordening bij de betrokken NBA moeten indienen. B Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verordening zijn, tenzij anders bepaald, de definities in Verordening (EU) nr.468/2014 (ECB/2014/17) van toepassing, samen met de volgende definities: 1. IAS en IFRS : International Accounting Standards en International Financial Reporting Standards, zoals vermeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002; 2. dochteronderneming : een dochteronderneming zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder 16), van Verordening (EU) nr. 575/2013 en die een kredietinstelling is in de zin van artikel 4, lid 1, onder 1), van Verordening (EU) nr. 575/2013; B 4. geconsolideerde basis : geconsolideerde basis zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder 48), van Verordening (EU) nr. 575/2013; 5. gesubconsolideerde basis : een gesubconsolideerde basis zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder 49), van Verordening (EU) nr. 575/2013;

4 02015R0534 NL belangrijke kredietinstelling een kredietinstelling die de hoedanigheid heeft van een belangrijke onder toezicht staande entiteit; 7. minder belangrijke kredietinstelling een kredietinstelling die niet de hoedanigheid heeft van een belangrijke onder toezicht staande entiteit; 8. belangrijk bijkantoor een bijkantoor dat de hoedanigheid heeft van een belangrijke onder toezicht staande entiteit die geen deel uitmaakt van een onder toezicht staande groep en is gevestigd in een deelnemende lidstaat door een kredietinstelling die is gevestigd in een niet-deelnemende lidstaat; 9. minder belangrijk bijkantoor een bijkantoor dat niet de hoedanigheid heeft van een belangrijke onder toezicht staande entiteit en dat geen deel uitmaakt van een onder toezicht staande groep en is gevestigd in een deelnemende lidstaat door een kredietinstelling die is gevestigd in een niet-deelnemende lidstaat. Artikel 3 Wijziging van hoedanigheid van een onder toezicht staande entiteit 1. Binnen het kader van deze Verordening wordt een onder toezicht staande entiteit ingedeeld als belangrijk en wel twaalf maanden nadat zij van een besluit in kennis werd gesteld zoals bedoeld in artikel 45, lid 1 van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17). Deze entiteit rapporteert informatie overeenkomstig titel II van deze Verordening als een belangrijke onder toezicht staande entiteit op de eerste rapportagereferentiedatum die volgt op haar indeling als belangrijk. 2. Binnen het kader van deze Verordening wordt een onder toezicht staande entiteit ingedeeld als minder belangrijk nadat deze entiteit in kennis werd gesteld van een besluit zoals bedoeld in artikel 46, lid 1 van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17). Vervolgens begint deze entiteit met de rapportage van informatie overeenkomstig titel III van deze Verordening. TITEL II RAPPORTAGE DOOR BELANGRIJKE KREDIETINSTELLINGEN OP GECONSOLIDEERDE BASIS EN OP INDIVIDUELE BASIS EN DOOR BELANGRIJKE BIJKANTOREN OP INDIVIDUELE BASIS HOOFDSTUK I Rapportage op geconsolideerde basis Artikel 4 Format en frequentie van rapportage op geconsolideerde basis en rapportagereferentie- en inleverdata voor belangrijke kredietinstellingen die IFRS toepassen voor toezichtrapportage op geconsolideerde basis krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013 Overeenkomstig artikel 99, lid 3 van Verordening (EU) nr. 575/2013 rapporteren belangrijke kredietinstellingen financiële toezichtinformatie op geconsolideerde basis, zoals voorzien in artikel 2, 3 en 10 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014; deze belangrijke kredietinstellingen passen IFRS toe uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1606/2002 voor toezichtrapportage op geconsolideerde basis krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

5 02015R0534 NL Artikel 5 Format en frequentie van rapportage op geconsolideerde basis en rapportagereferentie- en inleverdata voor belangrijke kredietinstellingen die nationale kaders voor financiële verslaglegging toepassen op geconsolideerde basis krachtens Richtlijn 86/635/EEG Overeenkomstig artikel 99, lid 6 van Verordening (EU) nr. 575/2013 rapporteren belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de in artikel 4 genoemde, financiële toezichtinformatie op geconsolideerde basis, zoals bepaald in artikel 2, 3 en 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014; op deze kredietinstellingen zijn op geconsolideerde basis nationale kaders voor financiële verslaglegging van toepassing op basis van Richtlijn 86/635/EEG. HOOFDSTUK II Rapportage op individuele basis Artikel 6 Format en frequentie van rapportage op individuele basis voor kredietinstellingen die geen deel uitmaken van een belangrijke onder toezicht staande groep en voor belangrijke bijkantoren 1. Belangrijke kredietinstellingen rapporteren op individuele basis financiële toezichtinformatie aan de betreffende NBA; deze kredietinstellingen maken geen deel uit van een belangrijke onder toezicht staande groep en passen IFRS toe uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1606/2002, hetzij omdat ze hun jaarrekeningen opstellen overeenkomstig de daarin vermelde standaarden voor jaarrekeningen, hetzij omdat zij deze standaarden toepassen voor toezichtrapportage krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013. Dit geldt ook voor belangrijke bijkantoren. 2. De in lid 1 vermelde financiële toezichtrapportage omvat de in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde informatie, waaronder de in template 40.1 van bijlage III bij die Verordening gespecificeerde informatie; deze financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in dat artikel bepaalde frequentie. 3. Belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de in lid 1 bedoelde, rapporteren financiële toezicht informatie aan de betreffende NBA; deze kredietinstellingen maken geen deel uit van een belangrijke onder toezicht staande groep en op deze kredietinstellingen zijn op basis van Richtlijn 86/635/EEG nationale kaders voor financiële verslaglegging van toepassing. Dit geldt ook voor belangrijke bijkantoren. 4. De in lid 3 vermelde financiële toezichtrapportage omvat de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde informatie, waaronder de in template 40.1 van bijlage IV bij die Verordening gespecificeerde informatie; deze financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in dat artikel bepaalde frequentie. 5. De in lid 2 en 4 gespecificeerde informatie omvat slechts informatie met betrekking tot: a) activa, passiva, aandelenvermogen, baten en lasten die de onder toezicht staande entiteit verantwoordt krachtens de van toepassing zijnde standaarden voor jaarrekeningen; b) blootstellingen en activiteiten buiten de balanstelling waarbij de onder toezicht staande entiteit betrokken is;

6 02015R0534 NL c) andere dan de onder a) en b) gespecificeerde transacties die de onder toezicht staande entiteit uitvoert; d) waarderingsvoorschriften, waaronder methoden voor schatting van kredietrisicoverliezen, die gelden krachtens de betreffende standaarden voor jaarrekeningen en die de onder toezicht staande entiteit toepast. 6. NBA s kunnen de in lid 2 en 4 gespecificeerde bij de ECB in te dienen informatie verzamelen als onderdeel van een breder nationaal rapportagekader dat overeenkomstig de betrokken Unie- of nationale wetgeving ook additionele financiële toezichtinformatie omvat en naast toezichtdoeleinden bijvoorbeeld ook statistische doeleinden dient. 7. In afwijking van lid 2 en 4 rapporteren belangrijke kredietinstellingen, die geen deel uitmaken van een belangrijke onder toezicht staande groep, de informatie bedoeld in template 17.1, 17.2 en 17.3 in bijlage III en bijlage IV, en in template 40.2 in bijlage III en van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening nr. 680/2014 slechts indien zij geconsolideerde financiële jaarrekeningen opstellen. 8. In afwijking van lid 2 en 4 zijn belangrijke bijkantoren niet gehouden de volgende informatie te rapporteren: informatie bedoeld in template 17.1, 17.2 en 17.3 in bijlage III en bijlage IV, en in template 40.1 en 40.2 in bijlage III en bijlage IV bij Uitvoeringsverordening nr. 680/2014. Artikel 7 Format en frequentie van rapportage op individuele basis voor kredietinstellingen die deel uitmaken van een belangrijke onder toezicht staande groep 1. Belangrijke kredietinstellingen rapporteren op individuele basis financiële toezichtinformatie aan de betreffende NBA; deze kredietinstellingen maken deel uit van een belangrijke onder toezicht staande groep en passen IFRS toe uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1606/2002, hetzij omdat zij hun jaarrekeningen overeenkomstig de daarin opgenomen standaarden voor jaarrekeningen opstellen, hetzij omdat zij deze toepassen voor toezichtrapportage krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013. Financiële toezichtrapportage door deze kredietinstellingen vindt plaats volgens de in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 aangegeven frequentie en omvat de in bijlage I gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens. B B 2. NBA's verschaffen de ECB alle, door de NBA verzamelde additionele templates zoals gespecificeerd in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. NBA's stellen de ECB vooraf in kennis van een door hen voorgenomen verzending van een dergelijk additioneel template. 3. Belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de in lid 1 bedoelde, rapporteren financiële toezichtinformatie aan de betreffende NBA; op deze kredietinstellingen zijn nationale kaders voor financiële verslaglegging van toepassing op basis van Richtlijn 86/635/EEG en deze kredietinstellingen maken deel uit van een belangrijke onder toezicht staande groep. 4. De in lid 3 aangegeven financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 aangegeven frequentie en omvat de in bijlage I gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens.

7 02015R0534 NL B 5. NBA's verschaffen de ECB alle, door de NBA verzamelde additionele templates zoals gespecificeerd in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. NBA's stellen de ECB vooraf in kennis van een door hen voorgenomen verzending van een dergelijk additioneel template. 6. De in lid 1, 2, 4 en 5 gespecificeerde informatie wordt gerapporteerd zoals omschreven in artikel 6, lid 5, van deze verordening. 7. NBA's kunnen de in lid 1, 2, 4 en 5 gespecificeerde, aan de ECB te overleggen gegevens verzamelen als onderdeel van een breder nationaal rapportagekader dat, overeenkomstig de betrokken Unie- of nationale wetgeving, ook additionele financiële toezichtinformatie omvat en naast toezichtdoeleinden bijvoorbeeld ook statistische doeleinden dient. Artikel 8 Rapportagereferentie- en inleverdata voor belangrijke kredietinstellingen en belangrijke bijkantoren 1. De in artikel 6 en 7 gespecificeerde informatie met betrekking tot belangrijke kredietinstellingen en belangrijke bijkantoren heeft de volgende rapportagereferentiedata: a) voor kwartaalrapportage, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december; b) voor halfjaarlijkse rapportage, 30 juni en 31 december; c) voor jaarlijkse rapportage, 31 december. 2. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het kalenderjaar tot de rapportagereferentiedatum. 3. In afwijking van lid 1 en 2 geldt dat NBA s de rapportagereferentiedata mogen afstemmen op het einde van het boekjaar, indien belangrijke kredietinstellingen hun jaarrekeningen mogen opstellen op basis van een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar. De aangepaste rapportagereferentiedata zijn drie, zes, negen en twaalf maanden na de start van het boekjaar. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het boekjaar tot de rapportagereferentiedata. 4. NBA s dienen de in artikel 6 en 7 gespecificeerde informatie met betrekking tot belangrijke kredietinstellingen en belangrijke bijkantoren in bij de ECB aan het einde van de werkdag op de volgende inleverdata: a) voor belangrijke kredietinstellingen die geen deel uitmaken van een belangrijke onder toezicht staande groep, en voor belangrijke bijkantoren, de 10-de werkdag volgende op de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata; b) voor belangrijke kredietinstellingen die deel uitmaken van een belangrijke onder toezicht staande groep, de 25-ste werkdag volgende op de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata;

8 02015R0534 NL Opdat NBA s kunnen voldoen aan deze deadlines, besluiten zij wanneer belangrijke kredietinstellingen en belangrijke bijkantoren financiële toezichtinformatie moeten rapporteren. HOOFDSTUK III Rapportage door belangrijke kredietinstellingen met betrekking tot in een niet-deelnemende lidstaat of derde land gevestigde dochterondernemingen Artikel 9 Format en frequentie van rapportage door belangrijke kredietinstellingen ten aanzien van in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen 1. Financiële toezichtinformatie met betrekking tot in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen wordt als volgt gerapporteerd: a) Belangrijke kredietinstellingen waarborgen dat de in paragraaf 1 van bijlage II bedoelde financiële toezichtinformatie ten aanzien van in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen op individuele basis bij de betreffende NBA wordt ingediend; deze kredietinstellingen, waaronder kredietinstellingen die IFRS toepassen voor toezichtrapportage krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013, passen IFRS op geconsolideerde basis toe overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002. De rapportage van financiële toezichtinformatie vindt plaats volgens de in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 aangegeven frequentie. b) Belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de onder punt a) bedoelde, waarborgen dat de in paragraaf 2 van bijlage II bedoelde financiële toezichtinformatie ten aanzien van in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen bij de betreffende NBA wordt ingediend op individuele basis; op deze kredietinstellingen zijn nationale kaders voor financiële verslaglegging van toepassing op geconsolideerde basis op basis van Richtlijn 86/635/EEG. De financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 aangegeven frequentie. 1 bis Lid 1 is slechts van toepassing op de in een deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstelling, en op het hoogste consolidatieniveau, indien meer dan één kredietinstelling binnen een onder toezicht staande groep prudentiële vereisten toepast op geconsolideerde basis. 2. Financiële informatie met betrekking tot dochterondernemingen die een totale activawaarde hebben van 3 miljard EUR, of minder, wordt niet gerapporteerd, zulks in afwijking van lid 1. In dit kader wordt de totale activawaarde vastgesteld op basis van prudentiële rapportage overeenkomstig toepasselijk recht. Indien de totale activawaarde niet op basis van prudentiële rapportage vastgesteld kan worden, wordt de totale activawaarde vastgesteld op basis van de meest recentelijk gecontroleerde jaarrekeningen, en indien die jaarrekeningen niet beschikbaar zijn, op basis van de in overeenstemming met het toepasselijke nationale jaarrekeningenrecht opgestelde jaarrekeningen. 3. De informatie wordt overeenkomstig lid 1 gerapporteerd vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum voor kwartaalrapportage, indien de totale activawaarde van een dochteronderneming op vier achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage hoger is

9 02015R0534 NL dan 3 miljard EUR. Rapportage overeenkomstig lid 1 is niet vereist vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum voor kwartaalrapportage, indien de totale activawaarde van een dochteronderneming op drie achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage 3 miljard EUR bedraagt, of minder. Artikel 10 Rapportagereferentie- en inleverdata voor rapportage door belangrijke kredietinstellingen ten aanzien van in een nietdeelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen 1. De in artikel 9 gespecificeerde informatie wordt verzameld met dezelfde rapportagereferentiedata als financiële toezichtinformatie met betrekking tot de daaraan gerelateerde rapportage op geconsolideerde basis inzake belangrijke kredietinstellingen. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het voor de rapportage van financiële informatie gebruikte boekjaar tot de rapportagereferentiedatum. 2. Zoals bepaald in artikel 9 dienen NBA s informatie in bij de ECB met betrekking tot in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochterondernemingen en wel aan het einde van de 25-ste werkdag volgende op de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata. 3. NBA s besluiten wanneer kredietinstellingen financiële toezichtinformatie moeten rapporteren opdat de NBA s kunnen voldoen aan deze deadline. TITEL III RAPPORTAGE DOOR MINDER BELANGRIJKE KREDIETINSTELLIN GEN OP GECONSOLIDEERDE BASIS EN OP INDIVIDUELE BASIS EN DOOR MINDER BELANGRIJKE BIJKANTOREN OP INDIVIDUELE BASIS HOOFDSTUK I Rapportage op geconsolideerde basis Artikel 11 Format en frequentie van rapportage op geconsolideerde basis voor minder belangrijke kredietinstellingen 1. Minder belangrijke kredietinstellingen rapporteren op geconsolideerde basis financiële toezichtinformatie aan de betrokken NBA; deze kredietinstellingen passen IFRS toe uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1606/2002 voor toezichtrapportage op geconsolideerde basis krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/ De in lid 1 bedoelde financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bepaalde frequentie en omvat de in paragraaf 1 van bijlage I gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens. 3. NBA s dienen door de NBA verzamelde in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde additionele templates bij de ECB in. NBA s stellen de ECB er vooraf van in dat zij voornemens zijn een dergelijk additioneel template te verzenden.

10 02015R0534 NL Minder belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de in lid 1 bedoelde, rapporteren op geconsolideerde basis financiële toezichtinformatie aan de betrokken NBA; op deze kredietinstellingen zijn op basis van Richtlijn 86/635/EEG nationale kaders voor financiële verslaglegging op geconsolideerde basis van toepassing. Die financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bepaalde frequentie en omvat de in paragraaf 2 van bijlage I gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens. 5. NBA s dienen door de NBA verzamelde in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde additionele templates bij de ECB in. NBA s stellen de ECB er vooraf van in kennis dat zij voornemens zijn een dergelijk additioneel template te verzenden. 6. In afwijking van lid 4 en 5 omvat financiële toezichtrapportage de in bijlage III gespecificeerde informatie als gemeenschappelijk minimum in plaats van de in lid 4 van dit artikel bedoelde informatie, zulks betreffende minder belangrijke kredietinstellingen waarvan de totale activawaarde op geconsolideerde basis drie miljard EUR bedraagt, of minder. Binnen dit kader wordt de totale activawaarde van kredietinstellingen op geconsolideerde basis vastgesteld op basis van de prudentiële geconsolideerde rapportage overeenkomstig toepasselijk recht. Indien de totale activawaarde niet op basis van prudentiële geconsolideerde rapportage vastgesteld kan worden, wordt deze vastgesteld op basis van de meest recentelijk gecontroleerde geconsolideerde jaarrekeningen, en indien die jaarrekeningen niet beschikbaar zijn, op basis van de in overeenstemming met het toepasselijke nationale jaarrekeningenrecht opgestelde geconsolideerde jaarrekeningen. 7. Minder belangrijke kredietinstellingen beginnen de informatierapportage overeenkomstig lid 4 en 5 vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum voor kwartaalrapportage, indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling op geconsolideerde basis op vier achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage hoger is dan 3 miljard EUR. Minder belangrijke kredietinstellingen beginnen de informatierapportage overeenkomstig lid 6, indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling op geconsolideerde basis op drie achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage 3 miljard EUR bedraagt, of minder. 8. De in lid 2, 3, 4, 5 en 6 gespecificeerde informatie wordt gerapporteerd zoals bepaald in artikel 6, lid 5 van deze Verordening. 9. NBA s kunnen de in lid 2, 3, 4, 5 en 6 gespecificeerde bij de ECB in te dienen informatie verzamelen als onderdeel van een breder rapportagekader dat, overeenkomstig de betrokken Unie- of nationale wetgeving, ook additionele financiële toezichtinformatie omvat en naast toezichtdoeleinden bijvoorbeeld ook statistische doeleinden dient. Artikel 12 Rapportagereferentie- en inleverdata voor minder belangrijke kredietinstellingen 1. De in artikel 11 bedoelde door minder belangrijke kredietinstellingen op geconsolideerde basis gerapporteerde informatie heeft de volgende rapportagereferentiedata: a) voor kwartaalrapportage, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december;

11 02015R0534 NL b) voor halfjaarlijkse rapportage, 30 juni en 31 december; c) voor jaarlijkse rapportage, 31 december. 2. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het kalenderjaar tot de rapportagereferentiedatum. 3. In afwijking van lid 1 en 2 mogen NBA s de rapportagereferentiedata afstemmen op het einde van het boekjaar, indien NBA s minder belangrijke kredietinstellingen hebben toegestaan dat zij hun financiële toezichtinformatie op geconsolideerde basis rapporteren op basis van een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar. De aangepaste rapportagereferentiedata zijn drie, zes, negen en twaalf maanden na de start van het boekjaar. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd en dekt de periode vanaf de eerste dag van het boekjaar tot de rapportagereferentiedatum. 4. NBA s dienen de in artikel 11 gespecificeerde informatie in bij de ECB aan het einde van de werkdag op de volgende inleverdata: a) voor minder belangrijke kredietinstellingen die zijn gevestigd in een deelnemende lidstaat en die rapporteren op het hoogste consolidatieniveau, de 25-ste werkdag volgende op de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata; b) voor minder belangrijke kredietinstellingen die rapporteren op geconsolideerde basis, met uitzondering van de onder punt a) genoemde, de 35-ste werkdag volgende op de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata; 5. Opdat NBA s kunnen voldoen aan deze deadlines, besluiten zij wanneer kredietinstellingen financiële toezichtinformatie moeten rapporteren. HOOFDSTUK II Rapportage op individuele basis Artikel 13 Format en frequentie van rapportage op individuele basis voor minder belangrijke kredietinstellingen die geen deel uitmaken van een onder toezicht staande groep en voor minder belangrijke bijkantoren 1. Minder belangrijke kredietinstellingen rapporteren op individuele basis financiële toezichtinformatie aan de betrokken NBA; deze kredietinstellingen passen IFRS toe krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002, hetzij omdat ze hun jaarrekeningen opstellen overeenkomstig de daarin vermelde standaarden voor jaarrekeningen, hetzij omdat zij deze toepassen voor toezichtrapportage krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013; deze kredietinstellingen maken geen deel uit van een onder toezicht staande groep. Dit geldt ook voor minder belangrijke bijkantoren. 2. De in lid 1 bedoelde financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bepaalde frequentie en omvat de in paragraaf 1 van bijlage I gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens.

12 02015R0534 NL NBA s dienen door de NBA verzamelde in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde additionele templates bij de ECB in. NBA s stellen de ECB er vooraf van in kennis dat zij voornemens zijn een dergelijk additioneel template te verzenden. 4. Minder belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de in lid 1 bedoelde, rapporteren financiële toezichtinformatie aan de betrokken NBA; op deze kredietinstellingen zijn nationale kaders voor financiële verslaglegging van toepassing op basis van Richtlijn 86/635/EEG; die kredietinstellingen maken geen deel uit van een onder toezicht staande groep. Dit geldt ook voor minder belangrijke bijkantoren. 5. De in lid 4 bedoelde financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bepaalde frequentie en omvat de in paragraaf 2 van bijlage I gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens. 6. NBA s dienen door de NBA verzamelde in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde additionele templates bij de ECB in. NBA s stellen de ECB er vooraf van in kennis dat zij voornemens zijn een dergelijk additioneel template te verzenden. 7. Op lid 2, 3, 5 en 6 zijn de volgende uitzonderingen van toepassing: a) met betrekking tot minder belangrijke kredietinstellingen waarvan de totale activawaarde 3 miljard EUR bedraagt, of minder, omvat financiële toezichtrapportage de in bijlage III gespecificeerde informatie, als een gemeenschappelijk minimum, in plaats van de in lid 2, 3, 5 of 6 gespecificeerde informatie; b) een minder belangrijk bijkantoor rapporteert geen financiële toezichtinformatie, indien de totale activawaarde van dat bijkantoor 3 miljard EUR bedraagt, of minder. 8. Binnen het kader van lid 7 wordt de totale activawaarde van de minder belangrijke kredietinstelling en het minder belangrijke bijkantoor vastgesteld op basis van prudentiële rapportage overeenkomstig toepasselijk recht. Indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling niet op basis van prudentiële rapportage vastgesteld kan worden, wordt de totale activawaarde vastgesteld op basis van de meest recentelijk gecontroleerde jaarrekeningen, en indien die jaarrekeningen niet beschikbaar zijn, op basis van de in overeenstemming met het toepasselijke nationale jaarrekeningenrecht opgestelde jaarrekeningen. Indien de totale activawaarde van een minder belangrijk bijkantoor niet op basis van prudentiële rapportage vastgesteld kan worden, wordt de totale activawaarde vastgesteld op basis van de krachtens Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank gerapporteerde statistische gegevens ( 1 ). 9. Minder belangrijke kredietinstellingen en minder belangrijke bijkantoren beginnen de informatierapportage overeenkomstig lid 2, 3, 5 en 6 vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum voor kwartaalrapportage, indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling, of een minder belangrijk bijkantoor, op vier achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage hoger is dan 3 miljard EUR. Minder belangrijke kredietinstellingen en minder belangrijke bijkantoren beginnen de informatierapportage overeenkomstig lid 7, indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling, of een minder belangrijk bijkantoor, op drie achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage 3 miljard EUR bedraagt, of minder. ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van , blz. 1).

13 02015R0534 NL De in lid 2, 3, 5, 6 en 7 gespecificeerde informatie wordt gerapporteerd zoals bepaald in artikel 6, lid 5 van deze Verordening. 11. NBA s kunnen de in lid 2, 3, 5, 6 en 7 gespecificeerde bij de ECB in te dienen gegevens verzamelen als onderdeel van een breder nationaal rapportagekader dat overeenkomstig de betrokken Unie- of nationale wetgeving additionele financiële toezichtinformatie omvat en naast toezichtdoeleinden bijvoorbeeld ook statistische doeleinden dient. Artikel 14 Format en frequentie van rapportage op individuele basis voor kredietinstellingen die deel uitmaken van een minder belangrijke onder toezicht staande groep 1. Minder belangrijke kredietinstellingen rapporteren op individuele basis financiële toezichtinformatie aan de betreffende NBA; deze kredietinstellingen passen IFRS toe uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1606/2002, hetzij omdat ze hun jaarrekeningen opstellen overeenkomstig de daarin vermelde standaarden voor jaarrekeningen, hetzij omdat zij deze toepassen voor toezichtrapportage krachtens artikel 24, lid 2 van Verordening (EU) nr. 575/2013; deze kredietinstellingen maken deel uit van een minder belangrijke onder toezicht staande groep. 2. De in lid 1 bedoelde financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bepaalde frequentie en omvat de in bijlage II gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens. 3. NBA s dienen door de NBA verzamelde in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde additionele templates bij de ECB in. NBA s stellen de ECB er vooraf van in kennis dat zij voornemens zijn een dergelijk additioneel template te verzenden. 4. Minder belangrijke kredietinstellingen, met uitzondering van de in lid 1 bedoelde, rapporteren financiële toezichtinformatie aan de betrokken NBA; op deze kredietinstellingen zijn nationale kaders voor financiële verslaglegging van toepassing op basis van Richtlijn 86/635/EEG; deze kredietinstellingen maken deel uit van een minder belangrijke onder toezicht staande groep. 5. De in lid 4 bedoelde financiële toezichtrapportage vindt plaats volgens de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bepaalde frequentie en omvat de in bijlage II gespecificeerde gemeenschappelijke minimumgegevens. 6. NBA s dienen bij door de NBA verzamelde in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde additionele templates de ECB in. NBA s stellen de ECB er vooraf van in kennis dat zij voornemens zijn een dergelijk additioneel template te verzenden. 7. In afwijking van lid 2, 3, 5 en 6 omvat financiële toezichtrapportage door minder belangrijke kredietinstellingen, waarvan de totale activawaarde 3 miljard EUR bedraagt, of minder, de in bijlage III gespecificeerde informatie. In dit kader wordt de totale activawaarde van de minder belangrijke kredietinstelling vastgesteld op basis van prudentiële rapportage overeenkomstig toepasselijk recht. Indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling niet op basis van prudentiële rapportage vastgesteld kan worden, wordt de totale activawaarde vastgesteld op basis van de meest recentelijk gecontroleerde jaarrekeningen, en indien die jaarrekeningen niet beschikbaar zijn, op basis van de in overeenstemming met het toepasselijke nationale jaarrekeningenrecht opgestelde jaarrekeningen.

14 02015R0534 NL Minder belangrijke kredietinstellingen beginnen de informatierapportage overeenkomstig lid 2, 3, 5 en 6 vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum voor kwartaalrapportage, indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling op vier achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage hoger is dan 3 miljard EUR. Minder belangrijke kredietinstellingen beginnen de informatierapportage overeenkomstig lid 7, indien de totale activawaarde van een minder belangrijke kredietinstelling op drie achtereenvolgende rapportagereferentiedata voor kwartaalrapportage 3 miljard EUR bedraagt, of minder. 9. De in lid 2, 3, 5, 6 en 7 gespecificeerde informatie wordt gerapporteerd zoals bepaald in artikel 6, lid 5 van deze Verordening. 10. NBA s kunnen de in lid 2, 3, 5, 6 en 7 gespecificeerde bij de ECB in te dienen gegevens verzamelen als onderdeel van een breder nationaal rapportagekader dat overeenkomstig de betrokken Unie- of nationale wetgeving, additionele financiële toezichtinformatie omvat en naast toezichtdoeleinden bijvoorbeeld ook statistische doeleinden dient. Artikel 15 Rapportagereferentie- en inleverdata voor minder belangrijke kredietinstellingen en minder belangrijke bijkantoren 1. De in artikel 13 en 14 gespecificeerde informatie met betrekking tot minder belangrijke kredietinstellingen en minder belangrijke bijkantoren heeft de volgende rapportagereferentiedata: a) voor kwartaalrapportage, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december; b) voor halfjaarlijkse rapportage, 30 juni en 31 december; c) voor jaarlijkse rapportage, 31 december. 2. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het kalenderjaar tot de rapportagereferentiedatum. 3. In afwijking van lid 1 en 2 mogen NBA s de rapportagereferentiedata afstemmen op het einde van het boekjaar, indien NBA s minder belangrijke kredietinstellingen hebben toegestaan dat deze kredietinstellingen hun financiële toezichtinformatie rapporteren op basis van een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar. De aangepaste rapportagereferentiedata zijn drie, zes, negen en twaalf maanden na de start van het boekjaar. Informatie met betrekking tot een periode wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het boekjaar tot de rapportagereferentiedatum.

15 02015R0534 NL NBA s dienen de in artikel 13 en 14 gespecificeerde financiële toezichtinformatie met betrekking tot minder belangrijke kredietinstellingen, en minder belangrijke bijkantoren, in bij de ECB aan het einde van de werkdag op de volgende inleverdata: a) voor minder belangrijke kredietinstellingen die geen deel uitmaken van een belangrijke onder toezicht staande groep, en voor minder belangrijke bijkantoren, de 25-ste werkdag volgende op de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata; b) voor minder belangrijke kredietinstellingen die deel uitmaken van een minder belangrijke onder toezicht staande groep, de 35-ste werkdag volgende op de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bedoelde inleverdata. 5. Opdat NBA s kunnen voldoen aan deze deadlines, besluiten zij wanneer minder belangrijke kredietinstellingen en minder belangrijke bijkantoren financiële toezichtinformatie moeten rapporteren. B TITEL IV GEGEVENSKWALITEIT EN IT-TAAL Artikel 16 Gegevenskwaliteitscontrole NBA's bewaken en garanderen de kwaliteit en betrouwbaarheid van de informatie die aan de ECB wordt toegezonden. In dit kader volgen NBA's de specificaties van de artikelen 4 en 5 van Besluit ECB/2014/29. Artikel 17 IT-taal voor de verzending van gegevens door nationale bevoegde autoriteiten aan de ECB NBA s verzenden de in deze Verordening gespecificeerde gegevens overeenkomstig de betrokken extensible Business Reporting Language taxonomie om te voorzien in een uniform technisch gegevensuitwisselingsformat. Binnen dit kader volgen NBA s de in artikel 6 van Besluit ECB/2014/29 uiteengezette specificaties. B TITEL V OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 19 Overgangsbepalingen 1. Indien een minder belangrijke onder toezicht staande entiteit voor 1 januari 2018 belangrijk wordt, wordt deze entiteit binnen het kader van deze Verordening ingedeeld als een belangrijke onder toezicht staande entiteit, en wel 18 maanden nadat de entiteit in kennis werd gesteld van een besluit, zoals bedoeld in artikel 45, lid 1 van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2017/17).

16 02015R0534 NL Indien de totale activawaarde van een minder belangrijke onder toezicht staande entiteit op individuele of geconsolideerde basis voor 1 januari 2018 hoger is dan drie miljard EUR, rapporteert deze entiteit overeenkomstig de betrokken bepalingen van deze Verordening voor de eerste keer op de rapportagerefentiedatum waarop tussen de drempeloverschrijdingsdatum en deze eerstvolgende rapportagereferentiedatum minstens 18 maanden zijn verstreken. 3. Indien de totale activawaarde van een in een niet-deelnemende lidstaat of een derde land gevestigde dochteronderneming voor 1 januari 2018 hoger is dan drie miljard EUR, wordt de informatie overeenkomstig artikel 9, lid 1 gerapporteerd op de rapportagerefentiedatum waarop tussen de drempeloverschrijdingsdatum en deze eerstvolgende rapportagereferentiedatum minstens 18 maanden zijn verstreken. B Artikel 20 Slotbepalingen Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten op basis van de Verdragen.

17 02015R0534 NL B BIJLAGE I Vereenvoudigde financiële toezichtrapportage 1. Voor M1 onder toezicht staande entiteiten die IFRS toepassen krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002, en tevens voor onder toezicht staande entiteiten die nationale kaders voor jaarrekeningen toepassen op basis van Richtlijn 86/635/EEG welke verenigbaar zijn met IFRS, omvat Vereenvoudigde financiële toezichtrapportage de in tabel 1 opgesomde templates van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/ Voor M1 onder toezicht staande entiteiten die nationale kaders voor jaarrekeningen toepassen op basis van Richtlijn 86/635/EEG, anders dan die welke zijn opgenomen in lid 1, omvat Vereenvoudigde financiële toezichtrapportage de in tabel 2 opgesomde templates van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/ bis. In afwijking van lid 2 kan elke NBA besluiten dat de in lid 2 bedoelde en in hun lidstaat gevestigde entiteiten het volgende moeten rapporteren: a) de in template 9.1 of van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde informatie; b) de in template 11.1 of 11.2 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde informatie; c) de in template 12.0 of 12.1 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde informatie; en d) de in template 16.3 of 16.4 van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 gespecificeerde informatie. B B 3. De informatie in lid 1 en 2 wordt gerapporteerd in overeenstemming met de instructies in bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/ Templates 17.1, 17.2 en 17.3 in tabel 1 en 2 worden slechts verstrekt voor op geconsolideerde basis rapporterende kredietinstellingen. Template 40.1 in tabel 1 en 2 wordt verstrekt voor kredietinstellingen die op geconsolideerde basis rapporteren en voor kredietinstellingen die geen deel uitmaken van een groep en rapporteren op individuele basis. 5. Voor de in deel 2 van de tabellen 1 en 2 van deze bijlage bedoelde drempelberekening is artikel 5 bis, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van toepassing. Tabel 1 Templatenummer Naam van de template of van de groep templates DEEL 1 [DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE] Balans [Overzicht van Financiële Positie] 1.1 Balans: activa 1.2 Balans: verplichtingen 1.3 Balans: eigen vermogen

18 02015R0534 NL Templatenummer Naam van de template of van de groep templates 2 Winst- en verliesrekening Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij 4.1 Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: verplicht tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa voor niet-handelsdoeleinden met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa die als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies zijn aangewezen Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 4.5 Achtergestelde financiële activa 5.1 Uitsplitsing van leningen en voorschotten voor niet-handelsdoeleinden naar product 6.1 Uitsplitsing van leningen en voorschotten anders dan voor handelsdoeleinden aan niet-financiële vennootschappen naar NACE-code Uitsplitsing van financiële verplichtingen 8.1 Uitsplitsing van financiële verplichtingen naar product en naar sector van de tegenpartij 8.2 Achtergestelde financiële verplichtingen Toegezegde leningen, financiële garanties en overige toezeggingen Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en overige toezeggingen 9.2 Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen 10 Derivaten Afdekkingen voor handelsdoeleinden en economische afdekkingen Hedge accounting 11.1 Derivaten Hedge accounting: Uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen 12.1 Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen Ontvangen zekerheden en garanties 13.1 Uitsplitsing van zekerheden en garanties naar leningen en voorschotten anders dan voor handelsdoeleinden aangehouden 13.2 Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende het tijdvak [aangehouden op de rapportagedatum] 13.3 Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] geaccumuleerd 14 Reëlewaardehiërarchie tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst- en verliesrekening 16.1 Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij 16.3 Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden en financiële activa voor handelsdoeleinden en financiële verplichtingen voor handelsdoeleinden naar instrument Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Balans 17.1 Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Activa 17.2 Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Blootstellingen buiten de balanstelling toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

19 02015R0534 NL Templatenummer Naam van de template of van de groep templates 17.3 Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: Verplichtingen 18 Renderende en niet-renderende blootstellingen 19 Respijtblootstellingen DEEL 2 [DRIEMAANDELIJKS MET DREMPEL: DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE OF GEEN RAPPORTAGE] Geografische uitsplitsing 20.4 Geografische uitsplitsing van activa naar vestigingsplaats van de tegenpartij 20.6 Geografische uitsplitsing van verplichtingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij DEEL 4 [JAARLIJKS] Groepsstructuur 40.1 Groepsstructuur: per entiteit Tabel Geografische uitsplitsing van blootstellingen buiten de balanstelling naar vestigingsplaats van de tegenpartij Templatenummer Naam van de template of van de groep templates DEEL 1 [DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE] Balans [Overzicht van Financiële Positie] 1.1 Balans: activa 1.2 Balans: verplichtingen 1.3 Balans: eigen vermogen 2 Winst- en verliesrekening Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij 4.1 Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: verplicht tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa voor niet-handelsdoeleinden met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa die als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies zijn aangewezen Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 4.5 Achtergestelde financiële activa

VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13)

VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) 31.3.2015 NL L 86/13 VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

1 Algemene instructies voor beide sjablonen. 2 Instructies voor het sjabloon betreffende "totale activa" Februari 2015.

1 Algemene instructies voor beide sjablonen. 2 Instructies voor het sjabloon betreffende totale activa Februari 2015. Instructies voor het invullen van de sjablonen betreffende totale activa en totale risicoposten ten behoeve van de verzameling van toezichtsvergoedingsfactoren Februari 2015 1 Algemene instructies voor

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 28.3.2015 NL L 84/67 BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 11 februari 2015 betreffende de methodologie en procedures voor de gegevensvaststelling en -verzameling aangaande voor de berekening

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5959 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, 27.12.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 345/27 VERORDENING (EU) 2017/2395 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft

Nadere informatie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken 23.11.2017 A8-0255/ 001-001 AMENDEMENTEN 001-001 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Peter Simon A8-0255/2017 Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

02016Y0312(02) NL

02016Y0312(02) NL 02016Y0312(02) NL 21.09.2018 004.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn

Nadere informatie

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03 RICHTSNOEREN BETREFFENDE DE OPENBAARMAKING VAN BEZWAARDE EN NIET-BEZWAARDE ACTIVA 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03 Richtsnoeren betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa EBA-richtsnoeren

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 19.9.2015 L 244/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1555 VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2007 VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13)

Nadere informatie

9480/17 ons/ass/ev DG G 1C

9480/17 ons/ass/ev DG G 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 31 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0360 (COD) 9480/17 EF 103 ECOFIN 434 CCG 16 CODEC 873 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 4843 6 maart 208 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 9 maart 208 houdende wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132, L 314/66 1.12.2015 BESLUIT (EU) 2015/2218 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 20 november 2015 betreffende de procedure tot vaststelling van de niet-toepasselijkheid op personeelsleden van het vermoeden

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 5.7.2014 L 198/7 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 januari 2014 betreffende de nauwe samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten die niet de euro als munt hebben

Nadere informatie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 23.11.2017 A8-0255/2 Amendement 2 Roberto Gualtieri namens de Commissie economische en monetaire zaken Verslag A8-0255/2017 Peter Simon Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 23.9.2016 L 257/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2016/1703 VAN DE COMMISSIE van 22 september 2016 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van

Nadere informatie

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer L 107/76 25.4.2015 BESLUIT (EU) 2015/656 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 februari 2015 betreffende de voorwaarden krachtens welke kredietinstellingen overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 6.4.2018 L 90/105 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 15 maart 2018 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/10) DE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 september 2011 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/1/11 REV 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFIN 294 CODEC 917 PARLNAT 203 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Juni Algemene instructies voor beide sjablonen 1

Juni Algemene instructies voor beide sjablonen 1 Instructies voor het invullen van de sjablonen betreffende de totale activa en het totaal van de risicoposten ten behoeve van het verzamelen van de toezichtsvergoedingsfactoren Juni 2017 1 Algemene instructies

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41)

VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41) 31.10.2014 L 311/23 VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 15.3.2019 L 73/93 VERORDENING (EU) 2019/412 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 2019 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 26.3.2018 L 82/3 VERORDENING (EU) 2018/498 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2018 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0360B(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0360B(COD) Europees Parlement 2014-2019 Commissie economische en monetaire zaken 2016/0360B(COD) 6.6.2017 ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9 5.4.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9 VERORDENING (EU) Nr. 313/2013 VAN DE COMMISSIE van 4 april 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 329/6 13.12.2017 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2295 VAN DE COMMISSIE van 4 september 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen

Nadere informatie

1 Algemene instructies voor beide sjablonen 1

1 Algemene instructies voor beide sjablonen 1 Instructies voor het invullen van de sjablonen betreffende de totale activa en het totaal van de risicoposten ten behoeve van het verzamelen van de toezichtsvergoedingsfactoren April 2016 1 Algemene instructies

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/22 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1945 VAN DE COMMISSIE van 19 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot kennisgevingen door en aan vergunningaanvragende

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.10.2016 C(2016) 6624 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.10.2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie

Nadere informatie

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 april 2019

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 april 2019 NL BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 april 2019 betreffende het totale bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht voor 2019 (ECB/2019/10) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

inzake de openbaarmaking van nietrenderende en respijtblootstellingen

inzake de openbaarmaking van nietrenderende en respijtblootstellingen EINDVERSLAG OVER DEFINITIEVE ONTWERPRICHTSNOEREN BETREFFENDE DE OPENBAARMAKING VAN NIET-RENDERENDE EN RESPIJTBLOOTSTELLINGEN EBA/GL/2018/10 17/12/2018 Richtsnoeren inzake de openbaarmaking van nietrenderende

Nadere informatie

EBA-richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2012/5

EBA-richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2012/5 EBA-richtsnoeren inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2012/5 Londen, 27.7.2012 Status van de richtsnoeren 1. Dit document bevat richtsnoeren die zijn uitgebracht op grond van

Nadere informatie

ECB-PUBLIC AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van [datum maand 2016]

ECB-PUBLIC AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van [datum maand 2016] NL ECB-PUBLIC AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van [datum maand 2016] betreffende gemeenschappelijke specificaties voor de wijze waarop nationaal bevoegde autoriteiten ten overstaan van minder

Nadere informatie

C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 13.4.2017 AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 april 2017 betreffende gemeenschappelijke specificaties voor de wijze waarop nationaal bevoegde

Nadere informatie

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 5,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 5, L 366/36 NL VERORDENING (EU) Nr. 1374/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) DE RAAD VAN BESTUUR

Nadere informatie

EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S

EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S 20.3.2019 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 106/1 I (Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S AANBEVELING VAN HET EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.7.2016 C(2016) 4407 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.7.2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017 DANIÈLE NOUY Voorzitter van de Raad van Toezicht ECB-OPENBAAR Aan: de leiding van belangrijke banken Frankfurt am Main, 28 juli 2017 Openbare leidraad betreffende informatie over transacties die de grenzen

Nadere informatie

Richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit

Richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit EIOPA-BoS-15/107 NL Richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. + 49 69-951119-19;

Nadere informatie

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07 Bijlage Circulaire NBB_2018_07 RICHTSNOEREN BETREFFENDE DE UNIFORME OPENBAARMAKING VAN EBA/GL/2018/01 16/01/2018 Richtsnoeren betreffende de uniforme openbaarmaking uit hoofde van artikel 473 bis van Verordening

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 44, lid 2, onder g),

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 44, lid 2, onder g), L 283/28 RICHTLIJN 2001/65/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12086 29 april 2014 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 17 april 2014, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/12 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0360 (COD) 8855/17 LIMITE PUBLIC EF 89 ECOFIN 330 CCG 11 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.6.2017 L 162/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

Bijlage Circulaire NBB_2017_ juni 2014 EBA/GL/2014/04. Richtsnoeren

Bijlage Circulaire NBB_2017_ juni 2014 EBA/GL/2014/04. Richtsnoeren Bijlage Circulaire NBB_2017_03 19 juni 2014 EBA/GL/2014/04 Richtsnoeren inzake geharmoniseerde definities en templates voor de financieringsplannen van kredietinstellingen in het kader van aanbeveling

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3 9.9.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3 VERORDENING (EG) Nr. 1329/2006 VAN DE COMMISSIE van 8 september 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale

Nadere informatie

EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S

EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S 1.2.2019 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 39/1 I (Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO'S AANBEVELING VAN HET EUROPEES COMITÉ VOOR SYSTEEMRISICO

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 28.1.2016 L 21/45 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/100 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met

Nadere informatie

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 24 april 2017

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 24 april 2017 NL ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 24 april 2017 betreffende het totale bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht voor 2017 (ECB/2017/11) DE RAAD VAN BESTUUR

Nadere informatie

Richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2014/07 16/07/2014

Richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2014/07 16/07/2014 EBA/GL/2014/07 16/07/2014 Richtsnoeren inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners 1 Status van deze richtsnoeren Dit document bevat richtsnoeren die zijn uitgevaardigd op grond van artikel

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/18)

VERSLAG (2016/C 449/18) 1.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 449/97 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van

Nadere informatie

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 Londen, 27.7.2012 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen (EBA/GL/2012/4) Status van de richtsnoeren 1.

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 28/03/2018 ESMA70-151-435 NL Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 2 2 Doel...

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 326/34 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2303 VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

02012R1011 NL

02012R1011 NL 02012R1011 NL 01.10.2018 002.002 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn, 89/647/EEG van de Raad met betrekking tot de aanvaarding door toezichthouders van schuldvernieuwingscontracten

Nadere informatie

Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni

Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2103 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.6.2016 C(2016) 3917 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.6.2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2018 C(2018) 915 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.2.2018 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad met

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN XV/6026/99 NL ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN DIRECTORAAT-GENERAAL XV Interne markt en financiële diensten 1 Dit document

Nadere informatie

Circulaire betreffende de richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit

Circulaire betreffende de richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 25 april 2016 Kenmerk: NBB_2016_23 uw correspondent:

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 27.2.2018 L 55/21 VERORDENING (EU) 2018/289 VAN DE COMMISSIE van 26 februari 2018 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft - 1 - DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN 3.4.2018 L 87/3 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2018/519 VAN DE COMMISSIE van 28 maart 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax PERSBERICHT HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel. 31 10 4869911, Telefax 31 10 4850355 Voor publicatie: 17 januari 2006 08.00 uur HUNTER DOUGLAS PRESENTEERT FINANCIËLE RESULTATEN OVER

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 19 oktober 2016 (OR. en) 13471/16 EF 309 ECOFIN 929 DELACT 219 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 19 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 148/56 Publicatieblad van de Europese Unie 2.6.2006 EUROPESE CENTRALE BANK BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 mei 2006 tot wijziging van Besluit ECB/2001/16 inzake de toedeling van monetaire

Nadere informatie

RICHTLIJN 2003/51/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2003/51/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 178/16 RICHTLIJN 2003/51/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7280 13 maart 2014 Regeling van de Nederlandsche Bank NV van 7 maart 2014, kenmerk 2013/346532, houdende wijziging van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 9.1.2015 L 5/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/28 VAN DE COMMISSIE van 17 december 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2001R1207 NL 18.02.2008 002.002 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 VERORDENING (EG) Nr. 1207/2001 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1997 27 januari 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 20 januari 2015, houdende regels met betrekking tot het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 5.3.2016 NL L 60/5 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/313 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 met betrekking tot de maatstaven voor bewaking van de

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.12.2018 C(2018) 7910 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 3.12.2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 137/10 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/824 VAN DE COMMISSIE van 25 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de inhoud en vorm van de beschrijving van de werking

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.7.2018 C(2018) 4438 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 13.7.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.5.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 141/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 468/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 april 2014 tot vaststelling van een

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 310/30 25.11.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2190 VAN DE COMMISSIE van 24 november 2017 tot wijziging en rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2452 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje, L 157/28 BESLUIT (EU) 2016/948 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 1 juni 2016 betreffende de tenuitvoerlegging van het aankoopprogramma bedrijfssector (ECB/2016/16) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE

Nadere informatie

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4 Hoofdstuk 3 23/02/2011 - BvV Inhoudstafel 1 Toepasselijke IFRS normen 1 1.1 Referenties 1 1.2 Toepassingsgebied van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening 1 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 696 Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 teneinde richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 12.11.2015 L 295/11 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2014 VAN DE COMMISSIE van 11 november 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de procedures en templates voor de indiening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 17.6.2016 L 160/23 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/959 VAN DE COMMISSIE van 17 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor marktpeilingen met betrekking tot de systemen en kennisgevingsmodellen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 291/84 VERORDENING (EU) 2017/1989 VAN DE COMMISSIE van 6 november 2017 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie