Update Amsterdamse Avifaunistische Lijst Frank van Groen, 31 augustus 2015

Transcriptie

1 Update Amsterdamse Avifaunistische Lijst Frank van Groen, 31 augustus 2015 In dit artikel wordt op basis van gegevens uit diverse bronnen een herziene versie van de Amsterdamse Avifaunistische Lijst gepresenteerd, ook wel de Checklist van de vogels van Groot Amsterdam of kortweg Amsterdamse Lijst genoemd. Op deze lijst staan alle vogelsoorten die ooit in de Amsterdamse regio in het wild zijn vastgesteld t/m 2014, exclusief ingeburgerde soorten en exoten. Op bijgaande kaart is de begrenzing van de Amsterdamse regio weergegeven. Dit gebied komt overeen met het werkgebied van de vogelwerkgroep Amsterdam. Als eerste stap naar een Avifauna van Amsterdam stelden Kees Hazevoet en Willem van der Waal in 1986 een Checklist van de vogels van Groot Amsterdam samen (Hazevoet en Van der Waal, 1986). Bijna tien jaar later publiceerde Ruud Vlek als vervolg hierop een herziene Checklist van de vogels van Groot Amsterdam onder de titel Het vogelrariteitenkabinet van Amsterdam (Vlek, 1995) en vijf jaar later aan het begin van het nieuwe millennium de Amsterdamse vogelhistorie (Vlek, 2000). De laatste twee publicaties betroffen een speciale uitgave van De Gierzwaluw, het kwartaalblad van de vogelwerkgroep Amsterdam. Ze worden gemakshalve verderop in dit artikel respectievelijk de CGA95 en de AVH genoemd. Voor alle soorten op de nieuwe Amsterdamse Lijst is de actuele status bepaald, gebaseerd op het voorkomen in de periode Het voorkomen van alle soorten met de status dwaalgast in de Amsterdamse regio wordt in dit artikel besproken. De intentie is het voorkomen van de overige soorten in een vervolgartikel te bespreken. De voor de lijst gebruikte soortnamen en soortvolgorde zijn conform de in het tijdschrift Dutch Birding gebruikte systematiek die gebaseerd is op de beslissingen van de CSNA (Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna). Bronnen De gegevens in dit artikel zijn gebaseerd op diverse bronnen. Voor de bepaling van het aantal aanvaarde gevallen van beoordeelsoorten in de Amsterdamse regio is allereerst gebruik gemaakt van de website Dutchavifauna.nl. Daarnaast zijn gegevens gebruikt van de website Waarneming.nl. Aanvullend zijn gegevens uit de CGA95 en de AVH gebruikt. Voor het bepalen van de actuele status van de vogelsoorten op de Amsterdamse Lijst is gebruik gemaakt van gegevens uit Waarneming.nl en van diverse overzichtsartikelen die in De Gierzwaluw zijn verschenen in de afgelopen jaren, aangevuld met expert judgement. Het gaat dan om broedvogeloverzichten (de laatste was Van Groen 2013b), jaaroverzichten (Van Groen, 2013a, 2014a), een overzicht van kolonievogels (Van Groen, 2014b) en een overzicht van broedgevallen van roofvogels en uilen (Van Dijk, 2014). Voorts is gebruik gemaakt van voorlopige verspreidingskaarten van wintervogels en broedvogels die in het kader van Vogelatlas zijn gemaakt door Sovon voor onder meer het werkgebied van de vogelwerkgroep Amsterdam. Deze kaarten zijn deels ook gepubliceerd op Vogelsamsterdam.nl, de website van de vogelwerkgroep. In de CGA95 zijn gevallen van zeldzame soorten meegenomen t/m november De website Waarneming.nl is in 2003 van start gegaan en met ingang van 2007 wordt de waarnemingenrubriek in De Gierzwaluw op basis van ingevoerde waarnemingen in Waarneming.nl samengesteld. Om tot een zo compleet mogelijk overzicht te komen van gevallen van dwaalgasten in de Amsterdamse regio vanaf november 1995 zijn alle gevallen van deze soorten uit Waarneming.nl daarom aangevuld met gevallen uit de periode december 1995 t/m december 2006 uit de waarnemingenrubriek in De Gierzwaluw. Met name van regionale zeldzaamheden zijn door een aantal waarnemers ook waarnemingen van voor 2003 en zelfs 1996 ingevoerd. Voor zover aanwezig in Waarneming.nl zijn ook deze oude gevallen van dwaalgasten opgenomen in dit overzicht, hoewel het beeld van voor 1996 niet compleet zal zijn. Indien relevant wordt daarom bij de bespreking van dwaalgasten voor de periode voor 1996 verwezen naar de CGA95. Tot slot zijn ook de waarnemingen van regionale dwaalgasten die op trektellen.nl zijn gepubliceerd opgenomen in dit overzicht. Aantal soorten in de Amsterdamse regio Op de checklist in de Amsterdamse vogelhistorie staan 313 soorten vermeld. Vier van deze soorten zouden nu niet meer mee tellen omdat de opgevoerde gevallen niet langer worden aanvaard (Stormvogeltje, Renvogel en Poelsnip) of omdat het taxon waar het om gaat tegenwoordig door de CSNA niet als soort wordt beschouwd (Baltische Mantelmeeuw). Na het verschijnen van de AVH is alsnog een aanvaard geval van Poelsnip vastgesteld in de Amsterdamse regio. Baltische Mantelmeeuw wordt momenteel als ondersoort van Kleine Mantelmeeuw beschouwd. Sinds het verschijnen van de AVH zijn 26 soorten voor het eerst vastgesteld in de Amsterdamse regio. Deze soorten staan op chronologische volgorde genoemd in Tabel 1, met eerste waarnemingsdatum en of het een beoordeelsoort (BS) betreft. Het aantal vogelsoorten op de Amsterdamse Avifaunistische Lijst op 31 december 2014 staat aldus op 335 (313 min 4 plus 26). Ingeburgerde soorten en exoten zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Eind 2012 telde de Nederlandse Lijst 511 soorten, waarvan 207 beoordeelsoorten (41%) (Van Bemmelen et al, 2015). Nadien zijn er nog enkele soorten bijgekomen. Dit betekent dat van de soorten die ooit in Nederland zijn vastgesteld ruim 65% ook in de Amsterdamse regio is waargenomen. Amsterdamse Avifaunistische Lijst De nieuwe Amsterdamse Avifaunistische Lijst staat in Tabel 4 Het werkgebied van de vogelwerkgroep Amsterdam.

2 Tabel 1. Nieuwe soorten voor de Amsterdamse regio sinds het verschijnen van de Amsterdamse vogelhistorie (Vlek, 2000), in chronologische volgorde, met eerste datum en of het een beoordeelsoort (BS) betreft. Soort 1e datum BS Soort 1e datum BS Steppearend Ja Zwartkopgors Ja Pontische Meeuw t/m 1997 Terekruiter Ja Krekelzanger Ja Siberische Taling Ja Amerikaanse Smient Ja Dwerggors t/m 2005 Amerikaanse Wintertaling Ja Rotszwaluw Ja Bonapartes Strandloper Ja Pallas' Boszanger t/m 1996 Siberische Tjiftjaf t/m 2011 Poelsnip Ja Ross' Gans Ja Woestijntapuit Ja Flamingo t/m 1992 Steppekiekendief t/m 2011 Vorkstaartmeeuw Oehoe t/m 2003 Buffelkopeend Ja Noordse Pijlstormvogel Cetti's Zanger t/m 2003 Kleine Klapekster Ja Groene Reiger Ja Grote Kruisbek Ja in de bijlage achteraan dit artikel. Op 31 december 2014 telde deze lijst 335 vogelsoorten. Bij elke soort staan de actuele status, de status in 1995, het aantal jaar en het aantal maanden dat de soort in de periode is vastgesteld in de Amsterdamse regio, de seizoenspresentie in de periode en of het een (voormalige) beoordeelsoort betreft met het aantal door de CDNA aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio t/m Status Bij het bepalen van de status van elke soort in de Amsterdamse regio zijn de volgende hoofdcategorieën onderscheiden: Broedvogel (B), Doortrekker (D) en Wintergast (W). Beoordeelsoorten, soorten die in de periode niet zijn waargenomen of soorten met minder dan vijf gevallen in de periode hebben de status dwaalgast gekregen (dw). Naast de hoofdindeling zijn de indicaties jaarvogel (j), zomervogel (z) en onregelmatig voorkomend (o) gebruikt, vaak ook als toevoeging bij de hoofdgroepen B, D en W. Onder onregelmatig voorkomend wordt verstaan dat de desbetreffende soort in de jaren niet in elk jaar in de Amsterdamse regio is vastgesteld. Op basis van de CGA95 en het boek Sijsjes en Drijfsijsjes (Melchers & Daalder, 1996) is de status voor het midden van de jaren negentig bepaald. Voor soorten die sindsdien voor het eerst zijn vastgesteld is voor die periode uiteraard geen status gegeven. De kwalificaties zeldzaam en zeer zeldzaam zijn hierbij vertaald naar dwaalgast, de term schaars is vertaald naar onregelmatig voorkomend. Seizoenspresentie In aansluiting op (Hazevoet en Van der Waal, 1986) en de CGA95 is van elke soort de seizoenspresentie bepaald. Hiertoe is van de afgelopen vijf jaar per soort van elk seizoen het aantal waarnemingen in Waarneming.nl bepaald. Hierbij zijn de zogenaamde meteorologische seizoenen gebruikt. Zo begint de meteorologische winter op 1 december en eindigt op 28 of 29 februari. Het gaat hier dus om vogelwaarnemingen uit de periode 1 december 2009 t/m 30 november Daarnaast is van elke maand in de afgelopen vijf jaar het aantal waarnemingen per soort in Waarneming.nl genomen. Het gaat hierbij dus om de periode 1 januari 2010 t/m 31 december Ook is het aantal jaar en het aantal verschillende maanden bepaald uit deze periode dat een soort is vastgesteld in de Amsterdamse regio. Bovengenoemde gegevens zijn gebruikt om een globale seizoenspresentie te bepalen. Soorten met meer dan 50 waarnemingen in een seizoen die elk jaar worden vastgesteld hebben de indicatie x meegekregen. Soorten die geheel afwezig zijn in een bepaald seizoen in de afgelopen vijf jaar hebben de indicatie a gekregen. Indien in een bepaald seizoen de afgelopen vijf jaar minder dan 50 waarnemingen bekend zijn en of de soort niet elk jaar werd waargenomen wordt de soort als onregelmatig voorkomend beschouwd. Als seizoenspresentie wordt dan de indicatie o toebedeeld. Het gaat dan om minder dan gemiddeld tien waarnemingen per seizoen. Van dwaalgasten worden per geval soms veel waarnemingen ingevoerd, soms meer dan 50 in een seizoen. Een dergelijke soort komt niet elk jaar voor en krijgt dan toch de indicatie o. Regulier in de Amsterdamse regio voorkomende soorten met een lage trefkans worden wel elk jaar waargenomen, maar met minder dan 50 waarnemingen in een bepaald seizoen. Omdat van deze soorten mag worden aangenomen dat ze permanent aanwezig zijn in de Amsterdamse regio, hebben ze toch als seizoenpresentie de indicatie x meegekregen. Voorbeelden zijn Patrijs en Kerkuil. Van de Patrijs zijn alleen in het voorjaar de afgelopen vijf jaar meer dan 50 waarnemingen ingevoerd. Van de Kerkuil zijn in geen enkel seizoen meer dan 50 waarnemingen ingevoerd. Werkwijze bepaling status Door de grote hoeveelheid vogelwaarnemingen die jaarlijks worden ingevoerd in Waarneming.nl is dit een goede bron voor het kwalitatieve voorkomen van vogelsoorten in de Amsterdamse regio. Sinds 2007 gaat het om meer dan waarnemingen per jaar. In de periode ging het om tot waarnemingen per jaar. Aangezien de ene soort populairder is om in te voeren dan de andere hebben het aantal waarnemingen en het aantal individuen maar beperkte zeggingskracht over het absolute aantal vogels in de Amsterdamse regio. Waarnemingen van zeldzame soorten, schaarse soorten en vroege of late waarnemingen van soorten zijn oververtegenwoordigd. Bij de bespreking van zeldzame soorten wordt daarom uitgegaan van het aantal gevallen. Aangenomen wordt dat van zeldzame soorten alle gevallen in de Amsterdamse regio zijn ingevoerd in Waarneming.nl in de periode

3 Bij de bepaling van de status van elke soort zijn de grote lijnen aangehouden. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van hoe de statusaanduiding van de soorten op de Amsterdamse Lijst tot stand is gekomen. De meeste soorten die in Nederland broeden of er de winter doorbrengen trekken ook door. Alleen soorten die in de Amsterdamse regio alleen of vrijwel alleen doortrekken hebben de status D gekregen. Afhankelijk van de strengheid van een winter zijn sommige soorten in meer of mindere mate aanwezig in de Amsterdamse regio. Zo verdwijnen bij een strenge winter soorten als Kievit, Goudplevier, Veldleeuwerik, Witte kwikstaart en Tjiftjaf geheel. In milde winters, waar in toenemende mate sprake van is, zijn deze soorten wel aanwezig. Vier van de vijf hierboven genoemde soorten broeden elk jaar in de regio en krijgen dan ook als status Bj (broedvogel en jaarvogel). Goudplevier heeft als status W. Een soort die hier wel broedt maar die in de winter altijd afwezig is krijgt de status Bz (broedvogel en zomervogel). Een voorbeeld is Fitis. Soorten die voor zover bekend momenteel (in de periode ) niet broeden in de Amsterdamse regio maar wel in alle maanden kunnen worden waargenomen hebben de status j (jaarvogel). Voorbeelden zijn Geoorde Fuut, Bonte Strandloper en Grote Mantelmeeuw. Van Wespendief is broeden niet aangetoond. Wel wordt deze soort in het zomerhalfjaar regelmatig waargenomen en komt voor als doortrekker. De status is dan ook Dz (zomervogel). Soorten die niet elk jaar worden waargenomen en/of waarvan minder dan tien waarnemingen per jaar zijn ingevoerd en alleen als doortrekker voorkomen krijgen de status od (onregelmatige doortrekker). Een voorbeeld is Dwergstern. Soorten kunnen op drie manieren de status dwaalgast krijgen. Wanneer het beoordeelsoorten betreft is geen discussie mogelijk. Een voorbeeld is Sneeuwuil (twee gevallen). De tweede categorie dwaalgasten betreft soorten die de afgelopen vijf jaar niet zijn waargenomen. Een voorbeeld is Strandleeuwerik. De derde categorie betreft soorten waarvan in de periode vijf of minder gevallen in de Amsterdamse regio zijn vastgesteld. Voorbeelden zijn Jan van Gent (in drie jaar met drie gevallen vastgesteld) en Roodkeelpieper (voormalige beoordeelsoort, in drie jaar vastgesteld met vijf gevallen). Soorten zonder bewijsfoto s Een uitdaging voor fotografen vormen soorten waarvan nog geen foto s zijn geüpload in Waarneming.nl voor de Amsterdamse regio. Van de 335 soorten op de Amsterdamse Lijst is dit het geval voor 44 soorten tot en met 31 december Deze soorten staan weergegeven in Tabel 2. De actuele status van vrijwel al deze soorten is dwaalgast. Dit betekent dat er minder dan vijf gevallen zijn in de periode in de Amsterdamse regio. De enige uitzondering hierop vormt IJsgors. De status van deze soort is Doortrekker (D). Van de 44 soorten uit Tabel 2 zijn 25 soorten beoordeelsoort of voormalige beoordeelsoort. De overige 19 soorten zijn regionale zeldzaamheden of doortrekker (1). In 2015 zijn van enkele soorten uit Tabel 2 voor het eerst regionale foto s geüpload in Waarneming.nl, zoals Lachstern, Bijeneter en Grauwe Gors. Dwaalgasten Hieronder worden alle soorten op de Amsterdamse Lijst met de status dwaalgast besproken. Naast alle beoordeelsoorten en vrijwel alle voormalige beoordeelsoorten betreft deze groep vogels ook regionaal zeldzame soorten. Het criterium dat hier gehanteerd wordt om in aanmerking te komen voor de status dwaalgast is dat in de periode er niet meer dan vijf gevallen mogen zijn in de Amsterdamse regio. Voor de volledigheid worden de gevallen van de tot voor kort zeldzame voormalige beoordeelsoorten Zwarte Ibis, Pontische Meeuw, Kleinste Jager en Cetti s Zanger hier ook genoemd, hoewel ze momenteel niet meer voldoen aan het criterium om de status dwaalgast te krijgen. Waarnemingen van zeldzame vogels in Nederland worden beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA). Een soort of ondersoort wordt door de CDNA als zeldzaam beschouwd als er de afgelopen 30 jaar minder dan 60 waarnemingen bekend zijn. Op Dutchavifauna.nl is voor deze zogenaamde beoordeelsoorten nagegaan of er aanvaarde gevallen zijn in de Amsterdamse regio. Het gaat hierbij alleen om gevallen uit de periode dat de desbetreffende soort ook daadwerkelijk een beoordeelsoort was. Wanneer een zeldzame soort algemener wordt kan dat tot gevolg hebben dat gevallen van die soort niet langer beoordeeld worden door de CDNA. Tabel 2. Soorten waarvan t/m 31 dec geen foto is geüpload in Waarneming.nl in de Amsterdamse regio. RZ = regionale zeldzaamheid, BS = beoordeelsoort, VBS = voormalige beoordeelsoort, D = doortrekker. Soort Categorie Soort Categorie Soort Categorie Sneeuwgans RZ Amerikaanse Oeverloper BS Pallas' Boszanger VBS Witbuikrotgans RZ Grote Jager RZ Waterrietzanger VBS Zwarte Zee eend RZ Vorkstaartmeeuw RZ Graszanger VBS Noordse Stormvogel RZ Lachstern VBS Waterspreeuw RZ Noordse Pijlstormvogel RZ Zeekoet RZ Vale Lijster BS Vaal Stormvogeltje RZ Alk RZ Kleine Vliegenvanger RZ Arendbuizerd BS Steppehoen BS Withalsvliegenvanger BS Klein Waterhoen BS Alpengierzwaluw BS Roodkeelpieper VBS Kleinst Waterhoen VBS Bijeneter VBS Frater RZ Kwartelkoning RZ Zwarte Specht RZ Witstuitbarmsijs BS Grote Trap VBS Huiskraai VBS IJsgors D Griel VBS Glanskop RZ Ortolaan RZ Steppekievit BS Rotszwaluw BS Dwerggors VBS Blonde Ruiter BS Kleine Zwartkop BS Grauwe Gors RZ Poelsnip BS Sperwergrasmus VBS

4 Tabel 3. Soorten met de status dwaalgast in de Amsterdamse regio (plus Zwarte Ibis, Pontische Meeuw, Kleinste Jager en Cetti s Zanger), zie tekst, (nvt = niet van toepassing, soort regulier voorkomend). N = totaal aantal gevallen, N1 = aantal gevallen in de periode , N2 = idem , N3 = idem, voor Naam BS N N1 N2 N3 Naam BS N N1 N2 N3 Sneeuwgans Witwangstern t/m Ross' Gans Ja 2 2 Zeekoet Taigarietgans Alk Dwerggans t/m Kleine Alk Witbuikrotgans 2 2 Steppehoen Ja 1 1 Witkopeend Ja Oehoe t/m Eider Sneeuwuil Ja Zwarte Zee eend Nachtzwaluw Buffelkopeend Ja 1 1 Alpengierzwaluw Ja 1 1 Amerikaanse Smient Ja 3 3 Bijeneter t/m Siberische Taling Ja 1 1 Hop Amerikaanse Wintertaling Ja Zwarte Specht Roodkeelduiker Grauwe Klauwier Parelduiker Kleine Klapekster Ja 1 1 IJsduiker t/m Roodkopklauwier 57 t/m Noordse Stormvogel Notenkraker Noordse Pijlstormvogel 1 1 Huiskraai t/m Vaal Stormvogeltje Bonte Kraai nvt 2 34 nvt Jan van gent Kuifmees Kuifaalscholver Glanskop Woudaap nvt 1 3 nvt Kortteenleeuwerik Ja 1 1 Groene Reiger Ja 1 1 Kuifleeuwerik nvt 2 nvt Ralreiger Ja Strandleeuwerik nvt 11 nvt Koereiger t/m Rotszwaluw Ja 1 1 Zwarte Ibis t/m Roodstuitzwaluw t/m Flamingo t/m Cetti's Zanger t/m Vale Gier Ja Baardgrasmus Ja 1 1 Steppekiekendief t/m Kleine Zwartkop Ja 1 1 Grauwe Kiekendief Sperwergrasmus t/m Arendbuizerd Ja 1 1 Pallas' Boszanger t/m Steppearend Ja 1 1 Siberische Tjiftjaf t/m Roodpootvalk t/m Iberische Tjiftjaf Ja Klein Waterhoen Ja 1 1 Krekelzanger Ja Kleinst Waterhoen t/m Orpheusspotvogel t/m Kwartelkoning nvt 3 8 nvt Waterrietzanger 77 t/m Grote Trap vanaf Grote Karekiet nvt 5 25 nvt Griel t/m Graszanger t/m Steppevorkstaartplevier Ja Rotskruiper Ja 1 1 Strandplevier nvt 4 nvt nvt Taigaboomkruiper t/m Morinelplevier Roze Spreeuw t/m Steppekievit Ja 1 1 Waterspreeuw Bonapartes Strandloper Ja 2 2 Vale Lijster Ja 1 1 Gestreepte Strandloper t/m Noordse Nachtegaal t/m Paarse Strandloper Kleine Vliegenvanger Breedbekstrandloper t/m Withalsvliegenvanger Ja 2 2 Blonde Ruiter Ja 1 1 Woestijntapuit Ja 1 1 Poelsnip Ja 1 1 Grote Pieper Terekruiter Ja 1 1 Duinpieper Amerikaanse Oeverloper Ja 1 1 Roodkeelpieper t/m Poelruiter t/m Europese Kanarie Grauwe Franjepoot Frater nvt 1 38 nvt Rosse Franjepoot Witstuitbarmsijs Ja 1 1 Middelste Jager Grote Kruisbek Ja 1 1 Kleinste Jager t/m Roodmus t/m Grote Jager Indigogors Ja 1 1 Vorkstaartmeeuw Ortolaan Pontische Meeuw t/m 1997 nvt nvt nvt Dwerggors t/m Kleine Burgemeester t/m Bruinkopgors Ja 1 1 Grote Burgemeester Zwartkopgors Ja 1 1 Lachstern t/m Grauwe Gors Aantal soorten

5 Andersom kan een voorheen algemene soort zo zeldzaam worden dat door de CDNA besloten wordt gevallen vanaf een bepaald jaar wel te beoordelen. In de Amsterdamse regio geldt dit laatste alleen voor Grote Trap. Vanaf 1987 worden waarnemingen van deze soort beoordeeld door de CDNA. Ook zijn er enkele soorten die voorheen relatief algemeen waren, daarna zo zeldzaam werden dat gevallen door de CDNA werden beoordeeld en recent weer van de lijst van beoordeelsoorten zijn afgevoerd vanwege het toenemend aantal waarnemingen. Dit geldt voor Roodkopklauwier en Waterrietzanger. Waarnemingen van Roodkopklauwier zijn alleen beoordeeld in de periode 1957 t/m 2003, die van Waterrietzanger alleen in de periode 1977 t/m Van alle 39 beoordeelsoorten en 35 voormalige beoordeelsoorten op de Amsterdamse Lijst worden alleen de aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio in dit overzicht genoemd, uiteraard alleen voor de periode dat deze soorten ook daadwerkelijk werden beoordeeld door de CDNA. In de AVH, op Waarneming.nl, op Trektellen.nl en in De Gierzwaluw staan soms nog andere, niet aanvaarde gevallen. Deze gevallen worden in dit overzicht niet genoemd. De voormalige beoordeelsoorten zijn nog steeds relatief zeldzaam en hebben meestal de status dwaalgast in de Amsterdamse regio. Omdat de CDNA soms oude gevallen herziet en mensen achteraf nog waarnemingen kunnen invoeren of verwijderen in Waarneming.nl is het mogelijk dat de gegevens op Dutchavifauna.nl en Waarneming.nl in de toekomst gaan afwijken van de hier gepresenteerde gegevens. In het totaal wordt hieronder het voorkomen van 120 soorten behandeld, waarvan 116 met de status dwaalgast en de reeds hierboven genoemde Zwarte Ibis (onregelmatige zomervogel), Pontische Meeuw (Wintergast), Kleinste Jager (Doortrekker) en Cetti s Zanger (Broedvogel, jaarvogel). Het gaat om 39 beoordeelsoorten, 35 voormalige beoordeelsoorten en 46 regionale zeldzaamheden. Al deze soorten staan genoemd in Tabel 3, met het totale aantal gevallen in de Amsterdamse regio. Dit laatste getal wordt in de daaropvolgende kolommen uitgesplitst in het aantal gevallen in de periode , het aantal gevallen in de periode en het aantal bekende gevallen van voor Ook is vermeld of het een beoordeelsoort betreft en eventueel de periode waarin waarnemingen beoordeeld werden door de CDNA. Van de 120 besproken soorten zijn er 83 waargenomen voor 1996, 97 in de periode en 63 in de periode Bij de soortbesprekingen hieronder staat achter elke soort tussen haakjes het aantal bekende gevallen binnen de regiogrenzen en of het een (voormalige) beoordeelsoort betreft. Onder bekend wordt hier verstaan de gevallen die zijn vermeld op dutchavifauna.nl en Waarneming.nl, aangevuld met gevallen die staan vermeld in De Gierzwaluw uit de periode en regiogevallen die zijn vermeld op de website trektellen.nl. Voor soorten waarvan alle of een deel van de gevallen zijn beoordeeld door de CDNA gaat het alleen om aanvaarde gevallen. Indien van toepassing is ook het jaar vermeld tot en met wanneer waarnemingen zijn beoordeeld door de CDNA en daarna het aantal gevallen sindsdien in de Amsterdamse regio. Daarna volgt voor elke soort een opsomming van de gevallen in de Amsterdamse regio. Omdat van gevallen van zeldzame vogels in Waarneming.nl soms tientallen waarnemingen zijn ingevoerd wordt per geval tussen haakjes het aantal ingevoerde waarnemingen genoemd en of er een foto of geluid is geüpload van het desbetreffende geval (F, G). Tenzij anders vermeld gaat het om één exemplaar. Waarnemingen met een? in Waarneming.nl zijn buiten beschouwing gelaten. Om tot een zo compleet mogelijk beeld te komen vanaf 1995 zijn de gegevens van Waarneming.nl aangevuld met die uit de waarnemingenrubriek uit De Gierzwaluw ( ). Van deze gevallen wordt de jaargang en het nummer genoemd (bv DG34 3). Tevens zijn gevallen van trektellen.nl opgenomen (TT). Indien relevant wordt verwezen naar de CGA95 en de AVH. Het is goed om in het achterhoofd te houden dat mogelijk een aantal gevallen van voormalige beoordeelsoorten bij beoordeling door de CDNA zouden zijn afgewezen. Het gaat dan met name om onbevestigde gevallen, vogels die door één persoon zijn waargenomen en die niet zijn gedocumenteerd met een foto of geluidsopname. Ook onbevestigde gevallen van overige zeldzame soorten kunnen foutieve determinaties betreffen. Sneeuwgans (27) Deze gans wordt met enige regelmaat vastgesteld in de Amsterdamse regio. Niet altijd duidelijk is of het gaat om exoten. Buiten Nederland, zoals in Duitsland, zijn populaties Sneeuwganzen ontstaan die afstammen van verwilderde vogels. Deze vogels kunnen ook in Nederland opduiken. Daarnaast is het mogelijk dat Sneeuwganzen uit Noord Amerika Nederland aandoen. In de periode is er één geval in de Amsterdamse regio. De eerste gedateerde waarneming van Sneeuwgans betreft een groep van 17 vogels die op 15 december 1899 over Artis vloog (AVH). In de CGA95 wordt melding gemaakt van zeven gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl aangevuld met die uit De Gierzwaluw ( ). 20 november 1997, 2 exx, over Duivendrecht (DG36 2). 18 januari 1998, 2 exx, Bloemendalergouw (DG36 2). 1 april 1998, Polder IJdoorn (DG36 2). 5 november 1998, 3 exx, Rijperdwarsweg (DG 37 1). van 11 t/m 13 maart 1999, Waterland (DG 37 2, 3). 16 en 18 april 2000, bij Muiden (2). van 13 februari t/m 18 maart 2000, maximaal 4 exx, Waterland (2) (DG 38 2). 5 augustus 2000, over de Osdorper Bovenpolder (1) (DG38 3/4). 13 december 2000, 3 exx, Rijperdwarsweg (DG 39 1). 3 maart 2002, bij Holysloot in Waterland (1). 17 november 2001, de Munt (DG40 1). 2 december 2001, Bloemendalergouw (DG40 1). van 24 februari t/m 30 april 2002, maximaal 4 exx, Waterland (DG40 2, 3). 5 maart 2003, Durgerdammergouw (DG41 2). 7 december 2003, Polder Opperwoud (1) (DG41 4). 13 februari 2004, Polder IJdoorn (1) (DG42 1). 7 maart 2004, Rijperdwarsweg (1) (DG42 1). 14 april 2004, 3 exx, Polder de Rondehoep (DG42 1). 27 april 2004, over het Diemerpark (1) (DG42 1). van 29 januari t/m 30 maart 2005, maximaal 2 exx, Waterland (1) (DG43 1). 30 maart 2005, Polder Opperwoud (1). 5 november 2005, over Botshol (1).

6 27 november 2005, Polder IJdoorn (DG43 4). 9 december 2006, over de Vijfhoek (DG45 1). 14 november 2007, Polder de Rondehoep (1). van 8 t/m 13 mei 2009, Polder IJdoorn en elders in Waterland (17). 18 mei 2013, Ilperveld (1). Ross' Gans (2, beoordeelsoort) Er zijn twee aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. Een melding van 21 april 2003 in Polder IJdoorn van een geringde vogel betrof een escape. van 5 t/m 23 maart 2004, diverse plekken in Waterland (14) (DG42 1). van 2 feb. t/m 18 april 2005, wederom in Waterland (7). Taigarietgans (escape), Overdiemen, 19 april 2015, Frank van Groen. Taigarietgans (11) In de periode was er slechts één geval in de Amsterdamse regio. De vogel die al sinds 1991 in de omgeving van Overdiemen aanwezig is wordt als escape beschouwd. Deze Taigarietgans was in elk geval 19 april 2015 nog aanwezig. Het eerste regiogeval betrof een vogel die van 8 t/m 27 januari 1979 verbleef op het terrein van Annahoeve in de Watergraafsmeer (AVH). In de CGA95 wordt melding gemaakt van zes gevallen. In hoeverre het hier escapes kan betreffen is niet duidelijk. In het verleden zijn wel fouten gemaakt bij de determinatie van deze soort, mede door een gebrek aan kennis. De laatste waarneming van een wilde vogel betreft een exemplaar op 6 maart 2011 bij Ransdorp. Deze vogel werd tijdens een excursie van de vwg waargenomen en er zijn foto s gemaakt. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 8 t/m 27 januari 1979, Science Park (1), AVH. 16 januari 1979, 16 exx, Overdiemerpolder (1). 4 februari 1996, Noordpolder Muiden (DG34 1/2). van 21 t/m 29 november 1996, Osdorper Bovenpolder (3). 8 januari 1997, 2 exx, Polder de Rondehoep (1). 14 t/m 18 jan. 1997, 1 tot 25 exx, Overdiemerpolder (3). 2 december 2001, Oosterpoel (DG40 1). 7 februari 2002, Zuiderwoude (DG40 2). 16 februari 2002, de Nes (DG40 2). 3 februari 2004, Bovenkerk (DG42 1). 6 maart 2011, bij Ransdorp (1, F). Dwerggans (0, beoordeelsoort t/m 1989, 17) Tot en met 1989 zijn er geen aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. Na 1989 zijn er 18 regiogevallen, waarvan er één als escape wordt beschouwd. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 12 oktober 1996, Polder IJdoorn (1, AVH, DG35 1). 29 november 1997, Barnegat (DG36 2). 21 januari 1998, 1 ad en 2 juv, Rijperweg (DG36 2, 3). 5 november 1999, juv, Rijperweg (DG 37 2). 15 februari 2000, Zuiderwoude (DG 38 2). 16 februari 2002, Rijperweg (DG40 2). 19 januari 2003, 5 exx, Waterland (DG41 2). 11 en 13 februari 2003, Rijperweg (2) (DG41 2). 1 december 2003, Rijperweg (DG41 4). 7 en 25 december 2003, Botshol (2). een ongeringd ex in 2006, 2008, 2009 en 2010 in de Osdorper Binnenpolder wordt beschouwd als escape (65, F). 16 november 2006, 3 exx, Rijperdwarsweg (1) (DG45 1). 28 nov. 2007, 4 exx, overvliegend in Waterland (1). 5 feb. 2010, Aetsveldsche Polder bij Weesp (2). 17 februari 2010, Bloemendalergouw (1). 10 november 2010, Rijperweg (1, F). 26 februari 2012, Poppendammergouw (1, F). 28 dec. 2012, tussen Zunderdorp en Ransdorp (5, F). Witbuikrotgans (2) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 2 maart 1996, bij Uitdam (1, AVH, DG34 3). 25 dec. 1996, 2 exx, Polder IJdoorn (1, AVH, (DG35 2). Witkopeend (3, beoordeelsoort) Er zijn drie aanvaarde gevallen van Witkopeend in de Amsterdamse regio. van 26 jan. t/m 7 maart 1965, in het Nieuwe Diep (4, F). 24 februari 1985, in het Nieuwe Diep (7, F). van 17 t/m 27 januari 1998, wederom in het Nieuwe Diep. Vervolgwaarnemingen op de Ouderkerkerplas van deze vogel waren van 28 januari t/m 1 februari 1998, van 3 t/m 8 februari 1998 en op 14 februari 1998 (61, F, DG36 2). Eider (37) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste regiogeval betrof vijf vogels die werden geschoten op 14 december 1885 (AVH). In de CGA95 wordt de soort als schaarse zwerfvogel omschreven met zes zomergevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 4 maart 1979, op het Noordzeekanaal (1). 6 november 1982, Gouwzee (1). 8 januari 1983, max. 3 exx, bij de Vijfhoek en Zeeburg (2). 11 jan. t/m 14 maart 1983, max. 2 exx, Nieuwe Diep (1). 4 mei 1983, Diemerzeedijk (1). 4 december 1983, 3 exx, Gouwzee (1). 29 december 1983, langs de Markerdijk (1). 10 november 1984, 2 exx, over de Vijfhoek (1). 18 november 1984, 3 exx, over de Vijfhoek (TT). 16 januari 1987, Nieuwe Meer (1). 3 december 1989, Gouwzee (1). 15 mei 1996, Amstel thv de Omval (DG35 1). 25 juli en 8 augustus 1996, J. Israelskade (DG35 1). van 3 jan. t/m 16 mei 1997, Amstel (2) (DG35 2 en 3). van 17 nov t/m febr. 99, Nieuwe Diep (DG 37 1, 3).

7 van 20 dec t/m 13 februari 1999, IJmeer (DG 37 2). van 1 januari 1999 t/m februari 2000, vrouw, Nieuwe Diep (2, DG 37 3, DG 38 2). 13 oktober 1999, Nieuwe Diep (DG 38 2). van 28 november t/m 5 december 1999, onvolwassen man bij de Vijfhoek (1) (DG 38 2). 15 januari 2000, 2 exx, Vijfhoek (DG38 3/4). 15 januari 2000, 1 vrouw, Nieuwe Diep (DG38 3/4). 2 augustus 2001, over de Vijfhoek (TT). 10 oktober 2002, over de Vijfhoek (DG40 4, TT). 3 november 2002, over de Vijfhoek (DG40 4, TT). 20 november 2002, 34 exx, over de Vijfhoek (DG40 4, TT). 24 november 2002, Haven Ballast (DG40 4). 27 juni en 6 juli 2004, Kinseldam (2) (DG42 2). 9 oktober 2004, over de Vijfhoek (DG42 3, TT). 15 december 2004, Diemerpark (DG42 3). van 5 t/m 14 november 2014, op het IJmeer (4). 16 mei 2005, op het IJmeer (1). 19 april 2009, bij Marken (1). 30 juni 2009, bij Marken (1, F). 30 augustus 2010, over het IJmeer (1, TT). 22 sept. 2010, een jonge vogel op het IJmeer (2, F). 29 september 2010, 6 exx, over de Vijfhoek (TT). 23 en 24 april 2013, een vrouw op het IJmeer (3, F). Zwarte Zee eend (30) In de periode was er slechts één geval in de Amsterdamse regio (TT). Tot nu toe is nog geen foto geüpload in Waarneming.nl van deze soort. In de CGA95 wordt de soort een schaarse wintergast genoemd. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 20 nov. 1885, 2 vrouwtjes, geschoten bij Muiden (1, AVH). 2 januari 1979, op het Noordzeekanaal (1). 9 april 1980, op het Noordzeekanaal (1). 8 januari 1983, 3 exx, bij de Vijfhoek (1). 2 november 1984, 10 exx, over de Vijfhoek (TT). 28 januari 1985, op het Noordzeekanaal (1). 16 november 1985, 2 exx, over de Vijfhoek (TT). 13 jan. 1987, 3 vrouwtjes op het Nieuwe Meer (1). 26 oktober 1988, 3 exx, in de Amerikahaven (1). 26 oktober 1991, 9 exx, over het IJmeer (1). 9 november 1996, 3 exx, Vijfhoek, invallend (DG35 1). 16 november 1996, 1 ex > NO, Vijfhoek (DG35 1). 1 december 1996, bij de Vijfhoek (DG35 2). 30 april 1997, 2 exx, bij Marken (1). 13 en 14 december 1998, Vijfhoek (DG 37 2). van 5 t/m 12 december 1999, maximaal 3 exx, Vijfhoek en werkeiland IJburg (DG 38 2). 20 oktober 2000, 2 exx > ZW, Vijfhoek (DG 39 1). 23 februari 2001, bij Uitdam (DG 39 1). 22 september 2002, 7 exx, over de Vijfhoek (DG40 4, TT). 12 oktober 2002, 9 exx, over de Vijfhoek (DG40 4, TT). 30 oktober 2002, 11 exx, over de Vijfhoek (DG40 4, TT). 23 oktober 2005, 2 exx, bij IJburg (1). 7 en 8 oktober 2006, maximaal 9 exx, over de Vijfhoek (DG45 1, TT). 1 november 2006, 42 exx, over de Vijfhoek (DG45 1, TT). 12 november 2006, 6 exx, over de Vijfhoek (TT). 8 en 9 september 2007, 12 exx, bij de Vijfhoek (2, TT). van 6 t/m 12 november 2007, maximaal 29 exx, tussen IJburg en Muiden op het IJmeer (22, TT). Amerikaanse Smient, Middelpolder, 18 april 2008, Kees de Vries. 18 december 2007, bij de Kinseldam (1). 17 oktober 2008, 2 exx, over de Vijfhoek (1, TT). 29 september 2010, 10 exx, over de Vijfhoek (TT). Buffelkopeend (1, beoordeelsoort) Van 5 t/m 19 november 2004 verbleef een man voor de kust van Muiden in het IJmeer en van 24 september t/m 5 oktober 2006 in de Gouwzee. Beide gevallen worden als vervolgwaarnemingen beschouwd van een waarneming van een eerstejaars mannetje op 5 november 2004 bij de IJmeerdijk bij Almere. Ook het bekende mannetje dat al tien jaar terugkeert naar Barendrecht (ZH) om daar te overwinteren wordt tot hetzelfde geval gerekend (56, F, DG44 3). Amerikaanse Smient (3, beoordeelsoort) Er zijn drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. Een geval van een man met een hangende vleugel die verbleef op het Kinselmeer en bij de Kinseldam van 25 januari t/m 3 mei 2008 is niet door de CDNA aanvaard. Hieronder staan de aanvaarde gevallen. van 9 februari t/m 9 maart 2000 en van 18 november 2000 t/m 3 maart 2001, een man op de Ouderkerkerplas (40, DG38 2 en 3/4, DG39 1). van 5 t/m 14 april 2003, een man op de Ouderkerkerplas (27, F, DG41 3). van 6 t/m 23 april 2008, een man in de Middelpolder bij Amstelveen (119, F). Siberische Taling (1, beoordeelsoort) Op 18 mei 2006 werd een mannetje Siberische Taling gezien op het Landje van Geijsel. Van 21 t/m 22 mei 2006 verbleef dezelfde vogel in Polder IJdoorn (72, F, DG44 3). Amerikaanse Wintertaling (2, beoordeelsoort) Er zijn twee gevallen in de Amsterdamse regio. van 5 t/m 6 juni 2001, een man in de plas dras van Polder IJdoorn (3) (DG39 2). 12 april 2014, een man in een plas dras perceel op Marken (1, F). Roodkeelduiker (38) In de periode waren er vijf gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste geval betrof een vogel die op 27 maart 1855 werd geschoten op het IJ (AVH). In de CGA95 wordt Roodkeelduiker een schaarse wintergast genoemd met

8 één zomergeval op 8 juni Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 12 januari 1972, bij boezemgemaal Halfweg (1). 17 januari 1976, over de Vijfhoek (1). 23 januari 1997, bij Halfweg (1). 18 februari 1978, in het Noordzeekanaal (1). 15 februari 1982, in het Noordzeekanaal (1). 27 oktober 1984, over de Vijfhoek (1, TT). 16 februari 1985, in het Noordzeekanaal (1). 25 februari 1985, op het Nieuwe Diep (1). 11 maart en 2 april 1985, Aziëhaven (2). 15 maart 1985, op het Boezemkanaal Halfweg (1). 31 maart 1985, 2 exx in Amsterdam Westpoort (1). 16 november 1985, over de Vijfhoek (TT). 28 februari 1986, in het Noordzeekanaal (1). 3 november 1986, 2 exx, over de Vijfhoek (TT). 16 december 1990, in het Noordzeekanaal (1). 8 maart 1992, boezemkanaal Halfweg (1). 12 jan. t/m 15 februari 1993, op de Ouderkerkerplas (2). 5 maart 1996, vondst Australiëhavenweg (DG34 3). 27 februari 1997, vondst Polder IJdoorn, olieslachtoffer (DG35 2). 15 november 1998, 2 exx > WZW, Vijfhoek (DG37 1). 18 januari 1999, in het Noordzeekanaal (1). 23 november 2001, over de Vijfhoek (TT). 19 t/m 27 januari 2003, Oosterpoel (DG41 2). van 17 t/m 25 januari 2004, bij de Vijfhoek (11, F). 17 jan. t/m 10 februari 2004, bij de Vijfhoek (2) (DG42 1). 7 november 2004, 4 exx, over Vijfhoek (1) (DG42 3, TT). 20 nov. 2005, 2 exx, over de Vijfhoek (1) (DG43 4, TT). 9 oktober 2006, Vijfhoek (DG45 1, TT). 9 november 2007, over de Vijfhoek (TT). 11 en 12 november 2007, op het IJmeer (8). 22 november 2008, 2 exx, over het IJmeer (1, TT). 31 januari 2009, over het IJmeer (1). 26 september 2009, over de Vijfhoek (1, TT). 24 oktober 2010, over het IJmeer (1). 8 oktober 2011, over het IJmeer (2). 9 december 2011, over het IJmeer (1). 6 januari 2012, op het IJ (1). 6 december 2013, over het IJmeer (1). Roodkeelduiker, Vijfhoek, 25 januari 2001, Nirk Zijlmans. Parelduiker (26) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een zeldzame wintergast genoemd, met 19 gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en die uit De Gierzwaluw ( ). 13 januari 1860, geschoten ex, Nieuwe Meer (AVH, 1). 13 januari 1890, geschoten bij Pampus (1). 24 januari 1985, Amerikahaven (1). 16 t/m 27 november 1941, Amstel (1). 2 februari 1957, Sloterplas (1, F). 10 maart 1963, Sloterdijk (1). 16 november 1968, Nieuwe Meer (1). 21 januari 1972, over het Nieuwe Meer (1). 23 januari 1976, Sloterplas (1). 17 december 1978, haven Marken (1). 3 februari 1979, Nieuwe Meer (1). 17 februari 1983, Nieuwe Meer (1). 5 april 1984, 1 ex > NO, over de Vijfhoek (1). 24 januari 1985, Amerikahaven (1). 25 februari 1985, Bovendiep (1). 7 maart 1985, Amerikahaven (1). 20 april 1989, boezemkanaal bij Halfweg (1). 28 februari en 7 maart 1995, Weesp (2). 16 april 1996, 2ekj, IJmeer (DG34 3). 22 en 23 februari 1997, op de voormalige Diemerzeedijk, nu de Vijver van het Diemerpark (1, F) (DG35 2). 14 november 2001, bij de Vijfhoek (1) (DG40 1, TT). 3 en 8 november 2003, Vijfhoek (1) (DG41 4, TT). van 15 jan. t/m 14 februari 2006, Botshol (10) (DG44 1). 10 en 11 november 2007, op het IJmeer (7, TT). 10 december 2011, over het IJmeer (3). 6 januari 2012, over het IJmeer (1). IJsduiker (2, beoordeelsoort t/m 1988, 4) In de periode was er één geval in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt IJsduiker zeer zeldzaam genoemd, met vijf gevallen. Ten tijde van het schrijven van dit artikel waren geen aanvaarde gevallen van IJsduiker gepubliceerd op Dutchavifauna.nl. Ook in de Avifauna van Nederland (Van den Berg & Bosman, 1999) zijn geen gevallen van IJsduiker opgenomen. Er worden twee gevallen van IJsduiker genoemd in de AVH. van 25 nov. t/m 23 december 1973, Nieuwe Meer. 10 januari 1981, Amerika haven. Na 1989 zijn vier gevallen bekend. van 22 november 1997 t/m 24 januari 1998, IJburg/IJmeer (DG36 2, 3). van 17 t/m 19 februari 1999, op het IJmeer en het Kinselmeer (5, F) (DG37 2). 25 nov. 2007, over IJmeer ten noorden van Muiden (1). 17 december 2014, over IJmeer bij Muiden (1, F). Noordse Stormvogel (4) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste zekere regiogeval betreft een vogel die werd gevangen op 15 december 1914 in Amsterdam (AVH). In de CGA95 wordt melding gemaakt van vijf gevallen. Hieronder staan de vier regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl.

9 15 december 1914, vondst, Kloveniersburgwal (1). 28 januari 1964, vondst, Kloveniersburgwal (1). 2 januari 1995, vondst, Zeeburgerpad (1, F). 11 november 2007, over het IJmeer (5). Noordse Pijlstormvogel (1) Het enige in Waarneming.nl vermelde geval van Noordse Pijlstormvogel in de Amsterdamse regio betreft een vogel boven het IJmeer op 8 oktober 2011 (1). Vaal Stormvogeltje (13) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort zeldzaam genoemd, met maximaal 11 gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 26 nov. 1928, gevangen man, langs het Binnen IJ (1, AVH). 30 oktober 1935, gevangen ex, Amsterdam Zuid (1). 29 september 1946, langs de Diemerzeedijk (1). 5 oktober 1947, langs de Diemerzeedijk (1). 3 okt. 1963, platgereden ex, Westerdoksdijk (1). 19 september 1978, boven het IJ thv Centraal Station (1). 16 september 1987, over Amsterdam ZO (1). 19 november 1998, vondst van man, Wertheimpark (1). 24 en 25 september 2004, over het IJmeer (6) (DG42 3). 25 november 2005, verzwakt ex in Amstelveen, op 26 november vrijgelaten op strand van Katwijk (1) (DG43 4). 9 november 2007, 2 exx over het IJmeer (1). 8 oktober 2011, over het IJmeer (3). 11 oktober 2011, over het IJmeer (1). Jan van gent (9) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een zeldzame stormgast genoemd, met maximaal 17 gevallen. Hieronder staan de negen regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 20 september 1962, boven Osdorp (1). in 1965 een waarschijnlijk in het najaar van een weiland opgeraapte eerstejaarsvogel bij Halfweg (1) 15 oktober 1991, boven Amstelveen (1). 23 oktober 1991, boven het Noordzeekanaal (1). 23 februari 1992, boven de Vijfhoek (1). 9 februari 2000, boven de Ouderkerkerplas (1). 10 oktober 2011, bij Schiphol (1). 7 november 2013, over het IJmeer (1). 22 oktober 2014, over het IJmeer (3, F). Jan van gent, IJmeer, 22 oktober 2014, Wim van der Schot. Woudaap nog een reguliere broedvogel in Botshol. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl vanaf 1985 en De Gierzwaluw ( ). 16 mei 1985, bij Botshol (1). 12 september 1993, bij Botshol (1). 9 mei 2003, Polder IJdoorn (DG41 3). 29 april 2007, Blijkmeer (1). 22 juli 2009, Tweede Diem (1). van 9 t/m 20 juli 2011, Amsterdamse Golfclub bij de Hoge Dijk (6). Groene Reiger (1, beoordeelsoort) Het eerste geval van Groene Reiger in Nederland betrof een jonge vogel die van 25 april t/m 24 juni 2006 verbleef langs het jaagpad bij het Nieuwe Meer. Er zijn 359 meldingen in Waarneming.nl uit 2006 in de Amsterdamse regio (DG44 3). Dezelfde vogel verbleef van 14 t/m 30 september 2006 en van 31 mei t/m 27 juni 2007 ook in de Noorder IJplas, net buiten de regiogrenzen. Ralreiger (3, beoordeelsoort) Op 10 augustus 1903 werd een Ralreiger geschoten bij Aalsmeer, net buiten de regiogrenzen. Er zijn drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. 22 mei 1943, Botshol. van 3 t/m 10 juli 1943, Amsterdamse Bos bij Nieuwe Meer (1). 22 juni 2007, Science Park. Op 23 juni 2007 zat dezelfde Kuifaalscholver (4) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een zeldzame wintergast genoemd, met maximaal zes gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 1 maart 1939, vondst van mannetje in het Oostelijk Havengebied (1, AVH). van 11 t/m 15 nov. 1998, bij de Vijfhoek (2, F, DG37 1). 3 mei 1999, Alexanderkade (DG37 4). 1 dec. 2000, 1 ex > WZW over de Vijfhoek (DG39 1). Woudaap (6 gevallen vanaf 1985) In de periode was er slechts één geval in de Amsterdamse regio. In het begin van de jaren tachtig was Groene Reiger, NieuweMeer, Oeverlanden Noord, 28 april 2006, Robert Heemskerk.

10 vogel bij een waterpartij in Diemen (33, F). Koereiger (3, beoordeelsoort t/m 1996, 11) Er zijn drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. 16 september 1983, over de Vijfhoek (TT). van 20 oktober t/m 20 november 1985, Aalsmeer (11, F). van 12 t/m 24 september 1989, in Waterland (9). Na 1996 zijn er elf regiogevallen. 25 april 1998, 1 ex > Z, Binnengouw (DG36 3). 2 oktober 2002, Overdiemerpolder (2, F, DG40 4, TT). 13 april 2006, bij Uithoorn (1). 19 april 2007, over de Kinseldam (1). 24 mei 2007, over de Vijfhoek (1). 28 april 2008, 4 exx, Polder de Rondehoep (1). van 17 t/m 25 april 2009, in Waterland (20, F). van 13 nov. t/m 30 december 2011, 2 exx, Ilperveld (6, F). 29 april 2014 en 5 juli 2014, in Waterland (2, F). 26 augustus 2014, Bovenkerkerpolder (2, F) 31 december 2014, Polder de Rondehoep (1, F). Zwarte Ibis (3, beoordeelsoort t/m 1999, 9) Er zijn drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. van 5 juni t/m 10 juli 1971, Bijlmermeer (1). 26 augustus 1979, 3 exx, over boerderij Meerzicht. 29 oktober 1983, bij Ransdorp. Tussen 1983 en 2011 is er geen enkele regiogeval, vanaf 2011 maar liefst negen. 29 oktober 2011, Polder de Rondehoep (2). 30 april 2012, overvliegende ex, Broek in Waterland (1). van 3 mei t/m 3 juni 2012, maximaal 2 exx, Volgermeerpolder en Polder IJdoorn (94, F). van 25 juli t/m 28 augustus 2012, Volgermeerpolder en Polder IJdoorn (19, F). 22 september 2012, over de Vijfhoek (4, F, TT). 20 juni 2013, op Schiphol (1). 5 oktober 2013, 5 exx, over de Vijfhoek (3, F, TT). 19 oktober 2013, over Weesp (1). tussen 4 mei en 8 juni 2014, maximaal 2 exx, bij Amstelveen en op het Landje van Geijsel (3, F). Flamingo (0, beoordeelsoort t/m 1992, 1) Er zijn geen aanvaarde gevallen van Flamingo in de Amsterdamse regio. Na 1992 is er één zeker geval. van 20 augustus t/m 18 sept verbleven twee jonge vogels op de Kinseldam en in Polder IJdoorn (138, F). Een vogel die op 14 mei 2007 werd opgemerkt bij de Mondriaantoren (1 waarneming) betreft waarschijnlijk een Chileense Flamingo. Drie dagen later zat namelijk een Chileense Flamingo op de Kinseldam. Vale Gier (3, beoordeelsoort) Er zijn drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. van 28 april t/m 3 mei 1993, bij Ransdorp. De gekleurringde vogel werd voordat hij opdook in Waterland voor het laatst gezien op 26 april 1992 in Noord Italië en uiteindelijk geschoten op 9 november 1995 in Slovenië (34). 3 juli 2001, 18 exx, over Uithoorn. Eén van deze vogels was geringd op 14 september 1999 in Logroño, La Rioja, Spanje (1). 12 juni 2010, over de Broekermeer (1, F). Steppekiekendief, Aetsveldsche Polder, 25 september 2011, Ricardo van Dijk. Steppekiekendief (2, beoordeelsoort t/m 2011) Er zijn twee aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. 4 oktober 2009, in Waterland (1, F). 25 september 2011, in de Aetsveldsche Polder (2, F). Grauwe Kiekendief (10) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste geval betrof een vogel op 1 juni 1935 op de Diemerzeedijk (AVH). In de CGA95 wordt de soort een zeer schaarse doortrekker genoemd, met minder dan 40 gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 26 april 1978, bij de Houtrakpolder (1). 30 april 1993, over het Amsterdamse Bos (1). 15 juli 1999, over Schiphol (1). 16 mei 2005, over de Kinsel (1, F) (DG43 2). 18 mei 2008, boven het Schinkelbos (1). 13 juni 2008, op Schiphol (1). 11 september 2009, over het Kinselmeer (1). 6 mei 2011, boven het Ilperveld (1). van 27 juni tot 30 juni 2013, op Schiphol (13, F). Arendbuizerd (1, beoordeelsoort) Het enige regiogeval betreft een op 12 december 1905 te Buiksloot gevangen vogel die op 23 januari 1909 overleed en als balg in een museumcollectie is opgenomen. Steppearend (1, beoordeelsoort) Er is één aanvaard geval van Steppearend in de Amsterdamse regio. In heel Nederland zijn slechts vier aanvaarde gevallen. De Amsterdamse vogel werd op 31 mei 1998 door twee mensen even ten zuiden van Monnickendam waargenomen (1, F, DG40 3). Er konden enkele goede foto s gemaakt worden. Roodpootvalk (1, beoordeelsoort t/m 1978, 19) Ten tijde van het schrijven van dit artikel waren geen aanvaarde gevallen van Roodpootvalk gepubliceerd op Dutchavifauna.nl. Ook in de Avifauna van Nederland (Van den Berg & Bosman, 1999) zijn geen gevallen van Roodpootvalk opgenomen voor de Amsterdamse regio. In de periode was er één regiogeval. In de CGA95 wordt Roodpootvalk een zeer schaarse doortrekker genoemd, met 21 gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ).

11 5 mei 1947, Schiphol (1, AVH). 15 augustus 1983, over de Vijfhoek (1, TT). 15 mei 1998, 1 subadulte man > ZO, Proefeiland IJburg (DG36 3). 13 mei 1999, over de Broekermeer (1). 1 aug. 2002, VTC Tuinwijck Amsterdam Noord (DG40 3). 27 mei 2005, over Sloterdijk (1). 14 juli 2005, op de Vijfhoek (1, DG43 4, TT). 15 september 2006, over de Vijfhoek (1, DG44 3, TT). 13 november 2006, Vijfhoek (DG45 1). 12 en 13 mei 2007, Schiphol (6). 7 mei 2008, over de Nes in Waterland (1). 11 mei 2008, Botshol (1). 18 mei 2008, Australiëhavenweg (1). 19 en 20 mei 2008, Schiphol (3). 21 mei 2008, Bovenkerkerpolder (1). 31 mei t/m 6 juni 2008, Westpoort (32, F). 19 april 2009, over de Vijfhoek (1). 17 sept. 2009, volkstuincomplex Amstelglorie (1, F). 20 september 2014, langs de A1 bij Muiden (1). Roodpootvalk, Afrikahaven, 1 juni 2008, Ruud Altenburg. Klein Waterhoen (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een paar met vijf jongen uit een nest met zes eieren dat van 1 t/m 29 juli 1951 in Botshol aanwezig was. Gevallen van voor 1980 die geen betrekking hebben op gevangen, op geluidsband opgenomen, gefotografeerde of verzamelde individuen moeten nog worden herzien en zijn nog niet vermeld op dutchavifauna.nl. Kleinst Waterhoen (5, beoordeelsoort t/m 2006, 1) Tot en met 2006 zijn er vijf gevallen in de Amsterdamse regio. 8 augustus 1874, bij Ilpendam. 4 juli 1924, vondst van levend ex bij de effectenbeurs op het Damrak. Het dier overleed enkele dagen later in Artis. De overige drie gevallen hebben betrekking op broedgevallen in de Bijlmermeer in de jaren 1964, 1965 en Het gaat om waarnemingen tussen 2 t/m 18 juli 1964 die horen bij drie broedgevallen, van 5 t/m 19 juni 1965 van één broedgeval en waarnemingen tussen 11 juni t/m 4 augustus 1971 die horen bij vier broedgevallen waarvan twee succesvol waren. Het enige regiogeval na 2006 betreft een roepende vogel in Varkensland tussen 8 en 18 juni 2008 (7, G). Kwartelkoning (13) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een onregelmatige doortrekker en mogelijke broedvogel genoemd. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 7 okt. 1887, verzameld in de Diemerpolder (1, F, AVH). 20 augustus 1949, verzameld in Botshol (1, F). van 24 t/m 29 mei 1993, bij Ruigoord (4). 13 oktober 1996, Diemerpark (1) (DG35 4). 11 juni 1997, Zuiderwoude (DG35 4). 25 t/m 30 mei 1998, Aandammerbrug (DG36 3). 25 t/m 27 mei 1999, Middelpolder (DG37 3). 10 juni 1999, in de Nes, Waterland (1). 17 juni 2000, Osdorperbinnenpolder (DG38 2). van 4 t/m 9 juni 2007, Middelpolder (7, G). van 13 t/m 23 mei 2010, Bovenkerkerpolder (35, G). 1 juni 2012, Ilperveld (1). van 2 t/m 6 juni 2012, Bovenkerkerpolder (8, G). Grote Trap (1, vanaf 1986 beoordeelsoort, 0) Vanaf 1986 worden alle gevallen van Grote Trap door de CDNA beoordeeld. Sinds die tijd zijn er geen gevallen in de Amsterdamse regio. De soort broedde vóór 1800 nog in ons land en toen kwamen in het najaar hoge aantallen naar Nederland. In de 20e eeuw waren er twaalf invasies. De laatste was in Mogelijke regiogevallen betreffen een op 18 december 1902 bij Oostzaan geschoten vrouwtje en een vogel op 31 december 1890 in de Haarlemmermeer (geen nadere plaatsaanduiding). Het enige zekere regiogeval betreft een op 19 januari 1985 bij Zunderdorp gevangen vogel die vijf dagen later in Artis stierf. Griel (0, beoordeelsoort t/m 2008, 1) Voor 2009 zijn er geen aanvaarde gevallen van Griel in de Amsterdamse regio. De soort staat wel genoemd in de AVH met een waarneming van 25 april 1937 in de Amsterdammer Polder. Sinds 2008 betreft de enige waarneming een overvliegende vogel op 2 oktober 2011 bij Schiphol (1). Er is helaas geen foto of geluidsopname van deze vogel gemaakt. Steppevorkstaartplevier (2, beoordeelsoort) Er zijn twee gevallen in de Amsterdamse regio. 27 mei 1958, Buitenveldert (1). 24 augustus 2006 en van 13 t/m 18 september 2006, de Kinsel en bij Ransdorp (29, F, DG44 3). Strandplevier (9 gevallen vanaf 2007) Deze kustvogel wordt tegenwoordig alleen in het voorjaar opgemerkt en is de afgelopen vijf jaar maar in drie jaar waargenomen, met vier gevallen. Daarnaast werd de soort in het voorjaar van 2013 waargenomen op het Natuureiland bij IJburg (med. H. Fabritius). Vroeger broedde Strandplevier ook in de Amsterdamse regio, zoals in het westelijk havengebied (jaren 80) en op de Kinseldam ( ). Hieronder staan de negen regionale gevallen vanaf 2007 uit de database van Waarneming.nl. van 13 t/m 27 mei 2007, Polder IJdoorn (4).

12 28 mei 2007, IJburg (1). 15 juni 2007, Polder IJdoorn (2). 8 en 17 augustus 2007, Polder IJdoorn (2). 30 en 31 augustus 2009, Polder IJdoorn (2). 2 april 2012, Landje van Geijsel (2, F). 20 april 2013, Amsterdam Zeeburg (1). 17 mei 2013, bij het IJmeer (1). 15 mei 2014, Polder IJdoorn (5). Morinelplevier (9) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt Morinelplevier een zeldzame doortrekker genoemd met zeven gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 20 september 1964, Groote IJpolder (1, AVH). 24 mei 2004, 5 exx, Polder de Rondehoep (2) (DG42 2). 26 aug. 2004, 37 exx, over de Vijfhoek (1) (DG42 2, TT). 12 september 2005, over Diemen (1). 20 september 2005, 2 exx, over IJburg (1). 19 september 2006, op Schiphol (1). 13 april 2000, over het Ilperveld (1, alleen gehoord). 26 augustus 2012, over het IJmeer (1). 12 mei 2014, 4 exx, Schiphol bij 2000 El (7, F). Steppekievit (1, beoordeelsoort) Er is één aanvaard geval. Het betreft een vogel op 1 mei 1968 in de Middelpolder (1). Bonapartes Strandloper (2, beoordeelsoort) Er zijn twee aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. van 10 t/m 12 augustus 2001, in Polder IJdoorn (15). 24 en 25 juli 2004, op de Kinseldam (12) (DG42 2). Gestreepte Strandloper (3, beoordeelsoort t/m 1999, 7) Tot en met 1999 zijn er drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. van 28 september t/m 5 oktober 1969, in het westelijk havengebied bij de Amerikahavenweg (1, F). van 29 t/m 30 september 1974, in de omgeving van de Gaasperplas (1, F). 14 augustus 1975, bij de Gaasperplas (1). Vanaf het jaar 2000 zijn er zeven gevallen in de Amsterdamse regio, waarvan zes in of bij Polder IJdoorn. van 4 aug. t/m 18 sept. 2002, Polder IJdoorn (5) (DG40 3). 10 en 13 september 2003, Polder IJdoorn (1) (DG41 3). van 3 t/m 26 juli 2004, Polder IJdoorn en Kinseldam (21) (DG42 2). 12 en 13 mei 2005, Polder IJdoorn (1, F) (DG43 2). 21 mei 2006, Polder IJdoorn (1). van 11 t/m 17 mei 2011, Polder IJdoorn (20, F). van 2 t/m 12 okt. 2013, Bovenkerkerpolder (77, F). Paarse Strandloper (5) In de periode was er één geval in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt melding gemaakt van vijf gevallen. Hieronder staan de vijf regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 27 oktober 1929, op Marken (1, AVH). oktober 1969, vondst, later opgezet, Slotervaart (1). 25 augustus 1963, vangst, Diemerzeedijk (1). 10 augustus 2005, Kinseldam (1) (DG43 4). Morinelplevier, Schiphol, 12 mei 2014, William Price. 22 september 2014, Pier van Muiden (3). Breedbekstrandloper (1, beoordeelsoort t/m 2002, 5) Er is één aanvaard geval in de Amsterdamse regio. Het betreft een vogel op 22 mei 1966 in het Westelijk Havengebied (1). Na 2002 zijn er vijf regiogevallen. van 3 t/m 17 juli 2004, Polder IJdoorn (18, F) (DG42 2). van 14 t/m 20 sept. 2006, Polder IJdoorn (42, F) (DG44 3). 10 mei 2009, Landje van Geijsel (1). van 10 t/m 17 mei 2010, Landje van Geijsel (31, F). 10 juli 2014, Polder IJdoorn (18, F, G). Blonde Ruiter (1, beoordeelsoort) Er is één aanvaard geval in de Amsterdamse regio. Het betreft een vogel op 12 november 1955 in Slotervaart (1). Poelsnip (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde regiogeval betreft een vogel op 7 mei 2008 in de Bovenkerkerpolder (1). Terekruiter (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval betreft een vogel op 4 mei 2006 op de Kinseldam (1, F) (DG44 3). Amerikaanse Oeverloper (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde regiogeval betreft een vogel van 23 t/m 28 augustus 1980 in de Diemerpolder (1). In heel Nederland waren eind 2014 slechts drie aanvaarde gevallen. Poelruiter (6, beoordeelsoort t/m 1992, 10) Er zijn zes aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. 19 september 1961, bij Sloterdijk (1). Breedbekstrandloper, Polder IJdoorn, 10 juli 2014, Edial Dekker.

13 van 24 t/m 29 augustus 1966, bij Sloterdijk. van 3 tot 9 juni 1968, in de Bijlmermeer. 1 juni 1971, in de Bijlmermeer. van 1 t/m 7 juli 1979, bij Badhoevedorp (1). 26 en 27 juli 1979, bij Badhoevedorp. Vanaf 2000 zijn er tien gevallen in de Amsterdamse regio, waarvan vijf in Polder IJdoorn. van 20 juni t/m 21 augustus 2001, in Polder IJdoorn (28). 5 en 6 mei 2006, Landje van Geijsel (8) (DG44 3). 1 mei 2007, Vijfhoek (1). 11 mei 2008, Landje van Geijsel (1). van 7 mei t/m 22 juni 2009, in de Osdorper Binnenpolder Zuid (210, F). van 5 t/m 16 april 2010, in Polder IJdoorn (34, F). van 22 t/m 23 juni 2010, in Polder IJdoorn (3). van 12 jun t/m 20 juli 2013, in Polder IJdoorn (58, F). 19 april 2014, op het Landje van Geijsel (1). van 10 t/m 16 juli 2014, in Polder IJdoorn (96, F). Grauwe Franjepoot (16) In de periode waren er vier gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een schaarse doortrekker genoemd met minder dan 40 gevallen. De soort werd vanaf de jaren dertig met name waargenomen op opspuitterreinen (AVH). Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 14 mei 1995, Lutkemeerpolder (1). van 3 t/m 21 september 2000, de Kinsel (4), op 4 september 2000, 2 exx, (DG38 3/4). 8 september 2001, de Kinsel (1). van 17 t/m 21 juli 2002, Polder IJdoorn (4) (DG40 3). van 31 augustus t/m 13 september 2003, Polder IJdoorn en Kinseldam (3) (DG41 3). 16 juni 2004, Polder IJdoorn (DG42 2). 17 juli 2004, Polder IJdoorn (1). van 30 aug. t/m 2 sept. 2006, Polder IJdoorn (5) (DG44 3). 10 september 2006, Lutkemeerpolder (1) (DG44 3). 15 september 2006, Polder IJdoorn (1). 26 april 2007, Landje van Geijsel (1). 28 september 2009, Polder IJdoorn (1). 20 en 21 september 2010, Polder IJdoorn (2). van 16 t/m 19 augustus 2012, Polder IJdoorn (26, F). van 11 t/m 17 september 2012, Polder IJdoorn (11, F). 11 en 12 juli 2014, Polder IJdoorn (10, F). Grauwe Franjepoot, Polder IJdoorn, 19 augustus 2012, Pieter Doorn. Rosse Franjepoot (10) In de periode waren er vijf gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort zeer zeldzaam genoemd, met maximaal vijf gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 6 november 2004, bij de Vijfhoek (1, DG42 3, TT). 23 april 2006, Poppendammergouw (DG44 3). 5 november 2006, bij IJburg (1) (DG45 1). 11 nov. 2007, bij Blijburg en boven het IJmeer (11). 21 november 2008, boven het IJmeer (2). 24 oktober 2010, bij de pieren van Muiden (1). van 20 t/m 21 november 2010, in Westpoort (7, F). 9 december 2011, boven het IJmeer (1). 6 december 2013, boven het IJmeer (1). 22 oktober 2014, boven het IJmeer (3). Middelste Jager (15) In de periode waren er vier gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt Middelste Jager een zeldzame doortrekker genoemd met tien regiogevallen. Hieronder staan de 15 regionale gevallen uit Waarneming.nl, Trektellen.nl en De Gierzwaluw ( ). 20 oktober 1887, verzameld bij het IJ (1, AVH). 7 september 1985, over de Vijfhoek (TT). 26 november 1985, over de Vijfhoek (1). 29 oktober 1986, over de Vijfhoek (TT). 11 november 1997, 2 exx, Vijfhoek (DG36 2). 22 oktober 2004, over de Vijfhoek (DG42 3). 28 oktober 2005, over de Vijfhoek (1, DG43 4, TT). 26 november 2005, over de Durgerdammerdijk (1). van 7 t/m 12 november 2007, maximaal 13 exx, boven het IJmeer en IJburg (37, F). 9, 10, 11 en 12 november 2007, respectievelijk 5, 8, 4 en 2 exx, over de Vijfhoek (TT). 26 november 2007, over IJburg (1). 8 oktober 2011, over het IJmeer (1). 31 augustus 2012, over het IJmeer (1). 22 oktober 2014, over het IJmeer (11, F, TT). 20 december 2014, over het IJmeer (5). Kleinste Jager (1, beoordeelsoort t/m 1992, 8) Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een vogel op 17 augustus 1985 bij Diemen (1, TT). Na 1992 waren er acht gevallen. Sinds 2010 wordt de soort elk jaar gezien. 3, 4 en 7 september 2007, over de Vijfhoek (3, F, TT). 28 september 2007, over het Flevopark (1). 5 september 2010, een adulte vogel boven het Noordzeekanaal bij het westelijk havengebied (1). 7 oktober 2011, een ex in Amsterdam Zuid (1). 31 augustus 2012, boven het IJmeer (16). 7 september 2013, over de Vijfhoek (1, TT). 22 september 2014, op het IJmeer bij Muiden (3, F). 22 oktober 2014, op het IJmeer bij Muiden (2, F). Grote Jager (12) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste regiogeval betrof een vogel op 6 oktober 1963 op een opspuitterrein in Amsterdam West (AVH). In de CGA95 wordt de soort zeer zeldzaam genoemd met vijf gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit

14 Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). Het betreft voornamelijk overvliegende vogels. 1 oktober 1982, in de Afrikahaven (1). 22 september 1998, over de Vijfhoek (1) (DG37 1). 28 september 2002, Vijfhoek (DG40 4, TT). 24 september 2004, 2 exx, over het IJmeer (1) (DG42 3). 31 oktober 2006, 2 exx, over de Vijfhoek (DG45 1). 1 november 2006, max 2 exx, over het IJmeer (4, TT). 10 september 2007, over het IJmeer (2). 24 oktober 2007, over de Vijhoek (1, TT). 9 en 10 november 2007, over Zeeburg, het IJmeer en de Vijfhoek (3, TT). 6 januari 2012, over het IJmeer (3). 14 september 2013, over IJburg (1). 21 september 2014, over de Vijfhoek (1, TT). Vorkstaartmeeuw (6) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. In het totaal zijn er van vijf gevallen 17 waarnemingen ingevoerd in Waarneming.nl. Helaas is geen van deze vijf gevallen gedocumenteerd met een foto. 21 oktober 2001, over de Vijfhoek (TT). 24 en 25 september 2004, voor de kust van Muiden (3). 4 en 10 september 2007, bij de Vijfhoek en voor de kust van Muiden (2, TT). Op 4 september ging het om 2 exx. 7 en 11 november 2007, op het IJmeer bij IJburg en Muiden (2). 31 augustus 2012, voor de kust van Muiden (9). 25 september 2012, bij IJburg (1). Pontische Meeuw, Venserpolder, 14 maart 2015, Frank van Groen. 8 februari 2002, Hemweg (DG40 2). 16 februari 2002, haven Marken (DG40 2). van 24 juli t/m 2 augustus 2002, maximaal 3 exx, IJburg (DG40 3). 12 september 2002, 1 ad, Kinseldam (DG40 4). 4 oktober 2002, IJburg (DG40 4). 24 november 2002, 1 ad, Vijfhoek (DG40 4, TT). 30 november 2002, 1ekj, Vijfhoek (DG40 4). Sinds 2003 wordt Pontische Meeuw elk jaar in toenemende mate gemeld in de Amsterdamse regio. Waren er in 2011 en 2012 nog rond de 60 waarnemingen, in 2013 ging het om een record aantal van 112 waarnemingen en in 2014 om 83 waarnemingen. Elke jaar overwinteren tegenwoordig een klein aantal Pontische Meeuwen in de Amsterdamse regio. Het gaat hierbij meestal om jonge vogels. Kleine Burgemeester (6, beoordeelsoort t/m 1997, 8) Gevallen van Kleine Burgemeester werden door de CDNA beoordeeld tot en met Er zijn momenteel zes aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. 23 en 24 januari 1942, een eerste winter aan de Nieuwe Herengracht (1, AVH). 1 mei 1967, in de Groote IJpolder bij Amsterdam (1). van 6 december 1983 t/m 7 januari 1984, Papaverweg, Amsterdam Noord (2, F). van 19 t/m 30 december 1987, in Amsterdam (1). van 23 t/m 27 december 1989, bij de Markthallen in Amsterdam West (1). 13 januari 1997, Staatsliedenbuurt te Amsterdam (1). Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ) na t/m 18 januari 2002, Frankendael (DG40 2). 24 december 2003, een tweede kalenderjaar vogel boven de Amstel (1). 23 december 2005, langs de Plesmanlaan (1) (DG43 4). van 6 jan. t/m 11 mei 2008, in Amsterdam West (158, F). van 11 t/m 13 april 2008, Amsterdam Noord (3, F). 31 december 2008 over IJburg (1). van 5 februari t/m 20 april 2010, in de omgeving van de Westlandgracht (201, F). van 29 februari t/m 5 maart 2012, in Waterland (17, F). 12 april 2014, in Amsterdam Noord (1). Pontische Meeuw (0, beoordeelsoort t/m 1997, 16) Van Pontische Meeuw zijn t/m 1997 geen gevallen in de Amsterdamse regio bekend. De eerste waarnemingen komen uit 1999, 2000 en Tot en met 2002 zijn er 15 gevallen. 28 nov. 1999, een subadult in de Haarlemmermeer (1). 1 december 1999, 1 adult, Zeeburgerdijk (DG38 2). van 16 jan. t/m 27 april 2000, eerste winter in Amsterdam Oost bij Mauritskade/Dapperstraat (8) (DG38 2). 30 december 2000, 1ekj, Oranjesluizen (DG39 1). 10 oktober t/m 21 november 2001, maximaal 4 exx, IJburg (DG40 1). 12 oktober 2001, op de Vijfhoek (1, TT). 2 en 4 november 2001, over de Vijfhoek (TT). 11 december 2001, adult, Boezemgemaal Halfweg (1) (DG40 1). 13 januari 2002, 2ekj, Slotermeer (DG40 2). Kleine Burgemeester, Westlandgracht, 12 februari 2010, Frank van Groen.

15 Grote Burgemeester (9) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste regiogeval betrof een geschoten vogel op het IJ in oktober 1872 (AVH). In de CGA95 wordt gesproken over ongeveer 25 gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 4 november 1988, Amerikahaven (1). 19 januari 2002, Ouderkerkerplas (1) (DG40 2). 1 november 2007, IJburg (12, F, TT). van 7 t/m 15 maart 2008, 2ekj, diverse plaatsen in Amsterdam (10, F). 30 maart t/m 14 april 2008, 2ekj, Albardagracht (9, F). 17 april t/m 1 mei 2008, 2ekj, Kop van Jut (19, F). van 22 juni 2012 t/m 28 november 2012, Amsterdam Slotervaart (359, F). van 9 t/m 26 mei 2013, Amsterdam Slotervaart (56, F). 12 februari 2014, Amsterdam Noord (1). Lachstern (2, beoordeelsoort t/m 1992, 11) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. Er zijn momenteel geen aanvaarde gevallen van Lachstern. Na 1992 zijn er elf gevallen. Het ging hierbij steeds om één of twee overvliegende vogels die door één waarnemer werden gezien en waarvan geen foto s zijn gemaakt. 2 augustus 2002, 2 exx, over de Vijfhoek (DG40 3, TT). 5 juli 2004, bij Weesp (1). 17 juni 2006, 2 exx, over de Kinseldam (1). 9 juli 2006, roepend over de Kinseldam (1). 7 augustus 2006, Kinseldam (1). 18 mei 2007, Landje van Geijsel (1). 7 mei 2008, Kinselmeer (1). 5 juli 2008, Haven Ballast (1). 22 augustus 2008, Schiphol (1). 31 augustus 2010, Gaasperplas (1). 20 juli 2011, 2 exx, Kinseldam (1). Witwangstern (0, beoordeelsoort t/m 1995, 5) Er zijn geen aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio tot en met Daarna zijn er vijf gevallen. 3 mei 2006, op de Kinseldam (1, DG44 3). 4 juni 2007, bij de Derde Diem (1). 9 juni 2007, twee exx, Botshol (1). 10 juni 2007, twee exx, over de Vijfhoek (1). van 25 april t/m 30 april 2008 in de omgeving van het Kinselmeer en de Kinseldam (46, F). Zeekoet (4) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt Zeekoet zeldzaam genoemd met maximaal acht gevallen. Hieronder staan de vier regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 18 november 1893, een geschoten ex op de Zuiderzee (1). 13 november 1911, op de Zuiderzee (1, AVH). 9 februari 1990, bij de Afrikahaven (1). 22 maart 2004, vondst van vrouwtje, Minervahavenweg, Westpoort (1, F) (DG42 1). Alk (2) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. Hieronder staan de twee regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 4 november 1936, in Amsterdam Zuid (1, AVH). 7 december 2009, in de Australiëhaven (1). Kleine Alk (17) In de periode was er één geval in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort zeldzaam genoemd met zeven gevallen. Hieronder staan de 17 regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 2 nov. 1930, een vondst in de Kostverlorenvaart (1, F). 2 november 1930, een vondst in de Vondelstraat (1, F). 6 dec. 1949, een vondst in de Groote IJpolder (1, F). 5 november 1969, gevonden in Amsterdam Oost (1, F). 14 december 1982, bij de NDSM werf (1, F). 27 en 28 januari 1983, bij sportpark Ookmeer (9, F). 31 januari bij de Plantage Muidergracht (1). 9 april 1987, een dood ex bij het Nieuwe Meer (1, F). 10 november bij gemaal Halfweg (1). 19 november bij het Wertheimpark (F). 9 nov. 2001, een gevangen ex in de Oosterringvaart (1). 23 oktober 2005, bij IJburg (DG43 4). 24 oktober 2005, als prooi van Slechtvalk op de Hemwegcentrale (1, F). 29 oktober 2005, in de Gouwzee (1) (DG43 4). 11 november 2007, een ex dat levend werd gevonden op het Osdorpplein (1, F). van 9 t/m 11 november 2007, maximaal 5 exx, boven het IJmeer en bij IJburg (22, TT). 27 en 28 november 2011, in de Amstel (9, F). Kleine Alk, Amstel, 28 november 2011, Joop van den Brink. Steppehoen (1, beoordeelsoort) Er is een aanvaard geval van een langs vliegende vogel bij het Amsterdamse Bos op 24 december Oehoe (0, beoordeelsoort t/m 2003, 4) In de tijd dat Oehoe een beoordeelsoort was zijn er geen aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. De vier gevallen in de periode worden beschouwd als escape. Dispersie vanuit Oost Nederland en Duitsland, waar de Oehoe in toenemende mate voorkomt, is echter zeer goed mogelijk, zeker in de winter. Het aantal broedgevallen in Nederland neemt snel toe. De kans op Oehoes in de Amsterdamse regio daarmee ook. In 2013 zijn 16 territoria in Nederland vastgesteld (Sovon Nieuws, 2013). Vooralsnog is de Oehoe daarom op de Amsterdamse Avifaunistische Lijst geplaatst. van 19 t/m 22 december 2009, bij Artis (3, F).

16 30 januari en 3 februari 2010, op twee plaatsen in Amsterdam (2, F). 12 december 2010, in Amsterdam Zuid in de achtertuin van een vogelaar (12, F). 4 jan. 2011, in Bos en Lommer bij de Rijpgracht (1, F). Sneeuwuil (2, beoordeelsoort) Er zijn nu twee gevallen in de Amsterdamse regio. in december 1806, een onvolwassen mannetje te Amsterdam. op 21 januari 2014, bij de Jacob van Lennepkade in Amsterdam (2, F). Nachtzwaluw (4) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste geval betrof een vogel in de nazomer van 1893 in Artis (AVH). In de CGA95 wordt de soort zeldzaam genoemd met tien gevallen. Hieronder staan de vier regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 22 mei 1901, in Artis (1). van 22 t/m 24 mei 1989, op de Diemerzeedijk (2). 5 juni 1993, op de Diemerzeedijk (1). 18 september 2005, Klarenbeek, de Hoge Dijk (1, F) (DG43 4). Nachtzwaluw, Hoge Dijk, 18 september 2005, Els Velzing. Alpengierzwaluw (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval voor de Amsterdamse regio betreft een overvliegende vogel op de Vijfhoek op 25 september 1999 (1, DG38 2, 3/4). Bijeneter (2, beoordeelsoort t/m 1992, 8) Er zijn twee aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. 28 en 29 april 1952, 3 exx, bij Amstelrust. Dit betrof destijds het zevende geval van Nederland. 7 mei 1955, in het Vondelpark. Na 1992 zijn er acht gevallen. Het ging hierbij meestal om overvliegende vogels. 23 mei 2005, Brettenzone (1) (DG43 2). 28 mei 2005, 2 exx, over Holendrechter en Bullewijkerpolder (DG43 2). 1 juni 2005, Vijfhoek (DG43 2). 5 september 2005, in Botshol (1). 12 juni 2006, over Slotervaart (1). 14 juni 2006, over het Vondelpark (1) (DG44 3). 18 mei 2007, over de Vijfhoek (1). 10 augustus 2009, op de Vijfhoek (1). Hop (8) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt Hop een zeldzame doortrekker met 16 gevallen genoemd. Hieronder staan de acht regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 20 september 1882, in Artis (1, AVH). 3 t/m 20 april 2000, bij de Vijfhoek (1, DG38 2). 17 april 2004, bij het Landje van Geijsel (1, DG42 1). 25 april 2007, in het Schinkelbos (1). 9 augustus 2009, op Marken en bij Durgerdam (2). 4 september 2009, in de Lutkemeerpolder (1). van 10 t/m 22 april 2010, in de Groot Duivendrechtsche Polder (28, F). 8 en 9 augustus 2011, in Amsterdam Noord (49, F). Zwarte Specht (5) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt Zwarte specht een zeldzame doortrekker genoemd met tien gevallen. Hieronder staan de vijf regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 28 december 1949, in de Noordmeer (1, AVH). 26 juli 1981, bij Muiden (1). 27 mei 1991, op Westgaarde (1). 17 april 1999, over de A4 bij Schiphol (1). 29 september 2001, over de Vijfhoek (1, TT). Grauwe Klauwier (11) In de periode waren er vier gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste geval betrof een vogel op 5 september 1926 in Amsterdam (AVH). In de CGA95 wordt de soort een zeldzame doortrekker met 13 gevallen genoemd. Hieronder staan de elf regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 19 september 1980, in het Gaasperpark (1). 17 juni 1985, Vijfhoek (1). 11 mei 1989, Diemerzeedijk (1). 23 oktober 1994, Diemerzeedijk (1). 14 oktober 1999, Passeerdersstraat (1, F). 16 mei 2008, Aalsmeer (1, F). 7 juni 2008, Brettenzone (2, F). 27 mei 2010, Vijfhoek (1). 11 augustus 2010, Schinkelbos (1). van 19 t/m 21 mei 2013, Lutkemeerpolder (22, F). van 12 t/m 14 juli 2013, Schinkelbos (6, F). Kleine Klapekster (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval betreft een vogel op 14 mei 2012 in het Science Park in de Watergraafsmeer (75, F). Roodkopklauwier (0, beoordeelsoort t/m 2003, 1) Gevallen van Roodkopklauwier werden door de CDNA beoordeeld van 1957 tot en met Er zijn momenteel geen aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. Na 2003 zijn er twee gevallen. van 31 mei t/m 2 juni 2006, Diemerpark (34, F, DG44 3). 24 mei 2014, Diemerpark (68, F).

17 Roodkopklauwier, Diemerpark, 24 mei 2014, Will Schep. Notenkraker (23) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een schaarse doortrekker met ruim 30 gevallen genoemd. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 1 oktober 1844 (bij benadering), een dood gevonden ex in Artis (1). 1 oktober 1888, een dood gevonden ex in Diemen (1). 23 oktober 1910, Artis (1). 3 november 1933, Amstelrust (1). 10 juli 1954, Weesp (1). 18 november 1954, in de Vrolijkstraat (1). 6 augustus 1968, drie exx, Amsterdamse Bos, waarvan één t/m 20 augustus (1, F). vanaf 22 augustus, zeven exx, Amsterdamse Bos (1). 11 aug. 1968, een dood ex, Broek in Waterland (1). 13 aug. en 8 sept. 1968, Rioolzuivering West (1). 15 augustus 1968, een in het Amsterdamse Bos gevangen ex, de vogel stierf in Artis in 1975 (1, F). 23 augustus 1968, bij Muiden (1). 2 sept. 1968, dood gevonden ex, Amsterdamse Bos (1). 3 september 1968, Amsterdamse Bos (1). 12 september 1968, bij de Braak (1). 1 oktober 1968, twee exx, Watergraafsmeer (1). 9 november 1968, bij de Zandput Nieuwe Meer (1). 1 juli 1976 (bij benadering), Diemen (1). 27 december 1994, overvliegend AMC (DG36 2). 1 november 2002, Riethoek (DG40 4). 2 januari 2004, 2 exx, Amsterdam ZO (DG42 1). 14 oktober 2005, bij het Hoofddorpplein (1). 22 dec. 2005, over Badhoevedorp (1, DG43 4). 2 februari 1991, 2 exx, Poppendammergouw (1). 2 november 1991, bij Holysloot (1). 10 november 1991, 8 exx, Poppendammergouw (1). 10 november 1991, bij Halfweg (1). 30 oktober 1994, Poppendammerweeren (1). van 9 t/m 29 december 1995, maximaal 14 exx, in Waterland (DG34 1/2). 30 december 1995, Diemerzeedijk (DG34 1/2). van 13 januari t/m 3 maart 1996, maximaal 5 exx, Waterland (DG34 1/2 en 3). 10 maart 1996, Uitdammerdijk (1). 5 februari 1997, 14 exx, Poppendammergouw (1). 13 november 1997, de Munt (DG36 2). 17 januari 1998, 7 exx, Poppendammergouw (DG36 2). 8 februari 1998, 13 exx, Poppendammergouw (DG36 3). 8 en 15 november 1998, Poppendammergouw (DG37 1). 1 en 3 december 1998, Afrikahaven (2) (DG37 2). 17 januari 1999, Holysloot (DG37 2). 18 oktober 1999, 1 ex > O, Vijfhoek (DG38 2). 23 oktober 1999, 1 ex > O, Vijfhoek (DG38 2). van 30 oktober t/m 30 november 1999, maximaal 4 exx, Poppendammergouw (DG38 2). 11 november 1999, Maurtiskade (DG38 2). van 19 december 1999 t/m 12 maart 2000, maximaal 7 exx, Poppendammergouw (DG38 2). 23 en 26 december 1999, Lutkemeerpolder (1). 13 januari 2000, Poppendammergouw (1). 19 januari 2000, Belmermeer (DG38 3/4). 20 februari 2000, Osdorper Bovenpolder (1). 20 februari 2000, Lutkemeerpolder (1). 27 feb. 2000, 4 exx, Poppendammergouw (1). 12 maart 2000, Poppendammergouw (2). 5 november 2000, Poppendammergouw (DG39 1). 28 januari 2001, 2 exx, Poppendammergouw (DG39 1). 21 oktober 2001, Watergraafsmeer (DG40 1). 10 november 2001, Westpoort, Hornweg (DG40 1). 17 november 2001, Poppendammergouw (DG40 1). 13 januari 2002, Overleek (DG40 2). 7 maart 2002, 2 exx, Artis (DG40 2). 22 september 2002, Vijfhoek (DG40 4, TT). 2 januari 2004, 2 exx, over Amsterdam ZO (2). 27 oktober 2008, over Amstelveen (1). 2 november 2008, Schiphol (1, F). 10 april 2011, Lutkemeerpolder (2). 15 november 2014, Schiphol (1). Huiskraai (1, beoordeelsoort t/m 2003) Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een vogel die van 24 augustus 1999 tot in november 1999 in Muiden verbleef (6, DG37 4). Bonte Kraai (41 sinds 1991) In de periode waren er twee gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste bekende geval betreft een vogel die op 3 maart 1880 werd geschoten te Amsterdam (AVH). In de CGA95 wordt de soort een vrij schaarse wintergast genoemd. Tussen 26 december 1966 en eind 1990 zijn 67 waarnemingen ingevoerd in Waarneming.nl. Hieronder staan de 41 regionale gevallen sinds 1991, uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). Bonte Kraai, Schiphol 2 november 2008, Marco Meeuwisse.

18 Kuifmees (18) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een zeldzame wintergast genoemd, met 17 gevallen. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 3 oktober 1936, Nieuwe Oosterbegraafplaats (1, AVH). 16 februari 1975, bij het Hoofddorpplein (1). 9 februari 1996, Herengracht 530 (DG34 1/2). 13 oktober 1996, Vijfhoek (DG35 1). 29 september 2001, over de Vijfhoek (TT). 5 oktober 2001, Vijfhoek (DG40 1, TT). 10 oktober 2001, 2 exx, over de Vijfhoek (1, DG40 1, TT). 16 november 2001, Frankendael (DG40 1). 2 nov. 2003, Nieuwe Oosterbegraafplaats (2) (DG41 4). 24 november 2003, Darwinplantsoen (DG41 4). 12 mei 2004, 2 exx, Monnickendam (1). 31 december 2004, Heuvel Amsterdamse Bos (DG42 3). 20 september 2005, over de Vijfhoek (1, DG43 4, TT). 15 oktober 2005, 3 exx, over de Vijfhoek (1, DG43 4, TT). 15 augustus 2009, 2 exx, Amsterdam Oud Zuid (1). van 17 aug. t/m 12 oktober 2013, Amstelpark (15, FG). van 12 t/m 17 september 2014, begraafplaats Landscroon te Weesp (10, F). 23 september 2014, in het Flevopark (1). Glanskop (9) In de periode waren er drie gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste bekende regiogeval betrof een vogel op 30 januari 1927 in het Vondelpark (AVH). In de CGA95 wordt de soort een schaarse doortrekker genoemd, met minder dan 30 gevallen. In het verleden zijn wel fouten gemaakt met de determinatie van deze soort, mede door gebrek aan kennis. Van deze soort is helaas nog geen foto of geluidsopname geüpload in Waarneming.nl, die zou kunnen dienen als ondubbelzinnig bewijs dat de Glanskop voorkomt in de Amsterdamse regio. Hieronder staan de negen regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 27 december 1969, Amsterdamse Bos (1). 13 februari 1972, Amsterdamse Bos (1). 14 januari 1990, Zorgvlied (1). 23 oktober 1994, Amstelveen (1). 20 november 2001, Vijfhoek (1) (DG40 1). 15 maart 2009, Brettenzone (1). 25 oktober 2010, Vijfhoek (1). 17 november 2010, Liergouw in Waterland (1). 14 november 2011, bij de Gaasperplas (1). Kortteenleeuwerik (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval voor de Amsterdamse regio betreft een vogel die van 9 t/m 12 september 1999 verbleef bij Uitdam (20, F, DG38 2, 39 1). Kuifleeuwerik (1 sinds 1994) Deze soort is de laatste vijf jaar niet waargenomen in de Amsterdamse regio. Vroeger was de soort broedvogel en jaarvogel. Het laatste broedgeval vond plaats in 1994 bij Reigersbos in Amsterdam ZO (CGA95). Na 1995 zijn er slechts twee regiowaarnemingen bekend. 18 januari 2002, IJburg (DG40 2). 3 november 2006, Vijfhoek bij Haven Ballast (2, DG45 1). Strandleeuwerik, IJburg, 19 november 2007, Kees Jonker. Strandleeuwerik (18) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. Het eerste bekende regiogeval betrof drie vogels op 16 november 1919 aan het Zuiderzeestrand bij Amsterdam (AVH). In de CGA95 wordt Strandleeuwerik een schaarse doortrekker en wintergast genoemd. Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 27 jan. 1976, 28 exx, over de Vijfhoek en bij de Maxis (1). 16 december 1977, 2 exx, op Pampus (1). 29 maart 1978, op Pampus (1). 13 en 20 oktober 1985, over de Vijfhoek (TT). 27 november 1985, 8 exx, over de Vijfhoek (TT). 10 januari 1986, 2 exx, Ouderkerplas (1). 29 oktober en 2 november 1986, over de Vijfhoek (TT). 16 november 1996, roepend, Vijfhoek (DG35 1). 31 oktober 1998, 2 exx > ZW, Vijfhoek (DG37 1). 7 november 1998, 1 ex > ZW, Vijfhoek (DG37 1). 16 oktober 1999, 6 exx > ZW, Vijfhoek (DG38 2). 21 oktober 2001, 4 exx, over de Vijfhoek (DG40 1, TT). 31 oktober 2002, IJburg (DG40 4). 25 januari 2006, 6 exx, IJburg (DG44 1). 14 oktober 2007, over de Vijfhoek (2, TT). 5 november 2007, over de Amstelveense Poel (1). 10, 11 en 12 november 2007, respectievelijk 10, 21 en 18 exx, over de Vijfhoek (TT). van 10 t/m 19 november 2007, op IJburg (19, F). Rotszwaluw (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval betreft 2 exx op 5 november 2006 op IJburg. Dit is het eerste geval van zes voor heel Nederland (2, DG44 4 en 45 1). Roodstuitzwaluw (2, beoordeelsoort t/m 2003, 0) Er zijn twee aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. Na 2003 zijn er geen gevallen. van 30 april t/m 2 mei 1992, Botshol (11). 21 mei 2001, Schinkelbos. Het betreft het enige zekere geval van ondersoort rufila in Nederland (8, F, DG39 2). Cetti s Zanger (0, beoordeelsoort t/m 2003, 7) Er zijn geen aanvaarde gevallen van Cetti s zanger in de Amsterdamse regio. Na 2003 zijn tien gevallen ingevoerd in Waarneming.nl, vaak van langdurig aanwezige vogels. Bij deze waarnemingen ging het meestal om een enkel zingend

19 individu. Een enkele maal werden op de Vijfhoek ook twee of drie vogels tegelijk waargenomen. Het benoemen van onderstaande gevallen per kalenderjaar is natuurlijk ietwat artificieel. Een in december waargenomen vogel zal dezelfde betreffen als in januari. Andersom worden vogels die in het voorjaar geboren zijn later in het jaar niet benoemd als andere gevallen. In 2015 werden bij een broedvogelkartering op de Vijfhoek zeven uitsluitende waarnemingen verzameld en vier territoria vastgesteld. van 21 t/m 31 maart 2005, Diemerpark bij Akkerswade (3) (DG43 1). van 13 april t/m 25 nov. 2009, Vijfhoek (37, G). van 18 maart t/m 28 dec. 2010, Vijfhoek (145, G). van 2 jan. t/m 8 december 2011, Vijfhoek (186, G). van 1 jan. t/m 25 december 2012, Vijfhoek (64, G). van 2 jan. t/m 19 december 2013, Vijfhoek (50, G). 7 juni 2013, Amsteleiland, ten noorden van Nes aan de Amstel (1, G). van 20 januari 2014 t/m 2 december 2014, Vijfhoek en directe omgeving (251, G) van 14 maart t/m 14 juni 2014, Diemerpark (64, G). 22 oktober 2014, Botshol (1). Baardgrasmus (1, beoordeelsoort) Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een zingend mannetje van 24 t/m 27 mei 1948 in het Volewijkspark Amsterdam Noord. Kleine Zwartkop (1, beoordeelsoort) Het enige regiogeval en eerste van nu acht Nederlandse gevallen betreft een man Kleine Zwartkop die werd waargenomen van 14 december 1980 t/m 22 februari 1981 in de Lederambachtstraat in Osdorp. Sperwergrasmus (1, beoordeelsoort t/m 1992) Er is één aanvaard geval in de Amsterdamse regio. 5 augustus 1981, bij Diemen (1). Na 1992 is er één regiogeval. 7 september 2005, Vijfhoek (DG43 4, op onzeker in Waarneming.nl). Pallas' Boszanger (0, beoordeelsoort t/m 1996, 2) Er zijn geen aanvaarde gevallen van Pallas Boszanger in de Amsterdamse regio. Na 1996 zijn er twee gevallen. van 20 t/m 21 oktober 2007, in Geuzenveld (3). 2 februari 2009, in de ecozone Schellingwoude (1). Iberische Tjiftjaf (5, beoordeelsoort) Er zijn vijf aanvaarde regiogevallen. Het betrof steeds zingende mannetjes. van 29 april t/m 20 juli 1990, Vondelpark. van 2 mei t/m 16 juni 2004, Vliegenbos (DG42 2). van 22 april t/m 23 september 2007, op de Vijfhoek bij de Diemerzeedijk. van 17 mei t/m 13 juli 2013, Sloterpark (230, F, G). van 12 t/m 15 april 2014, Westgaarde (48, F, G). Krekelzanger (3, beoordeelsoort) Er zijn drie aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. van 2 t/m 16 juni 2000, Brettenzone (55, DG38 2). van 16 t/m 23 juni 2001, Brettenzone (16, DG39 2). van 22 mei t/m 14 juni 2012, Flevopark (219, F, G). Orpheusspotvogel (1, beoordeelsoort t/m 2005) Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een dood gevonden vogel op 19 juni 1980 bij het Beatrixpark (AVH, 1, F). Waterrietzanger (1, beoordeelsoort van 1977 t/m 1992, 7) In de CGA95 wordt de soort een zeldzame doortrekker met ongeveer 16 gevallen genoemd. In de periode is er één aanvaard geval in de Amsterdamse regio. van 24 t/m 27 april 1978, bij Ruigoord (1). Hieronder staan de regionale gevallen uit Waarneming.nl en De Gierzwaluw ( ). 5 augustus 1938, Amsterdammerpolder (1, AVH). 8 september 1968, in zeggeveldje bij Halfweg (1). 30 augustus 2003, Polder IJdoorn (1, DG41 3). 3 september 2003, 2 exx, Polder IJdoorn (DG41 3). 30 juli 2006, Middelpolder (1). 9 en 10 augustus 2010, Science Park (3). 6 september 2014, Bloemendalergouw (3). Grote Karekiet (ongeveer 25 gevallen vanaf 2000) In de periode waren er slechts vijf gevallen in de Amsterdamse regio. In Sijsjes en Drijfsijsjes wordt de Grote Karekiet nog opgevoerd als broedvogel in een achttal kilometerhokken in de Amsterdamse regio. In de periode zijn een 25 tal gevallen ingevoerd in Waarneming.nl. Duidelijk is dat de soort afneemt in de regio, net als elders in Nederland. Hieronder staan de vijf regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl uit de periode Siberische Tjiftjaf (1, beoordeelsoort t/m 2011, 2) Dit taxon wordt pas sinds 1 januari 2014 door de CSNA als aparte soort beschouwd. Voorheen ging het om een ondersoort van Tjiftjaf. Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een vogel van 8 t/m 12 december 2007 bij boerderij Meerzicht in het Amsterdamse Bos. Na 2011 zijn er twee gevallen. 4 december 2012, Flevopark (1). 28 december 2014, begraafplaats Landscroon te Weesp (1). Deze vogel bleef nog tot 7 februari 2015 aanwezig en werd door velen gezien en gefotografeerd. In 2015 werd ook nog een tweede exemplaar gezien. Grote Karekiet, Bloemendalergouw, 31 mei 2014, Hans Niekus.

20 mei 2011, langs de Bosbaan (1). 3 juni 2011, op de golfclub Olympus bij de Hoge Dijk (1). van 19 mei 2012 t/m 12 juli 2012, op de golfclub Olympus bij de Hoge Dijk (50, G). 15 mei 2014, bij de derde Diem (1). van 25 mei t/m 2 juni 2014, bij de Bloemendalergouw in Waterland (37, G, F). Graszanger (1, beoordeelsoort t/m 2000, 1) Het enige aanvaarde geval in de Amsterdamse regio betreft een vogel van 19 t/m 25 september 1999 op de Vijfhoek (8) (DG38 3/4). Na het jaar 2000 was er een tweede geval in de Amsterdamse regio. van 30 augustus t/m 14 september 2003, bij knooppunt Diemen (6, DG41 3). Rotskruiper (1, beoordeelsoort) Het enige regiogeval en eerste geval voor Nederland betreft een vogel die in twee opeenvolgende winters verbleef op het gebouw van de VU, van 13 november 1989 t/m 11 april 1990 (133, F) en van 27 november 1990 t/m 24 maart 1991 (58). Taigaboomkruiper (1, beoordeelsoort t/m 1994, 7) Er is één aanvaard regiogeval. Het betreft een vogel op 22 november 1975 in Slotermeer. In de CGA wordt de soort een zeldzame doortrekker met 10 gevallen genoemd. Na 1994 zijn er zeven regiogevallen. 29 oktober 1995, langs de Keizersgracht (1). 8 november 1996, 1 ex > ZO, invallend Vijfhoek (DG35 1). mei en september 1998, zingend ex in atlasblok 25 45, (DG 36 3). van 28 november t/m 9 december 2002, bij de Sloterplas (2, DG40 4). 15 januari 2003, Westgaarde (DG41 2). 11 oktober 2008, Artis (1). 3 januari 2011, Rembrandtpark (1, F). Waterspreeuw (8) In de periode waren er geen gevallen in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een schaarse doortrekker met zeven gevallen genoemd. Hieronder staan de acht regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 17 november 1968, in het Amsterdamse Bos bij het Nieuwe Meer (1). 25 oktober 1969, bij Zorgvlied (1). 9 februari 1979, Amsterdam Zuid (1). 24 augustus 1984, bij de Noorderbegraafplaats langs het Noord Hollands Kanaal (1). 11 september 1994, in de noordelijke oeverlanden van het Nieuwe Meer (1). 25 januari 1998, bij het Nieuwe Meer (1). 30 januari 2002, Diemen (1). 17 dec. 2002, in het Amsterdamse Bos bij Meerzicht (1). Vale Lijster (1, beoordeelsoort) Het enige regiogeval betreft een vogel die van 24 t/m 26 april 1977 bij de Bosbaan in het Amsterdamse Bos verbleef. Er zijn slechts zeven aanvaarde gevallen in heel Nederland. Noordse Nachtegaal (5, beoordeelsoort t/m 2011) Er zijn vijf aanvaarde gevallen in de Amsterdamse regio. Alle gevallen betroffen zingende vogels in het voorjaar. 3 juni 1971, Kampeerterrein Amsterdamse Bos (1). van 18 mei t/m 12 juni 1977, Diemerzeedijk (4, F, G). van 18 mei t/m 9 juni 1981, Amstelveense Poel (2). van 22 mei t/m 15 juni 1993, Ruigoord (22). van 18 t/m 28 mei 1998, Overdiemerweg (1, G, DG 36 3). Kleine Vliegenvanger (4) In de periode was er één geval in de Amsterdamse regio. In de CGA95 wordt de soort een zeldzame gast genoemd met maximaal zeven gevallen. Hieronder staan de vier regionale gevallen uit de database van Waarneming.nl. 4 aug. 1954, Nieuwe Oosterbegraafplaats (1, AVH). 26 april 1987, op de Vijfhoek (1). 23 mei 2008, zingend ex, binnentuin bij tropenmuseum (1, G). 25 augustus 2013, Westgaarde (1). Withalsvliegenvanger (2, beoordeelsoort) Er zijn twee aanvaarde regiogevallen. in mei 1929, Keizersgracht 147 (1). 5 mei 1947, Amsterdamse Bos (1). Woestijntapuit (1, beoordeelsoort) Het enige regiogeval betreft een vogel langs de Poppendammergouw in Waterland op 7 juni 2009 (8, F). Taigaboomkruiper, Rembrandtpark, 3 januari 2011, Frank van Groen. Roze Spreeuw (1, beoordeelsoort t/m 2002, 2) Er is één aanvaard geval in de Amsterdamse regio. 1 en 2 mei 1999, een zingend mannetje in Weesp (19, F) (DG 37 3). Na 2002 zijn er twee gevallen. 8 september 2005, Diemerbos (1). 7 juni 2008, Hornweg, Westpoort (1).