omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking ODH NOV Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 15 juni 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikelen 3.3, eerste lid en 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. De aanvraag heeft betrekking op het project Renovatie complex 275 te Zuid-Beijerland. Er worden renovatiewerkzaamheden verricht aan de woningen aan de Graaf van Egmondstraat 3-11 (oneven) en 4-16 (even), Gravin Anna van Burenstraat 1-19 (oneven) en 2-4 (even), Graaf Janstraat 1-5 en 9-11 (oneven) en 6-14 en 18 (even), Gravin Sabinastraat en 23 (oneven) en 6-10, 14, en 6^-68 (even) en Irenelaan 7-19 (oneven) en 2-8, en (even). Aan 15 woningen binnen het plangebied zijn geen werkzaamheden voorzien, maar effecten op aanwezige soorten worden hier niet uitgesloten. Dit betreffen de woningen aan Gravin Anna van Burenstraat 6, Graaf Janstraat 2, 4, 7 en 16, Gravin S^inastraat 4, 12, 21, 25, 62 en 70 en Irenelaan 5, 7, 10 en 16. De aanvraag betreft het opzettelijk vernielen en beschadigen van nesten van de gierzwaluw en de huismus, het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis, alsmede het beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd ten aanzien van de volgende verbodsbepalingen: artikel 3.1, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het opzettelijk vernielen, beschadigen of wegnemoi van nesten van de gierzwaluw (Apus apus) en huismus {Passer domesticus); artikel 3.5, tweede lid, var de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 15 augustus 2019 tot en met 15 maart Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen; II. de voorschriften 1 tot en net 13 te verbinden aan deze ontheffing; III. de aanvraag van 15 juni 2018, alsmede de aanvullingen van 29 augustus 2018 en 9 oktober 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is vanaf de datum van 15 augustus 2019 tot en met 15 maart 2020.

2 Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, ing. L. Hopmten Hoofd Toetsing & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/12

3 VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1 De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden schriftelijk te melden; - het ecologisch werkprotocx)l op te sturen; - eventuele wijzigingen gedjrende de uitvoering een week van te voren schriftelijk te melden; - de beeindiging van de werkzaamheden uiterlijk een week van te voren te melden. Voorgaande meldingen dienen gericht te worden aan Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van flora en fauna. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het activiteitenplan en de aanvullingen van 29 augustus Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld, waarin in ieder geval het volgende dient te worden opgenomen: a de voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b aanduiding van de locatie van het plangebied; c de uit te voeren werkzaamheden; d de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e de mitigerende en compenserende maatregelen; f de momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de v/erkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en het ecologisch werkprotocol op de locatie vara de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 4 De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige'' op het gebied van de huismus, gierzwaluw en de gewone dwergvleermuis. 5 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in het rapport 'Activiteiten- en mitigatieplan Graaf van Egmondstraat en Irenelaan e.o. te Zuid-Beijerland' van 13 juni 2017 en in de 'Aanvullende informatie ontheffingsaanvraag Wet Nb' van 29 augustus Indien een of meerdere in voorschrift 5 genoemde maatregelen onverhoopt niet uitvoerbaar zijn, dient hiervoor een minimaal gelijkwaardige maatregel voor wat betreft de functionaliteit en effectiviteit te worden getroffen. '' Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederiandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de flora en fauna, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een eco ogisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een {semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, en en drinkwaterbedrijven; Hij/zij zet zich aantoonbaar acties in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederiandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederiand, Vlinderstichting, Natuurhistoriscti Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederiand, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actie' in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 3/12

4 7 Uiterlijk drie maanden voordat de in voorschrift 6 bedoelde maatregel wordt uitgevoerd, dient deze ter goedkeuring aan de Omgevingsdienst Haaglanden te worden overgelegd, adres vergunningen(a)odh.nl. Specifieke voorschriften 8 Voorafgaand aan het plaatsen van steigers aan een bepaald woonblok, dient er gecontroleerd te worden of er een vieermuis in de geplaatste vleermuiskast aanwezig is. Indien dit het geval is, moeten de werkzaamheden aan de betreffende woning en direct aangrenzende woning(en) uitgesteld worden totdat de vleermuiskast verlaten is. 9 De tijdelijke kasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal een keer per jaar gecontroleerd dienen te worden op de functionaliteit en dat - indien nodig - de functionaliteit van de kast hersteld wordt. 10 De permanente voorzieningen dienen functioneel te zijn. Deze dienen in ieder geval tijdens de periodieke onderhoudscontrole van de woningen gecontroleerd en beoordeeld te worden op hun functionaliteit. Indien blijkt dat de voorziening niet meer functioneel is, dient er voor gezorgd te worden dat de voorziening weer functioneel is. 11 Eventuele verlichting die wordt gebruikt om de werkzaamheden uit te voeren, dient uitsluitend gericht te zijn op de bouwplaats en dient in de periode april - oktober tussen een half uur voor zonsondergang en een half uur na zonsopkomst uitgeschakeld te zijn om te voorkomen dat vieermuizen worden verstoord door kunstlicht. 12 De locaties van de vieermuiskasten en het type dienen te worden gemeld via 13 De effectiviteit van de gierzwaluwmaatregelen dient gedurende drie jaar te worden gemonitord. Uit deze monitoring moet blijken of de gierzwaluw gebruik maakt van de aangebrachte voorzieningen. De resultaten van deze monitoring dienen jaarlijks voor 1 december te worden aangeleverd bij de Omgevingsdienst Haaglanden, adres vergunningen(s)odh.nl en Unit Groen Bodem en opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, adres meldingwnb(q)ozhz.nl onder vermelding van Flora en Fauna (FF). AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te worden voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. 4/12

5 OVERWEGINGEN Aanleiding Op 15 juni 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikelen 3.3, eerste lid en 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag heeft betrekking op het project Renovatie complex 275 te Zuid-Beijerland. Er worden renovatiewerkzaamheden verricht aan de woningen aan de Graaf van Egmondstraat 3-11 (oneven) en 4-16 (even), Gravin Anna van Burenstraat 1-19 (oneven) en 2-4 (even), Graaf Janstraat 1-5 en 9-11 (oneven) en 6-14 en 18 (even), Gravin Sabinastraat en 23 (oneven) en 6-10, 14, en 6.^-68 (even) en Irenelaan 7-19 (oneven) en 2-8, en (even). Aan 15 woningen binnen het plangebied zijn geen werkzaamheden voorzien, maar effecten op aanwezige soorten worden hier niet uitgesloten. Dit betreffen de woningen aan Gravin Anna van Burenstraat 6, Graaf Janstraat 2, 4, 7 en 16, Gravin Sabinastraat 4, 12, 21, 25, 62 en 70 en Irenelaan 5, 7, 10 en 16. De aanvraag betreft het opzettelijk vernielen en beschadigen van nesten van de gierzwaluw en de huismus, het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis, alsmede het beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd ten aanzien van de volgende verbodsbepalingen: artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het opzettelijk vernielen, beschadigen of wegnemen van nesten van de gierzwaluw (Apus apus) en huismus {Passer domesticus); artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Pipistrelius pipistrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb, voor wat betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 15 augustus 2019 tot en met 15 maart Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Activiteiten- en mitigatieplan Graaf van Egmondstraat en Irenelaan e.o. te Zuid-Beijerland, Blom Ecologie B.V., project BE/2018/375, 13 juni 2017; Quickscan flora en fauna complexen Puttershoek, Zuid-Beijerland en Maasdam; Blom Ecologie, project BE/2016/253, 21 eugustus 2017; Gierzwaluw-, huismus- en vieermuisonderzoek Graaf van Egmondstraat en Irenelaan e.o. te Zuid- Beijerland; Blom Ecologie. project BE/2017/088, 25 mei Op 3 September 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Aanvullende informatie ontheffingsaanvraag Wet Nb, Blom Ecologie B.V., kenmerk BE/2018/375, 29 augustus Op 9 oktober 2018 hebben wij via de een aanvulling van de aanvraag ontvangen. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is op 2 augustus 2018 verzocht om aanvullende gegevens en is de procedure opgeschort. De procedure is op 3 September 2018 hervat. Verienging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, van de Wnb hebben wij op 25 juni 2018 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken verlengd. 5/12

6 Bevoegd gezag De handelingen worden verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag om ontheffing voor de gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis is getoetst aan de artikelen 3.1, 3.3, 3.5 en 3.8 van de Wnb. De gierzwaluw en huismus zijn van nature in Nederland in het wild levende vogels en beschermd op grond van artikel 1 van de Vogelrichtlijn. Op grond van artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb is het verboden opzettelijk nesten of rustplaatsen van de gierzwaluw en huismus te vernielen, te beschadigen of weg te nemen. De gewone dwergvleermuis is een van nature in Nederland in het wild levende soort genoemd in bijlage IV, onderdeel a, van de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb is het verboden: de gewone dwergvleermuis opzettelijk te verstoren; voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis te beschadigen of te vernielen. Op grond van artikel 3.3, vierde lid, en artikel 3.8, vijfde lid, van de Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: er geen andere bevredigende oplossing bestaat; de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.3, vierde lid, onder b, en artikel 3.8, vijfde lid, onder b, van de Wnb aan de orde is; en de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op het renoveren van 56 sociale huurwoningen, verdeeld over 13 woonblokken in Zuid-Beijerland. De voorgenomen werkzaamheden betreffen: uitpandige dakisolatie; aanbrengen nieuw pannendak; gevelisolatie; herstel metsel- en voegwerk; vervangen goten en hemelwaterafvoer; vervangen kozijnen, ruiten en ventilatieroosters eerste verdieping; vloerisolatie; aanbrengen CO2 gestuurde ventiiatie middels een Climarad. De genoemde werkzaamheden worden verricht aan de woningen aan de Graaf van Egmondstraat 3-11 (oneven) en 4-16 (even), Gravin Anna van Burenstraat 1-19 (oneven) en 2-4 (even), Graaf Janstraat 1-5 en 9-11 (oneven) en 6-14 en 18 (even), Gravin Sabinastraat en 23 (oneven) en 6-10, 14, en (even) en Irenelaan 7-19 (oneven) en 2-8, en (even) te Zuid-Beijerland. Aan 15 woningen binnen het plangebied zijn geen werkzaamheden voorzien. Dit betreffen de woningen aan Gravin Anna van Burenstraat 6, Graaf Janstraat 2, 4, 7 en 16, Gravin Sabinastraat 4, 12, 21, 25, 62 en 70 en Irenelaan 5, 7, 10 en 16. Ondanks dat deze woningen niet gerenoveerd worden zijn effecten van de renovatiewerkzaamheden op nesten of verblijfplaatsen in deze woningen op voorhand niet uit te sluiten. 6/12

7 Ten opzichte van de initiele planning is de planning 54 weken opgeschoven. De huidige planning is om te starten met de werkzaamheden in week 35 van De werkzaamheden zouden in januari van 2020 afgerond moeten zijn. Overtreding verbodsbepaling(en) Om vast te stellen of er sprake is van overtreding van de Wnb is in 2017 onderzoek uitgevoerd. Voor de inventarisatie van de huismus is het plangebied op 26 april en 15 mei bezocht, voor de gierzwaluw op 1 juni, 29 juni en 15 juli het plangebied bezocht. De weersomstandigheden waren op deze data gunstig. Het gierzwaluw- en huismusonderzoek zijn uitgevoerd conform respectievelijk het Kennisdocument gierzwaluw (BIJI2, 2017) en Kennisdocument huismus (BIJI2, 2017). Voor de inventarisatie van vieermuizen zijn tussen 1 juni en 28 September zes bezoeken gebracht aan het plangebied tijdens gunstige weersomstandigheden. Het vieermuisonderzoek is niet op alle aspecten conform het Vleermuisprotocol (2017) uitgevoerd. Zo was een van de onderzoeksronden korter dan de gestelde twee uur. De betreffende dag zijn circa 45 minuten tot 1 uur voor zonsopkomst invliegende individuen waargenomen, waarna er tijdens de laatste minuten van het onderzoek geen waarnemingen meer zijn gedaan, waardoor geconcludeerd is dat alle vieermuizen die in het plangebied verblijven ingevlogen zijn. Verdere inventarisatie had niet geleid tot de vondst van meer verblijfplaatsen. De inventarisaties tezamen hebben voldoende beeld gegeven om de functie van het plangebied voor de soorten te bepalen, waarmee wij het onderzoek voldoende achten. Hiermee is de onderzoeksinspanning voor de drie soorten voldoende geweest. Gierzwaluw Op basis van nestindicatief gedrag (invliegen en bouncen) zijn in totaal 48 nestlocaties van gierzwaluwen waargenomen in de te renoveren woningen aan de Irenelaan, Gravin Sabinastraat, Gravin van Burenstraat en Graaf Janstraat. Door de werkzaamheden worden 48 nestplaatsen van de gierzwaluw weggenomen. Hiermee worden de in artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb opgenomen verbodsbepalingen overtreden. In de woningen aangrenzend aan de te renoveren woningen zijn tevens twaalf nestlocaties aanwezig. De renovatie leidt mogelijk tot tijdelijke verstoring rondom deze twaalf nestlocaties. Omdat de werkzaamheden echter worden uitgevoerd in een periode dat de gierzwaluwen niet in Nederland zijn, zal de renovatie niet leiden tot overtreding van de Wnb ten aanzien van deze twaalf nestlocaties. Huismus Op basis van nestindicatief gedrag en zingende mannetjes zijn twee nestlocaties van huismussen gevonden in de te renoveren bebouwing aan de Graaf Janstraat. In de woningen aangrenzend aan de te renoveren woningen (binnen hetzelfde woonolok) zijn tevens twee nestlocaties aangetroffen, welke vallen in de invloedsfeer van de renovatiewerkzaamheden. Door de werkzaamheden worden vier nestlocaties, al dan niet tijdelijk, van de huismus beschadigd en/of vernield. Hiermee worden de in artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb opgenomen verbodsbepalinoen overtreden. Gewone dwergvleermuis Binnen het plangebied zijn vier zomerverblijfplaatsen van gewone dwergvleermuizen vastgesteld op basis van uitvliegende individuen en ander indicerend gedrag. Daarnaast zijn er op basis van de lokroep vijf paarverblijfplaatsen aangetroffen. Deze zomer- en paarverblijfplaatsen functioneren mogelijk ook als winterverblijfplaatsen tijdens milde winters. De verblijfplaatsen zijn waargenomen in woningen aan de Irenelaan, Gravin van Burenstraat en Graaf Janstraat, in de spouwmuur en onder kantpannen van de kopgevels. Als gevolg van de werkzaamheden zuilen negen verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis worden vernield en beschadigd er worden de gewone dwergvleermuizen tevens opzettelijk verstoord. Hiermee worden de verboden in aiikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de weii<zaamheden op de gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken worden maatregelen voorgesteld zoals beschreven in hoofdstuk 3 van het 7/12

8 'Activiteiten- en mitigatieplan Graaf van Egmondstraat en Irenelaan e.o. te Zuid-Beijerland' van 13 juni 2017, aangevuld met de maatregelen zoals beschreven in de 'Aanvullende informatie ontheffingsaanvraag Wet Nb' van 29 augustus Gierzwaluw De werkzaamheden zuilen plaatsvinden buiten het broedseizoen van de gierzwaluw, wanneer de vogels niet in Nederland zijn. Uiterlijk 28 februari 2019 zuilen 66 inmetselstenen (VivaraPro, type IB GZ 03) aan gevels in het plangebied worden bevestigd. De voorzieningen worden zodanig geplaatst dat er geen sprake is van optische verstoring van de huidige nestlocaties van gierzwaluw. Om optische verstoring te voorkomen worden de neststenen met name bevestigd aan de gevels waar geen nestlocaties zijn aangetroffen. In geval van de zuidelijke en westelijke gevels worden de voorzieningen onder de dakrand aangebracht om mogelijke oververhitting te voorkomen. Tijdens de renovatie zuilen deze inmetselstenen in de betreffende gevel geplaatst worden. Tijdens de renovatie zuilen ook in de gevels, waar zich nu nesten bevinden, 91 inmetselstenen geplaatst worden. Huismus De renovatiewerkzaamheden zuilen uitgevoerd worden na afloop van het broedseizoen. Voorafgaand aan de werkzaamheden zuilen de nestlocaties ongeschikt gemaakt worden, na controle op aanwezigheid van huismus. Er zuilen voor de huismus in het plangebied drie meervoudige huismusnestkasten worden bevestigd, namelijk aan de kopgevel en voorgevel van Graaf Janstraat 2. De plaatsing vindt plaats voorafgaand aan het broedseizoen van Elke nestkast biedt ruimte voor drie nestlocaties, wat een totaal van negen nestgelegenheden geeft voorafgaand aan de werkzaamheden. De nestkasten voor de huismussen zuilen niet op dezelfde gevel worden geplaatst als de voorzieningen voor gierzwaluwen (of vieermuis) om te voorkomen dat er concurrence plaats zal vinden om de nestlocaties en toegang daartoe. De woning waaraan de nestkasten opgehangen zuilen worden, zal niet gerenoveerd worden. Doordat de woning een hoekhuis is en de aanpalende woning ook niet gerenoveerd zal worden, treedt er geen verstoring van de nestkasten tijdens de werkzaamheden op. Er wordt gefaseerd gewerkt zodat de huismussen zich qua functioneel leefgebied naar een ander deel van het leefgebied kunnen verplaatsen gedurende de werkzaamheden. De geplaatste nestkasten zuilen na de werkzaamheden blijven hangen. In de permanente situatie zal er tevens 40 meter vogelvide worden aangebracht aan de Graaf Janstraat en Gravin Anna van Burenstraat. Gewone dwergvleermuis De werkzaamheden zuilen uitgevoerd worden buiten de periode dat de verblijfplaatsen in gebruik zijn als paar- of zomerverblijfplaats. In de week voorafgaand aan de werkzaamheden in het betreffende woonblok zuilen verblijfplaatsen en potentiele verblijfplaatsen ongeschikt gemaakt worden door het creeren van tocht in de spouwmuur of door het wegnemen van kantpannen. Voor de gewone dwergvleermuis zuilen 14 gevelkasten (VivaraPro, type VK WS 01) worden geplaatst, direct na het toekennen van deze ontheffing. Hiermee zal worden voldaan aan de gewenningsperiode van ten minste 6 maanden voor paarverblijfplaatsen, voorgeschreven in het Kennisdocument gewone dwergvleermuis (BIJI2, 2017). Deze kasten zuilen na afloop van de werkzaamheden blijven hangen. Daarnaast zuilen er tijdens de renovatie inmetselstenen (VivaraPro, type IB VL 01) worden geplaatst die zich op vrijwel dezelfde locatie bevinden als de aangetroffen verblijfplaatsen. In totaal worden er 47 voorzieningen geplaatst in het plangebied. 8/12

9 staat van instandhouding Gierzwaluw Het plangebied is van zeer groot belang voor de gierzwaluw, met 60 nestlocaties. Twaalf van deze nestlocaties bevinden zich in woningen die niet gerenoveerd gaan worden. Door het werken buiten de periode dat de gierzwaluw in Nederland is, zuilen de broedparen geen last ondervinden van de werkzaamheden. Voor de aanvang van het broedseizoen van 2020 zijn de werkzaamheden afgerond en kunnen de broedparen van hun huidige nestlocaties gebruik maken. De nestlocaties van de 48 andere broedparen gaan door de werkzaamheden verloren. Voorafgaand aan het broedseizoen van 2019 zuilen er cp meerdere gevels in het plangebied inmetselstenen aan de gevels worden opgehangen. Op deze wijze kunnen de gierzwaluwen de locaties van deze nieuwe nestlocaties alvast ontdekken tijdens het broedseizoen van Hiermee wordt voldaan aan de gestelde gewenningstijd uit het Kennisdocument. Tijdens de renovatiewerkzaamheden zuilen deze inmetselstenen in de gevel geplaatst worden. Naast deze inmetselstenen, zuilen ook in de gevels waar de nestlocaties zich nu bevinden inmetselstenen worden geplaatst. In totaal zuilen er voorafgaand aan het broedseizoen van nieuwe nestlocaties beschikbaar zijn voor de gierzwaliwven. Door het grote aantal nesten dat door de werkzaamheden weggenomen wordt binnen het plangebied, zijn wij van mening dat gecontroleerd moet worden of de nieuwe verblijfplaatsen in gebruik genomen worden en hiermee het plangebied de huidige belangrijke functie blijft vervullen. Om die reden hebben w;j in voorschrift 13 de verplichting opgenomen dat de effectiviteit van de maatregelen gedurende drie jaar gemonitord dient te worden. De resultaten hiervan dienen naar de Omgevingsdienst Haaglanden en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid te worden opgestuurd. In alle kernen van de plaatsen in de Hoeksche Waard bevinden zich g^ote kolonies gierzwaluwen. Die in Zuid-Beijerland is van gemiddelde grootte. In andere kernen zijn beduidend grotere kolonies aanwezig. Door het aanbieden van een veelvoud aan nestlocaties, op verschillend georienteerde gevels in het plangebied, is het aannemelijk dat het plangebied de belangrijke functie als broedlocatie voor de gierzwaluw kan blijven vervullen. Huismus In het plangebied zijn vier huismusnesten aanwezig, waarvan er twee zich bevinden in een woning die niet gerenoveerd gaat worden. Deze nesten zuilen dus niet beschadigd raken. Desondanks zal de nestlocatie mogelijk tijdelijk niet gebruikt kunnen worden door de werkzaamheden aan de naastgeiegen hulzen. Dit duurt drie a vier weken per woonblok. Door het uitvoeren van de werkzaamheden na afloop van het broedseizoen, wordt schade aan de huismus zo veel mogelijk voorkomen. Door het Kennisdocument wordt de periode September tot en met februari als de minst kwetsbare periode aangemerkt. Bij vorstperioden wordt er echter ook van de nesten gebruik gemaakt. De huismussen kunnen in dat geval gebruik maken van de aangeboden huismuskasten in het plangebied of andere beschikbare daken in (de omgeving van) het plangebied. Door de keuze voor huismuskasten, in plaats van neststenen, wordt de kans dat de alternatieve nestlocaties voor huismussen in gebruik worden genomen door gierzwaluwen verkleind. Er zijn immers heel veel gierzwaluwen aanwezig in het plangebied en slechts vier paartjes huismussen. Tijdens de renovatiewerkzaamheden wordt aan de gevelzijde waar de huidige nesten aanwezig zijn, 40 meter aan vogelvides aangebracht. Hoewel de oorspronkelijke nesten door de werkzaamheden verwijderd worden, is het voor de huismussen mogelijk om op dezelfde locatie een nieuw nest te bouwen, ditmaal in de vogelvide. De vogelvides zuilen ruim voorafgaand aan het broedseizoen van 2020 aanwezig zijn. Tijdens de werkzaamheden aan een woonblok zuilen er steigers in de betreffende tuinen geplaatst worden. Ook door de aanwezigheid van bouwvakkers en geluid, zuilen de betreffende tuinen tijdelijk niet gebruikt kunnen worden als leefgebied. Door het gefaseerd werken en het feit dat de werkzaamheden per woonblok maximaal drie a vier weken in beslag nemen, is er te alien tijde voldoende leefgebied beschikbaar voor de huismussen in de vorm van andere tuinen in het plangebied. 9/12

10 Gewone dwergvleermuis Door het werken buiten de periode dat de verblijfplaatsen in gebruik zijn als zomer- of paarverblijfplaats, wordt schade aan de soort zo veel mogelijk voorkomen. Door het ongeschikt maken van de (potentiele) verblijfplaatsen een week voorafgaand aan de werkzaamheden, wordt voorkomen dat vieermuizen worden gedood of verwond door de werkzaamheden. Mochten er vieermuizen door milde weersomstandigheden van de betreffende verblijfplaatsen gebruik maken als winterrustplaats, krijgen zij op deze manier de kans om de verblijfplaats te verlaten. De vieermuizen kunnen dan uitwijken naar de opgehangen vieermuiskasten of andere (massa)winterverblijven in de omgeving. De kans is klein dat een vieermuis een vleermuiskast in gebruik neemt als winterrustplaats, maar het is niet uitgesloten. Nu de gevelkasten in het plangebied opgehangen zijn, zuilen deze verstoord worden door de werkzaamheden. Er dient dan ook voorafgaand aan de werkzaamheden gecontroleerd te worden of er een vieermuis is de kast zit. Door het aanbrengen van steigers zal het voor de vieermuis namelijk niet meer mogelijk zijn om de kast te verlaten en kan hij ingesloten raken. Om deze reden hebben wij in voorschrift 8 opgenomen dat voorafgaand aan het plaatsen van steigers aan een bepaald woonblok, gecontroleerd moet worden of er een vieermuis in de vleermuiskast aanwezig is. Indien dit het geval is, moeten de werkzaamheden aan de betreffende woning en direct aangrenzende woning(en) uitgesteld worden totdat de vleermuiskast verlaten is. Naast de gevelkasten, worden er gedurende de renovatie ook inmetselstenen aangebracht in de gevels. In totaal zuilen er 47 vieermuisvoorzieningen aanwezig zijn in het plangebied in januari Met het verloren gaan van negen verblijfplaatsen worden hiermee ruim voldoende alternatieve verblijfplaatsen geboden voor de gewone dwergvleermuis. Vanaf de zomer- en paarperiode van 2020 kunnen de gewone dwergvleermuizen in het plangebied gebruik maken van de voor hen reeds bekende gevelkasten, of de nieuwe inmetselstenen. Aanvullende voorschriften De tijdelijke kasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal Ix per jaar worden gecontroleerd op de functie waarvoor deze zijn aangebracht. Indien blijkt dat de kasten niet meer functioneel zijn, bijvoorbeeld omdat de vliegopening niet meer bereikbaar is als gevolg van obstakels, of omdat de kast dusdanig vervuild is dat deze niet gebruikt wordt, of omdat door nieuwe lichtbronnen de kast niet gebruikt wordt, dient er voor gezorgd te worden dat de kast weer functioneel is. Wij hebben dit in voorschrift 9 opgenomen. Ook de permanente voorziening moeten functioneel zijn. De controle en beoordeling hiervan dient in ieder geval te worden meegenomen met de periodieke onderhoudscontrole van de woningen. Dit hebben wij in voorschrift 10 opgenomen. Gewone dwergvleermuizen zijn gevoelig voor licht. Eventuele verlichting die wordt gebruikt om de werkzaamheden uit te voeren, dient uitsluitend gericht te zijn op de bouwplaats en dient in de periode april - oktober tussen een half uur voor zonsondergang en een half uur na zonsopkomst uitgeschakeld te zijn om te voorkomen dat vieermuizen worden verstoord door kunstlicht. Dit is vastgelegd in voorschrift 11. Voor het verdwijnen van negen verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis worden 47 kasten aangebracht. Van belang is dat deze kasten worden aangemeld bij Op deze wijze komt meer inzicht waar kasten zijn geplaatst. Wij hebben dit in voorschrift 12 opgenomen. Conclusie Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en dat de renovatiewerkzaamheden niet leiden tot verslechtering van de instandhouding van gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis. 10/12

11 Ecologisch werkprotocol De start van de werkzaamheden dient gemeld te worden bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De werkzaamheden en de wijze waarop maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen. Dit protocol dient bij het melden van de start van de werkzaamheden meegestuurd te worden. Voorts dient het ecologisch protocol op de locatie aanwezig te zijn. Hierdoor weten ook de uitvoerders op welke wijze de werkzaamheden zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. Wij hebben dit in de voorschriften 1, 2 en 3 vastgelegd. Belangenonderbouwing De ontheffing ten aanzien van de gierzwaluw en huismus is aangevraagd 'in het belang van de volksgezondheid ofde openbare \.eiligheid' zoals vermeld in artikel 3.3, vierde lid en onder b, sub 1, van de Wnb. Ten aanzien van de gewone dwergvleermuis is ontheffing aangevraagd 'in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' zoals vermeld in artikel 3.8, vijfde lid, aanhef en onder b, sub 3, van de Wnb. De te renoveren woningen zijn gebouwd in de jaren 60. Door de slechte isolatie en ventiiatie is er sprake van vochtproblemen in deze woningert Vochtige woningen en de hieraan gerelateerde schimmelgroei en toename van overlast door huisstcfmijten verhogen het risico op gezondheidsproblemen, zoals astma, luchtwegklachten, luchtweginfecties en allergieen. Vochtproblemen worden gedeeltel-jk veroorzaakt door de afwezigheid van een goede ventiiatie. In geval van niet of slecht geisoleerde woningen is een verbetering van de ventiiatie niet voldoende. Veel vochtproblemen kunnen voorkomen of verholpen worden door een goede thermische isolatie. Met de renovatie wordt zowel de isolatie van de woningen verbeterd als een CO2 gestuurde ventiiatie aangebracht. Hiermee wordt een afname van gezondheidsklachten en een verbetering van de levenskwaliteit van de bewoners beoogd. Naast het bevorderen van de gezcndheid van de bewoners, wordt er met de renovatie ook bijgedragen aan het terugdringen van de C02-uitstcot. Het terugdringen van de CO2 kan op diverse wijzen waarbij centraal staat dat het verbruik van fossiele Drandstoffen zal moeten worden gereduceerd. De te renoveren woningen zijn slechts beperkt geisoleerd waardoor er relatief veel aardgas wordt verstookt. De woningbouwcooperatie HW Wonen heeft de ambitie om al e woningen die in het bezit zijn energetisch te verbeteren. De cooperatie HW Wonen streeft ernaar de energielabels van de huurwoningen in hun bezit te verhogen naar energielabel B, voor De beoogde renovate van de woningen complex 275 te Zuid-Beijerland (huidig energielabel E tot en met G) draagt derhalve bij aan regionale, nationale en internationale doelstellingen voor de reductie van C02-uitstoot. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat de belangen van de volksgezondheid en andere dwingende reden van groot openbaar belang met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten voldoende zijn onderbouwd om de effecten op de gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit kunnen optreden, te rechtvaardigen. Geen andere bevredigende oplossing Het project is locatiegebonden vanwege de hierboven beschreven noodzaak om het binnenklimaat van de verouderde woningen in het plangebied te verbeteren en de woningen energiezuiniger te maken. Isolatie van binnenuit is geen bevredigend alternatief in deze situatie, omdat het niet alle koudebruggen kan verhelpen en daardoor het positieve effect op de gezondheid en de C02-uitstoot vermindert. Daarnaast brengt inpandige isolatie veel meer overlast voor de bewoners met zich mee, omdat zij tijdens de werkzaamheden niet in het huis kunnen verblijven. Bovendien zuilen er -behalve de isolatiewerkzaamheden - ook andere werkzaamheden aan de woningen plaatsvinden. Bij het herstellen van voegwerk, alsmede het vervangen van glas en kozijnen, worden de betreffende beschermde soorten ook verstoord en worden verblijfplaatsen tijdelijk onbereikbaar Dit betekent dat in dit geval isolatie van binnenuit niet leidt tot minder negatieve effecten op de betreffende soorten. 11/12

12 Door te werken buiten het broedseizoen, rekening te houden met koude perioden en de meest kwetsbare periode van de gewone dwergvleermuis, wordt de schade aan de betreffende soorten zo veel als mogelijk voorkomen. Daarnaast is er met de voorgestelde werkrichting rekening gehouden met de aanwezige soorten. Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er geen andere bevredigende oplossing is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, worden negatieve effecten voor de gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis zoveel mogelijk voorkomen of tot een minimum beperkt Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Hiervoor is de gemeente Korendijk bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wnb worden verleend. 12/12