Handleiding. Trikker V

Transcriptie

1 Handleiding Trikker V

2 Inhoudstabel Inhoudstabel... 2 Trikker... 4 Trikker Installeren... 5 Installeren vanaf het Internet... 5 Document & Administratieve Gegevens Klant Installateur Controleorganisme Werkbalk Eendraadschema Onderdelen van het eendraadschema scherm Het eendraadschema tekenen Extra symbolen zichtbaar maken In- en uitzoomen Componenten wissen van het eendraadschema De eigenschappen van een component wijzigen De component verplaatsen Domotica elementen tekenen Kringen een naam geven Kringen zelf een letter geven De optie Vrij Tekenen Eendraadschema verdelen over verschillende pagina s Situatieschema Onderdelen van het situatieschema scherm Het grondplan tekenen Het grondplan wijzigen De breedte van muren wijzigen Trappen tekenen Rechthoeken tekenen Afbeeldingen toevoegen AutoCAD bestanden importeren Elektrische componenten op het situatieschema plaatsen Componenten wissen van het situatieschema Kopiëren en plakken Werken met meerdere pagina s op het situatieschema De afdrukhulplijnen Letters & nummers van symbolen weglaten Een grondplan overtekenen in transparante modus Kleef aan grid / Kleef aan muren Wijzigingen ongedaan maken Afdrukken Afdrukken

3 Afdrukvoorbeeld Opties Voorkeuren instellen Exporteren naar Home center Onverwachte Fouten

4 Trikker Trikker is een tekenpakket dat u in staat stelt om snel en handig een eendraadschema en situatieschema van een elektrische installatie te tekenen. Het aanmaken van een elektrisch dossier met Trikker gebeurt in 5 stappen: 1) Het invullen van de klantgegevens Naam en adres van de klant worden ingevuld, en zullen op elke pagina van het elektrisch dossier afgedrukt worden; 2) Het tekenen van het eendraadschema Hier tekent u welke elektrische componenten er in de installatie aanwezig zijn. Bij Trikker tekent u steeds eerst het eendraadschema. Later kunnen alle componenten die u op het eendraadschema getekend hebt makkelijk aan het situatieschema toegevoegd worden; 3) Het tekenen van een plattegrond U kan de plattegrond van het gebouw op 1 of meerdere pagina s tekenen; 4) Het situatieschema vervolledigen De elektrische componenten die u op het eendraadschema gebruikt hebt kan u nu op het situatieschema plaatsen; 5) Het dossier afdrukken Met een druk op de knop wordt het dossier afgedrukt. Al deze stappen worden in de volgende hoofdstukken in detail beschreven

5 Trikker Installeren Installeren vanaf het Internet Op de website van bluebits ( vindt u steeds de meest recente versie van Trikker. U kan de stappen hieronder beschreven volgen om Trikker voor de eerste keer op uw PC te installeren, of om later een nieuwere versie op uw PC te installeren. De afbeeldingen zijn afkomstig van een nederlandstalige Windows XP, en kunnen licht verschillen van de schermen die op uw PC verschijnen. 1. Mogelijk dient uw PC tijdens de installatieprocedure herstart te worden. Sluit daarom eerst alle andere programma s af voordat u met de installatie van Trikker begint. 2. Start internet explorer, en surf naar de bluebits website ( waar u een link vindt om de laatste versie van Trikker te downloaden 3. Er verschijnt een beveiligingswaarschuwing. Klik op Uitvoeren

6 4. Er verschijnt opnieuw een beveiligingswaarschuwing. Klik op Uitvoeren. 5. Om Trikker te kunnen installeren, dient het Microsoft.Net Framework 2.0 op uw PC aanwezig te zijn. Dit programma is een uitbreiding van Windows die mogelijk reeds op uw PC geïnstalleerd is. Indien het Microsoft.Net Framework 2.0 reeds op uw PC geïnstalleerd is, zal u mogelijk meteen stap 6 of stap 11 te zien krijgen. Indien niet, klik dan op Accept in dit scherm

7 6. Mogelijk dient ook nog Microsoft Windows Installer 3.1 op uw PC geïnstalleerd te worden. Indien Microsoft Windows Installer 3.1 reeds op uw PC geïnstalleerd is, zal u mogelijk meteen stap 11 te zien krijgen. Indien niet, klik dan op Accept in dit scherm. 7. De nodige bestanden zullen van het internet gedownload worden. Dit kan enkele minuten duren. Druk niet op Cancel in dit scherm want dit zou de installatie afbreken. Dit scherm verdwijnt vanzelf nadat alle bestanden gedownload werden. 8. Indien het Microsoft.Net Framework 2.0 nog niet op uw PC geïnstalleerd was, zal dit nu gebeuren. Dit kan afhankelijk van de snelheid van uw PC zo n 5 á 10 minuten duren. Druk niet op Cancel in dit scherm want dit zou de installatie afbreken. Dit scherm verdwijnt vanzelf nadat het Microsoft.Net Framework 2.0 geïnstalleerd werd

8 9. Indien Microsoft Windows Installer 3.1 nog niet op uw PC geïnstalleerd was, zal dit nu gebeuren. Druk niet op Cancel in dit scherm want dit zou de installatie afbreken. Dit scherm verdwijnt vanzelf nadat Microsoft Windows Installer 3.1 geïnstalleerd werd. 10. Mogelijk dient uw PC nu herstart te worden. Zorg er eerst voor dat er geen programma s meer open staan waarin u nog wijzigingen wil opslaan. Klik daarna op Yes om uw PC te herstarten. 11. Nadat uw PC terug is opgestart wordt de installatieprocedure automatisch verdergezet. Druk niet op Annuleren in dit scherm want dit zou de installatie afbreken. Dit scherm verdwijnt vanzelf. 12. De installatie van Trikker zal uitgevoerd worden. Druk niet op Cancel in dit scherm want dit zou de installatie afbreken. Dit scherm verdwijnt vanzelf

9 13. De installatie van Trikker is voltooid! Klik op Close om dit scherm te sluiten. 14. U vindt Trikker terug in het Start menu, bij de rest van uw programma s. Nota: Stappen 5 t.e.m. 10 dienen slechts eenmalig op uw PC uitgevoerd te worden. Indien u later een nieuwere versie van Trikker op uw PC wil installeren, zal na stap 4 meteen stap 11 verschijnen

10 Document & Administratieve Gegevens In het scherm Document kan u documenten openen of bewaren en de administratieve gegevens invullen: Klant In de tekstvakken kan u de klantgegevens invullen. Wanneer de plaats van de elektrische installatie dezelfde is als het adres van de klant vinkt u gewoon het selectievakje Hetzelfde als het adres van de klant aan. Zoniet kan u een alternatief werfadres invullen

11 Installateur Indien u zelf de installateur van de elektrische installatie bent, dan kan u het bolletje naast uw naam selecteren. Uw gegevens worden dan automatisch op elke pagina in het vak Installateur afgedrukt. Wanneer de elektrische installatie door iemand ander uitgevoerd werd, maar u wel de schema s van deze installatie tekent, dan kan u het bolletje naast Iemand anders selecteren. U kan nu zelf de gegevens van de installateur invullen. Uw eigen naam zal nog wel in een bijschrift op elke pagina afgedrukt worden. Uw gegevens zitten vast verwerkt in het licentiebestand, en kunnen bijgevolg niet zelf gewijzigd worden. Indien er wijzigingen nodig zijn, kan u steeds met Bluebits contact opnemen. Controleorganisme Optioneel kan u de gegevens van het controleorganisme invullen. Indien u dit doet, zullen deze gegevens op elke pagina van het elektrisch dossier geprint worden. Volgende knoppen kunnen helpen om sneller gegevens in te voeren: Met deze knop kan u een selectie maken uit een lijst met erkende organismen: Met deze knop kan u alle gegevens van het controleorganisme wissen Indien u vaak met hetzelfde controleorganisme werkt, dan kan u bij persoonlijke voorkeuren een standaard controleorganisme instellen (zie Voorkeuren instellen, p. 77)

12 Werkbalk In de werkbalk bovenaan vindt u volgende knoppen: Klik op deze knop om met een nieuw, leeg document te starten. Klik op deze knop om een document dat u eerder heeft opgeslagen terug te openen. Klik op deze knop om het huidige document op te slaan. U kan steeds het huidige document opslaan door op de toets CTRL te drukken, en terwijl u deze toets ingedrukt houdt op de toets S te drukken. Klik op deze knop om het huidige document op te slaan met een nieuwe naam. Druk op deze knop om Trikker af te sluiten

13 Eendraadschema Het scherm Eendraadschema laat toe op een eenvoudige wijze het eendraadschema te tekenen. Klik op het tabblad Eendraadschema om het scherm te openen:

14 Onderdelen van het eendraadschema scherm Het scherm Eendraadschema bevat volgende onderdelen: 1 De werkbalk bevat knoppen om: te schakelen tussen tekenmodus en selectiemodus; componenten van het eendraadschema te wissen; componenten van het eendraadschema te verplaatsen; in of uit te zoomen; De Vrij tekenen modus in of uit te schakelen. 2 De componentenbibliotheek bevat alle elektrische componenten die op het eendraadschema geplaatst kunnen worden. 3 Op het tekenblad kan het eendraadschema getekend worden

15 Het eendraadschema tekenen Om componenten toe te voegen aan het eendraadschema gaat u als volgt te werk: 1. Zorg er voor dat de tekenmodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Tekenen te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de tekenmodus ingeschakeld is. 2. Zoek in de componentenbibliotheek de componenent die u wil toevoegen. De componenten zijn onderverdeeld in verschillende categorieën. U kan een categorie selecteren door op de tekening van de categorie te klikken. 3. Selecteer de component die u wil toevoegen. In sommige categorieën kan meteen een combinatie van componenten geselecteerd worden, zoals de combinatie zekering-leidingstopcontact in dit voorbeeld. Dit laat u bijvoorbeeld toe om zeer snel het begin van een kring te tekenen, zonder hiervoor de componenten appart te moeten toevoegen. De component die toegevoegd zal worden wordt aangeduid met een oranje rechthoek

16 4. De plaatsen waar de component kan toegevoegd worden, worden op het tekenblad aangeduid met een oranje cirkel. Klik op de oranje cirkel waar u de component wil toevoegen. 5. Selecteer opnieuw een component in de componentenbibliotheek, en klik opnieuw op een oranje cirkel op het tekenblad. Blijf dit herhalen tot alle componenten zijn toegevoegd. De afbeeldingen hiernaast tonen bijvoorbeeld waar een halfwaterdichte contactdoos zal toegevoegd worden, afhankelijk van de cirkel waarop geklikt werd

17 6. Het nummeren van de kringen en componenten gebeurt volledig automatisch, hier hoeft u niets voor te doen

18 Extra symbolen zichtbaar maken Naast sommige symbolen in de bibliotheek wordt een grijs pijltje afgebeeld. Door met de cursor over dit pijltje te gaan wordt de bibliotheek uitgeklapt, en worden er extra symbolen selecteerbaar

19 In- en uitzoomen Om in- of uit te zoomen kan u een van de volgende mogelijkheden gebruiken: a) Druk op één van de knoppen met het vergrootglas. b) Verplaats de schuifbalk. c) Draai aan het scroll wieltje van de muis terwijl de cursor zich boven het tekenblad bevindt. Wanneer er wordt ingezoomd is niet steeds het volledige schema zichtbaar. Het zichtbare deel kan gewijzigd worden op volgende manieren: a) Verschuif de schuifbalken onderaan en rechts van het tekenblad. b) Houd het scroll wieltje van de muis ingedrukt terwijl u de muis over het tekenblad verplaatst. Nota 1 Niet bij alle muizen kan het scrollwieltje ingedrukt worden. In dit geval dient u dus steeds de schuifbalken naast het tekenblad te gebruiken. Nota 2 Soms wordt in Windows een andere functie toegewezen aan het indrukken van het scrollwieltje. Deze functie dient uitgeschakeld te worden om het scrollwieltje in Trikker te kunnen gebruiken. Raadpleeg hiervoor de documentatie van uw muis (vaak vindt u deze instelling terug in het configuratiescherm van Windows)

20 Componenten wissen van het eendraadschema Om componenten van het eendraadschema te wissen gaat u als volgt te werk: 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Klik op het tekenblad op de component die u wil wissen. De component zal geselecteerd worden. Een geselecteerde component wordt aangeduid door een blauwe rechthoek. 3. Druk op de werkbalk op de knop Wissen. De geselecteerde component zal gewist worden. In plaats van op de knop Wissen te klikken kan u ook op de toets Delete van het toetsenbord drukken om de geselecteerde componenten te wissen

21 4. 5. U kan ook meerdere componenten tegelijkertijd selecteren. Dit gaat als volgt: Klik 1 maal op een component: enkel de component zelf wordt geselecteerd; Klik nogmaals op de reeds geselecteerde component: nu worden de component zelf en alle componenten volgend op deze component geselecteerd; Klik nogmaals op de geselecteerde componenten: nu is er geen component meer geselecteerd. Wanneer u in de werkbalk op de knop Wissen klikt terwijl er meerdere componenten geselecteerd zijn, zullen alle geselecteerde componenten verwijderd worden

22 De eigenschappen van een component wijzigen Wanneer u 1 component selecteert op het eendraadschema, dan kan u hiervan de eigenschappen wijzigen in het eigenschappenvenster. Door de eigenschappen van de component te wijzigen, zal de component anders getekend worden: 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Selecteer de component waarvan u de eigenschappen wil wijzigen. De geselecteerde component zal blauw omkaderd worden en de eigenschappen van de component zullen getoond worden in het eigenschappenvenster. Van een contactdoos kan u bijvoorbeeld volgende eigenschappen wijzigen: Aantal (Een, twee,...); Beschermingsgeleider (Ja of Nee); HalfWaterdicht (Ja of Nee); Kinderbescherming (Ja of Nee). 3. Klik in het vakje van de tekst Nee achter de eigenschap HalfWaterdicht. Er verschijnt een selectiepijl

23 4. Klik op de selectiepijl. Er verschijnt een lijst met de mogelijke opties (Ja of Nee in dit voorbeeld). 5. Klik op Ja. De tekening van de contactdoos zal meteen wijzigen. 6. Op dezelfde wijze kan u van een enkelvoudig stopcontact een drievoudig stopcontact maken door de eigenschap Aantal op Drie te zetten

24 7. Niet alle eigenschappen van componenten zijn selecteerbaar uit een lijst. Het geleidertype van een leiding bijvoorbeeld is een tekst die u vrij kan wijzigen. Om de tekst te wijzigen klikt u op het vakje dat de tekst bevat en typt u de nieuwe tekst. 8. Nadat u de nieuwe tekst getypt hebt, kan u op elders in het scherm klikken of op de toets Enter drukken. De tekening van de component wordt dan aangepast aan de nieuwe tekst. 8. Van sommige componenten kan u het aantal onbeperkt wijzigen. Dit doet u door een nummer in het vakje van de eigenschap Aantal te typen. In dit voorbeeld werd het aantal lichtpunten op 6 gezet. Dit betekent ook dat er later op het situatieschema 6 lichtpunten geplaatst kunnen worden

25 De component verplaatsen Componenten die u reeds op het eendraadschema getekend hebt, kunnen in beperkte mate nog verplaatst worden 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Selecteer de component die u wil verplaatsen. 3. Druk op de knop Verder of Terug om de component een plaats verder of terug te zetten

26 4. Door de component voorbij het begin of het einde van de kring te verplaatsen, wordt er automatisch een nieuwe vertakking op de kring gemaakt. 5. U kan binnen eenzelfde kring steeds componenten van de ene naar de andere tak verplaatsen

27 6. Op dezelfde wijze kan een volledige kring verplaatst worden door de automatische schakelaar van de kring te selecteren, en op de knop Verder of Terug te drukken. 7. Een kring kan voorbij het verdeelbord verplaatst worden

28 Domotica elementen tekenen Voor een elektrische keuring dienen laagspanningselementen niet op het eendraadschema toegevoegd te worden. Bij een domoticasysteem waarbij bijvoorbeeld 3 lichtpunten gestuurd worden is dus in principe volgend schema voldoende: Hoewel dit schema in orde is voor de keuring, zou het toch kunnen dat u voor de duidelijkheid extra informatie wil toevoegen. Zo wil u waarschijnlijk op het situatieschema toevoegen waar er zich drukknoppen bevinden, en wil u misschien kunnen aangeven welke drukknop welk lichtpunt bedient. Hiervoor biedt Trikker volgende oplossing: 1. Selecteer in de componentenbibliotheek het symbool voor een domoticamodule, en voeg het toe op het eendraadschema:

29 2. Selecteer in de componentenbibliotheek de drukknop, en voeg enkele drukknoppen toe aan de domotica module: 3. Voeg een zekering, leiding, relais en lichtpunten toe: 4. Selecteer een drukknop. Elke drukknop heeft een eigenschap Adres. Een adres kan eender welke tekst bevatten. Wanneer een adres ingevuld wordt, zal dit adres bij de drukknop getekend worden:

30 5. Selecteer een relais. Ook een relais heeft een eigenschap Adres. Wanneer een adres ingevuld wordt, zal dit adres bij de relais getekend worden. Wanneer een adres van een relais overeenkomt met het adres van een drukknop, zal het kringnummer van de relais bij de drukknop getekend worden. Zo kan u aangeven welke drukknop welk relais bedient: Opgelet: De adressen zijn hoofdlettergevoelig: voor Trikker komt het adres a1 niet overeen met het adres A

31 6. Wanneer u aan een module rechtstreeks een verbruiker tekent, dan zal de kring van deze verbruiker gewoon mee doorgenummerd worden. U kan in dit geval echter ook zelf namen geven aan de uitgangen door de eigenschap Namen Uitgangen te wijzigen: Selecteer de domotica module; Klik achter de eigenschap Namen uitgangen op de knop met de 3 puntjes; Voeg in het scherm dat verschijnt de namen van de uitgangnen in (1 lijn per uitgang, sluit een lijn steeds of met de ENTER toets)

32 Kringen een naam geven Aan elke kring kan een naam gegeven worden. Deze naam zal op het eendraadschema geplaatst worden. Bovendien kan men optioneel een lijst met alle kringen afdrukken. 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Selecteer de automatische schakelaar van de kring die u een naam wil geven. 3. In het eigenschappenvenster vult u de naam van de kring in

33 4. De naam van de kring zal op het eendraadschema toegevoegd worden. 5. Wanneer in het scherm Afdrukken de optie Lijst met kringen afdrukken aanvinkt, dan zal op een extra pagina een overzicht van alle kringen afgedrukt worden

34 Kringen zelf een letter geven Elke kring in het eendraadschema krijgt automatisch een letter (A, B, C,..., AA, AB,...). Indien u dit wenst, kan u de automatisch toegewezen letter vervangen door een letter (of meer dan 1 letter) die u zelf kiest. 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Selecteer de automatische schakelaar van de kring die u zelf een letter wil toewijzen. 3. In het eigenschappenvenster vult u de vaster letter van de kring in

35 4. De letters van alle andere kringen zullen automatisch aangepast worden

36 De optie Vrij Tekenen Bij het tekenen van het eendraadschema beperkt Trikker de plaatsen waar u een element kan toevoegen, tenzij u de optie Vrij tekenen aanvinkt: 1. Wanneer u bijvoorbeeld een contactdoos selecteert in de componentenbibliotheek, dan zullen er enkel oranje cirkels getoond worden op een leiding. Contactdozen kunnen immers normaal gezien enkel op een leiding toegevoegd worden: 2. Wanneer u bijvoorbeeld een zekering selecteert, dan kan u deze enkel op een verdeelbord toevoegen: 3. Wilt u toch overal eender waar elk element kunnen toevoegen, dan kan u in de werkbalk de optie Vrij tekenen aanvinken:

37 4. Met de optie Vrij tekenen aangevinkt, kan u elk element eender waar toevoegen (wat uiteraard kan resulteren in ongeldige eendraadschema s): Opgelet! Met de optie Vrij tekenen ingeschakeld is het mogelijk eendraadschema s te tekenen waarvan Trikker de lay-out niet 100% kan verzorgen (het is dus in sommige gevallen mogelijk dat lijnen door elkaar beginnen te lopen)

38 Eendraadschema verdelen over verschillende pagina s Wanneer het eendraadschema te groot wordt om op 1 pagina te passen, dan zal Trikker automatisch het schema over verschillende pagina s verdelen: Je kan ook zelf kiezen waar er een nieuwe pagina gestart moet worden: 1. Selecteer het symbool waarmee je een nieuwe pagina wil beginnen:

39 2. Zet de eigenschap Op Nieuwe Pagina Starten op Ja : 3. Met een rode kantlijn wordt aangeduid waar er een nieuwe pagina zal gestart worden. Alle symbolen waarvan de eigenschap Op Nieuwe Pagina Starten werd ingesteld krijgen een rode achtergrond:

40 Situatieschema Het scherm Situatieschema laat toe om enerzijds een eenvoudig grondplan te tekenen, en anderzijds de componenten van het eendraadschema op dit grondplan te plaatsen

41 Onderdelen van het situatieschema scherm Het scherm Situatieschema bevat volgende onderdelen: 1 De Werkbalk bevat knoppen om: te schakelen tussen tekenmodus en selectiemodus; de selectie op het tekenblad te wissen; te kopiëren en te plakken; in of uit te zoomen; pagina s bij te maken of te verwijderenen; de tranparantiemodus in of uit te schakelen; het kleven aan grid of muren in of uit te schakelen. 2 De componentenbibliotheek bevat componenten om een grondplan te tekenen en bevat alle componenten die op het eendraadschema getekend werden. 3 Op het tekenblad kan het situatieschema getekend worden 4 De infobalk toon informatie over de component die momenteel getekend wordt of geselecteerd is

42 Het grondplan tekenen Om het grondplan te tekenen gaat u als volgt te werk: 1. Zorg er voor dat de tekenmodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Tekenen te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de tekenmodus ingeschakeld is Klik in de componentenbibliotheek op het huisje: hier vindt u alle componenten die je op op het grondplan kan gebruiken. Klik op het icoontje met de bakstenen om een muur te tekenen. Klik op het tekenblad waar u het beginpunt van de muur wil plaatsen. 4. Klik waar u het eindpunt van de muur wil plaatsen. De eerste muur is nu klaar. Klik nogmaals op het eindpunt van de eerste muur om een tweede, aansluitende muur te tekenen

43 5. 6. De lengte, breedte en hoek van de muur die u momenteel aan het tekenenen bent worden steeds getoond in de infobalk. Om het tekenen van een muur te stoppen kan u op het toetsenbord op de toets ESC (Escape) drukken, of kan u nogmaals op het beginpunt klikken. U hoeft geen openingen te laten voor ramen of deuren: deze kunnen later over de muren heen getekend worden. 7. Klik op het raam om ramen te tekenen. 8. Klik op het tekenblad waar u het beginpunt van het raam wil plaatsen

44 9. Klik op het tekenblad waar u het eindpunt van de raam wil plaatsen. 10. Herhaal dit voor alle ramen die op het grondplan nodig zijn. 11. Volgens hetzelfde principe kunnen deuren geplaatst worden

45 Het grondplan wijzigen 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Door een deur te selecteren kunnen de eigenschappen ervan gewijzigd worden in het eigenschappenvenster. 3. Muren, deuren of ramen kunnen verplaatst worden door erop te klikken en ze te verslepen terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt. 4. Door op een uiteinde van een muur, raam of deur te klikken en te verslepen terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt, verplaatst u enkel dat ene uiteinde. De uiteinden die u kan verslepen worden door een oranje vierkantje aangeduid

46 5. Componenten kunnen ook verplaatst worden met de pijltjestoetsen Met de pijltjestoetsen,, en kan u alle geselecteerde componenten een stap naar links, boven, rechts of onder verplaatsen; Indien u de toets ALT ingedrukt houdt terwijl u een van de pijltjestoetsen indrukt, zal de stap waarmee de componenten verplaatst worden veel kleiner zijn; Wanneer slechts 1 muur, raam,... geselecteerd is, en u de SHIFT toets ingedrukt houdt terwijl u de pijltjestoetesen gebruikt, zal slechts 1 uiteinde van de geselecteerde component verplaatst worden; Op dezelfde manier kan het andere uiteinde verplaatst worden door de CTRL toets ingedrukt te houden; De SHIFT en CTRL toets kunnen gecombineerd worden met de ALT toets om 1 uiteinde met kleine stapjes te verplaatsen

47 De breedte van muren wijzigen 1. Wanneer u één muur, raam, deur of poort getekend hebt, kan u steeds de breedte wijzigen door de muur te selecteren, en de eigenschap Breedte te wijzigen: 2. Wanneer u de breedte wil wijzigen van alle volgende muren, ramen, deuren en poorten die u gaat tekenen, kan u een nieuwe standaard breedte in de selectiebox selecteren of typen. 3. Alle volgende muren, ramen deuren en poorten die u nu tekent zullen deze geselecteerde breedte hebben

48 Trappen tekenen 1. Trappen kunnen op dezelfde manier getekend worden als muren: selecteer het icoontje van de trap in de biblioteek; klik op het tekenblad om het beginpunt van de trap vast te leggen; klik nogmaals op het tekenblad om het eindpunt van de trap vast te leggen. 2. Wanneer twee uiteinden van verchillnde trappen bij elkaar in de buurt getekend worden, dan worden deze trappen automatisch met elkaar verbonden. Trappen kunnen enkel met elkaar verbonden zijn indien ze dezelfde breedte hebben. 3. Draaitrappen kunnen getekend worden door het icoontje van de draaitrap te selecteren, te klikken op het tekenblad om het middelpunt vast te leggen en nogmaals te klikken om een eindpunt vast te leggen

49 Rechthoeken tekenen 1. Ook rechthoeken kunnen met 2 klikken toegevoegd worden: selecteer het icoontje van de rechthoek in de biblioteek; klik op het tekenblad om de linkerbovenhoek vast te leggen; klik nogmaals op het tekenblad om de rechteronderhoek vast te leggen. 2. Om de rechthoek te draaien dient u eerst de rechthoek te selecteren. Er verschijnen nu 2 controlepunten: Door het oranje vierkantje te verslepen maakt u de rechthoek groter of kleiner; Door het oranje cirkeltje te verslepen draait u de rechthoek. Nota Om de rechthoek vloeiend te draaien is het handiger om de opties Kleef aan grid en Kleef aan muren uit te schakelen. 3. De grootte en draaiing van een rechthoek kan ook aangepast worden door de eigenschappen in het eigenschappenvenster aan te passen

50 Afbeeldingen toevoegen Op het situatieschema kunnen afbeeldingen worden toegevoegd. Deze functionaliteit kan bijvoorbeeld gebruikt worden om: Een eigen logo toe te voegen; Een permanente achtergrond toe te voegen (bijvoorbeeld een ingescand grondplan) waarop de elektrische symbolen getekend zullen worden; Een tijdelijke achtergrond toe te voegen (bijvoorbeeld een ingescand grondplan) die gebruikt wordt om muren en ramen over te tekenen en die daarna weer gewist wordt; Extra details op het situatieschema toe te voegen (bijvoorbeeld sanitaire toestellen). 1. Om een afbeelding toe te voegen klik je in de componentenbibliotheek op het symbooltje van het fototoestel. 2. Selecteer het bestand dat je wilt toevoegen als afbeelding en klik op Open. Volgende bestandsformaten worden ondersteund:.bmp.jpg.gif.png.ico.emf.wmf

51 3. Klik op het tekenblad waar je de afbeelding wilt toevoegen. 4. Verplaats de muis om de grootte van de afbeelding te bepalen en klik nogmaals. 5. De grootte en draaiing van een afbeelding kan net op dezelfde manier worden aangepast als rechthoeken

52 Figuren kunnen ook toegevoegd worden door een bestand (bestandstype.bmp,.gif,.jpg,.png,.ico,.tif,.emf of.wmf) te slepen op het tekenblad van het situatieschema:

53 AutoCAD bestanden importeren AutoCAD bestanden (.dxf of.dwg) kunnen rechtstreeks in het situatieschema geïmporteerd worden. 1. Om een AutoCAD bestand toe te voegen klik je in de componentenbibliotheek op het symbooltje van het fototoestel (net zoals bij het toevoegen van een afbeelding). 2. Selecteer het bestand dat je wilt toevoegen als afbeelding en klik op Open. Volgende bestandsformaten worden ondersteund:.dxf.dwg Sommige geavanceerde DWG bestanden kunnen verwijzen naar andere DWG bestanden om zo een gecombineerde tekening te vormen. Deze functionaliteit wordt momenteel niet ondersteund. 3. Het AutoCAD bestand zal geladen worden. Voor zeer grote bestanden kan dit even duren

54 4. Voordat het AutoCAD bestand toegevoegd wordt kan je het nog beperkt aanpassen. 4a. AutoCAD bestanden kunnen uit verschillende pagina s (layouts) bestaan. Je kan selecteren welke pagina je wilt toevoegen. 4b. AutoCAD bestanden kunnen verschillende lagen bevatten. Je kan kiezen welke lagen je aan of uit wil schakelen. Door op de rechtermuistoets te klikken heb je de mogelijkheid om alle lagen tegelijkertijd aan- of uit te schakelen. 4c. Je kan de originele kleuren van de AutoCAD tekening vervangen door een zelf gekozen uniforme kleur (bijvoorbeeld lichtgrijs) om de leesbaarheid van de schema s te verhogen

55 4d. In het selectievenster kan u aanduiden welk gedeelte van de AutoCAD tekenening je wilt toevoegen op het situatieschema. In dit venster kan je zoomen en verschuiven met het scrollwieltje van de muis, net als op het eendraadschema en situatieschema. 4e. Wanneer u opties wijzigt, dienen deze eerst verwerkt te worden voordat je de tekening kan toevoegen. Zolang er nog opties verwerkt worden zal een voortgangsbalk getoond worden en kan je niet op de OK knop drukken. 4f. Wanneer alle wijzigingen verwerkt zijn druk je op de knop OK

56 5. Het AutoCAD bestand wordt op het situatieschema toegevoegd, en kan ook nu weer verplaatst en gedraaid worden

57 Elektrische componenten op het situatieschema plaatsen Om de elektrische componenten op het situatieschema te plaatsen, gaat u als volgt te werk: 1. Zorg er voor dat de tekenmodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Tekenen te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de tekenmodus ingeschakeld is. 2. Selecteer in de componentenbibliotheek de kring van de componenten die u op het situatieschema wil plaatsen. U zal zien dat alle componenten die op het eendraadschema in de geselecteerde kring geplaatst werden terug te vinden zijn. 3. Klik op het tekenblad waar u de component wil plaatsen

58 4. Componenten die reeds op het situatieschema geplaatst zijn zullen lichtgrijs gekleurd worden in de componentenbibliotheek, en zijn niet meer selecteerbaar. Nadat een component op het situatieschema geplaatst is, wordt automatisch de volgende component uit dezelfde kring geselecteerd. 5. Componenten kunnen gedraaid worden door op de rechtermuisknop te klikken gedurende het plaatsen van de component. Bij elke klik op de rechtermuisknop zal de component een kwartslag rechtsom gedraaid worden. 6. Wanneer tijdens het klikken op de rechtermuistoets tegelijkertijd de ALT-toets ingedrukt wordt, dan zal het symbool in kleinere stappen gedraaid worden. 7. Componenten kunnen nog nauwkeuriger gedraaid worden door de component te selecteren en de eigenschap Hoek handmatig in te vullen

59 8. De tekst bij een symbool wordt steeds automatisch gepositioneerd zodat deze geen muur of een ander symbool raakt. 9. Wanneer je zelf wil beslissen waar de tekst geplaatst dient te worden, dan kan je het symbool selecteren en de eigenschap Plaatsing Tekst wijzigen. Dit zal je bijvoorbeeld moeten doen indien je symbolen tekent op een ingescande achtergrond of op een AutoCAD tekening, daar in dit geval het programma niet automatisch kan bepalen waar er muren staan. 10. De eigenschap Plaatsing Tekst kan ook gewijzigd worden door met de muisaanwijzer over het symbool te staan, en op de rechtermuistoets te klikken terwijl de SHIFT toets ingedrukt wordt

60 Componenten wissen van het situatieschema Om componenten van het situatieschema te wissen, gaat u als volgt te werk: 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Klik op het tekenblad op de component die u wil verwijderen. Geselecteerde componenten zullen blauw gekleurd worden. 3. Klik in de werkbalk op de knop Wissen. De geselecteerde component zal verwijderd worden van het situatieschema

61 4. Wanneer een elektrische component verwijderd wordt van het situatieschema, zal hij niet automatisch verwijderd worden van het eendraadschema, maar wordt hij terug selecteerbaar in de componentenbibliotheek van het situatieschema scherm. Wanneer u een component verwijderd van het eendraadschema, wordt hij wel automatisch verwijderd van het situatieschema. Het situatieschema kan geen elektrische componenten bevatten die niet op het eendraadschema voorkomen. 5. U kan ook meerdere componenten tegelijkertijd selecteren door in de selectiemodus ergens op het tekenblad te klikken, en terwijl u de muisknop ingedrukt houdt een selectierechthoek rond de componenten te slepen die u wil selecteren. 6. Alle componenten die geselecteerd zijn zullen blauw gekleurd worden

62 7. Door op de knop Wissen te klikken wist u alle geselecteerde componenten

63 Kopiëren en plakken Delen van het situatieschema kunnen gekopieerd worden: 1. Zorg er voor dat de selectiemodus is ingeschakeld. Dit doet u door in de werkbalk op de knop Selecteren te klikken. De knop zal blauw kleuren wanneer de selectiemodus ingeschakeld is. 2. Selecteer de componenten die u wil kopiëren. Nota U kan snel alle componenten kopiëren door de toetsencombinatie CTRL + A in te drukken. 3. Druk op de knop kopiëren. De geselecteerde componenten worden nu gekopieerd naar het klembord. Kopiëren kan ook door de toetsencombinatie (CTRL + C) in te drukken

64 4. Druk op de knop plakken. Een kopie van de componenten op het klembord wordt nu toegevoegd op de huidige pagina. Plakken kan ook door de toetsencombinatie CTRL + V in te drukken. Nota 1 U dient de componenten uiteraard niet te plakken op dezelfde pagina als waarvan ze gekopieerd werden, u kan de componenten ook op een andere pagina plakken. Nota 2 Enkel grondplan componenten (Muren, ramen,...) kunnen gekopieerd worden. Elektrische componenten zullen niet mee gekopieerd worden

65 Werken met meerdere pagina s op het situatieschema In de werkbalk vindt u knoppen om pagina s toe te voegen of te verwijderen, en om te navigeren tussen de pagina s: Betekenis van de knoppen: Ga naar de vorige pagina Ga naar de volgende pagina Voeg een pagina toe achter de huidige pagina Wis de huidige pagina. De elektrische componenten die op deze pagina stonden zullen terug selecteerbaar worden in de componentenbibliotheek van het eendraadschema scherm. De plattegrond van deze pagina wordt volledig gewist

66 De afdrukhulplijnen Op het tekenblad van het situatieschema vind je afdrukhulplijnen terug voor A4 en A3: Wanneer u wil afdrukken op A4 formaat, tekent u best alle componenten binnen de afdrukhulplijnen voor A4. Tekent u toch componenten buiten deze hulplijnen, dan zal Trikker bij het afdrukken de tekening zo verkleinen totdat ze op de beschikbare ruimte van een A4-pagina past. Blijft u binnen de hulplijnen A4, dan zal Trikker alle componenten steeds met een redelijke grootte afdrukken. Hetzelfde geldt voor de afdrukhulplijnen A3 indien u op A3 formaat afdrukt

67 Letters & nummers van symbolen weglaten Rechtsonderaan kan u 2 opties aanvinken om de letter of het nummer bij alle symbolen van de huidige pagina weg te laten: Standaard zijn de opties Beletteren en Nummeren op elke pagina ingeschakeld. Wanneer de optie Nummeren wordt uitgeschakeld, worden er op de huidige pagina geen nummers meer bij de symbolen getekend. Wanneer zowel Beletteren als Nummeren uitgeschakeld wordt, worden er op de huidige pagina geen letters of nummers meer bij de symbolen getekend

68 Een grondplan overtekenen in transparante modus Trikker biedt de mogelijkheid om een grondplan dat reeds elektronisch beschikbaar is (bijvoorbeeld als PDF bestand) over te tekenen: 1. Open het grondplan in een programma dat het kan weergeven (bijvoorbeeld Adobe Reader voor PDF files): 2. Plaats het Trikker venster voor het programma dat het grondplan weergeeft, en schakel de Transparante Modus in door het vakje Transparant aan te vinken in de werkbalk van het situatieschemascherm:

69 3. Verplaats het venster van Trikker zodat de boven- en linkerkant van het grondplan net binnen het tekenblad vallen: 4. Vergroot of verklein het venster van Trikker zodat de onder- en rechterkant van het grondplan net op het tekenblad vallen:

70 5. Zoom in of uit zodat de gewenste afdrukhulplijn (A3 of A4) net onder of rechts van het grondplan komt te staan: 6. U kan het grondplan nu overtekenen:

71 7. Wanneer u klaar bent met overtekenen schakelt u de transparante modus uit door het selektievakje Transparant af te vinken:

72 Kleef aan grid / Kleef aan muren Bij het tekenen van een situatieschema kunnen volgende selectievakjes in- of uitgeschakeld worden: Indien ingeschakeld, kunnen begin en eindpunten van elementen op het situatieschema enkel exact op het grid (de grijze dunnen lijntjes) geplaatst worden. Dit vergemakkelijkt het tekenen van rechte lijnen en het exact plaatsen van ramen of deuren op een rechte muur, maar zorgt er soms voor dat een element niet nauwkeurig genoeg geplaatst kan worden. Schakel dit vakje uit indien je niet exact op de grid wil tekenen. Indien ingeschakeld gedragen de uiteinden van muren zich magnetisch : een uiteinde van een muur, raam of deur zal blijven kleven indien het zich ter hoogte van een andere uiteinde bevindt. Hierdoor wordt het zeer makkelijk om perfecte rechthoeken te tekenen. Een nadeel is echter opnieuw dat sommige elementen niet naukeurig genoeg geplaatst kunnen worden. Schakel dit vakje uit indien je niet wil dat muren zich magnetisch gedragen

73 Wijzigingen ongedaan maken Rechtsbovenaan het scherm vind je 2 knoppen om je laatste wijziging ongedaan te maken of terug te doen: Knop Ongedaan maken (Stap terug) Indien deze knop oranje is, kan je je laatste wijziging ongedaan maken door op deze knop te klikken. Bijvoorbeeld: je wist een muur op het situatieschema. Door op deze knop te drukken zal de muur automatisch terug getekend worden op dezelfde plaats. Knop Terug doen (Stap verder) Indien deze knop oranje is, kan je wat je laatst ongedaan hebt gemaakt weer terug doen. Bijvoorbeeld: je wist 3 stopcontacten op het eendraadschema. Door op de knop Ongedaan maken te klikken verschijnen de 3 stopcontacten weer. Door op de knop Terug doen te klikken worden de stopcontacten opnieuw gewist. Deze knop wordt enkel oranje indien je eerst een stap ongedaan hebt gemaakt. Indien de knoppen grijs zijn, zijn er geen wijzigingen meer opgenomen die ongedaan of terug gedaan kunnen worden. In volgende gevallen wordt dde lijst met stappen die ongedaan kunnen gemaakt worden gewist, en worden de knoppen dus grijs: Wanneer men van scherm wisselt (Bijvoorbeeld wanneer men van het situatieschema naar het eendraadschema gaat); Wanneer men op het situatieschema van pagina wisselt; Wanneer een nieuw document geopend wordt

74 Afdrukken In het scherm Afdrukken kan u het volledige document of delen ervan af te drukken: Afdrukken Selecteer het gewenste papierformaat, druk op de knop Afdrukken en volg verdere instructies op het scherm

75 Afdrukvoorbeeld Door op de knop Voorbeeld te drukken wordt een afdrukvoorbeeld op het scherm getoond: Opties Eendraadschema afdrukken Indien het selectievakje Eendraadschema afdrukken aangevinkt wordt, zal het eendraadschema mee afgedrukt worden. Situatieschema afdrukken Indien het selectievakje Situatieschema afdrukken aangevinkt wordt, zal het situatieschema mee afgedrukt worden. Lijst met kringen afdrukken Indien het selectievakje Lijst met kringen afdrukken aangevinkt wordt, zal op een extra pagina een overzicht van alle kringen afgedrukt worden. Om de naam van een kring te wijzigen dient u de eigenschap Naam Kring van de zekering in te vullen op het eendraadschema

76 Datum afdrukken Indien het selectievakje Datum afdrukken aangevinkt wordt, dan zal op elke pagina de ingestelde datum afgedrukt worden: Stroomtype afdrukken Indien het selectievakje Stroomtype afdrukken aangevinkt wordt, dan zal op elke pagina het geselecteerde of ingetypte stroomtype afgedrukt worden: Extra info afdrukken Indien in het tekstveld Extra info afdrukken tekst wordt ingevuld, dan zal deze tekst mee op elke pagina worden afgedrukt:

77 Voorkeuren instellen In het scherm Extra kan u persoonlijke voorkeuren instellen. Persoonlijke voorkeuren worden automatisch bewaard, en worden gebruikt voor elk document dat u met Trikker maakt. Volgende zaken kunnen ingesteld worden: Taal Door een taal te kiezen worden alle bedieningsknoppen en teksten in het programma en de hoofdingen op de afdrukken vertaald. Namen van symbolen en eigenschappen van symbolen worden niet vertaald. Als taal kan u Nederlands, Frans of Engels instellen. Logo Met de knop Logo bestand kiezen kan u een bestand selecteren dat u als logo mee wil afdrukken op alle schema s. Het logo wordt op de afdrukken automatisch verkleind zodat het op de beschikbare plaats naast de gegevens van de installateur past. Gebruik voor een goed afdrukresultaat een logo van 300 x 300 pixels of meer. Standaard controleorganisme voor nieuw document Indien u hier de gegevens invult van een controleorganisme, zullen deze gegevens standaard op elk nieuw document ingevuld worden

78 Exporteren naar Home center Home center is een softwarepakket dat toelaat bepaalde domoticasystemen te bedienen via een PC, touchscreen, iphone, of het internet. Je kan bijvoorbeeld met het Home center touchscreen alle lichtpunten bedienen en de status van elk toestel raadplegen. Momenteel worden de domoticasystemen van Velbus en Qbus ondersteund door Home center. Home center is een product van Stijnen Solutions. Meer info over Home center vind je op Door een samenwerking tussen Stijnen Solutions en Bluebits kunnen schema s getekend met Trikker bewaard worden met een bestandsformaat dat rechtstreeks in Home center ingelezen kan worden. Op het touchscreen verschijnt dan meteen het grondplan zoals getekend in Trikker, inclusief bedieningsknoppen voor alle toestellen. Zo kan meteen het volledige domotica systeem weergegeven en bediend worden. 1. Home center kan alle toestellen die op het bussysteem zijn aangesloten bedienen en uitlezen. Identificatie van de toestellen kan doordat elk toestel geconfigureerd is met een uniek adres. 2. Om vanuit Trikker een bestand te genereren waarmee Home center geconfigureerd kan worden moeten op het eendraadschema de adressen van alle domoticatoestellen ingevuld worden. Dit doe je door het symbool te slecteren en de eigenschap Adres in te vullen

79 3. Wanneer de eigenschap Adres van een symbool niet is ingevuld, zal het adres genomen worden van het eerste symbool stroomopwaarts waarvan het adres wel is ingevuld. Zo zullen de spots in het voorbeeld hiernaast voor Home center het adres 73.1 krijgen, omdat de eigenschap Adres van de dimmer op deze waarde is ingesteld. 4. Maak een situatieschema van 1 of meerdere pagina s 5. Om de schema s te exporteren naar Home center druk je op de knop Opslaan als in het document scherm

80 6. Vul een bestandsnaam in. Selecteer Home center (*.trhc) als bestandstype. Druk op opslaan. 7. Start Home center. Ga naar Settings > Manage Zones Druk op de knop met het Trikker icoon om het bestand dat in Trikker bewaard werd in te lezen

81 8. Selecteer een passende schermresolutie en klik op OK 9. Voor elke pagina van het situatieschema zal Home center een nieuwe zone aanmaken. Ook de toestellen worden door Home center op de juiste plaats weergegeven. Het domoticasysteem kan meteen bediend worden

82 Onverwachte Fouten Trikker wordt met de grootste zorg gemaakt. Toch is het niet uit te sluiten dat er zich onverwachte fouten voordoen in het programma (bugs). Wanneer zo n onverwachte fout gedecteerd wordt, wordt volgend scherm getoond: In dit geval wordt er op het bureaublad van uw computer een bestandje weggeschreven met details over deze fout: Door dit bestand naar ons door te mailen (info@bluebits.be) kan de opgetreden fout geanalyseerd en in een volgende update opgelost worden

83

84 Trikker is een product van bluebits comm. v. kanunnik davidlaan lier btw be tel gsm