Imitatie bij Sociale Angst:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Imitatie bij Sociale Angst:"

Transcriptie

1 Imitatie bij Sociale Angst: Geneigdheid van mensen met sociale angst om emotie-expressies van anderen over te nemen Masterthese Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij, - en Gedragswetenschappen Student: Güldan Turgut Studentnummer: Docent: Dr. Corine Dijk Datum:

2 Samenvatting In dit onderzoek werd de relatie tussen sociale angst en imitatie van emotieexpressies onderzocht bij een groep van 87 studenten. Hierbij werd bekeken of mensen met sociale angst in vergelijking tot mensen zonder sociale angst (a) negatieve emotieexpressies meer imiteerden, en (b) positieve emotie-expressies minder imiteerden. Mensen die depressief zijn vertonen minder emotie-expressies. Omdat mensen met sociale angst ook depressief kunnen zijn, werd onderzocht of depressie was gerelateerd aan het minder imiteren van emotie-expressies. De deelnemers zagen videofragmenten van mensen die verschillende emotie-expressies vertoonden. Hierbij werd door middel van de Facial Action Coding System bekeken in hoeverre de deelnemers emotie-expressies van de mensen in de videofragmenten imiteerden. Het bleek dat mensen met sociale angst niet verschilden van mensen zonder sociale angst in de mate van imitatie van zowel positieve als negatieve emotie-expressies. Hiermee kan worden gesteld dat sociale angst niet is gerelateerd aan imitatie van emotie-expressies. Depressie had hier geen invloed op. 2

3 Mensen met sociale angst, ofwel sociaal angstigen (SA), hebben een duidelijke en aanhoudende angst voor sociale situaties of situaties waarin gepresteerd moet worden. Door de angst voor een negatieve beoordeling kunnen persoonlijke interacties door SA worden vermeden (American Psychiatric Association, 2000). Verschillende onderzoekers bestudeerden in hoeverre SA daadwerkelijk negatief werden beoordeeld. Zij onderzochten of SA negatiever werden beoordeeld dan mensen die geen sociale angst hadden, ofwel niet - sociaal angstigen (NSA; Heerey & Kring, 2004; Vönken, Alden, Bögels, & Roelofs, 2008; Vönken, Dijk, De Jong, & Roelofs, 2010). SA werden daadwerkelijk negatiever beoordeeld dan NSA. Zo bleek bijvoorbeeld uit een onderzoek van Heerey & Kring (2007) dat de interactiepartners de interactie met SA als minder plezierig ervoeren in vergelijking tot de interactie met NSA. De precieze oorzaken van de negatieve beoordeling bij SA zijn onduidelijk. Een van de oorzaken kan zijn dat SA mogelijk minder sociaal functioneel gedrag vertonen dan NSA. Sociaal functioneel gedrag is bijvoorbeeld het maken van oogcontact of het nabootsen van de lichaamshouding van een gesprekspartner. Doordat SA mogelijk minder sociaal functioneel gedrag vertonen, kan een negatieve beoordeling bij anderen teweeg worden gebracht. (Alden & Taylor, 2004; Vönken et al., 2008; Vönken et al., 2010). Een sociaal functioneel gedrag dat de kans op een negatieve beoordeling kan verkleinen is imitatie. Imitatie is een sociale vaardigheid waarbij het gedrag van de interactiepartner wordt nagebootst. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan het nabootsen van de lichaamshouding van een interactiepartner. (Dijksterhuis & Bargh, 2001). Het vertonen van imitatie is gerelateerd aan een betere sociale interactie dan wanneer geen imitatie plaatsvindt (Lakin, Jefferis, Cheng, & Chartrand, 2003). Zo bleek bijvoorbeeld uit een onderzoek van Chartrand & Bargh (1999) dat mensen die werden geïmiteerd tijdens een sociale interactie het verloop van de interactie meer soepel ervoeren dan mensen die niet werden geïmiteerd. Mensen die tijdens de sociale interactie niet werden geïmiteerd ervoeren het gesprek als ongemakkelijk in vergelijking tot mensen die wel werden geïmiteerd. Daarnaast werden interactiepartners die imiteerden aardiger gevonden in vergelijking tot interactiepartners die niet imiteerden. Imitatie kan er dus voor zorgen dat de sociale interactie als gemakkelijk wordt ervaren en de interactiepartner aardiger wordt gevonden. Hierdoor kan de kans op een negatieve beoordeling afnemen (Chartrand & Bargh, 1999). Er zijn enige aanwijzingen dat SA in een mindere mate imitatie vertonen in vergelijking tot NSA. Uit een onderzoek bleek dat SA in vergelijking tot NSA het gedrag van hun interactiepartner minder imiteerden (Vrijsen et al.,2010). Hierbij werd de mate van imitatie onderzocht door te kijken in hoeverre de deelnemers de hoofdbewegingen van hun interactiepartners nabootsten. Zoals hierboven beschreven, kan imitatie ervoor zorgen dat de sociale interactie als gemakkelijk wordt ervaren en de interactiepartner aardiger wordt gevonden. Wanneer SA in een mindere mate het gedrag van hun interactiepartner imiteren, 3

4 dan kan dit er mogelijk toe leiden dat de sociale interactie als ongemakkelijk wordt ervaren. Daarnaast kunnen SA minder aardig worden gevonden in vergelijking tot NSA die meer imitatie vertonen. Op deze manier kunnen SA mogelijk negatief worden beoordeeld door anderen. Door deze negatieve beoordeling kan de angst voor een negatieve evaluatie bij SA worden bevestigd. Imitatie bestaat naast het nabootsen van andermans hoofdbewegingen ook uit meer subtiele imitatie, zoals het nabootsen van emotie-expressies. Uit een studie van Vrana en Gross (2004) bleek dat SA in een mindere mate blije emotie-expressies imiteerden dan NSA. Echter, bij boze emotie-expressies vertoonden SA meer imitatie dan NSA. Er kunnen drie kanttekeningen bij het onderzoek van Vrana en Gross (2004) worden gezet. Allereerst selecteerden Vrana en Gross (2004) deelnemers op basis van de mate van angst om in het openbaar te spreken. Spreekangst is echter een aspect van sociale angst. Het zou wellicht voor de generaliseerbaarheid van de resultaten beter zijn geweest om deelnemers te selecteren op basis van de mate van sociale angst in plaats van spreekangst in het bijzonder. Daarnaast hebben de onderzoekers de mate van imitatie van emotie-expressies aan de hand van electromyografie (EMG) activiteit gemeten. Minimale bewegingen in de gezichtsspieren werden aan de hand van EMG activiteit gemeten en gerapporteerd als imitatie van emotie-expressies. In het dagelijks leven kunnen dergelijke minimale bewegingen in de gezichtsspieren voor een ander echter onzichtbaar zijn en dus niet de interactie beïnvloeden. Tot slot keken de onderzoekers enkel naar de emoties blijdschap en boosheid. Hierdoor golden de resultaten enkel voor deze emoties. Er zijn echter ook andere emoties die een rol kunnen spelen in de relatie tussen imitatie van emotie-expressies en sociale angst. Naast de emoties blijdschap en boosheid kan tevens worden bekeken in hoeverre SA emotie-expressies zoals angst en minachting imiteren in vergelijking tot NSA. Angst is, net als blijdschap en boosheid, een universele emotie die in verschillende culturen herkenbaar is (Ekman, 1994). Angst is een emotie die bij SA duidelijk aanwezig is. Zoals eerder beschreven hebben SA namelijk een duidelijke en aanhoudende angst voor sociale situaties of situaties waarin gepresteerd moet worden (American Psychiatric Association, 2000). Minachting is een emotie die vooral duidt op afwijzing en afkeuring (Aleman & Swart, 2008). De emoties angst, minachting en boosheid kunnen worden gezien als negatieve emoties. Deze emoties kunnen tekenen van een negatieve evaluatie tijdens een sociale interactie zijn. Blijdschap is een emotie die een vriendelijk signaal afgeeft tijdens een sociale interactie en kan worden gezien als een positieve emotie (Van der Schalk et al., 2011). Zowel positieve als negatieve emotie-expressies kunnen dus signalen zijn die informatie uit de sociale omgeving verschaffen. De emotie-expressies beïnvloeden niet enkel hoe mensen zich voelen, maar ook hoe ze zich tegenover elkaar gedragen. (Keltner & Haidt, 1999; Van Kleef, 4

5 2009). Zo kan een persoon, bijvoorbeeld tijdens een gesprek, door het vertonen van een boze emotie-expressie duidelijk maken dat hij of zij boos is. De gesprekspartner van de boze persoon kan zich hierdoor ook boos voelen. Dit kan er toe leiden dat de gesprekspartner ook een boze emotie zal vertonen. Een alternatieve verklaring voor de relatie tussen imitatie en sociale angst kan depressie zijn. Angst heeft een hoge mate van comorbiditeit met depressie (Brown et al., 2001). Sociale angst en depressie delen daarbij een aantal karakteristieken zoals vermijding van sociale situaties. Daarnaast zijn depressie en sociale angst gerelateerd aan een vermindering in het ervaren van positieve emoties. Hierbij zijn positieve emoties bijvoorbeeld blijdschap, enthousiasme en zelfverzekerdheid. (Kashdan, 2004; Naragon-Gainey & Watson, 2011). Zoals hierboven beschreven beïnvloeden emotie-expressies hoe mensen zich voelen. Hoe mensen zich voelen kan anderzijds van invloed zijn op hun emotie-expressies. Wanneer mensen bijvoorbeeld blij zijn, vertonen ze meer imitatie van emotie-expressies dan wanneer ze somber zijn. Bij een somber gevoel wordt weinig tot geen imitatie van emotie-expressies vertoond (Likowsky et al., 2011). Mensen die depressief zijn voelen zich vaak somber en vertonen zowel minder emotie-expressies als minder imitatie van emotie-expressies dan mensen die niet depressief zijn (Gehricke & Shapiro, 2000; Wexler, Levenson, Warrenburg, & Price, 1994). Omdat mensen met sociale angst ook depressief kunnen zijn, kan depressie mogelijk de relatie tussen sociale angst en imitatie beïnvloeden. Een somber gevoel kan er immers toe leiden dat er minder imitatie van emotie-expressies plaatsvindt. Hierbij kan depressie een verzwakkend modererende factor zijn in de relatie tussen sociale angst en imitatie van emotie-expressies. In het huidige onderzoek werden SA en NSA bestudeerd. Onderzocht werd of SA in vergelijking tot NSA (a) negatieve emotie-expressies meer imiteerden en (b) positieve emotie-expressies minder imiteerden. De deelnemers zagen videofragmenten van mensen die verschillende emotie-expressies vertoonden. Hierbij werd bekeken in hoeverre de deelnemers de emotie-expressies van de mensen in de videofragmenten imiteerden. Verder werd in het huidige onderzoek gekeken of depressie een verzwakkend modererende factor in de relatie tussen sociale angst en imitatie was. Om dit te kunnen onderzoeken werd bekeken in hoeverre de deelnemers al dan niet depressief waren. Verwacht werd dat (a) SA positieve emotie-expressies minder imiteerden dan NSA, en (b) SA negatieve emotie-expressies meer imiteerden dan NSA. Hierbij werd voorspeld dat SA in vergelijking tot NSA (a) minder imitatie vertoonden bij videofragmenten met positieve emotie-expressies, en (b) meer imitatie vertoonden bij videofragmenten met negatieve emotie-expressies. Verder werd, als alternatieve verklaring voor de relatie tussen imitatie en sociale angst, verwacht dat depressie een verzwakkend modererende effect had. Omdat mensen 5

6 met sociale angst ook depressief kunnen zijn, werd voorspeld dat SA met een depressie minder imitatie van emotie-expressies vertoonden in vergelijking tot SA zonder een depressie. Methode 1 Proefpersonen Aan dit onderzoek deden 78 eerstejaarsstudenten van de opleiding psychologie van de Universiteit van Amsterdam mee. Van de 78 deelnemers zijn de gegevens van drie deelnemers uit de data verwijderd en niet meegenomen in de verdere dataverwerking. De drie deelnemers hadden de exit-vraag 2, of ze de personen in de videofragmenten eerder hadden gezien, positief beantwoord. De gegevens van deze deelnemers waren van invloed op de resultaten en werden derhalve uit de data verwijderd. De uiteindelijke resultaten zijn op grond van 75 deelnemers verkregen. De studenten moesten in het eerste jaar van hun opleiding verschillende vragenlijsten invullen, waaronder de Social Interaction Anxiety Scale (SIAS). Op basis van hun score op de SIAS werden de studenten per mail uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen: de laagste 25 procent en de hoogste 15 procent werden uitgenodigd. Tijdens het onderzoek vulden de deelnemers de SIAS voor de tweede keer in. Op basis van hun score op de tweede meting van de SIAS werden de studenten in twee groepen ingedeeld. Zesendertig studenten die hoog scoorden (>13) op de SIAS werden ingedeeld als SA en negenendertig studenten die laag scoorden (<12) werden ingedeeld als NSA. De studenten ontvingen één proefpersoonpunt voor hun deelname. Het behalen van proefpersonenpunten was onderdeel van hun studieprogramma. Materialen Manipulatie De deelnemers bekeken video s van mensen die verschillende emotie-expressies vertoonden. Er werden neutrale emotie-expressies vertoond gevolgd door emotie-expressies boosheid, angst, minachting en blijdschap. Er waren vier versies van het experiment waarbij de volgorde van de emoties per versie verschilde. De deelnemers werden aan de hand van hun proefpersoonnummer ingedeeld in één van de vier versies. Elke emotie-expressie werd gedurende zes seconden zes keer op de computer afgespeeld. Hierbij werd elke emotie- 1 Het beschreven onderzoek maakt deel uit van een grotere studie. Enkel relevante informatie zal worden behandeld. 2 Zie sectie exitinterview. 6

7 expressie in willekeurige volgorde door drie mannen en drie vrouwen geuit. Bij het vertonen van de video s werden de emotie-expressies van de deelnemers gefilmd. Voordat de taak begon werd de deelnemers verteld dat ze na het bekijken van de video s een kort gesprek zouden voeren met één van de personen in deze filmpjes. Dit is gedaan om de computertaak meer sociaal relevant te maken. Op deze manier is geprobeerd de mogelijke relatie tussen sociale angst en imitatie beter zichtbaar te maken. Sociale angst Sociale angst werd gemeten door middel van de Social Interaction Anxiety Scale (SIAS; Mattick & Clarke, 1998). Deze vragenlijst meet de angst voor sociale interacties, zoals het voeren van gesprekken. De SIAS bestaat uit 20 items die op een vijfpunts Likert-schaal kunnen worden beantwoord, variërend van 0 (helemaal niet van toepassing of waar voor mij) tot 4 (helemaal van toepassing of waar voor mij). Voorbeeldvragen zijn: Ik vind het moeilijk om met andere mensen te praten en Ik ben gespannen als ik me meng in een groep. Om tot de uiteindelijke data voor de analyses te komen zijn de items 5, 9 en 10 van de SIAS omgescoord. De betrouwbaarheid en validiteit van de SIAS zijn goed (Mattic & Clarke, 1998). Depressie Depressie werd gemeten door middel van de Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (CES-D: Radloff, 1977). Dit is een vragenlijst waarbij wordt gescreend voor recente depressieve symptomatologie bij adolescenten en volwassenen. De CES-D bestaat uit 20 items die op een vierpunts Likert-schaal kunnen worden beantwoord, variërend van 0 (zelden of nooit) tot 3 (meestal of iedere dag). De vragen hebben betrekking op de afgelopen week. Voorbeeldvragen zijn: Had ik huilbuien en Voelde ik me gedeprimeerd. Om tot de uiteindelijke data voor de analyses te komen zijn de items 4, 8, 12 en 16 van de CES-D omgescoord. De mediaan van de CES-D was in het huidige onderzoek 10. Deelnemers met een totaalscore hoger dan 10 werden ingedeeld als depressief (N= 36) en deelnemers met een totaal score lager dan 10 werden ingedeeld als niet-depressief (N= 39). De validiteit en betrouwbaarheid van de CES-D zijn goed (Gonzales-Forteza et al, 2011). Emotie-expressie De emotie-expressies van de deelnemers werden door middel van de Facial Action Coding System (FACS; Ekman & Friesen,1978) gemeten. FACS is een objectief coderingssysteem waarbij zichtbare bewegingen in de gezichtsspieren worden gerapporteerd. Deze bewegingen in de gezichtsspieren worden action units (AUs) genoemd. 7

8 Bij elk emotie-expressie zijn bepaalde AUs van belang. Bij de emotie-expressie blijdschap zijn deze AU6 kraaienpootjes rondom de ogen alsmede het omhoog trekken van de jukbeenderen en AU12 het omhoog trekken van de mondhoeken. Bij de emotie-expressie angst zijn deze AU2 wenkbrauwen omhoog trekken en AU5 ogen wijd open doen. Bij de emotie-expressie boosheid zijn deze AU4 fronzen, AU7 de ogen samenknijpen en AU15 de mondhoeken naar beneden trekken. Tot slot is bij de emotie-expressie minachting AU9/10, het omhoog trekken van de neus en bovenlip, van belang. Ieder AU werd per emotie-expressie onderzocht. Bij het plaatsvinden van een AU bij een emotie kreeg de deelnemer een score van één. Indien er geen AU plaatsvond, werd een nul score gegeven. Doordat elk emotie zes keer werd afgespeeld, konden de deelnemers per emotie een maximaal score van zes ontvangen voor een AU. Een score van zes betekent dat de deelnemer een AU over de zes videofragmenten van een emotie heeft vertoond. Een score van 0 betekent dat de deelnemer een AU in geen enkel videofragment van een emotie heeft vertoond. Exitinterview Er vond tevens een exitinterview plaats. Het exitinterview geeft een indruk van de bruikbaarheid van de gegevens die over de proefpersonen zijn verzameld. Hierbij werd gevraagd of de deelnemers de taak serieus hadden gemaakt en de vragenlijsten serieus ingevuld. De deelnemers konden deze vraag met ja of nee antwoorden. Op deze manier is getracht te meten in hoeverre de proefpersonen inzet hebben vertoond bij het onderzoek. Vervolgens werd aan de deelnemers gevraagd of ze de personen in de videofragmenten eerder hadden gezien. Ook deze vraag kon met ja of nee worden beantwoord. Procedure De deelnemers kwamen steeds met zijn tweeën naar de plek waar het onderzoek plaatsvond en kregen voor de taak de instructie om zo aandachtig mogelijk filmpjes te bekijken van mensen die verschillende emoties vertoonden. Verder werd de deelnemers verteld dat ze na het bekijken van de video s een kort gesprek zouden voeren met één van de personen in deze filmpjes 3. Bovendien werd de deelnemers duidelijk gemaakt dat ze tijdens de taak werden gefilmd en aan het einde van het onderzoek hierover informatie zouden ontvangen. Het informed consentformulier werd door de deelnemers ondertekend voordat de taak begon. Daarna moesten de deelnemers de CES-D, een aantal demografische gegevens en de SIAS invullen. Vervolgens kregen de deelnemers de filmpjes 3 Zie sectie manipulatie voor rationale hiervan. 8

9 met emotie-expressies te zien 4. Na de taak werd een exit-interview gehouden en vond vervolgens een debriefing plaats. Tijdens de debriefing werd het doel van het onderzoek aan de deelnemers verteld. Hierbij werd niet bekend gemaakt welke deelnemer SA of NSA was. Dit is gedaan om de privacy van de deelnemers te waarborgen. De deelnemers waren immers in tweetallen aanwezig bij het onderzoek. Daarnaast werd tijdens de debriefing verteld dat zodra het onderzoek was afgerond, de deelnemers door middel van een nadere informatie over het onderzoek zouden ontvangen. Statistische Analyses Relatie sociale angst en imitatie van emotie-expressies Om te onderzoeken of (a) SA positieve emotie-expressies minder imiteerden dan NSA, en (b) SA negatieve emotie-expressies meer imiteerden dan NSA, werd een herhaalde metingen analyse uitgevoerd. Hierbij was de binnen-proefpersoon variabele de vertoonde AUs tussen de vijf emoties. De tussen-proefpersoon variabele was de mate van sociale angst. Bij de hoofd, - en interactie - effecten werd een significantieniveau van.05 gehanteerd. Een p-waarde tussen de.05 en.1 was een trend. Indien een significant hoofdeffect bestond voor emotie, werd dit verder onderzocht door middel van een Contrast waarbij de meest relevante emotie voor de desbetreffende AU als referentie categorie werd gebruikt. Bij de Constrasten werd een Bonferonni correctie uitgevoerd en een significantieniveau van.0125 gehanteerd. De aanname sfericiteit werd onderzocht door naar de Mauchly s Test of Spericity en naar de Epilson te kijken. Wanneer niet aan de aanname werd voldaan, dan werden de resultaten aan de hand van de Greenhouse-Geisser correctie verkregen. Depressie als moderator in de relatie tussen sociale angst en imitatie Er werd een herhaalde metingen analyse uitgevoerd om te kijken of depressie een verzwakkend modererende factor was in de relatie tussen imitatie en sociale angst. Hierbij werd onderzocht of SA met een depressie minder imitatie van emotie-expressies vertoonden dan SA zonder een depressie. De vertoonde AUs per emotie werd vergeleken tussen SA met een depressie en SA zonder een depressie. De binnen-proefpersoon variabele was de vertoonde AUs tussen de vijf emoties. De tussen-proefpersoon variabele was de mate van sociale angst en depressie. 4 Zie sectie manipulatie. 9

10 Resultaten Emotie-expressie Voor elk AU werd de gemiddelde score en de bijbehorende standaardafwijking berekend, zie Figuren 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8. Een herhaalde meting analyse werd uitgevoerd om te toetsten of deze gemiddelden verschilden. Blijdschap AU6: kraaienpootjes rondom de ogen en omhoog trekken van de jukbeenderen. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(4, 292) =9.17, p <.001. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1, 73) =.90, p =.346, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4, 292) =1.34, p =.256. Om te onderzoeken of AU6 het meest werd vertoond bij de emotie blijdschap, werd een contrast uitgevoerd met blijdschap als referentie. Hieruit bleek dat AU6 meer werd vertoond bij de emotie blijdschap dan bij de emoties neutraal (p <.001) en boosheid (p =.013). Daarnaast was er een trend bij de emotie minachting (p =.019). Tot slot was er geen verschil bij de emotie angst (p =.139). Figuur 1. Gemiddelde scores AU6 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. 10

11 AU12: mondhoeken omhoog trekken. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(4, 292) =24.39, p <.001. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1, 73) =2.20, p =.143, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4,292) =.14, p =.968. Om te onderzoeken of AU12 het meest werd vertoond bij de emotie blijdschap, werd een contrast uitgevoerd met blijdschap als referentie. Hieruit bleek dat AU12 meer werd vertoond bij de emotie blijdschap dan bij de overige vier emoties (alle p <.004). Figuur 2. Gemiddelde scores AU12 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. Angst AU2: wenkbrauwen omhoog trekken. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie, F(4, 292) =10.72, p <.001, en een trend voor angst bestond, F(1,73) =2.78, p =.100. Daarnaast was er geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4,292) =.95, p =.437. Om te onderzoeken of AU2 het meest werd vertoond bij de emotie angst, werd een contrast uitgevoerd met angst als referentie. Hieruit bleek dat AU2 meer werd vertoond bij de emotie angst dan bij de emoties boosheid (p =.001) en neutraal (p =.002). Daarnaast bleek dat AU2 echter meer werd vertoond bij de emotie minachting (p =.031) dan bij angst. Tot slot was er geen verschil bij de emotie blijdschap (p =.062). 11

12 Figuur 3. Gemiddelde scores AU2 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. AU5: ogen wijd open trekken. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(1.66, ) =9.51, p <.001. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1, 73) =. 09, p =.764, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(1.66, ) =1.02, p =.352. Om te onderzoeken of AU5 het meest werd vertoond bij de emotie angst, werd een contrast uitgevoerd met angst als referentie. Hieruit bleek dat AU5 meer werd vertoond bij de emotie angst dan bij de overige vier emoties (alle p <.003). Figuur 4. Gemiddelde scores AU5 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. 12

13 Boosheid AU4: fronzen. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(4,292) =10.82, p <.001. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1, 73) =.08, p =.782, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4,292) =.61, p =.657. Om te onderzoeken of AU4 het meest werd vertoond bij de emotie boosheid, werd een contrast uitgevoerd met boosheid als referentie. Hieruit bleek dat AU4 meer werd vertoond bij de emotie boosheid dan bij de emoties blijdschap (p <.001), minachting (p <.001) en angst (p =.001). Daarnaast was er een trend bij de neutrale emotie (p =.031). Figuur 5. Gemiddelde scores AU4 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. AU7: ogen samenknijpen. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een trend voor emotie bestond, F(4,292) =2.36, p =.053. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1, 73) =.60, p =.441, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4,292) =.13, p =.970. Om te onderzoeken of AU7 het meest werd vertoond bij de emotie boosheid, werd een contrast uitgevoerd met boosheid als referentie. Hieruit bleek dat er een trend was bij de emoties angst (p =.018) en blijdschap (p =.037). Daarnaast was er geen verschil bij de emoties minachting (p =.068) en neutraal (p =.087). 13

14 Figuur 6. Gemiddelde scores AU7 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. AU15: mondhoeken naar beneden trekken. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(4,292) =4.01, p =.004. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1, 73) =.06, p =.814, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4,292) =1.51, p =.199. Om te onderzoeken of AU15 het meest werd vertoond bij de emotie boosheid, werd een contrast uitgevoerd met boosheid als referentie. Hieruit bleek dat er een trend was bij de emoties neutraal (p =.015) en blij (p =.019). Daarnaast was er geen verschil bij de emoties minachting (p =.212) en angst (p =.784). Figuur 7. Gemiddelde scores AU15 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. 14

15 Minachting AU9/10: neus en bovenlip optrekken. Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(4,292) =2.97, p =.020. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1,73) =.08, p =.776, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4,292) =.99, p =.414. Om te onderzoeken of AU9/10 het meest werd vertoond bij de emotie minachting, werd een contrast uitgevoerd met minachting als referentie. Hieruit bleek dat AU9/10 meer werd vertoond bij de emotie minachting dan bij de neutrale emotie (p =.004). Daarnaast was er een trend bij de emotie blijdschap (p =.049). Tot slot was er geen verschil bij de emoties angst (p =.356) en boosheid (p =1.000). Figuur 8. Gemiddelde scores AU9/10 voor de SA, - en NSA - groep bij de vijf emoties. Depressie Bij alle bovenstaande analyses is gekeken naar depressie als modererende variabele. Behalve AU12, waren bij de overige AUs geen interactie-effecten tussen emotie, angst en depressie (alle p >.05). Bij AU12 was een trend voor een drieweg interactie gevonden tussen emotie, angst en depressie F(4,284) =2.21, p =.068. AU12 werd derhalve verder onderzocht door bij de analyses een onderscheid te maken in de data tussen depressieve deelnemers versus niet-depressieve deelnemers. 15

16 Depressieve deelnemers Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie bestond, F(4,136) =11.49, p <.001. Daarnaast was er geen hoofdeffect voor angst, F(1,34) =.83, p =.370, en geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(1,136) =1.79, p =.135. Om te onderzoeken of AU12 het meest werd vertoond bij de emotie blijdschap, werd een contrast uitgevoerd met blijdschap als referentie. Hieruit bleek dat AU12 meer werd vertoond bij de emotie blijdschap dan bij de emoties neutraal (p <.001) en boosheid (p =.005). Daarnaast was er geen verschil bij de emoties minachting (p =.314) en angst (p =.458). Figuur 9. Gemiddelde scores AU12 bij de vijf emoties voor de SA, - en NSA - groep die depressief waren. Niet-depressieve deelnemers Uit de herhaalde metingen analyse bleek dat er een hoofdeffect voor emotie, F(4,148) =9.28, p <.001, en een trend voor angst bestond, F(1,37) =2.82, p =.101. Daarnaast was er geen interactie-effect tussen emotie en angst, F(4, 148) =.68, p =.605. Om te onderzoeken of AU12 het meest werd vertoond bij de emotie blijdschap, werd een contrast uitgevoerd met blijdschap als referentie. Hieruit bleek dat AU12 meer werd vertoond bij de emotie blijdschap dan bij de emoties neutraal (p <.001) en boos (p =.006). Daarnaast was er een trend voor de emoties minachting (p =.023) en angst (p =.024). 16

17 Figuur 10. Gemiddelde scores AU12 bij de vijf emoties voor de SA, - en NSA - groep die niet depressief waren. Discussie In deze studie werd onderzocht of SA positieve emotie-expressies minder imiteerden dan NSA. Hieruit bleek dat SA niet verschilden van NSA in de mate van imitatie van positieve emotie-expressies. Daarnaast werd bekeken of SA negatieve emotie-expressies meer imiteerden dan NSA. Hieruit bleek tevens dat SA niet verschilden van NSA in de mate van imitatie van negatieve emotie-expressies. Tot slot werd onderzocht of depressie een verzwakkend modererende factor in de relatie tussen imitatie en sociale angst was. Depressie was geen modererende factor in de relatie tussen imitatie en sociale angst. Deze onderzoeksresultaten ondersteunen de verwachtingen niet. SA en NSA verschilden immers niet in de mate van imitatie van emotie-expressies. Hierbij kan worden gesteld dat imitatie van emotie-expressies niet is gerelateerd aan sociale angst. Hiermee kan niet worden aangetoond dat het al dan niet imiteren van emotie-expressies een oorzaak is van de negatieve beoordeling bij mensen met sociale angst. Hoewel er geen relatie tussen sociale angst en imitatie van emotie-expressies is gevonden, bleek in ieder geval dat SA wel emotie-expressies imiteerden. Bij elk AU werd namelijk een hoofdeffect voor emotie gevonden. SA imiteerden niet enkel blije en boze emotie-expressies, maar ook de emoties angst en minachting. Of SA bijvoorbeeld de emotieexpressie minachting imiteren is weinig onderzocht. Daarom is in de literatuur weinig bekend over het al dan niet imiteren van de emotie-expressie minachting door SA. In tegenstelling tot in het huidig onderzoek, keken verreweg de meeste onderzoekers of SA enkel de emotieexpressies blijdschap en boosheid imiteerden. (Chartrand & Van Baaren, 2009). 17

18 Daarnaast komen de onderzoeksresultaten van het huidige onderzoek niet overeen met de onderzoeksresultaten van Vrana en Gross (2004). Een verklaring hiervoor zou het verschil in het operationaliseren van imitatie van emotie-expressies kunnen zijn. In het huidige onderzoek is de mate van imitatie van emotie-expressies aan de hand van de FACS gemeten. Hierbij werden zichtbare bewegingen in de gezichtsspieren gemeten. In het onderzoek van Vrana en Gross werd imitatie van emotie-expressies echter aan de hand van EMG activiteit gemeten. Zoals eerder beschreven, kunnen minimale bewegingen in de gezichtsspieren aan de hand van EMG activiteit worden gemeten. In het dagelijks leven kunnen dergelijke minimale bewegingen in de gezichtsspieren voor een ander echter onzichtbaar zijn en dus niet de interactie beïnvloeden. Doordat imitatie aan de hand van minimale bewegingen in de gezichtsspieren is gemeten, is het mogelijk dat Vrana en Gross (2004) significante resultaten hebben gevonden terwijl in werkelijkheid geen effect bestaat. Mogelijk door dit verschil in het operationaliseren van imitatie zijn in beide onderzoeken verschillende resultaten naar voren naar gekomen. Een ander onderscheid in het operationaliseren van imitatie is het verschil in het gedrag dat wordt geïmiteerd. In het huidige onderzoek is imitatie van emotie-expressies onderzocht. In de eerder beschreven literatuur werd de imitatie van lichaamshouding onderzocht. Zo bleek bijvoorbeeld dat SA in vergelijking tot NSA minder imitatie van lichaamshouding vertoonden, zoals het imiteren van hoofdbewegingen (Vrijsen et al., 2010). Het is mogelijk dat er bij deze vorm van operationalisatie van imitatie, namelijk het imiteren van de lichaamshouding, wel een relatie tussen imitatie en sociale angst bestaat. Wellicht kan om deze reden in vervolgonderzoek imitatie van lichaamshouding worden onderzocht in plaats van imitatie van emotie-expressies. De gevonden resultaten in het huidige onderzoek kunnen niet door depressie worden verklaard. Depressie werd als alternatieve verklaring voor de relatie tussen sociale angst en imitatie van emotie-expressies onderzocht. Hieruit bleek depressie geen verzwakkend modererende effect op de relatie te hebben. Het ontbreken van een relatie tussen sociale angst en imitatie van emotie-expressies kan dus niet door depressie worden verklaard. Hierbij kan echter een kanttekening worden geplaatst. Door een klein aantal depressieve deelnemers en power zou het kunnen dat niet significante resultaten zijn gevonden, terwijl in werkelijkheid wel een effect van depressie op de relatie tussen sociale angst en imitatie bestaat. Om te onderzoeken of depressie de gevonden onderzoeksresultaten kan verklaren, kan in vervolgonderzoek een groter aantal depressieve deelnemers worden bestudeerd. Indien in vervolgonderzoek blijkt dat depressie een verzwakkend modererende factor is in de relatie tussen sociale angst en imitatie, dan kan worden onderzocht in hoeverre het zinvol is aspecten van de behandeling bij depressie op te nemen in de behandeling van sociale angst. 18

19 Een andere kanttekening die bij de gevonden onderzoeksresultaten kan worden gezet, betreft de manipulatie. De onderzoeksresultaten kunnen wellicht worden toegeschreven aan het onvoldoende slagen van de manipulatie. De emotie-expressies in de videofragmenten zijn mogelijk minder subtiel dan in werkelijkheid. Hierdoor kunnen de emotie-expressies in de videofragmenten kunstmatig overkomen op de deelnemers. Ondanks dit gegeven, is bij elk AU een hoofdeffect voor emotie gevonden. Dit betekent dat elk AU door de deelnemers het meest werd vertoond bij de bijbehorende emotie. Hiermee lijkt het mogelijkerwijs uitgesloten dat de onderzoeksresultaten kunnen worden toegeschreven aan het onvoldoende slagen van de manipulatie. Tot slot kan een kanttekening worden gezet bij de onderzoeksresultaten met betrekking tot de populatie waaruit de deelnemers van afkomstig waren. De deelnemers waren namelijk allen studenten psychologie. Doordat studenten werden onderzocht, kunnen de resultaten mogelijk niet worden gegeneraliseerd naar een grotere populatie nietstudenten. De mate van externe validiteit, ofwel de mate van generaliseerbaarheid kan hierdoor laag zijn. Het ontbreken van een relatie tussen sociale angst en imitatie van emotieexpressies kan wellicht worden verklaard doordat een studenten populatie is onderzocht. De studenten hebben gemiddeld laag gescoord op de SIAS (Mattick & Clarke, 1998). De gemiddelde score op de SIAS was namelijk 18, terwijl in de literatuur een cut-off score van 34 wordt gehanteerd (Heimberg, Mueller, Holt, Hope, & Liebowitz, 1992). Mogelijk zou een gevarieerde niet-studenten populatie leiden tot een gemiddeld hogere score op de SIAS. Om deze reden kan in vervolg onderzoek ook niet-studenten worden onderzocht. Concluderend kan worden gezegd dat er in deze studie geen relatie tussen sociale angst en imitatie van emotie-expressies is gevonden. Daarnaast was depressie geen verzwakkend modererende factor in deze relatie. Met deze bevindingen kan niet worden aangetoond dat imitatie van emotie-expressies een oorzaak is van de negatieve beoordeling bij mensen met sociale angst. Referenties Alden, L. E., & Taylor, C. T. (2004). Interpersonal processes in social phobia. Clinical Psychology Review, 24, Alleman, A., & Swart, M. (2008). Sex differences in neural activation to facial expressions denoting contempt and disgust. Plos One, 3. American Psychiatric Association. (2002). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4 th ed., text revision). Washington, DC: Author. Brown, T. A., Cambell, L. A., Lehman, C. L., Grisham, J. R., & Mancill, R. B. (2001). Current and lifetime comorbidity of the DSM-IV anxiety and mood disorders in a large clinical sample. Journal of Abnormal Psychology, 110,

20 Chartrand, T. L., & Bargh, J. A. (1999). The chameleon effect: the perception-behavior link and social interaction. Journal of Personality and Social Psychology, 76, Chartrand, T. L., & Van Baaren, R. (2009). Human mimicry. Advances in Experimental Social Psychology, 41, Dijksterhuis, A., & Bargh, J. A. (2001). The perception-behavior expressway: automatic effects of social perception on social behavior. Advances in Experimental Social Psychology, 33, Ekman, P. (1994). Strong evidence for universals in facial expressions: A reply to Russell s mistaken critique. Psychological Bulletin, 115, Ekman, P. & Friesen, W.V. (1978). Facial action coding system. Palo Alto: Consulting Psychologist Press. Gehricke, J. G., & Shapiro, D. (2000). Reduced facial expression and social context in major depression: Discrepancies between facial muscle activity and self-reported emotion. Psychiatry Research, 95, Gonzales-Forteza, C., Torres, C. S., Tapai, A. J., Fernandez, I. H., Gonzales-Gonzales, A., Garcia, F. J., Medina-Mora, M. E., & Meija, H. F. V. (2011). Reliability and validity of the depression scale CES-D in high school and college students from Mexico City: results from a census. Salud Mental, 34, Heerey, E. A., & Kring, A. M. (2007). Interpersonal consequences of social anxiety. Journal of Abnormal Psychology, 116, Heimberg, R. G., Mueller, G. P., Holt, C. S., Hope, D. A., & Liebowitz, M. R. (1992). Assessment of anxiety in social interaction and being observed by others: The social interaction anxiety scale and the social phobia scale. Behavior Therapy, 23, Kashdan, T. B (2004). The neglected relationship between social interaction anxiety and hedonic deficits: differentiation from depressive symptoms. Anxiety Disorders, 18, Keltner, D., & Haidt, J. (1999). Social functions of emotions at four levels of analysis. Cognition and Emotion, 13, Lakin, J. L., Jefferis, V. E., Cheng, C. M., & Chartrand, T. L. (2003). The chameleon effect as social glue: evidence for the evolutionary significance of nonconscious mimicry. Journal of Nonverbal Behavior, 27, Likowski, K. U., Weyers, P., Seibt, B., Stöhr, C., Pauli, P., & Mühlberger, A. (2011). Sad and lonely? Sad mood suppresses facial mimicry. Journal of Nonverbal Behavior, 35, Mattick, R. P., & Clarke, J. C. (1998). Development and validation of measures of social phobia scrutiny fear and social interaction anxiety. Behaviour Research and Therapy, 36,

21 Naragon-Gainey, K., & Watson, D. (2011). Clarifying the dispositional bias of social anxiety: a hierarchal perspective. Personality and Individual Differences, 50, Radloff, L. S. (1977). The CES-D Scale: a self-report depression scale for research in the general population. Applied Psychological Measurement, 1, Van der Schalk, J., Fischer, A., Doosje, B., Wigboldus, D., Hawk, S., Rotteveel, M., & Hess, U. (2011). Convergent and divergent responses to emotional displays of ingroup and outgroup. Emotion, 11, Van Kleef, G. A. (2009). How emotions regulate social life: The emotions as social information (EASI) model. Current Directions in Psychological Science, 18, Vönken, M. J., Alden, L. E., Bögels, S. M., & Roelofs, J. (2008). Social rejection in social anxiety disorder: the role of performance deficits, evoked negative emotions and dissimilarity. British Journal of Clinical Psychology, 47, Vönken, M. J., Dijk, C., De Jong, P. J., & Roelofs, J. (2010). Not self-focused attention but negative beliefs affect poor social performance in social anxiety: An investigation of pathways in the social anxiety social rejection relationship. Behavior Research and Therapy, 48, Vrana, S. R., & Gross, D. (2004). Reactions to facial expressions: Effects of social context and speech anxiety on responses to neutral, anger, and joy expressions. Biological Psychology, 66, Vrijsen, J. A., Lange, W. G., Becker, E. S., & Rinck, M. (2010). Socially anxious individuals lack unintentional mimicry. Behaviour Research and Therapy, 48, Wexler, B. E., Levenson, L., Warrenburg, S., & Price, L. H. (1993). Decreased perceptual sensitivity to emotion-provoking stimuli in depression. Psychiatry Research, 51,

Mimicry, emotieherkenning en emotionele respons: Hoe reageren mensen met sociale angst op het waarnemen van emotionele gezichten

Mimicry, emotieherkenning en emotionele respons: Hoe reageren mensen met sociale angst op het waarnemen van emotionele gezichten Mimicry, emotieherkenning en emotionele respons: Hoe reageren mensen met sociale angst op het waarnemen van emotionele gezichten Door: Nick de Waard Studentnummer: 5665019 Scriptiebegeleidster: Corine

Nadere informatie

Wie oprecht lacht, lacht het best

Wie oprecht lacht, lacht het best UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Wie oprecht lacht, lacht het best De Invloed van Sociale Angst op het tonen van een Oprechte Glimlach Rianne Schouwenaar Masterthese Klinische Psychologie Studentnummer: 6097936

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Sociaal angstigen krijgen een tweede kans na een negatieve eerste indruk

Sociaal angstigen krijgen een tweede kans na een negatieve eerste indruk Sociaal angstigen krijgen een tweede kans na een negatieve eerste indruk Cognitive Therapy and Research (2012) Dr. Marisol Voncken and dr. Corine Dijk Stel Je komt een kennis tegen bij de supermarkt. Hij

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and. negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie

Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and. negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie Stress, neuroticisme, bias towards negative emotions, positief en negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and negative

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Kijken en voelen Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Agneta Fischer Universiteit van Amsterdam Mediation congres 2016,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen

Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Naam: Aukje den Blanken Studentnummer: 5870259 Vak: Bachelorthese Product:

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Feedback geven en krijgen Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Overzicht Wat is feedback? Feedback van leraar aan leerlingen Hét model van Hattie & Timperley (2007) Zelf aan de slag Uitwisselen

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

/ Human-Technology Interaction PAGE 1. Frank Verberne

/ Human-Technology Interaction PAGE 1. Frank Verberne / Human-Technology Interaction 6-11-2013 PAGE 1 Frank Verberne Dodelijkongeluk / Human-Technology Interaction 6-11-2013 PAGE 2 Vervangmenselijkebestuurders Limieten van mensen Langzaam om te reageren(reactietijd)

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master Sociale Psychologie. Gezichtsuitdrukkingen: een manier om sociale afstand te communiceren.

Universiteit Utrecht. Master Sociale Psychologie. Gezichtsuitdrukkingen: een manier om sociale afstand te communiceren. Universiteit Utrecht Master Sociale Psychologie Gezichtsuitdrukkingen: een manier om sociale afstand te communiceren. Master Thesis van Anneke Bruin (3588440) 11 juli 2014 Begeleider: Dr. M. Häfner Tweede

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6 Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning

Nadere informatie

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp

Nadere informatie

Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial

Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial Ingrid Kramer ima.kramer@ggze.nl Van onderzoek naar de klinische praktijk PsyMate

Nadere informatie

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Failing interpretation? The Relationship between Test Anxiety and Interpretation Bias Kornelis P.J. Schaaphok Eerste begeleider:

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication Citation for published version (APA): Metz, M. (2017). Coparenting and child anxiety General rights It

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Uitkomsten en achtergrondinformatie onderzoek De relatie tussen arts en patiënt

Uitkomsten en achtergrondinformatie onderzoek De relatie tussen arts en patiënt Uitkomsten en achtergrondinformatie onderzoek De relatie tussen arts en patiënt Onderzoekers: Marij Hillen, Danielle Vermeulen, Hanneke de Haes en Ellen Smets Redactie: Marij Hillen en Sanne Schepers Afdeling

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Longitudinal Driving Behaviour At Incidents And The Influence Of Emotions. Raymond Hoogendoorn

Longitudinal Driving Behaviour At Incidents And The Influence Of Emotions. Raymond Hoogendoorn Longitudinal Driving Behaviour At Incidents And The Influence Of Emotions Raymond Hoogendoorn. Primary thesis coordinator: Dr. W. Waterink Secondary thesis coordinator: Dr. P. Verboon April 2009 School

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Mimiek als geheugensteun

Mimiek als geheugensteun Mimiek als geheugensteun Marjet Kalkman-Blankenberg 338246 Begeleider: dr. Katinka Dijkstra Instituut voor Psychologie, Faculteit der Sociale Wetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam Abstract De centrale

Nadere informatie

Onderdanigheid versus dominantie in samenhang met sociale angst

Onderdanigheid versus dominantie in samenhang met sociale angst Onderdanigheid versus dominantie in samenhang met sociale angst Zelfbeoordeling en beoordeling door anderen binnen een groep Lianne Bakker Masterthese Klinische Psychologie Studentnummer: 10185526 Begeleidster:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen SQ-48: 48 Symptom Questionnaire Meetpretentie De SQ-48 bestaat uit 48 items en is in 2011 ontworpen door de afdeling psychiatrie van het LUMC om algemene psychopathologie (angst, depressie, somatische

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6 Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie