Mimicry, emotieherkenning en emotionele respons: Hoe reageren mensen met sociale angst op het waarnemen van emotionele gezichten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mimicry, emotieherkenning en emotionele respons: Hoe reageren mensen met sociale angst op het waarnemen van emotionele gezichten"

Transcriptie

1 Mimicry, emotieherkenning en emotionele respons: Hoe reageren mensen met sociale angst op het waarnemen van emotionele gezichten Door: Nick de Waard Studentnummer: Scriptiebegeleidster: Corine Dijk Page 1

2 Abstract Het effect van sociale angst op het imiteren van gezichtsuitdrukkingen, emotieherkenning en de emotionele reactie werd onderzocht bij studenten zonder sociale angst (n = 31) en studenten met sociale angst (n = 13). Beide groepen zagen videofragmenten waarin emoties werden uitgebeeld. Mensen zonder sociale angst lijken vaker gezichtsuitdrukkingen te imiteren van blije gezichten, mensen met sociale angst vaker van boze en angstige gezichten. Beide groepen herkenden de getoonde emoties, maar mensen met sociale angst kenden meer onjuiste emoties toe. Mensen zonder sociale angst ervaarden meer blijheid, minder nervositeit en minder schaamte dan mensen met sociale angst. De emoties van beide groepen werden besmet door het waarnemen van blije gezichten. De bevindingen verklaren mogelijk waarom sociaal angstigen minder positief beoordeeld worden. Page 2

3 Inhoudsopgave Inleiding Pagina 4 Methode Beschrijving deelnemers Pagina 7 Materialen Pagina 8 Beschrijving procedure Pagina 10 Datareductie en analyseplan Pagina 11 Resultaten Au-activatie Pagina 14 Emotietoekenning Pagina 18 Emotionele reacties en emotiebesmetting Pagina 21 Discussie Mimicry Pagina 26 Emotieherkenning Pagina 30 Emotionele reacties en emotiebesmetting Pagina 30 Eindconclusie Pagina 31 Literatuur Pagina 32 Page 3

4 Sociale angst, oftewel de angst om door anderen negatief beoordeeld te worden tijdens het uitvoeren van een handeling, heeft het gevolg dat anderen het individu minder positief beoordelen (Heerey & Kring, 2007; Alden & Wallace, 1994). In het geval van mensen met sociale angst lijkt hetgeen waar zij bang voor zijn daarmee werkelijkheid te worden. Onduidelijk is nog waarom mensen met sociale angst minder positief beoordeeld worden dan mensen zonder sociale angst. Een mogelijke verklaring kan gevonden worden in mimicry. Mimicry is het proces waarbij het nonverbale en verbale gedrag van de gesprekspartner geimiteerd wordt door het individu (Stel & Vonk, 2010, Lakin, Jefferis, Cheng & Chartrand, 2003). Onderzoek naar het effect van mimicry op de evaluatie van een gesprekspartner heeft aangetoond dat mimicry de beoordeling van de gesprekspartner positief beïnvloedt (Stel & Vonk, 2010, Chartrand & Barth, 1999). Wellicht wordt mimicry bij mensen met sociale angst geїnhibeerd, waardoor anderen hen minder positief beoordelen. In dit onderzoek wordt daarom een antwoord gegeven op de vraag wat het effect van sociale angst op mimicry is. Eerder onderzoek geeft sterke aanwijzing dat mimicry sociale interacties bevordert. Zo heeft onderzoek aangetoond dat mimicry de kwaliteit van een sociale interactie verbetert en dat mensen een gesprekspartner aardiger vinden wanneer deze mimicry vertoont, in vergelijking met een gesprekspartner die geen mimicry vertoont (Chartrand & Barth, 1999, Stel & Vonk, 2010). Daarnaast bleek dat mensen eerder geneigd zijn een gesprekspartner te helpen wanneer deze in een voorafgaand gesprek mimicry vertoond heeft, dan wanneer de gesprekspartner dit niet gedaan heeft (Baaren, Holland, Kawakmi & Knippenberg, 2000). Wanneer mimicry de kwaliteit van sociale interacties bevordert, zou een tekort aan mimicry kunnen leiden tot minder succesvolle interacties. Dit zou de beoordeling door de gesprekspartner negatief kunnen beїnvloeden. Eerder onderzoek naar de mate van mimicry bij sociaal angstige mensen heeft nog niet tot een eenduidig antwoord geleid of mensen met sociale angst anderen minder imiteren dan mensen zonder deze angst. Onderzoek waarbij gekeken werd naar het overnemen van de lichaamshouding van de gesprekspartner vond dat mensen met sociale angst, in vergelijking met mensen zonder sociale angst, minder bewegingen spiegelden (Vrijsen, Lange, Becker & Rinck, 2010). Er bestaat dus aanwijzing dat mensen met sociale angst minder mimicry vertonen tijdens een interactie. Hierbij moet vermeld worden deze conclusie geldt voor het overnemen van de lichaamshouding, maar mogelijk niet opgaat voor de andere vormen van mimicry. Wanneer gekeken wordt naar een andere vorm van mimicry, namelijk het imiteren van gezichtsexpressies, blijkt dat de emotie die de gesprekspartner uitbeeldt mogelijk een rol Page 4

5 speelt in de mate van mimicry die vertoond wordt door het individu. Zo is er aanwijzing dat mensen met sociale angst gezichtsuitdrukkingen intenser imiteren dan mensen zonder sociale angst wanneer zij gezichten zien die een negatieve emotie uitbeelden (Dimberg & Thunberg, 2007; Vrana en Gross, 2004). Bij het imiteren van positieve gezichtsuitdrukkingen lopen de bevindingen echter uiteen. Zo is er aanwijzing dat mensen met sociale angst, in vergelijking met mensen zonder sociale angst gezichtsuitdrukkingen intenser imiteren wanneer zij gezichten zien met positieve emoties (Dimberg & Thunberg, 2007), maar bestaat er tevens onderzoek dat aantoont dat mensen met sociale angst, in vergelijking met mensen zonder sociale angst, de gezichtsuitdrukkingen juist minder intens imiteren wanneer zij positieve gezichten zien (Vrana en Gross, 2004). Er bestaan verschillende verklaringen waarom mensen met sociale angst minder mimicry zouden vertonen dan mensen zonder sociale angst. Een mogelijke verklaring kan gevonden worden in de aandacht voor de gesprekspartner. Alvorens mimicry kan plaatsvinden is er enige mate van aandacht voor de gesprekspartner nodig. Het is immers onmogelijk iemand te imiteren wanneer hij/zij volledig aan de aandacht van het individu voorbij is gegaan. In het geval van mensen met sociale angst bestaat er aanwijzing dat zij, in vergelijking met mensen zonder sociale angst, tijdens sociale interacties de aandacht meer intern richten (Bogels & Lamers, 2002). Hiermee wordt bedoeld dat zij zich meer bewust zijn van zichzelf, en minder aandacht hebben voor de omgeving, waaronder de gesprekspartner. Daarnaast bestaat er aanwijzing dat het verhogen van zelfgerichte aandacht leidt tot sociale angst (Woody, 1996; Woody & Rodriguez, 2000). Wanneer mensen met sociale angst tijdens een sociale interactie minder aandacht hebben voor de gesprekspartner zou dit ertoe kunnen leiden dat zij de gesprekspartner minder imiteren. De bevinding dat mensen met sociale angst negatieve gezichtsuitdrukkingen intenser imiteren (Dimberg & Thunberg, 2007; Vrana en Gross, 2004) zou tevens verklaard kunnen worden door verschillen in aandacht. Zo is er aanwijzing dat mensen met sociale angst meer aandacht hebben voor negatieve gezichten dan positieve gezichten (Mogg & Bradley, 2002; Mogg, Bradley & Phillipot, 2004, Vrana & Gross, 2004). Dit verschil in aandacht zou kunnen verklaren waarom mensen met sociale angst negatieve gezichtsuitdrukkingen intenser imiteren dan mensen zonder sociale angst. Aangezien de bevindingen met betrekking tot sociale angst en het imiteren van gezichtsuitdrukkingen op sommige punten elkaar tegenspreken, zal deze studie zich richten op deze vorm van mimicry. Er wordt een antwoord gegeven op de vraag wat het effect van sociale angst is op het imiteren van gezichtsuitdrukkingen. Per getoonde emotie zal worden Page 5

6 gekeken of er verschillen zijn in de frequentie dat mensen met sociale angst en mensen zonder sociale angst gezichtsuitdrukkingen imiteren. Naast mimicry werden andere mogelijke verklaringen onderzocht voor de bevinding dat mensen met sociale angst minder positief beoordeeld worden dan mensen zonder sociale angst. In het onderzoek werd gekeken wat het effect van sociale angst is op de mate van emotieherkenning en emotiebesmetting. Uit eerder onderzoek komt bewijs naar voren dat mensen met sociale angst, in vergelijking met mensen zonder sociale angst, in grotere mate negatieve emoties toekennen aan de gezichten van anderen (Gilboa-Schechtman, Foa, Vaknin et al., 2008; Machado-de- Sousa, Arrais, Alves et al., 2010). Dit verschil zou kunnen verklaren waarom mensen met sociale angst sociale interacties negatiever interpreteren dan mensen zonder sociale angst (Amin, Foa & Coles, 1998). Wanneer deze negatieve interpretaties zich zouden manifesteren in het gedrag tijdens een sociale interactie, zouden mensen met sociale angst door anderen negatiever beoordeeld kunnen worden. Daarnaast bestaan er verschillende onderzoeken die een negatief verband vinden tussen problemen in het accuraat herkennen van emoties en empathie (Bate, Parris et al., 2010; Besel & Yuille, 2010). Empathie is het vermogen van het individu om zich te verplaatsen in de gevoelswereld van een ander en bevordert sociale relaties. Zo is empathie onder andere belangrijk voor het onderhouden van vriendschappen en stimuleert het prosociaal gedrag (Wied, Branje & Meeus, 2007; Batson, Chang et al., 2002; Batson, Batson et al. 1995). Er is echter nog niet onderzocht bij welk type emotie de problemen in de emotieherkenning zich voordoen. Daarom wordt in deze studie per getoonde emotie onderzocht of sociale angst een effect heeft op het toekennen van emoties aan gezichten. Naast verschillen in emotieherkenning kunnen mensen verschillen in de mate waarin zij de emoties van de gesprekspartner overnemen, oftewel besmet worden door de emotie die zij waarnemen. Tijdens een interactie kan er emotiebesmetting plaatsvinden wanneer de gevoelens van een persoon beїnvloed worden door de emoties die de gesprekspartner uitbeeldt (Wild, Erb & Bartels, 2001; Hess & Blairy, 2001). Eerder onderzoek toont aan dat emotiebesmetting van positieve emoties de sociale interactie bevordert (Barsade, 2002). Ander onderzoek heeft aangetoond dat het imiteren van de gezichtsuitdrukkingen leidt tot emotiebesmetting (Doherty, 1998). Aangezien er aanwijzing is dat mensen zonder sociale angst positieve gezichtsuitdrukkingen sterker imiteren dan mensen met sociale angst (Vrana en Gross, 2004), zou dit ertoe kunnen leiden dat de gevoelens van mensen zonder sociale angst meer beїnvloed worden door gezichten die een positieve emotie uitbeelden. Wanneer Page 6

7 emotiebesmetting van positieve emoties de sociale interacties bevordert, zou dit kunnen verklaren waarom mensen zonder sociale angst, in vergelijking met mensen met sociale angst, positiever beoordeeld worden door anderen. In het experiment bekeken mensen met sociale angst en mensen zonder sociale angst videofragmenten van acteurs die een emotie uitbeeldden. Vervolgens werden de groepen vergeleken op de mate van mimicry die zij vertoonden tijdens het bekijken van de videofragmenten. Daarnaast beantwoordden de proefpersonen vragen met betrekking tot de emoties die zij herkenden in de videofragmenten en de gevoelens die zij zelf ervaarden tijdens het bekijken van de videofragmenten. Er werd verwacht dat de groep met sociale angst, in vergelijking met de groep zonder sociale angst, minder gezichtsuitdrukkingen imiteert wanneer er gezichten met positieve emoties getoond worden. Daarnaast werd er verwacht dat de groep met sociale angst, in vergelijking met de groep zonder sociale angst, meer gezichtsuitdrukkingen imiteert wanneer er gezichten met negatieve emoties getoond worden. Tevens werd er verwacht dat mensen met sociale angst in grotere mate negatieve emoties aan alle getoonde gezichten toekennen. Tot slot werd er verwacht dat er meer besmetting van positieve emoties plaatsvindt bij de groep zonder sociale angst dan bij de groep met sociale angst. Het tegenovergestelde werd verwacht voor de besmetting van negatieve emoties, namelijk dat er meer besmetting plaatsvindt bij de groep met sociale angst dan bij de groep zonder sociale angst. Methode Deelnemers Zevenenveertig eerstejaarsstudenten Psychologie van de Universiteit van Amsterdam namen deel aan het onderzoek. Zij werden op basis van hun score op de Social Interaction Anxiety Scale uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Vervolgens werden zij gesplitst in een groep met sociale angst (n = 13) en een groep zonder sociale angst (n = 31) 1. Drie deelnemers werden uitgesloten van analyse op basis van onvolledige data. De groepen verschilden qua samenstelling van de sekses en leeftijd niet van elkaar, (p >.05). Op de SIAS scoordde de groep met sociale angst hoger dan de groep zonder sociale angst, (p <.05). Zie tabel 1 voor enkele demografische gegevens van de deelnemers. De deelnemers 1. De proefpersonen vulden tijdens het experiment nogmaals de SIAS in. Hieruit bleek dat veel proefpersonen verschillend scoorden tijdens het experiment, in vergelijking met de score waarop zij uitgenodigd werden voor deelname aan het onderzoek. Daarom werd besloten dat de proefpersonen werden toegewezen aan de groepen op basis van de score op de SIAS ten tijde van het experiment. Page 7

8 werden beloond met een onderzoekspunt, of konden kiezen voor een geldelijke beloning van 7 euro. Tabel 1 De samenstelling, gemiddelde leeftijd en gemiddelde score op de SIAS van de groep met sociale angst en de groep zonder sociale angst. Aantal mannen Aantal vrouwen Gem. leeftijd (sd.) Gem. score SIAS (sd.) Groep met jaar 44.1 (10.32) sociale angst (1.19) Groep zonder sociale angst jaar (4.34) 9.35 (5.29) Manipulatie Voor de manipulatie werd gebruikt gemaakt van videofragmenten waarin zes acteurs de emoties boosheid, angst, blijheid, minachting en een neutraal gezicht zonder emotie uitbeeldden. De acteurs in de videofragmenten bestonden uit drie vrouwen en drie mannen. Ieder videofragment duurde 5 seconden. De videofragmenten van dezelfde emotie werden achtereenvolgend aan de deelnemers getoond. Hierdoor bekeken de deelnemers zes videofragmenten van verschillende acteurs die dezelfde emotie uitbeeldden. Aangezien er vijf emoties uitgebeeld werden, gebeurde dit vijfmaal (voor boosheid, angst, blijheid, minachting en neutraal). De volgorde van de videofragmenten verschilden per deelnemer. De videofragmenten met neutrale gezichten werden altijd als eerste getoond. De emoties werden in vier verschillende volgordes getoond aan de proefpersonen, waarbij iedere emotie eenmaal als eerste aan bod kwam. Sociale angst De mate van sociale angst werd gemeten met behulp van de Social Interaction Anxiety Scale (SIAS) in. De SIAS bevat 20 stellingen die betrekking hebben op hoe een persoon zich voelt of gedraagt tijdens sociale interacties. Op een vijfpunts-likert schaal kon de proefpersoon aangeven in welke mate de stelling betrekking op hem of haar had. De Likert schaal loopt van 0, niet van toepassing, tot 4, extreem van toepassing. De SIAS heeft met een Cronbach s alfa van.90 een hoge interne betrouwbaarheid (Osman, Gutierrez, Barrios, Page 8

9 Kopper & Chiros, 1998). Daarnaast heeft de SIAS een 1-maand test-hertest betrouwbaarheid coëfficiënt van.90 (Ries, McNeil, Boone, Turk, Carter & Heimberg). Mimicry De mate van mimicry werd gemeten met behulp van het Facial Action Coding system (FACs, Ekman en Friesen, 1976). Dit systeem codeert gezichtsexpressies naar activatie van bepaalde spiergroepen, ook wel Action Units (AU) genoemd. Tijdens het experiment werden de gezichten van de deelnemers gefilmd terwijl zij videofragmenten bekeken van acteurs die verschillende emoties uitbeeldden. De gezichtsuitdrukkingen van de deelnemers werden met behulp van het FACs gescoord. Iedere AU kreeg daarbij een score 1 voor activatie en een score 0 voor geen activatie. In tabel 2 staan de AU's die gescoord zijn in dit onderzoek. Deze AU s zijn relevant voor de emoties die getoond werden aan de proefpersonen. Wanneer de deelnemer tijdens het bekijken van een videofragment dezelfde AU-activatie vertoonde als de persoon in het videofragment, werd dat geïnterpreteerd als mimicry. Tabel 2 De namen en betekenis van de action units die gescoord zijn in dit onderzoek Action Unit (AU) Resultaat van activatie AU AU 2 Buitenste wenkbrauw omhoog. Angst Geactiveerd bij acteurs in videofragment: AU 4 Binnenste wenkbrauwen naar elkaar toe, frons. Boosheid & minachting AU 5 Oogleden wijder openen. Angst AU 6 Activatie jukbeenderen, ter vorming van 'kraaienpootjes'. Blijheid AU 7 Oogleden vernauwen. Boosheid AU 9/10 Optrekken van bovenlip en neus. Minachting AU 12 Mondhoeken omhoog. Blijheid AU 15 Mondhoeken omlaag. N.v.t. AU 25 Lippen los van elkaar. Angst & blijheid AU 54 Positie hoofd naar beneden. N.v.t. Page 9

10 AU 55/56 Positie hoofd schuin naar links/rechts. N.v.t. Emotieherkenning De mate van emotieherkenning werd gemeten door de proefpersonen, na het tonen van zes videofragmenten waarin één emotie werd uitgebeeld, te vragen in welke mate zij boosheid, angst, minachting, blijheid of schaamte herkenden in de videofragmenten. De deelnemers gaven antwoord middels een visuele analoge schaal (VAS), met aan het linkeruiteinde de waarde helemaal niet (score = 0), en aan het rechteruiteinde de waarde heel erg (score = 100). Op de VAS kruisten de deelnemers aan in welke mate zij vonden dat de acteurs in de videofragmenten de emoties uitbeeldden. Vervolgens werd de plaats van het antwoord op de VAS omgescoord tot een numerieke waarde. Emotiebesmetting De proefpersonen gaven na het zien van zes videofragmenten waarin één emotie werd uitgebeeld, antwoord op de vraag in welke mate zij irritatie, nervositeit, minachting, blijheid of schaamte ervaarden tijdens het bekijken van de videofragmenten. Er is gekozen voor nervositeit en irritatie in plaats van angst en boosheid, omdat de manipulatie waarschijnlijk niet sterk genoeg was om emoties van deze sterkte tot stand te brengen. De deelnemers gaven antwoord middels een visuele analoge schaal (VAS), met aan het linkeruiteinde de waarde helemaal niet (score = 0), en aan het rechteruiteinde de waarde heel erg (score = 100). Op de VAS kruisten de deelnemers aan in welke mate zij de emoties ervaarden tijdens het bekijken van de videofragmenten. Vervolgens werd de plaats van het antwoord op de VAS omgescoord tot een numerieke waarde. Procedure Tijdens het experiment werden de deelnemers allereerst welkom geheten door de proefleider. Vervolgens bracht de proefleider de deelnemers naar de testruimte waar zij plaats namen achter een computer. Er werden maximaal twee deelnemers per keer getest. Zij zaten met hun rug naar elkaar toe zodat ze elkaar niet konden zien. De proefleider vroeg de deelnemers om niet te eten of te drinken tijdens het experiment en of zij hun telefoon uit wilden zetten. Daarna werd de deelnemers uitgelegd dat ze tijdens het experiment videofragmenten zouden bekijken van mensen, en dat zij enkele vragenlijsten in zouden vullen. Er werd gevraagd of ze aandachtig naar de videofragmenten wilden kijken, alsof ze de Page 10

11 gedachten van de mensen in het videofragment probeerden te lezen. Vervolgens vertelde de proefleider hen dat ze in het tweede deel van het experiment een gesprek zouden voeren met een persoon uit de videofragmenten. Nadat de deelnemers was uitgelegd dat hij/zij gefilmd zou worden tijdens het onderzoek, en dat ze daar aan het einde van het experiment meer informatie over zouden krijgen, begon het experiment. De deelnemers gaven een toestemmingsverklaring en tekenden een formulier waarmee zij toestemming gaven voor een koppeling met eerder verzamelde gegevens. Het gehele experiment vond plaats achter een computer. Eerst vulden de deelnemers de SIAS in. Vervolgens vulden zij enkele andere vragenlijsten in 2. Nadat de deelnemers enkele vragen over demografische gegevens hadden beantwoord kregen zij videofragmenten van zes acteurs te zien die verschillende emoties uitbeeldden. Tijdens het bekijken van de videofragmenten werden de gezichten van de deelnemers gefilmd. Deze videofragmenten werden op een later tijdstip middels het FACs gescoord. Hierna kregen de deelnemers nogmaals alle videofragmenten te zien en gaven zij aan welke emoties zij herkenden, en welke emoties zij ervaarden tijdens het zien van de videofragmenten. Vervolgens werd de deelnemers uitgelegd dat de personen in de videofragmenten niet konden komen om het gesprek te voeren. Wanneer er twee proefpersonen gelijktijdig deelnamen aan het onderzoek voerden zij een gesprek met elkaar, het doel en de resultaten van dit gesprek worden niet in dit verslag besproken. Tot slot vulden de deelenemers een eindvragenlijst in over de betrouwbaarheid van hun antwoorden en kregen zij informatie over het doel van het onderzoek plus de reden waarom zij gefilmd werden. Datareductie De data van het FACs leverde voor iedere AU zes scores per getoonde emotie op, elke getoonde emotie werd namelijk door zes acteurs uitgebeeld. Deze zes scores werden per getoonde emotie bij elkaar opgeteld tot een totaalscore. Dit leverde voor iedere AU vijf totaalscores op, voor iedere getoonde emotie een totaalscore. Analyseplan Action Units (AU) Voor de analyse van AU-activatie werd per AU gebruik gemaakt van een 2 (groep zonder sociale angst vs groep met sociale angst) X 5 (getoonde emotie = boosheid vs angst vs 2. Deze vragenlijsten betroffen de Emotion Contagion Scale (EC) en de Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (CES-D). Daarnaast hebben de proefpersonen na het bekijken van de videofragmenten enkele vragen over zelfgerichte aandacht en de affiniteit met de acteurs in de videofragmenten ingevuld. Deze resultaten zullen niet besproken worden in deze studie. Page 11

12 blijheid vs minachting vs neutraal) gemengde metingen variantieanalyse (mixed design ANOVA). De totaalscore van de AU gold hierbij als afhankelijke variabele. De variabele Sociale Angst werd getoetst tussen proefpersonen, de variabele Getoonde Emotie werd getoetst binnen proefpersonen. Voor het toetsen van het hoofdeffect van Getoonde Emotie werd middels Mauchly s W gecontrolleerd op sfericiteit. Waar nodig werd gebruik gemaakt van de Greenhouse-Geisser correctie. Wanneer er een hoofdeffect aanwezig was van Getoonde Emotie werd er middels post-hoc analyse getoetst tussen welke getoonde emoties de verschillen in AU-activatie zaten. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Bonferroni correctie voor tien vergelijkingen, waardoor getoetst werd tegen p =.005.Wanneer een hoofdeffect aanwezig was van Groep werd gekeken welke groep, over alle getoonde emoties genomen, meer activatie van de AU had. Wanneer er een interactie was tussen Getoonde Emotie en Groep werd per groep getoetst of er een hoofdeffect was van Getoonde Emotie. Wanneer dit het geval was werd middels posthoc analyse, met Bonferroni correctie voor tien vergelijkingen (p =.005), getoetst waar de verschillen in emotieherkenning waren. Vervolgens werd per emotie middels t-toetsen onderzocht op welke getoonde emoties de groepen verschilden in de mate van AU-activatie. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een Bonferroni correctie voor vijf vergelijkingen. Na de analyses werden de resultaten geїnterpreteerd of er sprake was van het imiteren van gezichtsuitdrukkingen. Hierbij werd gebruik gemaakt van het feit dat de acteurs tijdens het uitbeelden van de emoties in de videofragmenten per emotie specifieke AU s activeerden (zie tabel 1). Wanneer de deelnemers dezelfde AU als de acteurs in de videofragmenten activeerden werd dit geїnterpreteerd als het imiteren van de gezichtsuitdrukking. Emotieherkenning & emotionele reactie Voor de analyse van emotieherkenning werd per getoonde emotie gebruik gemaakt van een 2 (groep zonder sociale angst vs groep met sociale angst) X 5 (toegekende emotie = boosheid vs angst vs blijheid vs minachting vs neutraal) gemengde metingen variantieanalyse (mixed design ANOVA). De mate waarin proefpersonen een emotie toekenden aan de getoonde emotie werd gebruikt als afhankelijke variabele. De variabele Groep werd getoetst tussen proefpersonen, de variabele Toegekende Emotie werd getoetst binnen proefpersonen. Voor het toetsen van het hoofdeffect van Toegekende Emotie werd middels Mauchly s W gecontroleerd op sfericiteit. Waar nodig werd gebruik gemaakt van de Greenhouse-Geisser correctie. Wanneer er een hoofdeffect aanwezig was van Getoonde Emotie werd er middels Page 12

13 post-hoc analyse getoetst waar de verschillen in emotietoekenning zaten. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Bonferroni correctie voor tien vergelijkingen, waardoor getoetst werd tegen p =.005.Wanneer een hoofdeffect aanwezig was van Groep werd gekeken welke groep meer emotie toekende aan de getoonde emoties. Wanneer er een interactie was tussen Emotie en Toegekende Groep werd per groep getoetst of er een hoofdeffect was van Toegekende Emotie. Wanneer dit hoofdeffect aanwezig was werd middels posthoc analyse, met Bonferroni correctie voor tien vergelijkingen (p =.005), getoetst waar de verschillen in emotieherkenning waren. Vervolgens werd per emotie middels t-toetsen onderzocht op welke getoonde emotie de groepen verschilden in de mate van emotietoekenning. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een Bonferroni correctie voor vijf vergelijkingen waardoor getoets werd tegen p =.01. De emotionele reacties van de proefpersonen op de getoonde gezichten werden middels dezelfde procedure geanalyseerd. Hiervoor werd per getoonde emotie gebruik gemaakt van een 2 (groep zonder sociale angst vs groep met sociale angst) X 5 (gevoelde emotie = irritatie vs nervositeit vs blijheid vs minachting vs schaamte) gemengde metingen variantieanalyse (mixed design ANOVA). De mate waarin de deelnemers verschillende emoties ervaarden tijdens het bekijken van de videofragmenten gold hierbij als afhankelijke variabele. Emotiebesmetting Om te onderzoeken of er sprake was van emotiebesmetting werd per groep een herhaalde metingen ANOVA voor vijf meetmomenten uitgevoerd. Het soort emotie dat de deelnemers zagen gold hierbij als onafhankelijke variabele, de mate waarin de proefpersoon de getoetste emotie voelden gold als afhankelijke variabele. Middels contrasten werd getoetst of de mate van nervositeit, irritatie, blijheid en minachting die deelnemers voelden groter was wanneer zij de desbetreffende emotie zagen, dan wanneer zij gezichten met andere emoties zagen. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Bonferroni correctie voor vijf vergelijkingen, waardoor getoetst werd tegen p =.01. Emotiebesmetting van schaamte werd niet getoetst omdat de acteurs in de videofragmenten deze emotie niet uitbeeldden. Page 13

14 Resultaten 1. AU activatie 1.1 Activatie buitenste wenkbrauwen, AU2 Wanneer de activatie van AU2 per getoonde emotie wordt getoetst is er een hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.25, 94.34) = 3.23, p <.05, η 2 p =.07, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.58 p >.05, η 2 p =.01 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.25, 94.34) = 0.39, p >.05, η 2 p =.01. Uit de posthoc analyses voor de verschillen in activatie tussen de getoonde emoties blijkt echter dat er geen verschil in de mate van AU2 activatie is tussen gezichten met minachting, blijheid, boosheid, angst en neutrale gezichten (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 1 voor de mate van AU2 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 1.2 Activatie binnenste wenkbrauwen, AU4 Wanneer de activatie van AU4 per getoonde emotie wordt getoetst is er een hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.57, ) = 6.45, p <.05, η 2 p =.13, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.23, p >.05, η 2 p =.01 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.57, ) = 0.96, p >.05, η 2 p =.02. Uit de posthoc analyses voor de verschillen in activatie tussen de getoonde emoties blijkt dat er meer activatie in AU4 is bij gezichten met boosheid dan bij gezichten met blijheid en gezichten met angst (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil in de mate van AU4 activatie wanneer er gezichten met blijheid, gezichten met minachting, gezichten met angst of neutrale gezichten getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005). Daarnaast is er geen verschil in de mate van AU4 activatie wanneer er gezichten met boosheid, gezichten met minachting of neutrale gezichten getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 1 voor de mate van AU4 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 1.3 Oogleden wijder openen, AU5 Wanneer de activatie van AU5 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(1.51, 63,23) = 2.80, p >.05, η 2 p =.06, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.05, p >.05, η 2 p =.00 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(1.51, 63.23) = 0.58, p >.05, η 2 p =.01. Zie Figuur 1 voor de mate van AU5 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. Page 14

15 1.4 Activatie jukbeenderen, ter vorming van kraaienpootjes, AU6 Wanneer de activatie van AU6 per getoonde emotie wordt getoetst is er een hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(3.00, ) = 2.94, p <.05, η 2 p =.07. Er is geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 1.68, p >.05, η 2 p =.04 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(3.00, ) = 0.29, p >.05, η 2 p =.01. Uit de posthoc analyses voor de verschillen in activatie tussen de getoonde emoties blijkt dat er meer activatie in AU6 is wanneer er gezichten met angst getoond worden, dan bij neutrale gezichten (p <.005). Er is geen verschil in de mate van AU6 activatie wanneer er gezichten met blijheid, gezichten met minachting, gezichten met angst of gezichten met boosheid getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005). Daarnaast is er geen verschil in de mate van AU6 activatie tussen neutrale gezichten en gezichten met boosheid, gezichten met minachting of gezichten met blijheid. (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 1 voor de mate van AU6 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 1.5 Oogleden vernauwen, AU7 Wanneer de activatie van AU7 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.47, ) = 1.65, p >.05, η 2 p =.04, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.12, p >.05, η 2 p =.00 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.47, ) = 0.44, p >.05, η 2 p =.01. Zie Figuur 1 voor de mate van AU7 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 1.6 Optrekken van bovenlip en neus, AU 9/AU10 Wanneer de activatie van AU9/AU10 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.18, 91.59) = 0.32, p >.05, η 2 p =.01, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.40, p >.05, η 2 p =.01 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.18, 91.59) = 1.76, p >.05, η 2 p =.04. Zie Figuur 1 voor de mate van AU7 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. Page 15

16 Figuur 1. De gemiddelde activatie van AU2, AU4, AU5, AU6, AU7 en AU9/10 per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 1.7 Optrekken van de mondhoeken, AU12 Wanneer de activatie van AU12 per getoonde emotie wordt getoetst is er een hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(4, 168) = 12.90, p <.05, η 2 p =.24. Er is geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 1.12, p >.05, η 2 p =.03 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(4, 168) = 0.38, p >.05, η 2 p =.01. Uit de posthoc analyses voor de verschillen in activatie tussen de getoonde emoties blijkt dat er meer activatie in AU12 is wanneer er gezichten met blijheid getoond worden, dan bij gezichten met boosheid of neutrale gezichten (voor alle toetsen geldt: p <.005). Daarnaast is er meer activatie in AU12 wanneer er gezichten met minachting of gezichten met angst getoond worden, dan wanneer er neutrale gezichten getoond worden (voor beide toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil in de mate van AU12 activatie wanneer er gezichten met blijheid, gezichten met minachting of gezichten met angst getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005). Daarnaast is er geen verschil in de mate van AU12 activatie tussen gezichten met boosheid, gezichten met minachting en gezichten met angst of tussen gezichten met boosheid en neutrale gezichten (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 2 voor de mate van AU12 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. Page 16

17 1.8 Naar beneden trekken van de mondhoeken, AU15 Wanneer de activatie van AU15 per getoonde emotie wordt getoetst is er een hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.45, ) = 3.33, p <.05, η 2 p =.07. Er is geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.09, p >.05, η 2 p =.00 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.45, ) = 0.48, p >.05, η 2 p =.01. Uit de posthoc analyses voor de verschillen in activatie tussen de getoonde emoties blijkt echter dat de mate van AU15 activatie niet verschilt wanneer er gezichten met boosheid, gezichten met angst, gezichten met minachting, gezichten met blijheid of neutrale gezichten getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005) Zie Figuur 2 voor de mate van activatie in AU15 per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 1.9 Lippen los van elkaar, AU25 Wanneer de activatie van AU25 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(3.09, ) = 1.50, p >.05, η 2 p =.03, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 2.34, p >.05, η 2 p =.05 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(3.09, ) = 0.92, p >.05, η 2 p =.02. Zie Figuur 2 voor de mate van AU7 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep Positie hoofd omhoog, AU53 Wanneer de activatie van AU53 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.55, ) = 0.27, p >.05, η 2 p =.01, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.12, p >.05, η 2 p =.00 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.55, ) = 0.45, p >.05, η 2 p =.01. Zie Figuur 2 voor de mate van AU53 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep Positie hoofd omlaag, AU54 Wanneer de activatie van AU54 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(2.18, 91.67) = 0.39, p >.05, η 2 p =.01, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.09, p >.05, η 2 p =.00 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(2.18, 91.67) = 0.90, p >.05, η 2 p =.02. Zie Figuur 2 voor de mate van AU54 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. Page 17

18 1.12 Positie hoofd schuin naar links/rechts, AU55/AU56 Wanneer de activatie van AU55/AU56 per getoonde emotie wordt getoetst is er geen hoofdeffect voor Getoonde Emotie, F(1.74, 73.26) = 0.27, p >.05, η 2 p =.01, geen hoofdeffect voor Groep, F(1, 42) = 0.71, p >.05, η 2 p =.02 en geen interactie tussen Groep en Getoonde Emotie, F(1.74, 73.26) = 0.65, p >.05, η 2 p =.02. Zie Figuur 2 voor de mate van AU55/AU56 activatie per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. Figuur 2. De gemiddelde activatie van AU12, AU15, AU25, AU53, AU54 en AU55/56 per getoonde emotie, uitgesplitst per groep. 2. Emotietoekenning 2.1 Neutrale gezichten Wanneer er neutrale gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Toegekende Emotie, F(2.71, ) = 5.65, p <.05, η 2 p =.12 en een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 4.67, p <.05, η 2 p =.10. De groep met sociale angst kent meer emotie toe aan de getoonde videofragmenten dan de groep zonder sociale angst. Er is geen interactie tussen Groep en Toegekende Emotie, F(2.71, ) = 1.16, p >.05, η 2 p =.03. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen de toegekende emoties blijkt dat proefpersonen aan de neutrale gezichten in de videofragmenten meer blijheid toekennen dan angst, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Proefpersonen kennen evenveel blijheid als boosheid toe aan de Page 18

19 neutrale gezichten en verschillen niet in de mate van angst, boosheid, minachting of schaamte die zij aan de neutrale gezichten toekennen (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 3 voor de gemiddelden van emotieherkenning van de beide groepen wanneer neutrale gezichten getoond worden. 2.2 Blije gezichten Wanneer er blije gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Toegekende Emotie, F(1.56, 65.36) = , p <.05, η 2 p =.92. Er is geen hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 2.20, p >.05, η 2 p =.05 en geen interactie tussen Groep en Toegekende Emotie, F(1.56, 65.36) = 0.82, p >.05, η 2 p =.02. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen de toegekende emoties blijkt dat proefpersonen aan de videofragmenten meer blijheid toekennen dan angst, boosheid, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Proefpersonen verschillen niet in de mate van angst, boosheid, minachting of schaamte die zij toekennen aan de blije gezichten in de videofragmenten (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 3 voor de gemiddelden van emotieherkenning van de beide groepen wanneer blije gezichten getoond worden. 2.3 Boze gezichten Wanneer er boze gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Toegekende Emotie, F(2.51, ) = , p <.05, η 2 p =.83 en een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 4.69, p <.05, η 2 p =.10. De groep met sociale angst kent meer emotie toe aan de getoonde videofragmenten dan de groep zonder sociale angst. Er is geen interactie tussen Groep en Toegekende Emotie, F(2.51, ) = 0.78, p >.05, η 2 p =.02. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen de toegekende emoties blijkt dat proefpersonen aan de boze gezichten in de videofragmenten meer boosheid toekennen dan blijheid, angst, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Proefpersonen geven verder aan meer minachting toe te kennen dan blijheid, angst en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil in de mate van angst, blijheid en schaamte die zij aan de boze gezichten in de videofragmenten toekennen (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 3 voor de gemiddelden van emotieherkenning van de beide groepen wanneer boze gezichten getoond worden. 2.4 Minachtende gezichten Wanneer er minachtende gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Toegekende Emotie, F(2.48, ) = , p <.05, η 2 p =.80 en een hoofdeffect voor Page 19

20 Groep, F(1,42) = 9.06, p <.05, η 2 p =.18. De groep met sociale angst kent meer emotie toe aan de getoonde videofragmenten dan de groep zonder sociale angst. Er is geen interactie tussen Groep en Toegekende Emotie, F(2.48, ) = 0.96, p >.05, η 2 p =.02. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen de toegekende emoties blijkt dat proefpersonen aan de minachtende gezichten in de videofragmenten meer minachting toekennen dan boosheid, blijheid, angst, en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Verder kennen proefpersonen meer boosheid toe dan blijheid, angst en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil in de mate van angst, blijheid en schaamte die proefpersonen toekennen aan de minachtende gezichten in de videofragmenten (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 3 voor de gemiddelden van emotieherkenning van de beide groepen wanneer minachtende gezichten getoond worden. 2.5 Angstige gezichten Wanneer er angstige gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Toegekende Emotie, F(2.89, ) = , p <.05, η 2 p =.87, een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 9.94, p <.05, η 2 p =.19 en een interactie tussen Groep en Toegekende Emotie, F(2.89, ) = 6.09, p <.05, η 2 p =.13. T-toetsen voor het verschil tussen de groepen lieten zien dat de groep met sociale angst meer schaamte toekent aan de angstige gezichten in de videofragmenten dan de groep zonder sociale angst, p <.01. Er was geen verschil tussen de groepen op angst, minachting blijheid en boosheid (voor alle toetsen geldt: p >.01). Wanneer per groep getoetst wordt welke emoties toegekend worden blijkt dat er voor de groep zonder 2 sociale angst een hoofdeffect van Toegekende Emotie is, F(2.88, 86.36) = , p <.05, η p =.92. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen de toegekende emoties in de groep zonder sociale angst blijkt het volgende. Proefpersonen in de groep zonder sociale angst kennen aan de angstige gezichten in de videofragmenten meer angst toe dan blijheid, boosheid, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil tussen blijheid, boosheid, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p >.005). Voor de groep met sociale angst is er tevens een hoofdeffect van Toegekende Emotie F(2.29, 27.46) = 62.53, p <.05, η 2 p =.84. Deze proefpersonen kennen meer angst toe dan blijheid, boosheid, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Proefpersonen met sociale angst kennen echter, in tegenstelling tot proefpersonen zonder sociale angst, meer schaamte toe dan blijheid en boosheid (Beide toetsen significant, p <.005). Er is geen verschil tussen blijheid, boosheid en minachting of tussen schaamte en minachting (voor alle toetsen geldt: p >.005). Page 20

21 Zie Figuur 3 voor de gemiddelden van emotieherkenning van de beide groepen wanneer angstige gezichten getoond worden. Figuur 3. De gemiddelden van emotietoekenning aan neutrale, blije, boze, minachtende en angstige gezichten, uitgesplitst op groep. 3. Emotionele reacties 3.1 Neutrale gezichten Wanneer er neutrale gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(2.68, ) = 39.91, p <.05, η 2 p =.49, een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 5.03, p <.05, η 2 p =.11 en een interactie tussen Groep en Gevoelde Emotie, F(2.68, ) = 6.94, p <.05, η 2 p =.14. T-toetsen per emotie lieten zien dat de groep met sociale angst aangeeft meer schaamte te voelen tijdens het zien van de neutrale gezichten dan de groep zonder sociale angst, p <.01. De groepen verschillen op irritatie, minachting, blijheid en nervositeit niet van elkaar (voor alle toetsen geldt: p >.01). Analyses per groep laten zien dat er bij de groep zonder sociale angst een hoofdeffect is voor Gevoelde Emotie, F(2.35, 70.53) = 57.04, p <.05, η 2 p =.66. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen gevoelde emoties blijkt dat de groep zonder sociale angst geeft aan meer blijheid te voelen dan nervositeit, irritatie, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil tussen de mate van nervositeit, irritatie, minachting en schaamte die proefpersonen in de groep Page 21

22 zonder sociale angst aangeven te voelen wanneer er neutrale gezichten getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005). Voor de groep met sociale angst is er een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(4, 48) = 9.34, p <.05, η 2 p =.44. Uit de posthoc toetsen voor de verschillen tussen gevoelde emoties blijkt dat de groep met sociale angst aangeeft meer blijheid te voelen dan irritatie en minachting (voor beide toetsten geldt: p <.005). Daarnaast geven zij aan dat zij meer nervositeit dan irritatie en minachting te voelen (voor beide toetsen geldt : p <.005). Verder is er geen verschil in de mate van blijheid, nervositeit en schaamte, of in de mate van irritatie, schaamte en minachting (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 4 voor de gemiddelden van de emotionele reacties van de beide groepen wanneer neutrale gezichten getoond worden. 3.2 Blije gezichten Wanneer er blije gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(2.55, ) = , p <.05, η 2 p =.85, een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 8.65, p <.05, η 2 p =.17 en een interactie tussen Groep en Gevoelde Emotie, F(2.55, ) = 5.13, p <.05, η 2 p =.11. T-toetsen per emotie lieten zien dat de groepen niet verschillen op de mate van blijheid, irritatie, nervositeit, schaamte en minachting die zij aangeven te voelen (voor alle toetsen geldt: p >.01). Analyses per groep laten zien dat er zowel bij de groep zonder sociale angst, F(1.79, 53.57) = , p <.05, η 2 p =.93, als de groep met sociale angst, F(2.77, 33.21) = 36.86, p <.05, η 2 p =.75 een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie is. Posthoc toetsen laten zien dat beide groepen aangeven meer blijheid te voelen dan nervositeit, irritatie, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Bij beide groepen is er geen verschil tussen de mate van nervositeit, irritatie, minachting en schaamte, die proefpersonen aangeven te voelen, wanneer er videofragmenten getoond worden van blije gezichten (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 4 voor de gemiddelden van de emotionele reacties van de beide groepen wanneer blije gezichten getoond worden. 3.3 Boze gezichten Wanneer er boze gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(1.98, 82.99) = 12.19, p <.05, η 2 p =.23, een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 5.84, p <.05, η 2 p =.12 en een interactie tussen Groep en Gevoelde Emotie, F(1.98, 82.99) = 6.62, p <.05, η 2 p =.14. T-toetsen per emotie lieten zien dat de groep met sociale angst aangeeft meer nervositeit, te voelen dan de groep zonder sociale angst, p <.01. De groepen verschillen op blijheid, irritatie, minachting en schaamte niet van elkaar (voor alle toetsen Page 22

23 geldt: p >.01). Analyses per groep lieten zien dat er bij de groep zonder sociale angst een hoofdeffect is voor Gevoelde Emotie, F(1.77, 53.20) = 31.05, p <.05, η 2 p =.51. De groep zonder sociale angst geeft aan meer blijheid te voelen dan nervositeit, irritatie, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil tussen de mate van irritatie, schaamte, minachting en nervositeit, die de groep zonder sociale angst aangeeft te voelen wanneer er boze gezichten getoond worden (voor alle toetsen geldt: p >.005). Voor de groep met sociale angst is er geen hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(1.96, 23.57) = 1.52, p >.05, η 2 p =.11. Zie Figuur 4 voor de gemiddelden van de emotionele reacties van de beide groepen wanneer boze gezichten getoond worden. 3.4 Minachtende gezichten Wanneer er minachtende gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(2.53,106.28) = 19.95, p <.05, η 2 p =.32, een hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 11.43, p <.05, η 2 p =.21 en een interactie tussen Groep en Gevoelde Emotie, F(2.53, ) = 10.00, p <.05, η 2 p =.19. T-toetsen per emotie lieten zien dat de groep met sociale angst aangeeft meer nervositeit en minder blijheid te voelen dan de groep zonder sociale angst (voor beide toetsen geldt: p <.01). De groepen verschillen op irritatie, schaamte en minachting niet van elkaar (voor alle toetsen geldt: p >.01). Analyses per groep laten zien dat er voor de groep zonder sociale angst een hoofdeffect is voor Gevoelde Emotie, F(2.62, 78.69) = 58.52, p <.05, η 2 p =.66. Wanneer er gezichten met minachting getoond worden geeft de groep zonder sociale angst aan meer blijheid te voelen dan nervositeit, irritatie, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). De groep zonder sociale angst geeft verder aan nervositeit, irritatie, schaamte en minachting in dezelfde mate te voelen (voor alle toetsen geldt: p >.005). Voor de groep met sociale angst is er geen hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(2.15, 25.78) = 0.98, p >.05, η 2 p =.08. Zie Figuur 4 voor de gemiddelden van de emotionele reacties van de beide groepen wanneer er gezichten met minachting getoond worden. 3.5 Angstige gezichten Wanneer er angstige gezichten getoond worden is er een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(2.19, 91.85) = 38.15, p <.05, η 2 p =.48 en geen hoofdeffect voor Groep, F(1,42) = 2.00, p >.05, η 2 p =.05. Er is wel een interactie tussen Groep en Gevoelde Emotie, F(2.19, 91.85) = 6.25, p <.05, η 2 p =.13. T-toetsen voor de verschillen in gevoelde emoties tussen de groepen laten zien dat de groep met sociale angst aangeeft meer nervositeit te voelen dan de Page 23

24 groep zonder sociale angst, p <.01. De groepen verschillen niet op de mate van blijheid, irritatie, minachting of schaamte die zij aangeven te ervaren (voor alle toetsen geldt: p >.01). Analyses per groep laten zien dat er bij de groep zonder sociale angst een hoofdeffect is voor Gevoelde Emotie, F(1.74, 52.24) = 48.27, p <.05, η 2 p =.62. Wanneer er angstige gezichten getoond worden geeft de groep zonder sociale angst aan meer blijheid te voelen dan nervositeit, irritatie, minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil tussen de mate waarin de groep zonder sociale angst aangeeft schaamte, nervositeit, irritatie en minachting te voelen (voor alle toetsen geldt: p >.005). Voor de groep met sociale angst is er tevens een hoofdeffect voor Gevoelde Emotie, F(4, 48) = 11.33, p <.05, η 2 p =.49. Wanneer er angstige gezichten getoond worden geeft de groep met sociale angst aan meer blijheid te voelen dan irritatie, minachting en schaamte en meer nervositeit dan minachting en schaamte (voor alle toetsen geldt: p <.005). Er is geen verschil tussen nervositeit en blijheid, nervositeit en irritatie of tussen minachting, irritatie en schaamte (voor alle toetsen geldt: p >.005). Zie Figuur 4 voor de gemiddelden van de emotionele reacties van de beide groepen wanneer angstige gezichten getoond worden. Figuur 4. De gemiddelden van de gevoelde emoties bij videofragmenten met neutrale, blije, boze, minachtende en angstige gezichten, uitgesplitst op groep. Page 24

25 3.6 Emotiebesmetting Zowel de groep met sociale angst als de groep zonder sociale angst geeft aan meer blijheid te ervaren wanneer zij blije gezichten zien dan wanneer zij gezichten zien met een andere emotie (voor alle toetsen geldt: p <.01. Bij de groep mensen met sociale angst is er een trend om meer minachting te voelen wanneer zij minachtende gezichten zien dan wanneer zij gezichten zien met een andere emotie (voor alle toetsen geldt: p <.05). Dit is niet het geval bij de groep zonder sociale angst (voor alle toetsen geldt: p >.05). De groepen ervaren tijdens het zien van angstige gezichten evenveel angst als bij het zien van gezichten met andere emoties, en tijdens het zien van boze gezichten evenveel irritatie als bij het zien van gezichten met andere emoties (voor alle toetsen geldt: p >.01.) Discussie De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn: 1. Mensen met sociale angst imiteren vaker negatieve gezichtsuitdrukkingen dan mensen zonder sociale angst Mensen zonder sociale angst imiteren vaker positieve gezichtsuitdrukkingen dan mensen met sociale angst 1. 3 Mensen met sociale angst kennen aan iedere getoonde emotie, met uitzondering van blijheid, in grotere mate onjuiste emoties toe dan mensen zonder sociale angst, wat duidt op enige moeilijkheden in de emotieherkenning. 4. Mensen zonder sociale angst ervaren meer positieve, en minder negatieve emoties tijdens het waarnemen van emotionele gezichtsuitdrukkingen dan mensen met sociale angst. Dit onderzoek probeerde meer inzicht te verschaffen waarom mensen met sociale angst minder positief beoordeeld worden dan mensen zonder sociale angst (Heerey & Kring, 2007; Alden & Wallace, 1994). Eerder onderzoek geeft aanwijzing dat de mate van mimicry, emotieherkenning en positieve emotiebesmetting tijdens een interactie mogelijk een positieve invloed heeft op de beoordeling van het individu (Chartrand & Barth, 1999, Stel & Vonk, 2010, Bate, Parris et al., 2010; Besel & Yuille, 2010; Wied, Branje & Meeus, 2007; Batson, Chang et al., 2002; Batson, Batson et al. 1995; Barsade, 2002). Daarom heeft deze studie 1) Vanwege een probleem met de power in dit onderzoek zal een voorzichtige conclusie worden gegeven aan de hand van de gemiddelden. In principe kunnen de resultaten van dit onderzoek de hypothese dat sociale angst een effect heeft op mimicry niet bevestigen. Op basis van de gevonden resultaten lijkt sociale angst geen effect te hebben op (het spiegelen van) gezichtsuitdrukkingen, ongeacht welke emotie waargenomen wordt. Deze conclusie is echter gebaseerd op resultaten van de data die tot nu toe verzameld zijn. Omdat deze nog niet compleet is, is er een probleem met de power; het is moeilijk om een aanwezig effect daadwerkelijk aan te tonen. Page 25

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Imitatie bij Sociale Angst:

Imitatie bij Sociale Angst: Imitatie bij Sociale Angst: Geneigdheid van mensen met sociale angst om emotie-expressies van anderen over te nemen Masterthese Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij,

Nadere informatie

Mimiek als geheugensteun

Mimiek als geheugensteun Mimiek als geheugensteun Marjet Kalkman-Blankenberg 338246 Begeleider: dr. Katinka Dijkstra Instituut voor Psychologie, Faculteit der Sociale Wetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam Abstract De centrale

Nadere informatie

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Kijken en voelen Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Agneta Fischer Universiteit van Amsterdam Mediation congres 2016,

Nadere informatie

Wie oprecht lacht, lacht het best

Wie oprecht lacht, lacht het best UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Wie oprecht lacht, lacht het best De Invloed van Sociale Angst op het tonen van een Oprechte Glimlach Rianne Schouwenaar Masterthese Klinische Psychologie Studentnummer: 6097936

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis 1 Onderzoeksverantwoording Onderzoek Artsenbezoek Doel onderzoek TNS NIPO heeft in opdracht

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Sociaal angstigen krijgen een tweede kans na een negatieve eerste indruk

Sociaal angstigen krijgen een tweede kans na een negatieve eerste indruk Sociaal angstigen krijgen een tweede kans na een negatieve eerste indruk Cognitive Therapy and Research (2012) Dr. Marisol Voncken and dr. Corine Dijk Stel Je komt een kennis tegen bij de supermarkt. Hij

Nadere informatie

Uitkomsten en achtergrondinformatie onderzoek De relatie tussen arts en patiënt

Uitkomsten en achtergrondinformatie onderzoek De relatie tussen arts en patiënt Uitkomsten en achtergrondinformatie onderzoek De relatie tussen arts en patiënt Onderzoekers: Marij Hillen, Danielle Vermeulen, Hanneke de Haes en Ellen Smets Redactie: Marij Hillen en Sanne Schepers Afdeling

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Ömer is van Turkse afkomst en woont nu een jaar of tien in Nederland. Toen hij hier kwam vroeg hij zich

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master Sociale Psychologie. Gezichtsuitdrukkingen: een manier om sociale afstand te communiceren.

Universiteit Utrecht. Master Sociale Psychologie. Gezichtsuitdrukkingen: een manier om sociale afstand te communiceren. Universiteit Utrecht Master Sociale Psychologie Gezichtsuitdrukkingen: een manier om sociale afstand te communiceren. Master Thesis van Anneke Bruin (3588440) 11 juli 2014 Begeleider: Dr. M. Häfner Tweede

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Een pleidooi voor kortdurende interventies met duurzaam effect Willem Fonteijn Medische Psychologie Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Een vorm van cognitieve

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lelieveld, Gert-Jan Title: Emotions in negotiations : the role of communicated

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Heeft u nog vragen of zou u graag papieren versie ontvangen? Aarzel dan niet om een mailtje te sturen naar vakantiebevraging@ppw.kuleuven.be.

Heeft u nog vragen of zou u graag papieren versie ontvangen? Aarzel dan niet om een mailtje te sturen naar vakantiebevraging@ppw.kuleuven.be. Beste deelnemers, ouders en monitoren, Via deze weg willen wij jullie nogmaals heel hartelijk bedanken voor jullie deelname en bijdrage aan onze studie. We hebben ontzettend veel informatie kunnen halen

Nadere informatie

Steekkaart: nummer 1W

Steekkaart: nummer 1W Steekkaart: nummer 1W Onderwerp Kennis maken met de eigen emoties en die van anderen Leeftijd/Doelgroep 1 e leerjaar Leergebied Wereldoriëntatie Tijdsduur 50 minuten Beschrijving In deze les leren de jonge

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS De Invloed van Opsporingsberichten op Billboards op de Beleving van de Waarnemers Timo J. Jansen, 3519589 Juni 2013 Begeleidster: Madelijn

Nadere informatie

2 Emoties in de spreekkamer

2 Emoties in de spreekkamer Welkom! Welkom bij de zesde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen

Nadere informatie

GROENE GEZONDE STUDENTEN

GROENE GEZONDE STUDENTEN GROENE GEZONDE STUDENTEN Samenvatting van een onderzoek naar een groene gezonde studieomgeving Nicole van den Bogerd, Coosje Dijkstra, Jaap Seidell & Jolanda Maas ACHTERGROND De laatste jaren komt er steeds

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Jorik Prins TEAM FOOTPRINT

Jorik Prins TEAM FOOTPRINT Jorik Prins TEAM FOOTPRINT PVA - Zintuigenproef Het is de bedoeling dat de proefpersoon een of meerdere youtube video s gaat bekijken die in het lijstje staan. Daarbij zal de persoon zich moeten concentreren

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Rumineren na de dood van een dierbare: vermijding of confrontatie?

Rumineren na de dood van een dierbare: vermijding of confrontatie? Rumineren na de dood van een dierbare: vermijding of confrontatie? Maarten Eisma, Henk Schut, Margaret Stroebe, Wolfgang Stroebe, Jan van den Bout en Paul Boelen Hoofdlijnen Achtergrond project Centrale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

De kracht van lichaamstaal

De kracht van lichaamstaal De kracht van lichaamstaal @ingridbenes www.ingridbenes.eu Certified By: In 30 minuten,kunnen twee mensen over de 800 nonverbale signalen verzenden. = Non-verbaal =Woorden 0 % 40 60 % % Non-verbaal is

Nadere informatie

Gedrag of pijn, wat zou het zijn?

Gedrag of pijn, wat zou het zijn? Gedrag of pijn, wat zou het zijn? Dr. Anneke Boerlage Geschiedenis Heeft alles te maken met hoe men over mensen met een VB dacht, ontmenselijking, depersonalisatie en ongevoeligheid Kunnen geen pijn voelen

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie. THESIS (37,5 ECTS) en STAGEVERSLAG (7,5 ECTS)

Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie. THESIS (37,5 ECTS) en STAGEVERSLAG (7,5 ECTS) Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie THESIS (37,5 ECTS) en STAGEVERSLAG (7,5 ECTS) Inzichten in secundaire victimisatie De rol van het geloof in een rechtvaardige wereld en ongeremdheid

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis 149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

observeren van pijngedrag met de REPOS Anneke Boerlage 16 oktober 2014

observeren van pijngedrag met de REPOS Anneke Boerlage 16 oktober 2014 observeren van pijngedrag met de REPOS Anneke Boerlage 16 oktober 2014 Pijn is een onplezierige, gevoelsmatige en emotionele beleving die wordt geassocieerd met een daadwerkelijke of dreigende beschadiging

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse College 7 Tweeweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 12 (p. 255 t/m p. 262) - MM&C: Hoofdstuk 12 (p. 618 t/m p. 623 ), Hoofdstuk 13 - Aanvullende tekst 9, 10, 11 Jolien Pas ECO 2012-2013 Het Experiment

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12 Westerman_v3.indd Westerman an_v3.indd v3.indd 111 111 18-07-2007 8-07-2007 13:01 13:01:1 :12 2 112 In de klinische praktijk en met name in de palliatieve geneeskunde wordt kwaliteit van leven als een

Nadere informatie

Opleidingsniveau Basisschool 46 VMBO 26 Havo / VWO 77 MBO 170 HBO / WO 343 Wil ik niet beantwoorden 7 Niet van toepassing 6 Missende waardes 128

Opleidingsniveau Basisschool 46 VMBO 26 Havo / VWO 77 MBO 170 HBO / WO 343 Wil ik niet beantwoorden 7 Niet van toepassing 6 Missende waardes 128 Onderzoeksbureau Groepsverslag stress REM vragenlijsten maart 2016 In opdracht van Robert Erdbrink Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress-Reductie Effect Meting) meet de begrippen:

Nadere informatie

Graphical modelling voor Mediastudies Data

Graphical modelling voor Mediastudies Data Graphical modelling voor Mediastudies Data De analyse Alle analyses zijn gedaan met MIM, een analyseprogramma ontworpen voor graphical modelling (Versie 3.2.07, Edwards,1990,1995). Modellen zijn verkregen

Nadere informatie

Asch op zijn kop. Hoe ongeremdheid mensen gevoeliger maakt voor groepsdruk.

Asch op zijn kop. Hoe ongeremdheid mensen gevoeliger maakt voor groepsdruk. Asch op zijn kop. Hoe ongeremdheid mensen gevoeliger maakt voor groepsdruk. Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie THESIS (30 ECTS) en STAGEVERSLAG (15 ECTS) Asch op zijn kop. Hoe

Nadere informatie

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen De invloed van emoties op de motivatie om te presteren: de effecten van affectieve valentie, actiebereidheid en context. Interne onderzoeksstage en thesis

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016.

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016. FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 5107-5881 Datum 04.04.2016 Zelfrapportage FEEL-KJ Inleiding 2 / 27 INLEIDING De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Echoing emotions: reactions to emotional displays in intergroup context

Echoing emotions: reactions to emotional displays in intergroup context UvA-DARE (Digital Academic Repository) Echoing emotions: reactions to emotional displays in intergroup context van der Schalk, J. Link to publication Citation for published version (APA): van der Schalk,

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Evaluatie Stedenwedstrijden: resultaten vragenlijsten pupillen en volwassenen

Evaluatie Stedenwedstrijden: resultaten vragenlijsten pupillen en volwassenen Evaluatie Stedenwedstrijden: resultaten vragenlijsten pupillen en volwassenen Dr. Hidde Bekhuis, HiBe research in opdracht van Nijmegen Atletiek 17-9-2014 1 Inhoud Doel pagina 3 Pupillen Respons pagina

Nadere informatie