CO2-footprint. 1. Inleiding

Transcriptie

1 CO 2 Footprint 2014 Naam Functie Taak Datum Handtekening Hepke van der Weg QSHE-manager Auteur Friedhelm Eichler Regiomanager Controle

2 Inhoud 1. Inleiding Beschrijving van het bedrijf Afbakening Berekeningsmethodiek Emissie-inventaris CO 2-footprint en overzicht emissies Toelichting op de berekening CO2-reductie Bijlage 1 Logboek pag. 2

3 1. Inleiding Voor alle bedrijven, organisaties en instellingen is het belangrijk om een actieve invulling te geven aan het thema Duurzaam Ondernemen. Het maatschappelijk belang om zuinig om te gaan met energie, en het verminderen van de CO 2 uitstoot in het bijzonder, is groot. SPL Powerlines Benelux B.V. is al geruime tijd bezig met het besparen van energie. De zorg voor ons milieu maken wij aantoonbaar in deze CO 2 footprint, waarop te zien is hoe groot de uitstoot van het bedrijf is, als gevolg van het direct en indirect gebruik van fossiele brandstoffen. Door dit jaarlijks te herhalen wordt zichtbaar of de maatregelen die worden getroffen om de uitstoot te beperken effectief zijn. Om in kaart te brengen waar reductie mogelijk is, is besloten om onze energiestromen te inventariseren door het te laten samenstellen van een CO 2-footprint. De onderliggende rapportage van de CO 2-footprint betreft het jaar Het referentiejaar is 2013 en daarbij is de CO2-uitstoot geverifieert door een certificerende instantie. Deze rapportage van onze is opgesteld met gebruik van de conversiefactoren zoals beschreven op de website Deze footprint beschrijft alle punten zoals beschreven in 7.3 van de ISO norm. pag. 3

4 2. Beschrijving van het bedrijf Beschrijving van de organisatie en verantwoordelijkheden ISO Bedrijfsnaam SPL Powerlines Benelux B.V. A Huidige datum Inventarisatie-jaar 2014 totale uitstoot 29,0 ton CO 2 C Basis inventarisatie-jaar 2013 totale uitstoot 29,1 ton CO 2 J & K Bij wijziging van de conversiefactoren wordt het basisjaar herberekend om een goede vergelijking tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen garanderen. Indien een wijziging in de van toepassing zijnde conversiefactoren optreedt en dit invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit opgenomen in het logboek behorend bij deze rapportage (zie bijlage 2). Verificatie-datum footprint 2013 Q Contactpersoon R. Haarman ronny.haarman@powerlines-group.nl Verantwoordelijke Verantwoordelijkheden Normering R. Haarman ronny.haarman@powerlines-group.nl Elk jaar wordt een CO2 inventaris opgesteld. De verantwoordelijke zorgt dat dit gebeurt op een juiste, reproduceerbare manier. Overige Verantwoordelijkheden: Naam R. Haarman Actualiseren beleid en doelstellingen, contactpersoon emissie-inventaris, interne en externe communicatie. Deelname aan iniatieven en uitdragen binnen de organisatie Deze emissie-inventaris is opgesteld volgens punt A t/m Q uit 7.3 uit de ISO Per onderwerp is de verwijzing naar de verschillende punten uit de norm opgenomen. B P pag. 4

5 3. Afbakening Organizational Boundaries SPL Powerlines Benelux B.V. werkt operationeel en financieel volledig zelfstandig van het moederbedrijf. SPL Powerlines Benelux B.V. heeft daarbij volledig zelfbeschikking (operation control) over de aan te nemen werken. De organisatorische grens is bepaald met behulp van de GHG-protocol methode waarbij gekozen is voor de Control Approach. (Zie hoofdstuk 3 GHG-Protocol Setting Organizational Boundaries). Gezien vanaf de top van de organisatiehiërarchie (in ons geval SPL Powerlines Benelux B.V.) worden alle bedrijven of bedrijfsonderdelen die tot SPL Powerlines Benelux B.V. behoren tot de organizational boundary gerekend. Omdat er geen dochterbedrijven of deelnemingen zijn, hoeft de laterale methode niet te worden toegepast. De organisatorische grens is daarmee bepaald tot SPL Powerlines Benelux B.V. Bedrijfsnaam KvK nummer Dochter ondernemingen Aantal vestigingen Aantal werknemers Beschrijving van de organisatie SPL Powerlines Benelux B.V Geen 1 10 SPL Powerlines Benelux B.V., gevestigd Hooiland 6 d, 6666 MJ Heteren, is gecertificeerd voor ISO 9001, ISO 14001, VCA** en Ohsas door de TÜV en is ProRail erkend spooraannemer categorie bovenleiding en draagconstructie. De werkzaamheden zijn het verkopen, ontwerpen, leveren, monteren en inbedrijfstellen van bovenleiding -systemen in het openbaar vervoer, telecom infra-structuur en industrie. Er zijn een Directeur en Regiomanager, een Administratief medewerkster, Projectleider en Monteurs. Er zijn drie beeldschermwerkplekken in een kantoor van 100 m 2 en een opslag van 100 m2. Een elektrische warmtewisselaar zorgt voor luchtverwarming/koeling en ventilatie. Het wagenpark bestaat uit 3 bedrijfsbussen met een verbruik over 2014 van 7606 liter diesel. De monteurs gebruiken alleen mechanisch gereedschap en een Hitachi rups hoogwerker op diesel, verbruik 450 liter. Operationele grenzen De operationele grenzen worden onderverdeeld in scope 1, 2 en 3. De indeling is afkomstig uit het GHG - protocol. De Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) rekent 'Business Air Travel'en 'Personal Cars for Business Travel' tot scope 2. Bij het opstellen van de CO 2-footprint is de indeling van scope 1 en 2 van de SKAO aangehouden. De emissies uit scope 3 zijn niet meegenomen binnen de kaders van dit rapport. ISO D D pag. 5

6 4. Berekeningsmethodiek Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren ISO Bij het opstellen van de is de methodiek aangehouden zoals is L voorgeschreven in het door SKAO uitgegeven Handboek Prestatieladder versie 3.0. Deze methode schrijft voor om vliegkilometers (Business Air Travel) en E & I gedeclareerde zakelijke kilometers (Personal Cars for Business Travel) tot scope 2 te rekenen. De directe (scope 1) en indirecte (scope 2) emissies zijn in de N footprint gekwantificeerd. De conversiefactoren zijn gebruikt zoals opgenomen in de lijst emissiefactoren die gepubliceerd is op de website CO2emissiefactoren.nl versie Wijziging berekeningsmethodiek M De berekeningsmethodiek is ongewijzigd Herberekening referentiejaar en historische gegevens N Het referentiejaar is herberekend omdat de conversiefactoren zijn gewijzigd. Uitsluitingen H De GHG emissies van de airconditioning zijn niet meegenomen binnen de CO2- rapportage. Opname CO2 en biomassa F & G Tot op dit moment heeft er geen opname van CO2 of biomassaverbranding binnen de bedrijfsactiviteiten plaatsgevonden. pag. 6

7 5. Emissie-inventaris CO2 Footprint van tot Periode Scope 1 Onderdeel Omschrijving eenheid hoeveelheid CO2 conversie zakelijk verkeer bedrijfsbussen Diesel liter ,230 24,5674 Ton CO2 Totaal 24,5674 Mobiele werktuigen Hitachi rupsvoertuig Diesel liter 450 3,230 1,4535 Totaal 1,4535 Scope 2 Onderdeel Omschrijving eenheid hoeveelheid CO2 conversie Elektriciteit Groene stroom stroomverbruik vestiging 1 Kw/h ,302 2,93031 Totaal 2,93031 Ton CO2 Gedeclareerde km (scope 1) zie boven Totaal 0 elektriciteit 16,7 wind ,4 bron : lijst emissiefactoren 0,04 zon 70 2,8 83,2 water ,2 noors 43966,4 Totaal 302 gram pag. 7

8 6. CO 2 -footprint en overzicht emissies CO2 FOOTPRINT van tot PERIODE Scope 1 Zakelijke verkeer 24,6 ton CO2 Scope 1 Mobiele werktuigen 1,5 ton CO2 Scope 2 Elektriciteit 2,9 ton CO2 29,0 ton CO2 scope 1 scope 2 26,0 ton CO2 2,9 ton CO2 CO2 footprint % 10% 85% Zakelijke verkeer Mobiele werktuigen Elektriciteit pag. 8

9 8. Toelichting op de berekening Bij de berekening van de verschillende emissies dienen we de volgende toelichting te geven. Gebruik brandstof diesel: Het wagenpark bestaat uit 3 bedrijfsbussen met een verbruik over 2014 van 7606 liter diesel volgens de facturen van de tankpassen van DKV en MKB brandstof. Het diesel verbruik van de Hitachi rups hoogwerker is vastgelegd op 450 liter gebaseerd op draaiuren op de projecten. Gebruik brandstof benzine: Geen. Gebruik overige brandstoffen: Geen. Gebruik aardgas voor verwarming: Geen. Gebruik electriciteit: De factuur van eneco is gebruikt om het totale verbruik over het jaar te inventariseren, hierbij zijn tevens aangegeven de percentages wind, zonne en waterenergie. Conversiefactoren: De conversiefactoren die zijn gebruikt zijn uit de lijst emissiefactoren. De totale emissie is sterk afhankelijk van en gecorreleerd aan de hoeveelheid activiteiten die zijn ontplooid. Het bedrijf en onze productiviteit kan groeien en krimpen. Het energieverbruik hangt daar nauw mee samen. Ten behoeve van toekomstige vergelijking met het referentiejaar en het vaststellen van kwantitatieve CO 2-reductie doelstellingen zijn maatstaven nodig, om tot een goede normalisering te komen. Overzicht emissies: De CO2-emissie per medewerker bedroeg in ,9 ton CO 2 emissie per m2 bedrijfsoppervlakte bedroeg in ,145 ton CO 2 Meetonnauwkeurigheid scope 1 Meetonnauwkeurigheid scope 2 Het diesel verbruik van de Hitachi rups hoogwerker is geschat op basis van draaiuren, een foutmarge van 30% is mogelijk, dit leidt tot een totale afwijking van < 1% op de totale uitstoot. Op het totale dieselverbruik voor de bedrijfsbussen is de afwijking circa 250 liter diesel, ofwel 3%. De factuur van Eneco is overgenomen dit is een geregistreerde meterstand met een minimale afwijking wat maximaal kan leiden tot < 1% op de totale uitstoot CO 2. pag. 9

10 9. CO2-reductie Het doel van de is het in kaart brengen van de energiestromen en het aan de hand hiervan bepalen van de CO2-uitstoot. Met de oplevering van dit rapport is het benodigde inzicht verkregen. Belangrijker is nu hoe de CO2-uitstoot binnen onze organisatie kan worden verminderd. Om de voortgang van de CO2 reductie te kunnen bewaken en borgen is er een energiemanagementsysteem geïmplementeerd. Een managementsysteem is een besturingsmiddel dat wordt opgezet om CO2-reductiedoelstellingen te realiseren. Kenmerkend voor een managementsysteem is de cyclus plan-do-check-act. Historische gegevens Basisjaar Totale uitstoot in ton CO 2 29,1 29,0 Uitstoot per medewerker 3,23 2,9 Op basis van aantal 9 10 Uitstoot per m 2 0,1455 0,145 Op basis van aantal Gerealiseerde emissiereducties, milieubewust, energiezuinig produceren, leveren en inkopen. Er is een reductie van CO2 gerealiseerd van 0,1 ton in de totale uitstoot. Per medewerker is de uitstoot verminderd, er is een extra medewerker gekomen dit heeft niet geleid tot een grotere uitstoot. Voortgang (lopende) emissiereducties en CO2-compensatie Het initiatief om het nieuwe rijden te introduceren is afgerond, verder zijn er diverse bijeenkomsten bijgewoond die hebben geleid tot nieuwe ideeën om CO2 te reduceren, deze zijn opgenomen in de doelstellingen en maatregelen over pag. 10

11 Bijlage 1 Logboek Datum Wie Onderwerp Commentaar Reactie ISO K pag. 11