Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Transcriptie

1 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/13/276 BERAADSLAGING NR. 13/131 VAN 17 DECEMBER 2013 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DIE DE GEZONDHEID BETREFFEN IN HET KADER VAN DE VOEDSELCONSUMPTIEPEILING 2014 De afdeling gezondheid van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid (hierna het Sectoraal Comité genoemd), Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 37; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; Gelet op de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het ehealthplatform; Gelet op de machtigingsaanvraag van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid; Gelet op het auditoraatsrapport van het ehealth-platform van 12 december 2013; Gelet op het verslag van de heer Yves Roger; Beslist op 17 december 2013, na beraadslaging, als volgt:

2 2 I. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1. Op initiatief van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu werd het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid ("WIV-ISP") belast met de uitvoering van de eerstkomende voedselconsumptiepeiling (2014). De uitvoeringsmodaliteiten van deze peiling werden vastgelegd in het akkoord van 13 december 2012 dat tussen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het WIV-ISP werd afgesloten. Dankzij deze peiling zal de evolutie in de voedingsgewoonten en de voedselconsumptie kunnen worden geanalyseerd en kan een opvolgingsverslag worden opgemaakt ten opzichte van de gegevens uit de peiling Het is belangrijk om toezicht te houden over de voedselconsumptie omdat de voedingsgewoonten in de maatschappij kunnen evolueren. Bovendien is er in België nood aan representatieve informatie over de voedselconsumptie en de voedingsgewoonten, in het bijzonder bij kinderen. De ingezamelde informatie over de voedingsaanbreng en -gewoonten zal als beleidsondersteuning dienen bij de invoering van een voedingsbeleid of voedingsaanbevelingen. Dankzij deze informatie kan de hoeveelheid macro- en micronutriënten, additieven en vervuilende stoffen in het kader van de voedselveiligheid worden ingeschat. Concreet worden de volgende algemene doelstellingen nagestreefd: - evaluatie van de voedselconsumptie, de voedingsgewoonten en de nutritionele waarde van het voedingspatroon in België, bij volwassenen en kinderen (tussen 3 en 64 jaar); - evaluatie van het niveau van lichaamsbeweging en van sedentair gedrag in België, bij volwassenen en kinderen (tussen 3 en 64 jaar); - evaluatie van de afstemming tussen de nutritionele aanbreng en de lichaamsbeweging in verschillende subgroepen van de bevolking ten opzichte van de aanbevelingen; - schatting van de blootstelling van de Belgen aan contaminanten, additieven en andere chemische stoffen die in onze voeding aanwezig zijn; - de impact van het voedingsbeleid (vermindering van het zoutgehalte, verrijking van bepaalde voedingsmiddelen met nutriënten,...) op de voedsel- en nutriëntenaanbreng van de bevolking inschatten. 3. Meer bepaald zijn de doelstellingen van de voedselconsumptiepeiling 2014 de volgende: - de inname van macro- en micronutriënten inschatten; - de blootstelling aan additieven en contaminanten inschatten in het kader van de voedselveiligheid; - de voedselconsumptie en de voedingsgewoonten naargelang het geslacht, de leeftijd en het socio-economisch niveau inschatten; - nuttige informatie leveren voor het invoeren van een nieuw voedingsbeleid en voor de evaluatie van het bestaande voedingsbeleid; - het identificeren van de verschillende subgroepen van de bevolking met een risico op (a) een tekort of een teveel aan specifieke nutriënten of voedingsmiddelen, (b) een te grote blootstelling aan chemische producten of andere contaminanten in de voeding;

3 3 - de tendensen van de voedselconsumptie en van de voedingsgewoonten opmaken teneinde te waken over en te anticiperen op de toekomstige evoluties. 4. De gegevens van de voedselconsumptiepeiling zullen tijdens een interview bij een representatieve steekproef van de bevolking op nationaal niveau worden ingezameld. Om deze representativiteit te garanderen, zal het Rijksregister als basis worden gebruikt voor deze peiling. Ongeveer personen tussen 3 en 64 jaar zullen in de steekproef worden opgenomen. Het WIV-ISP stuurt een uitnodigingsbrief en een informatiefolder naar de geselecteerde personen (of naar de referentiepersoon voor de personen jonger dan 18 jaar). De peiling gebeurt tijdens een face-to-face-interview. Hierdoor wordt de geselecteerde persoon ervan verwittigd dat ze door een enquêteur zal worden gecontacteerd binnen de 14 dagen na ontvangst van de brief. Behalve bij een spontane weigering door de persoon die uitgenodigd wordt om deel te nemen, proberen de enquêteurs om met deze personen contact op te nemen teneinde hen te vragen of ze aan de peiling wensen deel te nemen en in voorkomend geval een afspraak vast te leggen. Er worden twee interviews voorzien. Tijdens beide interviews wordt de deelnemer ondervraagd over zijn voedselconsumptie tijdens de afgelopen 24 uur (24 uur recall). Tijdens het eerste interview wordt een algemene vragenlijst (met informatie over het socio-economisch niveau en gedragsvariabelen (tabak, sedentair leven, lichaamsbeweging)) op de computer ingevuld tijdens het face-to-face gesprek. Aan de deelnemer wordt een zelfinvulvragenlijst over voedselfrequentie overhandigd die hij volledig moet invullen tegen het tweede interview. Met een weegschaal en een meetlat worden er ook antropometrische metingen (gewicht en lengte) uitgevoerd. De lichaamsbeweging bij kinderen (accelerometrie) wordt ook gemeten. Er zijn ook vragenlijsten voorzien over voedselveiligheid, geestelijke gezondheid en lichamelijke gezondheid. 5. In het kader van deze voedselconsumptiepeiling zal het ehealth-platform instaan voor de codering van het identificatienummer van het rijksregister. Met andere woorden, het ehealth-platform zal een uniek willekeurig nummer toekennen aan elk INSZalvorens de gecodeerde persoonsgegevens zullen worden verwerkt door de onderzoekers van het WIV. De aanvrager deelt mee dat om de beveiliging van de betrokken persoonsgegevens die worden overgemaakt, te garanderen, de beveiligde elektronische brievenbus (ehealthbox) zal worden gebruikt die door het ehealth-platform ter beschikking wordt gesteld. Er wordt eraan herinnerd dat alvorens een gebruiker een mailbericht via de ehealthbox verstuurt naar een bestemmeling, de inhoud van het bericht in principe versleuteld wordt door middel van de basisdienst end-to-end versleuteling van het ehealth-platform 1. Voor het overmaken van de resultaten van de peiling tussen de 64 diëtisten en het team "Voeding & Health" van het WIV-ISP wordt een ehealthbox gebruikt. In dat verband laat de aanvrager weten dat aangezien de diëtisten niet in de 1 Beraadslaging nr. 12/033 van 17 april 2012 met betrekking tot de ter beschikkingstelling van een beveiligde elektronische brievenbus als basisdienst van het ehealth-platform (ehealthbox),

4 4 authentieke bron CoBRAH zijn opgenomen, de ehealthbox van de operationele directeur van de Operationele Directie "Volksgezondheid en Surveillance" zal worden gebruikt. II. BEVOEGDHEID 6. De afdeling Gezondheid van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid is ingevolge artikel 42, 2, 3, van de wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid 2 in beginsel bevoegd voor het verlenen van een principiële machtiging met betrekking tot elke mededeling van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen. Het Sectoraal Comité heeft echter eerder al geoordeeld dat de "mededeling van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen door de betrokkene aan de aanvrager door middel van het vrijwillig invullen van de vragenlijsten waarbij voorafgaandelijk de schriftelijke toestemming van de betrokkene is bekomen, op zich niet als een mededeling in de zin van voormelde wet van 13 december 2006 wordt beschouwd" 3. Het Sectoraal comité is evenwel overeenkomstig artikel 46, 2 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van sociale zekerheid belast met het verzekeren van het toezicht op de naleving van de door of krachtens de wet vastgestelde bepalingen tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen. Daarbij kan zij alle aanbevelingen formuleren die zij nuttig acht en bijdragen tot het oplossen van principiële problemen of geschillen. 7. Overeenkomstig artikel 5, 8, van de wet van 21 augustus 2008 tot oprichting en organisatie van het ehealth-platform, vereist de tussenkomst van het ehealth-platform als intermediaire organisatie voor de codering van persoonsgegevens en het bijhouden van het verband tussen het reële identificatienummer en het gecodeerde nummer wel een machtiging van het Sectoraal Comité. 8. Het Sectoraal Comité acht zich bijgevolg bevoegd om zich uit te spreken over de machtigingsaanvraag, maar maakt een voorbehoud met betrekking tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister en met betrekking tot de raadpleging van de gegevens van het Rijksregister, die overeenkomstig de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen 4 onder de bevoegdheden van het Sectoraal Comité van het Rijksregister vallen. De aanvrager laat in dat verband weten dat een gelijkaardige aanvraag werd ingediend bij het sectoraal comité van het Rijksregister. 2 Wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid, B.S. 22 december 2006, p Beraadslaging nr. 12/005 van 17 januari 2012 met betrekking tot de mededeling van gecodeerde persoonsgegevens die de gezondheid betreffen aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid in het kader van een wetenschappelijke studie omtrent schildklierhormoon, die beschikbaar is op: 4 Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, B.S., 21 april 1984, p

5 5 III. BEHANDELING A. WETTIGHEID EN DOELEINDEN 9. De verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen is in principe verboden, overeenkomstig artikel 7, 1 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna de privacywet genoemd) 5. Het verbod is echter niet van toepassing onder meer wanneer de verwerking noodzakelijk is voor het wetenschappelijk onderzoek en verricht wordt overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens 6. Dit geldt ook wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de bevordering en de bescherming van de volksgezondheid, met inbegrip van het bevolkingsonderzoek Zoals hierboven vermeld heeft de voedselconsumptiepeiling tot doel om nutritionele statistieken op te maken ter ondersteuning van het volksgezondheidsbeleid, de evolutie van de voedingsgewoonten in de tijd te bestuderen, internationale vergelijkingen mogelijk te maken en projecten in het kader van epidemiologische studies te bevorderen met het oog op een optimaal gebruik van de gegevens uit deze peiling. In het licht van het voorgaande is het Sectoraal Comité van oordeel dat er een grond bestaat voor de beoogde verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen. 11. Krachtens artikel 4, 1, 2 van de privacywet is de verwerking van persoonsgegevens enkel toegelaten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. 12. Het WIV-ISP is een wetenschappelijke instelling van de Belgische federale overheid. Het WIV-ISP heeft als hoofdopdracht het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek met het oog op het onderbouwen van het gezondheidsbeleid en het leveren van expertise en openbare dienstverlening op het gebied van de volksgezondheid. Het speelt bovendien een belangrijke rol bij de vertegenwoordiging van België op het niveau van de Europese Unie en van sommige internationale organisaties wanneer het gaat over wetenschappelijke en/of technische aspecten van volksgezondheid. Bovendien staat het WIP-ISP wel degelijk op de lijst van Eurostat met de nationale instanties voor statistiek en andere nationale overheden die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling, de productie en de verspreiding van Europese statistieken. Deze instanties en overheden worden sinds 2010 door de Lidstaten aangewezen overeenkomstig artikel 5, punt 2 van de Verordening nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, B.S., 18 maart 1993, p Art. 7, 2, k) van de privacywet. 7 Art. 7, 2, d) van de privacywet.

6 6 betreffende de Europese statistieken. In dit geval behoort de uitvoering van de voedselconsumptiepeiling 2014 wel degelijk tot de opdrachten van het WIV-ISP. 13. Gelet op de doelstelling van de verwerking zoals hierboven beschreven, voldoet de verwerking van de voormelde persoonsgegevens bovendien aan welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. B. PROPORTIONALITEIT 14. De persoonsgegevens die tijdens de voedselconsumptiepeiling 2014 worden ingezameld, hebben betrekking op de voeding van de Belgen, antropometrische gegevens, de voedselconsumptie, de lichaamsbeweging of het sedentair leven, bepaalde levensstijlen in verband met gezondheid, de socio-economische statuten. 15. Overeenkomstig artikel 4, 1, 5 van de privacywet mogen de persoonsgegevens niet langer worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of verder worden verwerkt. Met betrekking tot de bewaartermijn van de identificatiegegevens van de personen die geselecteerd werden om deel te nemen aan de beoogde enquête, deelt de aanvrager mee dat de gegevens zullen worden vernietigd na afloop van het werk op het terrein (ongeveer 15 maanden). De aanvrager wenst dat de gecodeerde persoonsgegevens uit de peiling door het WIV- ISP zouden worden bewaard gedurende minstens 30 jaar. De aanvrager rechtvaardigt dit als volgt: "de kostprijs en de inspanning om voedselconsumptiepeilingen uit te voeren, zijn aanzienlijk en het zou ethisch niet verantwoord zijn om niet alle mogelijkheden te benutten. De informatie in deze gecodeerde gegevensbanken is immers zeer rijk en gevarieerd en zou nog jaren een antwoord kunnen bieden op talrijke onderzoeksvragen. Het (zeer gering) risico op identificatie van de deelnemers moet dus worden afgewogen ten opzichte van het risico om kostbare gegevens te verliezen voor de toekomst". Het Sectoraal Comité stemt in met een bewaarduur van 30 jaar. Elke eventuele verlenging van deze termijn zal het voorwerp moeten uitmaken van een nieuwe machtiging van het Sectoraal Comité. 17. De samengevoegde resultaten van de voedselconsumptiepeiling zullen worden voorgesteld in een verslag waarin ook de bevolking, de gebruikte methode, de consumptie van nutriënten, de voedingsgewoonten,... worden beschreven. Dit verslag zal beschikbaar worden gesteld op de website van het WIV-ISP. C. TRANSPARANTIE 18. Zoals hierboven vermeld zullen de personen die werden geselecteerd om deel te nemen aan de voedselconsumptiepeiling 2014 een uitnodigingsbrief en een informatiefolder krijgen (met betrekking tot de doelstelling en het verloop van de enquête, de vrijwillige

7 7 aard ervan, het recht om te weigeren,...). Een formulier met de geïnformeerde toestemming moet worden ingevuld, ondertekend en gedagtekend. Het Sectoraal Comité stelt vast dat het volgende in deze documenten wordt vermeld: de doeleinden van de beoogde gegevensverwerking, de naam van de verantwoordelijke van de verwerking, het bestaan van een recht tot toegang en verbetering van de gegevens, de contactpersonen, de opdrachtgevers van de enquête, de maatregelen die werden genomen om de vertrouwelijkheid te garanderen, de mogelijkheid dat de ingezamelde gegevens het voorwerp uitmaken van latere verwerkingen voor wetenschappelijke doeleinden die rechtstreeks verband houden met de doelstellingen van het onderzoek. 19. In de aanvraag wordt benadrukt dat andere informatiekanalen zullen worden toegevoegd bij het lanceren van de peiling: persconferentie - affiches op de informatieborden in de overheidsinstellingen, in de apotheken van de betrokken gemeenten - informatiebrieven die zullen worden verstuurd naar het gemeentebestuur van de geselecteerde gemeenten. D. VEILIGHEIDSMAATREGELEN 20. Overeenkomstig artikel 7, 4 van de privacywet mogen persoonsgegevens betreffende de gezondheid enkel worden verwerkt onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Hoewel dit strikt genomen niet wordt vereist in de privacywet, verdient het volgens het Sectoraal Comité de voorkeur dat dergelijke gegevens worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een geneesheer 8, wat in casu het geval is. Het Comité herinnert eraan dat de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg en zijn aangestelden of gemachtigden bij de verwerking van persoonsgegevens tot geheimhouding verplicht zijn. 21. Overeenkomstig artikel 16, 4, van de privacywet moet het WIV-ISP alle gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens. Deze maatregelen moeten een passend beveiligingsniveau verzekeren, rekening houdend, enerzijds, met de stand van de techniek ter zake en de kosten voor het toepassen van de maatregelen en, anderzijds, met de aard van de te beveiligen gegevens en de potentiële risico's. 22. Om de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de gegevensverwerking te garanderen, moet iedere instelling die persoonsgegevens bewaart, verwerkt of meedeelt maatregelen nemen in de volgende elf actiedomeinen die betrekking hebben op de informatieveiligheid: veiligheidsbeleid; aanstelling van een informatieveiligheidsconsulent; organisatorische en menselijke aspecten van de veiligheid (vertrouwelijkheidsverbintenis van het personeel, regelmatige informatieverstrekking en opleidingen ten behoeve van het personeel inzake bescherming 8 Het Sectoraal Comité heeft deze voorkeur opgesteld in beraadslaging nr. 07/034 van 4 september 2007 m.b.t. de mededeling van persoonsgegevens aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg met het oog op het onderzoek HSR Onderzoek naar mogelijke financieringsmechanismen voor het geriatrisch dagziekenhuis, beschikbaar op ar_financieringsmechanismen_voor_het_geriatrisch_dagziekenhuis_kce.pdf.

8 8 van de privacy en veiligheidsregels); fysieke veiligheid en veiligheid van de omgeving; netwerkbeveiliging; logische toegangs- en netwerkbeveiliging; loggings, opsporing en analyse van de toegangen; toezicht, nazicht en onderhoud; systeem van beheer van de veiligheidsincidenten en de continuïteit (backup-systemen, fault tolerance-systemen, ); documentatie 9. Het WIV-ISP heeft zich ertoe verbonden deze referentiemaatregelen inzake veiligheid na te leven. Het WIV-ISP verklaart dat enkel de operationele directeur van de Operationele Directie "Volksgezondheid en Surveillance", het afdelingshoofd "Enquêtes, leefstijl en chronische ziekten" en drie wetenschappelijke personeelsleden van het onderzoeksteam toegang zullen krijgen tot de gegevens uit de voedselconsumptiepeiling. 23. Indien correct en volledig toegepast, acht het Sectoraal Comité de voormelde veiligheidsmaatregelen toereikend om de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de gegevensverwerking te waarborgen in het licht van de bepalingen van de privacywet. 24. Het Sectoraal Comité herinnert eraan dat het overeenkomstig artikel 6 van het voormelde koninklijk besluit van 13 februari 2001 verboden is om handelingen te stellen die ertoe strekken de meegedeelde gecodeerde persoonsgegevens om te zetten in niet-gecodeerde persoonsgegevens. Het niet-naleven van dit verbod kan, krachtens artikel 39, 1 van de privacywet, een geldboete tot gevolg hebben. Het Sectoraal Comité herinnert er ook aan dat bij een veroordeling wegens een misdrijf omschreven in artikel 39, de rechter de verbeurdverklaring kan uitspreken van de dragers van persoonsgegevens waarop het misdrijf betrekking heeft (zoals manuele bestanden, magneetschijven of magneetbanden) of de uitwissing van die gegevens kan gelasten. De rechter kan ook het verbod uitspreken om gedurende ten hoogste twee jaar rechtstreeks of door een tussenpersoon het beheer te hebben over enige verwerking van persoonsgegevens In het akkoord dat op 13 december 2012 werd afgesloten tussen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het WIV-ISP wordt de mogelijkheid voorzien om gecodeerde gegevens uit de opeenvolgende enquêtes mee te delen aan de FOD Volksgezondheid maar ook aan onderzoeksteams van universiteiten of wetenschappelijke instellingen indien zij dit uitdrukkelijk vragen. Zoals in de overeenkomst benadrukt wordt, kan deze mededeling enkel plaatsvinden met de machtiging van het bevoegde Sectoraal Comité. In voorkomend geval moet dus een machtigingsaanvraag worden ingediend. 26. Zoals meegedeeld in de aanvraag vormen de gegevens uit de voedselconsumptiepeiling een zeer rijke informatiebron voor al wie dit domein wil bestuderen. Ze bieden bovendien bijkomende onderzoeksmogelijkheden in het kader van de koppeling met andere gegevensbanken. In dat vooruitzicht wenst het WIV-ISP dat de sleutel waarmee de 9 Referentiemaatregelen voor de beveiliging van elke verwerking van persoongegevens, document opgesteld door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer en beschikbaar op de volgende URL: ging_van_elke_verwerking_van_persoonsgegevens.pdf 10 Artikel 41 van de privacywet.

9 9 identificatiegegevens uit het rijksregister in willekeurige codes werden omgezet, door het ehealth-platform zou mogen worden bewaard gedurende een periode van 30 jaar om in voorkomend geval de gegevens uit de voedselconsumptiepeiling te kunnen koppelen aan andere gegevensbanken (bijvoorbeeld koppeling met het register van de mortaliteit) na machtiging van het Sectoraal comité. 27. Krachtens artikel 5, 8 van voormelde wet van 21 augustus 2008 kan het ehealthplatform als intermediaire organisatie gegevens die nuttig zijn voor de kennis, de conceptie, het beheer en de verstrekking van gezondheidszorg inzamelen, samenvoegen, coderen of anonimiseren en beschikbaar stellen. Het ehealth-platform kan deze opdracht enkel uitvoeren op vraag van bepaalde instanties, bijvoorbeeld op vraag van een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert, zoals het WIV-ISP. Bovendien mag het ehealth-platform "de in het kader van deze opdracht verwerkte persoonsgegevens slechts bijhouden zolang dat noodzakelijk is om ze te coderen". Het mag evenwel "het verband tussen het reële identificatienummer van een betrokkene en het aan hem toegekende gecodeerde identificatienummer bijhouden indien de bestemmeling van de gecodeerde persoonsgegevens daarom op een gemotiveerde wijze verzoekt, mits machtiging van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid. 28. Rekening houdende met het voorgaande, erkent het Sectoraal Comité de wenselijkheid om het verband te bewaren.

10 10 Om deze redenen, verleent, de afdeling gezondheid van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid, onder voorbehoud van de machtiging van het Sectoraal Comité van het Rijksregister met betrekking tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister en de toegang tot het Rijksregister, de machtiging voor de mededeling van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen aan het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid in het kader van de Voedselconsumptieenquête 2014 met tussenkomst van het ehealth-platform voor de codering van de persoonsgegevens. Het Sectoraal comité machtigt het ehealth-platform om het verband tussen het reële identificatienummer en het gecodeerde identificatienummer te bewaren gedurende een periode van 30 jaar. Het Sectoraal comité wijst er op dat elke koppeling van de bij de betrokkenen ingezamelde gegevens aan persoonsgegevens van een andere gegevensleverancier tevens het voorwerp moet uitmaken van een machtiging van het Sectoraal Comité. Yves ROGER Voorzitter De zetel van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid is gevestigd in de kantoren van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, op het volgende adres: Willebroekkaai 38 te 1000 Brussel.