UvA-DARE (Digital Academic Repository) Rechtspraak in het kort, actualiteiten en agenda. Mom, G.J.H.M.

Transcriptie

1 UvA-DARE (Digital Academic Repository) Rechtspraak in het kort, actualiteiten en agenda Mom, G.J.H.M. Published in: AMI : Tijdschrift voor Auteurs-, Media- & Informatierecht Link to publication Citation for published version (APA): Mom, G. J. H. M. (2010). Rechtspraak in het kort, actualiteiten en agenda. AMI : Tijdschrift voor Auteurs-, Media- & Informatierecht, 34(4), General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam ( Download date: 29 Jun 2019

2 Rechtspraak in het kort, actualiteiten en agenda onder (eind)redactie van G.J.H.M. Mom Nederland Rechtspraak Hof Leeuwarden 4 mei 2010, B (filmpje en foto s Manon Thomas) Plaatsing van privé-filmpje op YouTube en van foto s in gedeelde mappen op MSN. Opzettelijke inbreuk op auteursrecht en portretrecht. Art. 12, 31 en 31a Aw Feiten: Verdachte heeft opzettelijk een privé-filmpje, gemaakt door X, partner van tv-presentatrice Manon Thomas, van diens computer gekopieerd. Vervolgens heeft hij dat filmpje op de internetsite YouTube geplaatst. Ook heeft verdachte foto s van haar in voor derden toegankelijke gedeelde mappen geplaatst. Hof: Het onder 3A ten laste gelegde feit niet kan worden bewezen. Met name acht het hof niet bewezen het onderdeel een (aantal) (computer)bestanden, waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht een (aantal) werk(en) is/zijn vervat, hetgeen de kern van het delict is als omschreven in (de aanhef van) art. 31a aanhef en onder a en/of b Aw. Deze wetsbepaling beoogt strafbaar te stellen diegene die gebruik maakt van gegevens die met inbreuk op auteursrechten zijn verkregen. Uit het dossier blijkt dat X (de auteursrechthebbende op de foto s en filmpjes) zelf degene is geweest die de bestanden in zijn eigen computer heeft geplaatst, maar daarbij is geen inbreuk gemaakt op zijn eigen auteursrecht. Verdachte heeft deze gegevens weliswaar zonder toestemming van X van diens computer gekopieerd en zich daarbij mogelijk aan andere strafbare feiten schuldig gemaakt, maar dit doet aan het vorenstaande niet af. Van de foto s kan niet bewezen worden dat deze openbaar zijn gemaakt als bedoeld in art. 31 j o art. 12 Aw. Uit het dossier en hetgeen ter zitting van het hof naar voren is gekomen blijkt, dat verdachte de foto s heeft geplaatst op MSN in gedeelde mappen van zes contactpersonen van verdachte. Deze beperkte kring van personen acht het hof van te geringe omvang om te kunnen spreken van openbaarmaking in de zin waarop het ten laste gelegde feit 3B ziet. Het hof heeft hierbij in aanmerking genomen hetgeen m.b.t. openbaarmaking in art. 12 Aw is opgenomen en de strekking van de Auteurswet die er op gericht is het commerciële belang van de auteursgerechtigde te beschermen. Het hof is van oordeel, dat met het plaatsen door verdachte van foto s in gedeelde, voor zes contactpersonen toegankelijke, mappen en het aldus aan derden ter beschikking stellen van de foto s wel sprake is van openbaarmaking in de zin waarop het ten laste gelegde feit 4 ziet. Daartoe overweegt het hof dat het bij feit 4 gaat om de schending van het portretrecht van Manon Thomas. Daarbij spelen niet alleen commerciële belangen een rol maar ook privacy-belangen van de geportretteerde. Het hof acht bewezen dat verdachte opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van X door opzettelijk een door X gemaakt privé-filmpje van diens computer gekopieerd te hebben en dat vervolgens openbaar gemaakt en verspreid te hebben door plaatsing ervan op de internetsite YouTube. Tevens acht het hof bewezen dat verdachte zonder daartoe gerechtigd te zijn een aantal portretten, te weten een privé-filmpje en een aantal foto s, waarop Manon Thomas naakt te zien is, openbaar heeft gemaakt, door het filmpje op YouTube te plaatsen en door voornoemde foto s in gedeelde voor derden toegankelijke mappen van MSN te plaatsen. Rb. Amsterdam 31 maart 2010, B (Gay Group/V) Auteursrecht op lay-out van chat-website? Totaalindruk. Inbreuk? Slaafse nabootsing? Feiten: Eiseres exploiteert een op homoseksuelen gerichte chatwebsite ( Gedaagde exploiteert eveneens zo n chat-website ( Eiseres stelt dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht op de vormgeving van haar site. Gedaagde betwist dat sprake zou zijn van een werk omdat de (technisch bepaalde) vormgeving van gaychat.nl is ontleend aan andere chat-websites die alle volgens dezelfde stijl zijn vormgegeven. Rb.: Uit literatuur en jurisprudentie volgt dat een origineel ontworpen grafische vormgeving van een website met een eigen karakter voldoet aan de vereisten om als werk in de zin van de Auteurswet te worden aangemerkt. Uit de door gedaagde overgelegde screenshots van andere chatwebsites blijkt dat de vormgeving van die sites in grote mate overeenstemt met de vormgeving van gaychat.nl. Gedaagde stelt dat de lay-out van gaychat.nl en alle andere chat-websites is gebaseerd op de zogenaamde (onbeschermde) border lay-out. De rechtbank volgt Gay Group dan ook niet in haar stelling dat de totaalindruk van deze chat-websites verschilt van de totaalindruk van gaychat.nl. Gay Group stelt dat het eigen karakter van de vormgeving van gaychat.nl moet worden beoordeeld naar de situatie ten tijde van het tot stand komen ervan (i.c. in 2004/2005). Gay Group heeft onvoldoende onderbouwd dat gaychat.nl een ami T I J D S C H R I F T V O O R A U T E U R S -, M E D I A - & I N F O R M A T I E R E C H T 1 3 3

3 eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt en dat de vormgeving van gaychat.nl destijds (in 2005) dus niet is ontleend aan andere, reeds bestaande chat-websites zoals chatboy.nl. Daar dit wel op haar weg had gelegen, concludeert de rechtbank dat niet is vast komen te staan dat gaychat.nl een werk is dat voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, zodat niet kan worden geoordeeld dat sprake is van auteursrechtinbreuk door gedaagde. Van het door Gay Group gestelde onrechtmatig handelen door gedaagde in de vorm van slaafse nabootsing kan alleen sprake zijn, indien het gaat om nabootsing van een product met voldoende onderscheidend vermogen, en bij die nabootsing zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid, evengoed een andere weg had kunnen worden ingeslagen terwijl door dit na te laten verwarring wordt gesticht. Voor onderscheidend vermogen is vereist dat het product zich uiterlijk van de andere in de handel zijnde producten onderscheidt, zodat het product een eigen plaats in de markt inneemt. Gelet op de grote mate van overeenstemming tussen gaychat.nl en de hiervoor genoemde andere chat-websites voldoet gaychat.nl hieraan niet. Niet gebleken is dat gaychat.nl voldoende onderscheidend vermogen heeft en een eigen plaats in de markt inneemt zodat het beroep van Gay Group op slaafse nabootsing reeds om die reden wordt verworpen. Volgt afwijzing der vorderingen en kostenveroordeling. Wetgeving Kamervragen over SENA-factuur Vragen van de leden Atsma en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Justitie over de factuur die de Stichting Bloemencorso Valkenswaard heeft gekregen voor de rechten over de muziek die gedraaid wordt op de radio s die aanstaan gedurende de bouwperiode van de corsowagens (ingezonden 28 januari 2010) en antwoord van Minister Hirsch Ballin (Justitie), mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 10 maart 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Vraag 1: Bent u op de hoogte van het feit dat de Stichting Bloemencorso Valkenswaard een factuur heeft gekregen van SENA, betreffende de rechten over de muziek die gedraaid wordt op de radio s die aanstaan gedurende de bouwperiode van de corsowagens? Antwoord: Ja. Vraag 2: Wat vindt u van het feit dat naar de Stichting Bloemencorso Valkenswaard, een vrijwilligersorganisatie zonder winstbejag, een factuur wordt gestuurd? Deelt u de mening dat het vreemd is dat de Stichting Bloemencorso Valkenswaard deze factuur door SENA toegestuurd krijgt? Antwoord: SENA is op grond van artikel 15 van de Wet op de naburige rechten belast met de inning en de verdeling van de billijke vergoeding voor uitvoerende kunstenaars en producenten bij openbaarmaking van commerciële fonogrammen. SENA kan in dit verband ondernemingen en organisaties aanschrijven. Of het gaat om bedrijven of rechtspersonen met een non-profit karakter maakt voor de vergoedingsplicht niet uit; bepalend is of er sprake is van een openbaarmaking van muziek buiten de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring (artikel 2 lid 7 van de Wet op de naburige rechten). Bij vrijwilligersverbanden is dat niet zonder meer duidelijk en zal de eventuele verplichting tot vergoeding afhangen van de omstandigheden van het geval. Ik verwacht dat collectieve beheersorganisaties terughoudend zijn met het aanschrijven van organisaties zoals de Stichting in Valkenswaard. Van SENA heb ik begrepen dat er bij de inning niet meteen een factuur is gestuurd. De Stichting Bloemencorso is volgens SENA in het najaar van 2009 twee keer aangeschreven. Toen daarop niet werd gereageerd, heeft SENA een factuur verzonden met het verzoek deze te voldoen wanneer er sprake is van het openbaarmaken van muziek. Hierop heeft de Stichting aangegeven dat er geen sprake is van muziekgebruik. Vraag 3: Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat er veel geld van vrijwilligersorganisaties naar SENA gaat, terwijl deze organisaties geen winst maken? Antwoord: De vergoeding die SENA voor een licentie in rekening brengt, bedraagt voor een jaar muziekgebruik tussen de 100 en 210 euro, afhankelijk van het aantal personen. Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, kan de inning van de vergoeding voor openbaarmaking van muziek ook plaatsvinden bij verenigingen of stichtingen met een non-profit karakter. Om de zorgvuldigheid bij het aanschrijven van dergelijke organisaties te bevorderen, zal ik de collectieve beheersorganisaties (verenigd in VOI E) oproepen om in overleg te treden met het Vrijwilligersplatform om afspraken te maken over de voorwaarden waaronder vrijwilligersorganisaties wel of niet voor inning in aanmerking komen en over de wijze van inning bij vrijwilligersorganisaties. Om dat overleg te bevorderen, zal ik het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteursrechten en naburige rechten verzoeken om hierover advies uit te brengen aan de betrokken collectieve beheersorganisaties. 1 Vraag 4: Waarom moet een vrijwilligersorganisatie, die tijdens werkzaamheden de radio aan heeft staan, muziekrechten betalen? Antwoord: Verwezen wordt naar het antwoord op vraag 2. Vraag 5: Krijgen andere vrijwilligersorganisaties ook een soortgelijke factuur toegestuurd? Antwoord: Elke vereniging of stichting die muziek openbaar maakt kan worden aangeschreven door SENA. In de praktijk int SENA vergoedingen voor openbaarmaking van muziek bij vele organisaties in de non-profitsector. Vraag 6: Zijn er klachten over dit soort facturen bij het klachtenloket ingediend? Op welke manier zijn de klachten afgehandeld? Vraag 7: Worden problemen die bij het klachtenloket worden aangekaart naar tevredenheid opgelost? Antwoord: In de werkgroep verbetering incasso auteursrechten onder voorzitterschap van de heer Pastors is in overleg tussen het bedrijfsleven en de brancheorganisatie voor collectieve beheersorganisaties VOI E een klachten- en bezwaarprocedure opgesteld. Informatie over deze procedure staat op de websites van alle betrokken organisaties. Naar aanleiding van de gestelde vragen heeft SENA aangegeven in het vervolg het bestaan van de klachten- en bezwaarprocedure ook op de factuur te vermelden. De leden van VOI E, waaronder SENA, hebben hun organisatie en procedures zo ingericht dat klachten binnen een termijn van drie weken worden afgehandeld. Een klacht die niet bevredigend door de collectieve beheersorganisatie wordt opgelost, wordt doorgeleid naar VOI E. Ik heb van VOI E begrepen dat dat laatste tot op heden niet is gebeurd. In de praktijk wordt naar aanleiding van de klacht dat er geen sprake is van muziekgebruik de factuur ingetrokken. Wel is het mogelijk dat daarna op enig moment nog een controle plaatsvindt. De Stichting Bloemencorso heeft geen gebruik gemaakt van de klachtenprocedure. Tweede Kamer, Vergaderjaar , Aanhangsel nr Buma/Sena en zorginstellingen Vragen van de Tweede Kamerleden Gerkens en Leijten (beiden SP) aan de Ministers van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de afdracht aan Buma en Sena in de gezondheidszorg (ingezonden 16 februari 2010) en antwoord van Minister Hirsch Ballin (Justitie), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen ami T I J D S C H R I F T V O O R A U T E U R S -, M E D I A - & I N F O R M A T I E R E C H T

4 16 maart 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Vraag 1: Is het u bekend dat onder andere Buma en Sena geld innen van zorginstellingen voor openbaarmaking van muziek? Antwoord: Ja. Vraag 2: Bent u van mening dat er in zorginstellingen sprake is van een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet? Zo ja, waarom? Vraag 3: Bent u van mening dat onder alle omstandigheden er in de zorgstelling moet worden afgedragen in het kader van de Auteurswet? Zo nee, waar ziet u uitzonderingen? Kunt u uw antwoord toelichten? Antwoord: Elke organisatie die muziek ten gehore brengt buiten de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring, 2 verricht een openbaarmaking in de zin van artikel 12 van de Auteurswet. Dat geldt ook voor zorginstellingen. Het is aan de rechter om aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval te bepalen of er sprake is van een openbaarmaking in de zin van het auteursrecht. Bepalend is niet de plaats waar de muziek ten gehore wordt gebracht, maar de hechtheid van de relaties tussen de personen die daar samenkomen. Uit jurisprudentie kan worden afgeleid dat er bij zorginstellingen die muziek ten gehore brengen doorgaans sprake zal zijn van een openbaarmaking waarvoor toestemming van de rechthebbende is vereist. De Hoge Raad heeft namelijk ten aanzien van het langs mechanische weg ten gehore brengen van muziek in gemeenschappelijke ruimten in bejaardentehuizen geoordeeld dat de situatie van de bewoners in die huizen en hun onderlinge banden niet de conclusie wettigt dat er sprake is van een kring die gelijk gesteld kan worden met een familie- of vriendenkring. In een onderzoek naar de auteurs- en nabuurrechtelijke aspecten van muziekgebruik in het ziekenhuis dat in 2000 in opdracht van het WODC is verricht, concludeert het Instituut voor Informatierecht dat ziekenhuizen zelf een openbaarmakingshandeling verrichten, door hun publiek bestaande uit ziekenhuispatiënten en -personeel, leveranciers en bezoekers in de gelegenheid te stellen naar believen te luisteren naar (achtergrond)muziek. 3 Dit betekent nog niet dat er bij iedere vorm van muziekgebruik in zorginstellingen sprake is van een openbaarmaking. Als een patiënt tijdens het verblijf in een ziekenhuis voor eigen genoegen muziek beluistert via een radio of mp3-speler zal er bijvoorbeeld geen sprake zijn van een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet. 4 Vraag 4: Deelt u de mening dat het openbaar maken van muziek in de zorg geen enkel commercieel doel dient en dat een dergelijk doel de grondslag zou moeten zijn van het afdragen van auteursrechten? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zoals hierboven is toegelicht in antwoord op vraag 3, zal er bij zorginstellingen die muziek ten gehore brengen doorgaans sprake zijn van een openbaarmaking in de zin van het auteursrecht. Het gaat hierbij om professionele organisaties die er in het kader van hun bedrijfsvoering voor kiezen om muziek, televisieprogramma s of films openbaar te maken. Het doet daarbij niet ter zake of zorginstellingen een commercieel karakter hebben of niet. Zoals ik recentelijk op vragen van de leden Atsma en Van Vroonhoven-Kok heb geantwoord, ligt dit anders bij vrijwilligersverbanden. Omdat daar, in tegenstelling tot zorginstellingen, niet zonder meer vaststaat dat er sprake is van een openbaarmaking buiten de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring, verwacht ik bij vrijwilligersverbanden extra terughoudendheid van de zijde van de auteursrechtorganisaties. 5 Van belang is wel dat de auteursrechtorganisaties, evenals bij het bedrijfsleven, zorgvuldig omgaan met de incasso van auteursrechtvergoedingen richting zorginstellingen en de afspraken naleven die daaromtrent zijn gemaakt in de werkgroep onder voorzitterschap van de heer Pastors. Het College van Toezicht auteurs- en naburige rechten ziet er in dit verband op toe dat collectieve beheersorganisaties bij de uitoefening van hun werkzaamheden voldoende rekening houden met de belangen van de betalingsplichtigen (artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten). Vraag 5: Bent u bereid te bezien of deze bedragen terecht geheven worden, zoals bedoeld in de Auteurswet, of dat hier in feite geen sprake is van een nieuwe openbaarmaking? Antwoord: In zorginstellingen kan sprake zijn van uiteenlopende vormen van muziekgebruik. Er kan bijvoorbeeld muziek ten gehore worden gebracht in voor het publiek toegankelijke wachtruimten, in gemeenschappelijke ruimten voor bewoners of patiënten, operatiekamers en personeelsrestaurants. Zoals in het antwoord op de vragen 2 en 3 is opgemerkt, zal er in veel gevallen sprake zijn van een openbaarmaking in de zin van het auteursrecht. Het is niet aan mij, maar aan de rechter om in de concrete omstandigheden van het geval te bepalen of dat het geval is. Zoals ik ook heb aangegeven in de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire werkgroep auteursrechten, acht ik het van belang dat partijen zoveel mogelijk in onderling overleg afspraken maken over een redelijke uitoefening van het auteursrecht. 6 In de zorgsector bestaan thans al afspraken. Buma (voor de makers) en Sena (voor de uitvoerenden en producenten) hebben voor het openbaar maken van muziek collectieve regelingen gesloten met vertegenwoordigende organisaties zoals Actiz, GGZ, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. Daarnaast zijn er rechtstreekse regelingen getroffen met een aantal individuele instellingen, onder andere in de bejaardenzorg. Voor het openbaarmaken van televisieprogramma s en films worden deze regelingen met Videma gesloten. Videma vertegenwoordigt rechthebbenden op audiovisuele werken, zoals film- en tv-studio s, omroepen en tvproducenten. Vraag 6: Welke bedragen zijn er in de afgelopen jaren afgedragen in het kader van de openbaarmaking in het kader van het Auteursrecht? Antwoord: Uit de jaarcijfers van de betrokken auteursrechtorganisaties 7 blijkt dat de inning voor openbaarmaking van muziek bij bedrijven en instellingen bij Buma zowel in 2007 als in 2008 circa 42 miljoen euro bedroeg. Bij Sena was dit circa 44 miljoen euro per jaar. 8 Videma incasseerde voor openbaarmaking van film en televisieprogramma s via gesloten netwerken en groepstelevisie circa 7,5 miljoen euro in 2008 en circa 5,5 miljoen euro in Gezamenlijk bedroeg de inning door deze drie organisaties dus ruim 90 miljoen euro op jaarbasis. 1 De adviesbevoegdheid van het College van Toezicht is neergelegd in artikel 6 lid 1 van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. 2 Arrest van de Hoge Raad van 9 maart 1979, Stichting Willem Dreeshuis, NJ 1979, Muziek in het ziekenhuis, auteurs- en nabuurrechtelijke aspecten, uitgevoerd door mr. G.J.H.M. Mom, Instituut voor Informatierecht, Universiteit van Amsterdam, in opdracht van het WODC, juli 2000, blz Arrest van de Hoge Raad van 1 juni 1979, Buma/De Zon, NJ 1979, 470. Zie ook de antwoorden op vragen van het lid Teeven (VVD) aan de Minister van Justitie over een uitspraak van de Rechtbank Zwolle in de zaak tussen Buma en het bedrijf Suplacon over de uitleg van artikel 12 van de Auteurswet, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr Vragen van de leden Atsma en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de ministers van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en van Justitie over de factuur die de Stichting Bloemencorso Valkenswaard heeft gekregen voor de rechten over muziek die gedraaid wordt op de radio s die aanstaan gedurende de bouwperiode van de corsowagens, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 2010Z Brief van de Minister van Justitie van 30 oktober 2009, Tweede Kamer, Vergaderjaar , , nr. 22, blz Op de website van VOI E, zijn factsheets gepubliceerd met de belangrijkste cijfers van de aangesloten collectieve beheersorganisaties. 8 Deze bedragen betreffen de inning voor de hier bedoelde vormen van openbaar gebruik van muziek (exclusief uitzendrechten voor radio en televisie en kabeldoorgifte en bij Buma exclusief podia) ami T I J D S C H R I F T V O O R A U T E U R S -, M E D I A - & I N F O R M A T I E R E C H T 1 3 5

5 Vraag 7: Kunt u inzicht geven in de financiële gevolgen voor de zorg voortvloeiend uit de heffing door organisaties als Buma, Sena en de overige organisaties? Antwoord: Uit gegevens van de branchevereniging voor collectieve beheersorganisaties VOI E blijkt dat de zorginstellingen in Nederland in totaal circa 7 miljoen euro per jaar betalen aan Buma, Sena en Videma voor het openbaar gebruik van muziek, film en televisie. In het overgrote deel van de gevallen vindt dit plaats op basis van de in het antwoord op vraag 5 genoemde collectieve regelingen. Het bedrag per instelling varieert naar rato van de omvang van de instelling. Gemiddeld gaat het om 3500 euro per instelling per jaar en 5 euro per patiënt per jaar. Vraag 8: Indien u van mening bent dat ook in de zorg sprake moet zijn van afdracht van auteursrechten, deelt u dan de mening dat in de zorg vaak sprake is van langer durend verblijf en dat zeker waar sprake is van kleinschaligheid - deze verblijfsafdelingen gelijk zijn te stellen aan familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring, en dat muziekgebruik op deze verblijfsafdelingen in ieder geval niet onderhevig zou moeten zijn aan afdracht van auteursrechten? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Verwezen wordt naar het antwoord op de vragen 2 en 3. Tweede Kamer, Vergaderjaar , Aanhangsel nr Voorontwerp wetsvoorstel auteurscontractenrecht Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft op 1 juni 2010 het voorontwerp inzake een wetsvoorstel auteurscontractenrecht openbaar gemaakt. Het voorontwerp bevat maatregelen om de positie van de natuurlijke maker ten opzichte van de exploitant te versterken. Zo wordt onder meer voorgesteld om hun de mogelijkheid te bieden na verloop van tijd opnieuw te beslissen over de exploitatie van hun werken. De bijzondere band tussen de maker en zijn werk wordt sterker benadrukt door het auteursrecht pas na zijn overlijden overdraagbaar te maken. Verder voorziet het voorontwerp in de invoering van het wettelijk recht van de maker op een billijke vergoeding bij een exclusieve licentie, de invoering van de disproportionaliteitsregel (de maker kan de rechter verzoeken de vergoeding te verhogen indien deze ernstig onevenredig is aan de opbrengst van de exploitatie van het werk) en de invoering van de non usus regel (ontbinding van de licentieovereenkomst is mogelijk indien de exploitant het auteursrecht niet of onvoldoende exploiteert). Belanghebbenden en belangstellenden kunnen gedurende drie maanden (juni, juli en augustus 2010) commentaar geven op het voorontwerp. Het voorontwerp is beschikbaar via auteurscontractenrecht Europa HvJ EU 18 maart 2010, zaak C-136/09, B (OSDD/Divani Akropolis) Begrip mededeling aan het publiek. Werken verspreid via televisietoestellen in hotelkamers Art. 3, lid 1 Auteursrechtrichtlijn Prejudiciële vraag van Griekse Hof van Cassatie (10 april 2009): Vormt de enkele installatie, door de hotelhouder in de kamers van het hotel, van televisietoestellen en het verbinden ervan met de in het hotel geplaatste centrale antenne, zonder enige andere handeling, bemiddeling of tussenkomst van de hotelhouder, een mededeling van het werk aan het publiek in de zin van art. 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG, en is meer bepaald, overeenkomstig het arrest van het Hof van Justitie van 7 december 2006, SGAE/Rafael Hoteles (C-306/05, AMI 2007, 45), in de onderhavige zaak sprake van het doorgeven van een signaal, door middel van televisietoestellen, aan de gasten die in de kamers van het hotel verblijven, met een overeenkomstige technische tussenkomst van de hotelhouder? HvJ EU: De hotelhouder die televisietoestellen installeert in de kamers van zijn hotel en deze toestellen verbindt met de centrale antenne van het hotel, verricht door dit loutere feit een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij. Agenda ALAI Studiedagen 2010 Data: 9-11 september 2010 Plaats: Wenen Onderwerp: The Duration of Copyright and Related Rights Programma en informatie: of austria@alai.at, tel PAO-cursus Piraterij in muziek, film, televisie Datum: donderdag 23 september 2010, uur Plaats: Utrecht Onderwerpen: Handhaving IE-rechten m.b.t. internet: Antipiraterijverordening en Handhavingsverordening; Geautoriseerd en ongeautoriseerd gebruik van andermans persoonlijke gegevens, (auteursrechtelijke) werken en merken in films; Recente jurisprudentie; Merchandising, contracteren en licentiëren Docenten: Prof. mr. F.W. Grosheide, prof. mr. T. Cohen Jehoram, mr. J.M.B. Seignette en mr. R.J.F. Wigman Kosten: 650 (incl. cursusmateriaal, lunch en consumpties, borrel, diner, Filmpremière Nederlands Filmfestival) NOvA: 4 punten Inlichtingen en aanmelding: Juridisch PAO Utrecht, Janskerkhof 3, 3512 BK Utrecht, tel , jpao@uu.nl en PAO-cursus Beeldgebruik vanuit informatierechtelijk perspectief: Image is everything Datum: donderdag 23 september 2010, uur Plaats: Universiteit van Amsterdam, Oudemanhuispoort Docenten: Prof. mr. E.J. Dommering, dr. L.C. Guibault, prof. dr. P.B. Hugenholtz en mr. M.R. de Zwaan Kosten: 425 (incl. cursusmateriaal, lunch en consumpties) NOvA: 4 punten Inlichtingen en aanmelding: Eggens Instituut voor Juridisch Postacademisch Onderwijs, Faculteit der Rechtsgeleerdheid UvA, tel , pao-fdr@uva.nl, Actualiteiten auteurs- en databankenrecht Datum: dinsdag 2 november 2010, uur Plaats: Hotel Schiphol A4, Hoofddorp Onderwerpen: Actuele ontwikkelingen auteursrecht; Databankenrecht; Handhaving van auteurs- en databankenrechten Sprekers: Mr. A.P. Groen, mr. J.C.H. van Manen, prof. mr. M.R.F. Senftleben en mr. dr. P.H. Blok NOvA: 6 punten Prijs: 745 (excl. btw) Informatie: Sdu Juridische Opleidingen, tel , d.schelvis@sdu.nl ami T I J D S C H R I F T V O O R A U T E U R S -, M E D I A - & I N F O R M A T I E R E C H T