Date de réception : 25/11/2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Date de réception : 25/11/2011"

Transcriptie

1 Date de réception : 25/11/2011

2 Resumé C-532/11-1 Zaak C-532/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van indiening: 19 oktober 2011 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Köln (Duitsland) Datum van de verwijzingsbeslissing: 22 september 2011 Verzoekster, appellante en verweerster in hoger beroep: Susanne Leichenich, Pertegada (Italië) Interveniënt aan de zijde van verzoekster: Dr. Leyh, Dr. Kossow & Dr. Ott KG, Wirtschaftsprüfungsgesellschaft Steuerberatungsgesellschaft, Keulen Verweerders, appellanten en verweerders in hoger beroep: 1. Ansbert Peffekoven, Lindlar 2. Ingo Horeis, Leverkusen Voorwerp van de procedure in het hoofdgeding Verpachting van woonboot met ligplaats, die altijd op dezelfde plek als drijvend restaurant werd gebruikt Rechtmatigheid van de kwalificatie als verpachting van onroerend goed in de zin van artikel 13, B, sub b, van Zesde richtlijn (77/388) Toepassing van uitzonderingsbepaling in artikel 13, B, sub b, punt 2, van Zesde richtlijn (77/388) NL

3 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-532/11 Voorwerp en rechtsgrondslag van het prejudiciële verzoek Uitlegging van het recht van de Unie, artikel 267 VWEU Prejudiciële vragen 1) Moet artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting aldus worden uitgelegd, dat het begrip verpachting en verhuur van onroerende goederen de verhuur omvat van een woonboot, met de bijbehorende ligplaats en aanlegsteiger, die uitsluitend bestemd is om aldaar duurzaam te worden gebruikt als restaurant/discotheek op een afgebakende en identificeerbare ligplaats in het water? Is het voor de beoordeling hiervan van belang op welke wijze de woonboot met de grond is verbonden dan wel welke inspanningen nodig zijn om de aangemeerde woonboot los te maken? 2) Voor het geval dat de eerste van de hierboven sub 1 gestelde vragen bevestigend wordt beantwoord: Moet artikel 13, B, sub b van de Zesde richtlijn [...] aldus worden uitgelegd, dat het begrip voertuigen, dat volgens het arrest van het Hof van Justitie van 3 maart 2005, C-428/02, ook boten omvat, niet van toepassing is op een verpachte woonboot die geen eigen aandrijving (motor) heeft en uitsluitend verpacht is om duurzaam te worden gebruikt op de betrokken plaats is en niet om te worden voortbewogen? Is de verpachting van de woonboot en aanlegsteiger met de daarbij behorende grond- en wateroppervlakte een enkele belastingvrije prestatie, of moet eventueel voor de omzetbelasting onderscheid worden gemaakt tussen de verhuur van de woonboot en de aanlegsteiger? Ingeroepen gemeenschapsrechtelijke bepalingen Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1), in het bijzonder de artikelen 4 en 13, B, sub b. Ingeroepen nationaalrechtelijke bepalingen Bürgerliches Gesetzbuch (Burgerlijk wetboek; hierna: BGB ), meer in het bijzonder 94 Umsatzsteuergesetz (Duitse wet op de omzetbelasting; hierna: UStG ), meer in het bijzonder 4, punt 12 2

4 Korte uiteenzetting van de feiten en het procesverloop 1 Verzoekster heeft tegen verweerders een vordering tot schadevergoeding ingesteld, omdat zij haar in verband met de verpachting van een woonboot als drijvend restaurant, genaamd Rhein-Roxy, onjuiste belastingadviezen hadden verstrekt. 2 In 1999 heeft verzoekster met de Bondsrepubliek Duitsland een overeenkomst gesloten betreffende het gebruik van een aan haar in eigendom toebehorende grond- en wateroppervlakte gelegen aan de oever van de Rijn in Keulen, teneinde aldaar een botenhuis met aanlegsteiger voor plezierboten en met een restaurant op te zetten en te exploiteren. Ter plaatse ligt de betrokken woonboot al jaren vast aangemeerd zonder verplaatst te zijn. De woonboot is toegankelijk via een loopplank, is voorzien van elektriciteit en water, een riolering en telefoonaansluiting, maar beschikt niet over een motor dan wel een eigen aandrijving. 3 Bij overeenkomst van 1 februari 2000 heeft verzoekster de woonboot samen met de aanlegsteiger voor het verhuren van ligplaatsen voor boten verpacht. In 3 van de pachtovereenkomst is bepaald dat de over de pachtsom verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde (hierna: btw ) wordt berekend volgens het alsdan geldende wettelijke btw-tarief. Door de pachters werd vervolgens echter geen btw betaald, aangezien de hierboven sub 1 genoemde verweerder, de toenmalige belastingconsulent van verzoekster, van mening was dat over de verpachting van de woonboot geen btw verschuldigd was volgens 4, punt 12, sub a, UStG, omdat de woonboot gelijk moest worden gesteld met een met de grond verbonden gebouw. De woonboot werd eerst als restaurant en later als discotheek gebruikt. Of de pachters de aanlegsteiger ook voor de volgens de overeenkomst toegestane verhuur van ligplaatsen voor boten heeft gebruikt, is niet bekend. 4 Bij een bijzondere btw-controle kwam het Finanzamt (belastingdienst) dat voor verzoekster bevoegd was, tot de conclusie dat over de verpachting van de woonboot in de jaren 2000 tot en met 2003 omzetbelasting betaald had moeten worden. 4, punt 12, sub a, UStG was niet van toepassing, omdat de woonboot geen onroerend goed in de zin van die bepaling was. Aan verzoekster zijn derhalve btw-aanslagen voor de voormelde jaren opgelegd ter hoogte van in totaal 8 250,92 EUR, te vermeerderen met de daarover verschuldigde rente. 5 De inmiddels voor verzoekster werkzame belastingconsulent, een vennoot van het aan haar zijde interveniërend belastingadvieskantoor, heeft tijdig bezwaar gemaakt tegen de btw-aanslagen, maar trok zijn bezwaar later in, aangezien hij het standpunt van het Finanzamt juist achtte. 6 Verzoekster vordert van verweerders vergoeding van de vastgestelde btwbedragen, te vermeerderen met de daarover verschuldigde rente, alsmede vergoeding van de door haar gemaakte belastingadvies-, rechtsbijstands- en 3

5 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-532/11 overige kosten. Zij meent dat verweerders hun verplichtingen uit hoofde van de belastingadviseringsovereenkomst hebben geschonden, doordat zij de verpachting van de woonboot ten onrechte als een belastingvrije prestatie hadden beschouwd. 7 Het Landgericht heeft in eerste instantie de vordering grotendeels toegewezen. Het overwoog dat verzoekster recht op schadevergoeding had jegens verweerders wegens onjuist advies, aangezien over de verpachting van de boot omzetbelasting betaald had moeten worden. De boot is geen onroerend goed, noch een wezenlijk bestanddeel van een onroerend goed, nu er geen vaste verbinding met de grond is. Ook met inachtneming van het arrest van het Hof van 16 januari 2003, Maierhofer (C-315/00, Jurispr. blz. I-563), volgens welk arrest het begrip onroerend goed gemeenschapsrechtelijk moet worden uitgelegd, is er geen vrijstelling van de omzetbelasting. Het Hof achtte het prefabgebouw, het onderwerp van zijn uitspraak, niet roerend, aangezien voor de demontage hiervan acht personen gedurende tien dagen moesten worden ingezet. Op grond van de door het Landgericht gehouden getuigenverhoor staat echter vast dat de boot, weliswaar met enige voorbereiding en met behulp van vakkundig personeel, binnen enkele uren verplaatst zou kunnen worden. Bijgevolg is de boot roerend en kan deze niet als onroerend in de zin van artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn worden aangemerkt. 8 Tegen de uitspraak van het Landgericht hebben zowel verzoekster als verweerders beroep ingesteld bij de verwijzende rechter. Verzoekster vordert de veroordeling van verweerders tot betaling van de door het Landgericht niet toegewezen schadeposten. Verweerders vorderen vernietiging van de uitspraak van het Landgericht en afwijzing van de schadevordering. Zij voeren onder meer aan dat het Landgericht het Hof had moeten vragen om de kenmerken van een onroerend goed te verduidelijken. Bovendien had de belastingconsulent van verzoekster de kansrijke bezwaarprocedure moeten doorzetten. 9 Op 1 september 2011 heeft het belastingadvieskantoor, dat de bezwaarprocedure voor verzoekster had gevoerd, zich in het geding gevoegd naar aanleiding van verzoeksters vrijwaringsoproep. Het stelt zich op het standpunt dat het bij de verpachting van de woonboot, zijnde een drijvende constructie, om een aan de omzetbelasting onderworpen handeling gaat, aangezien de boot, nu er geen vaste verbinding met de grond is, niet onder het begrip verpachting van een onroerend goed valt. De boot zou dan ook als voertuig in de zin van artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn moeten worden aangemerkt. Korte uiteenzetting van de motivering van de verwijzing Nationale bepalingen 10 4 UStG voorziet op de voet van artikel 13 van de Zesde richtlijn in belastingvrijstellingen voor bepaalde leveringen en andere prestaties, onder andere voor de verhuur en verpachting van onroerende goederen ( 4, punt 12, sub a). Of 4

6 er sprake is van een onroerend goed in de zin van het UStG, wordt in beginsel bepaald door 94 BGB. Volgens 94, lid 1, eerste zin, behoren tot de wezenlijke bestanddelen van een gronderf de vast met het erf of de grond verbonden zaken, in het bijzonder gebouwen. Prejudiciële vragen 11 4, punt 12, sub a, UStG, dat op artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn berust, moet volgens de rechtspraak van het Hof autonoom in het licht van de met de vrijstelling nagestreefde doelstelling worden uitgelegd (zie arresten van 4 oktober 2001, Goed Wonen, C-326/99, Jurispr. blz. I-6831, punt 55, en 18 november, Temco Europe, C-284/03, Jurispr. blz. I-11237). Blijkens artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn wenste de gemeenschapswetgever dat de verhuur van roerende goederen aan de belasting onderworpen bleef, in tegenstelling tot de verhuur van onroerend goed, die in beginsel vrijgesteld dient te zijn (zie reeds aangehaald arrest Maierhofer, punt 29). 12 Het Hof heeft in talrijke arresten het begrip verhuur van onroerende goederen in de zin van artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn omschreven als het door de eigenaar van een onroerend goed onder bezwarende titel en voor een overeengekomen tijdsduur aan de huurder verleende recht, dit onroerend goed te gebruiken en ieder ander van het genot van dat recht uit te sluiten (zie enkel reeds aangehaalde arresten Goed Wonen, punt 55, en Temco Europe, punt 19, alsmede arrest van 3 maart 2005, Fonden Marselisborg Lystbådehavn, C-428/02, Jurispr. blz. I-1527). Bij de verhuur of verpachting van onroerende goederen moet onmiskenbaar voorop staan dat het gebruik van het onroerend goed voor een niet onaanzienlijke tijdsduur wordt overgedragen. De gebruiker moet het onroerend goed, met uitsluiting van derden, vrijwel als eigenaar mogen gebruiken. Het begrip onroerend goed omvat zowel de grond als de gebouwen; als gebouw in die zin geldt volgens artikel 4, lid 3, van de Zesde richtlijn ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden. 13 Uit de uitlegging van de door verzoekster gesloten pachtovereenkomst komt naar voren dat deze niet alleen betrekking heeft op de woonboot met aanlegsteiger, maar ook op de daarbij behorende grond- en wateroppervlakte. Verzoekster heeft de boot die al jaren op dezelfde plaats ligt, namelijk verpacht voor het uitsluitend en duurzaam gebruik op die plaats. De overeenkomst voorzag er niet in dat de woonboot zou worden verplaatst of op een andere plaats zou worden gebruikt, en dit was noch de wens noch het oogmerk van de overeenkomstsluitende partijen. Een dergelijk gebruik van de woonboot en de aanlegsteiger is onlosmakelijk verbonden met het gebruik van de daarbij behorende grond- en wateroppervlakte. 14 Hiermee verkrijgen de pachters van verzoekster het recht deze oppervlakte te gebruiken en ieder ander van het genot van dat recht uit te sluiten. Dit pleit in het kader van de voorgeschreven gemeenschapsrechtelijke uitlegging ervoor deze 5

7 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-532/11 overeenkomst in haar geheel als verpachting van een onroerend goed aan te merken. 15 Volgens de rechtspraak omvat het begrip verhuur van onroerende goederen ook de verhuur van ligplaatsen voor het aanmeren van boten in het water, en van plaatsen voor het stallen van boten op de wal. Dat een gebied geheel of gedeeltelijk onder water ligt, staat de kwalificatie ervan als onroerend goed dat verhuurd of verpacht kan worden, niet in de weg (reeds aangehaald arrest Fonden Marselisborg Lystbådehavn, punt 34; zie ook arrest van 25 oktober 2007, CO.GE.P, C-174/06, Jurispr. blz. I-9359, punt 36). Aangezien de voor het gebruik ter beschikking gestelde grond- en wateroppervlakte, waar de woonboot zich duurzaam en plaatsgebonden bevindt, duidelijk zijn afgebakend en niet verplaatsbaar zijn, kan de verpachting van de boot met inbegrip van de daaronder gelegen wateroppervlakte volgens de verwijzende rechter als verpachting van een onroerend goed in de zin van artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn worden uitgelegd. 16 Hiervoor pleit ook het feit dat de woonboot al verschillende jaren, volgens verweerders al ongeveer 30 jaar, op dezelfde plek ligt. De woonboot beschikt over een telefoonaansluiting, bekabeling en buizen voor de voorzieningen en intussen zelfs een riolering (die weliswaar pas na de onderhavige overeengekomen pachtduur is aangelegd). De opzet en het doel van de boot is om mensen aldaar duurzaam te laten verblijven. Vanuit die zienswijze zou de woonboot ook als gebouw in de zin van de Zesde richtlijn kunnen worden aangemerkt, waarbij op een wateroppervlakte uiteraard geen sprake kan zijn van een vaste verbinding met de grond zoals die van een gebouw op het land. 17 Voor de uitlegging van de pachtovereenkomst als verpachting van een onroerend goed pleit ook het Engelse recht, dat zich baseert op het Unierecht. Volgens de VAT Act (btw-wet) 1994, Schedule 8, Group 9, Item 2 Caravans and Houseboats (Verenigd Koninkrijk) zijn de aldaar omschreven woonboten vrijgesteld van omzetbelasting. Voorwaarde voor deze vrijstelling is dat een boot duurzaam wordt gebruikt als woonhuis (adapted for use solely as places of permanent habitation) en niet over een eigen aandrijving beschikt (not having means of, or capable of being readily adapted for, self-propulsion). Dat geldt ook voor de litigieuze woonboot, die weliswaar niet als woonhuis wordt gebruikt, maar wel duurzaam als bouwwerk met het doel om mensen aldaar te laten verblijven. De woonboot heeft geen eigen aandrijving en is ook niet bestemd om te worden voort bewogen. Volgens het Engelse recht zou over de onderhavige verpachting bijgevolg geen omzetbelasting verschuldigd zijn. 18 Twijfelachtig is evenwel of, niettegenstaande de omstandigheid dat de pachtovereenkomst ook betrekking heeft op het gebruik van de grond- en wateroppervlakte, het in het kader van de gemeenschapsrechtelijke uitlegging van belang is dat de op het water drijvende woonboot vast met de grond verbonden moet zijn (zoals bijvoorbeeld paalbouw) om de onderhavige overeenkomst als 6

8 verpachting van een onroerend goed in de zin van artikel 13, B, sub b, te kunnen aanmerken, dan wel of het voldoende is dat de woonboot overeenkomstig het hiermee beoogde doel bestemd is om duurzaam te worden gebruikt op de betrokken plaats, en deze beoogde plaatsgebondenheid blijkt uit uiterlijke kenmerken (adres, telefoon, bekabeling en buizen voor de voorzieningen enz.). 19 In die context verzoekt de verwijzende rechter om, gelet op het reeds aangehaalde arrest Maierhofer, te verduidelijken of eventueel ook de wijze waarop de woonboot aan de oever of met behulp van een anker is vastgemaakt, van belang is dan wel welke inspanningen nodig zijn om de aangemeerde woonboot los te maken. In hoeverre het losmaken van de aan de wal aangemeerde boot inspanningen vergt, is zijns inziens irrelevant; beslissend acht hij daarentegen dat de overeenkomst in het geheel niet voorziet in een op termijn losmaken van de woonboot, zodat op grond van het feit dat de woonboot volgens de overeenkomst uitsluitend op die plaats moet worden gebruikt, de verpachting van de wateroppervlakte met een plaatsgebonden woonboot juridisch als onroerend moet worden gekwalificeerd en niet meer als roerend. 20 Voor het geval het Hof de onderhavige overeenkomst als verpachting van een onroerend goed beschouwt, is voor de uitspraak voorts van belang of er sprake is van een van de in artikel 13, B, sub b, van de Zesde richtlijn vervatte uitzonderingen (tweede prejudiciële vraag). 21 Uitgesloten van de belastingvrijstelling is onder meer de verhuur van plaatsen voor het stallen van voertuigen. Boten moeten volgens de rechtspraak van het Hof in beginsel worden beschouwd als voertuigen in de zin van deze uitzonderingsbepaling (arrest Fonden Marselisborg Lystbådehavn, punt 44 e.v.). Dit geldt weliswaar alleen voor voertuigen die als vervoermiddel in aanmerking komen, dat wil zeggen alleen voor boten die bedoeld zijn om zich te verplaatsen. Aangezien de verpachte boot niet over een motor of eigen aandrijving beschikt, niet bedoeld is om te worden voortbewogen en uitsluitend duurzaam op de betrokken plek moet worden gebruikt, kan het volgens de verwijzende rechter geen vervoermiddel en derhalve geen voertuig zijn. Anderzijds is interveniënt van mening dat een woonboot altijd een boot in die zin is, ongeacht of hij over een eigen aandrijving beschikt, bestuurbaar is of überhaupt bedoeld is voor voortbeweging. 22 In die context moet ten slotte worden verduidelijkt of voor de omzetbelasting onderscheid moet worden gemaakt tussen de verhuur van het onroerende deel van de prestatie dat betrekking heeft op de woonboot, en de aanlegsteiger, die volgens de bewoordingen van de overeenkomst ter beschikking wordt gesteld voor de verhuur van ligplaatsen voor boten. Wordt een locatie voor de verhuur van ligplaatsen voor boten ter beschikking gesteld, dan is dit verhuur van een onroerend goed in de zin van 4, punt 12, UStG en dus ook in de zin van artikel 13, B sub b, van de Zesde richtlijn. De verhuur van plaatsen voor het stallen van voertuigen, waaronder volgens het arrest Marselisborg Lystbådehavn 7

9 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-532/11 ook ligplaatsen voor boten vallen, is evenwel in beginsel uitgesloten van de btwvrijstelling. In casu zou de in de overeenkomst vervatte mogelijkheid van de verhuur van ligplaatsen echter als nevenprestatie van een enkele belastingvrije verhuur kunnen worden beschouwd. Er is hier sprake van een enkele overeenkomst. Het ruimtelijke verband tussen het belastingvrije onroerende deel van de prestatie en de aanlegsteiger is in wezen, dat deze laatste de toegang tot de woonboot moet verschaffen. Het Hof wordt verzocht om duidelijkheid te verschaffen of, ingeval de terbeschikkingstelling van de aanlegsteiger geheel of in overwegende mate bedoeld is om toegang tot de woonboot te verstekken, de overeenkomst in haar geheel als belastingvrije prestatie moet worden aangemerkt. 8

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 C-449/19-1 Zaak C-449/19 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 november 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 november 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 november 2012 (*) Richtlijn 77/388/EEG Btw Vrijstellingen Artikel 13, B, sub b Verpachting en verhuur van onroerende zaken Woonboot zonder eigen aandrijving die permanent

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Vertaling C-388/18 1 Zaak C-388/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 juni 2018 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Samenvatting C-186/15 1 Zaak C-186/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

MAIERHOFER. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 januari 2003 *

MAIERHOFER. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 januari 2003 * MAIERHOFER ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 januari 2003 * In zaak C-315/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/09/2012

Datum van inontvangstneming : 11/09/2012 Datum van inontvangstneming : 11/09/2012 Vertaling C-366/12-1 Zaak C-366/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 augustus 2012 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 januari 2003 (1)

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 januari 2003 (1) ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 januari 2003 (1) Zesde BTW-richtlijn - Vrijstellingen - Verhuur van onroerend goed - Demontabel prefabgebouw dat weer kan worden opgetrokken In zaak C-315/00, betreffende

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/11/2017

Datum van inontvangstneming : 21/11/2017 Datum van inontvangstneming : 21/11/2017 Samenvatting C-593/17-1 Zaak C-593/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-250/13-1 Zaak C-250/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2013 F.12.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0005.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2019

Datum van inontvangstneming : 23/05/2019 Datum van inontvangstneming : 23/05/2019 Samenvatting C-288/19-1 Zaak C-288/19 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/01/2016

Datum van inontvangstneming : 28/01/2016 Datum van inontvangstneming : 28/01/2016 Vertaling C-662/15-1 Zaak C-662/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 december 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/03/2015

Datum van inontvangstneming : 12/03/2015 Datum van inontvangstneming : 12/03/2015 Samenvatting C-51/15-1 Zaak C-51/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 17, lid 5, derde alinea Recht op aftrek van voorbelasting Goederen en diensten die zowel voor belastbare als voor vrijgestelde

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/02/2016

Datum van inontvangstneming : 04/02/2016 Datum van inontvangstneming : 04/02/2016 Vertaling C-699/15-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-699/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing 24 december 2015 Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Vertaling C-321/14-1 Zaak C-321/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 juli 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Krefeld (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 JUNI 2010 C.09.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0285.F MONS EXPO, naamloze vennootschap, Mr. Thierry Afschrift, advocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, minister van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019 Datum van inontvangstneming : 13/03/2019 Vertaling C-66/19 1 Zaak C-66/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2019 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. LJN: BP2096, Raad van State, 201003640/1/H2 Datum uitspraak: 26-01-2011 Datum publicatie: 26-01-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 5

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 juni 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 juni 2002 * COMMISSIE / DUITSLAND ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 juni 2002 * In zaak C-287/00, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. Wilms en K. Gross als gemachtigden, domicilie

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-330/17-1 Zaak C-330/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Justitie Onderwerp Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland. Zesde BTW-richtlijn Artikelen 6, lid2, eerste alinea, suba, en 13, B, subb - Gebruik voor privé-doeleinden

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Vertaling C-116/17-1 Zaak C-116/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Vertaling C-578/13-1 Zaak C-578/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 november 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Kiel (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 februari 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 februari 1998 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 februari 1998 * In zaak C-346/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München (Duitsland), in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2014

Datum van inontvangstneming : 31/01/2014 Datum van inontvangstneming : 31/01/2014 Vertaling C-680/13-1 Zaak C-680/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 december 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Frankfurt am Main

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * K" LINE AIR SERVICE EUROPE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * In zaak C-131/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1) pagina 1 van 5 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juni 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juni 2003 * ARREST VAN 12. 6. 2003 ZAAK C-275/01 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juni 2003 * In zaak C-275/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het House of Lords (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 )

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 ) Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61987J0207 - NL Avis juridique important 61987J0207 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 14 JULI 1988. - GERD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 13/04/2012

Datum van inontvangstne ming : 13/04/2012 Datum van inontvangstne ming : 13/04/2012 Resumé C-129/12-1 Zaak C-129/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 27 september 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 27 september 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 27 september 2012 (*) Btw Vrijstelling van verhuur van onroerend goed Verhuur van commerciële ruimten Aan deze verhuur verbonden diensten Kwalificatie van handeling voor

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* ZVK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* In zaak C-300/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014 Datum van inontvangstneming : 11/07/2014 Vertaling C-279/14-1 Zaak C-279/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juni 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Hannover (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Vertaling C-603/12-1 Zaak C-603/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2012 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Hannover

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * ARO LEASE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * In zaak C-190/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te Amsterdam, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-711/17-1 Zaak C-711/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 december 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Vertaling C-532/17-1 Zaak C-532/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 mei 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 mei 2003 * SEELING ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 mei 2003 * In zaak C-269/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018 Datum van inontvangstneming : 16/02/2018 C-26/18-1 Zaak C-26/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/09/2017

Datum van inontvangstneming : 15/09/2017 Datum van inontvangstneming : 15/09/2017 Samenvatting C-480/17-1 Zaak C-480/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/12/2016

Datum van inontvangstneming : 16/12/2016 Datum van inontvangstneming : 16/12/2016 Vertaling C-539/16-1 Zaak C-539/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 oktober 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Frankfurt am Main

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-223/15-1 Zaak C-223/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 mei 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Vertaling C-515/13-1 Zaak C-515/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie