Naam: Stephen Vandevenne. Titel: Het volleybalreglement voor dummies. Klas: 6LOA. Schooljaar: GIP-leraar: Dhr.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naam: Stephen Vandevenne. Titel: Het volleybalreglement voor dummies. Klas: 6LOA. Schooljaar: 2010-2011. GIP-leraar: Dhr."

Transcriptie

1 Naam: Stephen Vandevenne Titel: Het volleybalreglement voor dummies Klas: 6LOA Schooljaar: GIP-leraar: Dhr. Vervoort Kurt

2 2

3 Naam: Stephen Vandevenne Titel: Het volleybalreglement voor dummies Klas: 6LOA Schooljaar: GIP-leraar: Dhr. Vervoort Kurt 3

4 Voorwoord Het onstaan van het volleybal Het reglement Binnen en buiten Balaanrakingen Gelijktijdige balaanrakingen Balaanrakingen met hulp Kenmerken van de balaanrakingen Fouten bij het spelen van de bal Netsituaties De bal bij het net De bal in het net Contact met het net De spelregels in functie van technieken De opslag De aanvalsactie Het blok Receptie Verdediging Pas De opstelling Opstellingsfouten Het spelverloop Time-out Het wisselen van spelers Bestraffingen Spelvertraging Verwittiging Gele kaart Rode kaart Uitsluiting De scheidsrechters Samenstelling De eerste scheidsrechter Bevoegdheden Verantwoordelijkheden De tweede scheidsrechter Bevoegdheden Verantwoordelijkheden De markeerder Verantwoordelijkheden De hulpmarkeerder Verantwoordelijkheden De lijnrechters

5 3.6.1 Verantwoordelijkheden De officiële tekens van de scheidsrechters Toelating geven tot opslag Wisselen van kant De time-out De vervanging Bestraffing voor wangedrag Uitwijzing Uitsluiting Bal binnen Bal buiten Dubbel contact Vier balcontacten Net geraakt door een speler Bal aangeraakt Einde wedstrijd Accommodatie en omgevingsfactoren Inleiding De zaal De speelruimte Het speeloppervlak Lijnen op het speelveld Zones en ruimten Temperatuur in de zaal Verlichting Net en palen Het net De palen Het scheidsrechtersplatform en de markeerderstafel Ballen De nieuwe Mikasa De nieuwe Gala De jeugd-volleyballen Uitrustingen Spelersuitrusting Scheidsrechtersuitrusting Veranderingen reglement Inleiding: in functie van jeugdopleiding Preminiemen(-10 jaar) B: 1 e provinciale : 2 de Provinciale : Ereklasse Miniemen (10-12 jaar)

6 5.3 Kadetten (12-14 jaar) Scholieren (14-16 jaar) Junioren(16-18 jaar) Interview Swa Depelchin Praktische Proef Vak Opdracht 4: Toegepaste Economie: Marketingmix Lizards Lubbeek-Leuven Vak-Opdracht 4: Toegepaste Economie: Structuur Volleybal Vak-opdracht 5: Sporttheorie Vak-opdracht 6: Fysiologie Sportanamnese Dankwoord Referentielijst Lijst met gebruikte foto s en figuren

7 Voorwoord Als onderwerp heb ik volleybal gekozen. Ik ben zelf een volleyballer en betrapte me er vaak op dat ik sommige regeltjes zelf niet goed kende en niet exact wist wat nu juist was en wat fout was. Ik zag dit eindwerk dan ook als een ideale kans om zelf wat bij te leren. Uiteindelijk kan ik zeggen dat ik er erg veel van heb bijgeleerd en ik hoop dat jullie ook iets opsteken tijdens het lezen van dit eindwerk. Ik heb dit eindwerk gebaseerd op het officiële volleybalreglement. Toch heb ik mijn best gedaan om er zoveel mogelijk eigen werk in te steken. Ik heb ondermeer het volleybalreglement in mijn eigen woorden samengevat en de beschrijving van de accommodaties in eigen woorden gebracht. Hier is allemaal veel tijd ingekropen maar als ik het eindresultaat bekijk ben ik er best wel fier op. Ik ben mijn mentor erg dankbaar dat hij me gestimuleerd heeft om er vroeg aan te beginnen. Hierdoor was ik vroeg klaar met het ruwe werk en had ik nog veel tijd om me te focussen op de lay-out en de verfijning van dit werk. Ik heb Swa Depelchin geïnterviewd. Hij is voorzitter van de jeugdcomissie Ik heb veel respect voor deze man. Hij betekent enorm veel voor de jeugdopleiding. Hij is de oorzaak van veel positieve veranderingen die de opleiding enorm verbeteren. Hij heeft mij veel bijgebracht en mijn laatste hoofdstuk wil ik volledig opdragen aan hem. Dankzij het interview met hem heb ik dit hoofdstuk kunnen schrijven. Vervolgens heb ik ook een interview afgenomen met Pol Derkinderen. Hij is een bekende Belgische scheidsrechter die wedstrijden fluit op hoog niveau. Ook hij heeft me veel bijgebracht. Dankzij hem heb ik mijn hoofdstuk van de scheidsrechters tot een goed einde kunnen brengen. Ik ben zelf erg fier op mijn samenvatting van het reglement. Ik hoop dat dit later gebruikt kan worden in volleyballessen of zelfs door de leerkrachten om iets meer over volleybal te leren. 7

8 1. Het onstaan van het volleybal William G. Morgan, geboren en getogen in New York is de geschiedenis ingegaan als de uitvinder van het volleybalspel, toen nog Mintonette genoemd. Na zijn schoolcarrière aan de universiteit van Springfield, ging hij in de zomer van 1895 aan de slag bij de Young Men's Christian Association(YMCA) van Massachusetts. Hij werd daar benoemd tot hoofd van lichamelijke opvoeding. Vanuit deze positie had hij de kans om een sportprogramma voor mannen op te stellen. Zijn leiderschap werd enthousiast ontvangen en zijn sportklassen bleven groeien in aantal. Basketbal was een snelgroeiende sport voor de jeugd maar het was volgens hem nodig om een minder agressief en intens alternatief te vinden voor de oudere leden van de YMCA. In die tijd bestond er nog geen spel gelijkaardig aan volleybal waar hij zich op kon baseren. Hij werkte het zelf uit op basis van zijn eigen praktische ervaring en trainingsmethoden in het gymnasium van de YMCA. Tennis sprak hem ook wel aan maar de vele materialen die tennis vereiste zorgden er al snel voor dat dit idee verdween uit zijn gedachten. Toch bleef het net in zijn gedachten en wilde hij hiermee verder. Hij verhoogde het net tot een twee meter boven de grond. Figure 0: William G. Morgan De bal was zijn volgende probleem, ze hebben geprobeerd om te spelen met de binnenbal van een oude basketbal. Deze was te licht en bewoog te traag door de lucht om deftig te kunnen volleyballen. Hierna probeerden ze de basketbal zelf te gebruiken, die op zijn beurt weer te zwaar was om de technieken van het volleybal toe te passen. Ten einde raad vroeg Morgan de firma A.G. Spalding & Bros. een bal te ontwerpen die zijn sport beter zou passen. De firma deed dit met plezier en het resultaat bleek heel goed te zijn. De bal was bekleed met leder en hij had een omtrek van ongeveer 65 centimeter. Hij woog ongeveer 300 gram. De ene woog al wat meer dan de andere, aangezien alles nog met de hand ontworpen werd, en geen enkele bal identiek was. Nadat de bal ontworpen was vroeg Morgan aan twee vrienden van Massachusetts, Dr. Frank Wood en John Lynch om de basis van het spel op te stellen samen met de eerste tien spelregels. Uiteraard op basis van de suggesties van hemzelf. In het begin van het jaar 1896 werd er een conferentie georganiseerd in het YMCA College van Springfield. Deze conferentie bracht alle hoofden van de lichamelijke opvoeding samen. Dr. Luther Halsey Gullick, hoofd van de professionele lichamelijke opvoeding school vroeg Morgan om in het nieuwe universiteitsstadion een demonstratie te geven van zijn nieuw ontworpen sport. Morgan stelde twee teams samen, elk bestaande uit vijf mannen, het ene team onder leiding van kapitein J.J. Curran en het andere team onder leiding van John Lynch. Met deze mannen trok hij naar Springfield, waar de demonstratie plaats vond. Morgan was in Springfield om zijn nieuwe spel uit te leggen. Het doel van dit spel was om de bal van de grond te houden en van de ene kant van het net naar de andere te spelen. 8

9 Het aantal spelers was toen nog ongelimiteerd. Dit nieuwe spel was gemaakt om indoor te spelen, maar het kon even goed buiten gespeeld worden. De naam volley-ball is ontstaan uit een voorstel van Professor Alfred T. Die na het zien van het spel deze naam gepaster vond dan het oude mintonette. Morgan aanvaardde samen met de conferentie deze nieuwe naam. Interessant om te weten is dat de naam van het spel nog steeds hetzelfde is na al die jaren. Slechts één enkele aanpassing is aangebracht door de United States Volleyball Association in 1952, sinds die datum schrijven we volleyball in één woord. Morgan zette zijn werk verder en stelde de regels van het volleyball verder op. Hij bezorgde alle hoofden van de YMCA sportdienst een geschreven versie om zijn sport verder te promoten. Er werd zelfs een apart comité aangesteld om de regels te bestuderen en verder uit te werken. In 1897 werd volleyball opgenomen in de eerste editie van het lichamelijke opvoeding handboek, gepubliceerd door de Noord- Amerikaanse YMCA sportdienst. De hoofden van de YMCA sportdienst onder invloed van het Springfield college en het George Williams college in Chicago namen volleyball op in al hun universiteiten van de Verenigde Staten, Canada en vele andere staten. In 1913 was de verspreiding van volleyball al tot in het Aziatische continent geraakt. In dat jaar was het spel een onderdeel van de eerste Far-Eastern Games georganiseerd in Manila. Er werd wel volgens de Brown regels gespeeld. In deze regels was het onder andere toegestaan om met 16 te spelen om ervoor te zorgen dat meer mensen konden deelnemen. In 1916 werd pas duidelijk hoe snel volleybal zich verspreidde over de Verenigde Staten. In de Spalding volleybal gids stond te lezen dat het volleyball al een totaal van spelers en speelsters had bereikt in de Verenigde Staten. Nog in het jaar 1916 bereikte de YMCA de machtige National Collegiate Athletic Association. Ze publiceerden hun regels en een reeks artikels, die verder bijdroegen aan de snelle ontwikkeling van volleybal onder de studenten. Twee jaar later werd het maximum aantal spelers gelimiteerd tot zes en in 1922 werd het maximum aantal contacten tot drie herleid. Tot de vroege jaren dertig was volleybal voor het grootste stuk een spel van plezier en recreatie, er waren maar enkele internationale activiteiten en competities. De regels waren nog verschillend in elk continent. Later is het volleybal geëvolueerd naar een competitieve sport met zware fysieke en technische vereisten. Het volleybal kwam naar Europa via Noord-Amerika en Azië, maar werd pas bekend in België na de tweede wereldoorlog. Op dat moment waren de bekendste volleyballanden Bulgarije, de USSR, Tjechië en Polen, Japan en Korea. In 1944 werd de Fédération Belge de Volleybal opgericht, de Belgische volleybalbond was geboren. De Olympische spelen in Tokio in 1964 waren de eerste keer dat volleybal op het programma stond van de Olympische spelen. De Belgen waren er toen nog niet bij, maar vier jaar later deed de Belgische nationale mannenploeg mee aan de Olympische spelen in Mexico- Stad. Dit was meteen ook de enige keer dat ze deelnamen, tot op vandaag zijn ze nooit meer geselecteerd voor de Olympische spelen. 9

10 Ze werden achtste van de tien deelnemers. De toenmalige Sovjet-Unie won met de mannen en de dames de gouden medaille, ze waren de absolute top van het volleybal. In 1966 werd een vierjaarlijkse cyclus ingevoerd in het internationale programma. Het eerste jaar werd de wereldbeker gehouden, het tweede jaar het wereldkampioenschap, het derde jaar de regionale tornooien (Europees Kampioenschap, Asian Games, African Games, Pan- American Games), en in het vierde jaar tenslotte de Olympische Spelen. In 1977 werd de Belgische volleybalbond opgesplitst in een Waalse tak(aif) en een Vlaamse tak (VIV). Deze laatste veranderde tien jaar later nog in de Vlaamse Volleybalbond(VVB). Het volleybal in België begon professioneler en professioneler te worden, ook het niveau werd beter en beter. In 1987 werd het Europees kampioenschap in België georganiseerd. In dit jaar werd ook het Eurovolleycenter in Vilvoorde gebouwd. Met clubs als Roeselare en Maaseik, die in eigen land absolute top zijn, draait het Belgische volleybal mee op een zeer degelijk niveau in Europa. In 1997 en 1999 was Maaseik verliezend finalist van de Champions league volleybal. In 2001 wist Roeselare zelfs de prestigieuze CEV-cup te winnen tegen SC Espinho uit Portugal. In September 2007 werd het EK Volleybal voor dames georganiseerd in België en Luxemburg. Onze nationale damesploeg eindigde hier zevende wat een mooie prestatie was. De jaren nadien hebben de Belgische jeugdploegen schitterende resultaten behaald: De meisjesselectie haalden achtereenvolgens een gouden medaille op het EKjeugdvolleybal goud op de Jeugd Olympische Spelen, en ook een mooie tweede plaats op het WK Jeugd. Ook de jongens zetten mooie resultaten neer. De jongens van werden derde op het EK Jeugd en zesde op het WK Juniors. De jongens van werden zesde op het EK Jeugd en achtste op het EK Juniors. We kunnen dus vaststellen dat het volleybal in België zeker niet te onderschatten valt, en een heel populaire sport begint te worden in ons land. 10

11 2. Het reglement Ik heb geprobeerd een korte samenvatting te maken van het ongeveer 100 pagina s tellende FIVB-reglement. Deze samenvatting is opgesteld in eenvoudige woorden voor leerlingen en leerkrachten om het volleybal beter te leren begrijpen en bijgevolg beter te kunnen spelen. En ik hoop dat dit nuttig is voor mijn medeleerlingen en mijn leerkrachten. Het zou bijvoorbeeld geweldig zijn moest deze samenvatting gebruikt worden in de lessen volleybal. 2.1 Binnen en buiten Wanneer is de bal binnen? De bal is binnen wanneer hij de vloer van het speelveld van je tegenstander raakt, de grenslijnen zijn hierbij inbegrepen. Wanneer is de bal buiten? Figure 1: Bal binnen Als de bal buiten de grenslijnen de vloer raakt. Als hij een voorwerp buiten het speelveld, het plafond of een persoon buiten het spel raakt. Als hij de antennes, kabels, palen of het net zelf buiten de zijbanden raakt. Als hij onder het net door gaat. Als de bal het plafond raakt of uit het zicht van de eerste scheidsrechter verdwijnt door bijvoorbeeld een balk. Figure 2: Bal buiten 2.2 Balaanrakingen Elke ploeg heeft recht op maximaal drie balaanrakingen, exclusief blok. Wanneer er meer dan drie balaanrakingen gebeuren, wordt er Figure 3: Bal op de lijn door de scheidsrechter Vier aanrakingen gefloten. Het is een speler niet toegelaten om de bal twee maal na elkaar aan te raken, behalve wanneer hij eerst een blok uitvoert en dan hijzelf of een teammaat vervolgens de bal recupereert. Dit wordt als één contact gezien, er mogen dus nog twee contacten volgen Gelijktijdige balaanrakingen Twee of drie spelers mogen de bal tegelijk aanraken, maar als dit gebeurt wordt dit gerekend als twee of drie aanrakingen, buiten bij de blokkering. Als ze de bal trachten te spelen maar slechts één van hen raakt de bal, wordt dit gerekend als één aanraking. Spelers die tegen elkaar botsen is geen fout. Wanneer twee tegenstanders de bal gelijktijdig aanraken over het net en de bal blijft in het spel, heeft het ontvangende team recht op drie nieuwe balcontacten. Figure 4: Gelijktijdige balaanraking tussen 2 tegenstanders 11

12 2.2.2 Balaanrakingen met hulp Binnen de speelruimte is het verboden om geholpen te worden door een ploeggenoot of eender welk voorwerp dan ook. Daarentegen mag een speler die op het punt staat een ernstige fout te begaan, bijvoorbeeld het net aanraken of de middenlijn overschrijden, door een ploeggenoot worden gestopt of tegengehouden Kenmerken van de balaanrakingen De bal mag om het even welk lichaamsdeel aanraken, dus ook de voeten. Hij mag ook verschillende lichaamsdelen aanraken op voorwaarde dat deze contacten gelijktijdig plaatsvinden. Bij de eerste balaanraking van de ploeg mag de bal zelf achtereenvolgens verschillende lichaamsdelen raken, op voorwaarde dat deze tijdens dezelfde actie gebeuren. Uiteraard mag een bal niet gevangen of gegooid worden Fouten bij het spelen van de bal Er zijn verschillende fouten mogelijk bij het spelen van de bal: Vier aanrakingen: Een ploeg raakt de bal vier maal vooraleer de bal over het net te spelen. Aanrakingen met hulp: Een speler wordt geholpen door een ploeggenoot of een voorwerp binnen de speelruimte. Gehouden bal: De bal wordt gevangen, gegooid of te lang gedragen. Dubbel contact: Een speler raakt twee maal achtereen de bal of achtereenvolgens verschillende delen van z n lichaam. 2.3 Netsituaties Antennes Doorgangsruimte De bal bij het net Een bal die je overspeelt moet over het net binnen de doorgangsruimte gespeeld worden. Deze ruimte wordt begrensd door: De bovenste rand van het net De antennes en hun ingebeelde verlenging aan de zijkanten Het plafond Figure 5: Het net Een bal die in de richting van de vrije zone van de tegenstander gaat en het verticaal vlak van het net overschrijdt mag worden teruggespeeld op voorwaarde dat: Het veld van de tegenstander niet geraakt wordt. De bal buiten de antennes in de richting van de vrije zone van de tegenstander gaat en buiten de antennes wordt teruggespeeld. De tegenstander mag deze actie niet proberen te verhinderen. 12

13 2.3.2 De bal in het net Als een bal in het net gespeeld wordt mag er verder gespeeld worden. Dit geldt enkel voor de ruimte binnen de antennes. Als de bal het net raakt buiten de antennes is het fout en wordt het spel stopgezet. Overschrijding van het net Tijdens het blokkeren is het toegelaten de bal aan de andere kant van het net aan te raken, op voorwaarde dat dit het spel van de tegenstander niet hindert, voor of tijdens diens aanvalsactie. Een aanvaller mag na zijn aanval met de hand het net overschrijden op voorwaarde dat de effectieve aanraking van de bal aan zijn kant van het net gebeurde. Indringen onder het net Het is toegelaten om onder het net de ruimte van de tegenstander aan te raken, maar enkel en alleen als het spel van de tegenstander niet gehinderd wordt en er minstens één gedeelte van de voeten in contact blijft met de eigen zijde van het net. Goed Goed Fout Figure 6: Correct indringen onder het net Figure 7: Correct indringen onder het net Figure 8: Foutief indringen onder het net Contact met het net Als een speler het net aanraakt is dit niet noodzakelijk een fout behalve wanneer dit het spel hindert of hij er voordeel uit haalt. Zo mag volgens het nieuwste reglement de onderkant van het net aangeraakt worden, als dit de andere ploeg niet hindert in zijn acties of de speler er geen duidelijk voordeel uithaalt. Maar de bovenkant van het net aanraken bij bijvoorbeeld: het uitvoeren van een blokactie is altijd fout. De spelers mogen ook de paal, koorden of gelijk welk voorwerp aan de buitenkant van de antenne aanraken, wanneer dit het spel niet hindert. 13

14 Welke fouten kan een speler aan het net maken: Een foutieve overschrijding van het net Een speler gaat onder het net door en hindert hiermee het spel van de tegenstander <--Correcte overschrijding Foutieve--> overschrijding Figure 9: Correcte netoverschrijding Figure 10:Foutieve netoverschrijding Een aantal voorbeelden in verband met het hinderen van het spel: Steunen op het net gelijktijdig met het spelen van de bal. Een voordeel creëren ten opzichte van de tegenstander. De tegenstander proberen te hinderen een bepaalde actie uit te voeren. 2.4 De spelregels in functie van technieken De opslag De opslag is de handeling waarbij de bal door de rechterachterspeler(positie1) in het spel wordt gebracht. Voor de wedstrijd gebeurt er een toss. De toss wijst aan welke ploeg er mag beginnen met de opslag en welke ploeg moet ontvangen. De volgende sets worden begonnen met de opslag door de ploeg die de vorige set niet heeft opgeslagen. Figure 12:De toss Figure 11: Opslag Als de opslaggevende ploeg de rally/spelfase wint slaat de speler die de vorige opslag gaf opnieuw op. Als de ontvangende ploeg de rally/spelfase wint draait deze ploeg een rotatie door en wordt de opslag gegeven door de rechtse voorspeler(positie 2) die dan naar rechtsachter roteert. De toelating tot opslag wordt gegeven door de scheidsrechter nadat deze nagekeken heeft of de beide ploegen klaar zijn om te spelen en de opslaggever in het bezit is van de bal. Figure 13: De opslag De bal zal geslagen worden met één hand nadat hij omhooggeworpen of losgelaten werd uit de hand(en). Nadat de bal is opgeworpen of losgelaten mag hij niet opnieuw worden gevangen.de bal moet geslagen worden binnen de acht seconden na het fluitsignaal van de scheidsrechter. Een opslag die gebeurt voor het fluitsignaal van de scheidsrechter moet afgevangen en hernomen worden. 14

15 Bij de opslag of de afstoot mag de opslaggever noch het speelveld, achterlijn inbegrepen, noch de vloer buiten de opslagzone raken. Na de opslag mag hij wel buiten de opslagzone of buiten het speelveld neerkomen De aanvalsactie Elke actie die de bal bij de tegenstander doet terechtkomen, buiten de opslag en het blok, wordt als een aanvalsactie gezien. Tijdens deze actie is een plaatsbal toegestaan, maar enkel en alleen als het een zuiver contact is en de bal dus niet begeleid of gedragen wordt. Een voorspeler mag deze aanvalsactie op gelijk welke hoogte afronden, zolang het contact maar binnen zijn eigen spelruimte plaats heeft. Beperkingen van de aanvalsactie De achterspeler mag enkel gesprongen aanvallen als zijn voeten de aanvalslijn/driemeterlijn niet aanraken of overschrijden, maar na zijn aanval mag hij in de voorzone landen. Er is één uitzondering op deze regel, als een achterspeler in de voorzone staat en op het ogenblik van het contact een gedeelte van de bal zich onder de bovenste rand van het net bevindt is dit niet foutief en mag er dus worden doorgespeeld. Figure 14: De drie-meter aanval Een aantal mogelijke fouten bij de aanvalsactie: Een speler speelt de bal wanneer de bal al op de andere helft van het veld is De bal wordt buitengeslagen Een achterspeler of libero rondt een aanvalsactie af in de voorzone terwijl de bal volledig boven het net is. Een speler valt aan op een bovenhands gespeelde bal van de libero, die zich in de voorzone bevond. Er wordt een aanvalsactie gespeeld op een opslag. Een libero mag nooit een gesprongen aanvalsactie uitvoeren als hij boven de netrand uitkomt, zelfs niet van in de achterzone Het blok Blokkeren is een actie van voorspelers om de bal die aangevallen wordt door de tegenstanders te blokkeren door hoger te reiken dan de netrand. Een blokpoging is een actie om te blokkeren, zonder de bal aan te raken. Van zodra de bal is aangeraakt door de blokkeerder wordt dit een effectief blok genoemd. Een blok van twee of drie spelers wordt een collectief blok genoemd. Figure 15: De blokactie Tijdens het blokkeren mag een speler zijn handen en arm over het net heen reiken, op voorwaarde dat dit het spel van de tegenstander niet hindert. De bal mag pas geraakt worden op het ogenblik dat de tegenstander zijn aanvalsactie heeft uitgevoerd. 15

16 Het contact van de bal bij een blok wordt niet gerekend als één van de drie toegelaten aanrakingen, dus na een blok kan er nog rustig worden opgebouwd in drie contacten. Iedereen van de ploeg mag het contact na het blok spelen, zelfs de speler die het blok heeft uitgevoerd. Een aantal mogelijke fouten bij een blokactie: De blokkeerder raakt de bal in de ruimte van de tegenstander, voor of gelijktijdig met de aanvalsactie van de tegenstander. Een achterspeler of een libero blokt een bal af of neemt deel aan een effectief blok. Het blokkeren van een opslag. De bal gaat buiten na het blok. Het blokkeren van een bal in de ruimte van de tegenstander van buiten de antennes. Een libero die een blokpoging doet is altijd fout Receptie De receptie is het opvangen van een opslag van de tegenstander. Je kan een receptie onderhands of bovenhands aannemen. De libero is een speler die gespecialiseerd is in het nemen van recepties en het verdedigen van ballen. Deze speler komt altijd in het veld voor een speler van het achterveld. Een aantal mogelijke fouten bij het nemen van de receptie: Het dragen van de bal bij het nemen van de receptie, dit betekent dat je de bal te lang vasthoudt. Een receptie die geraakt wordt en via de receptiespeler buiten gaat. Fouten in de basisopstelling van je ploeg, ook wel opstellingsfout genoemd. Dit zal ik in 3.11 verder toelichten Verdediging De verdediging is het opvangen van een overgespeelde bal van de tegenstander, vaak een aanval. Ook hier kan de bal onderhands of bovenhands aangenomen worden. Een aantal mogelijke fouten bij het nemen het verdedigen van een bal: Een bovenhandse verdediging kan te lang vastgehouden worden en dan wordt er dubbel contact gefloten. Een verdediging die geraakt wordt en via de speler buiten gaat is uiteraard ook een veelgemaakte fout. 16

17 2.4.6 Pas De pas is het tweede contact, deze wordt meestal bovenhands gespeeld door de passeur. Op een goeie pas kan er worden aangevallen door de aangespeelde hoekaanvaller. Een vaakgebruikte techniek door passeurs wanneer ze voorspeler zijn is het tweedehands overspelen. De passeur gaat de bal rechtstreeks overspelen wanneer hij de receptie ontvangt. Dit kan uiteraard enkel als het eerste contact of de receptie perfect boven het hoofd van de passeur komt en hoog genoeg. De passeur kan dan gesprongen de bal met één of twee handen overspelen. Een aantal mogelijke fouten bij de passing: Tweedehands overspelen wanneer de passeur achterspeler is, dit is enkel fout als de passeur boven het net uitkomt. Een passeur die niet met de handen boven het net uitkomt wanneer hij uit stand een tweedehandsbal uitvoert is dus niet in fout. De bal dragen en dus te lang vasthouden. De bal nog willen passeren wanneer deze al over het net is. Dit is fout van zodra de hand van de passeur het net overschrijdt. 2.5 De opstelling Hiernaast zie je de opstelling op een volleybalveld, zoals je kan zien hebben alle posities op een volleybalveld een nummer. Nummers 1, 6 en 5 zijn de achterspelers. Nummers 2, 3 en 4 zijn de voorspelers Bij het volleybal wordt er geroteerd. De spelers schuiven door volgens de nummers op het veld. Er wordt geroteerd als de receptionerende ploeg erin slaagt een punt te scoren en dus de opslaggevende ploeg wordt. Dan wordt er in wijzerzin doorgeschoven. De speler op 1 wordt dan de speler op 6, de speler op 6 de speler op 5 enzovoort. Figure 16: De opstelling 17

18 2.6 Opstellingsfouten Een ploeg begaat een opstellingsfout als één van de spelers niet de juiste opstelling inneemt op het moment dat de opslaggever de bal slaat. Er zijn een aantal regels omtrent de opstelling die gevolgd moeten worden om opstellingsfouten te vermijden. (Spelers in dezelfde rij) R=rechterspeler; L=linkerspeler; M=middenspeler Figure 17: Opstellingsfouten Bij spelers in dezelfde rij is het belangrijk dat: De linkerspeler altijd tenminste één voet meer naar links heeft dan zijn middenspeler. De rechterspeler altijd tenminste één voet meer naar rechts staat dan zijn middenspeler. Figure 18: Opstelling tussen een voorspeler en zijn achterspeler Bij de relatie tussen voorspeler en achterspeler is het belangrijk dat: De voorspeler steeds minstens één voet voor zijn respectievelijke achterspeler staat. De achterspeler tot het moment van opslag met minstens één voet achter zijn respectievelijke voorspeler staat. 18

19 2.7 Het spelverloop Een seniorenwedstrijd wordt gespeeld naar drie winnende sets, bij de jeugd speelt men standaard naar vijf sets. In geval van een twee twee gelijke setstand in een seniorenwedstrijd of bekerwedstrijd van de jeugd wordt er een beslissende vijfde set gespeeld de tie-break. Deze vijfde en beslissende set gaat tot vijftien punten met een minimum verschil van 2 punten. De ploeg die het eerst 25 punten haalt wint de set, in geval Figure 19: Scorebord van gelijke puntenstand gaat het spel verder tot het verschil van twee punten bereikt is. Dit kan lang doorgaan want er staat geen limiet op de scores Time-out De time-out is een spelonderbreking die aan te vragen is door de coach van een team. Deze wordt meestal aangevraagd om het spel van de tegenstander te breken of om het eigen team feedback te geven over een bepaalde spelsituatie. Hij kan ook gebruikt worden om de tactiek bij te sturen. Een gewone time-out duurt dertig seconden en elke coach mag er twee per set aanvragen. Bij de time-out verlaten de veldspelers het veld en nemen ze allemaal plaats bij de reservebank om te luisteren naar de coach. In de seniorencompetitie wordt tijdens set één tot vier gebruik gemaakt van de technische time-outs, deze worden automatisch opgelegd wanneer de leidende ploeg het 8 ste en het 16 de punt behaalt. Deze time-outs duren 60 seconden. In de beslissende vijfde set worden geen technische time-outs opgelegd, maar er mogen wel nog steeds 2 time-outs aangevraagd worden door beide teams. Tijdens de beslissende vijfde set wordt er ook van speelhelft gewisseld op het moment dat de leidende ploeg het 8 ste punt scoort. Na het wisselen van helft wordt het spel meteen verdergezet, dus er wordt niet verzameld rond de reservebank Het wisselen van spelers Een spelerswissel is een actie waarbij een speler, niet de libero of de speler die de libero vervangt, na ingeschreven te zijn door de markeerder in het spel komt. Hij komt in de plaats van een andere speler die op hetzelfde moment het veld moet verlaten. Om een wissel uit te voeren is toestemming van de scheidsrechter nodig. Per set mogen er zes spelerswissels uitgevoerd worden per ploeg, er kunnen één of meerdere spelers tegelijkertijd gewisseld worden. De coach moet bij de aanvraag van een wissel het aantal wissels aangeven. Figure 20: De spelerswissel 19

20 Een speler van de beginopstelling mag het spel slechts eenmaal verlaten en per set terug aantreden op zijn oorspronkelijke plaats van de beginopstelling. Een wisselspeler kan ook maar eenmaal per set in het spel komen en kan alleen maar gewisseld worden voor de speler die hij verving. Het inkomen van de libero is een uitzondering op de wisselregel. De libero kan gewisseld worden voor een andere speler die opgesteld staat in het achterveld. Meestal wordt de libero gewisseld voor de middenman die na zijn opslagreeks mee in receptie staat op positie één. Dit gebeurt onder de vorm van een vrije wissel. De libero komt aan de zijlijn staan en kruist hier de middenman, de libero staat dan op het veld en de middenman neemt plaats op de reservebank. Als de libero geroteerd is en terecht komt in de voorzone heeft de wissel weer plaats maar dan omgekeerd, de libero neemt plaats op de reservebank en de middenman komt terug op het veld. Sinds 2010 mag men ook met 2 libero s spelen, dit mag enkel en alleen als je ploeg bestaat uit 12 spelers. Er mag dus ook nog steeds met 1 libero gespeeld worden als een ploeg dit wenst. Als men met 2 libero s speelt is er geen sprake meer van een reserve-libero maar van de 1 ste en 2 de libero. Als de coach besluit om met twee libero s te spelen moet dit voor aanvang van de wedstrijd genoteerd worden op het wedstrijdblad. Een aantal topploegen gebruiken het systeem van de twee libero s om één libero in te schakelen die gespecialiseerd is in receptie en één libero die sterk is in de verdediging. Maar de twee libero s mogen nooit tegelijk op het veld staan Figure 21: Middenman-libero wissel 20

21 2.8 Bestraffingen Spelvertraging Een spelvertraging is elke onregelmatige actie van een ploeg die de hervatting van het spel vertraagt. Enkele voorbeelden: Het vertragen van een spelerswissel, bvb: een wisselspeler die te traag naar de wisselzone komt. Er overdreven en opvallend lang over doen om een weggerolde bal te halen. Het zogezegd opvegen van zweet nadat een bezwete speler een bal heeft uitgedoken, kan gezien worden als spelvertraging wanneer dit te lang duurt Verwittiging Voor dat een speler een kaart krijgt zal hij altijd eerst een verwittiging krijgen. Hij wordt dan bij de scheidsrechter geroepen en deze vraagt hem om het wat rustiger aan te doen Gele kaart Een gele kaart kan gegeven worden aan een speler of coach die licht wangedrag vertoont, dit kan gaan van schelden tot een bal wegstampen. De andere ploeg krijgt dan automatisch een extra punt en de opslag Rode kaart Een rode kaart wordt gegeven aan een speler of coach die herhaaldelijk wangedrag vertoont.de bestrafte speler moet voor de rest van de set plaatsnemen op de strafstoel en mag niet meer deelnemen aan het spel. Figure 22: De gele kaart Een coach die bestraft wordt moet ook plaatsnemen op de strafstoel en mag geen instructies meer geven aan zijn spelers voor het verdere verloop van de set. Figure 23: De rode kaart Uitsluiting Bij een uitsluiting wordt door de scheidsrechter een rode en gele kaart getoond. Een uitsluiting is meestal het gevolg van een fysieke aanval of gemeende bedreigende agressie. De bestrafte speler moet de competitieruimte verlaten voor de rest van de wedstrijd. Besluit: Ik hoop dat ik met deze reglementering een duidelijk beeld van het volleybal heb kunnen scheppen voor jullie. Ik hoop dat deze samenvatting later nog iets kan bijbrengen aan leerkrachten/medeleerlingen. Figure 24: De uitsluiting 21

22 3. De scheidsrechters Inleiding: In dit hoofdstuk ga ik het hebben over het scheidsrechterskorps. Ik ga jullie uitleggen wie er allemaal betrokken is bij het in goede banen lijnen van een wedstrijd. En wat er wel niet allemaal bij te kijken kom. Ik hoop dat ik jullie iets kan bijbrengen. 3.1 Samenstelling Bij officiële wedstrijden bestaat het scheidsrechterskorps uit de volgende personen: De eerste scheidsrechter De tweede scheidsrechter De markeerder De 2 of 4 lijnrechters 3.2 De eerste scheidsrechter De eerste scheidsrechter fluit meestal rechtstaand op zijn scheidsrechtersplatform dat geplaatst is aan één van de zijkanten van het net. Zijn gezichtsveld moet zich ongeveer 50 cm boven het net bevinden zodat hij alles goed kan zien Bevoegdheden De eerste scheidsrechter is gedurende heel de wedstrijd de leider van de wedstrijd en doet dit van begin tot eind. Hij heeft het gezag over alle leden van zijn scheidsrechterskorps en over alle ploegleden inclusief coach. Figure 25: De eerste scheidsrechter De tijdens de wedstrijd door hem genomen beslissingen kunnen niet teruggedraaid worden. Hij kan zelfs beslissingen van de andere leden van zijn korps negeren of overrulen indien hij oordeelt dat ze zich vergissen. Dit kan zelfs zo ver gaan dat hij een lid van zijn korps kan laten vervangen als deze zijn functie niet goed uitvoert. De kapitein van elk team heeft het recht om uitleg te vragen bij een actie die door de scheidsrechter werd stopgezet. De scheidsrechter geeft dan zijn interpretatie van de actie en legt uit waarop zijn beslissing is gebaseerd. Indien de kapitein van het bewuste team niet akkoord is met de beslissing van de scheidsrechter en ervoor kiest om deze beslissing aan te vechten moet hij onmiddellijk zijn voorbehoud kenbaar maken, dit voorbehoud wordt dan aan het einde van wedstrijd genoteerd. Er wordt later op teruggekomen samen met de volleybalbond. Er wordt dan aan de groene tafel gezeten, het gebeuren wordt overlopen en er wordt een beslissing genomen. Men kan beslissen om een symbolische boete van 1 te 22

23 geven aan diegene in fout en de wedstrijd kan dan herspeeld worden. Het is ook mogelijk dat er een echte boete gegeven wordt Verantwoordelijkheden De eerste scheidsrechter heeft heel wat verantwoordelijkheden, zowel voor als na de wedstrijd. Voor de wedstrijd moet hij de omstandigheden, speelruimte, de ballen en de uitrustingen controleren. Hij moet aangeven of deze allemaal geschikt zijn om te spelen. Voor de wedstrijd leidt hij de opwarming en de toss, hij bepaalt wanneer er tijdens de opwarming mag ingeslagen worden en wanneer er mag opgeslagen worden. Tijdens de wedstrijd kan hij verwittigingen geven aan de ploegen en slecht gedrag en het vertragen van het spel bestraffen. Hij is uiteraard ook verantwoordelijk voor het fluiten van de wedstrijd en beslissingen te nemen omtrent fouten bij opslag en andere gemaakte fouten. Na de wedstrijd kijkt hij het wedstrijdblad na en ondertekent hij dit. 3.3 De tweede scheidsrechter De tweede scheidsrechter neemt altijd rechtstaande buiten het speelveld plaats, aan de tegenovergestelde zijde van de eerste scheidsrechter en in de buurt van de markeerder Bevoegdheden De tweede scheidsrechter is de assistent van de eerste scheidsrechter en staat dus onder diens gezag. Uiteraard heeft hij ook zijn eigen bevoegdheden. De tweede scheidsrechter mag zonder te fluiten bij de eerste scheidsrechter zijn eigen bevoegdheden signaleren, maar hij mag niet aandringen of het gezag van de eerste scheidsrechter ondermijnen. Figure 26: De tweede scheidsrechter Hij moet de eerste scheidsrechter vervangen wanneer deze zijn taak niet meer kan uitvoeren. Hij controleert de ploegleden op de reservebank, in de opwarmingsruimte en in de strafruimte. Hij brengt bij de eerste scheidsrechter verslag uit in geval van slecht gedrag. Onderbrekingen moeten aangevraagd worden bij de tweede scheidsrechter, hij is bevoegd om deze toe te laten en controleert de duur ervan. Hij controleert ook het aantal onderbrekingen en meldt aan de eerste scheidsrechter en de coach de tweede time-out en 5 de en 6 de spelerswissel. De tweede scheidsrechter staat ook in voor de controle van de toestand van de vloer en de ballen tijdens de wedstrijd. Bij problemen mag hij dit melden aan de eerste scheidsrechter en wordt er naar een oplossing gezocht. 23

24 3.3.2 Verantwoordelijkheden Bij het begin van elke set,bij de wissel van kant controleert hij of de opstelling op het veld overeenkomt met die op het opstellingsbriefje. Zoals al eerder vermeld is hij de assistent van de eerste scheidsrechter en helpt hij de eerste scheidsrechter met het nemen van zijn beslissingen, hij kan ze bevestigen maar ook tegenspreken zonder aan te dringen. Hij beslist, fluit en signaleert een aantal dingen die de eerste scheidsrechter vaak niet of moeilijker kan zien. Zoals een voetfout onder het net, opstellingsfouten van de ploeg die de opslag ontvangt. Hij oordeelt ook of de bal binnen of buiten is langs de zijlijn. Aan het einde van de wedstrijd ondertekent ook hij het wedstrijdblad. 3.4 De markeerder De markeerder zit aan de markeerderstafel aan de tegenovergestelde zijde van de eerste scheidsrechter, met zijn gezicht naar de eerste scheidsrechter Verantwoordelijkheden Hij is verantwoordelijk voor het wedstrijdblad. Hij vult dit in overeenkomstig de regels en in samenwerking met de tweede scheidsrechter. Hij noteert enkele dingen voor de wedstrijd en voor het begin van de set : De gegevens van de wedstrijd en van de ploegen, de namen en de nummers van alle spelers inclusief coach. Als alles is ingevuld laat hij de kapiteins en de coaches ondertekenen. De beginopstelling bij aanvang van elke set aan de hand van het opstellingsbriefje. Tijdens de wedstrijd : Noteert hij de gemaakte punten. Noteert hij de opslagvolgorde. Noteert hij de spelerswissels en bevestigt hij deze wanneer ze genoteerd zijn Noteert hij de time-outs. Signaleert hij bij de scheidsrechter het einde van de set en hij meldt het achtste punt in de beslissende set. Hij noteert ook alle andere gegevens zoals uitzonderlijke spelerswissels, verlengde onderbrekingen, hersteltijd na kwetsuur. Na de wedstrijd : Schrijft hij het eindresultaat in. Laat hij de ploegkapiteins en de scheidsrechters tekenen nadat het blad volledig is ingevuld. 24

25 3.5 De hulpmarkeerder De hulpmarkeerder zit aan de markeerderstafel naast de markeerder. Een hulpmarkeerder is niet verplicht en wordt dus ook niet vaak gebruikt Verantwoordelijkheden Hij helpt de markeerder met het invullen van het wedstrijdblad. Hij moet de markeerder vervangen als deze zijn werk niet kan verderzetten. De hulpmarkeerder houdt zich vooral bezig met de vervangingen van de libero, een eventueel reserve wedstrijdblad, nakijken of de scoreborden overeenstemmen met het wedstrijdblad. 3.6 De lijnrechters Lijnrechters worden enkel gebruikt in de hoogste reeksen. In provinciale reeksen zal je er geen tegenkomen. Als er maar twee lijnrechters zijn, stellen ze zich diagonaal op, in de tegenovergestelde hoeken van het speelveld. Ze controleren allebei zowel de achterlijn als de zijlijn aan hun kant. Bij FIVB- en Officiële competities wordt er met vier lijnrechters gewerkt. Ze staan elk op hun hoek van het speelveld en zijn elk verantwoordelijk voor de achterlijn en de zijlijn aan hun kant Verantwoordelijkheden De lijnrechters maken gebruik van vlaggetjes. Waarmee ze onder andere binnen of buiten signaleren telkens de bal bij hun lijnen de vloer raakt. 25

26 3.7 De officiële tekens van de scheidsrechters De scheidsrechter werken met een heel aantal officiële tekens, hiermee moeten ze de reden van hun fluiten aantonen. Rond deze tekens zijn heel strikte regels. Zo moet bijvoorbeeld een teken aangegeven met één hand een bepaalde tijd aangehouden worden en die hand moet overeenkomen met de zijde van de ploeg die de fout beging of het verzoek indiende Toelating geven tot opslag Figure 27: Toelating geven tot opslag De hand wordt bewogen in de richting waar de opslag in moet gegeven worden. De eerste foto die je ziet geeft aan welke ploeg aan de opslag is Wisselen van kant Hiermee wordt het wisselen van kant aangegeven aan het. Figure 28: Wisselen van kant De time-out Dit scheidsrechtersteken wordt gebruikt om een time-out aan te geven. De eerste foto toont de time-out. De tweede foto de aanvragende ploeg. Het teken van op de tweede foto wordt als tweede teken gebruikt bij vrijwel elk gegeven teken. Het toont de ploeg die de fout beging of het verzoek indiende. Figure 29: De time-out 26

27 3.7.4 De vervanging Als een ploeg een vervanging aanvraagt wordt dit teken gebruikt door de scheidsrechter. De ene voorarm wordt rond de andere gedraaid. Figure 30: De vervanging Bestraffing voor wangedrag De gele kaart wordt gegeven als bestraffing voor wangedrag. Dit is de minst erge bestraffing en resulteert in een punt voor de tegenstander en de opslag voor de tegenstander. Figure 31: De gele kaart Uitwijzing In geval van uitwijzing wordt de rode kaart gegeven. Als dit gebeurt mag de betrokken speler voor de rest van de set niet meer spelen en moet hij plaatsnemen in de strafruimte. Als een coach een uitwijzing krijgt moet hij plaatsnemen in de strafruimte en mag hij geen richtlijnen meer geven aan zijn spelers. Dit ook tot het einde van de set. Figure 32: Rode kaart 27

28 3.7.7 Uitsluiting Als de scheidsrechter deze twee kaarten tegelijkertijd trekt moet de betrokken speler/coach de zaal verlaten voor de rest van de wedstrijd. Dit is bijvoorbeeld meestal te wijten aan fysieke agressie of andere bedreigende agressie. Figure 33: De uitsluiting Bal binnen Als de bal binnen de lijnen op de grond valt gaat de scheidsrechter met zijn arm en vingers naar de vloer wijzen. Figure 34: Bal binnen Bal buiten Als de bal buiten de lijnen de vloer raakt gaat de scheidsrechter dit teken gebruiken om dit aan te geven. Figure 35: Bal buiten 28

29 Dubbel contact Dit wordt gefloten als een speler de bal twee maal na elkaar raakt, of als hij de bal te lang draagt. Er wordt niet gefloten als de speler de bal eerst in blok raakt en hem dan recupereert. Dit is toegelaten. Figure 36: Dubbel contact Vier balcontacten Binnen één spelsituatie wordt er door één team vier maal de bal aangeraakt, bloksituatie niet meegerekend. Figure 37: Vier contacten Net geraakt door een speler De zogenaamde netfout of een voet onder het net. Een speler raakt het net foutief of zet een gehele voet onder het net zonder dat deze nog een stuk contact heeft met de eigen speelhelft. Figure 38: Net geraakt door speler 29

30 Bal aangeraakt In de volksmond wordt er ook wel eens van de touché gesproken. De scheidsrechter zal dit teken gebruiken als de bal via een aanraking van een tegenstander de vloer raakt of buiten gaat. Bijvoorbeeld een aangevallen bal die via het blok de grond raakt. Figure 39: Bal aangeraakt Einde wedstrijd Met dit teken wordt de wedstrijd beëindigd en hierbij ook dit hoofdstuk. Figure 40: Einde wedstrijd Besluit In dit hoofdstuk heb ik alles besproken inzake scheidsrechters. Ik hoop dat jullie er iets aan gehad hebben. Ik heb hulp gekregen voor dit hoofdstuk van Pol Derkinderen. Pol is een zeer goede en bekende scheidsrechter van België. 30

31 4. Accommodatie en omgevingsfactoren Inleiding In dit hoofdstuk bespreek ik de accommodaties, ruimte, omgeving en omstandigheden (temperatuur, het licht...) van het volleybal bespreken. Er bevindt zich een tekening van de speelruimte achteraan aan dit hoofdstuk. Hierop staan alle zones en lijnen duidelijk aangeduid. 4.1 De zaal De speelruimte Dit omvat het speelveld en de vrije zone. Zij moet rechthoekig en symmetrisch zijn. Het speelveld is een rechthoek van 18 x 9 m, omringd door een vrije zone van minimum drie meter breed aan alle zijden. De vrije speelruimte is de ruimte boven het veld, in de hoogte. Dat betekent dus van de vloer tot aan het plafond, deze moet minimum zeven meter hoog zijn en vrij van alle hindernissen. Dit geldt vanaf eerste provinciale Voor FIVB- en officiële competities moet de vrije zone minimum vijf meter bedragen, vanaf de zijlijnen en minimum 8 meter vanaf de achterlijn. De vrije speelruimte moet minimum 12,5 meter hoog zijn Het speeloppervlak Dit oppervlak moet vlak, horizontaal en eenvormig zijn. De spelers moeten hier veilig op kunnen spelen en mogen zich niet kunnen verwonden aan uitstekende voorwerpen of andere hindernissen. Er mag niet gespeeld worden op vloeren die te ruig of te glad zijn. De vloer die aangeraden wordt voor alle niveaus is het zwevend parket bedekt met synthetische vloer of parket. Er wordt een open ruimte gelaten tussen de parket en het vloeroppervlak. Op dit parket wordt er dan vaak nog een laagje synthetische vloer gelegd worden. Deze vloeren zijn ideaal voor volleybal omdat ze zeer schokabsorberend zijn en een goeie afstoot hebben. Dit spaart de gewrichten van de volleyballer, zoals de zeer gevoelige knieën Lijnen op het speelveld Alle lijnen zijn 5 cm breed. In de lagere competitie moeten ze helder van kleur zijn en verschillend van vloer of andere lijnen. De FIVB- en officiële competities moeten op hun beurt wit gekleurde lijnen hebben en de vrije zones moeten in een andere herkenbare kleur zijn. Dit om mogelijke verwarring en zo onnodig verlies van punten door een inschattingsfout te voorkomen De grenslijnen Het veld wordt begrensd door twee zij- en twee achterlijnen, deze maken deel uit van het speelveld. Anders gezegd, als een bal op de lijn valt wordt deze binnen gegeven door de scheidsrechters. 31

32 Middenlijn De middenlijn verdeelt het speelveld in twee gelijke delen van elk 9x9 m, de volledige breedte van de lijn telt mee voor beide kanten van het net. Dit was origineel niet zo en is na 1982 ingevoerd. Deze middenlijn bevindt zich onder het net tussen de twee zijlijnen Aanvalslijn Langs iedere kant van het net is er een aanvalslijn getrokken op drie meter van het net. Deze duidt de voorzone aan en wordt veelal de driemeterlijn genoemd. De FIVB heeft beslist dat deze aanvalslijn verlengd wordt door vijf korte lijntje van 25 cm lang en 5 cm breed, getrokken op 20 cm van elkaar met een totale lengte van 1,75m Coachlijn Nieuw sinds 2007 is de coach-lijn. Dit is een onderbroken lijn die loopt van aan de aanvalslijn tot het einde van het veld, evenwijdig aan de zijlijn en 1,75 meter er vanaf liggend. Deze bestaat uit korte lijnen van 15 cm lengte die 20 cm uit elkaar liggen. Ze duiden de grens van de coach-ruimte aan. Dit is dus de ruimte waarin de coach zijn ding kan doen en instructies kan geven aan zijn spelers. Het is voor de coach verboden om buiten deze ruimte te komen. Deze regel geldt enkel op FIVB niveau en in de Belgische Liga A. In de lagere reeksen is dit nog niet van toepassing Zones en ruimten De voorzone De voorzone is begrensd door de middenlijn en de aanvalslijn, buiten de zijlijnen loopt de voorzone door tot het einde van de vrije zone. Binnen deze zone staan de voorspelers opgesteld en wordt er door hun aangevallen. Een achterspeler mag hier niet gesprongen aanvallen. De libero mag hier ook geen bovenhandse pas geven De opslagzone Dit is een 9 meter brede zone die zich achter elke achterlijn bevindt en wordt aan de zijkanten begrensd door twee lijntjes van elk 15 cm lengte en getrokken op 20 cm in het verlengde van beide zijlijnen. Deze lijntjes zijn inbegrepen in de opslagzone. De opslagzone loopt door tot het einde van de vrije zone. Er mag dus niet opgeslagen worden van buiten deze negen meter brede zone De wisselzone Hierin worden de wissels van beide ploegen uitgevoerd, ieder aan zijn kant van het net. De wisselzone is begrensd door de verlenging van beide aanvalslijnen tot aan de tafel van de markeerder. Er is een speciale zone voor het vervangen van de libero met een andere speler, vaakst voorkomend is dit de middenman die wisselt met de libero na zijn opslagreeks. Dit is dus de libero vervangingszone, deze is recent ingevoerd en maakt deel uit van de vrije zone aan de zijde van de reservebanken. Deze wordt begrensd door de verlenging van de drie-meter lijn tot aan de achterlijn. 32

33 Opwarmingsruimte Voor FIVB- en officiële competities zijn de opwarmingsruimten van afmetingen ongeveer 3x3m, zij bevinden zich in de hoeken van de speelruimte aan de kant van de reservebanken en buiten de vrije zone. Bij gewone competities wordt hier niet zo nauw naar gekeken en staan de spelers meestal gewoon achter het veld De strafruimte Deze is ongeveer 1 vierkante meter groot, en bevindt zich achter het verlengde van elke achterlijn. Ze wordt begrensd door een 5 cm brede rode lijn. Er bevinden zich twee stoelen in iedere strafruimte. Deze zone wordt gebruikt voor spelers die een kaart krijgen tijdens de wedstrijd en dus geschorst zijn voor de rest van de wedstrijd of de dan bepaalde duur. Op de volgende pagina vind je een tekening waarop al deze lijnen en zones duidelijk aangegeven staan. 33

34 Figure 41: Het speelveld 34

35 4.2 Temperatuur in de zaal Het moet minimum tien graden Celsius zijn in een zaal voor er gespeeld mag worden. Dit geldt voor elke provinciale reeks in België. Voor de FIVB- of officiële competities zijn er op hun beurt dan weer aangepaste regels. Hier mag de maximumtemperatuur niet hoger liggen dan 25 graden Celsius en de minimumtemperatuur niet lager dan 16 graden Celsius. 4.3 Verlichting Voor FIVB- en officiële competities moet de verlichting van de speelruimte 1000 tot 1500 lux bedragen. Vroeger was dit 500 tot 1500 lux. Deze werd verhoogd om de spelkwaliteit te verbeteren. Voor gewone competities wordt er uiteraard niet zo nauw gekeken naar de verlichting en wordt er gewoon gespeeld met de verlichting die de zaal heeft. 4.4 Net en palen Het net Figure 42: Het net Het net is 1 m hoog en 9 meter 50 lang, het is verticaal aangespannen boven de middenlijn en deelt het veld in twee gelijke helften. Het bestaat uit mazen van 10 cm groot en deze zijn bovenaan vastgenaaid aan de witte netband of netrand. Boven de snijding van de zijlijn en de middenlijn loopt er een witte band van 5 cm breed en één meter lang. Hierin worden de antennes bevestigd. Deze antennes zijn twee buigzame stokken in glasvezel of gelijkaardig materiaal van 1,80m lengte en 10 mm diameter, veelal geschilderd in wit en rood, in afwisselende banden van 10 cm. Ze worden aan de buitenkant van de eerder besproken zijband bevestigd en steken 80 cm boven het net uit. De twee antennes behoren tot het net en lopen oneindig naar boven door, ze vormen dus een denkbeeldige afbakening van het speelveld. De hoogte van het net verschilt bij mannen en vrouwen. Het net van de mannen hangt op 2 m43 en het net van de vrouwen hangt op 2m24. Bij de jeugd hangt het net lager. Het begint op 2m05 en stijgt per jeugdklasse geleidelijk naar de hoogte bij de senioren. 35

36 4.4.2 De palen De palen waaraan het net bevestigd is zijn bij voorkeur rond en met een hoogte van 2m55 boven de vloer. De effectieve paal is uiteraard langer, hij zit nog immers een 40-tal centimeter in de vloer. Het net wordt aan elke paal bevestigd op twee plaatsen. Hierna kan het nog aangespannen worden om het op de juiste hoogte te krijgen. Rond de palen wordt een rubberen bescherming of een ander beschermend materiaal bevestigd vanaf het speeloppervlak tot vlak onder de bovenste netrand, dit om blessures te vermijden Het scheidsrechtersplatform en de markeerderstafel De eerste scheidsrechter fluit de wedstrijd rechtstaand vanop zijn scheidsrechtersplatform of in de volksmond de scheidsrechtersstoel. Deze wordt geplaatst aan één van de uiteinden van het net. Het gezichtsveld van de scheidsrechter moet zich ongeveer 50 cm boven het net bevinden. De scheidsrechtersstoel mag niet aan de palen bevestigd zijn. Figure 43: De scheidsrechtersstoel De markeerderstafel staat recht tegenover de scheidsrechtersstoel aan de andere kant van het net, hieraan zit de markeerder met zijn gezicht naar de eerste scheidsrechter. De markeerder heeft verschillende taken: De scheidsrechters attent maken op onregelmatigheden, de scores bijhouden op het wedstrijdblad, de opslagvolgorde in het oog houden en melden aan de tweede scheidsrechter als er fouten tegen gemaakt worden, spelerswissels noteren op het wedstrijdblad. 4.5 Ballen De volleybal is uiteraard rond, met een buitenbal gemaakt van soepel of synthetisch leer. De binnenbal op zijn beurt is gemaakt van rubber of een vergelijkbaar materiaal. De ballen die gebruikt worden in officiële competities moeten goedgekeurd worden door de FIVB (Fédération internationale de volleyball). De kleuren van de bal zijn verplicht egaal en licht, andere kleurencombinaties kunnen gebruikt worden, indien goedgekeurd door de FIVB. De omtrek van de huidige volleybal varieert van 65 tot 67 centimeter, het gewicht schommelt tussen de 260 en 280 gram. Uiteraard is de spanning van de bal, met andere woorden hoe hard de bal is opgepompt, ook belangrijk. De spanning bedraagt tegenwoordig 294,3 tot 318,82 millibar. Vroeger werd de bal een stuk harder gepompt, de spanning is naar beneden gehaald om de spelkwaliteit te verhogen. Een harder opgepompte bal botst immers makkelijker weg bij het nemen van een receptie of een verdediging en zorgt dus voor minder lange rally s en minder spectaculaire verdedigingsacties. 36

37 4.5.1 De nieuwe Mikasa Door de jaren heen is de volleybal en vooral het soort materiaal erg geëvolueerd, neem nu de recentste Mikasa volleybal hieronder afgebeeld. Deze is ontworpen met het idee om langere rally s te creëren en hiermee de sport spectaculairder te maken. Figure 44: De nieuwe Mikasa Deze nieuwe bal heeft acht vlakken, is een stuk zachter en komt dus minder hard aan op de arm bij de receptie en het verdedigen. De zichtbaarheid is ook verhoogd door de nieuwe kleuren. Het geel en blauw valt erg op. Bij het vastnemen van deze nieuwe Mikasa zal je ook merken dat het buitenste materiaal erg aanvoelt als een spons, de buitenzijde bevat een speciaal soort schuimlaag. Dit maakt het uiteraard makkelijker om de ballen te ontvangen in receptie en te verdedigen. Op de bovenstaande foto zie je ook dat de bal een soort van ribbels heeft, dit is de nieuwe anti-slip laag waardoor de bal een stuk bestendiger wordt tegen zweet. Dit maakt het weer een stukje makkelijker voor een bezwete spelverdeler om alsnog een deftige pas te geven. Tegenover vroeger is er veel veranderd aan het volleybalmateriaal, de materialen die gebruikt worden en ook de manier waarop het gemaakt wordt is een heel stuk veranderd. Vroeger werd alles met de hand gemaakt, tegenwoordig gebeuren de meeste dingen machinaal of minstens gedeeltelijk machinaal. Toen werden de ballen van echt leder gemaakt, tegenwoordig is dat allemaal synthetisch leder of andere kunststoffen. De evolutie van de materialen leidt ook tot betere volleybal. De vloeren van kunststof geven meer mee bij het springen en zorgen dus voor meer hoogte bij de sprong, dit zorgt voor meer spektakel. De ballen zijn makkelijker te controleren in receptie en verdediging, dit zorgt op zijn beurt weer voor meer rally s en weer meer spektakel. Hierdoor komen er meer toeschouwers, wordt er meer gekeken naar het volleybal op TV, komt er meer publiciteit en uiteindelijk meer opbrengsten voor het volleybal De nieuwe Gala Figure 45: De nieuwe Gala De nieuwe Gala bal heeft veel overeenkomsten met de nieuwe Mikasa. De Mikasa heeft zoals eerder vermeld acht panelen, de Gala heeft er tien. De anti-slip laag en ribbels ook wel dimpletechnologie genoemd zijn zowel op de Gala als de Mikasa aanwezig. Dus eigenlijk stellen we vast dat het grootste verschil tussen deze twee ballen de kleur is. Persoonlijk speel ik liever met deze Gala, hij is makkelijker te hanteren, je krijgt er makkelijker een top-spin op. Dit zorgt voor meer grip en controle dan bij de Mikasa. 37

38 4.5.3 De jeugd-volleyballen Voor de Préminiemen zijn er speciale ballen voorzien, deze zijn lichter en ook kleiner. Ze worden gebruikt om de kinderen op te leiden. Dit gaat makkelijker met een kleinere bal, de grote ballen zijn immers nog te zwaar om hun techniek te ontwikkelen. Figure 46: De jeugd-volleyballen 4.6 Uitrustingen Spelersuitrusting Figure 47: De spelersuitrusting Het tenue van een volleyballer bestaat uit een korte broek, een truitje, sokken en sportschoenen. Het is de bedoeling dat alle spelers uit eenzelfde team met dezelfde uitrusting spelen, uiteraard met uitzondering van de libero die een andere kleur van truitje draagt om goed herkend te worden. Het schoeisel moet licht plooibaar zijn met rubberen of composiet zolen, ze mogen geen strepen achterlaten op de vloer, zoals vaak het geval is bij zwarte zolen. De nummers op de truitjes zijn sinds dit seizoen gelimiteerd van 1 tot 18, buiten bij officiële- of FIVB competities gaat de nummering van 1 tot 20. De nummers staan tweemaal op de truitjes, meestal in het midden van de rug en in het midden van de borst. Ze moeten goed zichtbaar zijn en contrasteren met de kleur van de truitjes. Bij FIVB- en officiële competities moet er ook een nummer gedrukt worden op de rechterpijn van het wedstrijdbroekje. Dit nummer moet evenals de andere goed zichtbaar zijn en contrasteren met de kleur van het broekje Scheidsrechtersuitrusting De officiële Belgische scheidsrechtersuitrusting bestaat uit een polo met een witte achtergrond en gele of blauwe verticale lijntjes, een marineblauwe pull met lange mouwen en ook een marineblauwe broek. Ook wit schoeisel is een verplicht onderdeel van de scheidsrechtersuitrusting. Op de pull en de polo is het KBVBV-logo te vinden Figure 48: Scheidsrechtersuitrusting 38

39 4,5 m. 3 m. 6 m. 5. Veranderingen reglement Inleiding: in functie van jeugdopleiding De laatste twintig jaar is er een hele hoop veranderd op het vlak van jeugdopleiding. Iedereen is tot het besef gekomen dat hoe vroeger men begint met kinderen op te leiden, hoe meer en hoe gerichter je kan gaan werken met de kinderen. De laatste jaren is het concept bewegingsschool zeer erg in trek. Hier wordt de kinderen de juiste coördinatie en algemene motoriek aangeleerd, ze leren hier tuimelen, kruipen, springen. Ze leren hun eigen lichaam kennen. Heel de jeugdcompetitie is hervormd in functie van de opleiding. Hierbij werden ook de regels veranderd. In dit kader schrijf ik dit hoofdstuk. Ik heb hierbij veel hulp gekregen van Swa Depelchin. Voorzitter van de Vlaamse Jeugdcommissie. Hij heeft me tijdens mijn interview zeer uitgebreid uitgelegd hoe dit allemaal in zijn werk gaat. In dit hoofdstuk heb ik dat proberen samen te vatten. 5.1 Preminiemen(-10 jaar) Het echte volleybal begint eigenlijk pas bij de preminiemen (-10 jaar).hier ervaren de jonge spelertjes hun eerste contacten met het echte volleybal. Binnen deze leeftijdscategorie is de afgelopen jaren veel veranderd. Tot 1990 werd er nog niet zoveel aandacht aan besteed, er werden wel af en toe tornooien georganiseerd maar er was nog geen sprake van een echte aangepaste competitie. Midden jaren 90 was er al wel sprake van een aangepaste E-jeugdcompetitie en werd er gespeeld met drie spelers aan elke kant van het net. Naar het einde van de jaren 90 werd het huidige systeem ingevoerd. Verderop in deze tekst lees je de beschrijving van het huidige systeem en de reden voor deze veranderingen. Er wordt in drie klasses gespeeld, tweede provinciale,eerste provinciale en ereklasse. Zo geven ze elke speler de kans om op zijn eigen niveau te spelen. Ereklasse wordt gezien als de klasse waar de meest ervaren spelertjes spelen. 2de provinciaal: 2.0 Ik ga nu wat dieper in op de structuur en de verschillende onderverdelingen. De preminiemencompetitie is opgesplitst in twee rondes. De eerste ronde loopt van september tot eind november en de tweede ronde wordt gespeeld vanaf januari tot het einde van de competitie, meestal rond eind april. De eerste ronde wordt er enkel met spelsysteem 2B (1 ste provinciale) en spelsysteem 2.0 (2 de provinciale ) gespeeld. Deze twee spelsystemen zal ik later in dit eindwerk toelichten. 4,25 m. fietsband 2,125 m. Vanaf de tweede ronde komt er nog een spelsysteem bij, de zogenaamde preminiemen ereklasse. Dit zijn de beste ploegen van het spelsysteem 2B uit de eerste ronde. Deze komen samen in poules en spelen dan 3- tegen-3. De ploegen die niet stegen naar de ereklasse 39 Figure 49: Veld 2.0

40 krijgen in de tweede ronde opnieuw de kans om zich in te schrijven, ze kunnen daarbij kiezen tussen 1 ste - of 2 de provinciale. De ploegen die naar ereklasse gestegen zijn kunnen meedingen naar de Vlaamse titel. De organisatie van 1 ste en 2 de provinciale verschilt met die van ereklasse. In 1 ste en 2 de provinciale bestaat elke ingeschreven ploeg uit 2 duo s van twee spelers + reservespelers. Ze worden ingedeeld in ploeg A en ploeg B. Voor aanvang van de echte wedstrijd wordt er twee keer 8 minuten een door de trainer bepaalde 1-tegen-1 spelvorm gespeeld. Nadien worden er acht sets gespeeld, er wordt gezorgd dat alle ploegjes meer dan twee sets tegen elkaar hebben gespeeld. Er wordt op veldjes van 4,25 x 12 meter gespeeld, in de tweede provinciale reeks worden er 2 fietsbanden gelegd in de twee hoeken van het veld aan het net. Hier moeten de kinderen met hun voet intikken voor ze het tweede contact aannemen. Het veld wordt ook in de lengte in twee verdeeld, zo krijgt elk kind zijn vaste zone en kan je ze leren communiceren. Ook de opslaglijnen worden gemarkeerd, dit op 4,5 meter en op 3 meter. Het net hangt in alle reeksen op 2m10 voor de jongens en de meisjes. Het reglement is ongeveer hetzelfde als bij het gewone volleybalspel, enkel wordt er hier met twee gespeeld in plaats van met zes. Hieronder volgen nog een aantal specifieke regeltjes B: 1 e provinciale In de eerste provinciale reeks mag van aan de eerder vermelde opslaglijnen enkel onderhands worden geserveerd, bovenhands gebeurt van aan de achterlijn. Wanneer een ploeg aan de opslag drie punten na elkaar gemaakt heeft wordt er doorgedraaid. De andere speler komt aan opslag. In de 2 de provinciale reeks mogen de spelers zowel onderhands of bovenhands opslaan van op één van de drie opslaglijnen (3m50, 4m50 of 6 meter) In receptie staan de twee spelers naast elkaar, ze zijn elk verantwoordelijk voor de helft van het speelveld. Er is hier geen vaste spelverdeler en de speler die het eerste contact niet neemt loopt zo snel mogelijk naar het net, het is de bedoeling dat hij de eerder beschreven fietsband tikt in 2 de provinciale en de voorzone bij 1 ste provinciale. Er wordt aangeraden om het driepassenspel te spelen, maar het is niet verplicht : 2 de Provinciale In de 2 de provinciale reeks wordt het 2.0 niveau gebruikt, dit is een aangepast spelvorm voor de minder ervaren spelers. Bij de receptie wordt de bal gevangen ter hoogte van de navel liefst in receptiehouding (het 1 ste balcontact). Dit is een voorbereiding tot het onderhands spelen. De speler die de receptie doet mag niet lopen met de bal. Hij mag slechts een steunpuntverplaatsing doen(de verplaatsing die ervoor zorgt dat je gericht staat naar je passeur en stabiel op je voeten staat). Er wordt hier wel met het principe van de warme bal gewerkt, dit betekent dat het kind de bal zo snel mogelijk moet werpen naar zijn medespeler. Deze bal moet gegooid worden zodat de tweede speler het 2 de balcontact bovenhands kan 40

41 spelen, De tweede speler is ondertussen al naar zijn fietsband gelopen en heeft er met één voet ingetikt voor hij de bal aanneemt. Hij moet dus niet in de fietsband staan bij het spelen van het 2 de balcontact. Ten slotte speelt de receptiespeler de bal op eender welke manier over, maar uiteraard met een volleybaltechniek (onderhands,bovenhandse toets, aanval). Er wordt hier gewerkt met een na-actie, de 2 spelers wisselen van vak nadat het 3 de balcontact overgespeeld is : Ereklasse In ereklasse wordt er al meer het echte volleybal gespeeld, er worden vijf sets gespeeld volgens de echte regels van het volleybal. Het terrein is 6 x 12 meter groot. Het belangrijkste verschil hier is dat er 3-tegen-3 wordt gespeeld en geen 2-tegen-2 meer. (niet meer vangen ) 5.2 Miniemen (10-12 jaar) Na hun jaren in het preminiemenvolleybal komen ze terecht bij de miniemen (10-12 jaar). Ook hier zijn een aantal dingen veranderd. Tot het seizoen werd hier op een veldje van 6 x 12 meter gespeeld, het veld is ondertussen vergroot en de afmetingen bedragen nu 7 x 14 meter. Vier tegen vier was hier ook al van toepassing maar met twee voorspelers en twee achterspelers, nu wordt er met drie voorspelers en één achterspeler gespeeld. Dit is ook een verandering die sinds tot stand gekomen is. Er werd vroeger op een lager net gespeeld dan vandaag, de nethoogte is 8cm omhoog gebracht en bedraagt nu 2.18m, dit ook sinds Bij de meisjes hangt het net op 2.10m. Deze veranderingen zijn er gekomen onder impuls van de VVB-trainers. De belangrijkste reden is om de kloof tussen miniemen en kadetten te verkleinen Ik zal hieronder een aantal nieuwigheden beschrijven die de veranderingen met zich mee brengen. De receptie opstelling is zeer eenvoudig, de achterspeler stelt zich midden-achter op, terwijl de twee buitenste voorspelers zich terugtrekken om deel te nemen aan de receptie. De spelverdeler staat midden-voor, hij kan zowel voor- als achterwaarts passen geven naar beide hoeken. In de miniemenreeksen wordt er nog niet gespeeld met vaste posities dus iedereen speelt op elke positie. Uiteraard zijn er veel uitbreidingen die gespeeld kunnen worden door meer ervaren spelers. Een aantal voorbeelden zijn: snel spelen op de hoeken, 2 de -tijdspas voor of achter. Zo n dingen kom je uiteraard niet in alle clubs tegen en wordt enkel gedaan bij de betere miniemen. 41

42 Bij de volgende drie reeksen is het reglement analoog aan dat van de senioren. 5.3 Kadetten (12-14 jaar) Bij de kadetten wordt er voor het eerst 6-6 gespeeld. Ze komen op een groot veld terecht, 9mx18m. Dit is hetzelfde veld als dat van de senioren. De nethoogte stijgt alweer zes centimeter tot 2.24 bij de jongens, bij de meisjes blijft de nethoogte op 2.10m. Dit is voor de kinderen de eerste kennismaking met het echte volleybal. Eens ze het systeem begrijpen kunnen ze beginnen met de vaste posities te spelen. Alle vaste posities mogen hier gebruikt worden buiten de libero. 5.4 Scholieren (14-16 jaar) Bij de scholieren wordt er voor het eerst met de libero gespeeld, veelal heeft iedereen op deze leeftijd al een vaste positie. Het veld is even groot als dat van de kadetten maar het net wordt hoger gehangen. Het hangt nu op 2m35 voor de jongens en 2m18 voor de meisjes. 5.5 Junioren(16-18 jaar) Bij de junioren wordt het net op 2m43 gehangen bij de jongens, dit is even hoog als bij de senioren. Bij de meisjes is dit 2m24. Dit zijn de laatste twee jaren van de jeugdopleiding, de jongeren zijn meestal al degelijk opgeleid en hebben allemaal een vaste positie. Het zijn de laatste twee voorbereidingsjaren voor het seniorenvolleybal. 42

43 43

44 Interview Swa Depelchin 1. Wanneer is de e-jeugd competitie van de 3-3 die ik heb meegemaakt veranderd naar de variant die we nu kennen, en waarom? De 3-3 vorm was altijd een heuse opslagoorlog, de ene ploeg kwam aan de opslag maakte een paar punten en dan een fout. Dan kwam de andere ploeg en de opslag en was het net hetzelfde scenario. Dit was geen echte volleybal. Alles is uiteindelijk begonnen bij de spelvormen, de kinderen konden hierbij veel bewegen en hadden veel contacten met de bal. De 2-2 vorm is ontstaan in 2003 in Vlaams-Brabant, Figure 1: Swa Depelchin Emile Rousseaux heeft een grootschalig onderzoek gedaan in verband met balcontacten en spelintensiteit. Het bleek dat je in de 2-2 spelvorm meer balcontacten had en dus konden de kinderen beteren leren. 2. Wat was er voor de 3-3 competitie? Er was eigenlijk niets hiervoor, deze competitie is gestart in de jaren 70 en is lange tijd zo gebleven. Pas in 2003 zijn er drastische veranderingen gekomen zoals je in de vorige vraag kan lezen. Het is jammer dat dit zo lang heeft moeten duren voordat iemand tot inzien kwam dat het zo niet verder kon. Onze jeugd verdiende een betere opleiding. En krijgt die dankzij alle wijzigingen die de laatste jaren ingevoerd zijn. 3. Wat is voor jou het belangrijkste dat er te leren is aan een kind van de preminiemen of de miniemen? Het bewegen staat voor de balcontacten, het is belangrijk dat deze kinderen eerst leren bewegen. Het is immers het grootste fundament van het volleybal. Op deze leeftijd zijn ze immers nog zeer gemotiveerd om te bewegen en snel naar de grond te gaan om een bal te redden. Als er nu op ingespeeld wordt houdt een kind dat vast voor de rest van zijn leven. Dat is een enorm pluspunt. De trainers primeren vaak techniek,tactiek en dan pas de beweging. Dit is niet juist. Wij proberen iedereen er van te overtuigen dat het bewegen in functie staat van tactiek en techniek. Ze moeten weten waarom je de bewuste beweging maakt. 4. Kan u een aantal van de belangrijkste veranderingen van de afgelopen twintig jaar toelichten? Het oprichten van de eerste en tweede provinciale reeks. Deze zijn er gekomen om de betere van de besten te scheiden, de tweede provinciale reeks is meer opleidingsgericht terwijl de eerste provinciale reeks al meer competitief is voor de goeie spelers. 44

45 Het oprichten van een 1 ste - en 2 de ronde, zodat ploegen die in de eerste ronde zich niet op hun plaats voelen in een reeks kunnen veranderen in de tweede ronde. Het jeugdattest, hierdoor kunnen minder begaafde spelers op hun plaats spelen. Bijvoorbeeld een jaartje langer bij de preminiemen blijven als ze nog niet klaar zijn voor het miniemenvolleybal. De spelvormen, zoals besproken in vraag 1. De 2-2 competitie, evenals besproken in vraag Hoe is het gesteld met het volleybal binnen België? Het is eigenlijk goed gesteld met het Belgische volleybal. De kwaliteit van de jeugdopleiding stijgt enorm. Dankzij de 2-2 vorm is er veel meer jeugd beginnen volleyballen en blijven volleyballen. Maar toch is het nog niet zo populair als het zou moeten zijn. Tegenover het voetbal is het volleybal nog steeds een kleine pion. 6. Waarom is het populairder bij meisjes dan bij jongens? Er hangt nog steeds een vrouwelijke cultuur rond volleybal, het is niet echt een jongenssport. Je moet namelijk niet veel bewegen. De heersende sport bij de jongens blijft jammer genoeg het voetbal. Toch zien we het aantal jongens dat volleybal speelt stijgen. De sport wordt populairder door de toenemende media-aandacht. 8. Hebben de Vlaams-Brabantse reglementswijzigingen geleid tot betere volleybal? Ja, Vlaams-Brabant heeft met zijn jeugdopleiding momenteel de beste in België. De andere gewesten en provincies proberen stilaan ook reglementswijzigingen toe te passen omdat ze zien dat het weldegelijk een positief effect heeft. 9. Wat zou jij nog graag zien veranderen? Alles moet uiteindelijk mee evolueren met de opleiding, alles moet niveaugericht worden. Niveaugericht scheidsrechteren etc. Pas als al deze veranderingen er komen zal ik helemaal tevreden zijn over mijn werk. Maar dit vergt allemaal wat tijd. 10. Wat is het grootste verschil tussen het fluiten van een jeugd- en een seniorenwedstrijd? Bij een jeugd wedstrijd moet er gefloten worden op spelniveau, dit wil zeggen dat er minder streng gefloten moet worden dan in een seniorenmatch. Dit omdat de kinderen er dan plezier aan beleven en ook weldegelijk de kans krijgen om volleybal te spelen. Het heeft geen nut om een gedragen toetsbal af te fluiten bij de préminiemen wanneer je ziet dat dit kind de toetstechniek echt nog niet beheerst of niet genoeg kracht heeft om vanuit de polsen te werken. De techniek zal het kind nog wel bijleren. Het is belangrijk dat hij nu veel kan volleyballen. 45

46 46

47 Praktische Proef Bij het organiseren van een sportdag komt een hele boel kijken. Samen met Sven Vandenboer ben ik alle klassenlijsten gaan verzamelen bij de opvoeders. Deze lijsten hadden we nodig om de groepen voor deze sportdag samen te stellen en om leerkrachten te zoeken die de sportdag konden begeleiden. De dag zelf heb ik de begeleid.. Tijdens sommige gevechtssporten heb ik meegedaan maar ik heb het merendeel van de tijd gekeken of alles in goede banen liep. Uiteraard straalde de gevechtssportleerkrachten heel wat gezag uit dus was de groep erg rustig. De dag verliep goed en het ging vlot. De leerlingen hebben zich goed geamuseerd, er kwamen enkel positieve reacties achteraf. Bij het organiseren van een sportdag voor leerlingen is het uiteraard belangrijk dat alles stipt geregeld is. Er moet een degelijk tijdschema worden opgesteld. Als dit niet gebeurt kan alles in het honderd lopen. Er moet ook degelijke communicatie zijn met de lesgevers. Deze mensen moeten weten wat van hun verwacht wordt, waar ze moeten zijn en hoe laat. Ikzelf vond het een aangename ervaring, ik ben nu wat meer bewust van wat er komt kijken bij het organiseren van een sportdag. 47

48 48

49 Vak Opdracht 4: Toegepaste Economie: Marketingmix Lizards Lubbeek-Leuven Opdracht 1 Prijs De Lizards zijn een VZW, een vereniging zonder winstbejag. Het is dus niet onze bedoeling om geld te verdienen, maar wel om jongeren tegen een aanvaardbare prijs een kwaliteitsvolle opleiding te geven binnen het volleybal. Wat zijn onze grote kosten? Voor elk product is er een prijs. Zo is er ook een prijs voor volleybal. De sport wordt aangeboden, maar dit is niet gratis. Om een degelijke jeugdwerking uit te bouwen zijn er immers veel onkosten. Kwaliteitsvolle trainers Zij krijgen een bepaalde vergoeding voor hun trainingen of voor het coachen van matchen. Dit hangt af van de opleiding en het brevet van de trainer en is dus verschillend van trainer tot trainer. Dit is dus een grote uitgave bij de Lizards, aangezien al onze trainers een degelijk trainersdiploma hebben om een zo kwaliteitsvol mogelijke opleiding te kunnen garanderen aan onze jeugdspelers Huurgeld zalen Een groot deel van ons geld gaat naar de huur van de sporthallen. Aangezien we een erg actieve club met veel ploegen zijn kruipt er heel veel geld in onze zaaluren. Zo moet de volleybalclub Lizards soms wel 4 sporthallen afhuren op hetzelfde moment om al onze ploegen de kans te geven om te kunnen trainen op het aantal terreinen dat ze nodig hebben. Kosten aan de bond We moeten ook geld betalen aan de volleybalbond. Dit gaat dan voornamelijk over inschrijvingsgeld: Per speler moet er een bepaalde som betaald worden om een licentie te kunnen verkrijgen. Verzekeringsgeld: Elke speler wordt verzekerd via de volleybalbond, dit kost ook weer geld. Scheidsrechters worden vergoed voor het fluiten van wedstrijden. Aankoop materialen Een sportclub heeft ook materiaal nodig om te kunne sporten. Bij onze club zijn ballen en netten de grootste materiaalkosten. Eén volleybal kan wel 50 euro kosten. We hebben in de club ongeveer 150 ballen in omloop. Als je wat kan rekenen besef je vast wel dat dit een hele hoop geld is. Aankoop spelersuniformen De spelersuniformen kosten veel geld. Voor elke speler en speelster moet er immers een spelersuitrusting bestaande uit een T-shirt en een broekje beschikbaar zijn. 49

50 Hoe wordt dit betaald? Om al onze kosten gedekt te krijgen moet er uiteraard geld binnen komen. Dit geld komt binnen via verschillende kanalen. Lidgeld Dit is het geld dat een speler of speelster moet betalen voor 1 seizoen te kunnen volleyballen en te kunnen meegenieten van alles daar rond. Het lidgeld varieert van club tot club. Bij de Lizards kost het lidgeld standaard 180 euro. Dit varieert uiteraard van niveau tot niveau. De mensen van de VLM die 1 maal per week trainen gaan uiteraard minder lidgeld betalen dan de jeugdspelers die 3 maal per week trainen. Dit is uiteindelijk voor iedereen een zeer degelijke prijs vergeleken met de andere clubs in de regio. Prijs/Kwaliteit is dit zeker een mooie deal. Hierin zit immers niet alleen de mogelijkheid om te kunnen volleyballen. Maar ook om deel te nemen aan leuke activiteiten, een mooie uitrusting en voornamelijk een plezierrijke en leerrijke opleiding. Voor de club dekt het lidgeld 1/3 van de uitgaven die gemaakt worden. Dit betekent dus zoveel als, een speler die 180 euro lidgeld betaalt kost eigenlijk 540 euro aan de club. Sponsoring, activiteiten, subsidies De overige 2/3 wordt gedekt door sponsoring, activiteiten en subsidies. Er worden elk jaar sponsors aangesproken door ons sponsoring team en deze worden een contract aangeboden waarin zij publiciteit krijgen en wij een geldsom of voordelen in natura. Onze club organiseert een heleboel randactiviteiten waarbij de opbrengsten ook weer gebruikt worden om de kosten te dekken. De belangrijkste activiteiten van onze club zijn o.a. Lizards Beach op het Ladeuzeplein en de Kaas en Wijnavond. Ook onze gemeente geeft ons hier een duwtje in de rug. Jaarlijks krijgen we subsidies die samen met de andere kanalen onze kosten zouden moeten dekken. 50

51 Product/Dienst Op vlak van product is er een gevarieerd aanbod. Het is een aanbod voor vele verschillende leeftijden. Zo kunnen de kinderen, van 3 tot 6 jaar, deelnemen aan de bewegingsspeeltuin die doorgaat in de sporthal van Lubbeek en Tienen. De bewegingsspeeltuin is opgedeeld in 3 groepen. De allerjongsten zijn groep 1 en hun motto is samen plezier beleven en samen bewegen. Ze spelen allerlei spellen en leren plezier maken in groep. Hier wordt er nog geen aandacht besteedt aan het concept volleybal. Maar enkel aan het in beweging blijven en samen spelen. De kinderen van de tweede groep zijn al iets ouder. Zij komen ook wekelijks een uurtje samen en de bedoeling is om de bewegingsmogelijkheden van zichzelf te ontdekken. Hier gaan de kinderen leren bewegen. Er gaat geoefend worden op hun lenigheid en coördinatie. De derde groep zijn de oudsten en trainen het na de tweede groep. Zij proberen hun balvaardigheid te oefenen en ze worden voorbereid op de echte volleybalsport. Uiteindelijk wordt er vooral gezorgd dat de kinderen zich amuseren en dat ze zo veel mogelijk bewegen. Zo komt jaarlijks de Sint langs met zijn zwarte pieten en de Paashaas. Ook vieren ze carnaval en kunnen ze deelnemen aan de sportweek. Van de leeftijd 6 tot 7 jaar kunnen de kinderen aan prevolley doen. Dit is een overgangsjaar van de bewegingsspeeltuin naar de echte sport volleybal. Ze leren met de bal omgaan op een leuke, plezierige manier. Je kan het nog niet echt volleyballen noemen. Hier proberen ze te wennen aan de bal en er mee om te gaan. Ze maken hier kennis met volleybal en worden voorbereid op een meer serieuzere binding aan de sport. Zich echt wijden aan de sport volleybal kan vanaf 8-jarige leeftijd. De kinderen komen in een ploeg terecht naargelang hun leeftijd en niveau. Bij de volleybalclub Lizards Lubbeek Leuven wordt er extra veel aandacht aan de jeugd besteed, want de jeugdwerking staat immers centraal. De vereniging heeft als hoofdmissie een kwalitatief hoogstaande volleybalopleiding aanbieden aan de jeugd. Vele gekwalificeerde trainers en coaches ondersteunen deze opleiding voor de jeugd en begeleiden hen doorheen de sport. Er wordt een aantal keer per week getraind en 1 of meerdere matchen worden in het weekend gespeeld. Het aantal keren je traint en het aantal machten dat je speelt hangt af van de keuze van de persoon en uiteraard ook van zijn of haar talent. Er is dus voor ieder wat wils. Uiteraard worden onze kinderen aangemoedigd om zoveel mogelijk te trainen om bij te leren. Lizards behaalt een groot succes op vlak van de jeugdcompetitie. De club haalt jaarlijks de trofee voor beste jeugdopleiding die uitgereikt wordt door de Vlaams-Brabantse Volleybalbond en nu al twee jaar op rij de titel van gouden club uitgereikt door de Vlaamse Volleybalbond. Vorig jaar werd een heel mooi resultaat neergezet door onze jeugd jongensploegen. Onze jongens behaalde 3 Belgische titels en 1 Vice-Belgische titel. Er wordt veel aandacht besteedt aan het doorstromen van de jeugd naar de volwassenen competitie. Er zijn een aantal ploegen waar jonge jeugd de kans krijgt om zich verder te ontwikkelen eenmaal ze niet meer tot de jeugdcompetitie behoren. Bij ons kunnen ze dan nog steeds op eigen niveau doorgroeien aangezien we in elke provinciale reeks een ploeg hebben. Ook hier halen we met deze jeugdteams bijzondere resultaten. De afgelopen jaren heeft onze eerste ploeg 3 maal na elkaar de beker van Brabant gewonnen en is gestegen van 2 de provinciale naar eerste divisie. Er uiteraard niet enkel sprake van topvolleyballers in onze club. Onze club heeft ook een aantal recreatieve volleybalploegen op het volwassenenniveau. In deze ploegen wordt er 1-2 maal getraind en wordt er 1 wedstrijd per weekend gespeeld. Het doelpubliek dat we hiermee willen aantrekken, ligt eerder bij de oudere spelers die bezig te zijn. Vanaf volgens seizoen wordt er een nieuwe ploeg opgericht waarin jongere spelers, voornamelijk jongvolwassenen de kans krijgen om ook op een recreatieve manier bezig te zijn met de sport. 51

52 Tenslotte hebben de Lizards ook een aanbod in de VLM-competitie. Dit is nog een stuk recreatiever als de vorige besproken ploegen. Deze competitie op hoog niveau is geschikt voor spelers en speelsters die niet zo toegewijd zijn aan het competitieve van volleybal. Zij willen vooral plezier maken met deze sport. Meestal trainen zij dan ook maar 1 keer per week of spelen ze tegen andere recreatieploegen in de week. Ook zij het meestal oudere mensen, omdat dezen niet meer zo geëngageerd zijn in volleybal of geen tijd hiervoor hebben door gezin, werk, of misschien op fysiek vlak niet meer volledig kunnen meedraaien. Voor deze competitie is ervaring in het volleybal niet noodzakelijk. Oudere personen die nog niet in aanraking zijn gekomen met volleybal, maar die het toch graag zouden willen proberen, zijn ook geschikt voor de recreatievolley. Het gaat hier immers om plezier maken. Beachvolleybal speelt men op zand, meestal buiten en is heel verschillend van zaalvolleybal. De weersomstandigheden spelen een belangrijke rol en spelen op zand is anders dan spelen op vaste grond zoals in de sporthal. Ook zijn het lichtere ballen en een kleiner veld dus moet je extra veel techniek gebruiken bij deze sportactiviteit. Het is heel leuk en heeft ook veel succes op vlak van competitie. Binnen onze beachvolleybalclub loopt het zoals in de zaal. Je kan je inschrijven voor een bepaald niveau en je kan zo trainingen volgen. Deze trainingen kunnen eerder creatief zijn voor diegene die niet zo veel ambitie hebben in het beachvolleybal, maar ze kunnen evengoed heel technisch gericht zijn en professioneler. In de zomer zijn er zelfs verschillende tornooien waaraan spelers of speelsters kunnen deelnemen en zelfs prijzen kunnen winnen. De jeugd wordt ook met deze buitenactiviteit in contact gebracht. Zo wordt er in de grote vakantie een beachkamp georganiseerd voor 14- tot en met 18-jarigen. Het kamp wordt begeleid door twee grote beachvolleybalsterren, Maarten en Dennis Deroey. De broers hebben al verschillende grote prijzen behaalt, zoals bijvoorbeeld de tweede plaats in het Belgische beachkampioenschap te Knokke. Op deze manier wordt niet alleen plezier gegarandeerd, maar ook kwaliteit. Plaats We richten ons vooral op de regio Groot-Leuven. We hebben sporthallen ter beschikking doorheen onze regio. Onze sporthallen De sporthal van Lubbeek Hier traint zo goed als alle jeugd en speelt al zijn thuismatchen daar. Het is een grote sporthal met drie velden, dus er zijn vele mogelijkheden. De sporthal van Korbeek-Lo Deze sporthal is vooral bedoeld voor de Dames en de Herenploegen. Zij spelen er hun thuismatchen en trainen hier ook meestal. Wel is er maar 1 veld beschikbaar, wat weinig is. De sporthal van Linden Veel van onze jeugd traint hier. Sporthal met drie velden. De sporthal van Sint-Pieters College Leuven De sporthal van Heverlee (KHL) De sporthal van Pellenberg 52

53 De beachvolleybal wordt voornamelijk gespeeld op de speciaal aangelegde beachvelden achter de sporthal in Lubbeek. Dit is een grote zandbak met de mogelijkheid om zes volwaardige beachvelden op te stellen. Deze zandbak is aangelegd voor onze club door de gemeente Lubbeek om onze beachvolleybalclub te steunen en een kans te geven om te groeien. Promotie Om zoveel mogelijk spelers binnen te krijgen en daarmee van de sportorganisatie een succes te maken, moet er aan promotie gedaan worden. Binnen de Lizards wordt er aan verscheidene vormen van promotie gedaan Nieuwe leden bereiken Instuif Er wordt eenmaal per jaar een instuif georganiseerd. Dit is een sportdag voor kinderen georganiseer door onze club in samenwerking met de scholen en de gemeente. Hier komen de kinderen in contact met volleybal in de hoop het ze interesseert en bij ons komen volleyballen. Folders Er worden folders gemaakt als promotie en deze worden verdeeld in scholen, sporthallen, gemeentehuis, De website Onze club heeft ook een mooie website. Op deze website kan je alle informatie vinden over onze club, onze resultaten, wanneer en waar je eens kan komen proberen. Vanuit de bewegingsschool In de bewegingsschool worden de kinderen uiteraard aangemoedigd om na hun bewegingsschool traject bij ons te komen volleyballen. Beach Één maal per jaar organiseert onze club een heuse beach-happening op het Ladeuzeplein in Leuven. Dit is een uniek concept op een unieke locatie, dit trekt uiteraard veel nieuwsgierigheden en wekt een hele hoop interesse bij een volleyballeek. Er is een heel breed aanbod op deze happening, van topvolleybal tot recreatievolleybal. Dit event is zeer goed voor de uitstraling van de club. Resultaten Dankzij onze mooie resultaten met de jeugd op het Vlaamse en Belgische kampioenschap hebben we een reputatie opgebouwd. We hebben een goeie 53

54 jeugdopleiding en ook de resultaten om dit te bewijzen. Deze resultaten gaan spelers aantrekken vanuit de andere clubs die hogerop willen. 54

55 FIVB AVC CAVB CEV CSV NORCECA KBVBV AIF VVB AVF KLVV KVBV KWBVB KOVV Volleybalclub Lizards Lubbeek- Leuven Figure 1: Organigram 55

56 Vak-Opdracht 4: Toegepaste Economie: Structuur Volleybal Opdracht 2 De Fédération Internationale de volleyball (FIVB) Deze federatie is de internationale hoofdzetel van het volleybal en overkoepelt alle andere nationale federaties. Dit is de FIFA van het volleybal. Binnen deze federatie worden alle belangrijke beslissingen genomen met betrekking tot het volleybal doorheen heel de wereld. Deze federatie bestaat uit een uitvoerend comité van 15 personen van verschillende landen. Evenals een administratief bestuur van 17 personen. Samen met de comités, raadgevers en de verschillende commissies voeren zij het dagdagelijks beleid over de FIVB. Zij organiseren ook het tweejaarlijkse Wereldcongres. Hier krijgen alle landen de kans om allerlei zaken te bespreken met het uitvoerend comité of de andere leden van het FIVB. Het laatste congres vond plaats in Rome vorig jaar. Het volgende congres zal pas doorgaan in De FIVB organiseert ook de wereldbekers. Zoals de FIVB Volleybal World Cup. Figure 2: FIVB Headquarters, Lausanne Switserland Figure 3: Wereldcongres Figure 4: Wereldbeker Onder de FIVB vinden we alle continentale federaties. AVC: Asian Volleybal Confederation CAVB: Confederation Africane De Volleyball CEV: Confederation Europeén De Volleyball CSV: South-American Volleybal Confederation NORCECA: The North-, Central American and Carribean Volleyball Confederation Figure 5: Beachvolleybal 56

57 Uit deze continentale federaties ga ik enkel de Europese Volleybalfederatie bespreken, deze is het dichtst bij de deur en leidt ons ook naar ons einddoel. European Volleyball Confederation(CEV) Deze federatie is de hoofdzetel van Europa als het om volleybal draait. Ze zijn gevestigd in Luxemburg en zijn het overkoepelend orgaan van alle Europese volleybalfederaties. Ze bestaat zoals de FIVB ook uit een uitvoerend comité, administratief bestuur en commissies. Zij organiseren uiteraard ook het Europees Kampioenschap volleybal. Figure 6: Vestiging CEV Onder de CEV vinden we alle Landelijke federaties, maar ik ga het enkel hebben over diegene die belangrijk is voor ons. Namelijk de KBVBV of voluit het Koninklijk Belgisch Volleybalverbond. Het Koninklijk Belgisch Volleybalverbond Deze bond is de hoofdzetel van het Belgische volleybal, ze hebben geen vaste vestigingsplaats omdat ze niet met vaste werknemers werken. Figure 8: Logo KBVB Ze bestaat uit een voorzitter, een secretarisgeneraal, een aantal beheerders van het AIF, een Figure 7: Logo CEV aantal van de VVB en nog een hele resem verantwoordelijken voor verschillende onderdelen. Het Koninklijk Belgisch Volleybalverbond is nog eens opgedeeld in een Waalse tak en een Vlaamse tak. Ik ga enkel de Vlaamse tak bespreken omdat deze ons leidt naar ons uiteindelijk doel. De onderverdelingen binnen de Vlaamse tak: AVF: Antwerpse Volleybalfederatie KLVV: Koninklijke Limburgse Volleybalbond KOVV: Koninklijke Oost-Vlaamse Volleybalbond KWBVB: Koninklijk West-Vlaamse Volleybalbond KVBV: Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond 57

58 Figure 9: Banner KVBV De Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond Deze bond leidt het volleybal binnen Vlaams-Brabant in goede banen. Het bestuur is een klein team van slechts 10 mensen die samen voor de goede werking van Vlaams-Brabantse Volleybal instaan. Naast dit bestuur zijn er nog enkele commissies die zich ontfermen over een aantal specifieke onderdelen. Zo hebben ze een Jeugdcommissie, een scheidsrechterscommissie etc. Figure 10: Banner Lizards Nu ga ik de structuur uitleggen van mijn eigen volleybalclub, namelijk Lizards Lubbeek-Leuven Het Lizards Volleycenter is een volleybalclub uit het Leuvense. De vereniging ontstond in 2001 uit de fusie van de volleybalclubs Marvoc (Lubbeek), Linvok (Linden) en de naschoolse sport van Pellenberg. In 2002 sloot ook Volleko (Korbeek-Lo) zich aan bij de fusieclub. De club telt ongeveer 450 actieve leden, waaronder een meerderheid jongeren (zowel meisjes als jongens). Onze doelstelling is een kwalitatief hoogstaande jeugdwerking uitbouwen en op dit vlak ook een referentie zijn in de volleybalwereld. Onze jeugd stroomt geleidelijk ook door naar de eigen dames- en herenploegen. De Structuur Om de vereniging juridisch correct te omkaderen opteerden we voor het werken met 2 VZW s. We zijn immers een sportclub en doen dit niet voor winst te maken. Het bestuur voorziet de werking van de club van een degelijke omkadering, bewaakt de doelstellingen en strategie, en staat tevens garant voor een efficiënte operationele werking. Figure 11: Foto Stephen 58

59 Via het toewijzen van specifieke verantwoordelijkheidsdomeinen aan de respectievelijke bestuursleden vormen we een complementair en dynamisch bestuursteam. Vandaag werken we o.m. met volgende functies of verantwoordelijkheidsdomeinen: - Voorzitter - Sportief bestuur Coördinatie zaal Coördinatie Beach Coördinatie prevolleybal Coördinatie bewegingspeeltuin - Overkoepelend bestuur Secretaris Bond / VZW Penningmeester Sponsoring Multimedia Fondsenwervingsactiviteiten Kwaliteit kost geld. Toch streven we ernaar om het lidgeld democratisch te houden. Via een aantal fondsenwervingsactiviteiten en via sponsoring zorgen we voor een budget in evenwicht en een gezonde financiële structuur. Voor de verschillende events en activiteiten werken we met goed uitgewerkte draaiboeken die de kwaliteit en continuïteit waarborgen. We kunnen rekenen op een ruime groep van vrijwilligers (zowel spelers als ouders en sympathisanten) die actief participeren aan de sportieve werking van de club en aan de talrijke evenementen die we organiseren. 59

60 60

61 Vak-opdracht 5: Sporttheorie Ik heb een trainingsschema opgesteld voor een 17-jarige volleyballer die samen met zijn ploeg binnen acht weken een Belgisch Kampioenschap moet spelen. Mijn schema is opgebouwd in drie periodes. Een opbouwende periode van 5 weken. Een relatieve rustperiode van 2 weken en één week om klaar te stomen voor de wedstrijd. In de opbouwende periode gaat de speler lopen, fitnessen en uiteraard ook trainen in de zaal. Hij gaat elke dag naar school van 8u25 tot 16u15. Hij heeft een studentenappartement in Leuven en heeft dus elke morgen tijd om te gaan joggen. Powertraining Core Stability 3x 15 seconden. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden. Waar moet je op letten? Heupen hoog, probeer een plank te vormen. Arm recht onder te schouder 3x 15 seconden. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden Figure 1: Core stability 1 Waar moet je op letten? Billen opspannen. Goed uitrekken. Een zo klein mogelijk aanrakingsvlak met de vloer. Figure 2: Core stability 2 3x 15 seconden. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden Waar moet je op letten? Arm onder je schouder. Heupen hoog, probeer een plank te vormen. Figure 3: Core stability 3 Ga op je rug op een gymbal liggen met je voeten plat op de vloer. Plaats je handen op de borst. Met de kin en borst beweeg je richting het plafond, haal je schouders omhoog en span je de buikspieren aan. Ga terug naar je beginpositie en herhaal de oefening. Figure 4: Core stability 4 61

62 3x 15 maal. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden. Waar moet je op letten? Correcte houding ( zie tekening). Niet te ver naar voor willen gaan, dit belast je rug. Ga op je rug op de grond liggen met de knieën gebogen en armen gestrekt. Beweeg met de kin en borst richting het plafond, til de schouders van de vloer en span je buikspieren aan. Probeer gelijktijdig je benen omhoog te tillen en raak met je handen de voeten. Herhaal de oefening. 3x 15 maal. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden. Waar moet je op letten? Alweer niet te ver naar voor willen gaan. Dat is belastend voor je rug. Figure 5: Core stability 5 Armen trainen 3x 5 maal. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden De Bench press: De bench press gaat ervoor zorgen dat je borstspieren en je delta spieren gaan ontwikkelen. Lig op een bench met je voeten plat op grond. Zorg voor gebogen knieën. Neem het gewicht op schouderhoogte uit de steun. Hou deze net boven je borstkas. Hierna laat je het gewicht zakken tot net boven je borstkas en duw je het gewicht krachtig naar boven tot je armen gestrekt zijn. Dumbell Curl 3x 10 maal. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden Neem zittend in elke hand een halter en draai uw handpalm naar binnen: Figure 6: Bench press Figure 7: Dumbell curl adem in en buig uw arm; draai de pols naar buiten voordat de onderarm horizontaal is. hef uw elleboog en adem aan het eind van de beweging uit. 62

63 French Press 3x 10 maal. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden. Ga staan of zitten en hou de halter of speciale EZcurlstang met uw duimen naar binnen vast. Laat uw armen omhoogwijzen: adem in, buig uw armen en breng de curlstang achter uw nek. Kom terug in uitgangspositie en adem aan het eind van strekking uit. Zorg ervoor dat u uw rug goed recht houdt; gebruik eventueel een bank met een korte rugleuning Benen trainen Figure 8: French Press Squat 5x 15. Uitbreiden naar eigen mogelijkheden De squat is de belangrijkste beweging in de fitnesswereld. Met deze oefening traint u een groot deel van de spieren. Ze is bovendien een goede beweging voor hart- en bloedvaten en zorgt voor een goede uitzetting van de borstkas en dus een goede ademhalingscapaciteit: Een squat voert men uit door rechtop te staan met de voeten op schouderbreedte, of iets smaller of breder, naast elkaar, waarbij de voeten ongeveer 30 graden naar buiten wijzen. Het gewicht pakt men vanuit een Figure 9: Squat halterstandaard of tilt men eerst boven het hoofd (bij een licht(er) gewicht) en laat men op de schouders rusten. De schouders dragen de last, de handen Leg Press 5x 20. Uitbreiden naar eigen mogelijkheid Ga met uw rug stevig tegen de rugleuning van het apparaat aan liggen en spreid uw voeten ongeveer de breedte van een vuist (maak dat ook uw knieën zo ver van elkaar blijven gedurende de oefening): Figure 10: Leg press adem in, maak de veiligheidshendel los en buig uw 63

64 knieën zo ver mogelijk, tot de bovenbenen de zijkanten van de borstkas raken. Breng dan de benen terug in uitgangspositie en adem uit. Leg Extension 5 x 20. Uitbreiden naar eigen mogelijkheid. Ga zitten op het apparaat, pak de handvatten of de zetel beet, zodat uw bovenlichaam stil blijft, buig uw knieën en plaats uw voeten onder de rollen: Figure 11: Leg extension adem in en strek de benen horizontaal. Adem uit. Versteviging van de schouders Neckpress 5 x 7. Uitbreiden naar eigen mogelijkheid Ga zitten op een bank en houd uw rug goed recht. Omklem de halter ca 20 cm buiten uw schouders met uw duimen naar binnen en leg hem in uw nek: adem in en strek de armen (houd uw rug recht); adem aan het eind van de beweging uit. Er zijn een heleboel apparaten die de oefening eenvoudiger kunnen maken Upright Row Figure 12: Neckpress 5 x 10. Uitbreiden naar eigen mogelijkheid. Ga met uw voeten op heupbreedte staan en houd uw rug recht. Laat de halter, die u met uw duimen naar binnen en uw handen iets verder dan schouderbreedte uit elkaar vasthoudt, op uw bovenbenen rusten: adem in en trek de halter langs uw lichaam tot uw kin omhoog door uw ellebogen zo hoog mogelijk te brengen. Breng uw armen langzaam en in een vloeiende beweging weer omlaag. Adem in. Figure 13: Upright row 64

65 Week 1 Dag Uur Activiteit Hartfrequenti Hpm e Maandag 07u20-08u00 Lopen 60-70% u00-19u30 Technische training: Specifieke training voor Hoekaanvaller 19u30- Inlichtingssessie preventie 19u55 20u00- Powertraining: Core Stability 21u00 Dinsdag 07u20-08u00 Lopen 60-70% u00-19u30 Technische training: Specifieke training voor Hoekaanvaller 20u00- Powertraining: Benen trainen 21u00 Woensdag 07u20-08u00 Lopen 65-75% u00- Opslagtraining 19u30 20u00- Powertraining: Armen trainen 21u00 Donderdag 07u20-08u00 Lopen 75-85% u00- Training: Combinaties met de passeur 19u30 20u00- Fitness: Lenigheid en flexibiliteit 21u00 Vrijdag 07u20-07u45 Lopen 85-95% u00- Training: Bloktraining 19u30 20u00- Powertraining: Core Stability 21u00 Zaterdag 13u00-15u00 Fietsen 50-60% u30- Rustige powertraining (All-Round) 19u30 Zondag 10u00-19u00 Driehoekstornooi Fietsen 55-65% Training: Werken met het blok Powertraining: Versteviging schouders Fietsen 65-75% Receptietraining week 2 Maandag 07u20-08u00 18u00-19u30 20u00-21u00 Dinsdag 07u20-08u00 18u00-19u30 65

66 20u00- Powertraining: Benen 21u00 Woensdag 18u00-??? Oefenwedstrijd+ Stretching Donderdag 07u20-08u00 Fietsen 65-75% u00- Training: Verdediging 19u30 20u00- Powertraining: Armen 21u00 Vrijdag 07u20-08u00 Fietsen 75-85% u00- Training: Complex 2 19u30 Zaterdag Rustdag Zondag 09u30-11u00 Fietsen 75-85% u00- Ploegtraining: Wedstrijdvormen 19u30 week 3 Maandag 07u20-08u00 Lopen 65-75% u-19u30 Training: Complex 1 20u00- Powertraining: Benen 21u00 Dinsdag 07u20-08u00 Lopen 70-80% u-15u30 Technische training: Specifiek voor hoekaanvaller 15u30-17u Powertraining: Core Stability Woensdag 07u20-07u45 Lopen 80-90% u30- Ploegtraining: Wedstrijdvormen 19u30 20u00- Powertraining: Armen 21u00 Donderdag 07u20-07u45 Fietsen 80-90% u30- Training: Blok 19u00 20u00- Fitness: Lenigheid en flexibiliteit 21u00 Vrijdag 07u20-07u40 Fietsen 85-90% u00- Training: Complex 1 19u30 Zaterdag 14u00-??? Driehoekstornooi Zondag Rust week 4 66

67 Maandag 07u20-8u00 Lopen 70-80% u00- Training: Verdediging 19u30 20u00- Powertraining: Versteviging schouder 21u00 Dinsdag 07u20-8u00 Lopen 75-85% u00-19u30 Technische training: Specifieke training voor hoekaanvaller 20u00- Powertraining: Benen 21u00 Woensdag 07u20-8u00 Lopen 80-90% u00- Training: Complex 2 19u30 20u00- Powertraining: Lenigheid en flexibiliteit 21u00 Donderdag 07u20-8u00 Lopen 80-90% u00- Ploegtraining: Wedstrijdvormen 19u30 20u00- Powertraining: Armen 21u00 Vrijdag Rust Zaterdag 14u00-??? Driehoekstornooi Zondag 12u30-14u30 Fietsen 65-75% week 5 dag uur uitvoering Maandag 07u20-08u00 Fietsen 65-75% u00- Training: Receptie 19u30 15u30-17u Powertraining: Versteviging schouder Dinsdag 18u30- Training: Verdediging 19u00 20u00-21u00 Fitness: Cardio 60-70% Woensdag 07u20-08u00 Fietsen 60-70% u30- Oefenwedstrijd 19u00 Donderdag 07u20-08u00 Lopen 62-70% u00-19u30 Powertraining: Armen 67

68 Vrijdag Zaterdag 18u30-19u00 Zondag 14u00-16u30 Rust Ploegtraining: wedstrijdvormen Oefenwedstrijd week 6 Maandag 07u20-08u00 Fietsen 50-60% u00- Ploegtraining: Wedstrijdvormen 19u30 15u30-17u Fitness: Lenigheid en flexibiliteit Dinsdag 07u20-08u00 Lopen 50-60% u- 15u30 Ploegtraining: Wedstrijdvormen 15u30-17u Powertraining: Versteviging schouder Woendag Rust Donderdag 07u20-08u00 Fietsen 50-60% u00-19u30 Technische training: Specifieke training voor hoekaanvaller Vrijdag 18u-19u30 Training: Blok 20u-21u00 Fitness: Cardio 50-60% Zaterdag Rust Zondag 18u00-19u30 Video analyse+ Specifieke training naar tegenstander BK toe week 7 Maandag 07u20-08u00 Lopen 55-65% u00- Training: Video Analyse+ Ploegtraining 19u30 20u00- Powertraining: Core stability 21u00 Dinsdag 07u20-08u00 Lopen 55-65% u00- Training: Ploegtraining 19u30 Woensdag 15u00-??? Driehoekstornooi Donderdag 18u00- Video analyse+ Teambuilding 19u30 Vrijdag 18u00- Ploegtraining 19u30 20u00- Fitness: Cardio 55-65%

69 21u Zaterdag 19u30-??? Teambuilding Zondag Rust week 8 Maandag 18u00-19u30 Dinsdag 07u20-8u00 18u00-19u00 Woensdag Donderdag 18u00-19u30 Vrijdag 17u00-17u30 19u00-20u00 Zaterdag 08u00-09u00 11u00-??? Zondag Training: Specifiek voor tegenstander BK Fietsen 45-55% Ploegtraining: Wedstrijdvormen Rust Video analyse+ Training naar BK toe Fietsen 45-55% Ploegtraining: Wedstrijdvormen Ploegtraining: Wedstrijdvormen Belgische Kampioenschap Rust 69

70 70

71 Vak-opdracht 6: Fysiologie De afstoot bij volleybal Opdracht: Maak een bespreking over een beweging die voorkomt in je sport. Bespreek de drie belangrijkste spieren uit deze beweging qua oorsprong, aanhechting en functie. Geef voor elk van deze spieren een lenig makende- en beweeglijk makende oefening + kracht oefening. Als laatste geef je een blessure die vaak voorkomt bij deze sport. Beschrijving van de beweging De afstoot bij volleybal. Het moment dat je spieren kracht uitoefenen om je lichaam omhoog te brengen. Je begint je aanloop met een lange linkse pas, dan een normale rechtse pas om te eindigen met een kortere linkse pas. Op dat moment gaan je spieren er dus voor zorgen dat je hele lichaam de lucht in gaat en je dus springt. Je M. Quadriceps gaat ervoor zorgen dat je kniegewricht uitstrekt en dus kracht uitoefenen op het oppervlak waarop je staat. Je M. Peroneus Longus en M. Brevis gaan je voet wegduwen van het oppervlak waarop je staat. Je Soleus gaat hetzelfde doen. De M. Peroneus en de M. Soleus hebben een lichtelijke tegenstelde werking. De M. Soleus gaat zorgen dat de buitenkant van je voet omlaag bewogen wordt en de M. Peroneus gaat de binnenkant van je voet naar beneden brengen. Deze twee samen zorgen er dus voor dat je hele voetzool op de grond staat. Deze drie spieren gaan samenwerken om ervoor te zorgen dat je lichaam de grond verlaat. Uiteraard zijn er nog andere spieren die hieraan meewerken maar dit zijn de drie spieren die ik beschrijf in deze opdracht. Figuur 1: Afstoot 71

72 De spieren die ik ga beschrijven: De Musculus Quadriceps Femoris M. Peroneus longus & M. Peroneus brevis M. Soleus Spier 1 De Musculus QuadricepsFemoris De M. Quadriceps Femoris bestaat uit: M. Rectus Femoris M. Vastus Medialis M.Vastus Lateralis M. VastusIntermedius Functie: Extensie kniegewricht Anteflexie heupgewricht Oorsprong: met 4 koppen aan dijbeen en darmbeen Figuur 2: M. Quadriceps Femoris Aanhechting: Via de patella aan de TuberositasTibiae 72

73 Krachtoefening: De Leg Press De leg-press is een krachtoefening waar een persoon een bepaald gewicht gaat wegduwen met zijn benen. Hiermee train je niet enkel je Quadriceps maar het grootste deel van je beenspieren. Instructies: Ga met je rug aangespannen tegen de leuning zitten, plaats je voeten recht en op schouderbreedte hoog op het platform. Pak met je handen de handgrepen stevig vast en druk je benen weg naar de strekstand, laat daarna het gewicht gecontroleerd zo diep mogelijk zakken. Neem geen te zwaar gewicht, dit is namelijk een zeer belastende oefening voor je kniegewricht. Figuur 3: De leg press Lenigmakendeoefening: Quadriceps Stretch Dit is een basisoefening die vaak wordt gedaan tijdens de opwarming van talloze sporten. Je neemt je voet vast en brengt deze naar je zitvlak. Zorg dat je stabiel staat, houd je evt. Vast aan iets. Zoals de tafel op de tekening. Het is belangrijk dat je knieën tegen elkaar zijn en je met een rechte rug staat. Figuur 4 & 5: Quadriceps Stretch 73

74 De Quadricepsstretch kan ook zijdelings gebeuren zoals je hiernaast op de foto kan zien. De fout op de foto is dat de knieën niet tegen elkaar zijn. Spier 2 M. Peroneus longus & M. Peroneus brevis Functie: Plantairflexie: wegduwen van de voet Eversie/Pronatie: de binnenkant van de voet naar omlaag bewegen en dus de buitenkant naar boven draaien. Figuur 6: M. Peroneus Longus & Brevis Oorsprong: Longus: Condylus lateralis van de tibia, caput fibulae. Brevis: Laterale vlak van de fibula. Aanhechting: Longus: Basis van het os metatarsale I, laterale zijde van het os cuneiforme. Brevis: Tuberositas van het os metatarsale vijf. Krachtoefening: Seated Calf Raise Ga zitten met je benen in een gebogen positie, zet je voeten op heupbreedte uit elkaar. Plaats je tenen over de rand van de balk en laat je hielen zo diep mogelijk naar beneden zakken. Kom vanuit deze positie zo ver mogelijk omhoog met je hielen en zak daarna weer gecontroleerd terug naar de startpositie. Figuur 7: Seated Calf Raise 74

75 Lenigmakende oefening:peroneal Stretch Zit op een stoel met één voet op je andere knie. Trek de voet op je knie in plantairflexie en trek de zool van je voets opwaarts. Hou dit aan gedurende 20 seconden. Spier 3 M. Soleus Samen met de M. Gastrocnemius vormt deze de M. Tricepssurae. Functie: Figuur 8: Peroneal Stretch Supinatie: de buitenkant van de voet naar omlaag bewegen en dus ook de binnenkant naar boven draaien. Plantairflexie: wegduwen (buigen) van de voet. Oorsprong: Dorsale zijde van de caput fibula en dorsale zijde van proximaal een derde deel van de fibula en tibia. Aanhechting: Boven/achterzijde van de calcaneus (via achillespees) Figuur 9: M. Soleus Lenigmakende oefening: Achilles stretch Je plaatst je handen tegen de muur en één voet ongeveer op de hoogte van je ellebogen. De andere voet plaats je achter je lichaam. Je brengt je voorste knie naar voren tot dat je het voelt rekken in je kuit. Het is belangrijk hierbij je hiel van het achterste been op de grond te houden. Figuur 10: Achilles Stretch 75

Wijzigingen. Internationale Volleybal Spelregels (IVS)

Wijzigingen. Internationale Volleybal Spelregels (IVS) Wijzigingen Internationale Volleybal Spelregels (IVS) De nieuwste IVS omvatten: Een nieuwe benadering van de definitie van de netaanrakingen en de daarbij te beoordelen fouten. Een nieuwe procedure voor

Nadere informatie

Scheidsrechter volleybal.

Scheidsrechter volleybal. Scheidsrechter volleybal. Deze avond extra informatie voor de arbitrage van de recreantenscheidsrechter. Ik beperk met wel tot de algemene regels en met name die binnen de recreanten competitie gebruikt

Nadere informatie

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS juni ste herziene druk

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS juni ste herziene druk INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS 2009-2012 juni 2009-26ste herziene druk VOORWOORD De nieuwe 26ste uitgave werd vervolledigd met de figuren en de tekens en bevat alle wijzigingen van de Internationale

Nadere informatie

VERSIE 01.05.04 1. ALGEMEENHEDEN. Wat is mini-volleybal?

VERSIE 01.05.04 1. ALGEMEENHEDEN. Wat is mini-volleybal? VERSIE 01.05.04 1. ALGEMEENHEDEN Wat is mini-volleybal? 1) een spel dat voorbehouden is aan kinderen in de leeftijdscategorie D- en E-jeugd (zie 2.2) 2) een spel dat dient om kinderen te initiëren tot

Nadere informatie

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS 2013-2016

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS 2013-2016 INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS 2013-2016 juli 2013 aangepaste 27ste druk VOORWOORD In deze nieuwe 27ste herwerkte uitgave, werden alle wijzigingen van de Internationale Volleybal Spelregels 2013-2016

Nadere informatie

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS 2015-2016 augustus 2015 aangepaste 28ste druk VOORWOORD In deze nieuwe 28ste herwerkte uitgave, werden alle wijzigingen van de Internationale Volleybal Spelregels 2015-2016

Nadere informatie

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS september 2018 aangepaste 29ste druk. IVS 2018 is een uitgave van VBRS

INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS september 2018 aangepaste 29ste druk. IVS 2018 is een uitgave van VBRS INTERNATIONALE VOLLEYBAL SPELREGELS 2017-2020 september 2018 aangepaste 29ste druk IVS 2018 is een uitgave van VBRS VOORWOORD In deze nieuwe 29ste herwerkte uitgave, werden alle wijzigingen van de Internationale

Nadere informatie

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013 INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013 Agenda Het leiden van een wedstrijd Tekens Spelregels Verschillen Nevobo-Gemert Vervolg. Het leiden van een wedstrijd Duidelijk hoorbaar

Nadere informatie

Voornaamste aanpassingen

Voornaamste aanpassingen Voornaamste aanpassingen Jaar van invoering door FIVB (na 1947) 1895 Mr. William G. Morgan bedenkt het volleybal spel 1897 Eerste spelregels uitgegeven door Mr. William G. Morgan 1912 Invoeren van het

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR SCHEIDSRECHTERS VOVB

HANDLEIDING VOOR SCHEIDSRECHTERS VOVB HANDLEIDING VOOR SCHEIDSRECHTERS VOVB INHOUDTAFEL - Inleiding: o Kenmerken goede scheidsrechter o Waar moet scheidsrechter voor zorgen o Kenmerken van het spel - Spelverloop o Nethoogte o Wedstrijdballen

Nadere informatie

Veranderingen spelregels Topdivisie, divisies en klassen. Spelregels. Ondertitel

Veranderingen spelregels Topdivisie, divisies en klassen. Spelregels. Ondertitel Groen: Rood: Zwart: spelregel Verandering komt voort uit Spelplezier Zijn nieuwe veranderingen in de spelregels Is bestaande tekst, wel relevant voor de veranderingen Spelregels 1.1 3 e commentaar: Het

Nadere informatie

Spelregels volleybal. Toepassing in de Maas & Waalse recreantencompetitie

Spelregels volleybal. Toepassing in de Maas & Waalse recreantencompetitie Spelregels volleybal Toepassing in de Maas & Waalse recreantencompetitie 1 Speelruimte en voorzieningen Speelruimte: - Er wordt gespeeld in kleine en grotere zalen. Iedere team heeft zo het voordeel van

Nadere informatie

Aanpassing spelregels 2009-2013 Juni 2012

Aanpassing spelregels 2009-2013 Juni 2012 spelregel Spelregels Algemeen 1. Commentaren die alleen betrekking hadden op scheidsrechters (dus eigenlijk richtlijnen waren) zijn uit de spelregels gehaald en naar de Leidraad gebracht. 2. De spelregels

Nadere informatie

Volleybal spelregels. Aangepaste spelregels voor Bechterew oefengroepen

Volleybal spelregels. Aangepaste spelregels voor Bechterew oefengroepen Volleybal spelregels Aangepaste spelregels voor Bechterew oefengroepen Uitgave: Stichting Bechterew in Beweging, februari 2011 Inhoudsopgave Bechterew Volleybaltoernooi... 1 Inhoudsopgave... 2 Voorwoord...

Nadere informatie

3) Voor de wedstrijd vullen de trainer of ploegverantwoordelijke van elke team de

3) Voor de wedstrijd vullen de trainer of ploegverantwoordelijke van elke team de 1 Wedstrijdblad 1) De wedstrijdbladen zitten altijd klaar in de koffer (even zoeken, als ze er niet los in zitten zitten ze in het kartonnen mapje of ergens in de blauwe plastic map) 2) Op de wedstrijdbladen

Nadere informatie

Meer spelplezier door wijziging (spel)regels!

Meer spelplezier door wijziging (spel)regels! Meer spelplezier door wijziging (spel)regels! De NeVoBo heeft voor het komende seizoen (2016-2017) wijzigingen aangebracht in de spelregels voor de topdivisie tot en met de regioklasse. Voor wie gelden

Nadere informatie

VOLLEYBAL DE REGELS OP EEN RIJ

VOLLEYBAL DE REGELS OP EEN RIJ VOLLEYBAL DE REGELS OP EEN RIJ INHOUDSOPGAVE 1.0 Inleiding... 4 2.0 Hoe ziet de speelruimte eruit?... 6 2.1 Het speelveld... 6 2.2 Het net... 7 3.0 Welke deelnemers vind je in en rond het veld?...8 4.0

Nadere informatie

OFFICIËLE BEACHVOLLEYBAL SPELREGELS

OFFICIËLE BEACHVOLLEYBAL SPELREGELS OFFICIËLE BEACHVOLLEYBAL SPELREGELS 2017-2020 1 INHOUDSOPGAVE 1 Speelruimte... 6 1.1 Afmetingen...6 1.2 Speeloppervlak...6 1.3 Lijnen op het speelveld...6 1.4 Zones en ruimten...7 1.5 Weersomstandigheden...7

Nadere informatie

Volleybal de regels op een rij

Volleybal de regels op een rij Volleybal de regels op een rij Inhoudsopgave 1.0 Inleiding... 4 2.0 Hoe ziet de speelruimte eruit?... 6 2.1 Het speelveld... 6 2.2 Het net... 7 3.0 Welke deelnemers vind je in en rond het veld?...8 4.0

Nadere informatie

Spelregels. Veranderingen spelregels en HIA Topdivisie, divisies en klassen. Ondertitel

Spelregels. Veranderingen spelregels en HIA Topdivisie, divisies en klassen. Ondertitel Groen: Rood: Verandering komt voort uit Spelplezier Zijn nieuwe veranderingen in de spelregels Paars: Aanvullingen na de publicatie van mei 2016 Zwart: spelregel Is bestaande tekst, wel relevant voor de

Nadere informatie

1.1 Speelveld, -ruimte en -zaal breedte speelveld 9 meter lengte totale speelveld 18 meter

1.1 Speelveld, -ruimte en -zaal breedte speelveld 9 meter lengte totale speelveld 18 meter Spelregels Volleybal 1. Algemeen Volleybal is een teamsport. Het is aantrekkelijk door de rally's, de technische balvaardigheid van de spelers, en de snelheid waarmee spelsituaties elkaar opvolgen. Het

Nadere informatie

Wijzigingen Spelregels

Wijzigingen Spelregels Wijzigingen Spelregels 2016-2017 Agenda Wijzigingen regels 2016-2017 Gebruik DWF Vragen Waarom? Minder spelregels, meer spelplezier! In september 2015 is gestart met het project 'Minder spelregels, meer

Nadere informatie

Cursus Jeugdscheidsrechter Correct invullen van het wedstrijdblad

Cursus Jeugdscheidsrechter Correct invullen van het wedstrijdblad Cursus Jeugdscheidsrechter Correct invullen van het wedstrijdblad 1 Algemeen Volgens de reglementen is het correct invullen van het wedstrijdblad een verantwoordelijkheid voor: De clubs; - De thuisploeg;

Nadere informatie

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo Vooraf: - straal uit dat je plezier hebt in fluiten. Zeker in het begin is dat lastig, want je zult zenuwachtig zijn, maar bedenk maar dat de meeste spelers het al moedig

Nadere informatie

DEEL 5 Wedstrijdformulier

DEEL 5 Wedstrijdformulier DEEL 5 Wedstrijdformulier 1 VOOR DE WEDSTRIJD De teller moet controleren dat de regels en vakken van de wedstrijd, die wordt gespeeld, juist zijn ingevuld. Is dit niet het geval, dan moeten deze als volgt

Nadere informatie

Reglement Beachkorfbal België

Reglement Beachkorfbal België Reglement Beachkorfbal België 1. Veld en uitrusting 1.1 Speelveld 1. Het speelveld bedraagt 20x10m, waarop 2 korven geplaatst zijn op een gelijke afstand van de zijlijnen en 4m van de achterlijn. Er zal

Nadere informatie

NATIONAAL WEDSTRIJDFORMULIER

NATIONAAL WEDSTRIJDFORMULIER NATIONAAL WEDSTRIJDFORMULIER INHOUDSOPGAVE Verkleinde uitgave van wedstrijdformulier 3 I Voor de wedstrijd A Bovenkant van het formulier 4 B Rechteronderkant formulier 4 C Goedkeuring 5 II Na de toss voor

Nadere informatie

Instructie Scheidsrechter

Instructie Scheidsrechter Instructie Scheidsrechter Een wedstrijd kan niet zonder scheidsrechter. In deze korte instructie wordt beschreven wat er van de scheidsrechter wordt verwacht, voor, tijdens en na de wedstrijd. Treedt rustig

Nadere informatie

Richtlijnen voor de scheidsrechter

Richtlijnen voor de scheidsrechter Richtlijnen voor de scheidsrechter model wedstrijdformulier spelregels officiële tekens afgestemd op de RECVOL Rivierenland volleybal competitie & bekercompetitie Fluiten. kan iedereen! in de RECVOL Rivierenland

Nadere informatie

Wijzigingen Spelregels Beachvolleybal 2013-2016 Ten opzichte van spelregels 2009-2013 april 2013

Wijzigingen Spelregels Beachvolleybal 2013-2016 Ten opzichte van spelregels 2009-2013 april 2013 Inhoud Spelregels Kenmerken van het volleybalspel Regel 1 Speelruimte 1.1.2 Bij de door of namens de Nevobo georganiseerde competities in Nederland kan afhankelijk van het speelniveau ten behoeve van de

Nadere informatie

BEACH HANDBAL SPELREGELS

BEACH HANDBAL SPELREGELS BEACH HANDBAL SPELREGELS Hierbij geven we niet de volledige versie van de spelregels maar wel een kort overzicht waarin de voornaamste verschillen tussen zaalhandbal en Beach handbal worden aangeduid.

Nadere informatie

Invullen wedstrijdformulier

Invullen wedstrijdformulier Invullen wedstrijdformulier Handboek nationale competitie 2015-2016 Voor de wedstrijd De teller moet controleren dat de regels en vakken van de wedstrijd, die wordt gespeeld, juist zijn ingevuld. Is dit

Nadere informatie

Toelichting op het spelen met twee Libero s

Toelichting op het spelen met twee Libero s Vanaf het seizoen 2012-2013 is het in alle klassen toegestaan om uit de lijst van spelers maximaal 2 Libero s aan te wijzen. Indien een team gaat spelen met twee Libero s dan zijn er verschillende zaken

Nadere informatie

Verantwoordelijkheden van de markeerder Hij houdt het wedstrijdblad bij, overeenkomstig de regels en in samen- werking met de (tweede) scheidsrechter.

Verantwoordelijkheden van de markeerder Hij houdt het wedstrijdblad bij, overeenkomstig de regels en in samen- werking met de (tweede) scheidsrechter. De markeerder en het wedstrijdblad Verantwoordelijkheden van de markeerder Hij houdt het wedstrijdblad bij, overeenkomstig de regels en in samen- werking met de (tweede) scheidsrechter. Hij maakt gebruik

Nadere informatie

OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L 2005-2008

OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L 2005-2008 OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L 2005-2008 In dit boekje vindt u de meest voorkomende spelregels die gebruikt worden bij de R-L klasse wedstrijden. Het boekje is samengesteld door scheidsrechter T. Pieters

Nadere informatie

De internationale volleybal spelregels. - Wijzigingen - Aanpassingen - Aandachtspunten

De internationale volleybal spelregels. - Wijzigingen - Aanpassingen - Aandachtspunten De internationale volleybal spelregels - Wijzigingen - Aanpassingen - Aandachtspunten 2013 2016 5. Ploegverantwoordelijken De libero s kunnen geen ploegkapitein of spelkapitein zijn. 5.1 De kapitein 5.1.2.1

Nadere informatie

1 tegen 1 / 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 / 6 tegen 6

1 tegen 1 / 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 / 6 tegen 6 Aangepaste spelvormen voor volleybal op school en in de club Bron: http://www.vcdekroon.be/document/kopievanaangepastespelvormenvoorvolleybalopschool.doc Met spelvormen tegen / 2 tegen 2 / 3 tegen 3 /

Nadere informatie

E = eerste scheidsrechter T = tweede scheidsrechter

E = eerste scheidsrechter T = tweede scheidsrechter TEKENING 11: OFFICIËLE SCHEIDSRECHTERSTEKENS tekens: 16 t/m 20 om aan te geven vastgehouden bal regel 9.3.3 tweemaal raken tekens te geven door: E = eerste scheidsrechter T = tweede scheidsrechter E de

Nadere informatie

OOST- VLAANDEREN SEIZOEN ALGEMENE REGLEMENTERING U11- COMPETITIE

OOST- VLAANDEREN SEIZOEN ALGEMENE REGLEMENTERING U11- COMPETITIE OOST- VLAANDEREN SEIZOEN 2016 2017 ALGEMENE REGLEMENTERING U11- COMPETITIE Deze bijkomende informatie is een aanvulling het competitiereglement 2016 2017 voor wat betreft de U11- competitie. STRUCTUUR

Nadere informatie

OOST- VLAANDEREN SEIZOEN ALGEMENE REGLEMENTERING U11- COMPETITIE

OOST- VLAANDEREN SEIZOEN ALGEMENE REGLEMENTERING U11- COMPETITIE OOST- VLAANDEREN SEIZOEN 2014 2015 ALGEMENE REGLEMENTERING U11- COMPETITIE Deze bijkomende informatie is een aanvulling het competitiereglement 2014 2015 voor wat betreft de U11- competitie. STRUCTUUR

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERSCOMITE

SCHEIDSRECHTERSCOMITE SCHEIDSRECHTERSCOMITE Beste vrienden, Het Uitvoerend Comité van de FIH heeft op basis van de aanbevelingen van het Comité voor de Spelregels van de FIH de wijzigingen aan de spelregels aanvaard. Deze wijzigingen

Nadere informatie

Mededeling aanpassing spelregels geldig vanaf Palen. 1.3 Palen. Palen met beide zijlijnen.

Mededeling aanpassing spelregels geldig vanaf Palen. 1.3 Palen. Palen met beide zijlijnen. Mededeling aanpassing spelregels geldig vanaf 01-07-2015 Huidige tekst 1.3 Palen Palen met beide zijlijnen. Indien bevestiging in het speelveld niet mogelijk is, mag de paal geplaatst zijn op een voldoende

Nadere informatie

KONINKLIJKE BELGISCHE LIEFHEBBERSVOETBALBOND

KONINKLIJKE BELGISCHE LIEFHEBBERSVOETBALBOND KONINKLIJKE BELGISCHE LIEFHEBBERSVOETBALBOND ALGEMEEN REGLEMENT REGELS VAN HET ZAALVOETBAL UITGAVE AUGUSTUS 2015 KBLVB AR SPELR_ZAALVOETBAL uitgave 2015 1 Algemene voorwaarden Het zaalvoetbal valt onder

Nadere informatie

Koninklijke Belgische Hockey Bond vzw Association Royale Belge de Hockey asbl 6-TAL HOCKEY JONGENS: SPEL- EN GEDRAGSREGELS

Koninklijke Belgische Hockey Bond vzw Association Royale Belge de Hockey asbl 6-TAL HOCKEY JONGENS: SPEL- EN GEDRAGSREGELS Referentie : Spelregels FIH Versie: 7-2009 (van toepassing vanaf 1/9/2009) Deze regels zijn van toepassing op eekhoorntjes jongens. De wijzigingen ten opzichte van de vorige versie 1-2003 zijn aangegeven

Nadere informatie

Spelregels. voor het spelen van wedstrijden in de RECVOL Rivierenland volleybal competitie & bekercompetitie

Spelregels. voor het spelen van wedstrijden in de RECVOL Rivierenland volleybal competitie & bekercompetitie Spelregels voor het spelen van wedstrijden in de RECVOL Rivierenland volleybal competitie & bekercompetitie Gewijzigd augustus 2015 2 Spelregels voor het spelen van wedstrijden in RECVOL Rivierenland volleybalcompetitie

Nadere informatie

Spelregels aspiranten E (5-5)

Spelregels aspiranten E (5-5) Spelregels aspiranten E (5-5) 1. Inleiding Waterpolo is een technische, behendigheid vragende en zeer gezonde sport, waarbij nauwelijks blessures ontstaan. Het waterpolospel vraagt van de deelnemers niet

Nadere informatie

Beknopte handleiding voor het begeleiden van wedstrijden U7 tot U13. Seizoen 2014 2015

Beknopte handleiding voor het begeleiden van wedstrijden U7 tot U13. Seizoen 2014 2015 Beknopte handleiding voor het begeleiden van wedstrijden U7 tot U13 Seizoen 2014 2015 De 8 principes van respect = FAIRPLAY 1. Respect voor de spelregels 2. Respect voor de scheidsrechter en de officials

Nadere informatie

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match.

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match. Padel, het spelletje Padel is een racketsport met kenmerken uit tennis en squash. Het is een terugslagspel dat zowel enkel als dubbel kan gespeeld worden. In TC Koksijde zijn 2 dubbel padelterreinen voorzien.

Nadere informatie

Definitieve spelregels

Definitieve spelregels Gewijzigde index en spelregels voor het spelen van wedstrijden in de RECVOL Rivierenland volleybalcompetitie & bekercompetitie. Vastgesteld in de algemene ledenvergadering van 10 april 2018 Deel I Het

Nadere informatie

Markeren SCHEIDSRECHTERSCOMMISIE

Markeren SCHEIDSRECHTERSCOMMISIE PSC Limburg Wedstrijdblad Markeren SCHEIDSRECHTERSCOMMISIE Auteur: Evers Frank PSC Limburg Wedstrijdblad inhoudsopgave inhoudsopgave...2 1 Algemeenheden...4 1.1 Plaats...4 1.2 Verantwoordelijkheden...4

Nadere informatie

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS... Inhoudsopgave HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS... 4 OVERTREDINGEN... 4 VRIJE SLAG EN SPELHERVATTING... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. CIRKEL EN 23M-GEBIED... 6 SCHEIDSRECHTERS...

Nadere informatie

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen Spelregels achttal hockey Hoe ziet het speelveld eruit? Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen De zijlijnen doen dienst als achterlijnen. De achterlijn en middenlijn

Nadere informatie

Wedstrijdregels Buitentoernooi Switch 87

Wedstrijdregels Buitentoernooi Switch 87 Spelregels 6 tegen 6 1. De wedstrijden worden gespeeld volgens de NEVOBO-regels 2018-2019. 2. Voor een goed verloop van het toernooi kan de wedstrijdleiding besluiten de puntentelling in een of meer poules

Nadere informatie

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016 Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016 Vanaf het seizoen 2016-2017 zijn er enkele nieuwe spelregels van toepassing, komende vanuit de IHF. De onderstaande spelregels zijn van toepassing

Nadere informatie

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Spelregels achttal hockey Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen De zijlijnen doen dienst als achterlijnen.

Nadere informatie

Verschillende in spelregels Eredivisie, Topdivisie en 1e divisie, seizoen

Verschillende in spelregels Eredivisie, Topdivisie en 1e divisie, seizoen Verschillende in spelregels Eredivisie, en 1e divisie, seizoen 2019-2020 Score E-score DWF: Resultaat invoeren of live bijhouden Hoogste vertegenwoordiger (Technisch) Jurylid 1e scheidsrechter Nevobo Protest

Nadere informatie

Inhoud instructie invullen wedstrijdformulier

Inhoud instructie invullen wedstrijdformulier Inhoud instructie invullen wedstrijdformulier pagina Verkleinde uitgave van wedstrijdformulier 3 1 Voor de wedstrijd Bovenkant van het formulier 4 B Rechteronderkant formulier 4 C Goedkeuring 5 2 Na de

Nadere informatie

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi Regels voor het schoolvolleybaltoernooi De regels voor groep 4 en 5 zijn (niveau 2): Begin en einde We werken met een centraal begin/eind signaal. Dit houdt in dat het eindsignaal tegelijk het beginsignaal

Nadere informatie

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016 Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016 Op 1 maart 2016 heeft de IHF de verschillende landen op de hoogte gebracht van de spelregelwijzigingen die met ingang van 1 juli 2016 van

Nadere informatie

Scriptie LO Volleybalverslag

Scriptie LO Volleybalverslag Scriptie LO Volleybalverslag Scriptie door Rishana 2338 woorden 21 april 2018 0 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Er zijn heel veel sporten op de wereld. Zoals:Zwemmen, voetbal, turnen enz. Maar meestal

Nadere informatie

SPELREGELS SPELVORM 3T/3 (U8-U10)

SPELREGELS SPELVORM 3T/3 (U8-U10) SPELREGELS SPELVORM 3T/3 (U8-U10) Inleiding Na een jarenlange traditie van 5t/5 bij U8 en U10 werd het tijd om het 5t/5 basketbal in beide leeftijdscategorieën onder de loep te nemen. Bij U8 kwam er reeds

Nadere informatie

Spelregels Minipolo. Pupillen 1 Voorwoord:

Spelregels Minipolo. Pupillen 1 Voorwoord: Spelregels Minipolo Pupillen 1 Voorwoord: Waterpolo is een technische, behendigheid vragende en zeer gezonde sport, waarbij nauwelijks blessures ontstaan. Het waterpolospel vraagt van de deelnemers niet

Nadere informatie

9.2 AARD VAN DE AANRAKING De bal mag ieder deel van het lichaam raken.

9.2 AARD VAN DE AANRAKING De bal mag ieder deel van het lichaam raken. ken, dan heeft diegene van deze spelers aan wiens kant van het net de bal komt, het recht de bal direct weer te spelen. Dit wordt dan de eerste maal spelen van zijn ploeg in de spelfase na het gelijktijdig

Nadere informatie

Richtlijnen voor de scheidsrechter

Richtlijnen voor de scheidsrechter Richtlijnen voor de scheidsrechter model wedstrijdformulier spelregels officiële tekens afgestemd op de RECVOL Rivierenland volleybalcompetitie Fluiten. kan iedereen! in de RECVOL Rivierenland volleybalcompetitie

Nadere informatie

Spelregels 2013 Beach Soccer Dames

Spelregels 2013 Beach Soccer Dames Spelregels 2013 Beach Soccer Dames Uitgave 21 maart 2013 Pagina 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 De spelregels... 3 Het speelveld... 3 De bal... 4 Spelers... 4 Wisselspelers... 4 Doelverdediger... 5

Nadere informatie

Wij rekenen op bereidwilligheid en de sportieve medewerking van alles spelers en supporters van de deelnemende ploegen.

Wij rekenen op bereidwilligheid en de sportieve medewerking van alles spelers en supporters van de deelnemende ploegen. Programmaboekje Beste spelers, scheidsrechters, supporters, Voor al eerst willen wij u bedanken voor de inschrijving op de eerste editie van Beachball Trophee 2013. Beachball Trophee 2013 is tot stand

Nadere informatie

Handleiding invullen grote wedstrijdformulier

Handleiding invullen grote wedstrijdformulier Handleiding invullen grote wedstrijdformulier Onderstaand treft u een handleiding aan voor het invullen van het grote wedstrijdformulier, zoals dat wordt gebruikt in de nationale competitie, de Regionale

Nadere informatie

8-TAL HOCKEY : SPEL- EN GEDRAGSREGELS

8-TAL HOCKEY : SPEL- EN GEDRAGSREGELS Referentie : Spelregels FIH Versie: 1-2008 (van toepassing vanaf 1/2/2008) Deze regels zijn van toepassing op preminiemen jongens en miniemen meisjes en jongens. De wijzigingen ten opzichte van de vorige

Nadere informatie

Uitleg spel en spelregels voor ouders

Uitleg spel en spelregels voor ouders Uitleg spel en spelregels voor ouders Break Out 88 Basketbalvereniging Opgericht 6 juni 1988 Aan ouders en verzorgers, Hierbij bieden wij de ouders en verzorgers van onze leden een informatieboekje aan,

Nadere informatie

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen Spelregels drietal hockey Hoe ziet een speelveld er uit? 5m 5m 2m 5m 2m 2m speelrichting speelrichting 2m 2m 2m 5m 5m 5m 5m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Nadere informatie

Beschrijving - Actie scheidsrechter - Actie van de teams

Beschrijving - Actie scheidsrechter - Actie van de teams Wedstrijdprotocol Tijd Beschrijving - Actie scheidsrechter - Actie van de teams Zorg ervoor dertig minuten vóór de aanvangstijd bij het speelveld aanwezig te zijn. In wit shirt met embleem. Maak alvast

Nadere informatie

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Spelregels achttal hockey Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen De zijlijnen doen dienst als achterlijnen.

Nadere informatie

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Evaluatie van de spelonderdelen AUTEUR(S) VANMEDEGAEL STEVEN,

Nadere informatie

3.10c; deel 1. Het nemen van de vrije worp

3.10c; deel 1. Het nemen van de vrije worp 3.10c; deel 1 c Het nemen van de vrije worp c Het nemen van de vrije worp De nemer van de vrije worp moet met één voet direct achter het strafworppunt staan en met de andere voet in het gebied achter de

Nadere informatie

RICHTLIJNEN VOLLEY BELGIUM REFEREE SCHOOL (VBRS) Editie 2018 (versie 1.1 januari 2018)

RICHTLIJNEN VOLLEY BELGIUM REFEREE SCHOOL (VBRS) Editie 2018 (versie 1.1 januari 2018) RICHTLIJNEN VOLLEY BELGIUM REFEREE SCHOOL (VBRS) Editie 2018 (versie 1.1 januari 2018) 1 Inleiding Deze richtlijnen zijn unaniem goedgekeurd door de Volley Belgium Referee School (VBRS, 1 ste pijler spelregels)

Nadere informatie

Aanpassingen korfbalspelregels 2010

Aanpassingen korfbalspelregels 2010 Aanpassingen korfbalspelregels 2010 Huidige regel Voorgestelde tekst 1.2 Afbakening Nieuwe tekst 1.2 Afbakening Het strafworpgebied is een gebied tot 2,50 m (in alle richtingen) vanaf het strafworppunt,

Nadere informatie

Handleiding assistent-scheidsrechter

Handleiding assistent-scheidsrechter Handleiding assistent-scheidsrechter Den Ham, 17 september 2015 Deze handleiding geeft een korte toelichting over de wijze van signalering en positionering van een assistent-scheidrechter bij een officiële

Nadere informatie

JEUGD: SEIZOEN

JEUGD: SEIZOEN JEUGD: SEIZOEN 2014-2015 Instructies en praktische info Net vóór de start van het seizoen 2014-2015 lijkt het ons interessant en belangrijk om enkele bepalingen m.b.t. de jeugdcompetities nog eens te bundelen.

Nadere informatie

Niveau 3 Onderarms spelen

Niveau 3 Onderarms spelen Niveau 3 Onderarms spelen Leeftijd: 8-9 jaar 4,5 m Aantal spelers: 4 spelers per team Veldafmeting: 6 x 4,5 meter Nethoogte: 2 meter 6 m Veldafmeting Naast het gebruik van de veldafmeting van 6 x 4,5 meter

Nadere informatie

Agenda : Welkom van de Voorzitter + dankwoord; Voorstelling van de nieuwe leden en werking van het Scheidsrechterscomité;

Agenda : Welkom van de Voorzitter + dankwoord; Voorstelling van de nieuwe leden en werking van het Scheidsrechterscomité; Agenda : Welkom van de Voorzitter + dankwoord; Voorstelling van de nieuwe leden en werking van het Scheidsrechterscomité; Aanpassingen Administratief Reglement; Aanpassingen spelregels; Briefings / workshops

Nadere informatie

Spelregels 3-tal, 6-tal en 8-talhockey bij de mini's

Spelregels 3-tal, 6-tal en 8-talhockey bij de mini's Spelregels 3-tal, 6-tal en 8-talhockey bij de mini's Spelregels drietalhockey: Bij het minihockey heeft de spelbegeleider een 'lerende' taak en ziet deze er op toe dat sportief en veilig gespeeld wordt.

Nadere informatie

Leidraad invulling nationaal wedstrijdformulier

Leidraad invulling nationaal wedstrijdformulier Leidraad invulling nationaal wedstrijdformulier 1 VOOR DE WEDSTRIJD A Wedstrijdinformatie aan de bovenkant van het formulier "FROTOS" is de thuis spelende ploeg, "PRIKUSA" zijn de gasten. Bron: Officiële

Nadere informatie

Officiële spelregels beachvolleybal 2009-2013 NEDERLANDSE VOLLEYBAL BOND OFFICIËLE BEACHVOLLEYBAL SPELREGELS 2009-2013

Officiële spelregels beachvolleybal 2009-2013 NEDERLANDSE VOLLEYBAL BOND OFFICIËLE BEACHVOLLEYBAL SPELREGELS 2009-2013 NEDERLANDSE VOLLEYBAL BOND OFFICIËLE BEACHVOLLEYBAL SPELREGELS (Inclusief wijzigingen tot en met 2011) 1 INHOUD Voorwoord blz 6 Hoofdstuk 1 Speelruimte en voorzieningen 1 Speelruimte (tekeningen 1b en

Nadere informatie

Manegevoetbal Asten. Spelregels Manegevoetbal Asten Versie 7.1 2015. Manegevoelbal Asten Versie 7.1-2015 Lotusstraat 40 5721 ZV, Asten Pagina 1 van 8

Manegevoetbal Asten. Spelregels Manegevoetbal Asten Versie 7.1 2015. Manegevoelbal Asten Versie 7.1-2015 Lotusstraat 40 5721 ZV, Asten Pagina 1 van 8 Spelregels Manegevoetbal Asten Versie 7.1 2015 5721 ZV, Asten Pagina 1 van 8 Inleiding De spelregels van het manegevoetbal zijn samengesteld door de organisatie van het Manegevoetbaltoernooi. De spelregels

Nadere informatie

SPELREGELS U8

SPELREGELS U8 SPELREGELS 2017-2018 U8 SPELREGELS Minibasketbal - 1 1. Aantal spelers per ploeg / deelname Een ploeg mag minimum 3 spelers en maximum 12 spelers op het wedstrijdblad inschrijven. De spelers zijn van het

Nadere informatie

4-TAL HOCKEY : SPEL- EN GEDRAGSREGELS

4-TAL HOCKEY : SPEL- EN GEDRAGSREGELS Referentie : Spelregels FIH Versie : 1-2008, van toepassing vanaf 1/2/2008 Deze regels zijn van toepassing op eekhoorntjes meisjes. De wijzigingen ten opzichte van de vorige versie 1-2003 zijn aangegeven

Nadere informatie

Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams

Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams De veranderingen zijn GEEL gemarkeerd. Hoe ziet het speelveld eruit?.. Veldmarkeringen in de vorm van hoekvlaggen

Nadere informatie

3,3 INSTRUCTIES BIJ "LEIDING DOOR TWEE SCHEIDSRECHTERS" Werkstuk door een scholier 1879 woorden 19 april keer beoordeeld.

3,3 INSTRUCTIES BIJ LEIDING DOOR TWEE SCHEIDSRECHTERS Werkstuk door een scholier 1879 woorden 19 april keer beoordeeld. Werkstuk door een scholier 1879 woorden 19 april 2009 3,3 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Wat is waterpolo? Waterpolo is een zwemsport. Waterpolo is een sport voor jongens en meisjes. Het is een soort

Nadere informatie

1. REEKSINDELING 2 2. OPMAAK KLASSEMENT 2. Competitieregels 7 tegen 7 3

1. REEKSINDELING 2 2. OPMAAK KLASSEMENT 2. Competitieregels 7 tegen 7 3 INHOUDSTAFEL 1. REEKSINDELING 2 2. OPMAAK KLASSEMENT 2 Competitieregels 7 tegen 7 3 1. Speelveld 4 2. Bal 4 3. Aantal spelers 5 4. Spelersuitrusting 5 5. 1 scheidsrechter 5 6. 2 lijnrechters 5 7. Wedstrijdduur

Nadere informatie

Koninklijke Belgische Zwembond Centrale Scheidsrechterscommissie. Waterpoloreglement België Samenvatting van de aanpassingen

Koninklijke Belgische Zwembond Centrale Scheidsrechterscommissie. Waterpoloreglement België Samenvatting van de aanpassingen Koninklijke Belgische Zwembond Centrale Scheidsrechterscommissie Waterpoloreglement 2019-2021 België Samenvatting van de aanpassingen 1 WP 1.2 De uitrusting en markeringen van het speelveld voor een wedstrijd

Nadere informatie

2. Duur van het experiment. Het experiment loopt van 1 augustus 2005 tot 1 juni 2006.

2. Duur van het experiment. Het experiment loopt van 1 augustus 2005 tot 1 juni 2006. 3. Experiment inzake het 3 x 21 met rallypoint-systeem 1. ard van het experiment. Het betreft een experiment tot wijziging van spelregels m.b.t. -de puntentelling waarbij een game in alle onderdelen uit

Nadere informatie

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen)

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen) Woordenboek voor de jeugd. Ace Blessure Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen) Een wond of breuk die veel pijn

Nadere informatie

RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal

RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal Het Bondsbestuur heeft- na overleg met de IKF- in zijn vergadering van 24 21 augustus 2015 2017 de volgende richtlijnen, als bedoeld in artikel 1 lid 3 en artikel 5

Nadere informatie

Positionering op het veld

Positionering op het veld Positionering op het veld Gevaarlijke positionering van de wisselspelers. Bovendien moeilijk te zien wie meedoet en wie niet. Juiste positionering van de coach en de scheidsrechter: ver genoeg van de bal

Nadere informatie

RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal

RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal Het Bondsbestuur heeft- na overleg met de IKF- in zijn vergadering van 24 augustus 2015 de volgende richtlijnen, als bedoeld in artikel 1 lid 3 en artikel 5 lid 2 van

Nadere informatie

Coach assistentie. Flash Veendam

Coach assistentie. Flash Veendam Coach assistentie Flash Veendam Allereerst heel erg bedankt dat u zich wil inzetten voor Flash en het team van uw zoon of dochter. We zijn een grote club en kunnen niet zonder hulp van ouders/verzorgers

Nadere informatie

Aanvang: - De bal mag vanaf elke plaats in het veld over het net worden gegooid, waarbij de bal het net mag raken.

Aanvang: - De bal mag vanaf elke plaats in het veld over het net worden gegooid, waarbij de bal het net mag raken. NIVEAU 1. - De bal mag vanaf elke plaats in het veld over het net worden gegooid, waarbij de bal het net mag raken. Spelregels: - Wanneer een speler de bal over het net gooit draait het hele team, met

Nadere informatie

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016 Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016 Op 1 maart 2016 heeft de IHF de aangesloten landen op de hoogte gebracht van de spelregelwijzigingen die met ingang van 1 juli 2016 van kracht

Nadere informatie

Handleiding voor Tafelofficials

Handleiding voor Tafelofficials Handleiding voor Tafelofficials Wheelchairrugby Nederland Inleiding 1 Taken voorafgaand aan een wedstrijd van de tafelofficials 1 De tijdwaarnemer 2 Taken van de scoretafelaar 4 Taken van de straftafelaar

Nadere informatie

Wiezen. Spelregels Volgens Café In de Goude Ster

Wiezen. Spelregels Volgens Café In de Goude Ster Wiezen Spelregels Volgens Café In de Goude Ster Kaartmarathon Reglement voor een kaartmarathon 1 2 Wiezen Spelregels Volgens Café In de Goude Ster Kaartmarathon Er wordt van uitgegaan dat iedere deelnemer

Nadere informatie