De uitzichtloosheid van levenslang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De uitzichtloosheid van levenslang"

Transcriptie

1 De uitzichtloosheid van levenslang De tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland getoetst aan de waarborgen van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden Masterscriptie Naam: Beka Altunashvili Studentnummer: Master: Publiekrecht: Strafrecht Begeleider: dhr. mr. drs. K.C.J. Vriend Tweede lezer: mw. mr. M.J. van Weerden Inleverdatum eindversie: Juli 2015 Universiteit van Amsterdam i

2 ii

3 To assert in any case that a man must be absolutely cut off from society because he is absolutely evil amounts to saying that society is absolutely good, and no-one in his right mind will believe this today. - Albert Camus ( ) - iii

4 iv

5 VOORWOORD Voor u ligt mijn scriptie ter afsluiting van de master Strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Het vormt de laatste stap voor het verkrijgen van de titel meester in de rechten. Graag wil ik verscheidene personen bedanken. Allereerst wil ik mijn moeder bedanken, omdat zij mij altijd heeft gesteund, zowel in mijn studie als daarnaast en mijn tweelingzus voor haar eeuwigdurende vriendschap. Voorts wil ik mijn dankwoord richten aan mr. drs. K.C.J. Vriend. Het is mede dankzij zijn opbouwende feedback op conceptversies dat ik een academisch waardig onderzoek heb kunnen inleveren. Verder wil ik iedere medestudent bedanken met wie ik tijdens mijn studententijd een leuke tijd heb doorgebracht. In het bijzonder wil ik A. Muradov en J.R. Goudkuil bedanken voor hun betekenisvolle vriendschap die op zeer spontane wijze is ontstaan. Ter afsluiting wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor hun begrip telkens weer wanneer ik een feest niet kon bewonen vanwege mijn studie. De lezer van dit onderzoek wens ik veel plezier toe! Bergen, juli 2015 v

6 vi

7 INHOUDSOPGAVE Voorwoord v Inhoudsopgave vii Lijst van gebruikte afkortingen xi 1 Inleiding Inleiding Probleemstelling Afbakening Opbouw Onderzoeksmethoden 4 2 Levenslang nationaal bezien Inleiding Implementatie van de levenslange gevangenisstraf Straftheorieën Preventie Vergelding Wettelijk kader Levenslange gevangenisstraf in absolute en niet-absolute zin Gegevens Afzien van de verdere tenuitvoerlegging De civiele rechtsgang Gratie Aard Gronden Procedure Onvoorwaardelijke en voorwaardelijke gratieverlening Gratiebeleid tot Herbezinning op het oude beleid Jurisprudentie 23 vii

8 2.9 Tussenconclusie 25 3 Levenslang en het EVRM Inleiding Internationaal recht Levenslang in Europa Het verbod van foltering, of onmenselijke of vernederende behandeling Léger t. Frankrijk Kafkaris t. Cyprus Iorgov t. Bulgarije II Vinter e.a. t. het Verenigd Koninkrijk Harakchiev en Tolumov t. Bulgarije Hutchinson t. het Verenigd Koninkrijk Het recht op vrijheid en veiligheid Artikel 5, eerste lid, onder a, van het EVRM Artikel 5, vierde lid, van het EVRM Tussenconclusie 42 4 Het tenuitvoerleggingsbeleid getoetst Inleiding Hoge Raad en levenslang Hoge Raad Hoge Raad Het huidige tenuitvoerleggingsbeleid en artikel 3 EVRM Een prospect of release Een possibility of review Het huidige tenuitvoerleggingsbeleid en artikel 5 EVRM Artikel 5, eerste lid, onder a, van het EVRM Artikel 5, vierde lid, van het EVRM Tussenconclusie 63 5 Conclusie Inleiding De levenslange gevangenisstraf in Nederland 66 viii

9 5.3 Levenslang internationaal bezien Het huidige tenuitvoerleggingsbeleid getoetst Levenslang en artikel 3 EVRM Levenslang en artikel 5 EVRM Nawoord 70 Literatuur 72 Aangehaalde literatuur 72 Geraadpleegde literatuur 74 Digitale bronnen 76 Onderzoeken, rapporten en adviezen 77 Regelgeving en parlementaire documentatie 78 Jurisprudentie 79 ix

10 x

11 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN AA Ars Aequi Afl. aflevering art. artikel DD Delikt en Delinkwent d.d. de dato e.a. en anderen EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens EVRM Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden HR Hoge Raad IVBPR Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten jo. juncto jrg. jaargang m.nt. met noot van NJ Nederlandse Jurisprudentie NJB Nederlands Juristenblad nr. nummer p. pagina Pbw Penitentiaire Beginselenwet Rb. Rechtbank r.o. rechtsoverweging RSJ Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Stb. Staatsblad Sv Wetboek van Strafvordering Tbs terbeschikkingstelling Trb. Tractatenblad TREMA Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht xi

12 xii

13 HOOFDSTUK 1 - INLEIDING 1.1 Inleiding In Nederland voert het resocialisatiebeginsel de boventoon bij het tenuitvoerleggen van vrijheidsbenemende straffen of maatregelen. Ingevolge dit beginsel wordt de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de terugkeer van de gestrafte in de samenleving. 1 In 1870 werd de levenslange gevangenisstraf ingevoerd. 2 In het licht van het resocialisatiebeginsel werden levenslanggestraften geplaatst onder het toezicht van de Directie Gevangeniswezen en de hoofdafdeling Staats- en Strafrecht om te beoordelen of na verloop van tijd de straf van de levenslanggestrafte kon worden kwijtgescholden. 3 Zo zijn in de periode 1889 tot 1970, 40 van de 48 levenslanggestraften gegratieerd. 4 Het huidige politieke strafklimaat kenmerkt zich door verharding. Strafmaxima zijn verhoogd 5 en de ernstigste strafbare feiten kunnen niet meer verjaren. 6 De tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf vormt hét voorbeeld van de strafverharding. Steeds vaker wordt de straf opgelegd, terwijl steeds minder gratieverzoeken worden gehonoreerd. In het verleden vormde het verlenen van gratie nog een reële mogelijkheid. In de periode tot 1986 was sprake van beleidsgratie, waarbij in beginsel aan levenslanggestraften gratie werd verleend. 7 Hierdoor werd de straf omgezet in een tijdelijke gevangenisstraf. Dit is nog niet het geval voor de levenslanggestraften van na Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) heeft in verschillende uitspraken uitgemaakt aan welke eisen, ingevolge de artikelen 3 en 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: 1 Het resocialisatiebeginsel is bijvoorbeeld verwoord in art. 2, tweede lid, van de Pbw. 2 Bij wet van 17 september 1870 (tot afschaffing der doodstraf), Stb. 1870, 160 werd in Nederland de doodstraf afgeschaft. Daarvoor in de plaats kwam de levenslange tuchthuisstraf. 3 Van Hattum 2012, p Factsheet 2011, p Wet van 22 december 2005 (herijking wettelijke strafmaxima), Stb. 2006, 11 (Kamerstukken 28484). 6 Artikel 70, tweede lid, Sr: In afwijking van het eerste lid verjaart het recht tot strafvordering niet voor misdrijven waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld. Wet van 16 november 2005, Stb. 2005, 595 (Kamerstukken II ). 7 Kamerstukken II 1950/51, 1546 (MvA), p Van Hattum 2009, p

14 het EVRM), de tenuitvoerlegging van een levenslange gevangenisstraf moet voldoen. In de recente zaken Vinter e.a. t. het Verenigd Koninkrijk 9 en Harakchiev en Tolumov t. Bulgarije 10 is uitgemaakt dat reeds vanaf het moment van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf aan levenslanggestraften een prospect of release toekomt. Dit houdt in dat de levenslange gevangenisstraf de jure en de facto te eniger tijd verkortbaar moet kunnen zijn. De uitspraken van het EHRM hebben in Nederland veel stof doen opwaaien. De vraag naar de werkelijke reduceerbaarheid van de levenslange gevangenisstraf wordt vaak gesteld. 11 Uitspraken van bewindslieden geven blijk van de idee dat de levenslange gevangenisstraf in beginsel ook daadwerkelijk levenslang moet duren. 12 Dit vormt een fundamentele herbezinning op het oude beleid. Dit onderzoek besteedt dan ook aandacht aan de bezwaren die mogelijkerwijs bestaan tegen de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland. Immers vormt het ontnemen van elk perspectief op terugkeer in de samenleving een schending van de artikelen 3 en 5 van het EVRM. Terecht kan de vraag worden gesteld of het Nederlandse tenuitvoerleggingsbeleid van de levenslange gevangenisstraf wel in overeenstemming is met het EVRM. 1.2 Probleemstelling In de afgelopen tien jaar is de discussie rond het tenuitvoerleggingsbeleid van de levenslange gevangenisstraf nieuw leven ingeblazen. De recente uitspraken van het EHRM hebben hieraan bijdragen. De vraag of het huidige beleid in overeenstemming is met de waarborgen voortvloeiende uit het EVRM, wordt niet door een ieder op dezelfde wijze beantwoord. Politici stellen zich op het standpunt dat het huidige tenuitvoerleggingsbeleid niet in strijd is met het EVRM. Daarentegen worden door critici wel degelijk vraagtekens gezet bij het beleid. 13 Het bovenstaande rechtvaardigt een onderzoek naar de volgende probleemstelling: Is het huidige tenuitvoerleggingsbeleid bij de levenslange gevangenisstraf in Nederland in overeenstemming met de artikelen 3 en 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden? 9 EHRM 9 juli 2013, nr /09, 130/10 en 3896/10, 122 (Vinter/Verenigd Koninkrijk). 10 EHRM 8 juli 2014, nr /11 en 61199/12, 246 (Harakchiev en Tolumov/Bulgarije). 11 Zie bijv. De Bont en Meijer 2013, p , Hamer en De Bont 2005, p. 2258, en Van Hattum 2013, p Kamerstukken II 2003/04, , nr. 34, p en RSJ 2008a, p Factsheet 2011, p. III. 2

15 1.3 Afbakening Een masterscriptie is door haar omvang beperkt. Die beperking dwingt tot afbakening van een dergelijk onderzoek. Dit onderzoek is dan ook als volgt afgebakend. Het onderzoek richt zich allereerst alleen op de levenslange gevangenisstraf. Het opnemen van een persoon in de longstay-afdeling van een tbs-inrichting kan eveneens een leven lang duren. Desalniettemin komt die opname in dit onderzoek niet aan bod, nu de aard van de levenslange gevangenisstaf en de maatregel van tbs principieel verschillend zijn. Het opleggen van een levenslange gevangenisstraf ziet primair op vergelding, terwijl tbs ziet op resocialisatie van de persoon en beveiliging van de samenleving. 14 Het onderzoek ziet op de verenigbaarheid van het Nederlandse tenuitvoerleggingsbeleid omtrent de levenslange gevangenisstraf met de waarborgen voortvloeiende uit het EVRM. Het onderzoek beperkt zich ten tweede dan ook, naast de nationale regelgeving, tot het hoofdzakelijk bespreken van het EVRM. Het onderzoek richt zich in het bijzonder op de artikelen 3 en 5 van het EVRM, omdat deze artikelen de belangrijkste normen formuleren waaraan het tenuitvoerleggingsbeleid van de levenslange gevangenisstraf moet voldoen. 1.4 Opbouw Het onderzoek kent de volgende opbouw. In hoofdstuk 2 komt de levenslange gevangenisstraf in Nederland aan bod. Allereerst worden de historische totstandkoming en de strafdoelen van de levenslange gevangenisstraf besproken. Daarna wordt het wettelijk kader uiteengezet. Verder worden enige gegevens omtrent de tenuitvoerlegging van de straf weergegeven. Tevens komen de mogelijkheden tot verkorting van de straf aan bod. Tot slot wordt de jurisprudentie met betrekking tot het opleggen van de straf besproken. In hoofdstuk 3 worden de waarborgen voortvloeiende uit het EVRM voor levenslanggestraften behandeld. Hierbij nemen de verboden op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling (art. 3 EVRM), willekeurige vrijheidsberoving (art. 5, eerste lid, onder a, EVRM) en het recht op beoordeling van de rechtmatigheid van detentie (art. 5, vierde lid, EVRM) een centrale positie in. In hoofdstuk 4 wordt het huidige tenuitvoerleggingsbeleid van de levenslange gevangenisstraf in Nederland zoals uiteengezet in hoofdstuk 2 getoetst aan de eisen die voortvloeien uit het EVRM zoals ook is behandeld in hoofdstuk 3. Onderzocht wordt of de huidige situatie in 14 HR 14 maart 2006 ECLI:NL:HR:2006:AU549, r.o. 9.8, NJ 2007, 345, m.nt. Mevis. 3

16 overeenstemming is met het EVRM. Ter afsluiting wordt in hoofdstuk 5 een samenvatting gegeven van het onderzoek en wordt een antwoord geformuleerd op de probleemstelling van dit onderzoek. 1.5 Onderzoeksmethoden Het onderzoek wordt verricht vanuit een dogmatisch-positivistisch perspectief. Informatie wordt vergaard uit literatuur, tijdschriftartikelen, nationale en Europese regelgeving en jurisprudentie en parlementaire documentatie. 4

17 5

18 HOOFDSTUK 2 LEVENSLANG NATIONAAL BEZIEN 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de totstandkoming van de levenslange gevangenisstraf alsmede de daaraan ten grondslag liggende straftheorieën besproken. Vervolgens wordt de wettelijke regeling van de levenslange gevangenisstraf in Nederland uiteengezet en worden enige gegevens omtrent de oplegging van de straf weergegeven. Voorts zullen de mogelijkheden tot strafverkorting ingeval van levenslang aan bod komen. Tot slot komt de recente rechtspraak aan de orde. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een tussenconclusie. 2.2 Implementatie van de levenslange gevangenisstraf In 1810 werd het Koninkrijk Holland definitief bij het Franse Keizerrijk ingelijfd. De Franse Code Pénal werd in 1811 in Nederland van toepassing verklaard. Hiermee werd in Nederland voor het eerst de levenslange vrijheidsstraf geïntroduceerd in de vormen van eeuwige ballingschap en eeuwige dwangarbeid. De vrijheidsstraffen zijn in 1813 weer afgeschaft. In de considerans bij het Vorstelijk Besluit van 1813 is te lezen dat de Strafbepalingen, in het tot nog toe in vigeur zijnde Wetboek van Strafrecht voorkomende, voor dit Land ongeschikt, en alzoo geheel ondoelmatig zijn. 15 In 1847 zag de Nederlandse regering af van het invoeren van de tuchthuisstraf van twintig jaren of meer. Het Pennsylvania-stelsel genoot de voorkeur van de Tweede Kamer. Dit stelsel hield in dat gedetineerden dag en nacht in afzondering bleven. Binnen de inrichting waren communicatie en bezoek uitgesloten en zelfs het luchten van gedetineerden gebeurde in eenzaamheid. De regering stelde zich op het standpunt dat eenzame detentie voor de duur van vijftien jaren of meer schadelijk is voor de geestelijke gezondheid van de gedetineerde. Gelet hierop zou de invoering van tuchthuisstraffen voor de duur van twintig jaren of meer met zich meebrengen dat het laatste gedeelte van de straf in gemeenschap moet worden doorgebracht. Hiervoor bestond geen politiek draagvlak. Daartegenover werd door de Tweede Kamer een 15 Art. 7 van het Besluit van 11 december 1813 (houdende bepalingen ten aanzien van de Lijfstraffelijke Regtsoefening in de Vereenigde Nederlanden), Stb. 1813, 10. Bron: Van Laanen 2003, p

19 tijdelijke tuchthuisstraf van vijftien jaren als straf naast de doodstraf (poena morti proxima) te licht bevonden. Volgens de regering resteerde niets anders dan de levenslange gevangenisstraf. 16 Het Wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf is in 1869 aanhangig gemaakt. Bij Wet van 17 september 1870, Stb. 162, is in Nederland de doodstraf afgeschaft. De doodstraf werd vervangen door de levenslange gevangenisstraf. Volgens de wetgever was er eene onder de beschaafde volkeren zich vestigende gemeene overtuiging dat de doodstraf in den normale maatschappelijke toestand geen regt van bestaan meer heeft. 17 Bovendien werd de doodstraf nauwelijks meer ten uitvoer gelegd. Bij de afschaffing van de doodstraf heeft de wetgever onderscheid gemaakt tussen strafbaarstellingen die bedreigd zullen worden met levenslange gevangenisstraf, langdurige tuchthuisstraf van minimaal vijf jaren of tuchthuisstraf. 18 De levenslange gevangenisstraf is na het afwegen van de voordelen en de nadelen in het huidige Wetboek van Strafrecht behouden gebleven. 19 Wel is de doodstraf voor bepaalde delicten tijdelijk heringevoerd geweest. Dit geschiedde bij het Besluit Buitengewoon Strafrecht. Reden voor de herinvoering vormde de ernst van de misdrijven die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren gepleegd. 20 De invoering van de levenslange opsluiting in 1870 stond in nauw verband met de doodstraf. De positie die de levenslange opsluiting zou innemen onderscheidde zich echter van de doodstraf. Daar waar bij de gepoogde introductie van de levenslange opsluiting de straf naast de doodstraf zou komen te bestaan, kwam in 1870 de levenslange tuchthuisstraf niet naast, maar in plaats van de doodstraf. 21 De regering heeft expliciet aandacht besteed aan de vraag of niet een andere straf dan de levenslange vrijheidsstraf de doodstraf moest vervangen. Gedacht werd aan deportatie, maar bij verdere overdenking zag de regering hier telkens van af. Naast problemen met betrekking tot doeltreffendheid, werden de kosten te hoog geacht gelet op het geringe aantal veroordeelden die de straf zouden krijgen opgelegd. Hiertoe 16 Van Laanen 2003, p Kamerstukken II 1869/79, Bijlagen vel 208, p Bron: Bleichrodt en Vegter 2013, p Bleichrodt en Vegter 2013, p Art. 10, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. 20 Besluit van 22 december 1943 (Houdende vaststelling van het Besluit Buitengewoon Strafrecht), Stb. 1943, D Zie Van Laanen 2003, p. 414 en Bleichrodt en Vegter 2013, p. 5. 7

20 merkte de regering op: Wat kan men met zulk een luttel aantal ( ) verrigten voor aanleg van werken, voor ontginning van woeste gronden, voor land- en boschcultuur ( ) Straftheorieën Het rechtvaardigen van opzettelijke leedtoevoeging door de overheid is zo oud als het straffen van overheidswege zelf. Onderscheid wordt gemaakt tussen absolute en relatieve straftheorieën. In beide theorieën wordt geprobeerd de beste rechtvaardiging voor de straf te geven. De theorieën zijn tot stand gekomen aan het eind van de achttiende eeuw. Het betrof een tijd van revolutie waarbij de vrijheid van burgers voorop stond. Inmenging middels gebruikmaking van het strafrecht was enkel onder uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd Preventie Relatieve straftheorieën stellen sturing van de bevolking centraal. De mens wordt gezien als een rationeel denkend wezen, die zoveel mogelijk genot nastreeft bij zo weinig mogelijk ondervinding van pijn. Bentham stelt dat de staat middels bestraffing de taak heeft pijn uit te bannen. 23 Het doel van de straf is het voorkomen dat mensen strafbare feiten plegen, nu die leed veroorzaken bij anderen. Het voordeel dat door de strafbare gedraging is verkregen wordt door de bestraffing weer ongedaan gemaakt. Hierdoor zullen burgers kiezen de strafbare gedraging na te laten. 24 Het sturen van burgers middels straf kan afschrikwekkend werken, doordat afschrikking kan plaatsvinden door middel van preventie. Het verband tussen afschrikking en preventie wordt ook door Beccaria gelegd wanneer hij zegt dat het doel van de straf preventie van criminaliteit is en dat het wordt gerealiseerd door bedreiging van wetsovertredingen met straf. 25 De strafbedreiging mag echter niet hoger zijn dan noodzakelijk ter realisering van dit preventieve doel. 26 De strafbedreiging en toepassing daarvan zijn zo 22 Kamerstukken II 1846/47, XII, nr. 33, p en Kamerstukken II 1869/79, 80, nr. 3, p Bron: Van Laanen 2003, p Bentham 2000, p. 61 en Bentham 2000, p : The first object, it has been seen, is to prevent, in as far as it is worth while, all sorts of offenses; therefore, the value of the punishment must not be less in any case than what is sufficient to outweigh that of the profit of the offense. 25 Beccaria 1767, p Beccaria 1767, p

21 niet alleen instrumenten om de veiligheid van de samenleving te waarborgen, maar voorkomen ook wrede, ongelijke en onvoorspelbare bestraffing. Ten Voorde stelt zich op het standpunt dat bij de levenslange gevangenisstraf de generaal preventieve werking afwezig is, omdat het gaat om een straf die in feite niet bestaat. 27 Volgens Ten Voorde leiden de ongrijpbaarheid van de duur van de straf en het tenuitvoerleggingsbeleid immers ertoe dat van levenslange gevangenisstraf niet kan worden gesproken en dat deze straf, net als alle andere straffen, in de praktijk een tijdelijke is. Deze werking wordt ook door Van Laanen in twijfel getrokken. 28 Van Laanen meent dat het opleggen van een levenslange gevangenisstraf geen meerwaarde biedt ten opzichte van een tijdelijke gevangenisstraf op het gebied van generale preventie. Bovendien is, volgens Van Laanen, de generaal-preventieve werking afhankelijk van specifieke kenmerken van delicten en daders. Die factoren zijn haast onmeetbaar, waardoor de generaal-preventieve werking slecht kan worden ingeschat. Anders dan Van Laanen ben ik van oordeel dat de levenslange gevangenisstraf wel generaal-preventieve werking heeft. De afschrikwekkende werking van de tijdelijke gevangenisstraf leidt niet zonder meer tot tenietdoening van de generaalpreventieve werking bij de levenslange gevangenisstraf. Strafbedreiging en strafoplegging zijn per definitie afschrikwekkend en hebben daarmee een preventieve werking. Dit is niet anders bij de levenslange gevangenisstraf. Naast generale preventie onderscheidt men ook speciale preventie. Speciale preventie kan worden onderverdeeld in twee categorieën. In de eerste categorie werkt de straf speciaal preventief, doordat deze zo intimiderend is dat de gestrafte afziet van het plegen van strafbare feiten in de toekomst. Het betreft een geïndividualiseerde vorm van generale preventie. Ook hier gaat men uit van het mensbeeld waarbij de mens een rationeel denkend wezen is die alle voor- en nadelen van zijn handelen afweegt. In de tweede categorie is het mensbeeld anders. De straf is niet bedoeld als intimidatie, maar als steun aan de gestrafte bij zijn terugkeer in de maatschappij. De speciale preventie is dan gericht op heropvoeding van de gestrafte. Burgers worden in deze visie gezien als unieke wezens die niet gelijk zijn aan elkaar. Hierdoor worden de sancties geïndividualiseerd naar de dader waarbij diens behandeling voorop staat. Deze laatste categorie van speciale preventie vormt een drastische wijziging van de klassieke 27 Ten Voorde 2002, p Van Laanen 2003, p

22 theorie zoals ontwikkeld door Bentham en Beccaria nu het mensbeeld ter discussie wordt gesteld. Volgens Ten Voorde heeft de levenslange gevangenisstraf ook geen speciaal-preventieve werking. Bij levenslange gevangenisstraf zou het vaak gaan om onvolkomen ontwikkelde gestraften. Zij kunnen de betekenis van hun straf niet goed bevatten, waardoor de gedachte dat zij door de straf worden weerhouden van recidive niet opgaat voor de levenslange gevangenisstraf, aldus Ten Voorde. 29 Bij de invoering van de levenslange gevangenisstraf was speciale preventie echter wel het belangrijkste strafdoel. 30 Bij de invoering van het huidige Wetboek van Strafrecht is dit nog eens herhaald. Ervan uitgaande dat de straf daadwerkelijk volledig ten uitvoer wordt gelegd, is de levenslange gevangenisstraf wel degelijk bij uitstek het middel om te voorkomen dat de gestrafte recidiveert. Met Van Laanen ben ik van oordeel dat het belang van beveiliging vanuit speciaal-preventief perspectief moet worden gerelativeerd nu recidive onder veroordeelden tot levensdelicten gering is. 31 Bovendien stelt Van Laanen dat het moeilijk is vast te stellen of er een causaal verband bestaat tussen de levenslange gevangenisstraf en het gedrag van de gestrafte na zijn invrijheidstelling. Niettemin is een mogelijkheid tot verwijdering van een persoon uit de maatschappij noodzakelijk ingeval die persoon een dreiging blijkt te vormen voor de maatschappij. In een dergelijk geval moet de persoon wel in voldoende mate kunnen worden verweten het misdrijf te hebben gepleegd. Indien immers de persoon niet kan worden verweten het misdrijf te hebben gepleegd, dan kan er geen levenslange gevangenisstaf worden opgelegd en komt de maatregel van de tbs in beeld Vergelding Absolute straftheorieën rechtvaardigen de oplegging van straf in het hebben gepleegd van een strafbaar feit, waarbij de straf geheel los staat van het effect. Het begane onrecht moet worden gevolgd door een straf. De straf vormt de vergelding van het onrecht. De mate van vergelding staat in absolute straftheorieën ter discussie. Kant s uitwerking van de absolute straftheorie is proportioneel nu het conform de lex Talionis 32 is: een oog wordt enkel met een oog vergolden 29 Ten Voorde 2002, p Van Laanen 2003, p Van Laanen 2003, p Vergelijk Exodus 21:23-25 voor een van de eerste voorbeelden van de lex Talionis. 10

23 en een tand enkel met een tand. 33 Desondanks is zijn uitwerking ook wraakzuchtig, nu de straf moet worden ten uitvoer gelegd, zelfs als morgen de wereld vergaat. Andere auteurs, waaronder Hegel, stellen zich op het standpunt dat de straf weliswaar dient ter vergelding, maar daarbij terughoudendheid moet worden betracht en de maat moet worden ontleend aan het door de dader veroorzaakte onrecht. 34 Het vergeldingsdoel zou volgens Ten Voorde bij de levenslange gevangenisstraf deels ontbreken, nu van een degelijke vergelding geen sprake kan zijn indien de gestrafte niet weet hoe lang de vergelding kan duren. 35 Van Laanen stelt echter dat de rechter fungeert als spreekbuis van de samenleving die roept om het wegnemen van het rechtsgoed bij de veroordeelde, welke hij het slachtoffer heeft ontnomen. Van Laanen bedoelt hiermee het recht op leven. 36 Nu de doodstraf in Nederland is afgeschaft, kent ons rechtsstelsel daartoe maar één mogelijkheid die daar het meest in de buurt komt: de levenslange gevangenisstraf. Vergelding vormt dan ook een belangrijk strafdoel bij het opleggen en tenuitvoerleggen van de straf. Temeer nu het politieke klimaat zich kenmerkt door strafverharding en het slachtoffer een steeds grotere rol in het strafproces inneemt Wettelijk kader Sinds 1870 stelt het Wetboek van Strafrecht op een aantal zeer ernstige delicten een tijdelijke of levenslange gevangenisstraf. 38 De keuze tussen beide vormen van straf wordt overgelaten aan de rechter. Vanaf 1870 gold als maximum van de tijdelijke gevangenisstraf de termijn van twintig jaren. De invulling van de levenslange gevangenisstraf werd overgelaten aan de praktijk. Per 1 februari 2006 is het maximum van de tijdelijke gevangenisstraf verhoogd van twintig naar dertig jaren. De wetswijziging beoogt het strafgat tussen de tijdelijke en levenslange vrijheidsstraf te verkleinen. 39 De toenmalige Minister van Justitie Donner gaf aan 33 I. Kant, The right to punish in: J.G. Murphy, Punishment and rehabilitation Belmont (CA): Wadsworth Publishing 1973, p Bron: Ten Voorde 2008, p Volgens Hegel ziet het straffen op het ongedaan maken van het gepleegde strafbare feit en het terugbrengen van de maatschappij in de staat voordat het strafbare feit was gepleegd. Zie hiervoor: Hegel 1991, p Ten Voorde 2002, p Van Laanen 2003, p Van Hattum 2012, p Art. 10 van het Wetboek van Strafrecht. 39 Wet Herijking strafmaxima; ingevoerd bij Wet van 22 december 2005, Stb. 2006, 11 en Stb. 2006,

24 het begrip levenslang een meer letterlijke betekenis door te stellen dat ( ) levenslang. Dat is gewoon voor de rest van het leven. 40 Naast moord en gekwalificeerde doodslag worden ongeveer een dertigtal andere strafbare feiten uit het Wetboek van Strafrecht bedreigd met tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaren of levenslang. Voorbeelden zijn een aantal misdrijven met een terroristisch oogmerk 41, misdrijven tegen de veiligheid van de staat 42 en tegen de koninklijke waardigheid. 43 Voorts worden een aantal misdrijven tegen de algemene veiligheid van personen bedreigd met een levenslange of tijdelijke gevangenisstraf van maximaal 30 jaar. 44 Buiten het Wetboek van Strafrecht kennen andere wetten ook de mogelijkheid tot het opleggen van een levenslange vrijheidsstraf. Te denken valt aan de Wet internationale misdrijven van 2003, waarbij genocide en misdrijven tegen de menselijkheid kunnen worden gestraft met een levenslange gevangenisstraf of een tijdelijke van maximaal 30 jaren Levenslange gevangenisstraf in absolute en niet-absolute zin In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen de levenslange gevangenisstraf in absolute en niet-absolute zin. De levenslange gevangenisstraf in absolute zin kent enkel de gratie als mogelijkheid tot verkorting van de straf. Bovendien wordt van deze mogelijkheid tot verkorting alleen in hoogst uitzonderlijke gevallen gebruik gemaakt. Bij de levenslange gevangenisstraf in niet-absolute zin wordt naast gratie ook de mogelijkheid geboden tot voorwaardelijke invrijheidstelling en beleidsgratie. 2.6 Gegevens De levenslange gevangenisstraf is tot op heden enkel opgelegd in gevallen van (medeplegen van) enkelvoudige en meervoudige moord, (medeplegen van) enkelvoudige en meervoudige gekwalificeerde doodslag, opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft en moord met een terroristisch oogmerk. 46 Nederland telt momenteel ongeveer Kamerstukken II 2003/04, , nr. 34, p Bijvoorbeeld gijzeling met terroristisch oogmerk, art. 282b van het Wetboek van Strafrecht. 42 Art. 92 en verder van het Wetboek van Strafrecht. 43 Art. 108 e.v. van het Wetboek van Strafrecht. 44 Art. 168 van het Wetboek van Strafrecht. Gedacht kan worden aan het opzettelijk doen verongelukken van een (lucht)vaartuig. 45 Art. 3 en 4 van de Wet van 19 juni 2003 (Wet internationale misdrijven), Stb. 2003, Factsheet 2011, p

25 levenslanggestraften. In de laatste tien jaar zijn er veertien gratieverzoeken ingediend. In slechts één geval is gratie verleend. 47 Drie gratieverzoeken zijn nog lopende. Momenteel is er ook een levenslange gevangenisstraf overgenomen uit Bonaire. 48 Het gratieverzoek van C., 27 jaar gedetineerd en die niet als delictgevaarlijk wordt beschouwd, is op 10 juni 2014 afgewezen. 49 Gronden voor de afwijzing vormden de impact van zijn vrijlating op de samenleving en zijn mogelijke delictgevaarlijkheid. 50 De rechtbank heeft aan vier personen een levenslange gevangenisstraf opgelegd. Het gaat hier om drie veroordelingen in verband met het liquidatieproces Passage. Het hoger beroep in deze zaken loopt nog. 51 De vierde veroordeling betreft die van Faig B in de Galjoen-zaak. 52 Het gerechtshof s- Gravenhage heeft op 19 januari 2015 Faig B wederom veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. 53 Tegen deze uitspraak is geen cassatie ingesteld. Het aantal opgelegde levenslange straffen neemt toe. In de periode van 1945 tot 2000 zijn in totaal 25 levenslange straffen opgelegd. Van 2000 tot 2011 waren dat er In de periode van 1970 tot 1980 is geen levenslange straf opgelegd. Uit het overzicht van levenslanggestraften in Nederland van Anker en Anker is op te maken dat de levenslange gevangenisstraf voornamelijk is opgelegd voor meervoudige (roof)moorden. In gevallen waarbij levenslang is opgelegd voor enkelvoudige moord, werden de veroordeelden voorts verdacht van andere ernstige feiten of waren zij reeds eerder veroordeeld wegens gewelds- of zedendelicten. 55 Uit het overzicht is geen significant verschil op te maken tussen de feiten waarvoor levenslange gevangenisstraf is opgelegd tussen 1954 en 2000 en tussen 2000 en De gemiddelde leeftijd van tot levenslang veroordeelden is ca. 38 jaar. De jongste tot levenslang veroordeelde was ten tijde van de oplegging 23 jaar, de oudste was bij oplegging 61 jaar Aanhangsel Handelingen II 2013/14, 1336, p Aanhangsel Handelingen II 2013/14, 1336, p Het betreft hier Loi Wah Chung die in 1989 door het gerechtshof s-gravenhage tot levenslange gevangenisstraf is veroordeeld voor de moord op de vier leden van het Chinese gezin Tang uit Rotterdam. Zie voor de uitspraak: ECLI:NL:GHSGR:1989:1. 50 Van Hattum 2013a, p Het betreft het vonnis van de rechtbank Amsterdam gedaan op 29 januari 2013 tegen de verdachten Jesse R., Siegfried S. en Mohammed R., ECLI:NL:RBAMS:2013:BY Rechtbank Dordrecht 11 oktober 2012 ECLI:NL:RBDOR:2012:BX Gerechtshof s-gravenhage 19 januari 2015 ECLI:NL:GHDHA:2015: Factsheet 2011, p. 3. In de periode 2000 tot 2011 waren van de 24 tot levenslang veroordeelden er 2 per 1 juli 2011 nog niet definitief. 55 Anker en Anker Factsheet 2011, p

26 2.7 Afzien van de verdere tenuitvoerlegging In Nederland kan de levenslanggestrafte twee procedures starten met het oog op verkorting van zijn straf. Bij de eerste procedure wordt het oordeel van de civiele rechter omtrent de rechtmatigheid van de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf ingeroepen. De tweede procedure betreft het verzoeken om gratie. Beide procedures zullen hieronder worden besproken De civiele rechtsgang De levenslanggestrafte kan een procedure starten bij de civiele rechter over de rechtmatigheid van de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Hij beroept zich hierbij op artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De levenslanggestrafte stelt dan dat de Staat met de verdere tenuitvoerlegging van zijn straf een onrechtmatige daad verricht. De vordering ex. artikel 6:162 BW kan slechts worden toegewezen: indien de rechter vaststelt dat bij de veroordeling tot levenslange gevangenisstraf dan wel bij de tenuitvoerlegging daarvan dermate fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging niet langer als rechtmatig kan worden beschouwd. 57 Hierbij moet worden gedacht aan ernstige schendingen van het EVRM. Aan de civiele rechter komt hiermee de mogelijkheid toe de levenslanggestrafte in vrijheid te stellen. Deze weg leidt slechts in uitzonderlijke gevallen tot invrijheidstelling. Tot op heden is dit dan ook nog nooit gebeurd. 58 De Minister heeft in 2004 deze weg een theoretische mogelijkheid genoemd. 59 Of de civiele rechter een voldoende de jure en de facto-perspectief biedt is dan ook niet met zekerheid te zeggen. Daarenboven kleven aan deze procedure enkele bezwaren. Zo is de civiele rechter in beginsel gebonden aan het oordeel van de strafrechter. De Staat dient immers op grond van art. 553 Sv rechterlijke beslissingen ten uitvoer te leggen. Enkel voor zover de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstaf een onrechtmatige daad oplevert, lijkt de civiele rechter te kunnen ingrijpen. Hierbij kan de vraag worden gesteld of 57 Aanhangsel Handelingen II, 2003/04, 1972, p Aanhangsel Handelingen II 2003/04, 4169, antwoord op vraag 4 (van Kamerlid Griffith): Van de onherroepelijke veroordelingen na 1960 is de executie van geen enkele zaak beëindigd naar aanleiding van een civiele procedure. 59 Aanhangsel Handelingen II 2003/04, 1972, p

27 onrechtmatig handelen door de Staat als criterium geschikt is voor de beoordeling van de wenselijkheid van de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Immers, ingeval de Staat onrechtmatig zou handelen, dan is daarmee nog niet gezegd dat met de verdere tenuitvoerlegging van de detentie geen legitiem strafdoel wordt nagestreefd en er de jure en de facto niet voldoende perspectief wordt geboden op invrijheidstelling. Daarbij is de civiele rechter, anders dan de strafrechter, niet deskundig op het gebied van vergelding en recidivegevaar en is in de civiele procedure niet voorzien in een standaardprocedure waarbij rapportages van gedragsdeskundigen worden opgesteld, terwijl in een groot aantal van de gevallen waarin levenslang is opgelegd gedragsdeskundige problematiek (in ernstige mate) een rol speelt. De Hoge Raad stelt tot slot dat de levenslanggestrafte zich kan wenden tot de civiele rechter omtrent de rechtmatigheid van de verdere tenuitvoerlegging van zijn straf. Deze mogelijkheid ziet volgens de Hoge Raad zowel op de verplichtingen van Staat voortvloeiende uit artikel 5, vierde lid, van het EVRM als artikel 3 van het EVRM Gratie Aard Gratie is het meest voorkomende instrument om de gevolgen van een strafrechtelijk vonnis te verlichten. Bij gratie wordt de strafbaarheid van het feit noch die van de dader tenietgedaan. Gratie is geen rechtsmiddel. Zij ziet niet op het aanvoeren van grieven tegen het vonnis die in de strafzaak zelf hadden kunnen worden aangevoerd. 61 Het honoreren van een gratieverzoek tast het veroordelend vonnis als zodanig dan ook niet aan. Wel tast het verlenen van gratie de tenuitvoerlegging van het vonnis aan nu het tot gevolg heeft dat de opgelegde sanctie niet, althans niet volledig, mag worden geëxecuteerd. Gratie wordt verleend voor door de strafrechter opgelegde hoofd- en bijkomende straffen. 62 Gratie is verankerd in verschillende wetten. Artikel 122, eerste lid, van de Grondwet stipuleert dat gratie wordt verleend bij Koninklijk Besluit na advies van een bij de wet aangewezen gerecht en met inachtneming van bij of krachtens de wet te stellen voorschriften. Deels zijn deze voorschriften neergelegd in de artikelen 558 tot en met 560b Sv. Hierin is onder meer aangeven voor welke straffen gratie kan worden verzocht en onder welke omstandigheden de 60 HR 16 juni 2009 ECLI:NL:HR:2009:BF3741, r.o Van Wingerden en Schoep 2013, p Art. 558, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. 15

28 tenuitvoerlegging van de sanctie wordt opgeschort tijdens de behandeling van het gratieverzoek. De gronden voor het verlenen van gratie en de gratieprocedure zijn vastgelegd in de Gratiewet Gronden Van oudsher vormde gratie een privilege van de Koning om gunsten te betonen. Feestelijke gebeurtenissen vormden een grond om gratie te verlenen aan groepen gedetineerden. Zo werden ter gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum van Koningin Wilhelmina, hoofdstraffen ter zake van smokkelarij gegratieerd. In het licht van de bevrijdingsfeesten na de Tweede Wereldoorlog werden vrijheidsstraffen van ten hoogste drie maanden en boetes van ten hoogste 500 gulden kwijtgescholden. 64 Deze vorm van gratie wordt collectieve gratie genoemd. De tegenhanger hiervan is de individuele gratie. In de loop der tijd is gratie van karakter veranderd. Van een koninklijk gunstbetoon is het verworden tot een vorm van recht doen middels een Koninklijk Besluit. Bij deze metamorfose horen limitatief in de wet opgesomde gratiegronden. Deze zijn neergelegd in art. 2 van de Gratiewet. Gratie kan worden verleend op twee gronden. Allereerst kan gratie worden verleend op grond van enige omstandigheid, waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen of onvoldoende rekening heeft gehouden of heeft kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan. Voorts kan gratie worden verleend indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend. De gronden voor het verlenen van gratie onderstrepen het strafrechtelijke karakter van gratie. Gratie staat niet lijnrecht tegenover het rechterlijk vonnis, maar ligt in het verlengde daarvan. Voorts valt uit de gratiegronden af te leiden dat verlening van gratie niet meer kan geschieden enkel op grond van een feestelijke gebeurtenis van landsbelang. De grond opgenomen in art. 2, onder a, van de Gratiewet vertoont enige gelijkenis met de nova die tot herziening kunnen leiden, maar is niettemin ruimer. Hieronder valt ook een 63 Art. 2 van de Gratiewet. 64 Koninklijk Besluiten van 29 augustus 1923 en 29 april

29 onjuiste toepassing van de wet door de rechter zoals het geval waarin een sanctie wordt opgelegd die in het onderhavige geval niet wordt voorzien door de wet. De meest voorkomende redenen voor een gratieverzoek zijn de gevolgen van executie van de sanctie voor het werk van de veroordeelde en ernstige ziekte. 65 De tijd tussen de veroordeling en de aanvang van de tenuitvoerlegging kan meewegen bij de vraag of een gratieverzoek wordt ingewilligd. De grond opgenomen in art. 2, onder b, van de Gratiewet heeft voornamelijk betrekking op veroordeelden tot een lange gevangenisstraf. 66 Bepalend is of de verdere executie nog een legitiem strafdoel dient. Tot 1986 is aan het merendeel van de levenslanggestraften gratie verleend, waarbij de straf is omgezet in een tijdelijke gevangenisstraf. 67 Hiermee werd beoogd de levenslanggestrafte een perspectief te bieden en resocialisatie mogelijk te maken. Na 1986 is gratieverlening aan levenslanggestraften minder vanzelfsprekend geworden. Bewindslieden van het Ministerie van Justitie hebben in een brief van 16 oktober 2009 gesteld dat levenslang in beginsel ook daadwerkelijk levenslang is. In individuele gevallen kan gratie worden verleend. Bij de beoordeling van het gratieverzoek spelen het risico op recidive, de ernst van de feiten, de leeftijd en de lichamelijke en geestelijke conditie van de veroordeelde een rol Procedure Een gratieverzoek kan enkel worden ingediend tegen een onherroepelijke veroordeling, waarbij de sanctie in het geval van een geldboete minstens 340,00 bedraagt. 69 Daarenboven moet het vonnis minstens drie maanden voorafgaande aan het verzoek zijn uitgesproken. 70 Ook moet op een eerder verzoekschrift betreffende dezelfde straf of maatregel langer dan een jaar geleden zijn beslist. 71 Op deze wijze wordt de kans dat er nieuwe omstandigheden zijn die de gratie rechtvaardigen vergroot. Een gratieverzoek wordt ingediend door het invullen van een gratieformulier. 72 De veroordeelde kan dit zelf invullen of het kan door een ander worden gedaan, zoals een advocaat of familielid. In het laatste geval dient de veroordeelde 65 CBS, Ministerie van Veiligheid en Justitie (webmagazine 12 mei 2010). Te raadplegen op wm.htm 66 Kamerstukken II 1984/85, , nrs. 1-3, p Noorduyn 2007, p Kamerstukken II 2009/10, VI, nr Art. 558, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. 70 Art. 4, vierde lid, onder a, van de Gratiewet. 71 Art. 4, vierde lid, onder b, van de Gratiewet. 72 Art. 3, eerste lid, van de Gratiewet. 17

30 wel het formulier mede te ondertekenen 73. Indien de veroordeelde het formulier niet mede ondertekend, dan wordt het gratieverzoek buiten behandeling gelaten. 74 Het gratieformulier beoogt verzoekers eenvoudiger in staat te stellen hun gratieverzoek te laten voldoen aan de formele vereisten. Aan de andere kant lijkt het eenvoudigere karakter het recht op rechtsbijstand in deze procedure te hebben beperkt. Zo stipuleert art. 12, tweede lid, onder g, van de Wet op de rechtsbijstand (WRB) dat, behoudens complexe gevallen, rechtsbijstand niet wordt verleend indien het een belang betreft waarvan de behartiging redelijkerwijze aan de aanvrager zelf kan worden overgelaten. De Raad voor Rechtsbijstand hanteert op grond van deze bepaling als beleidsregel dat in geval de aanvraag uitsluitend ziet op de indiening van een gratieverzoek geen rechtsbijstand op basis van een toevoeging wordt verleend. 75 Het gratieverzoek moet gepaard gaan met het aangeven voor welke straf gratie wordt aangevraagd. Tevens dienen de redenen voor het verzoek te worden opgegeven. Vervolgens moet het gratieformulier worden opgestuurd naar het Bureau Gratie van Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Bureau Gratie toetst of het gratieverzoek voldoet aan de formele eisen die zijn neergelegd in de Gratiewet. Ingeval het gratieformulier niet of niet geheel is ingevuld of bewijsstukken ontbreken, dan wordt de verzoeker de mogelijkheid geboden binnen een termijn van zes weken de ontbrekende gegevens aan te vullen. 76 Het verzoekschrift kan buiten behandeling worden gelaten ingeval de verzoeker niet binnen die termijn de ontbrekende gegevens aanlevert. 77 Verder blijft een verzoekschrift om gratie van een taakstraf buiten behandeling indien de rechter nog niet heeft beslist op een beroepschrift van de veroordeelde tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie tot omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis Onvoorwaardelijke en voorwaardelijke gratieverlening Aan de indiener van een gratieverzoek kan, indien hij daarvoor in aanmerking komt, onvoorwaardelijke of voorwaardelijke gratie worden verleend. Bij onvoorwaardelijke 73 Art. 3, tweede lid, van de Gratiewet. 74 Art. 560 van het Wetboek van Strafvordering. 75 Aantekening 36 bij Art. 12, tweede lid, onder g, van de Wet op de rechtsbijstand. Zie 76 Art. 3, derde lid, van de Gratiewet. 77 Art. 3, vierde lid, van de Gratiewet. 78 Art. 4, zesde lid, van de Gratiewet. 18

31 gratieverlening wordt de sanctie categorisch kwijtgescholden, verminderd of veranderd. Bij voorwaardelijke gratieverlening worden voorwaarden gesteld die het gedrag van de veroordeelde betreffen. De voorwaarde kan worden gesteld dat de veroordeelde onbetaalde arbeid verricht of een leerproject volgt. 79 Ook kan de voorwaarde worden gesteld dat de veroordeelde een bepaalde geldsom betaalt aan de Staat of dat hij de door het strafbare feit veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk zal vergoeden. 80 De proeftijd bedraagt maximaal twee jaren. 81 Gratie kan worden herroepen indien de voorwaarden niet worden nageleefd. De herroeping geschiedt niet eerder dan nadat de veroordeelde is gehoord. 82 Voor zover een gedeelte van de voorwaarden niet is nageleefd kan bij de herroeping worden bepaald dat slechts een gedeelte van de straf zal worden tenuitvoergelegd. 83 De afwijzing van een gratieverzoek dient te worden gemotiveerd en de verzoeker dient daarvan in kennis te worden gesteld Gratiebeleid tot 1986 In de Nota Schravendijk werd het gratiebeleid vanaf 1886 beschreven. Daaruit blijkt onder meer dat niet één levenslanggestrafte zijn straf volledig heeft uitgezeten. 85 Vanaf 1957 gold de Samkalden-regeling, waardoor veroordeelden tot een gevangenisstraf van 6 jaren of meer na eenderde van hun straf in aanmerking konden komen voor (voorwaardelijke) gratie. De Minister formuleerde als grond voor gratie aan (levens)langgestraften voorkoming van de verstoring van reclasseringskansen. 86 Deze grond kwam te bestaan naast de reeds bestaande relevante factoren van goed gedrag, betoond berouw en inzicht, mogelijkheid van reclassering, aanzienlijk verminderd recidivegevaar en de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde. 87 De Samkalden-regeling werd vast beleid. Een gratieverzoek van een levenslanggestrafte kon na een werkelijke detentieduur van 10 jaar 79 Art. 13, tweede lid, van de Gratiewet. 80 Art. 13, derde lid, van de Gratiewet. 81 Art. 14, eerste lid, van de Gratiewet. 82 Art. 17, eerste lid, van de Gratiewet. 83 Art. 17, derde lid, van de Gratiewet. 84 Art. 18, tweede lid, van de Gratiewet. 85 O.E. Schravendijk, Praktijk der levenslange gevangenisstraf. Enige gegevens omtrent het verloop sinds 1886 van de aan commune delinquenten opgelegde levenslange gevangenisstraf, Maandschrift voor het gevangeniswezen 1957, jrg. 8, p Bron: Van Hattum 2005, p Handelingen II 1956/57, 4500 (Justitiebegroting), p Bron: Factsheet 2011, p O.E. Schravendijk, Praktijk der levenslange gevangenisstraf. Enige gegevens omtrent het verloop sinds 1886 van de aan commune delinquenten opgelegde levenslange gevangenisstraf, Maandschrift voor het gevangeniswezen 1957, jrg. 8, p Bron: Van Hattum 2005, p

32 worden beoordeeld op eventuele omzetting in een tijdelijke vrijheidsstraf. 88 Dit moment ziet niet op het moment van daadwerkelijke gratieverlening, maar op de mogelijkheid van het in gang zetten van de gratieprocedure. Het omzetten van de levenslange gevangenisstraf in een tijdelijke gevangenisstraf geschiedde gemiddeld na 15 tot 17 jaar detentie. Gemiddeld werd de straf omgezet in een tijdelijke gevangenisstraf van 23 jaren en de werkelijke detentieduur kwam neer op 17 jaar na aftrek van de voorwaardelijke invrijheidstelling. 89 Slecht één tot levenslang veroordeelde heeft zijn straf volledig uitgezeten vanwege krankzinnigheid. 90 De levenslange gevangenisstraf had aldus geen absoluut karakter. Op 7 juni 1978 is de Circulaire Volgprocedure langgestraften in werking getreden. 91 Gedetineerden met een gevangenisstraf van zes jaren of meer werden na eenderde van de straf in het Penitentiair Selectie Centrum klinisch onderzocht om te beoordelen hoe de verdere tenuitvoerlegging van de straf diende te worden vormgegeven. 92 De detentiesituatie werd structureel gevolgd en aanwijzingen werden gegeven omtrent de inhoud van de tenuitvoerlegging. De vraag naar het eventueel verlenen van gratie en de beantwoording daarvan werden expliciet opgenomen in het advies. 93 De Volgprocedure schonk niet specifiek aandacht aan de groep van levenslanggestraften. Niettemin was de procedure ook voor hen van belang. De tenuitvoerleggingspraktijk bij de levenslange gevangenisstraf leidde na verloop van tijd tot omzetting van de straf in een tijdelijke gevangenisstraf door middel van gratiëring. Vervroegde invrijheidstelling werd hierdoor mogelijk. 94 In 2000 is de Volgprocedure afgeschaft. Hiermee kwam een einde aan het toetsen van de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf aan legitieme penologische doeleinden en is het initiatief tot gratieverlening komen te liggen bij de gedetineerde. Slechts door het indienen van een gratieverzoek kan de levenslanggestrafte eventueel worden gegratieerd Herbezinning op het oude beleid In 1957 verwoordde de Staatssecretaris van Justitie het Nederlandse gratiebeleid als volgt: 88 Van Hattum 2009, p Factsheet 2011, p. 5-6 en Factsheet 2011, p. 5-6 en Circulaire van 7 juni 1978, nr. 133/378, pj 1980, Van de Sande 2007, p Van de Sande 2007, p Kamerstukken I 1994/95, (R 1451), nr. 22a. 20

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Dienst Justis niet gegrond. Datum: 23 juni 2016

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland De levenslange gevangenisstraf in Nederland Loes Janssen 0425621 Masterscriptie Strafrecht Naam: Loes Janssen Studentnummer: 0425621 Afstudeerscriptie Strafrecht Begeleider: Mr. M. Bosch 2 de lezer: Prof.

Nadere informatie

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf 30-03-2016 1 De levenslange gevangenisstraf Lezing voor het Fries Juridisch Genootschap Mw. mr. dr. Wiene van Hattum 29 maart 2016 Huishoudelijk 2 Kennismaking: Universitair docent strafrecht en RUG Voorzitter

Nadere informatie

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Thi Diem My Nguyen 1 Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie 25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1 ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie Wat is de maatschappelijke relevantie van je onderwerp? De levenslange gevangenisstraf is al omstreden sinds de invoering

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Levenslang is levenslang

Levenslang is levenslang Levenslang is levenslang Een onderzoek naar de rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland in het licht van de jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 206 (R2127) Wijziging van enkele rijkswetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met gewijzigde regelgeving en enige andere

Nadere informatie

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon?

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon? Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon? Een onderzoek naar de wijze waarop resocialisatie van levenslang gestraften in de Nederlandse praktijk wordt verwezenlijkt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen?

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen? Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen? Masterscriptie van Natascha Panhuijsen (5731216) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Mr. M. Bosch Augustus 2014 Voorwoord Voor u ligt mijn

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 292 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten aanzien van derde landen inzake de doodstraf

Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten aanzien van derde landen inzake de doodstraf Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten aanzien van derde landen inzake de doodstraf I. IEIDING i) De Verenigde Naties hebben de aanwending van de doodstraf aan strenge voorwaarden onderworpen, onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke en de strafvorderlijke maatregelen om terrorisme te bestrijden (versterking

Nadere informatie

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft?

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft? De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de ten uitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning Wat is gratie? Gratie is vermindering, verandering of kwijtschelding van een straf of maatregel die door de rechter is opgelegd. Kunt u wel gratie krijgen?

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 53 Besluit van 28 januari 2000 tot openstelling van het recht op een socialezekerheidsuitkering voor personen die deelnemen aan een penitentiair

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 545 Wet van 17 november 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van regeling van de voorwaardelijke veroordeling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 19 mei 2015

betreft: [klager] datum: 19 mei 2015 nummer: 14/3242/GV (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 19 mei 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk Feiten De klagers in deze zaak (Vinter, Bamber en Moore) zijn in resp. 2008, 1986 en 1996 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 365 Wet van 7 september 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke en de strafvorderlijke mogelijkheden om terrorisme te bestrijden

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Perspectief voor levenslanggestraften?

Perspectief voor levenslanggestraften? 120 Perspectief voor levenslanggestraften? T. de Bont en S. Meijer * Nederland neemt binnen Europa de positie van buitenbeentje in als het gaat om de levenslange gevangenisstraf. 1 Detentie die in beginsel

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie