ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 24 november 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming Bungalowpark Hoenderloo, onderdeel van Natuurparken B.V. Activiteit : Aanvraag ontheffing beschermde soorten door Bungalowpark Hoenderloo Verlenen/weigeren : Verlenen ontheffing Wnb artikel Aanvrager : Bungalowpark Hoenderloo, Hoenderloo Zaaknummer : Documentnummer(s). inzagestukken: , ,

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Bungalowpark Hoenderloo, Krimweg 140, 7351TM te Hoenderloo, hierna te noemen de aanvrager, van 16 augustus 2017, om een ontheffing te verlenen op grond van de Wet natuurbescherming. De opbouw van dit besluit is als volgt: Allereerst wordt de ingediende aanvraag en het procesverloop toegelicht; Daarna volgt het besluit met inbegrip van de voorschriften; Onder het kopje beoordeling wordt de onderbouwing van het besluit gegeven; De beslissing wordt afgesloten met enkele algemene bepalingen en een toelichting op het verdere procesverloop ( overige verplichtingen en zienswijzen ). AANVRAAG EN PROCESVERLOOP Op 16 augustus 2017 ontvingen wij een aanvraag van Bungalowpark Hoenderloo te Hoenderloo voor een ontheffing in het kader van hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming voor de verwachte overtreding van de verboden Wnb art lid 1b, voor het beschadigen of vernielen van de vaste voortplantingsplaats of rustplaats van de Hazelworm (Anguis fragilis) en de Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara). De ontheffing wordt aangevraagd in verband met de voorgenomen bouw van 80 nieuwe vakantiehuisjes, grenzend aan het bestaande Bungalowpark Hoenderloo. In figuur 1 en 2 in Bijlage 1, is de ligging van het plangebied weergegeven. De aanvraag maakt deel uit van deze ontheffing. De genoemde documentnummers in de voetnoot op pagina 1, zijn gebruikt bij de beoordeling van de aanvraag. De activiteit wordt uitgevoerd in het kader van het in de wet genoemde belang (Wnb art 3.10 lid 2a): ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. Voor deze activiteit is niet eerder een ontheffingsaanvraag op grond van de Wet natuurbescherming dan wel de Flora- en faunawet verleend. Er wordt geen gebruik gemaakt van een gedragscode. Op deze ontheffingsaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. BESLUIT Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben besloten, gelet op de verwachte overtreding van de verboden Wnb art lid 1b, voor het beschadigen of vernielen van de vaste voortplantingsplaats of rustplaats van de Hazelworm (Anguis fragilis) en de Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara), ONTHEFFING TE VERLENEN aan Bungalowpark Hoenderloo, voor het voorbereiden, bouwen en in gebruik hebben van een uitbreiding van het bestaande bungalowpark, met 80 vakantiewoningen aan de Krimweg 140 te Hoenderloo; voor de Hazelworm (Anguis fragilis) en de Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara) voor de verwachte overtreding van het verbod Wnb art lid 1b: het beschadigen of vernielen van de vaste voortplantingsplaats of rustplaats op grond van het wettelijke belang, zoals weergegeven in tabel 1. 2

3 Tabel 1 Soorten en verboden Soort Verbod Beschrijving verbod Wettelijk belang Hazelworm (Anguis Artikel Het beschadigen of Artikel 3.10 fragilis) 3.10 lid 1b vernielen van de vaste lid 2a voortplantingsplaats of rustplaats Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara) Artikel 3.10 lid 1b Het beschadigen of vernielen van de vaste voortplantingsplaats of rustplaats Artikel 3.10 lid 2a Beschrijving belang Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. De ontheffing geldt voor het gebied aan de Krimweg 140 te Hoenderloo, zoals aangegeven in de figuren 1 en 2 in Bijlage 1. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing geldt voor het gebied zoals aangegeven in figuur 1 in bijlage De ontheffing geldt uitsluitend voor de soorten, verboden en belangen zoals weergegeven in tabel De ontheffing is geldig tot en met 31 december Deze ontheffing wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de ontheffinghouder of aantoonbaar in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. De in voorschrift 4 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een (digitale) kopie van deze ontheffing, en tonen deze op verzoek aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 6. De in voorschrift 4 genoemde (rechts)personen zijn op de hoogte van de inhoud en het doel van deze ontheffing en de daaraan verbonden voorschriften, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 7. Minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden van de activiteit/het project moet melding worden gedaan van de datum van start van de werkzaamheden aan de Provincie Gelderland, via e- mailadres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer De ontheffinghouder dient contact op te nemen met de Provincie Gelderland indien er verbodsbepalingen worden overtreden of beschermde soorten worden, waarvoor geen ontheffing is verleend. Dit kan het geval zijn als er onverwachte negatieve effecten optreden van de activiteiten. Dit kan via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige 1 op het gebied van de Hazelworm (Anguis fragilis) en de Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara). 1 De provincie Gelderland verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie, habitats en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en ((soort)specifieke) ecologische kennis heeft. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus. Met betrekking tot soorten of specifieke soorten kan als deskundige ook iemand worden aangemerkt die: - op MBO-niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Wet natuurbescherming, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch 3

4 10. De deskundige op het gebied van de soort(en) houdt alle bevindingen bij in een logboek en heeft deze beschikbaar op het project. Daarnaast wordt het logboek uiterlijk twee weken na afronding van de werkzaamheden verstrekt aan de Provincie Gelderland, via adres onder vermelding van het zaaknummer In het logboek wordt vermeld op welke data de deskundige aanwezig was, welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en (indien van toepassing) hoeveel exemplaren van welke soorten op welke locatie zijn waargenomen en hoeveel er met welke methode zijn gevangen en waar deze zijn uitgezet. Specifieke voorschriften 11. Alvorens een begin gemaakt wordt met het bouwrijp maken van het plangebied, dienen de aanwezige reptielen weggevangen te worden en teruggeplaatst in een nabij gelegen geschikt terrein; 12. Het wegvangen van de aanwezige exemplaren van de Hazelworm en Levendbarende hagedis dient plaats te vinden in de maanden april en mei, bij zonnige weersomstandigheden; 13. Het wegvangen dient te gebeuren enerzijds door middel van handvangsten en anderzijds met behulp van donkere golfplaatjes van 50 x 50cm. Deze plaatjes dienen te worden aangebracht tijdens het eerste veldbezoek. Vanaf het tweede veldbezoek worden ze gecontroleerd op aanwezigheid van reptielen. Het wegvangen van de aanwezige reptielen dient te gebeuren in de richting van noord naar zuid; 14. Het wegvangen van de aanwezige reptielen dient te gebeuren door de inzet van twee ervaren personen die bekend zijn met het wegvangen van reptielen, gedurende 5 geschikte dagdelen, verdeeld over 5 verschillende dagen; 15. Na het wegvangen in april en mei dienen de onderzochte plekken ongeschikt gemaakt te worden voor reptielen door deze vrij te maken van takken, boomstronken en andere schuilmogelijkheden en dient de aanwezige (hoge) vegetatie gemaaid te worden. Het ongeschikt maken gebeurt in de richting van noord naar zuid; 16. Na het wegvangen en ongeschikt maken, dient het terrein in stroken van ca. 25 meter kaal gemaakt te worden inclusief bomenkap, met een interval van enige dagen per aan te pakken strook, te beginnen aan de noordkant van het plangebied en werkend richting zuidkant. Dit kan enkel plaatsvinden, nadat door een terzake deskundige is bevestigd dat geen broedgevallen aanwezig zijn in het gebied. Bij aanwezigheid van broedgevallen dient gewacht te worden tot na het broedseizoen (half augustus 1 maart). BEOORDELING Project In de aanvraag beschreven project Het plangebied betreft 3,5 ha open gebied, waar verspreid jonge bomen (voornamelijk Zomereik, Zachte berk, Vuilboom en Lijsterbes) staan en dat voor ca. een kwart tot de helft bedekt is met vegetatie (voornamelijk Pijpestrootje, Bochtige smele, Bosbes en Struikheide). De rest van het terrein bestaat uit zandige, onbegroeide bodem, als gevolg van de kap die recent heeft plaatsgevonden. Het plangebied is gelegen aan de Krimweg, aan de oostkant van het bestaande Bungalowpark Hoenderloo. Bungalowpark Hoenderloo wil in het plangebied 80 nieuwe vakantiewoningen realiseren, waardoor het huidige (bos-)terrein geheel vegetatievrij gemaakt moet worden, voordat met de bouwwerkzaamheden gestart kan worden. Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of -bescherming. 4

5 De voorgenomen activiteiten waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, omvat het geheel vegetatievrij maken van het terrein, waardoor het leefgebied van aanwezige exemplaren van de Hazelworm en Levendbarende hagedis en daarmee de voortplantings- en rustplaatsen zullen verdwijnen. Het vegetatievrij maken van het gebied is voorzien in De bouw van de nieuwe vakantiehuisjes zal aansluitend daaraan plaatsvinden. Onderzoek In de aanvraag beschreven wijze van uitvoering van het onderzoek Door Viridis Onderzoeksbureau voor natuur en landschap is een quickscan uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde plant- en diersoorten. Omdat de aanwezigheid van de Hazelworm en Levendbarende hagedis op voorhand waarschijnlijk werd geacht, heeft gericht onderzoek naar deze soorten plaatsgevonden. In onderstaande tabel is weergegeven welke onderzoeksinspanningen voor welke soortengroepen heeft plaatsgevonden. Maand van inspectie April Mei Juni Datum en tijdstip 24 april, s ochtends 10 mei s middags 1 juni s middags Weersomstandigheden Bewolkt en koel (max. 13 gr.) Zonnig en koel (max. 17 gr.) Zonnig en warm (max. 23 gr.) Soortengroep Doel van inspectie gericht op Doel van inspectie gericht op Doel van inspectie gericht op Vaatplanten Rode lijstsoorten Rode lijstsoorten Rode lijstsoorten Vleermuizen Geschiktheid voor verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebied Geschiktheid voor verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebied Geschiktheid voor verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebied Grondgebonden Geschiktheid van gebied als zoogdieren leefgebied Broedvogels Aanwezigheid van jaarrond beschermde vogels Insecten Aanwezigheid strikt beschermde soorten Vissen en amfibieën Niet van toepassing vanwege ontbreken water Reptielen Inventarisatie aanwezigheid en uitleggen reptielenplaatjes Inventarisatie aanwezigheid en controleren reptielenplaatjes Inventarisatie aanwezigheid en controleren reptielenplaatjes Tabel 2: Overzicht van de onderzoeksinspanningen gericht op de inventarisatie van beschermde soorten. 5

6 In de aanvraag beschreven voorkomen van beschermde soorten in het projectgebied In tabel 3 zijn de resultaten samengevat van de onderzoeksinspanningen, die vooral waren gericht op het voorkomen van de Hazelworm en de Levendbarende hagedis. Soortengroep Resultaat inventarisatie Verstorende werkzaamheden Effecten op soorten Vaatplanten Vleermuizen Grondgebonden zoogdieren Broedvogels Insecten Vissen en amfibieën Reptielen Geen beschermde soorten Geen verblijfplaatsen. Gebied kan gebruikt worden als vlieg- en foerageerterrein Gewone bosspitsmuis en Bosmuis Geen jaarrond beschermde soorten, enkel een paar gevallen van broedvogels als Boompieper en Merel Geen beschermde soorten Geen beschermde soorten Hazelworm (1x) en Levendbarende Verwijderen bomen en aanwezige vegetatie en voorbereiden van bouwwerkzaamheden Geen Geen negatieve effecten te verwachten, omdat er voldoende alternatieven overblijven. Effecten niet uit te sluiten, maar beide soorten komen voor op de vrijstellingslijst Effecten tijdens broedseizoen niet uit te sluiten als gewerkt wordt in broedseizoen Geen Geen Leefgebied verdwijnt als gevolg van de werkzaamheden. hagedis (1x) Tabel 3: Samenvatting onderzoeksresultaten naar de aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Samengevat is er in het plangebied 1 exemplaar van de Hazelworm gevonden en 1 exemplaar van de Levendbarende hagedis. Dat aantal zegt echter niets over het totaal aantal exemplaren in het gebied, omdat bekend is dat bij beperkte inventarisaties gemakkelijk exemplaren over het hoofd kunnen worden gezien. Een factor 10 verschil tussen het aantal waargenomen exemplaren en het aantal daadwerkelijk aanwezige exemplaren wordt daarbij vaak als standaard aangehouden. In de aanvraag beschreven effecten van het project op de ecologische waarden In bovenstaande tabel 3 zijn de beschermde soorten aangegeven, met daarbij vermeld de verwachte (negatieve) effecten. Samengevat betekenen de resultaten dat er negatieve effecten te verwachten zijn op de Gewone bosspitsmuis en de Bosmuis, maar deze soorten komen voor op de provinciale vrijstellingslijst en kunnen worden gevangen of verjaagd uit het gebied vóór de start van de werkzaamheden. Ook worden negatieve effecten verwacht op broedvogels als binnen het broedseizoen wordt gewerkt. Daarmee kan rekening worden gehouden bij de planning. Dus voor beide soortengroepen is geen ontheffing nodig. Tenslotte wordt als gevolg van de werkzaamheden leefgebied van de Hazelworm en Levendbarende hagedis vernietigd. Dit negatieve effect kan niet worden voorkomen en hiervoor is een ontheffing nodig. In de aanvraag beschreven mitigerende maatregelen om effecten te voorkomen De te nemen maatregelen zijn gericht op de soorten waarvoor in tabel 3 negatieve effecten zijn beschreven. Het gaat dan om grondgebonden zoogdieren, broedvogels en de aanwezige reptielensoorten. Enerzijds gaat het om maatregelen die beschreven zijn in de quickscan en anderzijds om maatregelen, die mondeling besproken zijn met het onderzoeksbureau Viridis. Als het gaat om mogelijke maatregelen om negatieve effecten te voorkomen, kunnen deze ingedeeld worden in de volgende categorieën: a. Het aanbieden van alternatieve (tijdelijke) nest- en verblijfplaatsen ter overbrugging van de periode waarin de ingreep plaatsvindt; b. Het ruim vóór de ingreep ongeschikt maken van het leefgebied of wegvangen of verjagen van aanwezige exemplaren; c. Het zodanig plannen van de ingreep zodat bepaalde gevoelige perioden (bijv. broedseizoen) 6

7 vermeden worden en het wegvangen en verjagen van exemplaren van beschermde soorten op het moment van de ingreep; d. Het creëren van voldoende alternatieve en duurzame nest- en verblijfsmogelijkheden voor beschermde soorten ná de ingreep. Soortengroep, waarop mogelijk negatief effect Grondgebonden zoogdieren Broedvogels Reptielen Resultaat inventarisatie Gewone bosspitsmuis en Bosmuis Geen jaarrond beschermde soorten, enkel een paar gevallen van broedvogels als Boompieper en Merel Hazelworm en Levendbarende hagedis Effecten op soorten Effecten niet uit te sluiten, maar beide soorten komen voor op de vrijstellingslijst Effecten tijdens broedseizoen niet uit te sluiten als gewerkt wordt in broedseizoen Leefgebied verdwijnt als gevolg van de werkzaamheden. Tijdelijke mitigatie N.v.t. Ongeschikt maken of wegvangen/verjagen ruim vóór de ingreep Door terrein kaal te maken van noord naar zuid worden muizen verjaagd naar buiten het gebied, gedurende werkzaamheden Vermijden gevoelige perioden en wegvangen/verjagen tijdens ingreep N.v.t. N.v.t. N.v.t. Werkzaamheden zoveel mogelijk buiten het broedseizoen (globaal half maart-1 augustus) en inzet deskundige gedurende de werkzaamheden. N.v.t. Wegvangen exemplaren Hazelworm en Levendbarende hagedis, van noord naar zuid en verplaatsen naar geschikt alternatief leefgebied; De beste perioden om te vangen: half april tot en met mei Na wegvangen ongeschikt maken van gebied als leefgebied door verwijderen schuilmogelijkheden (boomstronken weghalen en maaien hoog opgaande vegetatie) uit te voeren van noord naar zuid. Na het wegvangen dient het gebied in stroken van 25 meter, van noord naar zuid kaal gemaakt te worden. Om herkolonisatie te voorkomen na het wegvangen en ongeschikt maken, kan het terrein in stroken van ca. 25 meter kaal gemaakt worden inclusief bomenkap. Tabel 4: Overzicht van uit te voeren maatregelen ten behoeve van de beschermde soorten in het plangebied. Creëren alternatieve nest- en verblijfplaatsen N.v.t. N.v.t. Gevangen exemplaren worden verplaatst naar gebied ten zuidoosten van plangebied. Uitwerking maatregelen ten behoeve van de reptielen: 1. Alvorens een begin gemaakt wordt met het bouwrijp maken van het plangebied, dienen de aanwezige reptielen weggevangen te worden en teruggeplaatst in een nabij gelegen geschikt terrein; 2. Het wegvangen van de aanwezige exemplaren van de Hazelworm en Levendbarende hagedis dient plaats te vinden in de maanden april en mei, bij zonnige weersomstandigheden; 3. Het wegvangen dient te gebeuren enerzijds door middel van handvangsten en anderzijds met behulp van donkere golfplaatjes van 50 x 50cm. Deze plaatjes dienen te worden aangebracht tijdens het eerste veldbezoek. Vanaf het tweede veldbezoek worden ze gecontroleerd op aanwezigheid van reptielen. Het wegvangen van de aanwezige reptielen dient te gebeuren in de richting van noord naar zuid; 4. Het wegvangen van de aanwezige reptielen dient te gebeuren door de inzet van twee ervaren personen die bekend zijn met het wegvangen van reptielen gedurende 5 geschikte dagdelen, verdeeld over 5 verschillende dagen; 7

8 5. Na het wegvangen in april en mei dienen de onderzochte plekken ongeschikt gemaakt te worden voor reptielen door deze vrij te maken van takken, boomstronken en andere schuilmogelijkheden en dient de aanwezige (hoge) vegetatie gemaaid te worden. Het ongeschikt maken gebeurt in de richting van noord naar zuid; 6. Na het wegvangen en ongeschikt maken, kan het terrein in stroken van ca. 25 meter kaal gemaakt worden inclusief bomenkap, met een interval van enige dagen per aan te pakken strook, te beginnen aan de noordkant van het plangebied en werkend richting zuidkant. Dit kan enkel plaatsvinden, nadat door een terzake deskundige is bevestigd dat geen broedgevallen aanwezig zijn in het gebied. Bij aanwezigheid van broedgevallen dient gewacht te worden tot na het broedseizoen (half augustus 1 maart). Beoordeling Beoordeling van de resultaten van het ecologisch onderzoek Wij hebben het ecologisch onderzoek beoordeeld en wij komen tot de conclusie dat het onderzoek weliswaar op een aantal punten minimaal is uitgevoerd, maar dat dat gecompenseerd wordt door de inschatting dat er geen soorten gemist zijn door deze aanpak. Buiten het plangebied worden geen effecten verwacht van de ingreep en buiten het plangebied zijn voldoende alternatieve nest- en verblijfsmogelijkheden. Tenslotte kunnen verdere effecten worden voorkomen door een ecologisch deskundige intensief in het werkproces te betrekken en afspraken te maken over eventuele bijsturing. Reptielen Het onderzoek naar de aanwezige reptielen is conform het Kennisdocument Levendbarende hagedis uitgevoerd. Voor de Hazelworm is er geen kennisdocument, maar de maanden april en mei zijn goede maanden om de Hazelworm te inventariseren. Op basis van het voorgaande hebben wij bepaald voor welke (aangevraagde) soorten welke verbodsbepalingen worden overtreden. Deze zijn weergegeven in tabel 1. Voor deze soorten en verboden wordt de ontheffing verleend. Dit komt overeen met de aangevraagde soorten en verboden. Om ervoor te zorgen dat de maatregelen worden uitgevoerd zijn deze tevens in de voorschriften opgenomen. Andere bevredigende oplossing In de aanvraag beschreven andere bevredigende oplossingen Alternatieve locatie De werkzaamheden zijn locatiegebonden. Alternatieve locaties voor de uitvoering van de werkzaamheden zijn dan ook niet aan de orde. Alternatieve wijze van uitvoering De nu voorgestelde werkwijze is afgestemd op de nu aanwezige beschermde dieren. Een alternatieve werkwijze, bijvoorbeeld door het minder verwijderen van bomen en andere vegetatie, is niet aan de orde, omdat het gehele terrein bouwrijp gemaakt gaat worden. Alternatieve periode van uitvoering De nu voorgestane planning is een optimalisatie van de werkzaamheden binnen de randvoorwaarden van een zo gering mogelijke verstoring voor de aanwezige beschermde soorten. 8

9 Beoordeling van de andere bevredigende oplossingen Er zijn geen alternatieve locaties en wijze van uitvoering voorhanden die minder negatieve effecten op de aanwezige reptielen hebben. Conclusie Er bestaat geen andere bevredigende oplossing. Belang In de aanvraag beschreven belang(en) In de aanvraag is bepaald welke wettelijke belangen op het project van toepassing zijn. Dit is aangegeven in tabel 1. Ontheffing wordt aangevraagd in het belang van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. Beoordeling van belangen Wij kunnen instemmen met de in de aanvraag beschreven belangen. Het betreft de belangen die zijn weergegeven in tabel 1. Gunstige staat van instandhouding In de aanvraag beschreven effect op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten Hazelworm Voor de Hazelworm is de staat van instandhouding in Nederland gunstig. De soort heeft geen bedreigde status. Het plangebied ligt binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied van de Veluwe waar een groot aaneengesloten habitat aanwezig is. De aanwezige Hazelwormen kunnen zich verplaatsen naar aanliggende terreinen, die ook geschikt zijn voor de Hazelworm. De gunstige staat van instandhouding wordt niet beïnvloed door de voorgenomen werkzaamheden. Levendbarende hagedis Voor de Levendbarende hagedis is de staat van instandhouding in Nederland ongunstig. Sinds 1993 is het aantal waargenomen exemplaren tijdens standaard inventarisatierondes ongeveer gehalveerd. Dat betekent dat het plangebied en de omliggende terreinen van groot belang zijn voor de staat van instandhouding. Hoewel wellicht niet zo bedoeld is het omvangrijk dunnen van het plangebied en het naastgelegen terrein waarschijnlijk gunstig voor de Levendbarende hagedis. De soort heeft door het dunnen meer kans op zonrijke plekjes en tegelijkertijd voldoende kans om zich te verschuilen in de aanwezige vegetatie. Het plangebied ligt binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied van de Veluwe waar een groot aaneengesloten habitat aanwezig is. De aanwezige Levendbarende hagedissen kunnen zich verplaatsen naar aanliggende terreinen, die ook geschikt zijn voor de soort. De gunstige staat van instandhouding wordt niet beïnvloed door de voorgenomen werkzaamheden. Beoordeling van de effecten op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten Hazelworm Aannemelijk is gemaakt dat de werkzaamheden geen effect hebben op de gunstige staat van instandhouding van de Hazelworm. Door de te nemen maatregelen wordt voorkomen dat er dieren worden gedood of verwond gedurende de ingreep. Het gaat om een plangebied temidden van een groot leefgebied, de aanwezige exemplaren worden weggevangen en in een geschikt biotoop teruggeplaatst. Dit biotoop betreft geen afgesloten terrein, dus migratie naar andere geschikte biotopen is altijd mogelijk. Levendbarende hagedis Aannemelijk is gemaakt dat de werkzaamheden geen effect hebben op de gunstige staat van instandhouding van de Levendbarende hagedis. Door de te nemen maatregelen wordt voorkomen dat 9

10 er dieren worden gedood of verwond gedurende de ingreep. Net zoals voor de Hazelworm geldt, gaat het hier om een plangebied temidden van een groter leefgebied, de aanwezige exemplaren worden weggevangen en in een geschikt biotoop teruggeplaatst. Dit biotoop betreft geen afgesloten terrein, dus migratie naar andere geschikte biotopen is altijd mogelijk. Conclusie Gelet op het voorgaande kan de gevraagde ontheffing worden verleend. OVERIGE VERPLICHTINGEN Wij wijzen u erop dat u zelf verantwoordelijk bent voor het verkrijgen van eventueel benodigde ontheffingen, vergunningen of toestemmingen op grond van andere wet en regelgeving. ZIENSWIJZEN Gedurende de periode van terinzagelegging kan eenieder schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren brengen. Ingediende zienswijzen worden met het uiteindelijke besluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem, of aan post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer dat op de eerste bladzijde van het ontwerpbesluit staat vermeld. Voor een mondelinge zienswijze of toelichting over het ontwerpbesluit kan contact worden opgenomen met het Provincieloket (telefoonnummer (026) ). Wij maken u erop attent dat alleen beroep tegen het uiteindelijke besluit kan worden ingediend, als de indiener ook een zienswijze heeft ingebracht tegen het ontwerpbesluit en men belanghebbende is. De periode van terinzagelegging is te vinden onder de technische informatie van de kennisgeving. Deze kennisgeving is in te zien op de website van Overheid.nl. Arnhem, 24 november 2017 Bijlagen: Bijlage 1: Kaart plangebied 10

11 BIJLAGE 1 Ligging van het plangebied Bungalowpark Hoenderloo aan de Krimweg 140 te Hoenderloo Figuur 1: Globale ligging van het plangebied aan de Krimweg 140 te Hoenderloo. Op het roodomlijnde gebied van 3,5 hectare is de bouw van 80 nieuwe vakantiehuisjes gepland. 11

12 Figuur 2: Gedetailleerde weergave van de voorgenomen realisatie van 80 vakantiewoningen aangrenzend aan het huidige bungalowpark Hoenderloo aan de Krimweg te Hoenderloo. 12