gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013, raadsvoorstelnummer 2013/021/01;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013, raadsvoorstelnummer 2013/021/01;"

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Roermond. Nr. CVDR286394_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ 2013 De raad van de gemeente Roermond, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013, raadsvoorstelnummer 2013/021/01; gezien het advies van de clientenraad WWB van 28 januari 2013; gezien het advies van de commissie Burgers en Samenleving van 26 maart 2013; gelet op artikel 8 lid 1 van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 35 lid 1 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). overwegende dat het noodzakelijk is om bij verordening regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de WWB, IOAW en de IOAZ. Besluit: vast te stellen de Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. belanghebbende: college: IOAW: IOAZ: grondslag: maatregel: traject: uitkering: voorziening: de wetten: WI: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken; het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; de toepasselijke grondslag, als bedoeld in artikel 5, derde, vierde en vijfde lid van de IOAW of artikel 5, vierde lid, van de IOAZ; het verlagen van de uitkering op grond van artikel 20, tweede lid, van de IOAW of artikel 20, eerste lid, van de IOAZ; een met de belanghebbende overeengekomen, dan wel door het college aan hem opgelegd geheel van activiteiten gericht op het verkrijgen en behouden van betaalde arbeid; uitkering als bedoeld in artikel 9 van de wetten; voorzieningen als bedoeld in artikel 34 eerste lid, onderdeel a van de wetten: een instrument binnen een traject dat ingezet wordt om belemmeringen bij aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid weg te nemen; de IOAW en de IOAZ; Wet inburgering. Artikel 2 Het verlagen van de uitkering Als de belanghebbende zich naar het oordeel van het college gedraagt, zoals omschreven in artikel 20 van de wetten, wordt overeenkomstig deze verordening de uitkering verlaagd. De verlaging wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de bijzondere persoonlijke omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert. Artikel 3 Berekeningsgrondslag De verlaging wordt opgelegd op de van toepassing zijnde grondslag. Artikel 4 Het besluit tot verlaging van de uitkering In het besluit tot opleggen van een verlaging wordt vermeld de reden van de verlaging, de duur van de verlaging, het percentage waarmee de uitkering wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden waarom een hogere of lagere verlaging wordt toegepast. Artikel 5 Afzien van verlaging van de uitkering Het college ziet af van verlaging indien: a.elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt of; b. de gedraging meer dan 1 jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, Het college kan geheel of gedeeltelijk afzien van verlaging indien het daarvoor zeer bijzondere individuele omstandigheden aanwezig acht. 1

2 3. Indien het college afziet van verlaging wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan onder vermelding van de redenen. Artikel 6 Ingangsdatum, tijdvak en recidive De verlaging wordt met terugwerkende kracht toegepast, voor zover de uitkering nog niet is uitbetaald. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende grondslag. Voor zover uitkering over de afgelopen maand reeds is uitbetaald gaat de verlaging de eerst volgende kalendermaand in. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende grondslag. De duur van de verlaging bedraagt minimaal de termijnen die in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van deze verordening vermeld staan. Indien de belanghebbende, binnen 12 maanden gerekend vanaf de datum van het besluit waarin de verlaging wordt toegepast opnieuw dezelfde verplichting verwijtbaar niet nakomt (recidive), worden de minimale termijnen waarnaar in lid 3 wordt verwezen verdubbeld. Bij derde en meer opvolgende verwijtbare gedragingen wordt het percentage van de verlaging verzwaard en wordt de duur waarnaar in lid 3 wordt verwezen telkens verlengd met één maand extra. Indien blijkens verklaringen van de belanghebbende direct en onmiskenbaar op voorhand vaststaat dat deze de opgelegde verplichting niet zal nakomen, wordt een verlaging opgelegd voor de duur dat niet aan deze verplichtingen is voldaan. Een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt binnen een termijn van ten hoogste drie maanden heroverwogen. Artikel 7 Samenloop van gedragingen 2 Indien een belanghebbende zich schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte van de verlaging uitgegaan van het totale percentage behorende bij de verschillende gedragingen, tot een maximum van een verlaging van gedurende één maand. a.indien een belanghebbende een inburgeringsprogramma volgt in het kader van de WI kan de uitkering slechts worden verlaagd voor zover dit inburgeringsprogramma voor belanghebbende tevens is aangemerkt als een re-integratietraject; b.indien een boete op basis van de Boeteverordening in het kader van de WI is opgelegd, kan niet tegelijkertijd voor hetzelfde feit of dezelfde gedraging een verlaging van de uitkering worden toegepast in het kader van deze afstemmingsverordening. Hoofdstuk 2 Re-integratietraject of werk Artikel 8 Categorieën Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van hoofdstuk 3 van de wetten worden onderscheiden in de volgende categorieën: Categorie 1: Het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV of het niet tijdig laten verlengen van de registratie Categorie 2: Het zonder opgave van reden of zonder verschoonbare reden niet verschijnen op een oproep van het college om te verschijnen voor een gesprek ter bespreking van de arbeidsmarktsituatie. Categorie 3: Het zonder opgave van reden of zonder verschoonbare reden niet of onvoldoende nakomen van de verplichting tot gebruik maken van een andere door het college noodzakelijk geacht en aangeboden voorziening (arbeidsinschakeling, scholing of zorgtraject), voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of voortijdige beëindiging van het traject. Categorie 4: a. Het in de periode voorafgaand aan de uitkering en/of gedurende de periode dat men een uitkering ontvangt niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; b. Het zonder opgave van reden of zonder verschoonbare reden niet of het onvoldoende nakomen van de verplichting tot het gebruik maken van een door het college noodzakelijke geachte en aangeboden voorziening (arbeidsinschakeling, scholing of zorgtraject), als dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of voortijdige beëindiging van deze voorziening. Categorie 5: a.beëindiging van een dienstbetrekking waaraan een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en belanghebbende ter zake een verwijt kan worden gemaakt; b. Beëindiging van de dienstbetrekking op verzoek van belanghebbende zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd; c. Het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; d.het door eigen toedoen niet verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 9 De hoogte en duur van de verlaging Onverminderd artikel 2, tweede lid en met toepassing van artikel 6 derde lid, wordt de verlaging op grond van artikel 8 vastgesteld op: a. b. c. d. d. 5% van de grondslag gedurende minimaal 1 maand bij gedragingen in categorie 35% van de grondslag gedurende minimaal 1 maand bij gedragingen in categorie 35% van de grondslag gedurende minimaal 1 maand bij gedragingen in categorie 3. 50% van de grondslag gedurende minimaal 1 maand bij gedragingen in categorie 4. van de grondslag gedurende minimaal 1 maand bij gedragingen in categorie 5. 2

3 Hoofdstuk 3 Inlichtingenplicht Artikel 10 Schending inlichtingenplicht Indien het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 25 van de wetten heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt de verlaging afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag. De verlaging bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. 20% van de grondslag gedurende minimaal 1 maand, bij een netto- benadelingsbedrag tot 300,-; b. 50% van de grondslag gedurende minimaal 1 maand, bij een netto- benadelingsbedrag van 300,- tot 4.000,-; c. van de grondslag gedurende minimaal 1 maand, bij een netto- benadelingsbedrag van 4.000,- of meer. 3. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn uitsluitend van toepassing op maatregelwaardige gedragingen die zijn begaan tot 1 januari 2013 of die doorlopen en uiterlijk zijn beëindigd op 31 januari In afwijking van artikel 5 van deze verordening ziet het college slechts af van verlaging van de bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting ná verloop van 5 jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. 5. Indien een belanghebbende gegevens in verband met de vaststelling van het recht op bijstand, waarover hij reeds eerder redelijkerwijs kon beschikken, pas in een bezwaar-, beroeps-, of hoger beroepsprocedure verstrekt, wordt de toepasselijke grondslag verlaagd met 20% gedurende minimaal 1 maand. Hoofdstuk 4 Overige gedragingen die leiden tot verlaging Artikel 11 Zeer ernstige misdragingen Indien een belanghebbende zich ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren en medewerkers, onder omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 20 tweede lid van de wetten, wordt de uitkering verlaagd. De verlaging wordt in geval van een ernstige misdraging in de vorm van verbaal geweld, discriminatie of intimidatie op de volgende wijze vastgesteld: a. 50% van de grondslag gedurende 1 maand bij een eerste ernstige misdraging; b. van de grondslag gedurende 1 maand bij een tweede ernstige misdraging binnen een periode van 24 maanden na de vorige misdraging; c. van de grondslag gedurende 2 maanden vanaf een derde ernstige misdraging binnen een periode van 24 maanden na de vorige misdraging. 3. De verlaging wordt in geval van een ernstige misdraging in de vorm van zaakgericht fysiek geweld, mensgericht fysiek geweld op de volgende wijze vastgesteld: a. van de grondslag gedurende 1 maand bij een eerste ernstige misdraging; b. van de grondslag gedurende 2 maanden bij een tweede ernstige misdraging binnen een periode van 24 maanden na de vorige misdraging; c. van de grondslag gedurende 3 maanden vanaf een derde ernstige misdraging binnen een periode van 24 maanden na de vorige misdraging. 4. Van een ernstige misdraging in de zin van artikel 20, tweede lid van de wetten kan alleen sprake zijn als verwijtbaarheid is vastgesteld én dit gedrag in het normale menselijke verkeer onacceptabel is. Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel De Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ vastgesteld bij besluit van 10 juni 2010, no 2010/044/1 wordt ingetrokken. Deze verordening treedt in werking op 1 mei Deze verordening kan worden aangemeld als de Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ Toelichting Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ 2013 Algemeen In de jaren tachtig is de IOAW en IOAZ in het leven geroepen, omdat het bezwaarlijk bevonden werd om langdurig oudere werklozen onder de Algemene Bijstandswet (nu: Wet werk en bijstand (WWB)) te laten vallen en daarmee aan een vermogenstoets en volledige inkomenstoets onderworpen werden. Afgezien daarvan vertonen de IOAW en de IOAZ nauwe verwantschap met de WWB. 3

4 Per 1 januari 2010 is het college net als bij de WWB volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de IOAW en de IOAZ. Dit gaat gepaard met beleidsvrijheid op het gebied van het opleggen van maatregelen. Op grond van artikel 35, eerste lid onderdeel b van de IOAW en van de IOAZ moet de gemeenteraad bij verordening regels stellen met betrekking tot de weigering en verlaging bedoeld in artikel 20 van de IOAW en IOAZ. In het kader van uniformiteit van regelgeving is, mede gelet op de nauwe verwantschap van de WWB, deze verordening waar mogelijk geënt op de afstemmingsverordening zoals die geldt voor de WWB. Er is voor gekozen om de regels voor weigering en verlaging van de IOAW en IOAZ in een aparte verordening onder te brengen. Dit omdat er twee wezenlijke verschillen zijn ten opzichte van de WWB: De IOAW en de IOAZ kunnen blijvend of tijdelijk geweigerd worden als de belanghebbende verwijtbaar zijn baan of inkomsten in verband met arbeid verliest. De WWB kent geen blijvende of tijdelijke weigering van de bijstand. Immers, de WWB is een vangnetvoorziening. In de WWB kan de bijstand verlaagd worden als er sprake is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. In de IOAW en de IOAZ ontbreekt dat. Daarom kan er op deze grond geen verlaging of (gehele of tijdelijke) weigering van de bijstand plaatsvinden. Keuze blijvend of tijdelijk weigeren Het college heeft de vrijheid om de uitkering blijvend of tijdelijk te weigeren als belanghebbende onder meer verwijtbaar werkloos raakt. Wil het college gebruik maken van die bevoegdheid dan moet dat in de verordening geregeld zijn. In de verordening is geregeld dat het college de uitkering alleen tijdelijk weigert. Dit ter voorkoming van vergaande nadelige gevolgen voor de belanghebbende bij blijvende weigering van de uitkering. Gehele weigering van de uitkering heeft tot gevolg dat de IOAW-ers en de IOAZ-ers een beroep op de WWB moeten doen, waar de vermogenstoets geldt. Daarnaast betreft het een kwetsbare doelgroep, die uit ouderen bestaat. Karakter van de maatregel Tot 1 januari 2010 was het college verplicht om een maatregel op te leggen als geconstateerd werd dat de belanghebbende of zijn echtgenoot verplichtingen niet nakwam. Met ingang van 1 januari 2010 is dit, net als onder de WWB een bevoegdheid. In de verordening is geregeld dat het college in de daarin opgenomen situaties verplicht is een maatregel op te leggen, onverlet bijzondere omstandigheden. Evenwicht tussen rechten en plichten Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de uitkering te worden. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de toepasselijke grondslag en de bruto-inkomsten van de belanghebbende, maar ook van de mate waarin de verplichtingen worden nagekomen. Als verplichtingen verwijtbaar niet worden nagekomen, zal dat moeten leiden tot een maatregel in de vorm van de verlaging van de uitkering. Bij het opleggen van een maatregel moet de zwaarte daarvan afgestemd worden op de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. De maatregel mag met andere woorden niet disproportioneel zijn. Verder moet een maatregel in het kader van de uitkering, gelet op het daaraan ten grondslag liggende individualiseringsbeginsel mede afgestemd worden op de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende. De afstemmingsverordening IOAW en IOAZ voorziet in standaardmaatregelen voor veel voorkomende gedragingen. Daarbij is, op basis van een categorie-indeling, een relatie gelegd tussen de ernst van de gedraging en de zwaarte van de maatregel. Verder wordt voor een belangrijk deel ook al rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, doordat de hoogte van de maatregel is gerelateerd aan de grondslag, waarmee in algemene zin afstemming met de draagkracht wordt bereikt. Deze beide aspecten komen de uitvoerbaarheid van het maatregelenbeleid ten goede, zonder dat dit in de weg staat aan maatwerk. Op grond van bijzondere persoonlijke omstandigheden of de mate van verwijtbaarheid kan zowel naar boven als beneden afgeweken worden van de standaardmaatregelen. Als iedere verwijtbaarheid ontbreekt kan in het geheel geen maatregel worden opgelegd. Zwaarte en duur van de maatregel Bij de indeling in categorieën is ervan uitgegaan dat de ernst van het feit toeneemt naarmate de gedraging concretere gevolgen heeft voor het niet verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. Bij de toepassing van maatregelen in verband met zeer ernstige misdragingen, zal steeds rekening worden gehouden met onder meer de aard van de gedraging, de dreiging die daarvan uitgaat, de impact daarvan op medewerkers, in het bijzonder de mate waarin zij kunnen worden belemmerd in een normaal functioneren en de door de gedraging veroorzaakte (im)materiële schade. In beginsel wordt een maatregel gedurende één kalendermaand toegepast. Bij recidive wordt de duur of de zwaarte van de maatregel verdubbeld. Dat staat er niet aan in de weg dat, op grond van bijzondere omstandigheden van het individuele geval, bijvoorbeeld bij stelselmatig weigerachtig gedrag of een samenloop van verwijtbare gedragingen ook een maatregel van langere duur opgelegd kan worden. Bij de WWB is het toepassen van een maatregel voor onbepaalde duur niet toegestaan. In de WWB is geregeld dat bij een besluit waarin een maatregel toegepast waarvan de duur langer is dan 3 maanden, 4

5 dit besluit binnen 3 maanden heroverwogen dient te worden. In de IOAW en de IOAZ komt deze bepaling niet voor. In het kader van uniformiteit van regelgeving is in deze verordening ook geregeld dat bij maatregelen die een tijdvak van meer dan drie maanden beslaan het maatregelbesluit binnen een termijn van 3 maanden wordt heroverwogen. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de begrippen die in de verordening worden gebruikt, is aansluiting gezocht bij de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). Artikel 2 Het verlagen van de uitkering Dit lid geeft de omvang van de werking van deze verordening aan en met name dat het hier een uitwerking betreft van artikel 20 van de wetten. In de afstemmingsverordening zijn voor allerlei gedragingen standaardverlagingen vastgesteld in de vorm van een vaste (procentuele) verlaging van de uitkering. In dit tweede lid is de hoofdregel neergelegd: de verlaging afstemmen op de ernst van het feit dat zich heeft voorgedaan, de afweging in hoeverre de betrokken persoon hiervoor verantwoordelijk is en de eventuele individuele bijzondere omstandigheden die van belang kunnen zijn in verband met de gevolgen van de tijdelijke verlaging voor de persoon of het gezin. Deze bepaling brengt met zich mee dat bij elke verlaging zal moeten worden nagegaan of gelet op deze drie criteria afwijking van de hoogte en de duur van de voorgeschreven standaardverlaging geboden is. Afwijking van de standaardverlaging kan zowel tot een verzwaring als een matiging van de hoogte en/of de duur van de verlaging leiden. Matiging van de verlaging kan bijvoorbeeld aan de orde komen bij: bijzondere financiële of sociale omstandigheden van de belanghebbende; proportionaliteit: de zwaarte van de verlaging is niet evenredig aan de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. Artikel 3 De berekeningsgrondslag Een verlaging wordt alleen toegepast op de grondslag. De grondslag is een bruto bedrag dat door de minister zodanig wordt vastgesteld, dat deze netto gelijk is aan de bijstandsnormen voor de WWB. De grondslag is bestemd voor de voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Artikel 4 Het besluit tot verlaging van de uitkering Het verlagen van de uitkering wegens het niet voldoen aan een of meerdere op grond van de wetten opgelegde verplichtingen vindt plaats door middel van een besluit. Deze eis vloeit rechtstreeks voort uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Met name dient aandacht besteed te worden aan het zorgvuldigheidsbeginsel, het beginsel van proportionaliteit en het motiveringsbeginsel. Artikel 5 Afzien van verlaging van de uitkering Het afzien van een verlaging indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, is geregeld in artikel 20 van de wetten. Een andere reden om af te zien van een verlaging is dat de gedraging te lang geleden heeft plaatsgevonden (verjaring). Omwille van de effectiviteit ( lik op stuk ) is het nodig dat een verlaging spoedig nadat de gedraging heeft plaatsgehad, wordt toegepast. Om deze reden wordt onder b. geregeld dat het college geen verlagingen toepast bij gedragingen die langer dan één jaar geleden hebben plaatsgevonden. Hierin wordt geregeld dat het college kan afzien van een verlaging indien er daarvoor zeer bijzondere individuele omstandigheden aanwezig zijn (hardheidsclausule). Dit is uiteraard vooral afhankelijk van de concrete situatie en wordt hier niet verder gespecificeerd. 3. Het doen van een schriftelijke mededeling dat het college afziet van een verlaging is van belang in verband met eventuele recidive. Artikel 6 Ingangsdatum, tijdvak en recidive De verlaging wordt naar de toekomst toegepast, tenzij de uitkering nog niet is uitbetaald. De verlaging dient na constatering in beginsel zo spoedig mogelijk geëffectueerd te worden zodat oorzaak en gevolg maximaal aan elkaar worden gekoppeld. In lid 3 tot en met 5 is de systematiek geregeld indien sprake is van herhaling van de verwijtbare gedraging. Indien binnen één jaar na een eerste verwijtbare gedraging opnieuw sprake is van een verwijtbare gedraging, wordt de grotere mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht in een verdubbeling van de duur van de verlaging. Er is geen sprake van recidive als is afgezien van een afstemming omdat de verwijtbaarheid geheel heeft ontbroken. Met eerste verwijtbare gedraging wordt de eerste gedraging bedoeld die aanleiding is geweest tot een verlaging, ook indien de verlaging wegens zeer bijzondere omstandigheden niet is geëffectueerd. Voor het bepalen van de aanvang van de termijn van 12 maanden geldt het tijdstip waarop het besluit (waarin de verlaging is medegedeeld) bekend is gemaakt (verzenddatum beschikking). In de situatie, dat de belanghebbende in een korte periode steeds herhalend ver- 5

6 wijtbaar gedrag blijft vertonen (de derde en mogelijke volgende verwijtbare gedragingen) kan het college besluiten na afweging van alle belangen om de gegeven percentages van de hoofdstukken 2 tot en met 4 te verzwaren. Tevens kan de duur telkens worden verlengd met een maand. Zo is sprake van een evenwichtige en systematische opbouw van verlagingen van de uitkering indien sprake is van steeds terugkerend verwijtbaar gedrag van de belanghebbende. In lid 6 en 7 is geregeld dat de verlaging doorloopt totdat belanghebbende de verwijtbare gedraging heeft hersteld, als direct door de belanghebbende duidelijk is gemaakt, dat van een korte tijdelijke verlaging geen positief effect is te verwachten. In de WWB is geregeld dat het college een besluit als genoemd in artikel 6 binnen drie maanden dient te heroverwegen. In de IOAW en IOAZ ontbreekt deze bepaling. Om zoveel mogelijk uniformiteit in beleid en uitvoering te betrachten wordt voorgesteld om aan te sluiten bij de regelgeving in het kader van de WWB en bij een verlaging langer dan 3 maanden het besluit tot afstemming te heroverwegen. De minimale duur van de verlaging is in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van deze verordening geregeld. Artikel 7 Samenloop van gedragingen De regeling voor de samenloop van gedragingen heeft betrekking op verschillende gedragingen van een bijstandsgerechtigde. Bijvoorbeeld,: belanghebbende staat niet ingeschreven bij het UWV en werkt onvoldoende mee aan het door het college noodzakelijk geachte re-integratietraject. De verlaging van de uitkering wordt dan vastgesteld aan de hand van de cumulatie van de verschillende percentages van de beide categorieën. In dit geval bedraagt de verlaging niet meer dan 60% gedurende één maand. Uiteraard kan een verlaging van de uitkering niet meer bedragen dan de hoogte van de volledige uitkering () gedurende één maand. 1 a. Afstemming op grond van deze verordening kan alleen plaatsvinden als iemand zich niet houdt aan de verplichtingen die rechtstreeks zijn verbonden aan het ontvangen van een uitkering op grond van één van de wetten. Dat betekent dat de uitkering alleen kan worden verlaagd als iemand een inburgeringsprogramma volgt dat door het college tevens is gedefinieerd als een noodzakelijk traject op grond van artikel 34 van de wetten. b. In het kader van de WI geldt een eigen (boete)regeling die als specifieke regeling voorrang krijgt voor deze (algemene) Afstemmingsverordening. Hoofdstuk 2 Re-integratietraject of werk Artikel 8 Categorieën Tweede categoriehet gaat hierbij om situaties dat een belanghebbende, zonder geldige reden, niet reageert op een oproep van het college om te verschijnen voor een gesprek om de arbeidsmarktsituatie te bespreken en waardoor de toeleiding naar werk onnodig gefrustreerd wordt. Derde categorie Bij toekenning van de uitkering of in een later stadium kan aan de belanghebbende, die niet in staat is om op eigen kracht weer in zijn levensonderhoud te voorzien, de verplichting worden opgelegd om: mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden en de benodigde voorzieningen zoals vastgelegd in de Re-integratieverordening van de gemeente Roermond; deel te nemen aan een concreet aangeboden traject dat uiteindelijk moet leiden tot uitstroom of zelfstandige maatschappelijke participatie (zorgtraject). De arbeidsinschakeling wordt direct geschaad, wanneer de belanghebbende deze verplichting niet of onvoldoende nakomt. Het niet of onvoldoende verlenen van medewerking aan een afgesproken traject zal immers leiden tot ongewenste vertraging van dat traject. De gedragingen in de tweede categorie hebben echter niet tot gevolg dat het traject (definitief) stopt. Van onvoldoende medewerking is in ieder geval sprake als de belanghebbende niet of onvoldoende meewerkt aan (oproepen voor) een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, scholing of zelfstandige participatie, niet op afspraken bij het re-integratiebedrijf verschijnt, opdrachten in het kader van een scholing niet naar behoren uitvoert of zich niet coöperatief opstelt ten aanzien van een diagnostisch onderzoek. De derde categorie, onderdeel a, betreft de verplichting tot een actieve opstelling op de arbeidsmarkt waaronder de eigen verantwoordelijkheid van belanghebbende om bijvoorbeeld voldoende te solliciteren of ingeschreven te staan bij diverse uitzendbureaus. Bij de vierde categorie, onderdeel b, gaat het om dezelfde soort gedragingen als bedoeld in de tweede categorie, echter met dit belangrijke verschil dat de gedraging heeft geleid tot het (definitief) staken van een lopend traject. De vijfde categorie betreft het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid. Het kan hierbij om allerlei soorten arbeid gaan: gesubsidieerd of regulier, fulltime of parttime, tijdelijk of voor onbepaalde duur. Parttime en/of tijdelijk werk zal wel nog van invloed kunnen zijn in verband met de beoordeling van de proportionaliteit bij een verlaging. Artikel 9 De hoogte en duur van de verlaging Deze bepaling behoeft geen toelichting. 6

7 Hoofdstuk 3 Inlichtingenplicht Artikel 10 Schending inlichtingenplicht Indien een cliënt de voor de verlening van de uitkering van belang zijnde gegevens niet direct zelf (onverwijld) of desgevraagd niet op tijd verstrekt wordt de uitkering voortgezet en kan de uitkering gedurende minimaal 1 maand worden verlaagd voor zover dit de gemeente heeft benadeeld. Onder onverwijld mededeling doen in artikel 13 lid 1 van de wetten wordt verstaan: - direct mondeling (eventueel telefonisch) informatie geven of indien dit niet mogelijk is; - op het door de cliënt verplicht te gebruiken formulier dat door Sociale Zaken wordt aangereikt om wijzigingen door te geven; - vóór de eerste van de maand volgend op de maand waarin het feit of de omstandigheid zich heeft voorgedaan. Uit deze formulering volgt dat wanneer er geen sprake is van een financiële benadeling er ook geen afstemming plaats zal vinden. 3. Op 1 januari 2013 is de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking getreden. Deze wet beoogt een aanscherping van het sanctieregime in de sociale zekerheid. Met ingang van 1 januari 2013 wordt er een boete opgelegd ingeval er sprake is van een schending van de inlichtingenplicht. De regels hiertoe zijn vanaf 2013 centraal geregeld in de sociale zekerheidswetgeving. Voor 1 januari 2013 hadden de gemeenten de bevoegdheid om bij schending van de inlichtingenverplichting een maatregel op te leggen en hier zelf gemeentelijk beleid op te maken. In lid 3 van dit artikel is het geregeld dat voor schendingen van de inlichtingenverplichting voor zover de gedragingen plaatsvonden tot 1 januari 2013 en uiterlijk doorlopen tot en met 30 januari 2013 de oude bepalingen uit de afstemmingsverordening van toepassing zijn. Met deze bepaling sluit deze verordening aan bij de regelgeving zoals die opgenomen is in artikel 25 Overgangsrecht in de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving. 4. In afwijking van artikel 5 lid 1 wordt voor maatregelwaardige gedragingen die een schending van de informatieplicht inhouden en als gevolg waarvan ten onrechte of een te hoog bedrag aan uitkering is verleend een verjaringstermijn van vijf jaar aangehouden omdat dit ook aansluit bij andere verjaringstermijnen, zoals bijvoorbeeld in het Burgerlijk Wetboek. 5. Noodzakelijk is dat de gegevens waarover de belanghebbende beschikt ook zo spoedig mogelijk worden verstrekt, zodat deze ook tijdig beoordeeld kunnen worden en daarmee eventuele juridische procedures vermeden kunnen worden. Hoofdstuk 3 Overige gedragingen die leiden tot een verlaging Artikel 10 Zeer ernstige misdragingen In artikel 20, tweede lid van de wetten, wordt gesproken over het zich jegens het college zeer ernstig misdragen. In de verordening worden in verband met de leesbaarheid niet steeds de woorden zeer ernstig misdragen gebruikt, terwijl het wel om hetzelfde wettelijke begrip gaat. Dit betekent voorts dat alleen (zeer) agressief gedrag tegenover leden van het college en ambtenaren aanleiding kan zijn voor een verlaging. Een verlaging is dus niet mogelijk als een klant zich agressief heeft gedragen tegenover een medewerker van een andere organisatie die (indirect) belast is met de uitvoering van een van de wetten (bijvoorbeeld een re-integratiebedrijf). Opgemerkt wordt dat landelijk, maar ook in de gemeente Roermond incidenten tegen medewerkers tijdens hun werk frequenter en ernstiger zijn geworden. Dit is een maatschappelijk verschijnsel dat in brede kring als zeer ernstig wordt ervaren en afgekeurd. In de gemeente Roermond neemt het college elke misdraging in welke vorm dan ook tegen medewerkers van de gemeente Roermond of het college zeer hoog op en accepteert dit dan ook onder geen enkele voorwaarde. Ervaring sinds de invoering van deze bepaling in de WWB vanaf 1 januari 2004 leert dat afstemming met een standaardpercentage van 50% gedurende minimaal 1 maand een onvoldoende genuanceerd en hanteerbaar uitgangspunt is gebleken. Dit geldt evenzeer mede ter voorkoming van herhaling van nieuwe incidenten. In deze afstemmingsverordening is getracht een genuanceerdere en systematische invulling te geven die recht doet aan deze ernstige problematiek. Om deze reden wordt ook anders omgegaan met recidive dan in artikel 6 van deze verordening (hoger percentage en/of verlenging termijn van de verlaging) en een langere termijn wanneer herhaling van het gedrag aangemerkt wordt als recidive (24 maanden in plaats van 12 maanden). Anderzijds dient bij het vaststellen van de hoogte van de verlaging in de situatie dat een uitkeringsgerechtigde zich ernstig heeft misdragen, gekeken te worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende. Met name dient het beginsel van proportionaliteit (de reactie moet in redelijke verhouding staan tot de gedraging) eveneens recht te worden gedaan. Wat betreft het vaststellen van de ernst van de gedraging, kunnen de volgende vormen van agressief gedrag in een oplopende reeks (steeds ernstiger) worden onderscheiden: verbaal geweld (schelden); 7

8 discriminatie; intimidatie (uitoefenen van psychische druk); zaakgericht fysiek geweld (vernielingen); mensgericht fysiek geweld; combinatie van agressievormen. Voor het bepalen van verwijtbaarheid van de misdraging zal gekeken moeten worden naar de soort gedraging, de mate waarin de gedraging te verwijten valt en de omstandigheden waaronder de misdraging heeft plaatsgehad. In dit verband kan in het algemeen een onderscheid gemaakt worden tussen instrumenteel geweld en frustratiegeweld. Van instrumenteel geweld is sprake als iemand het toepassen van geweld bewust gebruikt om een bepaald doel te bereiken (bijvoorbeeld het verkrijgen van een uitkering). Agressie die ontstaat door onmacht, ontevredenheid, onduidelijkheid en dergelijke kan worden aangeduid met frustratieagressie. Het zal duidelijk zijn dat de mate van verwijtbaarheid bij instrumenteel geweld in beginsel groter is dan bij frustratiegeweld. In lid 2 is en lid 3 is tevens onderscheid gemaakt tussen fysiek en niet fysiek geweld. Daarbij wordt fysiek geweld in welke vorm dan ook als een ernstiger incident beschouwd dan wanneer dit niet heeft plaatsgevonden. Daarnaast is sprake van een steeds zwaardere afstemming (verlaging) van de uitkering naarmate deze vergelijkbare incidenten door dezelfde persoon vaker voorkomen. Hierdoor ontstaat een meer gedifferentieerd uitgewerkt en gestructureerd systeem waarbij meer recht wordt gedaan aan een stapsgewijze progressieve reactie op onacceptabele incidenten. Het toepassen van een verlaging staat overigens geheel los van het doen van aangifte bij de politie. Voor de afdeling Sociale Zaken is er een intern agressieprotocol opgesteld met instructies hoe te handelen bij agressie. Schematisch: Niet fysiek geweld (verbaal, discriminatie of intimidatie) Fysiek geweld (zaak- of mensgericht) Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen toelichting. 1 e keer 2 e keer < 24 maanden 3 e keer of meer < 24 maanden 1 e keer 2 e keer < 24 maanden 3 e keer of meer < 24 maanden 50% 1 maand 1 maand 2 maanden 1 maand 2 maanden 3 maanden 8

Begripsomschrijvingen

Begripsomschrijvingen Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ 2013 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij

Nadere informatie

Artikel 3 Berekeningsgrondslag De verlaging wordt opgelegd op de van toepassing zijnde grondslag.

Artikel 3 Berekeningsgrondslag De verlaging wordt opgelegd op de van toepassing zijnde grondslag. Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De verordening voorziet in het afstemmingsbeleid voor de IOAW en IOAZ. In deze verordening is er voor gekozen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB 2012

Afstemmingsverordening WWB 2012 Afstemmingsverordening WWB 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen:

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen: Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015

Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015 Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015 Algemeen Op basis van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

Toelichting Afstemmingsverordening

Toelichting Afstemmingsverordening Toelichting Afstemmingsverordening Algemene toelichting Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

Nadere informatie

Lid 1. De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen:

Lid 1. De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: Toelichting bij de Afstemmingsverordening WWB Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

Afstemmmingsverordening 2015

Afstemmmingsverordening 2015 Afstemmmingsverordening 2015 De raad van de gemeente Borne, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in WWB

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Waalre en Valkenswaard,

De Raad van de gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Waalre en Valkenswaard, De Raad van de gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Waalre en Valkenswaard, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [NAAM] d.d. [DATUM], gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 108,

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Maassluis 2013

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Maassluis 2013 CVDR Officiële uitgave van Maassluis. Nr. CVDR122962_4 17 april 2018 2013-14 Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Maassluis 2013 De raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN )

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ.

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1.In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

VERORDENING MAATREGELEN IOAW EN IOAZ 2012 Pag. 1/11

VERORDENING MAATREGELEN IOAW EN IOAZ 2012 Pag. 1/11 VERORDENING MAATREGELEN IOAW EN IOAZ 2012 Pag. 1/11 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Verordening afstemming IOAW / IOAZ 2013 gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Verordening afstemming IOAW / IOAZ 2013 gemeente Bodegraven-Reeuwijk CVDR Officiële uitgave van Bodegraven-Reeuwijk. Nr. CVDR306551_1 6 maart 2018 Verordening afstemming IOAW / IOAZ 2013 gemeente Bodegraven-Reeuwijk De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk; gelezen het

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Roermond 2015

Afstemmingverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Roermond 2015 Afstemmingverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Roermond 2015 Algemeen Rechten en plichten in de Participatiewet (PW) De gemeente heeft een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hengelo. Nr. 47914 19 april 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Onderwerp : Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ2015. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Onderwerp : Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ2015. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. Vergadering d.d. : 16 december 2014 Agendapunt : 7A Registratienummer : R 527016 Onderwerp : Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het

Nadere informatie

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR296918_1 13 maart 2018 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg De raad van de gemeente Doesburg; gehoord de commissie Maatschappelijke

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 8882 VERORDENING. vaststelling Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ. De raad van de gemeente Terneuzen;

Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 8882 VERORDENING. vaststelling Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ. De raad van de gemeente Terneuzen; Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 8882 Afdeling: Samenleving VERORDENING 5b Datum: 3 juni 2010 Onderwerp: vaststelling Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het

Nadere informatie

Artikelsgewijze. toelichting. Afstemmingsverordening WWB

Artikelsgewijze. toelichting. Afstemmingsverordening WWB Artikelsgewijze toelichting Afstemmingsverordening WWB 1 Artikelsgewijze toelichting Inleiding Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, de Bbz en de Algemene wet

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen:

Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: TOELICHTING Artikel 8, eerste lid onder b WWB geeft de gemeenteraad opdracht om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verlagen van de bijstand, als bedoeld in artikel 18, tweede lid

Nadere informatie

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Gemeente Krimpen aan den IJssel pagina 1 van 5 Versie per 1-1-07 400. AFSTEMMEN VAN BIJSTAND/MAATREGELENBLEID BIJ NIET NAKOMEN VAN ARBEIDSVERPLICHTINGEN OF SCHENDEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT 1) Afstemmingsverordening WWB Met ingang van

Nadere informatie

Artikel 3. Berekeningsgrondslag De maatregel wordt toegepast op de voor de belanghebbende van toepassing zijnde grondslag.

Artikel 3. Berekeningsgrondslag De maatregel wordt toegepast op de voor de belanghebbende van toepassing zijnde grondslag. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijmegen. Nr. 57596 29 juni 2015 Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2015 De Raad van de gemeente Nijmegen bijeen in zijn openbare vergadering van 24 juni 2015

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010

Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010 Bijlage 8 regeling nummer 11.2.4 Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010 vastgesteld 2009 bekendgemaakt 2009 inwerkingtreding 1 januari 2010 laatste wijziging - pagina 2 nr. 11.2.4

Nadere informatie

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM.

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen. De begrippen

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 30 september 2010, inzake

Nadere informatie

gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz Hiervoor blijft aparte financiering bestaan.

gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz Hiervoor blijft aparte financiering bestaan. ALGEMENE TOELICHTING Met ingang van 1 januari 2010 is het Wetsvoorstel bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wet BUIG

Nadere informatie

BBM gemeente Steenbergen

BBM gemeente Steenbergen De raad van de gemeente Steenbergen; BBM1400783 gemeente Steenbergen overwegende dat de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2013 aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 12RB000197 Nr. 8 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR263478_1 17 oktober 2017 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2010 nr. 27

GEMEENTEBLAD 2010 nr. 27 GEMEENTEBLAD 2010 nr. 27 De raad van de gemeente Maassluis; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet; gelet op de artikelen 8, eerste lid,

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING Maatregelenverordening WWB/IOAW/IOAZ Het verlagen van de uitkering Artikelsgewijze toelichting

ALGEMENE TOELICHTING Maatregelenverordening WWB/IOAW/IOAZ Het verlagen van de uitkering Artikelsgewijze toelichting ALGEMENE TOELICHTING Maatregelenverordening WWB/IOAW/IOAZ De Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten is op 1 januari 2010 in werking getreden. Dit betekent dat de gemeenteraad nu

Nadere informatie

Afstemmmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2019

Afstemmmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2019 Afstemmmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2019 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 juni 2019 gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef

Nadere informatie

gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 lid 1, 2 en 3 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 lid 1, 2 en 3 van de Wet werk en bijstand; Vergadering d.d. : 5 februari 2013 Agendapunt : Registratienummer : 406659 Onderwerp : Maatregelenverordening Wet werk en bijstand (WWB), Wet inkomensvoorziening ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

*Z002AA38484* No. 10. Maatregelverordening IOAW en IOAZ. De raad van de gemeente Vlagtwedde;

*Z002AA38484* No. 10. Maatregelverordening IOAW en IOAZ. De raad van de gemeente Vlagtwedde; *Z002AA38484* No. 10. Maatregelverordening IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Vlagtwedde; gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 108, tweede lid Gemeentewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel b

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Opsterland 2013

Afstemmingsverordening Opsterland 2013 De raad van de gemeente Opsterland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013; gelet op artikel 8, lid 1, onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; gelet op artikel 8, lid 1 en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand Sinds de inwerkingtreding van de WWB per 1 januari 2004 is het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet vervallen. In plaats

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn Registratienummer: 10.17758 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en De Raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en gelet op artikel 8, lid 1, sub b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de gemeente bij verordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010; GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Registratienummer: 10.17785 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort De raad van de gemeente Montfoort, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, gelet op: artikel 147, eerste lid en artikel 108, tweede lid Gemeentewet, artikel 8, lid 1, onderdeel

Nadere informatie

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004.

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. De regeling in de Wet werk en bijstand Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet

Nadere informatie

Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR300348_1 20 maart 2018 Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ 2012-2 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. Alle begrippen die in deze

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2010, nr ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2010, nr ; De raad van de gemeente Heeze-Leende; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2010, nr. 10.50; gelet op artikel 147, eerste lid van de Wet investeren in jongeren; b e s l u

Nadere informatie

Behoort bij agendapunt 9 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 24 januari 2012

Behoort bij agendapunt 9 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 24 januari 2012 Behoort bij agendapunt 9 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 24 januari 2012 De raad van de gemeente Cuijk; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 augustus 2011 Gezien

Nadere informatie