Afstemmingsverordening Opsterland 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afstemmingsverordening Opsterland 2013"

Transcriptie

1 De raad van de gemeente Opsterland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013; gelet op artikel 8, lid 1, onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en bijstand, de artikelen 20 en 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 20 en 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; b e s l u i t : vast te stellen de: Afstemmingsverordening Opsterland 2013 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet (GW). 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: WWB, IOAW en IOAZ; b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland. c. bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm genoemd in artikel 5 onderdeel c WWB of de grondslag van de uitkering genoemd in artikel 5 IOAW of IOAZ; d. benadelingsbedrag: de uitkering waarop eerder, langer of tot een hoger bedrag een beroep wordt of is gedaan ten gevolge van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan; e. uitkering: algemene bijstand op grond van de WWB of een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ; f. maatregel: het verlagen van de uitkering op grond van artikel 18, tweede lid WWB of artikel 20 IOAW of de IOAZ; Artikel 2 Het opleggen van een maatregel 1. Als de belanghebbende naar het oordeel van het college niet of onvoldoende heeft voldaan aan uit de wet voortvloeiende verplichtingen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd. 2. Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert. 1

2 Artikel 3 Berekeningsgrondslag 1. De maatregel wordt berekend over de bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid, kan de maatregel ook worden berekend over de bijzondere bijstand als: a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 van de WWB, en b. een verwijtbare gedraging van belanghebbende in relatie met zijn recht op bijzondere bijstand daartoe aanleiding geeft. 3. Bij toepassing van het tweede lid, onderdeel a, moet in de hoofdstukken 2 en 3 bijstandsnorm worden gelezen als bijstandsnorm plus de op grond van artikel 12 WWB verleende bijzondere bijstand. 4. Bij toepassing van het tweede lid, onderdeel b, moet in de hoofdstukken 2 en 3 bijstandsnorm worden gelezen als de verleende bijzondere bijstand. Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een maatregel In het besluit tot het opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden, de duur, het percentage en het bedrag van de maatregel waarmee de uitkering wordt verlaagd en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel. Artikel 5. Afzien van het opleggen van een maatregel 1. Het college ziet af van het toepassen van een verlaging indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of b. de gedraging meer dan een jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden. 2. Het college kan afzien van een verlaging indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 3. Indien het college afziet van een verlaging op grond van dringende redenen, wordt een belanghebbende hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Artikel 6 Ingangsdatum en tijdvak 1. De maatregel wordt toegepast op de uitkering respectievelijk de bijzondere bijstand die is verleend met toepassing van artikel 12 WWB over de kalendermaand volgend op de maand waarin het besluit tot het toepassen van de verlaging aan een belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de op dat tijdstip voor die belanghebbende geldende bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid kan de maatregel met terugwerkende kracht worden opgelegd wanneer de uitkering is beëindigd of nog niet is uitbetaald. 3. Wanneer niet aan het eerste en tweede lid kan worden voldaan, dan wordt de maatregel opgelegd zodra de belanghebbende alsnog binnen twaalf maanden een beroep doet op uitkering of de uitbetaling daarvan. 4. Een maatregel wordt voor bepaalde tijd opgelegd, met uitzondering van de maatregel als bedoeld in artikel 7, lid 5. Artikel 7 Samenloop van gedragingen, recidive en volharding 1. Bij een gedraging die schending oplevert van meerdere in deze verordening genoemde verplichtingen, wordt één verlaging opgelegd. Voor het bepalen van de hoogte en duur van de verlaging wordt uitgegaan van de gedraging waarop de hoogste verlaging is gesteld. 2. Indien sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van één of meerdere in deze verordening genoemde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging een afzonderlijke verlaging opgelegd. Deze verlagingen worden gelijktijdig opgelegd. 3. Bij een gedraging die schending oplevert van een in deze verordening genoemde verplichting en van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17, lid 1 WWB en de artikelen 13 IOAW of IOAZ, wordt geen verlaging opgelegd. 4. Bij recidive, dat wil zeggen, het zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging is opgelegd, opnieuw schuldig maken aan een verwijtbare gedraging van dezelfde categorie, als bedoeld in artikel 8, wordt: a. het percentage van de verlaging bij gedragingen van de eerste en tweede categorie verdubbeld; b. de periode van de verlaging bij gedragingen van de derde categorie verdubbeld. 5. Bij een derde en volgende verwijtbare gedraging van dezelfde categorie, als bedoeld in artikel 2

3 8, binnen twaalf maanden na de laatste als verwijtbaar aangemerkte gedraging, wordt de bijstand voor onbepaalde duur verlaagd met het percentage dat bij recidive, als bedoeld in het vierde lid, van toepassing is. 6. Met een besluit waarmee een verlaging is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid. Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de arbeidsverplichtingen Artikel 8 Indeling in categorieën Gedragingen waardoor algemeen geaccepteerde arbeid niet wordt behouden of één van de verplichtingen gericht op arbeidsinschakeling of tegenprestatie op grond van artikel 9, 9a en 55 WWB respectievelijk artikel 37 en 38 IOAW of IOAZ niet of onvoldoende worden nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: Het niet of niet tijdig registreren of verlengen van de inschrijving bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). 2. Tweede categorie: a. het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te krijgen; b. het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling of aan een onderzoek naar de geschiktheid van scholing / opleiding; c. het onvoldoende gebruik maken van een aangeboden voorziening, zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b en artikel 10, lid 1 van de WWB respectievelijk artikel 36, lid 1 en artikel 37, lid 1 onder e, van de IOAW of IOAZ, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening; d. het niet meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak zoals bedoeld in artikel 44a WWB; e. gedragingen die de arbeidsinschakeling belemmeren; f. het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b van de WWB respectievelijk artikel 37, lid 1, onder e van de IOAW of IOAZ niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 9a, lid 1 van de WWB respectievelijk 38, lid 1 van de IOAW of IOAZ; g. het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9, lid 1 of artikel 55 van de WWB, voor zover het gaat om een persoon jonger dan 27 jaar, gedurende vier weken na de melding zoals bedoeld in artikel 43, lid 4 en 5 van de WWB; h. het niet of onvoldoende verrichten van een door het college opgedragen tegenprestatie, zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder c van de WWB en artikel 37, lid 1, onder f van de IOAW of IOAZ. 3. Derde categorie: a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid; c. het niet of onvoldoende gebruik maken van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b en artikel 10, lid 1 van de WWB respectievelijk artikel 36, lid 1 en artikel 37, lid, 1 onder e, van de IOAW of IOAZ, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening; Artikel 9 De hoogte en duur van de maatregel Onverminderd artikel 2, lid 2 en artikel 7 van deze verordening wordt de maatregel als bedoeld in artikel 8 vastgesteld op: a. 10 procent van de bijstandsnorm gedurende één maand bij gedragingen van de eerste categorie; b. 20 procent van de bijstandsnorm gedurende één maand bij gedragingen van de tweede categorie; c. 100 procent van de bijstandsnorm gedurende één maand bij gedragingen van de derde categorie. 3

4 Hoofdstuk 3 Overige gedragingen die leiden tot een maatregel Artikel 10 Tekortschietend besef met gevolgen Onverminderd artikel 2, lid 2 en artikel 7 van deze verordening wordt, als een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft getoond, als bedoeld in artikel 18, lid 2, WWB, een maatregel opgelegd gedurende één maand van 20% van de bijstandsnorm Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 11 Overgangsrecht Op gedragingen die plaatsvonden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening, is de op het moment van de gedraging geldende verordening van toepassing. Artikel 12 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Afstemmingsverordening Opsterland Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari De Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Opsterland 2010 en de Afstemmingsverordening IOAW/IOAZ Opsterland 2010 vervallen per 1 januari Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 11 maart 2013., griffier., voorzitter. 4

5 Algemene toelichting Rechten en plichten in de WWB De gemeenteraad heeft in de WWB een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling van de rechten en plichten van uitkeringsgerechtigden. Mede gelet op de rechtszekerheid van een uitkeringsgerechtigde moet de gemeenteraad het gemeentelijk beleid vastleggen in een verordening. Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk te worden van de uitkering. Artikel 18 lid 1 WWB spreekt over het afstemmen van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van een belanghebbende. In deze bepaling wordt benadrukt dat het vaststellen van de hoogte van de uitkering en de daaraan verbonden verplichtingen voor uitkeringsgerechtigden maatwerk is. Daarbij moet recht worden gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van uitkeringsgerechtigden. Artikel 18 lid 2 WWB legt een directe koppeling tussen de rechten en verplichtingen van uitkeringsgerechtigden: het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk te worden van de uitkering. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de toepasselijke uitkeringsnorm en de beschikbare middelen van de belanghebbende, maar ook van de mate waarin de verplichtingen worden nagekomen. Wanneer het college tot het oordeel komt dat een uitkeringsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, verlaagt het de uitkering. Er is dus geen sprake van een bevoegdheid, maar van een verplichting. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van een dergelijke verlaging. Het college moet niettemin bij de vaststelling van de verlaging rekening houden met de persoonlijke omstandigheden en de individueel vastgestelde verplichtingen. Het college kan dan ook van een verlaging afzien indien het college daartoe zeer dringende reden aanwezig acht. Is afgezien van een verlaging wegens het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid, dan is het niet mogelijk om bij toepassing van bepalingen ten aanzien van recidive deze gedraging mee te tellen. Is vanwege de afstemming op grond van artikel 18 lid 1 WWB van een verlaging afgezien, dan is daarin geen reden gelegen om de betreffende gedraging buiten beschouwing te laten in geval van recidive. Wordt een verlaging voor een langere duur dan drie maanden opgelegd, dan zal het college de verlaging aan een herbeoordeling moeten onderwerpen. Dat volgt uit artikel 18 lid 3 WWB. Bij een dergelijke herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Het heeft slechts als doel vast te stellen of belanghebbende tussentijds (binnen de periode waarover de verlaging zich uitstrekt) blijk heeft gegeven van een zodanige gedragsverandering of dat sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden, dat aanleiding bestaat de eerder opgelegde verlaging in zwaarte of duur bij te stellen (zie CRvB , nr. 10/4882 WWB). Een verlaging krachtens de afstemmingsverordening moet niet gezien worden als een strafrechtelijke sanctie. Indien een betreffende gedraging ook een strafbaar feit oplevert, kan belanghebbende hier strafrechtelijk voor vervolgd worden. Ondanks het feit dat de verlaging geen strafrechtelijke sanctie is, kunnen de verlaging en de strafvervolging niet naast elkaar bestaan als sprake is van hetzelfde rechtsfeit (bijvoorbeeld inlichtingenfraude). Het beginsel van ne bis in idem staat daaraan in de weg. Afstemmen in de IOAW en de IOAZ Sinds 1 juli 2010 heeft het college de mogelijkheid een IOAW of IOAZ uitkering te verlagen of te weigeren indien een belanghebbende de aan het recht op uitkering verbonden verplichtingen niet of onvoldoende nakomt (artikel 20 IOAW en artikel 20 IOAZ). De gemeente moet het gemeentelijk beleid vastleggen in een verordening (artikel 35 lid 1 onderdeel b IOAW en artikel 35 lid 1 onderdeel b IOAZ). De verlaging van de uitkering komt in de plaats van het boeten- en maatregelenregime, waarbij zij opgemerkt dat de mogelijkheid om een boete op te leggen al per 1 januari 2010 was vervallen. Niet verlenen van medewering Het niet verlenen van medewerking zal niet snel aanleiding geven tot verlaging van de bijstand. Het belangrijkste voorbeeld van de medewerkingsplicht is het toestaan van een huisbezoek. In de praktijk 5

6 zal het niet toestaan van een huisbezoek echter leiden tot beëindiging of intrekking van het recht op bijstand omdat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Het verlagen van de bijstand is in dat geval niet aan de orde. Het niet voldoen aan een oproep om op een bepaald tijdstip te verschijnen, kan ook worden uitgelegd als het niet voldoen aan de medewerkingsplicht. In de praktijk betreft het echter veelal oproepen voor gesprekken om bepaalde inlichtingen te verstrekken zodat het niet verschijnen dan wordt gezien als het niet nakomen van de inlichtingenplicht. Daarom heeft de gemeenteraad ervoor gekozen het niet verlenen van medewerking zoals bedoeld in artikel 17 lid 2 WWB niet als verlagingswaardige gedraging op te nemen in deze verordening. Schenden van de inlichtingenplicht De bestuurlijke boete is per 1 januari 2013 opnieuw ingevoerd in de WWB, IOAW en IOAZ. Deze moet worden opgelegd bij een schending van de inlichtingenplicht en komt in de plaats van de verlaging van de bijstand. Verrekening bestuurlijke boete bij recidive De WWB verplicht de gemeenteraad in een verordening nadere regels te stellen over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete. Gemeenten krijgen daarmee de ruimte een afweging te maken van situaties of omstandigheden waarin het buiten werking stellen van de beslagvrije voet niet proportioneel wordt geacht. Het is mogelijk deze regels onder te brengen in de afstemmingsverordening. De gemeenteraad heeft er echter voor gekozen deze regels niet in deze verordening op te nemen omdat deze verordening een gecombineerde WWB, IOAW en IOAZ afstemmingsverordening is. De regels over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete zijn neergelegd in de verordening "Verrekening bestuurlijke boete bij recidive". Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, IOAW, IOAZ, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd. Onder de bijstandsnorm (lid 2 onderdeel d) wordt in deze verordening verstaan de in de situatie van belanghebbende geldende bijstandsnorm. Dit is de toepasselijke norm, vermeerderd met toeslagen, en verminderd met verlagingen, alles inclusief vakantietoeslag. Voor zover sprake is van een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ wordt onder bijstandsnorm verstaan de toepasselijke grondslag zoals bedoeld in artikel 5 IOAW en artikel 5 IOAZ. Artikel 2 Het opleggen van een maatregel In de maatregelenverordening zijn voor allerlei gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, standaardmaatregelen vastgesteld in de vorm van een vaste (procentuele) verlaging van de bijstandsnorm. In het tweede lid is de hoofdregel neergelegd: het college dient een op te leggen maatregel af te stemmen op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de mate van verwijtbaarheid. Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke op te leggen maatregel zal moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken belanghebbende afwijking van de hoogte en de duur van de voorgeschreven standaardmaatregel geboden is. Afwijking van de standaardmaatregel kan zowel een verzwaring als een matiging betekenen. Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een maatregel moet worden opgelegd, en zo ja welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: Stap 1: vaststellen van de ernst van de gedraging. Stap 2: vaststellen van de verwijtbaarheid. Stap 3: vaststellen van de omstandigheden van de belanghebbende. 6

7 De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in het standaardpercentage waarmee de uitkering wordt verlaagd. Matiging van de opgelegde maatregel wegens persoonlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen aan de orde zijn: 1. bijzondere financiële omstandigheden van de belanghebbende, zoals bijvoorbeeld hoge woonlasten of andere vaste lasten of uitgaven van bijzondere aard waarvoor geen financiële tegemoetkoming mogelijk is; 2. sociale omstandigheden, gezinnen met kinderen bijvoorbeeld. Artikel 3 De berekeningsgrondslag Eerste lid In dit lid is het uitgangspunt vastgelegd dat een maatregel wordt opgelegd over de bijstandsnorm. Onder de bijstandsnorm wordt verstaan de wettelijke norm, inclusief gemeentelijke toeslag of verlaging en inclusief vakantietoeslag. Tweede lid Onderdeel a: de 18 tot 21-jarigen ontvangen een lage jongerennorm, die indien noodzakelijk wordt aangevuld door middel van aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud. Indien de maatregel alleen op de lage jongerennorm (artikel 20 WWB) wordt opgelegd, zou dit leiden tot rechtsongelijkheid ten opzichte van de 21-jarigen. Onderdeel b: deze bepaling maakt het mogelijk dat het college in incidentele gevallen een maatregel oplegt over de bijzondere bijstand. Er moet dan wel een verband bestaan tussen de gedraging van een belanghebbende en zijn recht op bijzondere bijstand. Derde en vierde lid Spreekt voor zich. Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een maatregel Het verlagen van de uitkering omdat een maatregel wordt opgelegd, vindt plaats door middel van een besluit. Wanneer de maatregel bij een lopende uitkering wordt opgelegd, wordt hierover een apart besluit genomen. Wordt een maatregel met terugwerkende kracht opgelegd, dan moet een besluit tot herziening van de uitkering worden genomen. Tegen beide besluiten kan door de belanghebbende bezwaar en beroep worden aangetekend. In dit artikel wordt aangegeven wat in het besluit in ieder geval moet worden vermeld. Deze eisen vloeien rechtstreeks voort uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dan met name het motiveringsbeginsel. Het motiveringsvereiste houdt onder andere in dat een besluit kenbaar is en van een deugdelijke motivering wordt voorzien. Artikel 5 Afzien van het opleggen van een maatregel Afzien van verlagen (lid 1) Het afzien van het opleggen van een verlaging indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, is overgenomen uit artikel 18 lid 2 WWB (respectievelijk artikel 20 lid 3 IOAW en artikel 20 lid 3 IOAZ). Aangenomen moet worden dat hiervan uitsluitend sprake is bij evidente afwezigheid van verwijtbaarheid (zie CRvB , nr. 99/1857 NABW, LJN AD4887). Het is aan het college te beoordelen of elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt aan het betreffende gedrag. Is vanwege de afwezigheid van elke vorm van verwijtbaarheid afgezien van een verlaging, dan is het niet mogelijk om bij toepassing van recidive deze gedraging mee te tellen (zie artikel 7 van deze verordening). Een andere reden om af te zien van het opleggen van een maatregel is dat de gedraging te lang geleden heeft plaatsgevonden (verjaring). Omwille van de effectiviteit ( lik op stuk ) is het nodig dat een maatregel spoedig nadat de gedraging heeft plaatsgehad, wordt opgelegd. Om deze reden wordt geregeld dat het college geen maatregelen oplegt voor gedragingen die langer dan één jaar geleden hebben plaatsgevonden Dit heeft tevens als voordeel dat een uitkeringsgerechtigde niet te lang in onzekerheid wordt gehouden over de vraag of de gemeente overgaat tot het opleggen van een verlaging. Afzien van verlagen in verband met dringende redenen (lid 2 en 3) In artikel 3 lid 2 van deze verordening is geregeld dat kan worden afzien van het opleggen van een verlaging indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. De verordening stelt een algemene 7

8 verplichting tot het opleggen van een verlaging voorop. Uitzonderingen moeten echter mogelijk zijn indien voor de belanghebbende onaanvaardbare consequenties zouden optreden. Uit het woord "dringend" blijkt dat er wel iets heel bijzonders en uitzonderlijks aan de hand moet zijn, wil een afwijking van het algemene principe gerechtvaardigd zijn. Wat dringende redenen zijn, is afhankelijk van de concrete situatie en kan dus niet op voorhand worden vastgelegd. Er kan worden gedacht aan de financiële en/of sociale gevolgen voor belanghebbende en/of diens gezin. Daarbij moet worden opgemerkt dat financiële gevolgen op zichzelf geen reden zijn om van een verlaging af te zien, aangezien dit inherent is aan het verlagen van een uitkering. Het doen van een schriftelijke mededeling dat het college afziet van het opleggen van een verlaging wegens dringende redenen is van belang in verband met eventuele recidive. Artikel 6 Ingangsdatum en tijdvak Het opleggen van een maatregel vindt plaats door het verlagen van de uitkering. Het opleggen van een maatregel kan in beginsel op twee manieren: 1. Met terugwerkende kracht, door middel van een herziening van de uitkering; of 2. Door middel van verlaging van het uitkeringsbedrag in de eerstvolgende maand(en). Het verlagen van de uitkering die in de nabije toekomst wordt verstrekt, is de gemakkelijkste methode. Dan hoeft namelijk niet te worden overgegaan tot herziening van de uitkering en terugvordering van het te veel betaalde bedrag. In de praktijk zal dit meestal inhouden dat een maatregel wordt opgelegd met ingang van de eerste dag van de kalendermaand, die volgt op de kalendermaand waarin het besluit bekend is gemaakt. Voor de berekening van de hoogte van de maatregel moet worden uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. Het is niet altijd mogelijk om een lopende uitkering af te stemmen. In die gevallen dient de maatregel met terugwerkende kracht te worden toegepast (zie lid 2). Het afstemmingsbesluit dat in dat geval wordt genomen, is een bijzondere vorm van herziening van de uitkering. Het besluit leidt namelijk tot teveel verstrekte uitkering. De uitkering die op grond van het afstemmingsbesluit teveel is verstrekt kan met toepassing van artikel 58, lid 2, onderdeel a, WWB, respectievelijk artikel 25, lid 2 IOAW en IOAZ, worden teruggevorderd. Hierbij moet wel worden bedacht dat afstemming met terugwerkende kracht niet altijd mogelijk is. Als alle uitkering over de betreffende periode is ingetrokken en teruggevorderd, resteert er niets meer om af te stemmen. Als de gedraging schending van de inlichtingenplicht betreft kan aangifte worden gedaan bij het OM, ook als de vordering minder bedraagt dan de aangiftegrens (uitzondering 5 in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude). Wanneer een maatregel niet binnen de eerdergenoemde termijnen ten uitvoer kan worden gelegd, dan wordt de maatregel opgelegd zodra de belanghebbende alsnog binnen twaalf maanden een beroep doet op uitkering of de uitbetaling daarvan. Hierdoor is het ook mogelijk om alsnog een maatregel op te leggen na een tijdelijke beëindiging of onderbreking van de uitbetaling van de uitkering, bijvoorbeeld door inkomsten. Een maatregel wordt voor bepaalde tijd opgelegd. Door een maatregel voor een bepaalde periode op te leggen, weet de belanghebbende die met een maatregel wordt geconfronteerd waar hij aan toe is. Het college kan opnieuw een maatregel opleggen. Hiervoor is dan wel weer een apart besluit nodig. Wordt een maatregel voor een langere duur dan drie maanden opgelegd, dan zal het college de maatregel aan een herbeoordeling moeten onderwerpen. De herbeoordeling vindt plaats binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Bij zo n herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Een marginale beoordeling volstaat: het college moet beoordelen of het redelijk is dat de opgelegde maatregel wordt gecontinueerd. Daarbij kan worden gekeken naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeert, maar bijvoorbeeld ook of de betreffende persoon nu wel aan zijn verplichtingen voldoet. In de verordening is niet gekozen voor het opleggen van een maatregel gedurende meer dan drie maanden. Deze mogelijkheid blijft echter wel bestaan in die situaties waar bijvoorbeeld sprake is van volharding van het feit. De invordering van de opgelegde maatregel kan in bijzondere gevallen wel worden uitgesmeerd over meerdere maanden, zonder dat het besluit waarin de maatregel is opgelegd hoeft te worden herzien. Artikel 7 Samenloop van gedragingen, recidive en volharding Eerste en tweede lid 8

9 Er is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen een gedraging die schending van meerdere verplichtingen oplevert en een samenloop van gedragingen die (min of meer) gelijktijdig plaatsvinden. Indien er sprake is van meerdere gedragingen, dan dient voor het toepassen van de maatregel te worden uitgegaan van een cumulatie van maatregelen (stapeling, lid 2). In het één gedraging die schending oplevert van verschillende verplichtingen dan wordt voor de hoogte van de maatregel aansluiting gezocht bij de hoogste maatregel (lid 1.) Derde lid Indien sprake is van één gedraging die zowel schending van een in deze verordening opgenomen verplichting als schending van de inlichtingenplicht oplevert, wordt geen maatregel opgelegd. De schending van deze verplichtingen kan immers niet gezamenlijk worden afgedaan omdat schending van de inlichtingenplicht (wettelijk) is geregeld in de vorm van een bestuurlijke boete. De boete heeft in dat geval prioriteit waardoor van een maatregel moet worden afgezien (lid 3). Vierde lid Indien binnen één jaar na een eerste verwijtbare gedraging sprake is van een herhaling van de verwijtbare gedraging, wordt de grotere mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht in een verdubbeling van het percentage (1 e en 2 e categorie) en van de duur (3 e categorie) van de maatregel. Met eerste verwijtbare gedraging wordt de eerste gedraging verstaan die aanleiding is geweest tot een maatregel, ook indien de maatregel wegens dringende redenen niet is geëffectueerd. Voor het bepalen van de aanvang van de termijn van twaalf maanden, geldt het tijdstip waarop het besluit waarmee de maatregel is opgelegd, bekend is gemaakt. Vijfde lid In dit lid wordt de maatregel bij het volharden in een gedraging nader uitgewerkt. Hierdoor kan voor onbepaalde tijd worden verlaagd, tot het moment dat de belanghebbende zijn verplichtingen wel naar behoren nakomt. Een dergelijk besluit dient conform artikel 18, derde lid binnen 3 maanden te worden heroverwogen. Dit geldt voor alle besluiten waarbij een maatregel wordt opgelegd met een duur langer dan 3 maanden. Zesde lid Met een besluit waarmee een verlaging is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid. Ondanks dat in die gevallen geen eerdere maatregel is opgelegd, telt de geconstateerde verwijtbare gedraging wel mee voor het vaststellen van recidive en volharding. Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de arbeidsverplichtingen Artikel 8 Indeling in categorieën De gedragingen die verband houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid (ook voorafgaand aan de uitkering), worden in drie categorieën onderscheiden. Hierbij is de ernst van de gedraging het onderscheidend criterium. Een gedraging wordt ernstiger geacht naarmate de gedraging concretere gevolgen heeft voor het niet verkrijgen of behouden van betaalde arbeid. Op grond van deze tekst is het ook mogelijk een maatregel op te leggen voor gedragingen die voor de ingangsdatum van de uitkering plaats vonden, bijvoorbeeld het door eigen toedoen verliezen van werk. De artikelen 8 en 9 van deze verordening moeten in onderlinge samenhang worden gelezen. De verwijtbare gedragingen die zijn genoemd in artikel 8, zijn ondergebracht in categorieën. Aan die categorieën wordt in artikel 9 een gewicht is toegekend in de vorm van een verlagingspercentage. De categorieën zijn gerangschikt naar toenemende zwaarte. Een gedraging wordt ernstiger geacht naarmate de gedraging meer concrete gevolgen heeft voor het niet verkrijgen of behouden van betaalde arbeid. Inspanningen jongeren in eerste vier weken na de melding. De plicht tot arbeidsinschakeling geldt vanaf datum melding (zie artikel 9 lid 1 WWB). Specifiek voor personen jonger dan 27 jaar geldt dat zij worden beoordeeld op hun inspanningen in de eerste vier 9

10 weken na de melding (artikel 43 lid 4 en 5 WWB). Is geen enkele inspanning verricht, dan bestaat op grond van artikel 13 lid 2 onderdeel d WWB geen recht op bijstand. Zijn er wel inspanningen verricht, maar naar het oordeel van het college onvoldoende, dan kan het college de uitkering verlagen. Deze verlaging wordt toegepast op basis van de grondslag zoals genoemd in artikel 8, lid 2 onder g van deze verordening. Artikel 9 De hoogte en duur van de maatregel Deze bepaling bevat de standaardmaatregelen voor de drie categorieën van maatregelen die verband houden met gedragingen met betrekking tot re-integratie en arbeidsmarktinschakeling. De maatregelwaardige gedragingen staan beschreven in artikel 8. Hoofdstuk 3 Overige gedragingen die leiden tot een maatregel Artikel 10 Tekortschietend besef met gevolgen Tekortschietend besef is niet opgenomen in de IOAZ en IOAZ. Alleen de WWB kent deze bepaling. Het gevolg hiervan is dat er alleen een maatregel opgelegd kan worden voor tekortschietend besef binnen de WWB en dus niet binnen de IOAW en IOAZ. Aan de WWB ligt het beginsel ten grondslag dat een ieder in eerste instantie in zijn eigen bestaan(skosten) dient te voorzien. Pas wanneer dat niet mogelijk is, kan men een beroep doen op bijstand. Hoofdregel is dus dat iedereen alles zal moeten doen en nalaten om een beroep op bijstand te voorkomen. Leidt een gedraging ertoe dat belanghebbende eerder, langer of voor een hoger bedrag is aangewezen op bijstand, dan is veelal sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Hiervan is in ieder geval sprake bij de volgende gedragingen (als die er toe leiden dat belanghebbende eerder, langer of voor een hoger bedrag is aangewezen op bijstand): - het onverantwoord besteden en/of te snel interen van vermogen; - het niet nakomen van de verplichting tot instellen alimentatievordering. - het door eigen schuld verliezen van het recht op een uitkering; - het door eigen schuld niet of te laat aanvragen van een voorliggende voorziening. Het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid is een gedraging die ook zou kunnen worden gekwalificeerd als een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Vanwege de samenhang met de arbeidsverplichtingen is er echter voor gekozen deze gedraging onder te brengen in artikel 8 van deze verordening (zie artikel 8 lid 3 onderdeel b). Op grond van artikel 10 van deze verordening kan een verlaging worden opgelegd wegens het betonen van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan Naast het opleggen van een maatregel wordt de uitkering in beginsel, over de maanden dat er te vroeg een beroep op bijstand wordt gedaan, verstrekt in de vorm van een lening. Om die reden is voor gedragingen die vallen onder dit artikel geen recidive of volhardingsbepaling opgenomen. Dit laat vanzelfsprekend onverlet dat de maatregel dient te worden afgestemd conform artikel 2 lid 2. Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 11 Overgangsrecht Artikel XXV Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving regelt het overgangsrecht en stelt: 1. Ten aanzien van beboetbare overtredingen en strafbare feiten voorzien bij of krachtens de wetten die bij deze wet zijn gewijzigd en die zijn begaan uiterlijk op de dag voor de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden, blijft het recht, met inachtneming van het tweede lid, van toepassing zoals dat gold op die dag. 2. Ten aanzien van beboetbare overtredingen voorzien bij of krachtens de wetten die bij deze wet zijn 10

11 gewijzigd en die zijn begaan uiterlijk op de dag voor de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden en voortduren op de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden, blijft het recht van toepassing zoals dat gold op de dag voor de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden mits uiterlijk op de dertigste dag na de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden de overtreding is opgeheven of geconstateerd. Op gedragingen die plaatsvonden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening, is dan ook de op het moment van de gedraging geldende verordening van toepassing. Artikel 12 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking Dit artikel spreekt voor zich. 11

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR296918_1 13 maart 2018 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg De raad van de gemeente Doesburg; gehoord de commissie Maatschappelijke

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam De raad van de gemeente Werkendam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2013, met overneming van de daarin

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting TOELICHTING T Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, IOAW, IOAZ,

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR263478_1 17 oktober 2017 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale

Nadere informatie

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Rechten en plichten in de WWB De gemeenteraad heeft in de WWB een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in WWB

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders.., met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders.., met overneming van de daarin vermelde motieven; Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 De raad van de gemeente Tiel; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders.., met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 8 lid 1

Nadere informatie

Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Baarn. Nr. 17086 26 februari 2015 Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Baarn - gelezen het voorstel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 13A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2013, nr. 13.09.13; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2014, nr ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2014, nr ; Nr. 11C De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2014, nr. 14.12.11.; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen No.: 55-II Onderwerp: Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 ---------------------------------------------------------------------- De raad van de gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het College,

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Berkelland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Berkelland 2015 De raad van de gemeente Berkelland ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van. gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [.];

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [.]; De raad van de gemeente [.] ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [.]; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel 18b van de Participatiewet,

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht) (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 16-12-2014) De raad van de gemeente Houten, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Gemeente Nieuwegein; Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ WIL 2015

Gemeente Nieuwegein; Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ WIL 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nieuwegein. Nr. 78804 23 december 2014 Gemeente Nieuwegein; Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ WIL 2015 Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ WIL 2015 De raad

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW CVDR Officiële uitgave van Brunssum. Nr. CVDR194664_1 24 oktober 2017 Afstemmingsverordening WWB en IOAW Afstemmingsverordening WWB en IOAW ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Brunssum; Gezien het voorstel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015 GEMEENTEBLAD Nr. 70113 15 december Officiële uitgave van gemeente Hoogezand-Sappemeer. 2014 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015 Doel: Invulling en concretisering

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

b e s l u i t : vast te stellen de: Afstemmingsverordening 2016

b e s l u i t : vast te stellen de: Afstemmingsverordening 2016 Gemeenteraad Onderwerp: Besluit tot vaststelling van de Afstemmingsverordening 2016 Volgnummer Dienst/afdeling PWI De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van ;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en Bbz 2004 gemeente Renkum 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en Bbz 2004 gemeente Renkum 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en Bbz 2004 gemeente Renkum 2015 De raad van de gemeente Renkum; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; Gezien het

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht) gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht) gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 16-12-2014) De raad van de gemeente Houten, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

Dienstverlening Gemeentestukken 2013/244B

Dienstverlening Gemeentestukken 2013/244B Dienstverlening Gemeentestukken 2013/244B De raad van de gemeente Ridderkerk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013, nummer gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort De raad van de gemeente Montfoort, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, gelet op: artikel 147, eerste lid en artikel 108, tweede lid Gemeentewet, artikel 8, lid 1, onderdeel

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 28 mei 2013, nummer 20, met overneming

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Lelystad 2015

Afstemmingsverordening Lelystad 2015 Afstemmingsverordening Lelystad 2015 De raad van de gemeente Lelystad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (.); gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet,

Nadere informatie

Model- Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Model- Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Model- Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Leeswijzer modelbepalingen - [ ] of [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 4, eerste lid (variant 1), onderdeel b. - [iets]

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Toelichting Algemeen

Toelichting Algemeen Toelichting Algemeen Rechten en plichten in de Participatiewet De gemeente heeft een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling van de rechten en plichten van bijstandsgerechtigden. Mede gelet

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOZA 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOZA 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Mook en Middelaar. Nr. 19915 10 maart 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOZA 2015 De raad der gemeente Mook en Middelaar; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 kenmerk 113337 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012; gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haren. Nr. 73827 11 december 2014 Maatregelenverordening WWB 2013 De raad van de gemeente Haren, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

B&W d.d. 15 juli 2014

B&W d.d. 15 juli 2014 B&W 14.0642 d.d. 15 juli 2014 Onderwerp Vaststellen voor inspraak Concept-Afstemmingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 Besluiten: 1. Bijgaande concept Afstemmingsverordening Participatiewet,

Nadere informatie

Algemene toelichting. Algemeen

Algemene toelichting. Algemeen Algemene toelichting Algemeen Rechten en plichten in de Participatiewet De gemeente heeft een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling van de rechten en plichten van bijstandsgerechtigden.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 ev.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 ev. Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 ev. De raad van de gemeente Venray; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a en d, van de Participatiewet, artikel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam CVDR Officiële uitgave van Edam-Volendam. Nr. CVDR345140_1 13 februari 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam De raad van de gemeente Edam-Volendam; gelezen het

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet gemeente Stein 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet gemeente Stein 2015 CVDR Officiële uitgave van Stein. Nr. CVDR345499_1 3 juli 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet gemeente Stein 2015 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Afstemmingsverordening Participatiewet gemeente

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ Het Hogeland 2019

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ Het Hogeland 2019 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ Het Hogeland 2019 De raad van de gemeente Het Hogeland; gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel a en e, van de Participatiewet, artikel 35

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, BBZ, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Oegstgeest

Afstemmingsverordening Participatiewet, BBZ, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Oegstgeest GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oegstgeest. Nr. 80603 31 december 2014 Afstemmingsverordening Participatiewet, BBZ, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Oegstgeest De raad van de gemeente Oegstgeest;

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Gedragingen Participatiewet

BIJLAGE 2. Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Gedragingen Participatiewet Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Artikel 7 Gedragingen Participatiewet Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE MENTERWOLDE 2014

AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE MENTERWOLDE 2014 No.: 4c/9 De raad van de gemeente Menterwolde; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdelen a en e, van de Participatiewet,

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014, nummer: 14/987

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014, nummer: 14/987 Jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2014 RA14.0104 A 10 14/987 RIS.6850 Raadsbesluit De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Beuningen 2015 a tl III I III IIIII MM IIMl I II

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Beuningen 2015 a tl III I III IIIII MM IIMl I II GEMEENTE BEUNINGEN Onderwerp Registratienummer Registratiecode Auteur Status Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Beuningen 2015 a tl4003475 III I III IIIII MM IIMl I II Stijn

Nadere informatie

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief. Model-Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Leeswijzer modelbepalingen - [ ] of [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 4, eerste lid (variant 1), onderdeel b. - [iets]

Nadere informatie

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2015 (II).

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2015 (II). GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heemstede. Nr. 96968 19 oktober 2015 Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2015 (II) De raad van de gemeente Heemstede; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet Ioaw, Ioaz, gemeente Zandvoort

Afstemmingsverordening Participatiewet Ioaw, Ioaz, gemeente Zandvoort GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zandvoort. Nr. 4208 15 januari 2015 Participatiewet Ioaw, Ioaz, gemeente Zandvoort 2015 De raad van de gemeente Zandvoort: gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Ede 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Ede 2015 De Raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet

Nadere informatie

gemeente Bronckhorst

gemeente Bronckhorst gemeente Bronckhorst Raadsbesluit Behorende bij raadsvoorstel met nummer Z78212\Raad00108/13 De raad van de gemeente Bronckhorst; gelezen het voorstel van het college van b en w van 15 maart 2016 gelet

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deventer 2016

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deventer 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deventer 2016 De raad van de gemeente Deventer. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015; gelet op artikel

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 147, eerste

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Nr. 2014/78 De raad van de gemeente Leeuwarderadeel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015.

b e s l u i t: vast te stellen de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015. No. 2014/1186 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr. 1186; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a en e van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Olst-Wijhe

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Olst-Wijhe Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW Olst-Wijhe, 30 september 2014 doc. nr.: 14.407330 De raad van de gemeente Olst-Wijhe gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Nadere informatie

Verordening afstemming, bestuurlijke boete en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Utrecht 2015

Verordening afstemming, bestuurlijke boete en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Utrecht 2015 De raad van de gemeente Utrecht; gelet op: artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a en d, van de Participatiewet; artikel 8b van de Participatiewet; artikel 35van de Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen. Rechten en plichten in de Participatiewet

Toelichting. Algemeen. Rechten en plichten in de Participatiewet Toelichting Algemeen Rechten en plichten in de Participatiewet De gemeente heeft een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling van de rechten en plichten van bijstandsgerechtigden. Mede gelet

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Harlingen

Afstemmingsverordening Participatiewet, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Harlingen Afstemmingsverordening Participatiewet, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Harlingen Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 De Raad van de gemeente Diemen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders [datum], gelet op artikel 8,

Nadere informatie

a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde. b. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Zeewolde.

a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde. b. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Zeewolde. Documentnummer V161 De raad van de gemeente Zeewolde, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 april 2013; gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Gemeente Borger-Odoorn, Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Borger-Odoorn 2015 vastgesteld

Gemeente Borger-Odoorn, Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Borger-Odoorn 2015 vastgesteld GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Borger-Odoorn. Nr. 62147 9 juli 2015 Gemeente Borger-Odoorn, Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Borger-Odoorn 2015 vastgesteld Burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017.

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017. Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2015. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

MAATREGELENVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2015. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; BOB14/019a MAATREGELENVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013. gemeente Heerenveen

Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013. gemeente Heerenveen Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, nr. 13.2000765; Gelet op

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Definitieve versie 30-10-2014 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Montferland; Gelezen het voorstel

Nadere informatie

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen:

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen: Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie