omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH JULI 2018 Beschikking Wet natuurbescherming - Natura 2000-gebieden Onderwerp Op 7 maart 2018 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming. De aanvraag betreft het uitbreiden/wijzigen van een biologische varkenshouderij. De inrichting is gelegen aan de Veerweg 3 te Oud-Alblas. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde vergunning te verienen; II. de voorschriften 1. tot en met 3. te verbinden aan deze vergunning; III. de aanvraag van 7 maart 2018 onderdeel te laten zijn van deze vergunning; IV. het volgende documenten onderdeel te laten zijn van deze vergunning: - AERIUS bijiage bij het besluit van 25 april 2018 met kenmerk S3LY35orJWpn (ODH ); Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. drs. R.S. No6. plaatsvervangend Hoofd Toetsing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Bijiage 1. AERIUS bijiage bij het besluit van 25 april 2018 met kenmerk S3LY35orJWpn (ODH )

2 omgevingsdienst HAAGLANDEN Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/8

3 omgevingsdienst HAAGLANDEN VOORSCHRIFTEN 1 Op het bedrijf mogen de volgende maximale dieraantallen worden gehouden: stal Diersoort Stalsysteem Dieraantallen (RAV-code) Rundveestal (gab. 1) Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, overige huisvestingssystemen Al.lOO 150 Beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar- 5% emissiereductie PAS Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, ovehge A huisvestingssystemen Varkensstal (geb.2) Groepshuisvesting, varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; guste en dragende zeugen, DI ovehge huisvestingssystemen Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; kraamzeugen (incl. biggen tot spenen, ovehge huisvestingssystemen D Varkens; fokzeugen, Inclusief biggen tot 25 kg; biggenopfok (gespeende biggen), overige huisvestingssystemen DI Varkensstal (geb 3) Werktuigen/ jongvee (geb. 4) Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; guste en dragende zeugen, overige huisvestingssystemen Varkens; vieesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking, overige huisvestingssystemen Varkens; dekberen, 7 maanden en ouder, overige huisvestingssystemen Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, overige huisvestingssystemen D D D A Het stalsysteem voor maximaal 150 melk- en kalfkoeien moet in werking zijn in overeenstemming met de managementmaatregel conform PAS 'Beweiden - ten minste 720 uur in een kalenderjaar' zoals opgenomen in Bijiage 2 van de Regeling ammoniak en veehouderij. Vergunninghouder dient in het bezit te zijn van bewijsstukken, waarmee aangetoond wordt dat de melken kalfkoeien RAV-code Al.100 overeenkomstig de managementmaatregel PAS in een kalenderjaar gedurende ten minste 120 dagen en 6 uur per dag beweid worden. De bewijsstukken dient vergunninghouder binnen zijn inrichting minimaal 5 jaar te bewaren en dient op ieder moment beschikbaar te zijn voor inzage door het bevoegd gezag. 3/8

4 OVERWEGINGEN omgevingsdienst HAAGLANDEN Aanleiding Op 7 maart 2018 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag betreft het uitbreiden/wijzigen van een biologische varkenshouderij. De inrichting is gelegen aan de Veerweg 3 te Oud-Alblas. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: - Bijiage bij aanvraag Wnb van 28 februari 2018, opgesteld door DLV Advies en Resultaat; - Gecombineerde Opgave 2014 (concept) van 10 mei 2014; - Vergunning wet milieubeheer van 18 maart 2010 met kenmerk ; - AERIUS berekening beoogde situatie van 5 maart 2018 met kenmerk RSX1 R3cCHgu9; - AERIUS verschilberekening van 5 maart 2018 met kenmerk S3LY35orJWpn. Op 14 maart 2018 is de aanvraag aangevuld met de volgende documenten: - AERIUS berekening beoogde situatie van 14 maart 2018 met kenmerk RprHRjAiMwMg; - AERIUS verschilberekening van 14 maart 2018 met kenmerk RzM4Hehyed5z; - Gecombineerde Opgave 2014 (ondertekende versie) van 10 mei De AERIUS berekeningen van 14 maart 2018 vervangen de AERIUS berekeningen van 5 maart 2014 en zijn aangepast op de stalhoogte. Procedure De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, Wnb hebben wij op 15 maart 2018 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken veriengd. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt (hoofdzakelijk) gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeiing van de aanvraag. Instemming De gevraagde activiteit heeft nadelige gevolgen voor Natura 2000-gebieden die geheel of gedeeltelijk in de provincies Noord-Brabant, Gelderiand, Utrecht, Noord-Holland en Zeeland zijn gelegen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.3 van de Wnb is dit besluit tot stand gekomen in overeenstemming met de provincies Noord-Brabant, Gelderiand, Utrecht, Noord-Holland en Zeeland. Zienswijzen De ontwerpbeschikking heeft vanaf 8 mei 2018 gedurende een termijn van 6 weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wijziging ten opzichte van ontwerpbeschikking Ten opzichte van de ontwerpbeschikking zijn geen wijzigingen aangebracht. 4/8

5 omgevingsdienst HAAGLANDEN Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan: - de artikelen 2.7 t/m 2.9 van de Wnb; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 van het Besluit natuurbescherming; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 van de Regeling natuurbescherming; - Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland; - Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant; - Beleidsregels toedeling ontwikkelingsruimte Programmatische Aanpak Stikstof Gelderiand; - Beleidsregels natuur en landschap provincie Utrecht 2017; - Beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte stikstof in Zeeland 2017; - Beleidsregel natuurbescherming Noord-Holland (verder: de beleidsregels). Beoordeiing Aangevraagde activiteit Het bedrijf heeft een aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb ingediend voor het uitbreiden van het agrarisch bedrijf gelegen aan de Veerweg 3 te Oud-Alblas. De uitbreiding heeft betrekking op het bijplaatsen van 33 melkkoeien, 11 stuks vrouwelijk jongvee, 17 guste/dragende zeugen, 8 kraamzeugen, 50 opfokzeugen, 1 dekbeer en 97 gespeende biggen. Uit de aanvraag blijkt dat de melkkoeien ten minste 720 uur (gedurende 120 dagen, zes uur per dag) beweid worden. Ten aanzien van het beweiden zijn voorschriften aan dit besluit verbonden. Aan het bedrijf is niet eerder een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb verieend. De maximale dieraantallen en diersoorten in de beoogde situatie zijn in tabel 1 opgenomen. Tabel 1 maximale dieraantallen In de beoogde situatie Stal Diersoort Stalsysteem Dieraantallen (RAV-code) Rundveestal (geb. 1) Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, overige huisvestingssystemen Al.lOO 150 Beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar- 5% emissiereductie PAS Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, overige A huisvestingssystemen Varkensstal (geb.2) Groepshuisvesting, varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; guste en dragende zeugen, D overige huisvestingssystemen Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; kraamzeugen (incl. biggen tot spenen, overige huisvestingssystemen D Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; biggenopfok (gespeende biggen), overige huisvestingssystemen DI /8

6 omgevingsdienst HAAGLANDEN Varkensstal (geb 3) Werktuigen/ jongvee (geb. 4) Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; guste en dragende zeugen, overige huisvestingssystemen Varkens; vieesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking, overige huisvestingssystemen Varkens; dekberen, 7 maanden en Ouder, overige huisvestingssystemen Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, overige huisvestingssystemen D D D A Historic Het bedrijf beschikt over een vergunning op grond van de Wet milieubeheer 18 maart 2010 met kenmerk voor het houden van maximaal 160 melkkoeien (RAV-code Al.lOO), 140 stuks vrouwelijk jongvee (RAV-code A3.100), 66 guste/dragende zeugen (RAV-code D ), 24 kraamzeugen (RAV-code D ), 22 opfokzeugen (RAV-code D3.100), 4 dekberen (D2.100), 400 gespeende biggen (RAV-code DI.1.100). In de bestaande situatie worden, gelet op de overgelegde Gecombineerde Opgave 2014 van 10 mei 2014, 117 melkkoeien (RAV-code Al.lOO), 69 stuks vrouwelijk jongvee (RAV-code A3.100), 6 stuks mannelijk jongvee, jonger dan 8 maanden (RAV-code A4.100), 3 fokstieren/overig rundvee (RAV-code A7.100), 89 guste/dragende zeugen (RAV-code D ), 26 kraamzeugen (RAV-code ), 2 dekberen (RAVcode D2.100) en 363 gespeende biggen (RAV-code D ), gehouden. Effecten De beoordeiing van de aanvraag beperkt zich tot de effecten van stikstofdepositie. Gelet op de aard en afstand van de gevraagde activiteit ten opzichte van Natura 2000-gebieden zijn andere effecten dan stikstof niet aan de orde. Het gaat hier om een activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de nu geldende kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Voor deze gebieden is de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie (PAS) van toepassing. Vergunningplicht In het kader van de Wnb is voor de gevraagde activiteit niet eerder een vergunning verieend. Of er sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in de Wnb dient beoordeeld te worden aan de hand van de beoogde situatie. Op basis van de AERIUS bijiage bij het besluit hebben wij vastgesteld dat er sprake is van een vergunningplicht voor de gevraagde activiteit. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Algemeen Voor elk project (of andere handeling) dat zonder vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb in het verieden is gerealiseerd en niet is vrijgesteld van de vergunningplicht (artikel 2.9, vijfde lid, van de Wnb en artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming), moet het bevoegd gezag alsnog beoordelen of een vergunning kan worden verieend. Dit geldt ook voor een uitbreiding van een bestaande activiteit. Indien het gaat om een project of andere handeling die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura gebied, waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de KDW wordt overschreden, is de PAS die per 1 juli 2015 in werking is getreden, van belang. De PAS is thans geregeld in de Wnb, het Besluit natuurbescherming, de Regeling natuurbescherming en het programma Programmatische Aanpak Stikstof (verder: Programma). Aan het Programma ligt een passende beoordeiing als bedoeld in artikel 2.8 van de Wnb ten grondslag. 6/8

7 omgevingsdienst HAAGLANDEN Op 14 april 2015 hebben wij ingestemd met zowel het Programma als met de daaraan ten grondslag liggende passende beoordeiing. Bij het verienen van de vergunning kan gebruik worden gemaakt van deze passende beoordeiing. Het Besluit natuurbescherming voorziet in titel 2.1 in continuering van het Programma zoals deze was opgenomen in de voormalige Natuurbeschermingswet Het thans geldende Programma behoeft gelet op het overgangsrecht in artikel 9.3, derde lid, van de Wnb niet opnieuw te worden vastgesteld. Het Programma is partieel herzien op 17 maart Passende beoordeiing PAS Het Programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. In de passende beoordeiing is getoetst of de uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000-gebieden, binnen de PAS.^ De passende beoordeiing bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses die de ecologische onderbouwing vormen dat met het Programma de stikstofgevoelige Natura 2000-doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kunnen worden en er ontwikkelingsruimte beschikbaar kan worden gesteld voor economische ontwikkelingen. In de gebiedsanalyse per Natura 2000-gebied is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan herstelmaatregelen, er in de eerste programmaperiode geen verslechtering optreedt van alle stikstofgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeiing is uitgegaan van de achtergrondwaarde van In deze achtergrondwaarde zijn alle voor de aanvang van het Programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Deze emissies hebben al voor de aanvang van het Programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeiing. Voor de depositie als gevolg van deze emissies is derhalve geen ontwikkelingsruimte nodig. Daarnaast is voor elk Natura 2000-gebied een bepaalde hoeveelheid ontwikkelingsruimte vastgesteld, zodat ook nieuwe initiatieven waaronder ook uitbreidingen van bestaande activiteiten, gerealiseerd kunnen worden. De ontwikkelingsruimte kan op grond van artikel 2.7, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming worden toegedeeld aan projecten en andere handelingen bij toestemmingsbesluiten, zoals een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb of een omgevingsvergunning. De conclusie van de passende beoordeiing van het Programma is dat wanneer bestaande activiteiten worden voortgezet en daarnaast ook nog nieuwe activiteiten worden gerealiseerd, kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Met onze instemming met het Programma hebben wij ingestemd met de conclusie van de passende beoordeiing dat met het Programma kan worden uitgesloten dat de natuuriijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Voorwaarde hierbij is dat er niet meer ontwikkelingsruimte wordt toebedeeld dan beschikbaar is. Vaststellen benodigde ontwikkelingsruimte Aan het bedrijf is niet eerder een vergunning op grond van de Wnb verieend. Dit betekent dat bij het bepalen van benodigde ontwikkelingsruimte voor de gevraagde activiteit rekening mag worden gehouden met de door de bestaande activiteit veroorzaakte stikstofdepositie (artikel 2.4, vijfde lid en zevende lid, van de Regeling natuurbescherming). Dit betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt als gevolg van hetgeen daadwerkelijk plaatsvond voor zover die stikstofdepositie niet meer bedroeg dan de stikstofdepositie die mogelijk was overeenkomstig de op 1 januari 2015 voor de betrokken inrichting geldende omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e of i van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of de daaraan voorafgaande Hinderwet. Deze bestaande situatie is aangetoond met de Gecombineerde Opgave 2014 van 10 mei De aangetoonde ^ Zie hiervoor vvww.pas.natura2000.nl, kaart /8

8 omgevingsdienst HAAGLANDEN bestaande situatie past binnen de vigerende vergunning Wet milieubeheer van 18 maart 2010 met kenmerk Op grond van bovenstaande zijn wij van mening dat de bestaande situatie op een juiste wijze is aangetoond en dat deze bij de verdere beoordeiing als uitgangspunt kan worden gehanteerd. Voor deze bestaande situatie is geen ontwikkelingsruimte nodig, omdat de stikstofdepositie van deze activiteit al plaatsvond voor de aanvang van het Programma. Voor de gevraagde uitbreiding dient te worden beoordeeld of ontwikkelingsruimte nodig is. Daarbij dient voorts beoordeeld te worden of de benodigde ruimte aanwezig is en of voldaan wordt aan de beleidsregels. Uit de AERIUS bijiage bij het besluit blijkt dat er voor de beoogde situatie ten opzichte van de bestaande situatie ontwikkelingsruimte benodigd en beschikbaar is. Voorts past de benodigde ontwikkelingsruimte binnen de beleidsregels. Registratie en toekenning ontwikkelingsruimte De aanvraag is geregistreerd in AERIUS Register. Voor de gevraagde uitbreiding is de benodigde ontwikkelingsruimte. Realisatie uitbreiding activiteit Op grond van artikel 2.7, vierde lid, van het Besluit natuurbescherming en artikel 2.2 tweede lid van onze beleidsregel kunnen wij deze vergunning (al dan niet gedeeltelijk) intrekken of wijzigen indien het project of de andere handeling waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld niet binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, is gerealiseerd. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hiervoor is de gemeente Molenwaard bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde ontwikkelingsruimte kan worden toebedeeld en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verieend. 8/8

9 ERIUSB REGISTER Dit document is een bijiage bij het toestemmingsbesluit ols bedoeld in artikel 27 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Bijiage, Vergunningaanvraag Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl, RzMaHehyedsz (25 april 20i8) pagina 1/21

10 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie T. van Wijk Veerweg 3, 2969 LB Oud-Albas Activiteit omschrijving AERIUS kenmerk Bevoegd gezag RzM4Hehyed5Z Provincie Zuid-Holland Datum berekening Rekenjaar 25 april 2018,14: Sector Deelsector Landbouw Stalemissies Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx NH ,22 kg/j 3.415,80 kg/j 776,58 kg/j Resultaten Hectare met hoogste verschil (mol/ha/j) Natuurgebied Biesbosch Verschil 0,13 Toelichting verschilberekening feitelijk-beoogd Ontwikkelingsrcimte RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 2/21

11 AERIUSn REGISTER Locatie Situatie 1 Emissie Situatie 1 ^ron Sector Emissie NH3 Emissie NOx Rundveestal (geb. i) 1.788,15 kg/j Landbouw Stalemissies Varkensstal (geb.2) kg/j Landbouw Stalemissies R2M4Hehyed52 (25 apnl 2018) pagina 3/21

12 Locatie Situatie 2 Emissie Situatie 2 Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx Rundveestal (geb. i) Landbouw Stalemissies 2.068,10 kg/j Varkensstal (geb.2) 1 ^ Landbouw I Stalemissies 960,80 kg/j Varkensstal (geb. 3) Landbouw Stalemissies 250,50 kg/j Werktuigen/jongvee (geb. 4) Landbouw I Stalemissies 136,40 kg/j RzM<jHehyed5Z {25 april 2018) pagina 4/21

13 Resultaten PASgebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Biesbosch Situatie 1 Situatie 2 Verschil 0,46 0,59 0,13 Lingegebied b Diefdijk-Zuid o,i6 0,21 + 0,05 Uiterwaarden Lek 0,16 0,20 +0,04 (+0,03) Zouweboezem 0,10 0,13 0,03 Loevestein, Pompveld b Kornsche Boezem 0,09 0,11 + 0,02 Nieuwkoopse Plassen b De Haeck 0,09 0,11 + 0,02 Oostelijke Vechtplassen 0,07 0,09 + 0,02 Krammer-Volkerak 0,07 0,09 + 0,02 Langstraat 0,07 0,09 + 0,02 Loonse en Drunense Duinen b Leemkuilen >o,05 0,07 0,02 Rijntakken 0,05 0,06 0,01 Naardermeer 0,04 0,06 + 0,01 Kolland b Overlangbroek 0,04 0,06 + 0,01 Meijendel b Berkheide 0,04 0,06 0,01 Ulvenhoutse Bos 0,04 >o,05 +0,01 Botshol 0,04 >o,05 0,01 Westduinpark b Wapendal 0,04 >o,o5 + 0,01 RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 5/21

14 O beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de iioogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. RzM4Hehyed5Z (25 apnl 2018) pagina 6/21

15 Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Biesbosch Situatie 1 Situaties VerschiP Lgo8 Nat, matig voedselrijk grasland 0,46 0,59 +0,13 Lgn Kamgrasweide ) Bloemrijk 0,33 weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied 0,42 + 0,10 H6510B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart) 0,22 0,29 + 0,06 H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,19 0,25 + >o,05 H6120 Stroomdalgraslanden 0,13 0,15 +0,04 (+0,03) H91 EoB Vochtige alluviale bossen (essen-iepenbossen) 0,11 0,15 +o,03(-) Lingegebied b Diefdijk-Zuid Situatie 1 Situaties Verschil' H9999:70 0,16 onbekend/onzeker KDVu* op basis meest kritische aangewezen type (H7230) 0,21 + 0,05 H91 EoB Vochtige alluviale bossen 0,12 0,15 (essen-iepenbossen) + 0,03 H91E0C Vochtige alluviale bossen 0,11 0,14 (beekbegeleidende bossen) + 0,03 H7230 Kalkmoerassen 0,06 0,08 Onavikkelingsruimte RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 7/21

16 Uiterwaarden Lek Situatie 1 Situatie 2 Verschil Lg02 Geisoleerde meander en petgat 0,16 0,20 + 0,04 (-) H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,11 0,14 0,03 H6120 Stroomdalgraslanden 0,11 0,14 0,03 Zouweboezem Situatie 1 Situatie 2 Verschil' H3i50baz Meren met krabbenscheer en 0,10 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,13 0,03 ( H6410 Blauwgraslanden 0,10 0,13 0,03 Loevestein, Pompveld b Kornsche Boezem Situatie 1 Situatie 2 Verschil'* H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,09 0,11 + 0,02 Lg02 Geisoleerde meander en petgat 0,08 0,10 +0,02 H3i5obaz Meren met krabbenscheer en 0,06 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,07 + 0,02 (+ 0,01) ZGH3i50baz Meren met krabbenscheer 0,06 en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,07 + 0,02 (-) H6120 Stroomdalgraslanden >o,05 0,07 + 0,02 RzM4Hehyed5z (25 apnl 2018) pagina 8/21

17 Nieuwkoopse Plassen Er De Haeck Situatie 1 Situatie 2 Verschil H3i5obaz Meren met krabbenscheer en 0,09 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,11 + 0,02 H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) 0,07 0,09 + 0,02 Lg02 Geisoleerde meander en petgat 0,07 0,09 -^ 0,02 H91D0 Hoogveenbossen 0,07 o,oi 0,02 H3140IV Kranswierwateren, in laagveengebieden 0,06 0,08 +0,02 Lg05 Grote-zeggenmoeras 0,06 0,08 + 0,02 H4010B Vochtige heiden (laagveengebied) 0,06 0,07 +0,02 H6410 Blauwgraslanden >o,05 0,07 0,01 H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen) 0,05 0,06 0,01 H7210 Galigaanmoerassen 0,04 >o,05 0,01 RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 9/21

18 Oostelijke Vechtplassen Situatie 1 Situatie 2 Verschil' H3i5obaz Meren met krabbenscheer en 0,07 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,09 + 0,02 ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer 0,07 en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,08 + 0,02 ZGH91 Do Hoogveenbossen 0,06 0,08 + 0,02 Lg05 Grote-zeggenmoeras 0,06 0,08 + 0,02 H91 Do Hoogveenbossen 0,06 0,08 +0,02 ZGH7140B Overgangs-en trilvenen 0,06 0,08-1-0,02 (veenmosrietlanden) H7140B Overgangs- en trilvenen 0,06 0,08 + 0,02 (veenmosrietlanden) ZGH6410 Blauwgraslanden 0,06 0,07 + 0,02 H3140IV Kranswierwateren, in laagveengebieden >o,05 0, ,02 H7210 Galigaanmoerassen >o,05 0,07 + 0,02 H7140A Overgangs- en trilvenen 0,05 0,06 + 0,01 (trilvenen) ZGH3140IV Kranswierwateren, in 0,05 0,06 + 0,01 laagveengebieden H4010B Vochtige heiden 0,04 0,06 0,01 (laagveengebied) H9999:95 0,04 onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H3140) >o,05 + 0,01 RzM4Hehyed5z(25 april 2018) pagina 10/21

19 Situatie 1 Situatie 2 Verschil H6410 Blauwgraslanden 0,04 >o,05 + 0,01 Krammer-Volkerak Situatie 1 Situatie 2 Verschil H2160 Duindoornstruwelen 0,07 0,09 + 0,02 H1330B Schorren en zilte graslanden 0,06 (binnendijks) 0,08 + 0,02 H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 0,06 0,08 -i-0,02 Langstraat Situatie 1 Situatie 2 Verschil'' H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen) 0,07 0,09 + 0,02 H6410 Blauwgraslanden 0,07 0,09 + 0,02 H3i4ohz Kranswierwateren, op hogere 0,07 0,09 zandgronden -I- 0,02 H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) 0,06 0,08 -I- 0,02 RzM4Hehyed5z (25 apnl 2018) pagina 11/21

20 Loonse en Drunense Duinen b Leemkuilen Situatie 1 Situatie 2 Verschil H9190 Oude eikenbossen >0,05 0,07 + 0,02 Lgo3 Zwakgebufferde sloot 0,05 0,06 0,01 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,05 0,06 +o,o^ H2330 Zandverstuivingen 0,05 0,06 + 0,01 H2310 Stuifzandheiden met Struikhei 0,04 0,06 +0,01 Rijntakken Situatie 1 Situatie 2 Verschil ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer 0,05 en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,06 + 0,01 Lg02 Geisoleerde meander en petgat 0,05 0,06 + 0,01 ZGLgii Kamgrasweide 7 Bloemrijk 0,04 >o,05 +0,01 weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied ZGLg02 Geisoleerde meander en petgat 0,04 >o,05 -i-o,oi (-) RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 12/21

21 Naardermeer Situatie 1 Situatie 2 Verschil HgiDo Hoogveenbossen 0,04 0,06 + 0,01 Lg05 Grote-zeggenmoeras 0,04 0,06 + 0,01 H3i5obaz Meren met krabbenscheer en 0,04 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,06 + 0,01 H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) 0,04 >o,05 0,01 Kolland b Overlangbroek Situatie 1 Situatie 2 Verschil H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,04 0,06 + 0,01 RzM4Hehyed5z (25 april 2018 pagina 15/2

22 Meijendel b Berkheide Situatie 1 Situatie 2 Verschil" ZGH2160 Duindoornstruwelen 0,04 0,06 + 0,01 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,04 0,06 -^ 0,01 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 0,04 >o,05 0,01 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,04 >o,05 0,01 H2160 Duindoornstruwelen 0,04 >o,05 + 0,01 H2180A0 Duinbossen (droog), overig 0,04 >o,05 +0,01 H2180B Duinbossen (vochtig) 0,04 >o,05 + 0,01 H2i8oAbe Duinbossen (droog), berkeneikenbos 0,04 >o,05 0,01 Lgi2 Zoom, mantel en droog struweel van de duinen 0,04 >o,05 + 0,01 ZGH2180A0 Duinbossen (droog), overig 0,04 >o,05 +0,01 ZGH2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,04 >o,05 + o,oi Ulvenhoutse Bos Situatie 1 Situatie 2 Verschil' H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,04 >o,05 +0,01 H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) 0,04 >o,05 0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,04 '0,05 0,01 RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 14/21

23 Botshol Situatie 1 Situatie 2 Verschil' ZGH3140IV Kranswierwateren, in laagveengebieden 0,04 >o,05 + 0,01 H7210 Galigaanmoerassen 0,04 >o,05 0,01 Westduinpark b Wapendal Situatie 1 Situatie 2 Verschil H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,04 >o,05 + 0,01 ^ Q beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. RzM4Hehyed5z (25 april 2018) pagina 15/21

24 Emissie (per bron) Situatie 1 Naam Rundveestal (geb. i) Locatie(X,Y) 10/024, Uitstoothoogte n,3m Warmteinhoud 0,000 M W 1.788,15 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal Stof Emissiefactor Emissie dieren (kg/dier/j) Al.lOO overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 117 NH3 13, ,00 kg/j PAS Beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar- 5% emissiereductie -01 NH ,95 kg/j A overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 69 NH3 4, kg/j A overige huisvestingssystemen (Rundvee; vleeskalveren tot circa 8 maanden) (Overig) 6 NH3 3,500 21,00 kg/j A overige huisvestingssystemen (Rundvee; fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar) (Overig) 3 NH3 6,200 18,60 kg/j RzM4Hehyed5z {25 april 2018) pagina 16/21

25 Ontwikkelingsmimte Naam Varkensstal (geb.2) , Uitstoothoogte 6,4 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 851,07 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal Stof Emissiefactor dieren (kg/dier/j) Emissie tflf D overige huisvestingssystemen (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)) (Overig) 26 NH3 8, ,80 kg/j im D overige huisvestingssystemen (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; biggenopfok (gespeende biggen)) (Overig) 363 NH3 0, ,47 kg/j D overige huisvestingssystemen, individuele huisvesting (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg guste en dragende zeugen) (Overig) 8g NH3 4, kg/j ^ D overige huisvestingssystemen (Varkens; dekberen, 7 maanden en ouder) (Overig) 2 NH3 5,500 11,00 kg/j RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) oagina 17/21

26 Emissie (per bron) Situatie 2 Naam Rundvecstal (geb. i) LocatieiX.Y) , Uitstoothoogte 11,3 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,10 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal Stof Emissiefactor dieren (kg/dier/j) Emissie Al.lOO overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 150 NH3 13, ,00 kg/j PAS Beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar- 5% emissiereductie -01 NH ,50 kg/j y^ A overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 49 NH3 4, ,60 kg/j RzM4Hehyed5Z (25 apnl 2018) pagina 18/21

27 Naam Locatie (X.Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Varkensstal (geb.2) , ,4 m 0,000 MW 960,80 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; guste en dragende zeugen) (Overig) 86 NH3 4, ,20 kg/j aflf D overige huisvestingssystemen (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)) (Overig) 34 NH? 8, ,20 kg/j tfff D overige huisvestingssystemen (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; biggenopfok (gespeende biggen)) (Overig) 460 NH3 0, kg/j RzM4Hehyed5z (25 apnl 2018) pagina 19/21

28 Naam Locatie (X.Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH5 Varkensstal (geb. 3) , ,8 m 0,000 MW 250,50 kg/j Diet RAVcode Omschri Ving Aantal Stof Emissiefactor dieren (kg/dier/j) Emissie D overige huisvestingssystemen, individuele huisvesting (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; guste en dragende zeugen) (Overig) 20 NH3 4,200 84,00 kg/j D overige huisvestingssystemen (Varkens; vieesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking) (Overig) 50 NH3 3, ,00 kg/j D overige huisvestingssystemen (Varkens; dekberen, 7 maanden en ouder) (Overig) 3 NH3 5,500 16,50 kg/j Naam Werktuigen/jongvee (geb. 4) Locatie(X,Y) , Uitstoothoogte 1,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 136,40 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie A overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 31 l\ih3 4, ,40 kg/j RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 20/21

29 Disclaimer Oe initiauefnemer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de projectinvoer en de aanvraag wordt getoetst door het bevoegd gezag. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. AERIUS IS een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. RekenbaSiS Oeze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS versie 20i6L_20i7i2i5_64igod2d2b Database versie 20i6L_20i7o828_C3fo58foof Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: RzM4Hehyed5Z (25 april 2018) pagina 21/21