Integraal Beheerplan Bosgebied Berg
|
|
- Lander de Smedt
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 heeft hakhoutbeheer een grote invloed gehad op het huidige bosbeeld. Over het algemeen werd bij de aanleg van een hakhoutcultuur de bodem diep gespit. Ongestoorde bossen komen hierdoor vrijwel niet voor. Wel is bekend dat een deel van Bosgebied Berg een, voor Nederlandse begrippen, oude bosgroeiplaats betreft (figuur 2.7). Enkele criteria voor de aanwijzing hiervoor zijn (Wildschut e.a., 2004): De boslocatie is zichtbaar op historische topografische kaarten (ca ); De boslocatie maakt een ongestoorde indruk; Het bostype komt min of meer overeen met het natuurlijke bostype; De bodem maakt een ongestoorde indruk; Er zijn plantensoorten aanwezig die indicatief zijn voor oude bossen. In een landschapsecologisch onderzoek uit 1984 (Jansen & Van der Putten) wordt een groot deel van het Belgenmonument en het centrale en het zuidelijke deel van Klein Zwitserland aangemerkt als een vrijwel ongestoord eiken-berkenbos en een weinig gestoord eiken-berkenbos. Deze indeling is destijds voornamelijk gebaseerd op de samenstelling van de kruid- en struiklaag. In het vrijwel ongestoorde eiken-berkenbos ontbraken Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik in de ondergroei, dit in tegenstelling tot het weinig gestoorde eiken-berkenbos. Vanwege de uitbundige verspreiding van Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik in de ondergroei, is dit onderscheid nog nauwelijks te maken. Spontaniteit Door het vroegere beheer van Bosgebied Berg is de samenstelling en structuur van de bosvegetatie vrijwel geheel door de mens bepaald. Spontane processen hebben beperkt een rol kunnen spelen in de totstandkoming van het huidige bos. De boomsoortensamenstelling van Bosgebied Berg wordt in belangrijke mate bepaald door soorten die van nature ook voorkomen (inlandse eik, beuk en berk) maar deze zijn nagenoeg allemaal aangeplant. Daarnaast is de huidige samenstelling in vroeger tijden beïnvloed door selectieve kap van ongewenste mengsoorten (bijvoorbeeld het verwijderen van berk uit eikenhakhout) en de aanplant van soorten als Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. Spontaniteit is een kwaliteitskenmerk dat dus moet worden bezien binnen de context van het verleden. Binnen het huidige beheer van Bosgebied Berg wordt nadrukkelijk ruimte geschapen om spontane processen plaats te laten vinden. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van een struiklaag, het benutten van natuurlijke verjonging en het ruimte bieden aan aftakelingsprocessen (dood hout). Oorspronkelijkheid en kenmerkendheid De oorspronkelijkheid van de bosvegetatie wordt bepaald door de groeiplaats van Bosgebied Berg. Over het algemeen wordt het natuurlijke bostype binnen het bosgebied gevormd door het beuken-eikenbos (rijkere gronden) of het eiken-berkenbos (armere gronden). In beide bostypen wordt de boomlaag gedomineerd door de loofbomen inlandse eik, berk en beuk in een wisselende samenstelling. De inheemse loofbomen kunnen volledig als oorspronkelijk en kenmerkend worden beschouwd. Een deel van Bosgebied Berg bestaat uit uitheemse boomsoorten, zoals Amerikaanse eik, Amerikaanse vogelkers, Japanse lariks en Corsicaanse den, die van nature niet in Nederland voorkomen. Alleen het feit dat een soort van nature niet in Nederland voorkomt is objectief gezien geen reden om deze als ongewenst te bestempelen. Wel is duidelijk dat een aantal exoten een negatieve invloed heeft op de natuurlijke ontwikkeling van het bos. In Bosgebied Berg is Amerikaanse vogelkers hiervan een voorbeeld. De soort is een zeer sterke concurrent voor de inheemse vegetatie en verdringt deze plaatselijk geheel. In mindere mate geldt dit voor Amerikaanse eik. Verder is het van belang te wijzen op positieve effecten Silve
2 Beschrijving van Bosgebied Berg van de aanwezigheid van uitheemse soorten. Oude Amerikaanse eiken kunnen bijvoorbeeld uitstekende vestigingsmogelijkheden bieden aan holenbroeders en vleermuizen. Biodiversiteit De biodiversiteit is groot in goed ontwikkelde oude bossen, waarin inheemse loofbomen (inclusief oude en aftakelende exemplaren) een belangrijke rol spelen. Door de aard van de groeiplaats van Bosgebied Berg (droge zandgronden) en de cultuurgeschiedenis (hakhoutbeheer) is in een groot deel van het bos sprake van een relatief soortenarme vegetatie van een overwegend gelijke samenstelling. Deze soortenarme vegetatie en de daarbij horende diersoorten is kenmerkend voor dit type bos en daardoor waardevol. De diversiteit ten aanzien van de flora en fauna is sterk gerelateerd aan de bosstructuur. Bepalende factoren binnen de bosstructuur zijn menging van boomsoorten, verdeling van bosontwikkelingsfasen en de aanwezigheid van een struiklaag. Over het algemeen is de mengingsgraad binnen Bosgebied Berg vrij hoog, afgezien van de ongemengde eikenspaartelgenbossen. De struiklaag is goed ontwikkeld. De ontwikkeling van Bosgebied Berg bevindt zich vrijwel geheel in de volwassen fase: de boomfase (overzicht 2.1). De jeugdontwikkelingsfasen (met hierbij behorende open plekken) en de aftakelingsfase komen nauwelijks voor. Dikke bomen komen in Bosgebied Berg redelijk veel voor. De huidige structuur van Bosgebied Berg is gunstig voor vogelsoorten die een uitbundig ontwikkelde struiklaag verlangen. De dikkere bomen, vooral de Amerikaanse eiken met holten en spleten (foto 2.1) bieden plaats aan vleermuizen en soorten als de Holenduif en de Grote bonte specht. Het behoud van dikke bomen, de creatie van meer natuurlijke bosranden, de realisatie van dood hout en het zorgdragen voor meer variatie in het kronendak (dichte en open delen naast elkaar) bieden kansen om de diversiteit te verhogen. In Bosgebied Berg zullen, vanwege de eigenschappen van de groeiplaats, altijd soortenarme plekken voorkomen. In afwisseling met soortenrijkere en ten aanzien van de bosstructuur meer diverse bosdelen, heeft dit echter een toegevoegde waarde. Overzicht 2.1: De verschillende fasen in de bosontwikkeling Bosontwikkelingsfase Beschrijving Open of kale fase Jonge fase Dichte fase Stakenfase Boomfase Vervalfase Opmerking: In bijlage 5 is van iedere fase een foto opgenomen. Boomloos, of verspreid enkele kiemplanten. Kruiden domineren de vegetatie. Dichte struiklaag, zaailingen en jonge bomen tot 2 m hoogte. Dicht struweel van jonge bomen (± 2-10 m hoogte). Gesloten boomlaag (± m hoog). Voornamelijk hoogtegroei. Eén- of meerlagig bos, differentiatie in sluiting. Voornamelijk diktegroei. Plaatselijk aftakelende en stervende bomen. Ontstaan kleinschalig mozaïek. Komt nog nauwelijks voor in Nederland. 18 Silve 09-05
3 Foto 2.1: De Amerikaanse eikenlaan langs het Sint Eustasiuspad Ten behoeve van het landschapsecologisch onderzoek van 1984 (Jansen & Van der Putten), is onderzoek gedaan naar broedvogels in Bosgebied Berg. Aan de hand van het voorkomen van bepaalde vogelsoorten is het mogelijk het functioneren van het bos in beeld te brengen. De volgende aspecten van het bos hebben een positieve invloed op het voorkomen van vogels (Hekhuis e.a., 1994): Het ouder worden van het bos; De bedekkingsgraad en de heterogeniteit van de struiklaag; Een groot aandeel oude loofbomen; Het voorkomen van meerdere vegetatielagen (bijvoorbeeld boom-, struik- en kruidlaag). Hekhuis deelt bosbroedvogels, op basis van hun eisen ten aanzien van de bosstructuur en de bossamenstelling, in vijf ecologische soortengroepen in. Tussen haakjes staan de indicatorsoorten vermeld: 1. Soorten van bos, bosranden en open ruimten (Boompieper, Geelgors en Boomleeuwerik). 2. Soorten van de struiklaag (Tuinfluiter, Heggenmus en Fitis); 3. Soorten van goed ontwikkelde loof- en naaldbossen (Grote bonte specht, Boomkruiper en Vink); 4. Soorten van oude(re) loofbossen (Boomklever, Kleine bonte specht, Pimpelmees en Glanskop); 5. Soorten van naaldbossen (Zwarte mees, Kuifmees, Goudhaantje). Silve
4 Beschrijving van Bosgebied Berg Uit de gegevens van 1984 blijkt dat de indicatorsoorten van groep 2, 3 en 4 in Bosgebied Berg algemeen of zeer algemeen voorkomen. De brede vertegenwoordiging van de verschillende soortengroepen geeft aan dat de bosstructuur van Bosgebied Berg goed is ontwikkeld. Aangenomen mag worden dat vanaf 1984 de situatie ten aanzien van de broedvogelstand minimaal gelijk is gebleven. De grootste invloed hierop heeft het ouder worden van het bos, waardoor er meer dikke bomen in het bos aanwezig zijn. Over het algemeen neemt met het ouder worden van het bos de hoeveelheid dood hout toe. Daarnaast is de struiklaag zeer goed ontwikkeld. Dat de groepen 1 en 5 minder goed zijn vertegenwoordigd is niet vreemd, aangezien Bosgebied Berg grotendeels uit gesloten loofbos bestaat. Zeldzaamheid Als laatste criterium voor de natuurwaarde van een bosgebied geldt de zeldzaamheid van de daarin voorkomende soorten of levensgemeenschappen. Zeldzaamheid is een eigenschap die alleen kan worden beschouwd in het licht van een veel groter geheel (bijvoorbeeld in relatie tot voorkomen in de rest van Nederland, Europa of de wereld). Sommige soorten zijn zeldzaam omdat zij zich aan de rand van hun natuurlijke verspreidingsgebied bevinden. Andere soorten zijn zeldzaam omdat zij zeer specifieke eisen stellen aan hun biotoop. Als voorbeeld kan hier gedacht worden aan het voorkomen van het vliegend hert op oude inlandse eiken. In zulke gevallen kan het beheer zich richten op het optimaliseren van de leefomstandigheden voor dergelijke organismen. Om het vliegend hert een kans te geven zijn bijvoorbeeld oude en zware inlandse eiken van belang. Hiermee worden randvoorwaarden geschapen voor het vestigen en uitbreiden van populaties. Echter, hierbij moet wel worden bedacht dat populaties van zeldzame soorten veelal sterk kunnen fluctueren. Het is daarom zeer moeilijk om het (bos)beheer te baseren op het voorkomen daarvan. De in Bosgebied Berg voorkomende bostypen zijn niet zeer zeldzaam. De waardering van een deel van Klein Zwitserland en een deel van de Stichtse Rotonde als respectievelijk zeer waardevolle oude boskern en waardevolle oude boskern, geeft wel aan dat het hier gaat om een groeiplaats van autochtone bomen en struiken welke afstammelingen zijn van de oorspronkelijke inheemse flora, die na de ijstijd op eigen kracht Nederland heeft bereikt (Wildschut e.a., 2004). Soorten In de nabije toekomst vindt in de gemeente Amersfoort een flora- en fauna inventarisatie plaats. De gegevens die deze inventarisatie levert, zorgen mogelijk voor nuances in het werkplan (bijlage 1). Hieronder volgt een opsomming van bijzondere soorten waarvan recente waarnemingen bekend zijn: Das (graafporen bij de Stichtse Rotonde); Watervleermuis en Grootoorvleermuis in de bunkers (figuur 2.7) en mogelijk ook in bomen; Vogelsoorten: Bosuil, Buizerd, Havik, Sperwer, Groene specht, Zwarte specht; Zandhagedis (Stichtse Rotonde); Heideblauwtje (als soort van randen in de omgeving van de Stichtse Rotonde); Miersoorten: Behaarde rode bosmier, Kale rode bosmier, Glanzende houtmier; Zwartrugbosmier; Alpenwatersalamander; Oudbosplanten: Dalkruid, Lelietje der dalen, Gewone salomonszegel; Overige soorten: Dubbelloof; Hengel; Jeneverbes, Wintereik. 20 Silve 09-05
5 Samenvatting Met betrekking tot de functie natuur zijn de volgende zaken van belang: Ongestoorde bossen komen in Nederland niet voor. Een deel van de groeiplaats van Bosgebied Berg is, een voor Nederlandse begrippen, oude bosgroeiplaats. Dit betekent dat de bodem zich al een relatief lange tijd ongestoord heeft kunnen ontwikkelen. Een proces dat hierbij aansluit is de verjonging van beuk en hulst. Van nature zal de rol van deze soorten in het bos steeds prominenter worden. Door de concurrentiekracht van schaduwverdragende soorten zal het aandeel inlandse eik, met name in de gemengde bossen, gaandeweg afnemen. Dit wordt versterkt door de moeite die de inlandse eiken hebben om te ontkiemen onder de boomlaag. De boomlaag bestaat voor een groot deel uit inheemse boomsoorten. Plaatselijk domineren Amerikaanse vogelkers en/of Amerikaanse eik de struiklaag. Plaatselijk verdringen Amerikaanse eik (in de boomlaag en struiklaag) en Amerikaanse vogelkers (in de struiklaag) de inheemse lichtboomsoorten (met name inlandse eik, maar ook berk). Het bos kent tamelijk veel gradiënten: reliëf, kale en begroeide bosbodems, dikke en dunne bomen en opgaande en meerstammige bomen. Hierdoor bindt het bos veel soorten organismen aan zich. De vrij goed ontwikkelde bosstructuur en de rijke struiklaag zorgen voor een goede vogelstand. Dikke bomen zijn redelijk goed vertegenwoordigd. Dik dood hout komt relatief weinig voor. Open plekken komen relatief weinig voor Functioneren ten aanzien van de nevenfuncties Cultuurhistorie Binnen Bosgebied Berg bevinden zich overblijfselen van vroeger landgebruik (eikenspaartelgenbos) en cultuuruitingen (grafheuvel, Galgenberg). In het kader van dit beheerplan zijn met name de eikenspaartelgenbossen van belang. Binnen het bosbeheer dienen elementen als grafheuvels te worden beschermd. Het betreft echter over het algemeen kleine elementen, waardoor ze niet bepalend zijn voor de bestemming van het omringende bos. De elementen dienen echter wel te worden geïdentificeerd binnen dit beheerplan, zodat eventueel aparte beheersmaatregelen ter bescherming of herstel van de elementen genomen kunnen worden. Het gebied rondom de Galgenberg was tot 2006 aangewezen als archeologisch Rijksmonument. In 2006 heeft de Rijksdienst Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) de begrenzing van het Rijksmonument aangepast. Hierbij is een fout gemaakt, waardoor de Galgenberg nu buiten het beschermde gebied van het Rijksmonument valt. Naar verwachting laat herstel van de begrenzing nog even op zich wachten. Dit hoeft echter geen probleem te zijn, want de Galgenberg en het omringende gebied heeft de gemeentelijke status van Archeologische Belangrijke Plaats (ABP). Het gebied heeft deze status omdat door veldverkenningen en opgravingen duidelijk is geworden dat er resten van nederzettingen en waarschijnlijk ook grafheuvels uit de prehistorie te vinden zijn (figuur 2.8). In het Rijksmonument mogen zonder een vergunning geen bodemverstorende maatregelen plaatsvinden. Ter plaatse van de ABP mogen geen werkzaamheden uitgevoerd worden, waarbij de bodem verstoord Silve
6 Beschrijving van Bosgebied Berg Figuur 2.8: Archeologie en cultuurhistorie van Bosgebied Berg 22 Silve 09-05
7 wordt. Dit betekent dat maatregelen als een diepe grondbewerking en het rooien van zwaardere bomen (verwijderen van de boom inclusief de wortels) niet plaats kunnen vinden. De eikenspaartelgenbossen nemen in dit kader een aparte positie in. Deze bossen hebben hun typische verschijningsvorm te danken aan een langdurig hakhoutbeheer, tot het begin van de twintigste eeuw een belangrijke vorm van bosbouw. Hierdoor vormen de bossen, waarin op enkele plekken nog meerstammig uitgegroeide hakhoutstoven voorkomen, een belangrijke herinnering aan het bosbeheer uit het verleden. Plaatselijk wil de gemeente op kleine schaal, onder meer uit cultuurhistorisch perspectief, het hakhoutbeheer hervatten. Landschap Binnen het landschap van het Bergkwartier is het Bosgebied Berg beeldbepalend. De bossen vormen als het ware een groen decor. In het kader van de beleving van het landschap is het van belang dat de contouren van het bos behouden blijven. De contouren van het bos, de begrenzing, zijn vastgelegd door de boswet. Het bosbeheer heeft hierop geen invloed Overig gebruik/functies Waterwinning Bossen vervullen een belangrijke functie binnen de hydrologie van een gebied. Regenwater wordt door bossen langer vastgehouden en komt geleidelijk vrij als grondwater. Vanaf 1955 wordt water gewonnen in Klein Zwitserland. Het water infiltreert op de stuwwal en verblijft gemiddeld 80 jaar in de bodem, waarna het op een diepte tussen m wordt gewonnen. Jaarlijks mag een hoeveelheid van 3 miljoen m 3 worden ontrokken. Een groot deel van Klein Zwitserland is hiertoe aangewezen als een grondwaterwingebied (figuur 2.9). Rondom het waterwingebied is een grondwaterbeschermingszone ingesteld die Klein Zwitserland, de objecten Belgenmonument en Stichtse Rotonde alsmede een gebied ten zuiden van Bosgebied Berg omvat (figuur 2.9). Het functioneren van Klein Zwitserland als waterwingebied is afhankelijk van een goede 'chemische' bescherming. Dit betekent ondermeer dat gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet is toegestaan wanneer er kans bestaat dat dit het grondwater bereikt. Voorts is het voor de waterwinning van belang dat het regenwater ongehinderd de bodem kan bereiken. Hiertoe gelden strenge restricties ten aanzien van het bebouwd oppervlak. De bossamenstelling van Klein Zwitserland is gunstig omdat grootschalige monocultures van 'donkere' naaldboomsoorten als douglas en fijnspar ontbreken. In de winter zorgen dergelijke opstanden voor een hoge onderschepping (interceptie) van het regenwater en dus voor een vermindering van de toevoer van regenwater naar het grondwater. Ten aanzien van de drinkwatervoorzieningen moeten de paden naar de drinkwaterputten goed begaanbaar blijven. De begroeiing mag geen belemmering vormen voor de doorgang. De Provincie Utrecht kenmerkt Klein Zwitserland als een zeer kwetsbare winning. De provincie legt bedrijven, particulieren en andere gebruikers in dit gebied extra strenge regels op om vervuiling van grondwater en bodem te voorkomen. Relevant voor het bosbeheer is, zoals gezegd, dat in waterwingebieden een totaalverbod geldt op het gebruik van alle bestrijdingsmiddelen (voor de exacte regelgeving wordt hier verwezen naar het Besluit Waterwingebieden van de Provincie Utrecht). In het omringende grondwaterbeschermingsgebied mag een groot aantal bestrijdingsmiddelen niet opgeslagen of gebruikt worden. Het gebruik van een glyfosaatoplossing (werkzaam bestanddeel van round- Silve
8 Beschrijving van Bosgebied Berg Figuur 2.9: Waterwinning in Bosgebied Berg 24 Silve 09-05
9 up) een veel toegepast middel ter bestrijding van ongewenste soorten, is wel toegestaan in het grondwaterbeschermingsgebied. Houtproductie Houtoogst dient in Bosgebied Berg hoofdzakelijk om de bosontwikkeling in de gewenste richting te sturen. De dunning is hiertoe de aangewezen maatregel. Aan de hand van dunningen kan bijvoorbeeld gestuurd worden in de soortensamenstelling (inlandse eik vrijstellen van Amerikaanse eik). Daarnaast is het een belangrijk instrument om de bosstructuur te optimaliseren. Bij de uitwerking van het beheer in hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan Aandachtspunten Uit de voorgaande beschrijving van het functioneren van Bosgebied Berg, komen voor het beheer de volgende aandachtspunten naar voren: Door het plaatselijk hoge voorzieningenniveau (foto 2.2) en de ligging van Bosgebied Berg nabij woonwijken, is de recreatiedruk hoog. Intensief gebruik van de bossen geeft op enkele plekken spanning met de natuurfunctie (verstoring, erosie). Plaatselijk zorgen Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers door hun sterke concurrentiekracht voor een bedreiging van de natuurwaarde. Door natuurlijke processen in het bos, zal de rol van inlandse eik in de toekomst minder prominent zijn. Dik dood hout komt relatief weinig voor. Open plekken komen relatief weinig voor in het bos. Op enkele plekken heeft de struiklaag een hoge bedekking; op deze plaatsen geeft het bos, met name als het aandeel van hulst hoog is, een gesloten indruk. Foto 2.2: De natuurspeelplaats in Klein Zwitserland Silve
10 Beschrijving van Bosgebied Berg 26 Silve 09-05
11 3. BELEIDSKADERS 3.1 Rijksoverheid In de nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur van juli 2000 heeft de overheid haar beleid ten aanzien van natuur, bos en landschap in de 21 e eeuw vastgelegd. Bos is daarin opgenomen als onderdeel van de natuur. Ten aanzien van bossen is het beleid gericht op de bescherming en het duurzaam beheer van bossen. In het beleidsprogramma gaat de overheid er globaal van uit dat ook gemeenten en particuliere landgoederen een rol spelen in het beheer van multifunctioneel bos en landgoederen. De bovenstaande doelen dienen voor een belangrijk deel via de Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer bereikt te worden. Deze regeling biedt goede mogelijkheden aan gemeenten en particulieren voor het beheer en de ontwikkeling van bos- en natuurterreinen. Momenteel wordt het subsidiestelsel voor natuurbeheer omgevormd. De doelstelling is dat het nieuwe stelsel per in werking treedt. Voor meer informatie zie Een groot deel van Bosgebied Berg valt onder het door het rijk beschermde stadsgezicht Bergkwartier. Daarnaast is het bosgebied ten dele aangemerkt als een archeolochisch Rijksmonument en Archeologisch Belangrijke Plaats. 3.2 Provincie Vanwege de stedelijke elementen binnen Bosgebied Berg en de duidelijke stedelijke invloed op het bosgebied, maakt Bosgebied Berg geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van de provincie Utrecht. In het streekplan onderkent de provincie echter wel het belang van natuur buiten de EHS. Handhaving van de huidige groene waarden is het uitgangspunt voor Bosgebied Berg. Daarnaast noemt de provincie de cultuurhistorische kwaliteit van het Bergkwartier waarbinnen Bosgebied Berg ligt. Omdat Bosgebied Berg wel is opgenomen op de EHS-kaart van het natuurgebiedsplan Utrechtse Heuvelrug, komt het gebied in principe wel in aanmerking voor subsidies in het kader van de EHS. 3.3 Gemeente Het gebied Hart van de heuvelrug, waar Bosgebied Berg deel van uitmaakt, is aangemerkt als een ecologisch waardevol bosgebied. De gemeente Amersfoort spreekt in een verklaring de intentie uit om dit zo te houden. Het project Hart van de Heuvelrug beoogt samenwerking te bereiken ten aanzien van wonen, werken, zorg, natuur en recreatie. In de Beleidsvisie Groen Blauwe Structuur (GBS) van 2004 beschrijft de gemeente haar visie ten aanzien van het beleid van de parken en bossen in Amersfoort. De visie geeft een beeld van de gewenste situatie in 2015 en maakt afwegingen tussen verschillende gebiedsfuncties, zoals recreatie, natuur en landbouw. Silve
12 Beleidskaders De nadruk ligt op: Behoud van landschappen en het karakter van 'groen en blauw' in de stad; Versterken van natuur en cultuurhistorische elementen; Voldoende aanwezigheid van recreatievoorzieningen zoals wandel- en fietspaden, sportvoorzieningen en volkstuinen. Voor het deelgebied Stad, waarin Bosgebied Berg grotendeels ligt, gelden volgens de GBS de volgende uitgangspunten: 1. De groen-blauwe structuur dient primair de leefbaarheid van het stedelijk milieu en daarnaast als ecologische verbindingsroute tussen landschappen rondom de stad. 2. Het creëren van multifunctionele groenzones waarbij elk groengebied haar eigen identiteit behoudt. 3. Een betere zonering van de grote groengebieden waarbij meer onderscheid gemaakt wordt tussen drukke en rustige gebieden met bijbehorende mogelijkheden voor recreatie en natuurontwikkeling. De realisatie van de groen-blauwe structuur dient te geschieden aan de hand van een twintigtal concrete projecten. Eén daarvan is de herstructurering van Bosgebied Berg. Het doel van dit project is het vergroten van de belevingswaarde en de cultuurhistorische betekenis van het gebied, in samenhang met het stroomlijnen van het recreatieve gebruik. Daarnaast is het versterken van de (onderlinge) structuur en de identiteit van het gebied van belang. Momenteel is er voor de uitvoering van de projecten geen budget en is de prioriteit laag. In de Nota Kwaliteit Openbare Ruimte (2005) heeft de gemeente Amersfoort haar ambities met betrekking tot de kwaliteit van de openbare ruimte vastgelegd. Bosgebied Berg wordt hierin omschreven als een stads-en wijkpark. Het Bosgebied Berg vormt in de optiek van de gemeente een zone met extensief beheer en gebruik (uitgezonderd het gebied rondom de flats aan de Arubalaan en de Surinamelaan en de Galgenberg). De status van het gebied als gemeentelijk beschermd stadsgezicht in aanmerking genomen, is een strak beheers- en handhavingsbeleid nodig om de kwaliteiten te behouden. Het gebied kan zo een overgang vormen naar de Utrechtse Heuvelrug, een kerngebied binnen de landelijke ecologische hoofdstructuur. Natuurlijke aspecten van het gebied dienen in dit kader extra ruimte te krijgen. De stadsparken, waaronder Bosgebied Berg, hebben een bovenwijkse recreatieve functie en de belevingswaarde is van groot belang. Veiligheid, voldoende openheid en een verzorgde uitstraling staan hierbij voorop. Recreatie is in Bosgebied Berg een medegebruiksvorm. Rustige activiteiten, met name wandelen, zijn welkom. Incidentele activiteiten als een trimloop, passen binnen dit beleid. Speerpunten in het Milieubeleidsplan Amersfoort ( ) zijn natuur en biodiversiteit. Er geldt een aantal doelstellingen voor Vier daarvan hebben onder meer betrekking op Bosgebied Berg: 1. Een actieve vergroting en bescherming van de biodiversiteit in het kader van de Groenblauwe structuur; 2. Versnippering en nivellering van natuur en landschap voorkomen door toepassing van de Groene Saldoregeling; 3. De effecten van de flora- en faunawet vertalen naar gemeentelijk niveau; 4. De kwaliteit van het leefklimaat verbeteren. 28 Silve 09-05
13 De gemeente Amersfoort heeft een overeenkomst met zestien andere partijen getekend in het kader van de Gebiedsvisie Hart van de Heuvelrug (2001). Daarin geven de partijen aan wat de gewenste inrichting is van de groene ruimte tussen Zeist en Amersfoort, waar de Utrechtse Heuvelrug het breedst is. Centraal staat de wens om het gebied groen te houden, zodat de Heuvelrug kan blijven functioneren als een aangesloten natuur- en recreatiegebied van formaat. Bosgebied Berg behoort daar ook toe. In 1996 is het Landschapsbeleidsplan Amersfoort opgesteld. Hierin wordt Bosgebied Berg gekwalificeerd als Groen Casco binnen de stad waar zonering van natuur en recreatie in de stedelijke invloedssfeer voorop staat. De bosgebieden, waaronder Bosgebied Berg, worden binnen de stad gezien als vooruitgeschoven onderdelen van de EHS op de Heuvelrug. Versnippering, verstoring door recreatie en isolatie moet worden voorkomen door versterking van ecologische verbindingen en zonering. Naast de recreatieve functie van het groene casco is de representativiteit ofwel de herkenbaarheid ervan beeldbepalend voor de verschillende landschappen binnen de stad. Herkenbaarheid is de cultuurhistorisch bepaalde identiteit van het landschap. De herkenbaarheid van het boslandschap is sterk door de - weliswaar indirecte - aansluiting op de bossen van de Heuvelrug. De bosgebieden aan de rand van de stad zijn een onmisbaar onderdeel voor de uitstraling van Amersfoort als stad op de flank van de Heuvelrug. Bestemmingsplan Het Bosgebied Berg heeft de bestemming Groenvoorzieningen. Binnen deze bestemming wordt het behoud van de bestaande groenvoorzieningen nagestreefd. Werken en/of werkzaamheden in het kader van het reguliere beheer en onderhoud, welke voortkomen uit dit beheersplan, zijn niet vergunningplichtig. Bouwwerken zijn slechts onder voorwaarden toegestaan. Voor het aanleggen van speelvoorzieningen en voet- of fietspaden is een aanlegvergunning noodzakelijk. Ook voor het wijzigen van het profiel van wegen en het aanbrengen van een andere oppervlakteverharding is een aanlegvergunning vereist. Voor nadere details wordt verwezen naar artikel 15 van Bestemmingsplan De Berg Samenvatting De rijksoverheid richt zich op het duurzaam beschermen en beheren van bossen. Momenteel wordt het belangrijkste subsidiestelsel voor bossen, de Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer, herzien. Naar verwachting treedt het nieuwe stelsel per in werking. Bosgebied Berg maakt in het kader van het streekplan geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van de provincie Utrecht. In het streekplan onderkent de provincie echter wel het belang van natuur buiten de EHS. Omdat Bosgebied Berg wel is opgenomen op de EHS-kaart van het natuurgebiedsplan Utrechtse Heuvelrug, komt het gebied in principe wel in aanmerking voor subsidies in het kader van de EHS. Het gebied Hart van de heuvelrug, waar Bosgebied Berg deel van uitmaakt, is aangemerkt als een ecologisch waardevol bosgebied. De gemeente Amersfoort spreekt in een verklaring de intentie uit om dit zo te houden. Het Bosgebied Berg vormt in de optiek van de gemeente een Silve
14 Beleidskaders zone met extensief beheer en gebruik (uitgezonderd het gebied rondom de flats aan de Arubalaan en de Surinamelaan en de Galgenberg). De status van het gebied als gemeentelijk beschermd stadsgezicht in aanmerking genomen, is een strak beheers- en handhavingsbeleid nodig om de kwaliteiten te behouden. In 1996 is het Landschapsbeleidsplan Amersfoort opgesteld. Hierin wordt Bosgebied Berg gekwalificeerd als Groen Casco binnen de stad waar zonering van natuur en recreatie in de stedelijke invloedssfeer voorop staat. In de Beleidsvisie Groen Blauwe Structuur (GBS) van 2004 beschrijft de gemeente haar visie ten aanzien van het beleid van de parken en bossen in Amersfoort. De realisatie van de groenblauwe structuur dient te geschieden aan de hand van een twintigtal concrete projecten. Eén daarvan is de herstructurering van Bosgebied Berg. Momenteel is er voor de uitvoering van de projecten geen budget en is de prioriteit laag. 30 Silve 09-05
15 4. BEHEERVISIE 4.1 Doelstellingen De gemeente Amersfoort kiest voor een gelijkwaardig samengaan van de bosfuncties natuur en recreatie. De belangrijkste nevenfuncties zijn cultuurhistorie, waterwinning en houtproductie. In het reeds afgelopen beheerplan, opgesteld in 1996, werd aangehaakt op de toen voor Nederland tamelijk nieuwe vorm van bosbeheer: geïntegreerd bosbeheer. Dit is destijds vertaald in het verhogen van de belevingswaarde ten behoeve van de recreatie en het verhogen van de natuurwaarden. Aan deze twee aspecten is de afgelopen twaalf jaar gewerkt in Bosgebied Berg. Door niet vlaktegewijs en grootschalig in te grijpen, maar het bos juist selectief te dunnen, is gewerkt aan het verhogen van de natuur- en belevingswaarden van het bos. Dit wil zeggen dat het bos niet is behandeld volgens een bepaald vast systeem, maar dat het bos van plek tot plek is beoordeeld op het functioneren. Aan de hand van deze beoordeling zijn de gewenste bomen geselecteerd en zijn bomen weggedund die deze gewenste bomen in hun groei belemmeren. Op deze wijze wordt een bos verkregen met een hoger aandeel van de gewenste boomsoorten en wordt het bos gemengder. Uiteraard blijven er punten ter verbetering over; twaalf jaar is in de bosontwikkeling immers een zeer korte periode. Hiertoe blijven de doelstellingen van het beheerplan van 1996 van kracht en worden deze anno 2009 als volgt omschreven: De gemeente streeft naar minimaal het behoud van de huidige natuurwaarden en recreatieve waarden van de bossen. Het huidige voorzieningenniveau ten behoeve van de recreatie wordt gehandhaafd. Ten behoeve van de recreatie dient de belevingswaarde van het bos vergroot te worden. Daarnaast wordt de ontwikkeling van natuurwaarden nagestreefd. Een belangrijk instrument om de natuurwaarden en belevingswaarde van het bos te vergroten is de dunning. Met deze beheersmaatregel kan de bosontwikkeling in de gewenste richting gestuurd worden. 4.2 Functiezonering In principe kennen alle bossen van Bosgebied Berg de bovenstaande meervoudige functievervulling. In het noorden van Klein Zwitserland dringt de functie recreatie zich dermate sterk op, dat hier het beheer hoofdzakelijk op deze functie afgestemd wordt. Hetzelfde geldt voor de bossen van het Belgenmonument en Prins Frederiklaan: ook hier ligt het accent op recreatie. Het zuiden van Klein Zwitserland en de Stichtse Rotonde zijn relatief rustige gebieden. Hier ligt het accent op de natuur. Met betrekking tot het noorden van de Stichtse Rotonde (het deel grenzend aan het Belgenmonument) wordt voorgesteld om hier een niets-doen-beheer toe te passen. Het betreft een voor recreanten ontoegankelijk gebied dat voor een groot deel uit waardevol eikenspaartelgenbos bestaat. In het kader van de natuurwaarden (ongestoordheid) is het interessant om dit bos zich autonoom te laten ontwikkelen. Als inleidend beheer op het niets doen worden verstorende elementen zoals bijvoorbeeld Amerikaanse eiken verwijderd (zie heidebeheerplan voor de Stichtse Rotonde). Voor de heide en het beeld vanaf de rotonde heeft het niets-doen-beheer geen gevolgen. Periodiek moet beoordeeld worden of het nietsdoen-beheer niet leidt tot ongewenste effecten ten aanzien van de soortensamenstelling en de structuur van het bos. Silve
16 Beheervisie Figuur 4.1: Functiezonering in Bosgebied Berg 32 Silve 09-05
17 De gevolgen van het leggen van een functie-accent zijn in het kader van dit beheerplan tweeledig. In de eerste plaats heeft een functie-accent zijn weerslag op het voorzieningenniveau ten behoeve van recreanten. Ten tweede heeft het gevolgen voor het bosbeheer. In bossen met een functie-accent op recreatie is het voorzieningenniveau ten behoeve van extensieve vormen van recreatie het hoogst. In bossen waar de natuurfunctie het belangrijkst is, wordt recreatie niet actief gestimuleerd, om de rust voor de natuur zoveel mogelijk te waarborgen. Voor het bosbeheer heeft de functiezonering met name gevolgen voor de wijze waarop dunningen worden uitgezet en uitgevoerd. In bosdelen waar de natuur voorop staat richt de dunning zich voornamelijk op de soortensamenstelling. Dit betekent bijvoorbeeld dat inheemse soorten in de regel worden bevoordeeld ten opzichte van exoten. In bos met een accent op de functie recreatie heeft de dunning voornamelijk als doel om een fraai bosbeeld te creëren. Hiertoe worden onder andere markante bomen, inheems dan wel uitheems, bevoordeeld. Op figuur 4.1 is de functiezonering van Bosgebied Berg weergegeven. Het verdient de aanbeveling om de zonering in functies te verwerken in het bestemmingsplan. Het huidige bestemmingsplan Berg is geldig tot In het dan te vernieuwen bestemmingplan kan de huidige zonering meegenomen worden als aanbeveling voor de herinrichting. 4.3 Streefbeeld Algemeen Met haar bosbeheer streeft de gemeente Amersfoort de ontwikkeling van structuurrijk en afwisselend opgebouwde bossen na. Van belang zijn onder andere een hoge mengingsgraad en de aanwezigheid van bomen van verschillende leeftijden. Zware bomen met een goed ontwikkelde stam en een volle kroon bepalen voor een belangrijk deel het bosbeeld. Dode en kwijnende bomen vormen een substantieel onderdeel van het bos. Gegeven de omvang van Bosgebied Berg en de schaal van de opstanden is een dergelijke ontwikkeling alleen te realiseren door te sturen in de bosontwikkeling. De gemengde loofbossen dienen zich verder te ontwikkelen naar een gemengd parkbos met markante en zware bomen. Daar waar mogelijk dient er afwisseling aanwezig te zijn tussen bosdelen met een dicht en een open kronendak. Ook de ondergroei dient gevarieerd te zijn met plaatselijk een rijk ontwikkelde struiklaag en plaatselijk een onbegroeide bosbodem. Hierbij hebben de verschillende fasen van de bosontwikkeling een aandeel in het bos. Met betrekking tot de eikenspaartelgenbossen streeft men er naar om het bostype zo lang mogelijk in stand te houden. Inlandse eiken kunnen zeer oud worden, zodat het bostype nog decennia lang mee kan. Het beheer streeft naar een bos met een groot aandeel vitale inlandse eiken. Afwisseling tussen open en dichte bosdelen is in dit bostype minder van belang. Mengsoorten worden alleen gehandhaafd indien zij geen bedreiging voor vitale inlandse eiken vormen. Ook hier is plaats voor een substantieel aandeel dode en kwijnende bomen. Men streeft er naar om plaatselijk het hakhoutbeheer te hervatten. Het bovenstaande streefbeeld geldt in principe voor alle bossen binnen Bosgebied Berg. Hieronder volgen enkele aanvullingen per deelgebied. Silve
18 Beheervisie Belgenmonument In dit deelgebied staat het Belgenmonument centraal. Hiertoe dienen de zichtassen die het monument accentueren, vrij te blijven van opgaande begroeiing. De bossen direct rondom het monument mogen een vrij open karakter hebben. Klein Zwitserland In de bosdelen van dit object met een accent op recreatie, is de aanwezigheid markante bomen van groot belang. Bij een accent op natuur, is de bosstructuur sturend. Afwisseling tussen open en dichte bosdelen, zware en jonge bomen, dichte ondergroei en een onbegroeide bosbodem, is in dit kader van groot belang. Prins Frederiklaan In dit object dient de afwisseling tussen open ruimten (het Lymphioveld) en dichte bossen, goed benadrukt te worden. De bosranden langs het Lymphioveld dienen een zo natuurlijk mogelijk karakter te hebben. Voor de veiligheid van de recreanten dienen de bosranden langs de paden (een strook van ca m) een transparanter karakter te krijgen. Verder het bos in kan zich een uitbundige struiklaag ontwikkelen. Stichtse Rotonde De bossen van de Stichtse Rotonde bestaan voor een deel uit waardevolle spaartelgenbossen. Na een inleidend beheer, waarbij verstorende elementen worden verwijderd, dienen deze zich spontaan te ontwikkelen. De overgangen van bos naar heide dienen een zo natuurlijk mogelijk karakter te hebben. Hierbij wordt de heide niet aangetast. 4.4 Monitoring De toestand en het functioneren van het bos is het resultaat van de natuurlijke ontwikkeling, zoals het ouder van het bos, en het gevoerde bosbeheer. Het ouder worden van het bos heeft effect op het aandeel dikke bomen, het voorkomen van dood hout en de ontwikkeling van de vegetatie. De beheersingrepen zijn bepalend voor de soortensamenstelling van het bos en de mengingsgraad van de opstanden. De beheersingrepen hebben eveneens effect op de hoeveelheid dood hout en andere aspecten van het ouder wordende bos. De ontwikkeling die van nature plaats vindt en het beheer van het bos zijn zodanig met elkaar verweven dat deze aspecten niet los van elkaar beoordeeld kunnen worden. Met het bosbeheer schept men in Bosgebied Berg voorwaarden voor de natuur en de recreatie. Het handhaven en bevoordelen van dikke bomen geeft bijvoorbeeld aantrekkelijke bosbeelden, hetgeen gunstig is voor de recreatieve waarden van het bos. Daarnaast profiteren verschillende diersoorten van de aanwezigheid van dikke bomen. Om na te kunnen gaan hoe het bos reageert op het gevoerde beheer is het zinvol om de bosontwikkeling te monitoren. Monitoring is mogelijk indien de eigenschappen van het bos, uitgedrukt in meetbare terreinkenmerken, op een eenduidige, betrouwbare en reproduceerbare wijze worden geïnventariseerd. Een eerste inventarisatieronde legt de uitgangssituatie vast. Aan de hand van de uitgangssituatie kunnen heldere ontwikkelingsdoelstellingen vastgelegd worden. Bij een herhaling van de metingen kan worden vastgesteld óf en in welke mate de terreinkenmerken zich in de gewenste richting hebben ontwikkeld. Met deze analyse kan het gevoerde beheer worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Ook kan de analyse reden zijn om de doelen bij te stellen. 34 Silve 09-05
19 De monitoring in Bosgebied Berg valt uiteen in twee delen: een evaluatie van het bosbeheer en een inventarisatie aan de hand van indicatorsoorten Woodstock De evaluatie van het bosbeheer van Bosgebied Berg is primair gericht op een kwantitatieve bosinventarisatie. In Nederland wordt door vele boseigenaren de Woodsotckmethode 2 gebruikt voor de evaluatie van het bosbeheer. Staatsbosbeheer gebruikt het (onder de naam SyHI) al vanaf 1990 als standaard voor het monitoren van haar bossen. Met de Woodstockmethode kunnen op een betrouwbare wijze kwantitatieve gegevens van het bos worden verzameld. De Woodstockmethode werkt met een systematisch net van steekproefpunten, dat wordt uitgelegd over het te inventariseren bosgebied. Op ieder steekproefpunt worden binnen een cirkel verschillende eigenschappen van het bos gemeten. Dit genereert onder meer kwantitatieve gegevens over: de soortensamenstelling van het bos; het aandeel gemengd bos; de bosstructuur (onder andere de dichtheid van de kroonlaag, bedekking van de struiklaag, verdeling van verschillende bosontwikkelingsfasen); soortensamenstelling van de struik- en kruidlaag; hoeveelheid staand en liggend dood hout; aantal dikke bomen. De gegevens dienen ter ondersteuning van het stellen van operationele doelen en het evalueren van het beheer. Het is gebruikelijk dat een Woodstockmeting eens in de acht á tien jaar wordt herhaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van dezelfde steekproefpuntenkaart. Door de systematische werkwijze is Woodstock erg goed bruikbaar voor de monitoring van ontwikkelingen Monitoren aan de hand van indicatorsoorten Deze methode koppelt de aanwezigheid van bepaalde indicatorsoorten aan terreinkenmerken. De vogelsoorten Boomklever en Kleine bonte specht zijn bijvoorbeeld voor hun voortbestaan afhankelijk van gemengd loofbos met dikke bomen. Een talrijke aanwezigheid van Boomklever en Kleine bonte specht indiceert dat deze terreinkenmerken goed ontwikkeld zijn. In het volgende wordt uiteen gezet hoe het functioneren van het bos kan worden onderzocht aan de hand van indicatorsoorten. Dit wordt gedaan per terreinkenmerk (zie 4.4.1). Als basis hiervoor is een studie van Hekhuis e.a. (1994) gebruikt. De aanwezigheid van bepaalde indicatorsoorten zegt wat over de eigenschappen van het bos. De indicatorsoorten worden ingedeeld in groepen, waardoor de systematiek minder afhankelijk is van één bepaalde soort. Als indicatorsoorten worden zogenaamde tussensoorten gebruikt. Dit zijn de soorten die tussen de algemene en de zeldzame soorten inzitten. Als maat voor de geschiktheid van het bos geldt de aangetroffen dichtheid van een bepaalde soortengroep. De indicatorsoorten stellen eisen aan hun biotoop. Deze biotoopeisen zijn vertaald naar door het beheer beïnvloedbare terreinkenmerken. 2 Zie voor meer informatie over de Woodstockmethode een artikel in het Vakblad Natuur Bos Landschap (januari 2006; De Klein & Schoonderwoerd) Silve
20 Beheervisie De aanwezige dichtheid van indicatorsoorten zegt wat over het functioneren van het bos. Vanwege natuurlijke fluctuaties binnen populaties en door het beheer niet beïnvloedbare factoren, zijn indicatorsoorten echter beperkt bruikbaar voor het evalueren van het bosbeheer. Bij de selectie van indicatorsoorten gelden de volgende criteria: 1. de dichtheid van de soorten is voornamelijk afhankelijk van met het beheer beïnvloedbare terreinkenmerken; het voorkomen en de populatiedynamiek worden (ten dele) bepaald door de beheersvorm en de daardoor ontstane terreinkenmerken; 2. het zijn soorten die in veel bostypen en vrijwel over heel Nederland voorkomen (de dichtheid is de bepalende factor, niet het wel of niet voorkomen); 3. ze komen met relatief hoge dichtheden voor (kleine territoria) en kunnen daarom op een schaal van een tiental hectares onderscheidend zijn; 4. er vindt geen regulatie plaats door bijvoorbeeld jacht of bijvoedering; 5. de aanwezigheid van de indicatorsoorten geeft de situatie aan van de soortengroep waarvan zij deel uitmaken; 6. de dichtheden en het voorkomen zijn betrekkelijk eenvoudig en voor de meeste soorten op kleine oppervlakten (10 ha) vast te stellen; 7. voortplantings- en schuilgelegenheid vallen grotendeels samen met hun fourageergebied. Met haar bosbeheer streeft de gemeente Amersfoort naar de ontwikkeling van structuurrijk en afwisselend opgebouwde bossen. Van belang zijn onder andere een hoge mengingsgraad en de aanwezigheid van bomen van verschillende leeftijden. Zware bomen met een goed ontwikkelde stam en een volle kroon dienen voor een belangrijk deel het bosbeeld te bepalen. Dode en kwijnende bomen vormen een substantieel onderdeel van het bos. Dit streefbeeld is vertaald naar de volgende, door beheer beïnvloedbare terreinkenmerken: boomsoortensamenstelling; het aandeel gemengd bos; de bosstructuur (bedekking van de struik- en kruidlaag, aanwezigheid van open plekken, goed ontwikkelde bosranden) hoeveelheid staand en liggend dood hout; aantal dikke bomen. Boomsoortensamenstelling Momenteel is het aandeel van inheemse loofboomsoorten in Bosgebied Berg hoog. Men streeft er naar om dit aandeel minimaal te behouden. Veel organismen zijn afhankelijk van inheemse boomsoorten. Eik speelt in dit kader een belangrijke rol. Zo zijn bijna 300 insectensoorten afhankelijk van de aanwezigheid van eiken (Jansen & Van Benthem, 2008). Een hoog aandeel inlandse eiken zorgt voor een ongekende voedselbron voor bijvoorbeeld vogels en muizen. De belangrijkste indicatorsoorten voor het aandeel inheemse loofboomsoorten zijn: Vogels: Boomkruiper, Boomklever, Kleine bonte specht, Glanskop en Pimpelmees Zoogdieren: Rosse woelmuis en Bosmuis Aandeel gemengd bos De mengingsgraad in Bosgebied Berg is wisselend. Grote delen van de eikenspaartelgenbossen zijn ongemengd. De ongemengde bosdelen worden echter afgewisseld met bosdelen waar meerdere boomsoorten door elkaar groeien. Het huidige aandeel gemengd bos dient minimaal behouden te blijven. Waar mogelijk streeft men naar een verhoging van het aandeel 36 Silve 09-05
21 gemengd bos. Vanwege de verscheidenheid in voedselaanbod die zij prefereren zijn de vogelsoorten Boomkruiper en Kleine bonte specht een indicator voor gemengd bos. Bosstructuur Een goed ontwikkelde bosstructuur zorgt voor diversiteit in het bos. In dit kader zijn de bedekking van de struik- en kruidlaag, de aanwezigheid van open plekken en goed ontwikkelde bosranden van belang. Struiklaag De struiklaag heeft in Bosgebied Berg over het algemeen een matig hoge tot een hoge bedekking. De soortensamenstelling is wisselend. Plaatselijk hebben uitheemse soorten een hoog aandeel. Het streven is om de huidige bedekking van de struiklaag te behouden. Een verhoging van het aandeel inheemse soorten is gewenst. Een goed ontwikkelde struiklaag met een hoog aandeel van voornamelijk inheemse soorten herbergt een rijk insectenleven (voedsel) en geeft goede dekkingsmogelijkheden. Indicatorsoorten voor een goed ontwikkelde struiklaag zijn Vink, Rosse woelmuis en Bosmuis. Kruidlaag Vanwege de plaatselijk uitbundig ontwikkelde struiklaag zijn de mogelijkheden voor een goed ontwikkelde kruidenvegetatie hier beperkt. Op plekken waar voldoende licht de bosbodem bereikt groeien onder andere bosbes, stekelvaren en braam in de kruidlaag. De gemeente streeft naar een uitbreiding van het aandeel bos met een kruidlaag. Vanwege de voedselvoorziening en dekking is de kruidlaag van belang voor kleine zoogdieren. Indicatorsoorten zijn Rosse woelmuis en Bosmuis. Open plekken Open plekken (0,05 tot 0,5 ha) komen weinig voor in Bosgebied Berg. Kleinere open plekken in het bos zijn van groot belang voor dagvlinders, omdat waardplanten hier veel voorkomen. Zo is Struikheide waardplant van Groentje en Zilverblauwtje en Vuilboom van Zilverblauwtje en Citroentje. Voor beide waardplanten is open bos van belang. Ook open terrein buiten het bos, zoals bijvoorbeeld de heide in de deelgebieden Belgenmonument en Stichtse Rotonde zijn in dit kader van belang. Naast dagvlinders is de aanwezigheid van open plekken ook positief voor bepaalde soorten vleermuizen (jachtterrein) en bosmieren (zonlicht). Ten aanzien van open plekken zijn de volgende indicatorsoorten van belang: Dagvlinders: Groentje, Zilverblauwtje, Citroentje, Oranjetip, Kleine IJsvogelvlinder Vleermuizen: Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis Bosmieren: Kale rode bosmier, Behaarde rode bosmier Bosranden Met het beheer streeft de gemeente de ontwikkeling van goed opgebouwde bosranden na (bijvoorbeeld bij het Lymphioveld en de heideterreintjes bij het Belgenmonument en de Stichtse Rotonde). Voor onder andere vleermuizen (jachtterrein) en dagvlinders (waardplanten en voedsel) zijn goed ontwikkelde bosranden van belang. De volgende indicatorsoorten zijn onderscheiden: Dagvlinders: Oranjetip, Atalanta Vleermuizen: Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis Silve
22 Beheervisie Dood hout Dood hout is van groot belang voor het functioneren van het bos. Het is niet precies bekend hoe groot het aandeel dood hout in Bosgebied Berg is. Op rondgangen door het bos wordt gebaseerd dat zwaar dood hout niet veel voorkomt. De gemeente streeft naar een verhoging van het aandeel dood hout. Belangrijke indicatoren van staand dood hout zijn de Grote bonte specht en de Kleine bonte specht. Beide soorten worden in bossen met veel staand dood hout in hoge dichtheden aangetroffen. De aanwezigheid van liggend dood hout heeft een gunstig effect op de aanwezigheid van waardplanten van enkele dagvlindersoorten. Dit geldt voor Kamperfoelie (waardplant van de Kleine IJsvogelvlinder) en Brandnetel (waardplant van de Atalanta). Naast de bovengenoemde soorten zijn dood-houtkevers het boegbeeld voor alle van dood hout afhankelijke organismen, ware het niet dat de kevers zich vaak moeilijk laten inventariseren. Onder de dood-houtkevers zijn zeer bekende soorten als het Vliegend hert. De kevers die dik dood hout nodig hebben zijn in Nederland zeldzaam of uitgestorven. De meest gunstige situatie voor doodhoutkevers is de aanwezigheid van alle stadia van staand en liggend dood hout: van vers tot vermolmd en van dik tot dun. Dikke bomen De gemeente streeft naar een toename van het aantal oude en dikke bomen. Het ouder worden van het bos en het beheer (bevoordelen van dikkere bomen) draagt hier aan bij. Dikke bomen zijn van belang voor holenbroeders en verschillende vleermuissoorten, waarvoor de bomen een zomer en/of winterverblijfplaats vormen. Het gaat hierbij om zware bomen met een dikte van meer dan 60 cm. Als indicatorsoorten worden genoemd: Vogels: Grote bonte specht, Boomkruiper, Boomklever, Kleine bonte specht, Glanskop Vleermuizen: Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis Aanbeveling De Woodstockmethode is uitermate geschikt om door de tijd heen het beheer van het bos te evalueren. De inventarisatie van indicatorsoorten moet gezien worden als een aanvulling hierop. Omdat populaties van soorten om tal van redenen kunnen fluctueren, zegt het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde soorten niet altijd wat over de terreinkenmerken van het bos. Door de evaluatie van het beheer primair te richten op het monitoren van de terreinkenmerken met Woodstock, kan op een gefundeerde wijze informatie over het bos worden verzameld. 38 Silve 09-05
3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen
3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde
Nadere informatieWorkshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017
Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?
Nadere informatieBeheerplan Nimmerdor en Oud Leusden
Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden 2015 2035 Publiekssamenvatting Inleiding Sinds Jonkheer Meijster landgoed Nimmerdor in 1640 liet aanleggen, genieten al vele generaties bezoekers van de bosgebieden
Nadere informatieDouglas: niet alles goud dat er blinkt
Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatiePlanten in bossen: beheer en biodiversiteit
Planten in bossen: beheer en biodiversiteit Arnout-Jan Rossenaar Foto s: Heukels CD-ROM Opzet lezing Bos in Nederland Bosplanten Bostypen Ontwikkeling bos voedselarme grond Beheer en biodiversiteit (Edese(
Nadere informatieBEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha
Nadere informatieWerkplan bosbeheer AWD : werkblok 1
Concept Versie 21 juni 2018 Werkplan bosbeheer AWD 2018-2019: werkblok 1 Willem Stuulen Martijn van Schaik Inleiding Dit is het werkplan bosbeheer van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) voor 2018-2019.
Nadere informatie1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap
1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het
Nadere informatieAMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS
NATUURBELEVEN AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET NatuurBeleven b.v. dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen 020/4720777 mark@natuurbeleven.nl Opdrachtgever:
Nadere informatie"Oranje Nassau's Oord" "De Dorschkamp" "De Oostereng" "Bennekomse Bos" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P.
1 I e'. I!'.t'''I"",,'M 11. _ ' "' PI, t ",," "U IPN ". '" "P!I"'" '".. ",... '" M"!lM' '_-!N'" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV 1983 Verslag van de excursie C. P. van Goor Het thema van de excursie van
Nadere informatieLife+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap
Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap TOGETHER? TOGETHER staat voor TO GET HEath Restored: we zetten
Nadere informatieInleiding. viii. Silve 09-05. Figuur 1.1: Ligging van Bosgebied Berg
Inleiding Figuur 1.1: Ligging van Bosgebied Berg viii Integraal Beheerplan Bosgebied Berg 1. INLEIDING 1.1 Bosgebied Berg Bosgebied Berg, eigendom van de gemeente Amersfoort, ligt op het oostelijke gedeelte
Nadere informatieOverzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.
Overzicht broed 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels. Voorkeur bos Vogelsoorten van Bijlage 1 vogelrichtlijn Gemengd bos Zwarte specht #1 1500-2500 2300-2900 1100-1600 - Naald- en loofbos Wespendief
Nadere informatieNatuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma
Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000 Rienk-Jan Bijlsma Onderwerpen Habitatkaart bossen Veluwe Kwaliteitsverbetering habitattypen bos Oppervlaktevergroting habitattypen bos Habitatkaart: typen en criteria
Nadere informatieVijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi
Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi foto s Henny Schoonderwoerd Jop de Klein en Henny Schoonderwoerd Sinds 1990 wordt Woodstock (Staatsbosbeheer gebruikt dit systeem onder de naam Syhi)
Nadere informatieJan Kolsters Correlaties en oorzaken
Bosvogels op microniveau Jan Kolsters Correlaties en oorzaken Opzet van het onderzoek alle soorten 6 deelgebieden 9 bezoeken inventarisatie waarnemingen territoria Bochtige smele Pijpenstrootje Braam Varen
Nadere informatieToekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept
Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de
Nadere informatieQuick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt
Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...
Nadere informatieOmgevingscheck De Del te Rozendaal. categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht
Omgevingscheck De Del te Rozendaal categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht Omgevingscheck De Del te Rozendaal categorie 5 nesten: koolmees,
Nadere informatieZoogdieren in het Bos
Zoogdieren in het Bos Nederland Bos Bosrand Slaapplaats Kraamkolonies Totaal Percentage Rode Lijst Paarplaats 1994 inheems grondgebonden 41 9 16-25 61% 5 vleermuis 19 10 1 2 13 68% 6 verdwenen grondgebonden
Nadere informatieHet Nederlandse bos in cijfers
Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie - Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.
Nadere informatieBijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer
Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Het geïntegreerd bosbeheer streeft ernaar om de productiefunctie van het bos op kleine schaal te integreren met de natuurfunctie en de recreatiefunctie.
Nadere informatieBeknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013
Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Inleiding Het vakantiepark Miggelenberg is gelegen op de Veluwe. Het ligt in een bebost gebied
Nadere informatieBEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST
BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST INLEIDING Bomen in de gemeente Voerendaal vervullen een belangrijke rol. Ze verfraaien de buitenruimte, brengen natuur in de
Nadere informatieIntegraal Beheerplan Bosgebied Berg
Belgenmonument Klein Zwitserland Prins Frederiklaan Stichtse Rotonde Gemeente Amersfoort 18 augustus 2009 Rapport 09-05 INHOUD Samenvatting... v 1. Inleiding... 1 1.1 Bosgebied Berg... 1 1.2 Aanleiding
Nadere informatieHEILIG LAND STICHTING Het Kerkebos: een funeraire inrichtingsschets. April 2009
HEILIG LAND STICHTING Het Kerkebos: een funeraire inrichtingsschets April 2009 1916 Plantekening 1913 Het Kerkebos een funeraire inrichtingsschets Rapporten: Holtland Dendroconsult; Het Kerkebos, opwaardering
Nadere informatieStreefbeelden Bomen & Bos. Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel. Stadsbomen. Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie
Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie Streefbeelden Bomen & Bos Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie Stadsbomen Stadsbomen
Nadere informatieSTICHTING BEHEER LANDGOED DE KALENBERG
STICHTING BEHEER LANDGOED DE KALENBERG Mission Statement: Het beheren, onderhouden en verder tot wasdom brengen van het NSW- Landgoed de Kalenberg een en ander in het gedachtegoed van de Vereniging der
Nadere informatie5.2 Beheer per bostype
Beheer 7. Er wordt een beheerplan opgesteld en toegepast. In het beheerplan, dat steeds wordt geactualiseerd, staan lange-termijn-doelen en middelen duidelijk omschreven. 8. De toestand van het bos, de
Nadere informatiePraktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD
52 Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 591 52.6 Het Amerongsebos SIMON KLINGEN 52.6.1 Inleiding Het Amerongsebos ligt op de zuidwestflank van de Utrechtse Heuvelrug
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede
Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer
Nadere informatieQuick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken
Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken N.C.M. (Bert) Maes Ecologisch Adviesbureau Maes Utrecht In opdracht van Bosgroep Zuid is op 15 juli
Nadere informatieBroedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015
Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie
Nadere informatieI n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot
I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot Biodiversiteit en zorgvuldig
Nadere informatieBeschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)
NOTITIE Aan : Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie T.a.v. : De heer S. van der Meulen Van : Drs. R. Felix Datum : 19 september 2012 Ons kenmerk : 12-125 Uw kenmerk : 3001528 Onderwerp : QS
Nadere informatieBeheerplan Bloemendaalsebos
Bosbeheerplan Bloemendaalsebos Februari 2011 Inleiding Bestaande kwaliteit Uitgangspunten bosbeheer Het beheer Beheermethodiek Noten Bijlagen Inleiding Dit bosbeheerplan is gemaakt door Dik Vonk in samenwerking
Nadere informatieHet Nederlandse bos in cijfers
Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.
Nadere informatie1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie
1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking
Nadere informatieToetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg
Toetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Oktober 2011 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237
Nadere informatieQuickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen
Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend
Nadere informatieCompensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet
Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet (dd 12 mei 2014) Samenvatting Het plan N794 Heerderweg heeft als doel verhogen van de verkeersveiligheid van fietsers en automobilisten door de aanleg
Nadere informatieDoel Met de antwoorden kan de gemeente Wageningen een algemeen beeld formuleren van de groenbeleving door de bewoners van Wageningen Hoog.
Enquête Wageningen Hoog. U vindt hier het overzicht van de resultaten uit de bewonersenquête voor de wijk Wageningen Hoog. De enquête kon zowel digitaal als schriftelijk worden ingevuld tot 9 december
Nadere informatie2 BELEIDSKADER EN WETGEVING
2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat
Nadere informatieBeschermde soorten in Hasselt (Overijssel)
Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Het belang voor de fauna van bestemmingsplan Hasselt binnen de veste Versie 1 25 november 2008 Zoon buro voor ecologie Colofon Titel Ondertitel Opdrachtgever
Nadere informatieStaatsbosbeheer vernielt onze bossen, vindt een ouddirecteur. Ze maken mooie bossen lelijk
Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant Een gezin wandelt langs een kaalgekapt bosperceel bij Amerongen. Staatsbosbeheer vernielt onze bossen, vindt een ouddirecteur. Ze maken mooie bossen lelijk Een
Nadere informatieNOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK
NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding
Nadere informatieNotitie Quickscan flora en fauna
Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen
Nadere informatieBriefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1
Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)
Nadere informatieGemeente Geldrop-Mierlo. Kadernota bos- en natuurbeheer Maart In opdracht van:
Gemeente Geldrop-Mierlo Kadernota bos- en natuurbeheer 2012-2017 Maart 2012 In opdracht van: Gemeente Geldrop-Mierlo Postbus 10101 5660 GA Geldrop t 14 040 www.geldrop-mierlo.nl Opdrachtnemer Bosgroep
Nadere informatieNatuurontwikkelingsplan, Beerens BV. Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen. Rapportnummer
Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen Rapportnummer 14-0220 www.starobv.nl Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen juni 2015 Rapportnummer: 14-0220
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV
Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen
Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg
Nadere informatieBeheerplan landgoed Nieuw Cruysbergen
Ir. W. (Wouter) Delforterie Regiobeheerder Utrecht & Holland Beheerplan landgoed Nieuw Cruysbergen Startbijeenkomst 15 december 2016 bosgroepen.nl 19.00 19.10 Opening Welkomstwoord wethouder Hendrik Boland
Nadere informatieEcologische analyse en visie
Ecologische analyse en visie Buitenplaats Hoorneboeg, Hilversum Projectnummer: 7344 Datum: 29-9-2015 Projectleider: Nelleke Manschot Opgesteld: Rob van Dijk en Jac Hakkens Inleiding Op buitenplaats Hoorneboeg,
Nadere informatieAddendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag
Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag
Nadere informatieDBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt
MILIEUADVIES aan t.a.v. opsteller Gemeente De Bilt W. Zweverink D. Storm telefoon 088 022 50 00 datum 17 juli 2014 kenmerk onderwerp DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg
Nadere informatieRaadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06.
Raadsvergadering d.d. 2 maart 2006. Voorstel nr.: 17/06. Onderwerp: Herhaling voorbereidingsbesluit Wilhelminapark en Geesten. Bijl.: 2. Oegstgeest, 31 januari 2006. Aan de raad. 1. Relatie met Programbegroting
Nadere informatieFlora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld
Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw
Nadere informatieHOLLE WEGEN. module 6
HOLLE WEGEN Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: algemeen definitie belang beheer beheer berm beheer schouder beheer wegdek Definitie? Hoofdstuk 2 Definitie? Definitie? topkam Belang? Hoofdstuk 2 Belang? Microklimaat:
Nadere informatieAnalyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol
Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol Drs. Ing. L.M. Scholtens in opdracht van: Gemeente Emmen, Dienst Beleid Afdeling Fysiek Ruimtelijke Ontwikkeling December 2009 Het landschap
Nadere informatieEtten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)
Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door
Nadere informatieNotitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor
Nadere informatieBeheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:
Beheerstrategie Golfclub Driene 2010 2015 Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: 0523-654590 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD 2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2 DOELSTELLING
Nadere informatieReferentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Betreft Actualisatie natuurcompensatieplan Waalre-Noord Fase 1 1 Algemeen De gemeente Waalre is voornemens woningbouw te realiseren
Nadere informatieQuickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10
Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever
Nadere informatieWat gaat er gebeuren in het Oosterpark?
Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen
Nadere informatiememo datum: 22 juli 2011
memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen
Nadere informatieINRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT
INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS
Nadere informatie-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel
Zwolle, 25 oktober Henk Hunneman Natuuronderzoek pompstation Wageningen Aanleiding Vitens is voornemens om op de locatie van productiebedrijf Wageningen het huidige drinkwaterreservoir te vervangen door
Nadere informatieOp Kroondomein Het Loo
N A T U U R V O L G E N D B O S B E H E E R Op Kroondomein Het Loo 1 Kroondomein Het Loo V R O E G E R, N U E N Een boom wordt pas geoogst als buurbomen Kroondomein Het Loo omvat uitgestrekte I N D E T
Nadere informatieSamen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!
De Stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel De stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel is opgericht door Landschap Overijssel en Natuurlijk Platteland Oost (de koepelorganisatie van Agrarische
Nadere informatieFlora van naaldbossen,
Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland
Nadere informatieCompensatieverordening gemeente Midden-Drenthe
Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan
Nadere informatieWat is essentaksterfte?
Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig
Nadere informatieProgramma. Bosbeheer en lanen. Mark van Benthem, Stichting Probos
Programma 9.30 Welkomstwoord 9.35-10.15 Bosbeheer en lanen, Mark van Benthem (Probos) 10.15-10.55 Vleermuizen: ecologie, functie, wettelijke bescherming, Peter Twisk (namens VZZ) 10.55-11.15 koffie/theepauze
Nadere informatieReferentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied
Nadere informatieNatuurwaarden Bermen en ruigten Sloten en kanalen Beschermde flora
Natuurwaarden In 2004 is een inventarisatie uitgevoerd naar krachtens de Flora- en Faunawet beschermde plant- en diersoorten in de Achtersluispolder en aangrenzende terreinen zoals het Vijfhoekpark, de
Nadere informatieVerkenning N345 Voorst Notitie Archeologie
Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status
Nadere informatieWat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond
Wat gaan we doen? Oerboslandschap op zandgronden Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout Bij bosherstel op zandgrond 1. Bosherstel op zand 2. Maatregelen biodiversiteitsherstel 3. Duurzaam verdienmodel onder
Nadere informatieDe cultuurhistorische waarde van de bomen en heesters, en toekomstmogelijkheden van de Scheveningseweg.
De cultuurhistorische waarde van de bomen en heesters, en toekomstmogelijkheden van de Scheveningseweg. Algemeen De Scheveningseweg is een cultuurhistorisch opmerkelijk fenomeen uit de Gouden eeuw. Het
Nadere informatieQuickscan natuur Mauritslaan Werkhoven
Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE
Nadere informatieeen overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal!
een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal! 2 VOORWOORD De laatste jaren is er door het waterschap De Dommel en door Staatsbosbeheer stevig geïnvesteerd
Nadere informatieNotitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats
Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april
Nadere informatie: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014
Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een
Nadere informatieBeuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo
Beuk in perspectief Ervaringen met beuk in het beheer op Kroondomein Het Loo René Olthof beheerder boswachterij Hoog Soeren, 3000ha 2180ha bos 394 ha beuk (18%) Verloofing Vestiging berk, beuk en eik in
Nadere informatieVegetatie van loof- en gemengde bossen,
Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen
Nadere informatieDETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND
DETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND TENNET 13 februari 2015 078251664:B - Definitief C05058.000083.0100 Inhoud 1 Inleiding... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Begrippen...
Nadere informatieBuitenplaats De Dennehoek
Bosbeheerplan Buitenplaats De Dennehoek Maart 2012 Bosbeheerplan Buitenplaats De Dennehoek Maart 2012 Opdrachtgever: Uitgevoerd door: Vereniging De Dennehoek p/a Dhr. Witte Raamstraat 95 7411 CT Deventer
Nadere informatieBeheerplan Natuurbegraafplaats Heidepol
Beheerplan Natuurbegraafplaats Heidepol 1 Algemeen Beheer en ontwikkeling van het terrein is er op gericht de natuur- en belevingswaarden van het terrein te vergroten. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt
Nadere informatieResultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland Juni 2015 Inleiding Door de provincie Gelderland is verzocht om een update te maken van
Nadere informatieVereniging Centraal Wonen Driebergen (ECWD) S.W. de Groot De Kievit 100 3972 PL DRIEBERGEN
Dienst Regelingen Vereniging Centraal Wonen Driebergen (ECWD) S.W. de Groot De Kievit 100 3972 PL DRIEBERGEN uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum ff75c.05.afw.220.sh 10 januari 2006 onderwerp doorkiesnummer
Nadere informatieNotitie flora en fauna
Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.
Nadere informatieBert van t Holt UNIEKE NATUUR VLIEGBASIS BEDREIGD
UNIEKE NATUUR VLIEGBASIS BEDREIGD Bert van t Holt Direct ten noorden van Soesterberg ligt de vliegbasis, ongeveer 500 hectare groot. 105 hectare blijft in handen van Defensie (60 hectare voor Camp New
Nadere informatieGROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM
GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM Groencompensatieplan Braamweg 1 Arnhem, i.o.v. Giesbers Arnhem 1 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Giesbers Arnhem is voornemens het plangebied De Verborgen
Nadere informatieBetaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden
Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven: Maaibeheer stedelijk gebied en wegbermen Maaibeheer natuurterreinen Bosbeheer/
Nadere informatieBetreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)
Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemert, 5 augustus 2010 Geachte heer/mevrouw
Nadere informatieDieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto
Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto Ter voorbereiding van de toekomstplannen voor het Park Berg en Bos is in opdracht van de gemeente Apenheul een natuurtoets uitgevoerd. Een
Nadere informatieL E I D S E H O U T : S U M M E R J A Z Z E N W E R F P O P 2 0 1 3
NATUURBELEVEN BV L E I D S E H O U T : S U M M E R J A Z Z E N W E R F P O P 2 0 1 3 QUIC K SCA N FLORA - EN FAUNAWE T NatuurBeleven bv. dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen 020/4720777 mark@natuurbeleven.nl
Nadere informatie