TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR PRODUCTCERTIFICATIE VAN

Transcriptie

1

2 TRA 17 TOEPASSINGSREGLEMENT TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR PRODUCTCERTIFICATIE VAN GEREINIGDE GRANULATEN AFKOMSTIG VAN DE FYSICOCHEMISCHE REINIGING VAN UITGEGRAVEN BODEM OF VAN GELIJKAARDIGE AFVALSTOFFEN ONDER HET COPRO-MERK COPRO vzw Versie 5.0 van Onpartijdige Instelling voor de Controle van Bouwproducten COPRO Z.1 Researchpark Kranenberg Zellik tel. +32 (2) fax +32 (2) BTW BE KBC BE

3 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 2/52 Versie 5.0 van

4 INHOUDSTAFEL 1 INLEIDING TERMINOLOGIE BESCHIKBAARHEID VAN CERTIFICATIEREGLEMENTEN STATUS VAN DIT TOEPASSINGSREGLEMENT VRAGEN EN BEMERKINGEN SITUERING VAN PRODUCTCERTIFICATIE OPMAAK CERTIFICATIEREGLEMENTEN DOELSTELLINGEN SCOPE CERTIFICAAT IDENTIFICATIE VAN HET PRODUCT GEBRUIK VAN HET COPRO-LOGO EN VERWIJZING NAAR HET COPRO-MERK TECHNISCHE FICHE DE SPELERS KEURINGSINSTELLING PRODUCENT BENODIGDHEDEN VOOR GECERTIFICEERD PRODUCT PERSONEEL MATERIEEL GRONDSTOFFEN PRODUCTIE-EENHEID PRODUCT KWALITEITSPLAN TYPEKEURING EEN CERTIFICAAT BEKOMEN AANVRAAGPERIODE ZELFCONTROLE REGISTRATIES EN ARCHIVERING CONTROLES IN HET KADER VAN DE ZELFCONTROLE OPVOLGING VAN TEKORTKOMINGEN EXTERN TOEZICHT INSPECTIES CONTROLES IN HET KADER VAN HET EXTERN TOEZICHT EVALUATIESYSTEEM KLACHTEN EN SANCTIES SANCTIES TARIEVEN EN FACTURATIE FINANCIELE REGELS TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 3/52

5 9.2 TARIEVEN Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 4/52 Versie 5.0 van

6 1 INLEIDING Dit hoofdstuk geeft duiding en enkele specifieke regels aangaande de certificatiereglementen. 1.1 TERMINOLOGIE In dit artikel wordt de definitie gegeven van enkele specifieke termen, gevolgd door een verklaring van de in dit Toepassingsreglement gebruikte afkortingen Definities Extern Laboratorium Fabrikaat FC-gereinigde granulaten Fysico-chemische reiniging Granulaat Grove granulaten (steenslag of grind) Intern laboratorium Klant Korrelmaat (Kaliber) Een van de uitbater van het reinigingscentrum onafhankelijk laboratorium. Geheel van eenheden van een product met dezelfde kenmerken en prestaties, die op een welbepaalde manier worden geproduceerd en beantwoorden aan dezelfde technische fiche. Gereinigde granulaten afkomstig van de fysico-chemische reiniging van uitgegraven bodem of gelijkaardige afvalstoffen. Extractief proces waarbij de verontreiniging uit de uitgegraven bodem of gelijkaardige afvalstof wordt verwijderd met behulp van een wasvloeistof. Het proces verwijdert de verontreinigingen op 2 manieren: - Door ze te concentreren d.m.v scheiding gebaseerd op verschillende deeltjesgrootte, dichtheid en oppervlakte eigenschappen; - Door ze op te lossen of te suspenderen in de wasvloeistof. Korrelvormig materiaal voor gebruik in bouwkundige werken. Naargelang de korrelmaat betreft het in dit reglement zowel zand als grove granulaten. Benaming van een granulaat met een grove korrelmaat, waarbij de afmetingen d 1 mm en D 4 mm is. Afhankelijk van het toepassingsgebied (zie EN-normen) kunnen de opgegeven waarden van d en D wijzigen. Een van de uitbater van het reinigingscentrum afhankelijk laboratorium. De partij die het product van de producent afneemt. De definitie is van toepassing op verschillende vormen van afnemers: producenten van andere producten, aannemers, bouwheren, opdrachtgevers, overheden, Beschrijving van de granulaten in termen van de kleinste (d) en de grootste (D) zeefmaat. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 5/52

7 Monsterneming Partij (productiebatch) Producent Product Productgroep Productie-eenheid Producttype Productieperiode Referentiedocument Typekeuring Vergelijkende proef Zand Het aanduiden van een afgebakend deel of van het geheel van een product of een bouwdeel met de bedoeling er controles op uit te voeren. Een hoeveelheid FC-gereinigde granulaten (eindproduct) die als een afgesloten geheel dient beschouwd te worden. De producent definieert in zijn technisch dossier de wijze waarop een partij (productiebatch) wordt samengesteld. De partij die verantwoordelijk is voor het maken van het product en de verantwoordelijkheid heeft te zorgen dat het product beantwoordt aan de certificatie-eisen. Resultaat van een industriële activiteit of proces en dat het voorwerp uitmaakt van een of meerdere referentiedocumenten. Het is de verzamelnaam voor alle fabrikaten en producttypes waarop eenzelfde Toepassingsreglement of certificaat van toepassing is. In dit reglement spreken we over fysico-chemisch gereinigde granulaten. Verzameling van producten met gelijkaardige kenmerken of waarvoor dezelfde certificatie- of controleprocedures gelden. Aan een geografische plaats gebonden technische inrichting(en), gebruikt door een producent en waarin het product wordt gemaakt, zoals gedefinieerd in dit Toepassingsreglement. Verzameling van fabrikaten met gelijkaardige kenmerken. Een product kan worden onderverdeeld in verschillende producttypes op basis van het toepasselijke referentiedocument, klassen van kenmerken, toepassing, enz. Periode van maximum 28 opeenvolgende kalenderdagen waarin minstens enige productie is geweest. Document dat de technische kenmerken, waaraan het personeel, het materieel, de productie-eenheid, de grondstoffen, het productieproces en/of fysico-chemisch gereinigde granulaten moeten voldoen, specificeert (een norm, een bestek, een Technisch Voorschrift of elke andere technische specificatie). Een reeks controles om de kenmerken van een fabrikaat of producttype en de conformiteit ervan initieel vast te stellen (initiële typekeuring) of eventueel periodiek te bevestigen (herhaalde typekeuring). Een in tweevoud uitgevoerde proef, waarbij het resultaat van het controlelaboratorium wordt vergeleken met het resultaat bekomen door de producent, ter controle van de zelfcontrole. Benaming van een granulaat met een fijne korrelmaat, waarbij de afmetingen van d = 0 mm en D 4 mm is. Afhankelijk van het toepassingsgebied (zie EN-normen) kan de opgegeven waarde van D wijzigen. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 6/52 Versie 5.0 van

8 1.1.2 Afkortingen BELAC CGR CMA FC PTV TRA Belgisch Accreditatiesysteem Centrum voor grondreiniging Compendium voor monsterneming en analyse Fysico-chemisch Technisch voorschrift Toepassingsreglement Referenties CPR RNR 04 TAR 17 Verordening (EU) Nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad Reglementaire Nota voor ijking, kalibratie en controle Tariefreglement voor de Productcertificatie van Fysico-chemisch gereinigde granulaten Dit toepassingsreglement bevat gedateerde en ongedateerde referenties. Voor gedateerde referenties is enkel de geciteerde versie van toepassing. Voor ongedateerde referenties is steeds de laatste versie van toepassing, inclusief eventuele errata, addenda en amendementen. Van alle EN-normen die in dit reglement worden vermeld, is steeds de overeenkomstige Belgische publicatie NBN EN van toepassing. De certificatie-instelling kan het gebruik van een andere dan de Belgische publicatie toestaan, op voorwaarde dat deze inhoudelijk identiek is aan de Belgische publicatie. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 7/52

9 1.2 BESCHIKBAARHEID VAN CERTIFICATIEREGLEMENTEN Dit artikel omschrijft op welke wijze de certificatiereglementen beschikbaar worden gesteld. De actuele versie van de certificatiereglementen is gratis beschikbaar op de website van de certificatie-instelling. Een papieren versie van de certificatiereglementen kan worden besteld bij de certificatie-instelling. De certificatie-instelling heeft het recht hier kosten voor aan te rekenen. Het is niet toegestaan om wijzigingen aan te brengen in de originele, door de adviesraad goedgekeurde en/of door de Raad van Bestuur van COPRO bekrachtigde certificatiereglementen. 1.3 STATUS VAN DIT TOEPASSINGSREGLEMENT In dit artikel worden de gegevens vermeld in verband met versie, goedkeuring en bekrachtiging van dit Toepassingsreglement Versie van dit Toepassingsreglement Dit Toepassingsreglement betreft versie 5.0 en vervangt de vorige versie Goedkeuring van dit Toepassingsreglement Dit Toepassingsreglement werd door de Adviesraad goedgekeurd op 14/06/ Bekrachtiging van dit Toepassingsreglement Dit Toepassingsreglement werd door de Raad van Bestuur van COPRO bekrachtigd op VRAGEN EN BEMERKINGEN Vragen of bemerkingen over de certificatiereglementen worden gericht aan de certificatie-instelling. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 8/52 Versie 5.0 van

10 2 SITUERING VAN PRODUCTCERTIFICATIE Dit hoofdstuk geeft aan wie verantwoordelijk is voor de opmaak van de certificatiereglementen. De doelstellingen en de scope van de productcertificatie worden omschreven. 2.1 OPMAAK CERTIFICATIEREGLEMENTEN Dit artikel geeft aan wie verantwoordelijk is voor de opmaak van de verschillende certificatiereglementen Opmaak van dit Toepassingsreglement Per product wordt een specifiek Toepassingsreglement opgesteld. Dit gebeurt door een gespecialiseerde, technische adviesraad, waarin belanghebbende partijen op het gebied van het betreffende product zijn vertegenwoordigd. De organisatie van een adviesraad (Art ) is in handen van COPRO. De structuur van dit Toepassingsreglement volgt de structuur van het Algemeen Certificatiereglement CRC 01 en vult de bepalingen ervan aan. Behalve wat betreft de in dit Toepassingsreglement vermelde aanvullingen en/of wijzigingen zijn de artikels van het Algemeen Certificatiereglement CRC 01 van toepassing. Onderhavige artikels verwijzen naar de nummers van de artikels van het Algemeen Certificatiereglement CRC 01. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 9/52

11 2.2 DOELSTELLINGEN In dit artikel worden de doelstellingen van de certificatiereglementen en van de productcertificatie omschreven Doel van dit Toepassingsreglement Dit Toepassingsreglement bevat alle specifieke en aanvullende regels voor de certificatie van fysico-chemische gereinigde granulaten. Het bevat ook regels in verband met het aanvragen van een certificaat en bijkomende informatie Dit Toepassingsreglement zal door de certificatie-instelling en de keuringsinstelling worden gebruikt bij het uitvoeren van hun taken, o.a. bij de certificatieaanvraag en bij het extern toezicht Doel van deze productcertificatie Het COPRO-merk is een vrijwillig merk waarvan vzw COPRO eigenaar is. Het COPRO-merk heeft als doel het vertrouwen te bevestigen in de maatregelen die door de producent worden genomen met het oog op de verklaring van de overeenstemming van een product met de referentiedocumenten. Deze referentiedocumenten kunnen in een publiek vrijwillig kader worden overeengekomen en kunnen voortvloeien uit de internationale, Europese of Belgische regelgeving. Het COPRO-merk biedt aldus aan de klant een voldoende graad van zekerheid dat het product voldoet aan welomschreven kwaliteitseisen. Het COPRO-merk verklaart niet de overeenstemming van het product met de prestaties van de kenmerken van het product, die door de producent aangegeven worden, maar bevestigt dat er voldoende mate van vertrouwen bestaat dat de producent in staat is doorlopend de overeenstemming van zijn product, dat hij volgens de regels van de kunst, zoals vastgelegd in de referentiedocumenten, produceert en/of levert, te waarborgen. Het COPRO-merk dient het algemeen belang door de bevordering van de regels van de kunst in de bouw en draagt zo bij aan de technische en economische vooruitgang. Dit toepassingsreglement is bovendien zo opgevat dat net die aspecten worden geborgd die volgens de belanghebbende partijen belangrijk zijn bij fysico-chemisch gereinigde granulaten. Het betreft o.a. het verbeteren van de consumentenbescherming, het vervullen van de verwachtingen van de markt en het verdedigen van het algemeen belang. De certificatie beïnvloedt in geen geval de verantwoordelijkheid van de producent. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 10/52 Versie 5.0 van

12 2.3 SCOPE In dit artikel wordt de scope van de productcertificatie omschreven. Er wordt aangegeven wat er onder de productcertificatie valt en wat niet. De verschillende soorten certificatiereglementen en referentiedocumenten worden opgesomd Onderwerp van de productcertificatie Het onderwerp van de productcertificatie is de beheersing van de productie en levering van fysico-chemisch gereinigde granulaten. Hierbij kan gekeken worden naar: - de implementatie en opvolging van het kwaliteitsplan; - het vastleggen van de eisen van de klant; - de eventuele typekeuring van een fabrikaat of producttype; - de ingangscontrole van de grondstoffen die men zal gebruiken bij de productie; - de inzet van geschikt personeel en materieel; - de eigenlijke productie; - de controles op het productieproces; - de controles op de fysico-chemisch gereinigde granulaten; - de registratie en archivering van alle relevante gegevens en resultaten. De producttypes die behoren tot het gecertificeerde deel van de productie zijn fysicochemisch gereinigde granulaten waarvoor een technische fiche op het extranet beschikbaar is. De input voor de certificatie bestaat uit alle relevante voorschriften van de toepasselijke referentiedocumenten omtrent fysico-chemisch gereinigde granulaten. De output is een conform fabrikaat, traceerbaar gemaakt aan de hand van een reeks voorgeschreven registraties van controles De conformiteit van de bij de productie gebruikte grondstoffen valt eveneens onder de productcertificatie De conformiteit van het resulterende bouwwerk valt niet onder de productcertificatie. Het gebruik van conforme fysico-chemisch gereinigde granulaten is een essentiële schakel in de realisatie van een kwalitatief en conform bouwwerk. Omwille van het feit dat er echter nog parameters zijn die bij de certificatie van fysico-chemisch gereingde granulaten die niet aan bod komen, kan de productcertificatie niet volledig waarborgen dat het resulterende bouwwerk zal beantwoorden aan de kwaliteitseisen van de bouwheer. Parameters waarop de productcertificatie geen betrekking heeft, zijn o.a.: - het ontwerp van het bouwwerk; - producten die buiten de scope van de productcertificatie vallen; - de niet-gecertificeerde uitvoering van het bouwwerk. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 11/52

13 2.3.4 Toepassingsreglement Dit Toepassingsreglement is van toepassing op het uitreiken van het COPROcertificaat en het gebruik van het COPRO-merk bij fysico-chemisch gereinigde granulaten volgens minstens een van de volgende referentiedocumenten: - een norm; - een type- of standaardbestek; - een bijzonder bestek; - een Technisch Voorschrift (PTV); De toepasselijke referentiedocumenten worden weergegeven in Art De COPRO-certificatie van fysico-chemisch gereinigde granulaten is een vrijwillige certificatie Voor fysico-chemische gereinigde granulaten waarvoor een geharmoniseerde EN-norm van toepassing is, wordt het COPRO-certificaat slechts uitgereikt, nadat de producent voldaan heeft aan alle regels betreffende de CE-markering van de fysicochemisch gereinigde granulaten Aanvullende reglementen en rondzendbrieven De tarieven die gelden in het kader van de productcertificatie zijn opgenomen in het Tariefreglement voor Productcertificatie TAR 02 en het Tariefreglement voor Productcertificatie van fysico-chemisch gereinigde granulaten TAR Referentiedocumenten De toepasselijke norm(en) zijn/is EN EN EN EN EN Toeslagmaterialen voor beton Toeslagmaterialen voor asfalt en oppervlaktebehandeling voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden Toeslagmaterialen voor mortel Toeslagmaterialen voor ongebonden en hydraulisch gebonden materialen voor burgerlijke bouwkunde en wegenbouw Waterbouwsteen Deel 1 Specificatie Het toepasselijke bestek is: SB 250 Standaardbestek voor de wegenbouw Het toepasselijke Technische Voorschrift is: PTV 406 Classificatie van gerecycleerde granulaten Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 12/52 Versie 5.0 van

14 Andere toepasselijke referentiedocumenten zijn: Er zijn momenteel geen andere referentiedocumenten Vrijgestelde productiedelen waarop het COPRO-merk niet van toepassing is Er zijn geen fysico-chemisch gereinigde granulaten die steeds worden geleverd buiten het COPRO-merk. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 13/52

15 2.4 CERTIFICAAT Dit artikel beschrijft de regels in verband met het certificaat Draagwijdte van het certificaat Ieder certificaat wordt uitgereikt per product en per productie-eenheid. De draagwijdte van het certificaat is beperkt tot het geheel van kenmerken van fysico-chemisch gereinigde granulaten zoals bepaald in dit Toepassingsreglement Door het uitreiken van het certificaat erkent de certificatie-instelling dat er een voldoende graad van vertrouwen bestaat in de maatregelen die de certificaathouder neemt om fysico-chemisch gereinigde granulaten in overeenstemming te brengen met de referentiedocumenten Het certificaat Het certificaat vermeldt minstens: - het certificaatnummer; - de identiteit van de certificatie-instelling; - de identiteit en de maatschappelijke zetel van de certificaathouder; - de identiteit, het identificatienummer en het adres van de productie-eenheid; - de referentiedocumenten; - de datum van uitreiking van het certificaat; - een verwijzing naar de website van de certificatie-instelling, in verband met de geldigheid van het certificaat; - de draagwijdte van het certificaat: fysico-chemisch gereinigde granulaten afkomstig van het reinigen van uitgegraven bodem of gelijkaardige afvalstoffen. Het certificaat omschrijft het product volgens de aanwijzingen van het Toepassingsreglement. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 14/52 Versie 5.0 van

16 2.5 IDENTIFICATIE VAN HET PRODUCT Dit artikel handelt over de identificatie van fysico-chemisch gereinigde granulaten. Naast een interne en publieke identificatie is er ook het COPRO-logo, dat door de certificaathouder slechts onder strikte voorwaarden mag worden toegepast Interne identificatie De interne identificatie van het product kan gebeuren zoals de producent die beschreven heeft in zijn FPC-handboek. De certificatie-instelling stelt hier geen verdere regels voor op Publieke identificatie Officiële benamingen van het fysico-chemisch gereinigd granulaat: De benaming van een fysico-chemisch gereinigd granulaat dient steeds te beantwoorden aan de regels van een referentiedocument. Op de leveringsbon moet steeds deze benaming worden vermeld Commerciële benaming van het fysico-chemisch gereinigd granulaat: Een door de producent gekozen commerciële benaming mag niet tot verwarring leiden of in strijd zijn met de officiële benaming Identificatie met COPRO-logo en/of verwijzing naar het COPRO-merk De levering van een fabrikaat onder het COPRO-merk wordt door de producent duidelijk gemaakt door middel van een identificatie op de afleveringsbon Identificatie van vrijgestelde productiedelen Niet van toepassing Leveringsbon De opmaak van de leveringsbonnen Een partij kan slechts worden afgevoerd indien alle resultaten, zowel milieuhygiënisch als bouwtechnisch, conform zijn. Zand afkomstig van gereinigde uitgegraven bodem en zand afkomstig van afvalstoffen dienen apart te worden afgevoerd (1). (1) Eventuele samenvoeging voor afvoer is onderhevig aan de schriftelijke goedkeuring van de certificatie-instelling. Grove granulaten afkomstig van gereinigde uitgegraven bodem en grove granulaten afkomstig van afvalstoffen mogen samen worden gevoegd. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 15/52

17 Iedere vracht afgevoerde granulaten wordt gewogen en geïdentificeerd door een afleveringsbon met oplopend volgnummer, waarop minstens een aantal gegevens vermeld staan. Ze worden minstens in drievoud opgemaakt, waar het origineel exemplaar bestemd is voor de klant, een dubbel bestemd is voor de vervoerder en het derde exemplaar door de producent wordt geklasseerd in het afvoerregister. De verscheidene exemplaren dienen duidelijk van elkaar onderscheiden te worden. Alle gegevens van de leveringen worden ingeschreven en/of bewaard in het afvoerregister Op elke leveringsbon worden minstens de volgende gegevens vermeld: - naam en adres van de producent; - naam en adres van de productie-eenheid; - naam en gegevens van de klant; - de publieke identificatie van het fabrikaat (Art ); - de code van de technische fiche van het fabrikaat (snelcode) door middel van de volgende vermelding: Technische fiche: snelcode AAAA/CCCC (zie extranet.copro.eu) of TF: snelcode AAAA/CCCC, waarbij de snelcode voldoet aan Art ; - een gedetailleerde omschrijving van de toepassing (bouwstof) en de toepassingsvoorwaarden (maximale toepassingshoogte) van het product (zie Art. 2.5); - het partijnummer op het reinigingscentrum en/of het nummer van het bodembeheerrapport; - voor zand afkomstig van gereinigde uitgegraven bodem het nummer van de bijhorende grondtransporttoelating; - datum van vertrek uit de productie-eenheid; - hoeveelheid per fabrikaat; - de bestemming (plaats van toepassing gemeente, straat); - de vervoerder; - de nummerplaat van het vervoermiddel; - de handtekening van de vervoerder en van de certificaathouder of zijn gemachtigde; - de verplichte gegevens volgens de toepasselijke referentiedocumenten; - van zodra het certificaat werd uitgereikt, wordt er verwezen naar het COPRO-merk, bij elk gecertificeerd fabrikaat, volgens de regels van Art Tijdens de toelatingsperiode kan, mits schriftelijke toelating door COPRO verleend, de vermelding in toelatingsperiode COPRO gevolgd worden door het identificatienummer van de producent worden toegevoegd. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 16/52 Versie 5.0 van

18 2.6 GEBRUIK VAN HET COPRO-LOGO EN VERWIJZING NAAR HET COPRO-MERK Dit artikel handelt over het gebruik van het COPRO-logo en de verwijzing naar het COPRO-merk. Het logo is het symbool of een alternatieve identificatie waarmee de certificatie wordt duidelijk gemaakt Typografische beschrijving van het COPRO-logo Wanneer het technisch niet mogelijk is om het COPRO-logo te gebruiken, kan door het Toepassingsreglement een alternatieve identificatie worden toegestaan, zoals het gebruik van het label COPRO, eventueel aangevuld met het woord gecertificeerd. Alle regels betreffende het gebruik van het COPRO-logo zijn dan van toepassing op het gebruik van de alternatieve identificatie Algemene regels voor het gebruik van het COPRO-logo en de verwijzing naar het COPRO-merk In elk geval wordt het COPRO-logo op de leveringsbon aangebracht volgens de regels van Art Het COPRO-logo mag ook op andere handelsdocumenten en publicaties worden aangebracht volgens de regels van Art Het COPRO-logo op de leveringsbon De wijze waarop het COPRO-logo op de leveringsbon wordt aangebracht, moet voorafgaandelijk worden goedgekeurd door de certificatie-instelling Het COPRO-logo dat wordt aangebracht op de leveringsbon, wordt steeds aangevuld met het certificaatnummer onmiddellijk naast of onder het COPRO-logo Gebruik van het COPRO-logo en verwijzing naar het COPRO-merk door derden Het gebruik van het COPRO-logo en verwijzing naar het COPRO-merk door derden is niet toegestaan. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 17/52

19 2.7 TECHNISCHE FICHE Algemeen Voor elk gecertificeerd fabrikaat maakt de producent een technische fiche op Alle gegevens die worden vermeld op de technische fiche zijn gebaseerd op de typekeuring Bij elke levering van een fysico-chemisch gereinigd granulaat moet de klant kunnen beschikken over de bijhorende, geldige technische fiche. Dit wordt mogelijk gemaakt door de website van de certificatie-instelling De op de technische fiche vermelde gegevens en resultaten worden gebruikt bij de beoordeling van de resultaten van de zelfcontrole en de externe controle De op de technische fiche vermelde gegevens die betrekking hebben op essentiële kenmerken van een geharmoniseerde norm moeten exact overeenkomen met de door de producent verklaarde gegevens op de prestatieverklaring. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 18/52 Versie 5.0 van

20 3 DE SPELERS Dit hoofdstuk handelt over de verschillende partijen die betrokken zijn bij de productcertificatie. 3.2 KEURINGSINSTELLING Dit artikel handelt over de samenwerking van de certificatie-instelling met de keuringsinstelling Aanduiding van de keuringsinstelling Voor fysico-chemisch gereinigde granulaten treedt COPRO op als keuringsinstelling Niet van toepassing Niet van toepassing. 3.3 PRODUCENT Dit artikel handelt over de producent, de hoofdrolspeler bij de levering van gerecycleerde granulaten en dus ook bij de productcertificatie. Een producent is de speler die verantwoordelijk is voor het verzekeren dat het gerecycleerde granulaat beantwoordt aan de eisen waarop de certificatie is gebaseerd en die dit garandeert aan de klant Mogelijke producenten In het Algemeen Certificatiereglement wordt de term producent gebruikt voor een aanvrager of certificaathouder Het certificaat kan voor een productie-eenheid worden aangevraagd door: - de producent: door de productie-eenheid zelf of door het moederbedrijf. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 19/52

21 4 BENODIGDHEDEN VOOR GECERTIFICEERD PRODUCT Dit hoofdstuk beschrijft wat er allemaal nodig is om tot een gecertificeerd fysico-chemisch granulaat te kunnen komen. In eerste instantie is dit bekwaam personeel. Met gepast materieel en conforme grondstoffen maakt dit personeel fysico-chemisch gereingde granulaten op een bepaalde productieeenheid. De productie en alles wat daarbij komt kijken dient te gebeuren volgens een gedocumenteerd kwaliteitsplan. 4.1 PERSONEEL Dit artikel beschrijft de regels in verband met het personeel. Er wordt in het bijzonder ingegaan op het controlepersoneel en op de opleiding van het personeel Algemeen In het bijzonder worden de volgende functies beschreven: - directie; - kwaliteitsverantwoordelijke; - verantwoordelijke zelfcontrole (op de productie-eenheid) + vervanger; - hoofd laboratorium + vervanger; - personen die gemachtigd zijn om de bezoekverslagen van de keuringsinstelling te ondertekenen. 4.2 MATERIEEL Dit artikel beschrijft de regels voor het materieel. Dit wordt onderscheiden in materieel voor de productie en apparatuur voor controle Materieel voor de productie De producent beschikt over materieel dat geschikt is voor de productie volgens de referentiedocumenten. Een bewerkingsinstallatie omvat minstens de volgende basiselementen: a) een geijkte weeginstallatie; b) een acceptatielokaal; c) een wasinstallatie voor fysico-chemische reiniging; d) een zeefinstallatie (al dan niet geïntegreerd in de wasinstallatie) De gegevens van het effectief bij een bepaalde productie gebruikte materieel, worden door de producent traceerbaar bijgehouden in het register van de productie, volgens Art Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 20/52 Versie 5.0 van

22 4.2.2 Laboratorium en controleapparatuur De producent beschikt over een laboratorium en/of controleapparatuur voor zelfcontrole, zodanig dat de controles in het kader van de zelfcontrole die worden opgelegd door dit Toepassingsreglement in de gespecificeerde omstandigheden en op correcte wijze kunnen worden uitgevoerd. Indien de proeven in een intern laboratorium worden uitgevoerd beschikt het over voldoende mogelijkheden en ruimte om de controleactiviteiten in laboratoriumomstandigheden uit te voeren. Het beschikt minstens over de volgende meet- en beproevingsuitrusting: a) het nodige materieel voor de bemonstering, b) spleetverdelers van de toepasselijke afmetingen voor de controle van de granulaten (bij voorkeur 1 spleetverdeler met regelbare openingen), c) een droogstoof met voldoende capaciteit (bij voorkeur mechanisch geventileerd), d) zeven van de toepasselijke afmetingen en maaswijdten voor de controle van de granulaten, e) een zeefschudtoestel aangepast aan de te gebruiken zeven, f) een analytische balans met een weegbereik van minimun 10 kg en een nauwkeurigheid van 1 g en een analytische balans met een weegbereik van minimum 200 g en een nauwkeurigheid van 0,1 g. De balansen dienen schok- en trillingsvrij te worden opgesteld, g) een uitrusting volgens PTV 406, h) het nodige klein materieel voor de uitvoering van de proeven, i) dichte plastieken zakken of emmers voor de bemonsteringen De producent kan voor een deel of het geheel van de controles in het kader van de zelfcontrole beroep doen op een extern laboratorium, waarop de eisen volgens Art. 3.4 van toepassing zijn. De wederzijdse verplichtingen van de producent en het extern laboratorium voor de zelfcontrole worden bepaald in een geschreven overeenkomst Een laboratorium dat betrokken is bij de zelfcontrole van een producent is uitgesloten voor het uitvoeren van controles op fysico-chemisch gereinigde granulaten in het kader van het extern toezicht. Van deze regel kan worden afgeweken in de volgende gevallen: - bij gebrek aan een ander laboratorium kan dit toch worden gebruikt in het kader van het extern toezicht; in dit geval kan worden opgelegd dat het extern toezicht gebeurt in aanwezigheid van de keuringsinstelling De volgende controles worden verplicht door de producent zelf uitgevoerd: Voor alle in dit Toepassingsreglement voorziene controles in het kader van de zelfcontrole mag de producent een beroep doen op een extern laboratorium De gegevens van de effectief bij een bepaalde controle gebruikte controleapparatuur worden door de producent traceerbaar bijgehouden, volgens Art TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 21/52

23 4.3 GRONDSTOFFEN Dit artikel beschrijft de regels in verband met de grondstoffen Validatie van grondstoffen De wijze waarop de te wassen grondstof gevalideerd wordt, dient uitgevoerd te worden zoals beschreven in de procedures van het FPC-handboek en dit steeds in overeenstemming met de wetgeving (milieuvergunning, grondstofverklaring, code van goede praktijk voor grondreinigingscentra, ). De gegevens van alle gevalideerde vrachten, worden door de producent traceerbaar bijgehouden (Art ). Door middel van verwijzing naar een unieke identificatie van de aanvaarde grondstof (bonnummer, ) wordt de traceerbaarheid gewaarborgd Aanvoer van grondstoffen Aanvoer van uitgegraven bodem of afvalstoffen Iedere aangevoerde vracht wordt gewogen en geïdentificeerd door een aanvaardingsbon met oplopend volgnummer, waarop minstens vermeld staan: - naam en adres van de producent, - datum en uur van aanvoer, - de aard van de aanvoer: verontreinigde bodem of afvalstof, - desgevallend het nummer van het conform verklaard technisch verslag of analyserapport, - desgevallend de Europese afvalstoffen code (EURAL-code), - desgevallend het partijnummer op het reinigingscentrum, - de herkomst (adres: gemeente, straat), - de gewogen hoeveelheid (ton), - de vervoerder/klant, - nummerplaat van het vervoermiddel, - handtekening van de vervoerder en van de producent of zijn gemachtigde. De aanvaardingsbonnen worden minstens in drievoud opgemaakt. Het eerste exemplaar is bestemd voor de klant, het tweede voor de vervoerder, het derde wordt door de producent geklasseerd in het aanvoerregister. Alle controlegegevens en -resultaten worden ingeschreven en/of bewaard in het aanvoerregister (zie Art ). Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 22/52 Versie 5.0 van

24 4.3.4 Opslag van grondstoffen Algemene regels in verband met voorraadbeheer zie Art Het samenvoegen van partijen mag de kwaliteit en de homogeniteit van het eindproduct niet nadelig beïnvloeden. Iedere samenvoeging dient te worden geregistreerd. Het samenvoegen van verontreinigde uitgegraven bodem en afvalstoffen is niet toegelaten. 4.4 PRODUCTIE-EENHEID Dit artikel beschrijft de regels in verband met de productie-eenheid Voorraadbeheer De aangevoerde verontreinigde bodem of afvalstoffen worden gescheiden opgeslagen naargelang het een afvalstof of een verontreinigde bodem betreft. Iedere hoop wordt op de opslagplaats voorzien van een naamplaat. De fysico-chemische gereinigde granulaten worden per product gescheiden opgeslagen, benoemd en met een naamplaat op de opslagplaats aangegeven. Zand afkomstig van gereinigde uitgegraven bodem en zand afkomstig van afvalstoffen dienen apart te worden opgeslagen. Grove granulaten afkomstig van gereinigde uitgegraven bodem en grove granulaten afkomstig van afvalstoffen mogen samen worden opgeslagen. Ieder product op voorraad wordt zodanig opgeslagen, dat vermenging en/of verontreiniging wordt vermeden. Indien tussen de voorraadhopen onvoldoende ruimte is, dient de scheiding te gebeuren door het plaatsen van wanden. De conforme, vrijgestelde, twijfelachtige en afgekeurde productiedelen worden duidelijk geïdentificeerd en afzonderlijk op voorraad gehouden. De producent maakt een situatieplan waarop alle opslagplaatsen worden aangegeven. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 23/52

25 4.5 PRODUCT Dit artikel beschrijft de regels in verband met fysico-chemisch gereinigde granulaten zelf. Dit vanaf de bepaling van de eisen, over de productie, tot aan de levering van fysico-chemisch gereinigde granulaten Periode van activiteit De productie gebeurt mogelijks niet gedurende het hele jaar aan een constante frequentie. Indien de productie onregelmatig is of tijdelijk is onderbroken, of indien het aantal productieperiodes kleiner is dan het aantal externe standaardinspecties vastgelegd in Art , licht de certificaathouder de certificatie-instelling op voorhand in over de periode van activiteit of de onderbrekingen, zodanig dat het extern toezicht hierop kan worden afgestemd Opdat het vertrouwen in de conformiteit van de fysico-chemisch gereinigde granulaten zou behouden blijven na aanpassing van de installatie of na een onderbreking van de productie van meer dan 28 opeenvolgende kalenderdagen dienen de resultaten van de zeefanalyse, de classificatieproef/vlottende, niet-vlottende deeltjes en glas en de milieuhygiënische controle van de eerstvolgende productiedag gekend en conform te zijn alvorens het gereinigd granulaat mag verwerkt of geleverd worden Bepaling, beoordeling en bekend maken van de eisen Niet van toepassing Opdracht van de klant Niet van toepassing Planning van productie De producent is ertoe gehouden de certificatie-instelling in te lichten over iedere productieonderbreking, zodanig dat de controlebezoeken hierop kunnen worden afgestemd. Het niet naleven van de meldingsplicht kan leiden tot nutteloze bezoeken. Deze bezoeken zullen gefactureerd worden als een type II-bezoek Productieplan Niet van toepassing Eisen voor het product Fysico-chemisch gereinigde granulaten voldoen aan de eisen van PTV 406 en aan de eisen van de toepasselijke referentiedocumenten. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 24/52 Versie 5.0 van

26 4.5.7 Afvoer van reststoffen De reststoffen die uit de materiaalstroom worden afgescheiden, worden zodanig opgeslagen dat geen vervuiling of verontreiniging van de omgeving plaatsvindt. Dit kan door gebruik te maken van containers of indien mogelijk zijn er boxen of hallen ter beschikking om de reststoffen tijdelijk op te slaan. De reststoffen worden regelmatig afgevoerd en hun aard en hoeveelheden worden geregistreerd in het register van de reststoffen Levering van het product Een partij/productiebatch kan pas worden afgevoerd als alle resultaten conform zijn. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 25/52

27 4.6 KWALITEITSPLAN Dit artikel beschrijft de regels die gesteld worden aan het kwaliteitsplan van de producent. Het kwaliteitsplan bestaat uit een kwaliteitshandboek en een technisch dossier. Het kwaliteitshandboek handelt over de organisatie van de producent en de verschillende procedures; het technisch dossier kan worden beschouwd als een aanvullend dossier met lijsten, overzichten en verslagen omtrent allerlei gerelateerde aspecten Kwaliteitshandboek De samenstelling van het kwaliteitshandboek is als volgt: - samenstelling: - inhoudsoverzicht; - identificatie van procedures en documenten; - terminologie; - organisatiestructuur: - organogram; - functiebeschrijvingen (zie ook Art. 4.1); - procedures in verband met het uitbesteden van controles of activiteiten; - kwaliteitsopvolging: - procedures in verband met de vrijgave en identificatie van het product; - procedures in verband met kwaliteitsopvolging, met in het bijzonder een procedure voor klachtenbehandeling; deze specifieke procedure vermeldt de wijze waarop een klacht wordt behandeld, wie hiervoor bevoegd is, de registratie in het register van de klachten, het onderzoek, de eventuele correctieve maatregelen en de informatie van alle betrokken partijen; - procedures in verband met behandeling van tekortkomingen; - procedure in verband met maatregelen bij niet-conforme productiedelen; deze procedure dekt minstens de volgende elementen af: - het onmiddellijk schriftelijk inlichten van de klant, de certificatie-instelling en alle andere betrokken partijen; - het bepalen, afbakenen en identificeren van twijfelachtige of afgekeurde productiedelen; - het onderzoeken van de oorzaken en gevolgen van de tekortkoming, met inbegrip van een risicoanalyse en -beoordeling; - het beslissen tot het nemen van correctieve acties en corrigerende maatregelen en de implementatie ervan; - het beoordelen van de efficiëntie van de correctieve acties en corrigerende maatregelen; - documentenbeheersysteem; Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 26/52 Versie 5.0 van

28 - beheersing van de productie: - procedures in verband met bepaling, beoordeling en bekend maken van de eisen voor het materieel, de grondstoffen, de productie en het product; - procedures in verband met planning; - procedures in verband met productie; - procedures in verband met materieel voor de productie (o.a. onderhoud, herstellingen, kalibraties); - procedures in verband met controles; - procedures in verband met controleapparatuur (o.a. gebruik, kalibraties); - procedures in verband met registratie en archivering; - procedures in verband met personeel en opleiding Niet van toepassing Technisch dossier Het technisch dossier bevat: a) een overzicht van al het materieel dat kan worden ingezet bij de productie, met een bondige beschrijving ervan; b) een lijst met de namen van de personeelsleden betrokken bij de zelfcontrole, met in het bijzonder de namen van de kwaliteitsverantwoordelijke, verantwoordelijke(n) voor de zelfcontrole, het hoofd van het laboratorium voor de zelfcontrole en hun plaatsvervangers en van de personen die gemachtigd zijn de inspectieverslagen van de keuringsinstelling te ondertekenen; c) een lijst met de namen van de personeelsleden die betrokken kunnen worden bij de productie, bij de levering en bij de controle; d) een overzicht van de controleapparatuur die gebruikt kan worden in het kader van de zelfcontrole; e) in voorkomend geval, een lijst met de door de producent aanvaarde externe laboratoria voor zelfcontrole, met aanduiding van de mogelijke controles; f) een lijst van de geldige versies van alle relevante referentiedocumenten; g) de methode voor het identificeren van het product; h) in voorkomend geval, de door de certificatie-instelling goedgekeurde afwijkingen op het Toepassingsreglement; i) een lijst met de benaming en het nummer van de technische fiches van alle gecertificeerde producten. Een uitgeprint exemplaar van alle geldende technische fiches; j) een door de directie ondertekende verklaring dat: - het reinigingscentrum beschikt over de nodige vergunningen, een kopie van de milieuvergunning dient te worden toegevoegd; - de geldende milieuwetgeving betreffende de uitgegraven bodem wordt gerespecteerd (Vlarebo); TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 27/52

29 k) inrichtingsplan van de productiezetel, met daarop alle opslagplaatsen, onderdelen van de bewerkingsinstallatie en controle- en toezichtsruimten; l) een bondige technische beschrijving van de bewerkingsinstallatie; m) een stroomschema van de uitgegraven bodem of afvalstoffen tot de gereinigde granulaten, met verwijzing naar de opeenvolgende handelingen, gevolgde procedures en registraties van de aanvoer tot de afvoer; n) het monsternemings- en beproevingsplan voor de zelfcontrole van de fysicochemisch gereinigde granulaten; o) een procedure voor voorraadbeheer en een laadprocedure (Art 2.5, 2.6 en 4.4.2); p) de ijkings- en kalibratiecertificaten; q) een exemplaar van de aanvaardings- en afleveringsbonnen; r) een kopie van het certificaat van de erkende bodembeheersorganisatie en van het CE-certificaat met de bijhorende prestatieverklaringen en desgevallend een kopie van de grondstofverklaringen (indien vereist volgens VLAREMA). Het technisch dossier geeft steeds de werkelijke situatie weer Niet van toepassing. 4.7 TYPEKEURING Dit artikel handelt over de eventueel vereiste typekeuring van het product. Meer courant spreekt men van (Initial) Type Testing of ITT of product typebepaling Algemeen De regels in verband met de typekeuring bij fysico-chemisch gereinigde granulaten zijn opgenomen in R/CE Reglement voor de attestering van de conformiteit van de FPC in het kader van de CE-markering niveau 2+ en de productnormen. Voor de typekeuring dient de producent de nodige monsternemingen en proeven uit te voeren. De proeven waarvoor het intern laboratorium van de producent niet voldoet, dienen uitgevoerd te worden door een erkend laboratorium (het normale externe controlelaboratorium kan hier worden aangewezen). Deze type-onderzoeken worden éénmalig uitgevoerd bij de opstart van de CE-markering. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 28/52 Versie 5.0 van

30 5 EEN CERTIFICAAT BEKOMEN Dit hoofdstuk beschrijft hoe een producent een certificaat kan aanvragen en uiteindelijk bekomen en de regels die hierbij dienen gevolgd te worden. 5.2 AANVRAAGPERIODE Dit artikel handelt over de periode tussen de goedkeuring van de aanvraag en het uitreiken van het certificaat. Er wordt beschreven wat er in die periode kan, moet en niet mag Proefperiode De duur van de toelatingsperiode bedraagt minimum 20 productiedagen en maximum 1 jaar. Voor het overige is zij afhankelijk van het bewijs van de aanvrager, dat: a) aan alle bepalingen van het onderhavig reglement wordt voldaan, b) de overeenkomstigheid van de producten met de technische voorschriften wordt aangetoond op basis van de geregistreerde controle- en proefresultaten van: - de zelfcontrole door de aanvrager, - de externe controle door de keuringsinstelling Zelfcontrole tijdens de proefperiode Tijdens de proefperiode wordt de zelfcontrole zoals bepaald in Art. 6 toegepast; waarbij minstens de volgende proeven dienen te worden uitgevoerd: 1) Milieuhygiënische controle Minstens 4 partijen/productiebatchen moeten worden bemonsterd. Alle relevante controles voorzien in art A, B en C moeten met goed gevolg worden uitgevoerd. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 29/52

31 2) Bouwtechnische controle Op het fysico-chemisch gereinigd zand worden volgende proeven uitgevoerd: Proeven Methode Minimum aantal proeven - Zeefanalyse + (gehalte deeltjes < 0,063 mm) (1) - Kwaliteit fijne deeltjes Methyleenblauwproef (1) (2) - Gehalte aan bestanddelen die de binding of verharding van hydraulisch gebonden mengsels verstoren (1) (4) NBN EN NBN EN Bijlage A NBN EN , 15.2 en 15.3 of SB 250 Hoofdstuk /fabrikaat 4/fabrikaat 1/jaar - Andere proeven (3) - - (1) Proeven die, onafhankelijk van de toepassing van het product, in ieder geval uitgevoerd dienen te worden. (2) De methyleenblauwproef dient niet uitgevoerd te worden indien het gehalte aan deeltjes < 0,063 mm maximum 3 % bedraagt. (3) Proeven die slechts uitgevoerd dienen te worden indien de toepassing volgens de productnorm het vereist en/of indien ze vermeld zijn op de technische fiche, volgens de frequentie opgelegd in het FPC-gedeelte van de productnorm. (4) De keuze van de proefmethode is afhankelijk van de toepassing die op de technische fiche wordt vastgelegd en/of van de van toepassing zijnde bestekken. Op het fysico-chemisch gereinigd grof granulaat worden volgende proeven uitgevoerd: Nazicht Methode Minimum aantal proeven - Classificatieproef en controle op de vlottende en nietvlottende verontreiniging (1) - Zeefanalyse + (gehalte deeltjes < 0,063 mm) (1) - Kwaliteit fijne deeltjes Methyleenblauwproef - Volumieke massa (1) (1) (2) - Percentage gebroken en ronde stenen (3) - Waterabsorptiecoëfficiënt (3) NBN EN CMA/2/II/A.22 PTV 406 Bijlage A NBN EN NBN EN Bijlage A NBN EN ,8 of 9 NBN EN NBN EN ,8 of 9 4 4/fabrikaat 4/fabrikaat 1/soort 1/fabricaat 1 - Andere (3) - 1 (1) Proeven die, onafhankelijk van de toepassing van het product, in ieder geval uitgevoerd dienen te worden. (2) De methyleenblauwproef dient niet uitgevoerd te worden indien het gehalte aan deeltjes < 0,063 mm maximum 3 % bedraagt. (3) Proeven die slechts uitgevoerd dienen te worden indien de toepassing volgens de productnorm het vereist en/of indien ze vermeld zijn op de technische fiche, volgens de frequentie opgelegd in het FPC-gedeelte van de productnorm. (4) De keuze van de proefmethode is afhankelijk van de toepassing die op de technische fiche wordt vastgelegd en/of van de van toepassing zijnde bestekken. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 30/52 Versie 5.0 van

32 5.2.7 Extern toezicht tijdens de proefperiode Tijdens de proefperiode wordt minstens het extern toezicht zoals bepaald in Art. 7 toegepast, waarbij op de granulaten minstens volgende controleproeven worden uitgevoerd: 1) Milieuhygiënische controles: Er wordt minstens één monsterneming per type granulaat uitgevoerd in de aanwezigheid van de keuringsinstelling. Alle controles dienen overeenkomstig Art met goed gevolg te worden uitgevoerd. 2) Bouwtechnische controles: Op het fysico-chemisch gereinigd zand worden volgende proeven uitgevoerd: Nazicht Methode Frequentie controleproeven Minimum bij te wonen proeven - Zeefanalyse + (gehalte deeltjes < 0,063 mm) (1) - Kwaliteit fijne deeltjes Methyleenblauwproef (1) (2) - Gehalte aan bestanddelen die de binding of verharding van hydraulisch gebonden mengsels verstoren (1) (4) NBN EN /fabrikaat 1 NBN EN Bijlage A NBN EN , 15.2 en 15.3 of SB 250 Hoofdstuk Andere (3) - - 1/fabrikaat (1) Proeven die, onafhankelijk van de toepassing van het product, in ieder geval uitgevoerd dienen te worden. (2) De methyleenblauwproef dient niet uitgevoerd te worden indien het gehalte aan deeltjes < 0,063 mm maximum 3 % bedraagt. (3) Proeven die slechts uitgevoerd dienen te worden indien de toepassing volgens de productnorm het vereist en/of indien ze vermeld zijn op de technische fiche, volgens de frequentie opgelegd in het FPC-gedeelte van de productnorm. (4) De keuze van de proefmethode is afhankelijk van de toepassing die op de technische fiche wordt vastgelegd en/of van de van toepassing zijnde bestekken. TRA 17 Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten Versie 5.0 van Blz. 31/52

33 Op het fysico-chemisch gereinigd grof granulaat worden volgende proeven uitgevoerd: Nazicht Methode Frequentie controleproeven Minimum bij te wonen proeven - Classificatieproef en controle op de vlottende en nietvlottende verontreiniging (1) - Zeefanalyse + (gehalte deeltjes < 0,063 mm) (1) - Kwaliteit fijne deeltjes Methyleenblauwproef (1) (2) NBN EN CMA/2/II/A.22 PTV 406 Bijlage A 1 1 NBN EN /fabrikaat 1 NBN EN Bijlage A - Volumieke massa (1) NBN EN ,8 of 9 - Gehalte aan bestanddelen die de binding of verharding van hydraulisch gebonden mengsels verstoren (1) (4) NBN EN ; 15.2 en /fabrikaat Weerstand tegen verbrijzeling (Los Angeles) (3) NBN EN Vlakheidsindex (3) NBN EN Percentage gebroken en ronde grove granulaten (3) NBN EN Waterabsorptie-coëfficiënt (3) NBN EN ,8 of Andere (3) (1) Proeven die, onafhankelijk van de toepassing van het product, in ieder geval uitgevoerd dienen te worden. (2) De methyleenblauwproef dient niet uitgevoerd te worden indien het gehalte aan deeltjes < 0,063 mm maximum 3 % bedraagt. (3) Proeven die slechts uitgevoerd dienen te worden indien de toepassing volgens de productnorm het vereist en/of indien ze vermeld zijn op de technische fiche, volgens de frequentie opgelegd in het FPC-gedeelte van de productnorm. (4) De keuze van de proefmethode is afhankelijk van de toepassing die op de technische fiche wordt vastgelegd en/of van de van toepassing zijnde bestekken. Alle controles dienen met goedgevolg te worden uitgevoerd Afsluiting van het aanvraagdossier Indien de proefperiode niet met positief resultaat kan worden afgesloten na een jaar, wordt de aanvrager schriftelijk door de certificatie-instelling ingelicht over de afsluiting van zijn aanvraagdossier. De aanvrager kan hierna desgewenst een nieuwe aanvraag indienen. Toepassingsreglement voor fysico-chemisch gereinigde granulaten TRA 17 Blz. 32/52 Versie 5.0 van