Interventie Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 0

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interventie - 2011. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 0"

Transcriptie

1 Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 0

2 Interventie - Module 3 Omgaan met een slachtoffer 2011 Hoofdstuk 1 - Psychosociale aspecten pag nr Inleiding 1 Definiëring van een schokkende gebeurtenis 2 Kenmerken van een schokkende gebeurtenis 2 De reacties van slachtoffers op een schokkende gebeurtenis 3 Reacties die slachtoffers kunnen vertonen n.a.v. een schokkende gebeurtenis 3 Hoe omgaan met slachtoffers 4 Hoe omgaan met jezelf als hulpverlener na een schokkende gebeurtenis 6 Reacties die hulpverleners kunnen vertonen n.a.v. een schokkende gebeurtenis 6 Agressie 8 Hoofdstuk 2 - Deontologie 1 Het medisch beroepsgeheim 1 Wat is het medisch beroepsgeheim? 1 Voor wie geldt het medisch beroepsgeheim? 2 Tegenover wie geldt deze zwijgplicht niet? 2 Omstandigheden die het beroepsgeheim NIET opheffen 2 Toegang tot de hulppost 2 Meldingsplicht 3 Getuigenplicht 3 Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid 4 Strafrechterlijke verantwoordelijkheid 4 Burgerlijke verantwoordelijkheid 4 Voorbeeld 5 Houding van de hulpdienstmedewerker 5

3 Hoofdstuk 3 - Benadering van een slachtoffer 1 Inleiding 1 Benadering van een slachtoffer volgens de 4 stappen 2 Stap 1 - Zorg voor veiligheid 2 Stap 2 - Beoordeel de toestand van het slachtoffer 2 Stap 3 - Alarmeer de verdere hulpketen 3 Stap 4 - Verleen verdere eerste hulp 3 Benadering van een bewust slachtoffer 4 Benadering van een bewusteloos slachtoffer met ademhaling 5 Benadering van een bewusteloos slachtoffer zonder ademhaling 6 Technieken om de hartfrequentie te meten 7 Hoofdstuk 4 - CPR-AED 1 Inleiding 1 Hoofdstuk 5 - Verbandleer 1 Inleiding 1 Verbanden uit 'HELP!' 2 Drukverband (Code S25) 2 Hoofdstuk 6 - Wondverzorging 1 Vooreerst 1 Inleiding 2 Het verzorgen van huidwonden 4 Stap 1 - Zorg voor veiligheid 4 Stap 2 - Beoordeel de toestand van het slachtoffer 4 Stap 3 - Alarmeer de verdere hulpketen 5 Stap 4 - Verleen verdere eerste hulp 5 Lichte wonde 6 Ernstige wonde 8

4 Een vreemd voorwerp in de wonde 9 Splinters 10 Brandwonden 11 Insectensteken en tekenbeten 12 Insecten 12 Tekenbeet 13 Vuiltje in het oog 14 Blaren ten gevolge van wrijving 15

5 Hoofdstuk 1 Psychosociale aspecten Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: de mogelijke reacties van een slachtoffer op een schokkende gebeurtenis opsommen en herkennen; de richtlijnen voor het contact met slachtoffers respecteren; mogelijke reacties bij jezelf herkennen als reacties op een confrontatie met een schokkende gebeurtenis; de richtlijnen toepassen, als je bij jezelf reacties herkent als gevolg van een schokkende gebeurtenis, de kenmerken van het omgaan met een agressief slachtoffer opsommen en herkennen. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst Inleiding Definiëring van een schokkende gebeurtenis De reacties van slachtoffers op een schokkende gebeurtenis Hoe omgaan met de slachtoffers Hoe omgaan met jezelf als hulpverlener na een schokkende gebeurtenis Agressie INLEIDING Een alarm komt binnen. Er is een ramp of een ongeval gebeurd. De Hulpdienst vertrekt zo snel mogelijk naar het rampterrein. Onvermijdelijk word je als hulpverlener geconfronteerd met slachtoffers. De slachtoffers kunnen worden opgedeeld in 3 groepen: doden, gewonden en niet-gewonden. De slachtoffers, al dan niet lichamelijk gewond, kunnen door het gebeuren emotioneel geraakt zijn. Hoe gaan mensen om met dergelijke ervaringen, welke reacties treden op? Hoe verwerken mensen dergelijke onverwachte en ongekende gebeurtenissen? Hoe kan je als hulpverlener het best omgaan met die reacties van de slachtoffers? Maar ook: hoe ga jij als hulpverlener met je eigen gevoelens en emoties om? Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 1

6 Deze vragen worden in dit hoofdstuk behandeld. DEFINIËRING VAN EEN SCHOKKENDE GEBEURTENIS Een overstroming, een ernstig verkeersongeval, een brand, een ontploffing, een treinongeval, geconfronteerd worden met doden, geen woning meer hebben, Het zijn schokkende gebeurtenissen waar pijn, verdriet en lijden bij komen kijken. Het meemaken van een dergelijke schokkende gebeurtenis is iets wat elk jaar talloze mensen overkomt. Zij worden geconfronteerd met verlies en/of geweld. Onder verlies kunnen we verschillende zaken verstaan: het overlijden van een dierbaar persoon, het verliezen van materiële objecten (iemand die zijn hebben en houden moet achterlaten of vernield ziet), verlies van gezondheid, Onder geweld verstaan we schade die is aangericht door een andere persoon, de natuur of door technisch falen. De gebeurtenis geeft aanleiding tot een enorme schade: op materieel vlak (woning, auto, ), op fysisch vlak (lichamelijke letsels, ), op psychisch vlak (psychisch lijden, angst, depressie, ) en/of op financieel vlak. Kenmerken van een schokkende gebeurtenis Het gebeuren is EENMALIG en ONVERWACHT; het gebeuren heeft MATERIËLE, FYSISCHE en/of PSYCHISCHE GEVOLGEN; de slachtoffers hebben geen greep op de situatie; de VEILIGHEID en de ZEKERHEID van alledag zijn verdwenen. Met andere woorden: de gebeurtenis roept een intens gevoel van MACHTELOOSHEID op; de gebeurtenis houdt een ACUTE ONTWRICHTING in van het leven van de persoon. Doordat het gaat om een eenmalige en onverwachte gebeurtenis, staat men er machteloos tegenover. De betrokken persoon beseft geen enkele invloed te hebben op wat gebeurt. Men kan niets doen, ook al wil men het zo graag. Het is onmogelijk om doelgericht in te grijpen of om het te voorkomen. Het gebeuren doet het slachtoffer vragen stellen over zijn bestaan, zijn opgebouwde zekerheden, zijn onaantastbaarheid, Het slachtoffer maakt een acute ontwrichting mee. Niets is nog vanzelfsprekend. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 2

7 DE REACTIES VAN SLACHTOFFERS OP EEN SCHOKKENDE GEBEURTENIS Iedereen reageert op zijn eigen manier op een dergelijke gebeurtenis: de ene blijft kalm, de ander gaat allerhande reacties vertonen. Bij de ene duren deze reacties langer, bij nog een ander zijn ze zeer intens. Jij, als hulpverlener, komt met de slachtoffers van een ramp of van een ongeval in aanraking. Daarom is het belangrijk dat je zicht hebt op de verschillende reacties die een slachtoffer KAN vertonen. Belangrijk hierbij is dat je weet dat dit NORMALE REACTIES zijn op een ABNORMALE GEBEURTENIS. Met andere woorden, dergelijke reacties zijn niet abnormaal of ziekelijk. Ze moeten in eerste instantie ook niet medisch behandeld worden, maar het zijn normale emotionele reacties. Reacties die slachtoffers KUNNEN vertonen n.a.v. een schokkende gebeurtenis ongeloof en verbijstering; tunnelzicht; boosheid; lichamelijke reacties; verwarring; paniek. Ongeloof en verbijstering De eerste reactie op een gebeurtenis is er meestal één van ongeloof en verbijstering: de betrokkene begrijpt niet wat er is gebeurd en voelt zich als verdoofd. Tegelijkertijd handelt hij meestal redelijk efficiënt. Het is net alsof iemand overgaat op automatische piloot. Hij doet eigenlijk precies datgene wat men in een dergelijke noodsituatie behoort te doen. Heftige emoties zijn lang niet altijd aanwezig in de eerste momenten. Tunnelzicht Het komt meermaals bij slachtoffers voor dat ze nog heel intens bezig zijn met wat er is gebeurd en de gevolgen ervan, en dat ze zich als het ware afsluiten voor wat er rondom hen gebeurt. Dit kan zelfs in die mate zijn dat de kans op normaal contact heel sterk wordt verminderd. Het bewustzijn kan het zoveel negatieve info niet gelijktijdig verwerken; het sluit zich af van de harde realiteit. De slachtoffers staan op dat moment ook niet echt open voor informatie. Boosheid Uitbarstingen van woede, irritatie en prikkelbaarheid zijn veelvoorkomende reacties. Men is kwaad omdat een ander inbreuk heeft gepleegd op het eigen leven. Met die kwaadheid kan men geen kant uit, want de agressor is weg en is niet meer bereikbaar. De woede kan zich dan richten op anderen die aanwezig zijn b.v. familieleden of hulpverleners. Soms is er aanleiding voor die woede, want in zulke omstandigheden loopt natuurlijk heel wat mis, maar vaak is er reden om te denken dat die kwaadheid ook en vooral voortvloeit uit de ramp die iemands hele leven heeft aangetast. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 3

8 Lichamelijke reacties Veelvoorkomende verschijnselen zijn: hoofdpijn, gespannen spieren, misselijkheid, maag- en darmstoornissen, hartkloppingen, duizelingen, pijn in de rug, ademhalingsmoeilijkheden. Deze verschijnselen hebben enerzijds te maken met waakzaamheid en anderzijds met vermoeidheid en onverschilligheid. De betrokkene blijft op zijn hoede de heel gespannen toestand van weleer is nog steeds aanwezig. Dit is een acute stresssituatie. Het lichaam reageert hierop op een geëigende manier (verhoogde adrenalineproductie, hogere hartslag, verhoogde bloeddruk, hyperventilatie, ). Verwarring De eerste uren na een rampsituatie zijn dikwijls heel verwarrend. Er is gebrek aan informatie, aan duidelijkheid over wat gaat gebeuren, over wat er juist is gebeurd en wat de gevolgen zijn. Het is op dat moment voor de slachtoffers soms zeer moeilijk om alles op een rijtje te zetten. Paniek Paniek kenmerkt zich door een plotselinge, hevige schrik of angst die wordt veroorzaakt door een reëel of verondersteld gevaar. Paniek ontstaat vooral als mensen zich in een omsloten ruimte bedreigd weten door een naderende catastrofe. Slachtoffers in paniek proberen al het mogelijke èn onmogelijke te doen, om zich in veiligheid te brengen. HOE OMGAAN MET DE SLACHTOFFERS Als hulpverlener kom je vaak maar een beperkte tijd met een welbepaald slachtoffer in aanraking. Wanneer een slachtoffer is verzorgd en weggevoerd, word je ingezet bij een volgend slachtoffer. Soms kan je als hulpverlener gedurende langere tijd worden geconfronteerd met niet-gewonde slachtoffers. Hun noden zijn anders dan die van gekwetsten. Dit neemt niet echter niet weg dat dit contact heel dringend is. Beginsituatie: wij weten NIET wat het slachtoffer meemaakt. Ook al proberen we echt ons daar een voorstelling van te maken, het zal altijd bij een benadering blijven. De zogezegd geruststellende opmerking: Och, zo erg is het toch nog niet kan dus NIET worden gebruikt. Wij kunnen niet oordelen in andere mensen hun plaats. Zij hebben het meegemaakt, wij niet. Bovendien is het onmiddellijk na een ramp heel moeilijk om te beoordelen hoe zaken zullen evolueren. Eveneens mag je je niet laten verleiden tot het maken van vergelijkingen. Ook al lijkt de problematiek van een licht gewond slachtoffer minder ernstig als er overledenen zijn, voor een betrokkene kan het wel heel erg zijn. Vanuit de beginsituatie hanteer je als hulpverlener in contact met slachtoffer best volgende richtlijnen: Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 4

9 Richtlijnen voor het contact met slachtoffers Toon ONVOORWAARDELIJK RESPECT voor het slachtoffer, voor wie het is en wat het heeft meegemaakt; Geef het slachtoffer de kans om zijn VRAGEN en GEVOELENS te uiten. Om dit als hulpverlener te bereiken: o o o o o ga je naar het slachtoffer toe; stel je jezelf voor met je naam, sanitaire bekwaamheid en deel je mee dat je vrijwilliger bent bij de Hulpdienst van het Rode kruis. Een slachtoffer herkent niet automatisch je embleem of de naam op je badge; luister actief: laat de mensen praten en luister zelf, probeer te weten te komen hoe zij het gebeuren ervaren; check of je de boodschap goed begrepen hebt; nodig een slachtoffer eventueel uit om zijn verhaal te vertellen door open vragen te stellen; geef informatie over wat jij doet voor het slachtoffer, over wat met hem of haar gaat gebeuren, b.v. we brengen je met een brancard naar... Daar zal een arts je onderzoeken; de hulpverlener hoeft geen hoogdravende gesprekken te houden: luisteren, een deken brengen,... kortom mensen het gevoel geven van ze zijn om mij bekommerd, heeft een onmiskenbare waarde; ook je non-verbale houding zegt veel aan een slachtoffer (gelaatsuitdrukking, schouders ophalen, rug toekeren, oogcontact vermijden, stemintonatie,...). Wees je hiervan bewust. Er gewoon zijn voor het slachtoffer kan al een geruststellend gevoel zijn voor iemand die net een schokkende gebeurtenis achter de rug heeft; enkele VALKUILEN die je, als hulpverlener, best vermijdt: o maak geen beloftes over een oplossing: beloof niets waarvan je niet weet of het haalbaar is; o praat nooit over slachtoffers in de verleden tijd; o praat met slachtoffers i.p.v. over hen; o zorg dat jij de greep op het gesprek houdt; o word niet kwaad wanneer een slachtoffer tegen je roept, schreeuwt of boos wordt; blijf kalm en laat het slachtoffer uitspreken, ook wanneer hij kritiek geeft op jouw werk als vrijwilliger. Je kan op een VRIENDELIJKE en RUSTIGE toon zeggen dat je het gevoel van woede begrijpt, maar dat jij als vrijwilliger niet verantwoordelijk bent voor de oorzaak van dat gevoel. Je doet alles wat je kan om het slachtoffer zo goed mogelijk te helpen. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 5

10 HOE OMGAAN MET JEZELF ALS HULPVERLENER NA EEN SCHOKKENDE GEBEURTENIS Als hulpverlener word je opgeroepen om slachtoffers van een ramp of een ongeval in veiligheid te brengen en om de nodige verzorging toe te dienen. Op dat moment word je eveneens geconfronteerd met de ravage die is aangericht, met de zwaargewonden, met de overledenen, zelfs met kinderen. Dit kan op het moment zelf of in de daaropvolgende dagen, weken, maanden eveneens een emotionele weerslag hebben op jezelf. Reacties die hulpverleners KUNNEN vertonen n.a.v. een schokkende gebeurtenis angst; lichamelijke reacties; schuldgevoelens; herbeleving; verdriet; schaamte. Angst Dit is een normale reactie: angst voor het onbekende. Hierbij kan je geconfronteerd worden met vragen als zal ik het aankunnen, weet ik wat ik moet doen? Lichamelijke reacties Slaapproblemen, ademhalingsproblemen, spijsverteringsproblemen, aandachtsproblemen, verminderde seksuele belangstelling, gespannen spieren, zijn vaak voorkomende verschijnselen. Schuldgevoelens Je voelt je schuldig omdat je het gevoel hebt onvoldoende gedaan te hebben. Je wou meer doen, je hebt machteloos moeten toekijken, Herbelevingen Overdag flitst het gebeuren door je hoofd (flashbacks), s nachts ervaar je nachtmerries over het gebeuren. Bij het zien van de beelden in het nieuws of van beelden die gelijkenis vertonen met wat je zelf hebt meegemaakt, raak je overstuur. Verdriet Je voelt een intens verdriet door de confrontatie met het leed en het verdriet van de slachtoffers en door de confrontatie met de overledenen en de gewonden. Je ervaart verdriet doordat je minder van de normale dingen van het leven kan genieten. Je begint te twijfelen aan jezelf en aan de anderen. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 6

11 Schaamte Je schaamt je voor je gevoelens, hulpeloosheid en verdriet. Je vindt dat je je gevoelens te veel of te weinig hebt getoond. Je hebt niet gereageerd zoals je had gewenst. Je ervaart gevoelens die je onacceptabel vindt of waarvan je vindt/denkt dat ze niet bij je passen. Voor hulpverleners geldt hetzelfde als voor slachtoffers: Dit zijn NORMALE REACTIES op een ABNORMALE GEBEURTENIS, die gedurende een kortere of langere periode KUNNEN voorkomen. Enkele richtlijnen die je als hulpverlener in het achterhoofd kan houden wanneer dergelijke reacties opkomen: praat over je gevoelens, emoties telkens je daar behoefte aan hebt; zoek steun en hulp bij vertrouwde personen ook al heb je het gevoel dat niemand je begrijpt; probeer zo vlug mogelijk de dagdagelijkse activiteiten weer op te nemen; luister echt wanneer een collega zijn verhaal vertelt, en neem er voldoende tijd voor. Toon begrip en respect. Slechts een enkele hulpverlener zal na afloop van het gebeuren nog langdurig met psychische problemen kampen. Bij die mensen spreken we van een traumatische ervaring, die aanleiding kan geven tot een posttraumatische stressstoornis (PTSD of Posttraumatic Stress Disorder ). In dergelijke gevallen is professionele hulp aangewezen. Je kan hiervoor in eerste instantie een beroep doen op de Dringende Sociale Interventie (DSI). Contacteer hiervoor je afdelings- of provincieverantwoordelijke. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 7

12 AGRESSIE Helpen moet, maar enkel voor zover je jezelf niet in gevaar brengt. Dat geldt niet alleen op een rampterrein maar ook bij een confrontatie met agressieve slachtoffers of omstanders. Je kan op verschillende manieren met agressie worden geconfronteerd: het slachtoffer is agressief; omstanders zijn agressief tegenover jou; het slachtoffer bevindt zich te midden van vechtende partijen. Telkens komt jouw eigen veiligheid op de eerste plaats! Om je eigen veiligheid te verzekeren: maakt het Rode Kruis tijdens grote manifestaties duidelijke en concrete afspraken met de ordediensten. Bij problemen moeten zij het pad effenen; waag je niet te midden van vechtende partijen om een slachtoffer te verzorgen; hou je op met de hulpverlening en verwittig je de politie als het gevaarlijk wordt; dring je niet verder aan maar vraag je assistentie aan de politie als een slachtoffer agressief wordt; leg je aan een slachtoffer uit wat er volgens jou aan de hand is en wat je zal doen. Leg je aan de omstanders uit waarom je eerst iemand anders verzorgt (levensbedreigend,...); betrek je familieleden in de mate van het mogelijke bij de hulpverlening. Leg hen uit waarom je iets doet; blijf je op een rustige toon praten. Roepen beantwoorden met roepen lokt agressie uit; neem je een agressief slachtoffer altijd ernstig. Toon medeleven, draai niet rond de pot en lieg niet; probeer je de agressor te isoleren van de stressfactor die de agressie veroorzaakt; leg materiaal (scharen, mesjes, naalden,...) dat eventueel als wapen kan gebruikt worden buiten het bereik van het slachtoffer en/of de agressor; maak je geen opmerkingen over verschillen in cultuur en/of taal. Ook pas je je in de mate van het mogelijke aan aan de cultuur en/of de taal van het slachtoffer. Het hoofdstuk PSYCHOSOCIALE ASPECTEN is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Interventie - Module 3 - Hfst. 1. Psychosociale aspecten - pagina 8

13 Interventie 2011 Hoofdstuk 2 Deontologie Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: uitleggen wat het medisch beroepsgeheim is en welke informatie tot het medisch beroepsgeheim behoort; uitleggen tegenover wie het medisch beroepsgeheim geldt; je houden aan het medisch beroepsgeheim; beknopt uitleggen op welke manieren een hulpverlener aansprakelijk gesteld kan worden; je gedragen op een manier die van een hulpdienstvrijwilliger verwacht wordt. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst Het medisch beroepsgeheim Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid Houding van de hulpdienstmedewerker HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM Tijdens het verlenen van eerste hulp krijg je heel wat informatie van en over het slachtoffer: het slachtoffer vertelt een en ander over zijn familiale omstandigheden, over wat hem/haar al allemaal is overkomen Om de privacy van het slachtoffer te respecteren behoort deze informatie tot het medisch beroepsgeheim. Wat is het medisch beroepsgeheim? Het is een zwijgplicht, vastgesteld in artikel 458 van het Strafwetboek: al wie gehouden is tot het medisch beroepsgeheim, moet vertrouwelijk omgaan met de informatie van slachtoffers. Of anders gezegd: het is verboden om informatie verkregen van een slachtoffer bekend te maken aan anderen. Het slachtoffer moet niet om geheimhouding vragen, het heeft er automatisch recht op! Het medisch beroepsgeheim verplicht elke hulpverlener vertrouwelijk om te gaan met informatie over: de gezondheidstoestand (ziekten, handicaps, klachten ) van een slachtoffer; de sociale, familiale en financiële toestand van een slachtoffer; de persoonlijke, religieuze en filosofische overtuigingen van een slachtoffer; alle andere mogelijke problemen van een slachtoffer. Ook de identiteit van een slachtoffer, en eventueel zijn aanwezigheid op een bepaalde plaats, behoort tot de informatie beschermd door het medisch beroepsgeheim. Interventie - Module 3 - Hfst. 2. Deontologie - pagina 1

14 Interventie 2011 Gegevens die in principe door iedereen vastgesteld kunnen worden, worden niet beschermd door het medisch beroepsgeheim. Voorbeelden hiervan zijn: de aard van het ziekenvervoer; het tijdstip van vertrek en aankomst van het ziekenvervoer; het tijdstip van verzorging; de identiteit van de ambulanciers of hulpverleners. Voor wie geldt het medisch beroepsgeheim? Het medisch beroepsgeheim geldt voor alle hulpverleners die tijdens het uitoefenen van hun functie of beroep in contact komen met zieken, gewonden of, meer in het algemeen, hulpbehoevenden. Binnen het Rode Kruis zijn dit bijvoorbeeld ambulanciers, hulpverleners op een preventieve dienst en mensen actief in het kader van psychosociale hulpverlening. Voor zover medewerkers van hulpcentrales 100 en 105 of administratieve medewerkers in contact komen met informatie die beschermd wordt door het medisch beroepsgeheim, moeten ook zij zich houden aan het medisch beroepsgeheim. Tegenover wie geldt deze zwijgplicht niet? Deze zwijgplicht geldt niet tegenover: de begeleiders van kinderen die indien de activiteiten in de hulppost dit toelaten hen mogen vergezellen. Aan jongeren tussen 12 en 18 jaar kan eerst gevraagd worden of zij bijgestaan willen worden. Jongeren hebben wel recht op geheimhouding, net zoals geesteszieken, comateuzen en overledenen; het slachtoffer zelf. Het slachtoffer heeft recht op informatie; de verpleegkundigen en artsen die de zorg voor het slachtoffer overnemen. Men aanvaardt de laatste jaren dat andere hulpverleners worden ingelicht voor zover de informatie noodzakelijk is voor de verdere zorgverstrekking. Omstandigheden die het beroepsgeheim NIET opheffen In de volgende situaties blijft het medisch beroepsgeheim gelden: verandering van beroep of functie, of ontslag als Rode Kruisvrijwilliger; overlijden van het slachtoffer; het slachtoffer heeft toelating gegeven om te spreken; het belang van het slachtoffer of het belang van derden; eigen belang van de hulpverlener; de schending van het beroepsgeheim door iemand anders dan de betrokken hulpverlener; het feit dat het slachtoffer de dader van een misdrijf is. Toegang tot een hulppost Om het beroepsgeheim in acht te nemen en de privacy van het slachtoffer te beschermen hebben enkel hulpverleners toegang tot een hulppost en dit voor zover zij daar nodig zijn. De verantwoordelijke van de hulppost bepaalt wie toegang heeft tot de hulppost en kan dus personen de toegang ontzeggen. Politie wordt niet toegelaten tot een hulppost. Je mag aan de politionele diensten geen inlichtingen verschaffen die tot het medisch beroepsgeheim behoren. Ook aan de organisator van de manifestatie mogen geen inlichtingen worden gegeven die tot het medisch beroepsgeheim behoren. Interventie - Module 3 - Hfst. 2. Deontologie - pagina 2

15 Interventie 2011 Meldingsplicht In het belang van de volksgezondheid of de openbare orde, kan het beroepsgeheim niet worden ingeroepen bij confrontatie met: een geboorte; een overlijden; een misdrijf, tenminste als de hulpbehoevende zelf niet de dader is; kindermishandeling (melding mogelijk via een Vertrouwensartsencentrum = VAC). Bij een misdrijf is het al dan niet melden afhankelijk van het feit of de hulpbehoevende slachtoffer of dader is van het misdrijf. Als de hulpbehoevende de dader is van een misdrijf mag het misdrijf niet worden gemeld aan de politie. Alle informatie verkregen van de dader behoort tot het medisch beroepsgeheim! Als de hulpbehoevende het slachtoffer is van een misdrijf, dan moet het misdrijf wel worden gemeld aan de politie. Informatie over het slachtoffer mag echter niet worden doorgegeven, ook niet de naam. In geval van twijfel kan je het probleem voorleggen aan de afdelingsarts. Deze zal dan de nodige stappen ondernemen. Getuigenplicht Ook de politie kan hulpdienstmedewerkers niet dwingen hun beroepsgeheim te schenden. Als je wordt opgeroepen om voor een rechtbank te getuigen, ben je verplicht te verschijnen, maar in principe kan ook de rechter je niet dwingen te spreken over zaken die worden beschermd door het medisch beroepsgeheim. Als je wordt opgeroepen om te getuigen, neem je contact op met de provinciale leiding. In overleg met de juridische dienst van het Rode Kruis helpen zij je verder. Interventie - Module 3 - Hfst. 2. Deontologie - pagina 3

16 Interventie 2011 VERANTWOORDELIJKHEID EN AANSPRAKELIJKHEID In het dagelijks leven stellen we als burger, deskundige, hulpverlener heel wat handelingen die gevolgen hebben voor anderen. Algemeen geldt dat iemand moet handelen als een goede huisvader. Dit betekent dat iemand moet handelen zoals elke voorzichtige persoon in die situatie zou doen. Dit wil concreet zeggen dat je de gedragscode en de Rode Kruisreglementen naleeft en dat je handelt zoals je hebt geleerd tijdens de Rode Kruisopleidingen. Wie zich hieraan houdt, zal in principe geen problemen ondervinden. In heel uitzonderlijk gevallen kan men als hulpverlener strafrechtelijk verantwoordelijk of burgerlijk aansprakelijk worden gesteld. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Elke persoon, ook een Rode Kruisvrijwilliger, is strafrechtelijk verantwoordelijk zodra hij door de strafrechter wordt veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf. Een misdrijf is een handeling die gedetailleerd wordt beschreven en strafbaar wordt gesteld in het strafrecht (bijvoorbeeld een diefstal). Het plegen van een misdrijf volstaat om strafrechtelijk veroordeeld te worden. Voorbeelden van relevante misdrijven voor Rode Kruisvrijwilligers zijn bijvoorbeeld het niet verlenen van hulp aan mensen in nood en het niet in acht nemen van het medisch beroepsgeheim. Een strafrechtelijke veroordeling gaat principieel gepaard met een gerechtelijke sanctie. De sanctie kan bestaan uit één of meerdere straffen. Elke veroordeelde, dus ook elke veroordeelde Rode Kruisvrijwilliger, draagt zelf zijn straffen. De meest relevante of voorkomende straffen zijn een gevangenisstraf (al dan niet voorwaardelijk), het betalen van een geldboete en de vervallenverklaring van het recht tot besturen van een voertuig. Burgerlijke aansprakelijkheid Het principe is dat wie iemand door een onrechtmatige handeling schade toebrengt, zelf deze schade moet vergoeden (artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek). Vooraleer iemand burgerrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld, moet voldaan zijn aan drie voorwaarden: 1. er moet schade zijn; 2. iemand moet foutief gehandeld hebben; 3. de schade moet het gevolg zijn van deze handeling. Niet alleen misdrijven zijn foutieve handelingen maar ook een onvoorzichtige of nalatige handeling wordt als een foutieve handeling aanzien (bijvoorbeeld tijdens het voetballen in de achtertuin breek je de ruit van de buren). Als de schadelijder deze elementen kan bewijzen, kan de rechtbank de persoon die de handeling gesteld heeft, burgerrechtelijk aansprakelijk stellen. Hij wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de benadeelde persoon. Zoals uit het voorgaande blijkt, is de meest voor de hand liggende situatie deze waarin men aansprakelijk gesteld wordt voor eigen foutieve daden. Daarenboven geldt dat iedereen, dus ook elke Rode Kruisvrijwilliger, aansprakelijk kan worden gesteld voor schade veroorzaakt door goederen die aan hem zijn toevertrouwd. Interventie - Module 3 - Hfst. 2. Deontologie - pagina 4

17 Interventie 2011 Als de burgerrechtelijke aansprakelijkheid door de rechtbank moet worden vastgesteld, genieten vrijwilligers vaak een minder streng aansprakelijkheidsregime. Hiermee wordt bedoeld dat vrijwilligers in gelijkaardige omstandigheden minder snel aansprakelijk worden gesteld dan nietvrijwilligers, ondermeer omdat vrijwilligers hun functie belangeloos en gratis uitoefenen. Als iemand burgerrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld, dan betaalt zijn verzekeraar de schadevergoeding. Nochtans, als de schade met opzet werd toegebracht of als men een heel grote fout heeft begaan, is het mogelijk dat de schadevergoeding moet worden terugbetaald aan de verzekeraar of dat de verzekeraar zijn waarborg weigert! Voorbeeld Je neemt deel aan een preventieve hulpactie op een motorcross. Je bent onvoorzichtig en laat een draagberrie achter op het parcours. Hierdoor komt een deelnemer ten val en breekt zijn arm. Door een gebrek aan voorzichtigheid heb je een lichamelijk letsel toegebracht aan een deelnemer van de motorcross. Dit feit kan worden omschreven als een misdrijf, namelijk het onopzettelijk toebrengen van een lichamelijk letsel (artikel 418 strafwetboek). In dit concreet geval loop je het risico op een dubbele aansprakelijkheidsstelling, zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk. Ten eerste zou de rechtbank jou strafrechtelijk kunnen veroordelen wegens het plegen van het misdrijf onopzettelijke slagen en verwondingen. De sanctie hiervoor is een gevangenisstraf en/of een geldboete. Je draagt deze sancties persoonlijk. Ten tweede kan je voor dezelfde handeling ook burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Dit is echter slechts mogelijk, als de rechtbank oordeelt dat volgende drie elementen bewezen zijn: 1. Je hebt foutief gehandeld. Het achterlaten van een draagberrie kan worden beschouwd als een onvoorzichtige handeling of eventueel zelfs als een misdrijf, als de vrijwilliger inderdaad strafrechtelijk veroordeeld wordt. 2. Er is schade, namelijk een gebroken arm. 3. De foutieve handeling heeft de schade veroorzaakt. Als je burgerrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld, kan je worden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. De eigen verzekeraar of, als die niet tussenkomt of de hulpdienstmedewerker heeft geen, de verzekeraar van het Rode Kruis zal de schadevergoeding betalen. Als je een opzettelijke of zware fout beging, kan het dat je de schadevergoeding moet terugbetalen aan de verzekeraar. HOUDING VAN DE HULPDIENSTMEDEWERKER Als Rode Kruisvrijwilliger respecteer je uiteraard de Fundamentele Beginselen van het Rode Kruis. Je mag niets ondernemen dat hiermee in tegenspraak is of dat het Rode Kruis kan schaden. Je houdt je aan de reglementen binnen het Rode Kruis. Door het werkpak ben je herkenbaar als Rode Kruisvrijwilliger en bepaal je mee het imago van Interventie - Module 3 - Hfst. 2. Deontologie - pagina 5

18 Interventie 2011 Rode Kruis-Vlaanderen. Je draagt het werkpak steeds correct en netjes. Het gebruik van alcoholische dranken en drugs is niet toegelaten. Je voert handelingen uit zoals die werden aangeleerd in de Rode Kruisopleidingen. Bij het uitvoeren van taken neem je steeds de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen in acht. Als hulpverlener heb je respect voor de ander. Dit betekent dat je je tegenover iedereen correct gedraagt en iedereen benadert als een volwaardig mens. Je bent altijd beleefd en vriendelijk. Het privé-leven van mensen dring je niet verder binnen dan strikt noodzakelijk om je opdracht uit te voeren. Een taak, officiële functie of mandaat aanvaarden houdt in dat je alle verantwoordelijkheden en verplichtingen die eraan verbonden zijn opneemt. Elke taak die je wordt toevertrouwd, voer je zo goed mogelijk uit. Gemaakte afspraken kom je na. Als je tijdens een actie een opdracht krijgt, voer je die uit. Tijdens een actie is er geen tijd voor meningsverschillen maar moet er worden gehandeld. Ook discussies in het bijzijn van slachtoffers of derden zijn uit den boze. Dit betekent echter niet dat er nooit een gedachtewisseling kan plaatsvinden. Discussies worden gevoerd op het geschikte tijdstip en de passende plaats, bijvoorbeeld tijdens de voorbereiding en de evaluatie van een actie. Eventueel onder vier ogen. Wat ook je taak is, steeds moet je samenwerken met anderen. Dit veronderstelt loyaliteit tussen de vrijwilligers onderling. Duidelijke structuren, klare bevoegdheidsomschrijvingen, duidelijke opdrachten en voldoende informatie, een open sfeer en een eerlijke houding moeten tot een loyale samenwerking bijdragen. Je respecteert de mening van anderen, medehulpverleners en buitenstaanders. De taakverdeling en efficiëntie van de samenwerking tijdens de hulpverlening komen pas tot hun recht als er wederzijds vertrouwen en waardering bestaat. Je bent je bewust van je grenzen en je voert opgedragen taken enkel uit wanneer je de opdracht goed hebt begrepen. Als je niet voldoende opleiding en training hebt om de taak te kunnen uitvoeren zeg je dit beleefd en duidelijk en vraag je om de opdracht aan iemand anders te geven. Je mag jezelf en anderen niet in gevaar brengen. Als een verantwoordelijke buiten het Rode Kruis (brandweer, verpleegkundige, arts, MUG ) een andere opdracht geeft dan die waarmee je bezig bent, dan zeg je dat. Je vraagt welke hulp er precies wordt gevraagd, en je speelt dit onmiddellijk door aan de verantwoordelijke (ploegleider, sectieleider). Het hoofdstuk DEONTOLOGIE is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Interventie - Module 3 - Hfst. 2. Deontologie - pagina 6

19 Hoofdstuk 3 Benadering van een slachtoffer Doelstellingen Hoe je een slachtoffer benadert, heb je al in de cursus Helper geleerd. Na dit hoofdstuk kan je een bewust slachtoffer benaderen; een bewusteloos slachtoffer dat nog ademt benaderen; het bewustzijn, de ademhaling en de circulatie bij een slachtoffer observeren; de hartfrequentie meten. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst Inleiding Benadering van een slachtoffer volgens de 4 stappen Benadering van een bewust slachtoffer Benadering van een bewusteloos slachtoffer met ademhaling Benadering van een bewusteloos slachtoffer zonder ademhaling Technieken om de hartfrequentie te meten INLEIDING Als hulpverlener zul je merken dat de situaties waarmee je te maken krijgt heel verschillend kunnen zijn. Het slachtoffer kan bewust of bewusteloos zijn, ernstig bloeden of brandwonden vertonen. In dit hoofdstuk leren we je deze verschillende situaties te benaderen volgens de 4 stappen. Benaderen van meerdere slachtoffers leren we je in de cursus Verzorging. Ook de technieken om de hartfrequentie te meten vind je terug in Verzorging. Deze techniek wordt sinds 2011 in Interventie onderricht opdat zij niet meer voorkomt in Help!. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 1

20 BENADERING VAN EEN SLACHTOFFER VOLGENS DE 4 STAPPEN Ongeacht hoe je een slachtoffer aantreft, ongeacht de toestand van het slachtoffer, ongeacht de aard van de verwonding,.. je benadert elk slachtoffer volgens de 4 stappen. Stap 1 Zorg voor veiligheid Stap 2 Beoordeel de toestand van het slachtoffer Stap 3 Alarmeer de verdere hulpketen Stap 4 Verleen verdere eerste hulp Eerst zullen we de vier stappen algemeen overlopen en nadien zullen we ze bespreken aan de hand van mogelijke toestanden van een slachtoffer. De eerste stap, ongeacht de toestand van het slachtoffer, is altijd gelijk. Vanaf stap twee kunnen verschillen merkbaar worden. Stap 1 Zorg voor veiligheid Wat is er gebeurd? Wat zijn de gevaren? Eigen veiligheid: handschoenen, veilige omgeving, Veiligheid slachtoffer. Veiligheid omstaanders. Blijf gedurende de hele verzorging aandacht voor de veiligheid houden. Stap 2 Beoordeel de toestand van het slachtoffer Benader de situatie. Controleer het bewustzijn Stel een eenvoudige vraag: Gaat het? Bij een duidelijk bewust slachtoffer vraag je wat er gebeurd is. Schud zachtjes aan de schouders (als het slachtoffer niet antwoordt op je vraag). Maak de luchtwegen vrij Indien de toestand van het slachtoffer dit vereist, kantel je het hoofd en voer je kinlift uit. Controleer de ademhaling Luister naar het tempo van de ademhaling (Volwassene: 12 tot 16/minuut); ga na of het slachtoffer moeite heeft met ademen; ga na of er rare geluiden zijn tijdens het ademen (piepen,.); ga na of de ademhaling onregelmatig, oppervlakkig of diep is. Luister, voel en kijk gedurende maximum 10 seconden. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 2

21 Stap 3 Alarmeer de verdere hulpketen Alarmeer volgens de richtlijnen behorende bij de Rode Kruisactie; het kan ook zijn dat deze stap niet nodig is omdat je het slachtoffer zelf hebt kunnen behandelen. soms is MUG-assistentie noodzakelijk. Stap 4 Verleen verdere eerste hulp Naargelang de toestand van je slachtoffer verandert je hulpverlening. Hier sommen we een korte lijst van mogelijke acties op. Deze wordt later bij de bespreking van iedere mogelijke toestand verduidelijkt. Indien nog niet gebeurd: o stelp ernstige bloedingen, o spoel brandwonden; Indien nog niet gebeurd, controleer de circulatie: o o o o o Polsslagader (Zie HELP! in het deel Basisprincipes bij het onderdeel vitale lichaamsfuncties controleren ), of halsslagader (Zie HELP! in het deel Basisprincipes bij het onderdeel vitale lichaamsfuncties controleren ), ga na of het hart een normale frequentie heeft (60 tot 80/minuut), ga na of het ritme regelmatig is, ga na of de hartslag zwak of juist sterk is, het kan ook zijn dat deze controle niet nodig is (bewust slachtoffer met normale ademhaling en een klein licht wondje, ); verleen verdere eerste hulp zoals: o dek grote wonden af, o immobiliseer letsels aan het bewegingsstelsel; controleer regelmatig de vitale functies; blijf zorgen voor vrije luchtwegen; handel zoals aangeleerd in HELP! en later in hoofdstuk Wondverzorging; denk aan het comfort van het slachtoffer: dek hem toe met een deken, bescherm hem tegen zon/regen,. handel volgens de basisprincipes van eerste hulp; naar gelang de toestand van het slachtoffer leg het slachtoffer in stabiele zijligging indien er een tijdelijke ontoereikende afvoercapaciteit is. Deze techniek heb je geleerd in HELP! en wordt nog eens herhaald in de module CPR-AED; start reanimatie indien nodig. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 3

22 BENADERING VAN EEN BEWUST SLACHTOFFER Stap 1 Zorg voor veiligheid Stap 2 Beoordeel de toestand van het slachtoffer Benader de situatie. Controleer het bewustzijn Bewust : Laat het slachtoffer liggen in de houding waarin je hem vindt. Als de toestand van het slachtoffer het toelaat dan laat je het slachtoffer zitten. Controleer de ademhaling Luister naar het tempo (Volwassene: 12 tot 16/minuut); ga na of het slachtoffer moeite heeft met ademen; ga na of er rare geluiden zijn tijdens het ademen (piepen,.); ga na of de ademhaling onregelmatig, oppervlakkig of diep is. Stap 3 Alarmeer de verdere hulpketen Alarmeer volgens de richtlijnen behorende bij de Rode Kruisactie; het kan ook zijn dat deze stap niet nodig is omdat je het slachtoffer zelf hebt kunnen behandelen. Stap 4 Verleen verdere eerste hulp Indien nog niet gebeurd: o stelp ernstige bloedingen, o spoel brandwonden; controleer de circulatie: o Polsslagader (Zie HELP! in het deel Basisprincipes bij het onderdeel vitale lichaamsfuncties controleren ), o ga na of het hart een normale frequentie heeft (60 tot 80/minuut), o ga na of het ritme regelmatig is, o ga na of de hartslag zwak of juist sterk is, o het kan ook zijn dat deze controle niet nodig is (bewust slachtoffer met normale ademhaling en een klein licht wondje, ); verleen verdere eerste hulp zoals: o dek grote wonden af, o immobiliseer letsels aan het bewegingsstelsel; controleer regelmatig de vitale functies; handel zoals aangeleerd in HELP! en later in hoofdstuk Wondverzorging; denk aan het comfort van het slachtoffer: dek hem toe met een deken, bescherm hem tegen zon/regen,. handel volgens de basisprincipes van eerste hulp. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 4

23 BENADERING VAN EEN BEWUSTELOOS SLACHTOFFER MET ADEMHALING Stap 1 Zorg voor veiligheid Stap 2 Beoordeel de toestand van het slachtoffer Benader de situatie. Controleer het bewustzijn Bewusteloos Roep je ploegleider of collega s er bij voor hulp; draai het slachtoffer op de rug als hij nog niet op zijn rug ligt. Doe dit bijvoorkeur met 3 hulpverleners (zie later in module CPR-AED). Maak de luchtwegen vrij Hoofd kantelen en kinlift. Controleer de ademhaling Luister, voel en kijk gedurende maximum 10 seconden (zie later in module CPR-AED). Bewusteloos en wel ademhaling Ga verder met stap 3. Stap 3 Alarmeer de verdere hulpketen Alarmeer volgens de richtlijnen behorende bij de Rode Kruisactie; we hebben hier met een bewusteloos slachtoffer te maken dus vragen we om MUG-assistentie. Stap 4 Verleen verdere eerste hulp Indien nog niet gebeurd: o stelp ernstige bloedingen, o spoel brandwonden; controleer de circulatie: o Halsslagader (Zie HELP! in het deel Basisprincipes bij het onderdeel vitale lichaamsfuncties controleren ), o ga na of het hart een normale frequentie heeft (60 tot 80/minuut), o ga na of het ritme regelmatig is, o ga na of de hartslag zwak of juist sterk is; verleen verdere eerste hulp zoals: o dek grote wonden af, o immobiliseer letsels aan het bewegingsstelsel; controleer regelmatig de vitale functies; blijf zorgen voor vrije luchtwegen; handel zoals aangeleerd in HELP!; denk aan het comfort van het slachtoffer: dek hem toe met een deken, bescherm hem tegen zon/regen, ; handel volgens de basisprincipes van eerste hulp; leg het slachtoffer in stabiele zijligging indien er een tijdelijke ontoereikende afvoercapaciteit is. Deze techniek heb je geleerd in HELP! en wordt nog eens herhaald in de module CPR-AED. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 5

24 BENADERING VAN EEN BEWUSTELOOS SLACHTOFFER ZONDER ADEMHALING Stap 1 Zorg voor veiligheid Stap 2 Beoordeel de toestand van het slachtoffer Benader de situatie. Controleer het bewustzijn Bewusteloos Roep je ploegleider of collega s er bij voor hulp; draai het slachtoffer op de rug als hij nog niet op zijn rug ligt. Doe dit bijvoorkeur met 3 hulpverleners (zie later in module CPR-AED). Maak de luchtwegen vrij Hoofd kantelen en kinlift. Controleer de ademhaling Luister, voel en kijk gedurende maximum 10 seconden (zie later in module CPR-AED). Bewusteloos en geen ademhaling Ga verder naar stap 3. (Zie module CPR-AED ). Stap 3 Alarmeer de verdere hulpketen Alarmeer volgens de richtlijnen behorende bij de Rode Kruisactie; we hebben hier met een bewusteloos, niet ademend slachtoffer te maken dus vragen we om MUG-assistentie. Stap 4 Verleen verdere eerste hulp Start reanimatie.( Zie module CPR-AED). Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 6

25 TECHNIEKEN OM DE HARTFREQUENTIE TE METEN Hartfrequentie? Wat is hartfrequentie? Met de hartfrequentie bedoelen we het aantal keren dat het hart slaat per minuut. Normaal is dat ongeveer 60 tot 80 keren per minuut bij volwassenen. Bij kinderen is de hartfrequentie afhankelijk van de leeftijd. Zo slaat het hart van een pasgeborene ongeveer 150 keren per minuut. Hoe ouder het kind, hoe trager de hartfrequentie wordt tot ze op de leeftijd van 12 jaar de volwassen waarden bereikt. Een afwijking in de hartfrequentie kan een belangrijk signaal zijn dat er iets mis gaat. De hartfrequentie stijgt bij inspanning (normaal verschijnsel), pijn, koorts, medicatie, shock, sommige hartafwijkingen, De hartfrequentie daalt ten gevolge van bepaalde medicatie, een flauwte, sommige hartafwijkingen, onderkoeling, Wanneer meet je de hartfrequentie? Bij een volwassen slachtoffer of kind: dat zich flauw/onwel voelt; met pijn op de borst of hartklachten; met bewustzijnsstoornissen; met ernstige bloedingen; als een arts erom vraagt. Wat heb je nodig? Horloge met secondewijzer (of chronometer). Aan de pols Plaats je wijs- en middenvinger in het midden van de pols; glijd af in de richting van de duim van het slachtoffer, tot je een holte voelt net voor het knobbeltje van het spaakbeen. In die holte loopt de polsslagader; druk de polsslagader lichtjes tegen het spaakbeen aan. Druk niet te hard want dan druk je de slagader dicht en voel je geen hartslag. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 7

26 Aan de hals Bij een slachtoffer dat niet bij bewustzijn is óf waarbij de polsslagader niet voelbaar is, wordt de halsslagader gevoeld. Verwittig steeds het slachtoffer, want deze handeling kan bedreigend overkomen. Plaats de wijs- en middenvinger boven het strottenhoofd; laat je vingers glijden naar de zijde waar je je bevindt tot in de holte tussen strottenhoofd en spiermassa; duw je vingertoppen zachtjes op de halsslagader in de richting van de wervelkolom. Let op: deze techniek is soms moeilijk uit te voeren, zelfs voor ervaren hulpverleners. Je voelt naar? De snelheid (tel het aantal slagen over 15 sec. en vermenigvuldig dit getal met 4); het ritme (regelmatig of onregelmatig); de kracht (zwak of sterk).erwijzen Je verwittigt gespecialiseerde hulp bij een hartfrequentie < 50/min of > 100/min; een onregelmatige hartslag. Samenvatting Parameter Hartfrequentie Normale waarden 60 à 80 Alarmsymptoom <50 - >100 onregelmatig Uitzonderingen Inspanning Kinderen Sporters Het hoofdstuk BENADERING VAN EEN SLACHTOFFER is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Interventie - Module 3 - Hfst. 3. Benadering van een slachtoffer - pagina 8

27 Hoofdstuk 4 CPR-AED Doelstellingen De doelstelling voor dit hoofdstuk vind je in de module CPR-AED Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur-lesgever AED of verpleegkundige-lesgever AED Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst INLEIDING Voor de eigenlijke inhoud van dit hoofdstuk verwijzen we je naar het handboek Help! en de module CPR-AED De techniek beademingsballon bij reanimatie met 2 of meerdere hulpverleners is niet bedoeld voor deze opleiding. Deze techniek is namelijk voorbehouden voor hulpverleners met een sanitaire bekwaamheid verzorging of hoger. De techniek reanimatie baby en kind maken geen onderdeel meer uit van deze opleiding. Deze techniek werd reeds besproken in de cursus HELPER Interventie - Module 3 - Hfst. 4. CPR-AED - pagina 1

28 Hoofdstuk 5 Verbandleer Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: Een kleef- of wondpleister correct gebruiken; een steriel kompres openen en een wonde afdekken met een kompres; een spiraalverband aanleggen; een scharnierverband op de elleboog of knie aanleggen; een kruisverband van de hand of voet aanleggen; een verband op de juiste manier verwijderen; een net- of kousverband aanbrengen; een drukverband op de juiste manier aanleggen; een arm of een been voorlopig afdekken met een steriel driehoeksverband; een hand of een voet voorlopig afdekken met een steriel driehoeksverband; een gewone draagdoek over beide schouders aanleggen; een wonde op de gepaste manier afdekken met een kompres en een kleefpleister (bv. Mefix); een drukverband aanleggen. Na dit hoofdstuk weet je: Wanneer je een bepaald verband aanlegt; waarop je moet letten als je een bepaald verband aanlegt; waarvoor een drukverband wordt gebruikt. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst Inleiding Verbanden uit HELP! Drukverband S INLEIDING Tijdens de cursus Helper heb je de basisbeginselen van wondverzorging geleerd. In het kader van deze cursus staan we stil bij enkele meer specifieke elementen bij de wondverzorging nl. het aanleggen van verbanden. Als hulpverlener verzorg je meer dan in doorsnee thuissituaties. Daarom is het nuttig om iets meer te weten over pleisters en verbanden. Vooral veel oefenen is hier aangewezen! Interventie - Module 3 - Hfst. 5. Verbandleer - pagina 1

29 VERBANDEN UIT HELP! In HELP! in het deel Eerstehulpmateriaal, vind je de specifieke verbanden, alsook heel wat achtergrondinformatie. Let op: Elastische zwachtels: o Controleer de strakheid van de aangelegde zwachtel! o Hou er rekening mee dat een zwachtel ook na een tijdje te strak kan zitten! o Informeer het slachtoffer hierover! Een driehoeksverband knoop je met een platte knoop: DRUKVERBAND (CODE S25) Zie module Noodverband. Interventie - Module 3 - Hfst. 5. Verbandleer - pagina 2

30 Hoofdstuk 6 Wondverzorging Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: het materiaal uit de koffer PREV en PREV+ doelgericht en correct gebruiken; onderscheid maken tussen een ernstige en een lichte wonde; een slachtoffer met een lichte wonde (kleine schaaf- of snijwonde) verzorgen; op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met een ernstige wonde (snijwonde, scheurwonde, steekwonde, bijtwonde); op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met een wonde met een vreemd voorwerp; op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met splinterwonde; op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met een brandwonde; op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met een insectensteek op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met een tekenbeet; op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met een vuiltje in het oog; op de gepaste manier handelen bij een slachtoffer met blaren ten gevolge van wrijving; de begrippen besmetting, infectie en ontsteking uitleggen. Na dit hoofdstuk weet je: hoe je wondbesmetting kan beperken; Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst Vooreerst Inleiding Het verzorgen van huidwonden Lichte wonde Ernstige wonde Vreemd voorwerp in de wonde Splinters Brandwonden Insectensteken en tekenbeten Vuiltje in het oog Blaren ten gevolgen van wrijving VOOREERST Tijdens de cursus Helper heb je de basisbeginselen van wondverzorging geleerd. In het kader van deze cursus staan we stil bij enkele specifieke elementen van wondverzorging. Interventie - Module 3 - Hfst. 6. Wondverzorging - pagina 1

VERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1

VERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1 SOCIAAL WERK VERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1 U bent recent betrokken geweest bij een gebeurtenis waarbij u geconfronteerd werd met een aantal ingrijpende ervaringen. Met deze korte informatie

Nadere informatie

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u KBC-Preventie Ongevallen thuis we hebben het voor u Basisprincipes van eerste hulp Handel als eerstehulpverlener. Zorg dat u de situatie niet verergert. Blijf rustig in een noodsituatie en verleen de eerste

Nadere informatie

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden Inhoud Kennismaking Basisprincipes van eerste hulp Vier stappen in eerste hulp Bloeding Brandwonde Huidwonde Kennismaking Inhoud Kennismaking Basisprincipes

Nadere informatie

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties OPDRACHTFORMULIER Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid

Nadere informatie

Een kind helpen. na een misdrijf of verkeersongeluk. Slachtofferhulp 0900-0101. (lokaal tarief) na een misdrijf of een verkeersongeluk

Een kind helpen. na een misdrijf of verkeersongeluk. Slachtofferhulp 0900-0101. (lokaal tarief) na een misdrijf of een verkeersongeluk Een kind helpen na een misdrijf of verkeersongeluk Slachtofferhulp H E L P T na een misdrijf of een verkeersongeluk 0900-0101 (lokaal tarief) Een misdrijf of een verkeersongeluk kan een diepe indruk bij

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag? Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag? Publieksversie Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie. Dit is ook

Nadere informatie

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen Infofiche Helpertje 1. Praktische gegevens Werkboek: Helpertje (CN0618) Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje-Junior Helper (CN0617) Doelgroep: 10 tot 12 jaar Duur: 16 uur + praktijktest Lesgever:

Nadere informatie

"EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50

EHBO is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50 EHBO zon e Voor g erken eilig w d en v 1. Inleiding COLOFON "EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50 Redactie : CLB EDPB Fotografie : www.fotoben.be

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar EHBébé Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest.

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest. Deze presentatie is voor personen die in het bezit zijn van een reanimatie diploma. Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding

Nadere informatie

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling WAT? Dit plan beschrijft de stappen die een lokale groep kan zetten bij een vermoeden, onthulling of vaststelling van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag of seksueel misbruik t.a.v. de leden. Het is

Nadere informatie

Infofiche Junior Helper

Infofiche Junior Helper Infofiche Junior Helper 1. Praktische gegevens + Werkboek: Junior Helper (CN0619) + Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje en Junior Helper (CN0617) + Doelgroep: 13 tot 15 jaar + Duur: 16 uur + praktijktest

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Huidwonde 13. 3 Brandwonde 20. 4 Bloedneus 23. 5 Bloeding 26

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Huidwonde 13. 3 Brandwonde 20. 4 Bloedneus 23. 5 Bloeding 26 1 0 6 Inhoud Elke dag gebeuren er ongevallen. Soms heel kleine, maar soms ook grotere. Als er iets gebeurt, is het handig dat je weet wat je moet doen om te helpen. Eerste hulp is niet zo moeilijk. Je

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. 6 Hoofd- en wervelletsels. 1 Ongevallen. 7 Letsels aan botten, 2 Problemen met. 8 Vergiftigingen door inslikken.

Inkijkexemplaar. Inhoud. 6 Hoofd- en wervelletsels. 1 Ongevallen. 7 Letsels aan botten, 2 Problemen met. 8 Vergiftigingen door inslikken. Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: een valpartij met een schaafwonde tot gevolg, een verstuikte voet bij het sporten, of een

Nadere informatie

11.5.3.1. EHBO-tips: Wonden en hun verzorging

11.5.3.1. EHBO-tips: Wonden en hun verzorging 11.5.3.1. EHBO-tips: Wonden en hun verzorging Voor eerste hulp maken we een onderscheid tussen : 1. lichte wonden : kunnen door de hulpverlener volledig zelf verzorgd worden. 2. ernstige wonden : worden

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Reanimatie bij Kinderen David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Doel van deze avond Herkennen van ademhalings en/of hartstilstand Tijdig hulp roepen Starten met Basic Life Support Hartmassage

Nadere informatie

Na de schok... Informatie voor ouders

Na de schok... Informatie voor ouders Na de schok... Informatie voor ouders Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen ingrijpende gevolgen. Als kinderen samen met hun ouders een aangrijpende

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Flauwte 17. 3 Huidwonde 20. 4 Brandwonde 28. 5 Bloedneus 33. 6 Bloeding 36

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Flauwte 17. 3 Huidwonde 20. 4 Brandwonde 28. 5 Bloedneus 33. 6 Bloeding 36 Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: door een valpartij met de fiets loop je een schaafwonde op, je krijgt een bloedneus tijdens

Nadere informatie

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders Aanbevelingen van de Belgische Reanimatieraad (BRC) voor Cardiopulmonaire Reanimatie en Automatische Externe Defibrillatie, uitgevoerd door de eerste hulpverleners ter plaatse opgeleid in de technieken

Nadere informatie

Lesfiche : EHBO & Reanimatie

Lesfiche : EHBO & Reanimatie Lesfiche : EHBO & Reanimatie Niveau 1: (Praktijk: 2lesuren) Inschatten van een situatie: Veiligheid! Waarom? Niemand heeft nood aan meerdere slachtoffers dan er oorspronkelijk waren ( aarzel dus ook niet

Nadere informatie

INKIJKEXEMPLAAR. 1. Goede zorgen. De principes van eerste hulp

INKIJKEXEMPLAAR. 1. Goede zorgen. De principes van eerste hulp Helpertje@work 1. Goede zorgen Hoe zorg je voor het comfort van een slachtoffer dat het koud heeft? Hoe bescherm je een slachtoffer tegen de zon? Wat doe je wanneer een slachtoffer honger of dorst heeft?

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen ingrijpende gevolgen. Als kinderen

Nadere informatie

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT 1. WANNEER ELKE SECONDE TELT Basale reanimatie: beademing en hartmassage bij baby s en kinderen volgens de Richtlijnen 2006 van de Nederlandse Reanimatie Raad, de NRR 2. DE NORMALE SITUATIE Longen en ademhaling

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud

Inkijkexemplaar. Inhoud Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: een schaafwonde door te vallen, een verstuikte voet bij het sporten, of een bloedneus op

Nadere informatie

Leeftijd Omstaanders Materiaal

Leeftijd Omstaanders Materiaal Simulatie 1 Leeftijd Omstaanders Materiaal Volwassen Kind Baby Geen Leek AED Pocketmasker VEILIGHEID Wees zeker dat het veilig is voor jezelf, het slachtoffer en de omstaanders BEWUSTZIJN Controleer of

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding. Inleiding. Jullie vragen en inbreng zijn welkom.

Inleiding. Inleiding. Inleiding. Jullie vragen en inbreng zijn welkom. Inleiding OPLEIDING HULPVERLENING VOOR REISLEIDERS Toerisme Vlaanderen, i.s.m. Doel van deze opleiding: Erkend blijven als reisleider. In moeilijke en specifieke omstandigheden kalm en efficiënt hulp bieden.

Nadere informatie

Oud worden en sterven met de oorlog

Oud worden en sterven met de oorlog Oud worden en sterven met de oorlog Mede mogelijk gemaakt door de Stichting 1940-1945 1 Oud worden en sterven met de oorlog Over wie gaat het Schokkende gebeurtenissen Kenmerken en stressreacties Verwerking

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE Inhoud CPR standaardschema: start hartmassage CPR uitzonderingsschema: start beademing Bewusteloos en normale ademhaling: stabiele zijligging De keten van overleven Herkennen

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat ingrijpende gevolgen. Als leerkrachten samen

Nadere informatie

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep a. Bezitters van het diploma Eerste Hulp b. Belangstellenden die (nog) niet in het bezit zijn van

Nadere informatie

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen Infofiche Helpertje 1. Praktische gegevens + Werkboek: Helpertje (CN0618) + Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje en Junior Helper (CN0617) + Doelgroep: 10 tot 12 jaar + Duur: 16 uur + praktijktest

Nadere informatie

Competenties Eerste Hulp

Competenties Eerste Hulp Onderdeel 01. Vijf belangrijke punten bij het verlenen van Eerste Hulp de vijf belangrijke punten toepassen. maatregelen te nemen om de veiligheid van zichzelf, medehulpverleners, omstanders en slachtoffer(s)

Nadere informatie

Na de schok... Niemand is echt voorbereid op een schokkende. gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen

Na de schok... Niemand is echt voorbereid op een schokkende. gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen Na de schok... ingrijpende gevolgen. Als kinderen samen met hun ouders een aangrijpende gebeurtenis meemaken,

Nadere informatie

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013 Debriefing Opvang na een schokkende gebeurtenis Geert Taghon 2013 Definitie schokkende gebeurtenis Een gebeurtenis die buiten het patroon van gebruikelijke menselijke ervaringen ligt en duidelijk leed

Nadere informatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder

Nadere informatie

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp INHOUDSOPGAVE 3 NIET SPOEDEISENDE EERSTE HULP... - 2-3.1 Flauwte... - 2-3.2 Wonden... - 2-3.3 Neusbloeding... - 4-3.4 Letsel aan het oog... - 4-3.5 Kneuzing / verstuiking... - 4-3.6 Botbreuken / ontwrichting...

Nadere informatie

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Wees duidelijk tegen je klanten

Wees duidelijk tegen je klanten Ronald Dingerdis Wees duidelijk tegen je klanten 3 In onze training Klantgerichtheid en communicatie vroeg een cursist me onlangs of je tegen je klant kan zeggen dat hij extreem vervelend is. Dat hij onredelijk

Nadere informatie

Na de schok... de draad weer oppakken. Informatie voor volwassenen die betrokken zijn geweest bij een schokkende of ingrijpende gebeurtenis.

Na de schok... de draad weer oppakken. Informatie voor volwassenen die betrokken zijn geweest bij een schokkende of ingrijpende gebeurtenis. Na de schok... de draad weer oppakken Informatie voor volwassenen die betrokken zijn geweest bij een schokkende of ingrijpende gebeurtenis. Na de schok de draad weer oppakken Informatie voor volwassenen

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud

Inkijkexemplaar. Inhoud Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: een valpartij met een schaafwonde tot gevolg, een verstuikte voet bij het sporten, of een

Nadere informatie

Nummer 1 December 2011. Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien

Nummer 1 December 2011. Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien Nummer 1 December 2011 Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien LANDELIJK HEEFT 16% VAN DE JONGEREN PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN. Scoop richt zich bij coaching, counseling en training

Nadere informatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar EHBébé Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Observeren!!!!!! Oefenen met kleine dingen. Hulp inroepen (communicatie) laten oefenen!!!!! Leerplan OH

Observeren!!!!!! Oefenen met kleine dingen. Hulp inroepen (communicatie) laten oefenen!!!!! Leerplan OH Leerplan OH 1.17 Noodsituaties herkennen en accuraat optreden als burger Handelen als eerstehulp verlener Rustig blijven in noodsituaties Psychosociale hulp verlenen: omgaan met slachtoffers, omgaan met

Nadere informatie

Deel 1: Algemene informatie over eerste hulp. 1 Basisprincipes van eerste hulp 2. 2 Vier stappen in eerste hulp 14

Deel 1: Algemene informatie over eerste hulp. 1 Basisprincipes van eerste hulp 2. 2 Vier stappen in eerste hulp 14 BSL_EHBO_NASLAGWERK_BINNENWERK:BSL_EHBO_NASLAGWER_BINNENWERK 17-04-2008 16:08 Pagina V Inhoud Voorwoord XIII Inleiding XIV Hoe gebruik je dit boek? XV Deel 1: Algemene informatie over eerste hulp 1 Basisprincipes

Nadere informatie

jongeren vanaf 12 jaar

jongeren vanaf 12 jaar Na de schok... de draad weer oppakken Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar die betrokken zijn geweest bij een schokkende of ingrijpende gebeurtenis. Na de schok de draad weer oppakken Informatie voor

Nadere informatie

...de draad weer oppakken

...de draad weer oppakken ...de draad weer oppakken Na de schok... Volwassenen Informatie voor volwassenen die betrokken zijn geweest bij een schokkende gebeurtenis Betrokken raken bij een schokkende gebeurtenis, dat laat niemand

Nadere informatie

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS Betrokken raken bij een schokkende gebeurtenis laat niemand onberoerd. Je bent er meestal niet op voorbereid en als het gebeurt kan dat ingrijpende gevolgen hebben voor

Nadere informatie

NA DE SCHOK... INFORMATIE VOOR LERAREN

NA DE SCHOK... INFORMATIE VOOR LERAREN NA DE SCHOK... INFORMATIE VOOR LERAREN www.ggdbzo.nl Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat ingrijpende gevolgen. Als leerkrachten samen met kinderen een

Nadere informatie

NOODPLAN. Versie februari

NOODPLAN. Versie februari NOODPLAN Versie februari 2009 1 ONDERSTEUNING VOOR JEUGD RODE KRUISKERNEN BIJ NOODSITUATIES Een Jeugd Rode Kruiskern is geen onderwerp voor een stilleven. Kinderen, jongeren en jeugdleiders blijven niet

Nadere informatie

BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO

BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO Succes Invest Movan Cash Flow Management BVBA PRODUCTFICHE 2018 CODE: NIJ / BIJ Faraday Safety Training VZW Faraday Safety VOF BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO 1 Opleiding Bedrijfseerstehulp

Nadere informatie

Na de schok... Informatie voor leerkrachten

Na de schok... Informatie voor leerkrachten Na de schok... Informatie voor leerkrachten Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat ingrijpende gevolgen. Als leerkrachten samen met kinderen een aangrijpende

Nadere informatie

Omgaan met een schokkende gebeurtenis

Omgaan met een schokkende gebeurtenis Omgaan met een schokkende gebeurtenis Dringende Sociale Interventie Paraat. Altijd, overal. 2010 Rode Kruis-Vlaanderen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR LEERKRACHTEN

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR LEERKRACHTEN NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR LEERKRACHTEN Op een schokkende gebeurtenis bent u meestal niet voorbereid en als het gebeurt kan dat ingrijpende gevolgen hebben. Als leerkrachten samen met kinderen een ingrijpende

Nadere informatie

Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden

Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden Nou en??? Richtlijnen van de vereniging, preventie, zie de website Eerste Hulp, onderkoeling en oververhitting, in deze presentatie. Presentatie door: Jeannette

Nadere informatie

Het BedrijfsOpvangTeam. Overbetuwe. Voor brandweercollega s en hun partners

Het BedrijfsOpvangTeam. Overbetuwe. Voor brandweercollega s en hun partners Het BedrijfsOpvangTeam Overbetuwe Voor brandweercollega s en hun partners Middels deze folder wil het bedrijfsopvangteam (BOT) Overbetuwe inzicht geven in wat hun taak is. Een aantal veelgestelde vragen

Nadere informatie

25-9-2014. Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

25-9-2014. Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS Betrokken raken bij een schokkende gebeurtenis laat niemand onberoerd. Je bent er meestal niet op voorbereid en als het gebeurt kan dat ingrijpende gevolgen hebben voor

Nadere informatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder

Nadere informatie

Agressief gedrag. Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Agressief gedrag samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken.

Agressief gedrag. Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Agressief gedrag samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken. Agressief gedrag Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Agressief gedrag samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken. Wat is agressief gedrag? Dementie kan ervoor zorgen

Nadere informatie

Een bezoek van kinderen op de Intensive Care

Een bezoek van kinderen op de Intensive Care Een bezoek van kinderen op de Intensive Care Intensive Care Locatie Hoorn/Enkhuizen Een bezoek van kinderen op de Intensive Care Informatie voor ouders Het is altijd confronterend als een ouder of familielid

Nadere informatie

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp Examencode: 110 Serienummer: 015 Beschikbare tijd: 45 minuten Aandachtspunten: Dit examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Vraag 1 t/m 15 gaan over Niet-spoedeisende

Nadere informatie

NIP Crisis Interventie Netwerk Schoolpsychologen (NIP-CINS)

NIP Crisis Interventie Netwerk Schoolpsychologen (NIP-CINS) NIP Crisis Interventie Netwerk Schoolpsychologen (NIP-CINS) Een gespreksmodel Praktische suggesties voor een groepsgesprek na een schokkende gebeurtenis op een school (geleid door een groepsleerkracht,

Nadere informatie

Partner ondersteuning 1

Partner ondersteuning 1 Partnerondersteuning 1 Je partner heeft borstkanker, wat nu? Informatie voor je partner Kanker heb je niet alleen. Ook jij als partner wordt mee betrokken in de strijd. Het bericht is voor jou net zo n

Nadere informatie

Training. EHBO 2 voor MZ

Training. EHBO 2 voor MZ Training EHBO 2 voor MZ Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Esther de Roode, Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: EHBO 2

Nadere informatie

Vermoeidheid bij MPD

Vermoeidheid bij MPD Vermoeidheid bij MPD Landelijke contactmiddag MPD Stichting, 10-10-2009 -van Wijlen Psycho-oncologisch therapeut Centrum Amarant Toon Hermans Huis Amersfoort Welke verschijnselen? Gevoelens van totale

Nadere informatie

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg!

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg! Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED Voor een toekomst in de zorg! LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U

Nadere informatie

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

Haïti. Anneke Vinke, 19 januari 2010

Haïti. Anneke Vinke, 19 januari 2010 Haïti Anneke Vinke, 19 januari 2010 Opzet Korte introductie Feiten en verder Morgen... PAUZE --> daarna vragen/discussie 2 Situatie: RAMP in Haïti TV beelden & leed: zien van pijn van kinderen niet te

Nadere informatie

Omgaan met schokkende gebeurtenissen

Omgaan met schokkende gebeurtenissen Omgaan met schokkende gebeurtenissen Rode Kruis-Vlaanderen Dringende Sociale Interventie 1/13 Inhoud Een schokkende gebeurtenis. Wat nu?... 3 Normale reacties op een abnormale gebeurtenis... 4 Psychische

Nadere informatie

Handvatten voor het omgaan met zelfbeschadiging

Handvatten voor het omgaan met zelfbeschadiging Handvatten voor het omgaan met zelfbeschadiging Als iemand in jouw omgeving zichzelf beschadigt is dat erg ingrijpend. Het kan allerlei emoties oproepen. Je bent misschien erg verdrietig, boos of je voelt

Nadere informatie

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B.

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B. OEFENVRAGEN BHV 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode B. Mond op mond C. Mond op neus 2. Wat gebeurd er als de circulatie wegvalt? A. De

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u borstcompressies en beademing

Nadere informatie

3 Wonden Open wonden Gesloten wonden Brandwonden Afsluiting 53

3 Wonden Open wonden Gesloten wonden Brandwonden Afsluiting 53 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 De spoedeisende patiënt 9 1.1 Doelen en regels van de EHBO 9 1.2 Indeling van spoedgevallen 9 1.3 Hanteren en transporteren van een spoedpatiënt 12 1.4 Onderzoek en behandeling

Nadere informatie

KVK AVELGEM 01869. REANIMATIE en AED 2013-2015. Sportmedische begeleiding KVK Avelgem. Pascal D Haene

KVK AVELGEM 01869. REANIMATIE en AED 2013-2015. Sportmedische begeleiding KVK Avelgem. Pascal D Haene KVK AVELGEM 01869 REANIMATIE en AED Sportmedische begeleiding KVK Avelgem Pascal D Haene 2013-2015 D O O R N I K S E S T E E N W E G 2 2 6 8 5 8 0 A V E L G E M R E A N I M A T I E Reanimatie is het

Nadere informatie

Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie

Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie DOELSTELLINGEN Aan het einde van deze cursus moeten de deelnemers in staat zijn om te demonstreren: Hoe een bewusteloos slachtoffer te benaderen. Hoe

Nadere informatie

EEN DIERBARE VERLIEZEN

EEN DIERBARE VERLIEZEN EEN DIERBARE VERLIEZEN 994 Inleiding Deze folder is bedoeld voor nabestaanden. U leest hierin over de gevoelens die u kunt ervaren en hoe u in deze moeilijke tijd goed voor uzelf kunt zorgen. U heeft kort

Nadere informatie

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. -----

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. ----- Test: Je persoonlijke afweerprofiel Met de volgende test kun je bepalen welk afweermechanisme je het meest gebruikt. Iedereen gebruikt alle afweervormen, maar er bestaan verschillen in de frequentie waarmee

Nadere informatie

Soms gebeurt het toch...

Soms gebeurt het toch... Soms gebeurt het toch... Informatie over stressreacties na schokkende gebeurtenissen K E N N I S E R VA R I N G K U N D E 25 jaar kennis, ervaring, kunde Verbijsterd, machteloos, angstig, verdrietig en

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie

Behandeling van wonden en letsels

Behandeling van wonden en letsels Module 4 Behandeling van wonden en letsels Als u deze module gevolgd hebt, weet u: - Wat u moet doen bij mogelijk inwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij uitwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij

Nadere informatie

AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com

AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com Algemeen De mens kan ongeveer normaal 1 minuut zonder zuurstof. Hersenen zijn het meest gevoelig voor een tekort aan zuurstof. Typerend

Nadere informatie

Lesfiche: EHBO en reanimatie:

Lesfiche: EHBO en reanimatie: Lesfiche: EHBO en reanimatie: Niveau 3 : (praktijk 2 lesuren) Verbandkunde: Doel: Openwonde (zonder ernstige bloeding): opnemen van weefselvocht, aanbrengen van ontsmettende stoffen en het verhinderen

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

Kinderen op bezoek op de Intensive Care

Kinderen op bezoek op de Intensive Care Kinderen op bezoek op de Intensive Care Informatie voor ouders/verzorgers Als een ouder of een familielid op de Intensive Care is opgenomen, kan dit voor kinderen veel vragen oproepen. Kinderen hebben

Nadere informatie

Zelfmoordgedachten. Praat over wat je denkt, voelt, ervaart. Praten lucht op.

Zelfmoordgedachten. Praat over wat je denkt, voelt, ervaart. Praten lucht op. Zelfmoordgedachten Praat over wat je denkt, voelt, ervaart. Praten lucht op. Alles over zelfmoordgedachten Zelfmoordlijn 1813 Die kan je bellen, chatten of mailen als je aan zelfdoding denkt. Op de website

Nadere informatie

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator Basale Reanimatie voor Hulpverleners Cardiopulmonale Reanimatie met de Automatische Externe Defibrillator Leerdoelen Op het einde van deze cursus zal U in staat zijn: een bewusteloos slachtoffer te evalueren

Nadere informatie

OMGAAN MET DREIGEND EN DESTRUCTIEF GEDRAG

OMGAAN MET DREIGEND EN DESTRUCTIEF GEDRAG OMGAAN MET DREIGEND EN DESTRUCTIEF GEDRAG Inleiding Geweld lijkt toegenomen binnen onze samenleving; in ieder geval is de gevoeligheid en aandacht voor deze problematiek de laatste jaren duidelijk toegenomen.

Nadere informatie

Je eigen gevoelens. Schaamte

Je eigen gevoelens. Schaamte Je eigen gevoelens Voor ouders, partners, broers, zussen en kinderen van mensen met een ernstig drugsprobleem is het heel belangrijk om inzicht te krijgen in de problemen van het verslaafde familielid,

Nadere informatie

Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer

Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer Normen KB 00 en AED Dit document mag niet worden verkocht. INF_NL_COM_008 v /0/6 Verantwoordelijke uitgever : spmt arista vzw Koningsstraat

Nadere informatie

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR LEERKRACHTEN

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR LEERKRACHTEN NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR LEERKRACHTEN Op een schokkende gebeurtenis ben je meestal niet voorbereid en als het gebeurt kan dat ingrijpende gevolgen hebben. Als leerkrachten samen met kinderen een ingrijpende

Nadere informatie

H Y P E R V E N T I L A T I E C O A C H HYPERVENTILATIE U I T L E G E N 5 TIPS N I C O L E -

H Y P E R V E N T I L A T I E C O A C H HYPERVENTILATIE U I T L E G E N 5 TIPS N I C O L E - H Y P E R V E N T I L A T I E C O A C H HYPERVENTILATIE U I T L E G E N 5 TIPS N I C O L E - H Y P E R V E N T I L A T I E C O A C H Inhoud 1 W A T I S H Y P E R V E N T I L A T I E 2 W A T I S E E N P

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

E.H.B.O. bij motorongevallen

E.H.B.O. bij motorongevallen E.H.B.O. bij motorongevallen Doel Inzicht in (voorkomen) ongevallen Basiskennis van EHBO bij motorongevallen Achtergrond informatie Bestuurder < 20 jaar heeft 50% meer kans op een ongeval dan bestuurder

Nadere informatie

Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval

Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval Bewerking van een Engelse tekst gemaakt door Janet Castro (RLSS en lid internationale ILS Sportcommissie) over trainingsmodules voor SERC.

Nadere informatie

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator BLS Cursus Hulpverlener Basisreanimatie met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator Doelstellingen Op het einde van deze BLS/AED cursus zal je kunnen aantonen: Hoe je een gecollabeerd slachtoffer

Nadere informatie