Inhoud Hoofdstuk 1: Het ontstaan van een mooi land Hoofdstuk 2: Het mooie Italië

Transcriptie

1 Werkstuk door een scholier 2544 woorden 14 december ,2 150 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inhoud Hoofdstuk 1: Het ontstaan van een mooi land Hoofdstuk 2: Het mooie Italië Hoofdstuk 3: Het Vaticaan Hoofdstuk 4: Mode en vormgeving Hoofdstuk 5: De toren van Pisa Hoofdstuk 6: Onderwijs Hoofdstuk 7: Eten en drinken Hoofdstuk 8: Rome en Venetië Hoofdstuk 9: Sport en vakantie Hoofdstuk 1: Het ontstaan van een mooi land Italie ligt in het zuiden van Europa. Het is een schiereiland en dat betekent dat het stuk land bijna helemaal omcirkelt is door water. Door zijn mooie ligging en prachtige klimaat is dit stuk land altijd gewild geweest in de loop van de eeuwen door verschillende volkeren. Het verhaal van de tweeling Romulus en Remo zegt dat zij door een wolf gevoed werden en later toen zij groot werden, de huidige stad Rome liet ontstaan. Na het Romeinse Rijk kwamen de Germaanse krijgers, daarna de Saracenen en de Normandische hertogen. Na de Fransen en Spanjaarden ontstond de behoefte aan een land dat een eenheid vormde en dankzij de inzet van een beroemde Italiaanse Generaal Garibaldi ontstond in 1861 een koninkrijk met Victor Emanuel als koning. Vanaf 1946, 1 jaar na het einde van de tweede wereld oorlog, werd Italie via een referendum een republiek. Een referendum is een volksmening. Hoofdstuk 2: Het mooie Italië Pagina 1 van 6

2 De meeste mensen gaan naar Italie voor de zee en het mooie weer. Italie heeft meer dan 8500 km kust, nergens ben je verder dan 200 km van de zee af. Vanuit de lucht lijkt Italie precies op een laars die tegen een bal aan schopt. Italie is aan drie kanten omsingelt door water. Aan de bovenkant, waar je in de laars stapt, liggen de met sneeuw bedekte Alpen. Onderaan, bij de neus, merk je duidelijk dat je dicht bij het warme Afrika zit. Daar ligt ook het eiland Sicilië, met de Etna. De Etna is een heel bekende Italiaanse vulkaan, net als de Vesuvius. Als je eens een dagje niet naar het strand gaat maar de binnenlanden intrekt, krijg je al gauw te maken met de oude Romeinen. Overal vind je resten uit die periode die nu zo'n 2000 jaar achter ons ligt, bijvoorbeeld de reusachtige amfitheaters waarin de Romeinen hun circusspelen hielden. Maar er zijn nog oudere sporen achtergelaten: tempelruïnes van Griekse kolonisten en graven van Etrusken die vóór de Romeinen in Italie hebben gewoond. Italie is één groot museum. Nergens vind je meer kerken en paleizen, nergens meer beroemde beelden en schilderwerken. De meeste grote steden liggen in het noorden van Italie, de meeste dorpen in het zuiden. In het noorden heb je fabrieken, handel en industrie. In het zuiden leven de mensen voornamelijk van de landbouw, de visvangst en de toeristen. In het noorden is de bevolking rijk, in het zuiden tamelijk arm. Italie is ongeveer negen keer zo groot als Nederland. Het heeft ongeveer 57 miljoen inwoners. Nog eens 30 miljoen Italianen wonen over de hele wereld verspreid. Meestal omdat zij in Italie geen werk konden vinden. Maar zij keren steeds weer terug, al was het maar met Kerstmis of met Pasen. Dan komen duizenden mensen bij elkaar op het St. Pietersplein in Rome. Daar geeft de paus de 'urbi et orbi' zegen (de zegen over de 'stad en de wereld'). Rome is dan nu niet meer het middelpunt van de wereld zoals in de tijd van de oude Romeinen, van de katholieke wereld is de stad het middelpunt gebleven. Hoofdstuk 3: Het Vaticaan Het Vaticaan is de kleinste staat ter wereld met een oppervlakte van 0,44 km2, in ongeveer een half uur loop je er helemaal doorheen (het is dus niet Italie!).Vaticaanstad ligt midden in Rome. Het Vaticaan heeft ongeveer 1000 inwoners. Het Vaticaan heeft eigen posterijen en postzegels en zij drukken ook eigen geld. Het hoofd van deze 'staat' is de paus, de leider van de katholieke kerk. De paus woont in het grote Vaticaanse paleis, dat meer dan 1400 kamers heeft. Natuurlijk woont hij niet in al deze kamers zelf. Er zijn ook een heleboel kamers vol boeken en kunstvoorwerpen. Het Vaticaanse paleis is namelijk een van de grootste musea ter wereld. Het bevat werken van beroemde meesters, die de kerk door de eeuwen heen heeft verzameld. Als je naar Vaticaanstad gaat, moet je zeker de Sixtijnse kapel in het Vaticaanse paleis bezoeken. Deze kapel is heel belangrijk als er een nieuwe paus gekozen moet worden. Als er een paus gestorven is, komen kardinalen uit alle delen van de wereld in de Sixtijnse kapel bijeen om uit hun midden een nieuwe leider te kiezen. Minstens twee derde van de kardinalen moet het met de keuze van de nieuwe paus eens zijn. Als dat niet zo is worden de stembriefjes samen met wat vochtig stro in brand gestoken en dan kringelt er zwarte rook uit de schoorsteen van de Sixtijnse kapel. Als er wel een nieuwe paus is gekozen, worden de stembriefjes alleen verbrand (dus niet met vochtig stro) en komt er witte rook uit de schoorsteen. Dan Pagina 2 van 6

3 weten alle mensen dat er een nieuwe paus gekozen is. Hoofdstuk 4: Mode en vormgeving Italie is een echt modeland. In heel veel fabrieken worden kleding en schoenen gemaakt. Bijna overal in de wereld kun je die Italiaanse kleding en schoenen kopen. Milaan is de belangrijkste modestad in Italie. Waarom is Italie zo'n belangrijk modeland? Dat komt omdat ze heel veel kennis en ervaring op dat gebied hebben. Al vele eeuwen maakt men er de mooiste stoffen en kleding. De kleding heeft altijd stijl (er zit altijd een mooie lijn in). Ze hebben veel beroemde mode-ontwerpers, b.v. Armani, Gucci, Biagotti. Vaak zetten ze hun naam op de kleding, je kan dan zien dat ze door die ontwerper gemaakt zijn. Ook bij veel andere artikelen wordt veel aandacht aan de vormgeving besteed, zoals b.v. auto's en meubels. Ze zorgen voor een bijzondere vormgeving, in het Engels heet dit 'design' (dit woord wil zeggen dat iets goed ontworpen is). Het moet niet alleen mooi zijn maar het moet ook goed te gebruiken zijn. Niet alleen bij de dure auto Ferrari, maar ook bij de goedkoopste Fiat wordt op de vormgeving gelet. Heel bekend zijn de meubels uit Italie. Alles wordt er gemaakt met veel aandacht voor de vormgeving. Hoofdstuk 5: De toren van Pisa De toren van Pisa, stond in de tijd van Galilei veel minder scheef dan nu. De toren van Pisa staat in de stad Pisa. In 1173 begon de beroemde architect Bonanno Pisano met de bouw. Toen de toren ongeveer 11 meter hoog was, bleek de ondergrond niet stevig genoeg te zijn. De klokketoren zakte zeker 15 centimeter naar opzij. De bouwmeesters zetten de derde en de vijfde verdieping gewoon een beetje de andere kant op. Als ze dat niet gedaan hadden, was de toren gelijk topzwaar geworden. Na bijna 180 jaar was de toren helemaal klaar. De toren was 55 meter hoog en stond nog steeds scheef. In de loop van de tijden is dit alleen maar erger geworden. Elk jaar zakt hij 1 millimeter, 1 centimeter in 10 jaar. Niemand weet hoelang de toren nog overeind blijft. Maar je hoeft niet bang te zijn,dat de toren opeens als je daar aan het lopen bent, op je neer valt. De afwijking wordt elke dag opgemeten. Als het echt gevaarlijk wordt, zal de Italiaanse politie, alle mensen echt wegsturen! Hoofdstuk 6: Onderwijs Alle Italianen moeten van hun 6de tot hun 14de naar school. De meeste Italiaanse scholen worden betaald door de regering. De ouders hoeven dan niets te betalen. Maar er zijn ook privé-scholen. Die worden helemaal betaald door de ouders. Sommige kinderen gaan eerst naar de crèche of kleuterschool. Als ze 6 jaar oud zijn komen ze op een basisschool. De basisschool duurt 5 jaar. Op hun 11de gaan de kinderen naar de middelbare school. Die duurt 3 jaar. Daar wordt gekeken welk beroep je het best kunt kiezen of welke vakken je het best kunt leren. Na deze school kun je naar een soort universiteit. Sommige kinderen gaan naar het Liceo. Dat lijkt op ons gymnasium. Je leert daar bijvoorbeeld Latijns en Grieks. Je krijgt natuurlijk ook andere vakken zoals b.v. Engels, geschiedenis en natuurkunde. Weer anderen gaan naar Pagina 3 van 6

4 een soort technische school. Daar krijgen ze meer technische vakken. Op het eind van de middelbare school moeten de leerlingen een examen doen. De staatsexamen is in Italie heel belangrijk. Als je slaagt voor dat examen krijg je een diploma. Met dat diploma kun je naar de universiteit. De studie aan de universiteit duurt ongeveer 5 jaar. In Italie zijn 59 universiteiten. De Bologna is de oudste van Italie, hij was in 1135 gesticht. Het is de oudste universiteit van Italie maar ook een van de grootste universiteiten van Europa. De grootste universiteit ligt in Rome. Er zijn veel scholen in Italie waar je kunst kunt studeren. Deze scholen heten het kunst-lyceum. De leerlingen krijgen daar vakken zoals ballet, toneel, schilderen of beeldhouwkunst. Er is in Rome ook een beroemde film-academie. Daar kun je bijvoorbeeld leren hoe je films moet maken. Hoofdstuk 7: Eten en drinken Spaghetti en pizza zijn twee echt Italiaanse gerechten. Ook in andere landen worden ze gegeten. Italiaans eten is erg bekend. Overal in Europa vind je tegenwoordig Italiaanse restaurants. Daar kun je allerlei Italiaanse gerechten eten. Mijn vader heeft bijvoorbeeld ook een Italiaans restaurant. Italianen houden van lekker eten. Aan het eten besteden ze veel aandacht. Ze gebruiken het liefst verse produkten. Iedere streek heeft zijn eigen gerechten. In het noorden koken de mensen anders dan in het zuiden. De pizza komt oorspronkelijk uit Napels. Pasta wordt gemaakt van meel en water. Het ontbijt is meestal heel eenvoudig. Het bestaat meestal uit een kop koffie en een broodje. De lunch is de belangrijkste maaltijd. Het bestaat meestal uit verschillende gerechten. Het avondmaal is eenvoudiger, een maaltijd zou er zo uit kunnen zien: Als voorgerecht pasta, bijvoorbeeld spaghetti. Dan volgt er een vleesgerecht met groente of salade. Vervolgens kaas en dan wat fruit. Tot slot is er een lekker kopje koffie. Bij een maaltijd hoort ook wijn. Kinderen krijgen een glas water in plaats van wijn. In Italie drinken de mensen veel wijn. De wijn komt meestal uit het land zelf. Op een zondag of op een feestdag gaan veel Italianen in een restaurant eten. Op feestdagen worden er soms speciale gerechten gegeten. Op kerstavond is dat paling in tomatensaus. Als het Kerstmis is, eten de Italianen een uitgebreide maaltijd met kalkoen of kalfsvlees. Als dessert is er een soort cake, dat heet panettone. Dit is het kerstgebak. Met pasen is het de gewoonte om een geroosterd lammetje te eten. Nu weet je wel wat over de Italiaanse gerechten, maar nog niet over welke pasta's er nog meer bekend zijn in Italie en buiten Italie. Nog meer bekende pasta's van Italie zijn: Macaroni, tortelini, lasagna. In Italie eten ze ook veel salami, dat is een pittige soort worst. De volwassenen drinken wijn, maar wat drinken de kinderen nou? De kinderen drinken een soort perzik of perensap of ranja. Maar natuurlijk ook water want het is er vaak erg warm!!!!! ( maar niet altijd!). Mijn vader heeft zoals ik net heb verteld ook een Italiaans restaurant. Daar ziet het er net zo uit als een restaurant in Italie. Hoofdstuk 8: Rome en Venetië Er zijn verschillende beroemde steden in Italie. Maar de twee belangrijkste zijn denk ik toch Venetië en Rome. Om te beginnen ga ik wat over Rome vertellen. Rome is de hoofdstad van Italie. Rome is ook een Pagina 4 van 6

5 van de belangrijkste steden van Europa. Meer dan 2000 jaar heeft de stad een grote invloed gehad op de godsdienst en de kunst. Daarom werd de stad de 'Eeuwige Stad' genoemd. Rome ligt aan de rivier de Tiber, ongeveer 25 kilometer van de kust. Er is een legende over het ontstaan van Rome. Volgens die legende werden lang geleden twee jongetjes, de tweeling Romulus en Remo, in een mandje in de Tiber geworpen. De mand bleef in de modder langs de rivier steken en daardoor bleven ze in leven. Toen deze jongetjes volwassen waren, stichtten ze een stad. En dat was Rome. Het oude Rome werd gebouwd op zeven heuvels die langs de rivier lagen. Al 200 jaar geleden was het de grootste en belangrijkste stad van Europa, misschien wel van de wereld. in de loop van de tijd heeft Rome heel veel inwoners gekregen. Nu wonen er bijna 3 miljoen inwoners. In Rome vind je gebouwen die al meer dan 200 jaar oud zijn. Veel gebouwen uit die tijd zijn ruïnes geworden. Maar sommige gebouwen zijn bewaard gebleven, bijvoorbeeld het Pantheon en het Colosseum. Het Colosseum was in de tijd van de Romeinen een soort stadion. Om het publiek te vermaken vochten mensen met elkaar of met wilde beesten. Deze gladiatoren hadden een gevaarlijk leven. Soms moest je vechten omdat je arm of een slaaf was. Velen mensen werden door dit gevaarlijke spel gedood door hun tegenstander. Er zijn in Rome ook gebouwen uit latere tijden. Beroemd is de Sint-Pieterskerk. Het is de kerk van de Paus, de leider van de katholieke kerk. Eigenlijk ligt de Sint-Pieterskerk niet in Rome maar in Vaticaanstad waar ik net over heb verteld. Venetië is een echte waterstad. Want Venetië ligt niet op één, maar op honderd eilandjes tegelijk, die geen stevige bodem hebben. De mensen moesten dus voor een stevige ondergrond zorgen. Zij kapten al het hout op het vasteland dat er was en boorden ze paal na paal de modder in. Onvoorstelbaar veel hout is hier voor gebruikt. De Campanile, de klokketoren op het San Marcoplein, schijnt op boomstammen te staan. Van de 10de tot 17de eeuw was Venetië zee en handelsmogenheid van de wereld. Omdat Venetië zo beroemd was geworden stroomde er bakken met geld binnen. De Venetiërs bouwden prachtige paleizen, die er nu nog mooi uitzien. Alleen al langs het 3800 meter lange Canal Grande staan al bijna 200 paleizen. En de stad heeft meer dan 100 kerken! Hoofdstuk 9: Sport en vakantie Ieder jaar gaat 40% van alle Italianen op vakantie. De meesten blijven in eigen land. 's Zomers gaan ze vooral naar badplaatsen. Het land heeft immers veel kust. In de badplaatsen is het in de vakantiemaanden altijd heel druk. Maar wie rust wil zoeken in de bergen, kan daarvoor ook naar Italië. In Italië zijn veel bergen. Veel Italianen hebben een tweede woning in hun vakantieplaats. Tijdens de vakantie doen de Italianen veel aan sport. Ze wandelen, zwemmen, zeilen, of ze gaan berg beklimmen. Ook gaan veel Italianen op wintersport. Vooral in de winter kan je goed skiën in de bergen. Maar op sommige plaatsen in de Alpen kun je zelfs zomers skiën. Italianen zijn dol op voetbal. Voetballers worden erg bewonderd. Iedere week gaan er honderdduizenden mensen naar voetbalwedstrijden. Als het Italiaanse elftal een belangrijke wedstrijd wint, staat het hele land op zijn kop. Iedereen viert dan feest. Nu begrijp je wel, dat de Italianen, het heel erg vonden toen hun Pagina 5 van 6

6 land verloren had in de finale van het EK Italiaanse voetbalsupporters zijn heel fanatiek. Als ze naar de wedstrijden gaan, dragen ze kleding in de kleuren van de club. Ook hebben ze toeters en allerlei vlaggen mee. Omdat er zo veel publiek komt kijken bij een voetbalwedstrijd, zijn de clubs erg rijk. Bekende voetbalclubs uit Italië zijn Inter Milan, Napoli, Roma en Juventus. Ook wielsport vinden Italianen leuk. Het land heeft veel bekende wielrenners. Ieder jaar wordt er de ronde van Italië gereden. Autorace zijn in Italië ook erg populair. En daar komen ook vaak honderdduizenden toeschouwers naar toe kijken. Pagina 6 van 6