FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 25 juni 2014

Transcriptie

1 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 25 juni 2014 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap Brandt Fijnmechanische Industrie B.V., mede handelend onder de namen Hevan, Havan Precision Parts, Hevan CNC-Bewerkingstechniek en Dinfa, statutair gevestigd te Amsterdam, zaakdoende te Almere aan de Strubbenweg 15 (1327 GB). Faillissementsnummer : 16/14/178 F Datum uitspraak : 18 februari 2014 Curator : mr. J.M. van Raaijen R-C : Mr. G.A.M. Peper Activiteiten onderneming : Enkelvoudige en seriematige productie/bewerking van hoogwaardige fijnmechanische producten. Omzetgegevens : Zie onderdeel 1.2. Personeel gemiddeld aantal : 30 Verslagperiode : 25 maart 2014 t/m 25 juni 2014 Bestede uren in verslagperiode : 23 uren en 6 minuten Bestede uren Totaal : 189 uren en 42 minuten Saldo faillissementsrekening : ,96 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie : Bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam d.d. 18 februari 2014 werd het faillissement uitgesproken van de besloten vennootschap Brandt Fijnmechanische Industrie B.V. te Almere. Deze rechtspersoon was statutair gevestigd te Amsterdam. Feitelijk werden de ondernemingsactiviteiten ontplooid vanuit een bedrijfspand te Almere gelegen aan de Strubbenweg 15. De onderneming hield zich bezig met de enkelvoudige en seriematige productie/bewerking van hoogwaardige fijnmechanische producten die in belangrijke mate hun toepassing vonden in de lucht- en ruimtevaart. Daarnaast werd gewerkt voor opdrachtgevers in de medische branche en semi-conductorindustrie, procesindustrie, defensie-industrie en speciaal machinebouwindustrie. In het productie-/arbeidsproces werden door opdrachtgevers veelal (metalen) onderdelen/halffabricaten aan Brandt Fijnmechanische Industrie B.V. aangeleverd, die vervolgens overeenkomstig strikte specificaties van de opdrachtgever werden bewerkt. Bij de onderneming waren laatstelijk in totaal 33 medewerkers werkzaam. De vennootschap werd opgericht op 6 juli Statutair bestuurder waren Esus Participaties B.V. te t Harde en de heer H.A. Hoek. Het faillissement van de vennootschap betreft een eigen aangifte. Sedert vorige verslaglegging zijn geen nieuwe inzichten gerezen. 1.2 Winst en verlies : De laatst gedeponeerde jaarcijfers betreffen het boekjaar Ze werden tijdig gedeponeerd. Over het boekjaar 2012 werd een resultaat gerealiseerd van ,-- bij een netto omzet van ,-- (in 2011 betrof dat een resultaat van ,-- bij een netto omzet van ,--). Over het boekjaar 2013 zijn geen definitieve cijfers beschikbaar. Het verlies over dat jaar wordt echter becijferd op ,-- 1

2 1.3 Balanstotaal : In het boekjaar 2012 bedroeg het balanstotaal ,-- (2011: ,--). 1.4 Lopende procedures : Er is niet gebleken van lopende procedures. Wel werd na faillissementsdatum conservatoir/ revindicatoir beslag gelegd op roerende zaken (door de beslaglegger geleverde en aan hem in eigendom toebehorende gietstukken). Deze kwestie is inmiddels met de betreffende partij afgewikkeld. Sedert 20 februari 2014 werd overigens een afkoelingsperiode van kracht voor de duur van 2 maanden. Niet van toepassing. 1.5 Verzekeringen : Er is gebleken van de gebruikelijke (lopende) verzekeringsovereenkomsten. Deze zijn/worden beëindigd. De koper van de activa/activiteiten heeft zelf zorg te dragen voor afdoende verzekering. Is afgewikkeld. 1.6 Huur : De onderneming van gefailleerde werd gevoerd vanuit een bedrijfsruimte te Almere aan de Strubbenweg 15. Deze ruimte werd gehuurd. Verhuurder was Pinkster Vastgoed Amsterdam B.V. De huur bedroeg ,26 inclusief BTW per maand. De huurovereenkomst werd met toestemming van de rechter-commissaris door de curator opgezegd bij schrijven d.d. 24 februari 2014 met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden. Met de verkoop van de activa/activiteiten (zie 3.5.) werd echter met de verhuurder overeengekomen dat de huurovereenkomst eindigde per de datum van ondertekening van de koopovereenkomst (18 maart 2014). 1.7 Oorzaak faillissement : Het faillissement van Brandt Fijnmechanische Industrie betreft een eigen aangifte. Door de bestuurder van gefailleerde is aangegeven dat het in 2013 niet meer is gelukt de aanwezige machines volledig te vullen, hetgeen betekende dat er onvoldoende dekking was voor de vaste lasten. Een en ander heeft geleid tot een aanzienlijk verlies en liquiditeitsproblemen. Daardoor zijn grote achterstanden ontstaan bij crediteuren en heeft men zich genoodzaakt gezien het eigen faillissement aan te vragen. Naar een en ander dient nog nader onderzoek te worden gedaan. Uit een administratief onderzoek dat is uitgevoerd door een met toestemming van de rechter-commissaris ingeschakeld accountantskantoor, zijn geen bijzonderheden gebleken. 2. Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faill. : Ten tijde van het vonnis tot faillietverklaring waren er bij Brandt Fijnmechanische Industrie B.V. 33 werknemers in dienst. 2.2 Aantal in jaar voor faill. : zie Datum ontslagaanzegging : De arbeidsovereenkomsten met het personeel werden opgezegd bij schrijven d.d. 24 februari De loonaanspraken van het persoon werden inmiddels met het UWV afgewikkeld. Het UWV diende ter zake nog geen vorderingen in. Het UWV diende inmiddels haar preferente en boedelvorderingen in ter zake van de over- 2

3 genomen loonbetalingen. Zie onderdeel 8.1 en 8.2 van dit verslag. 3. Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving : Niet van toepassing. Gefailleerde is geen eigenaar van onroerende zaken. De bedrijfsruimte waar de ondernemingsactiviteiten werden ontplooid werd gehuurd. 3.2 Verkoopopbrengst : Niet van toepassing. 3.3 Hoogte hypotheek : Niet van toepassing. 3.4 Boedelbijdrage : Niet van toepassing. Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving : In het bedrijfspand van gefailleerde werd een hoeveelheid roerende zaken aangetroffen. Het betrof kantoorinventaris en productiemiddelen. Daarnaast is sprake van een geringe (handels-)voorraad. Een deel van de voorraad behoort in eigendom toe aan derden. De ter zake gemaakte aanspraken/eigendomsvoorbehouden zijn in kaart gebracht en zijn/worden afgewikkeld. De in eigendom aan gefailleerde toebehorende roerende zaken waren verpand aan de Rabobank Harderwijk-Ermelo-Putten (eerste pandrecht), Esus Participaties B.V. (tweede pandrecht) en J. Pinkster Beheer B.V./ B. Pinkster Beheer B.V. (derde pandrecht). Een aantal zaken werd ten behoeve van de onderneming geleased van derden. Deze kwesties zijn/worden afgewikkeld. Na het uitspreken van het faillissement is intensief getracht partijen te interesseren voor de activa/ activiteiten van gefailleerde. Door een viertal geïnteresseerde partijen werd aan de boedel een bedrag van (ieder) 2.000,-- voldaan, waartegen zij nader inzicht hebben verkregen in de activa en activiteiten, en dewelke vergoeding strekte als bijdrage voor de door de boedel bestede tijd. Omdat nog geen faillissementsrekening was geopend werden de bedragen deels betaalbaar gesteld op de derdenrekening van het kantoor van de curator. Een bedrag ad ,-- bevindt zich reeds op de faillissementsrekening, een bedrag ad ,-- dient nog te worden doorgeleid. Na uitgebreide onderhandelingen werden de bedrijfsmiddelen/inventaris verkocht voor een bedrag van ,- De boedelbijdrage ter zake bedraagt ,--. De per faillissementsdatum bestaande debiteurenpositie werd verkocht voor een bedrag van ,--. De boedelbijdrage bedraagt daarbij ,--. De koper van de debiteurenpositie houdt zich zelf bezig met het incasseren van de vorderingen. Voor de goodwill werd een bedrag voldaan van ,--, terwijl de in eigendom aan gefailleerde toebehorende voorraden werden verkocht voor nihil. De koopsom werd echter niet (volledig) aan de boedel betaald. Dat heeft ermee te maken dat de koper van de activa de tweede pandhouder is, die subrogeerde in de rechten van de andere pandhouders. De vordering van de Rabobank Hardewijk-Ermelo-Putten waarvoor het pandrecht geldt, bedroeg ,63, vermeerderd met rente en kosten. De vorderingen van de tweede en derde pandhouder waarvoor het pandrecht gold, bedroegen respectievelijk ,-- en ,--. De totale vordering van de pandhouders bedroeg dus ,--, vermeerderd met rente en kosten. Veelal komt de gehele verkoopopbrengst van de activa (waaronder bodemzaken) eerst in de boedel en wordt het deel van de opbrengst dat (uiteindelijk) de pandhouders toekomt bij / na afwikkeling van het faillissement aan de pandhouders uitgekeerd. Dat betekent dat de pandhouder dan dient te wachten op de betaling van hetgeen hem toekomt. In casu is de koper van de activa tevens (de) pandhouder. In overleg met de Belastingdienst werd afgesproken dat de koper van de activa in verband met het bodemvoorrecht van de fiscus ter zake van de koopsom van de bodemzaken, slechts een bedrag op de faillissementsrekening zal voldoen ter grootte van de fiscale positie ad ,--. De genoemde boedelbijdrages, vergoeding ter zake van goodwill en het bedrag ad ,-- zijn op de faillissementsrekening betaald. Het restant van de koopsom is verrekend met/ingehouden op de (rest van de) koopsom. Met de koper van de activa werd met toestemming van de rechter-commissaris overeengekomen dat een drietal opdrachten door partijen zouden worden voltooid, waarbij tussen partijen is overeengekomen dat de nog te verrichten werkzaamheden aan de betreffende opdrachtgevers zouden worden uitgefactureerd, waarna bij voltooien van de opdracht de navolgende factuurbedragen (verminderd met de BTW) bij helfte tussen de boedel en de koper zouden worden verdeeld. Het betreft bedragen ad ,50, ,78 en 3

4 46.907,00. De eerste twee kwesties zijn inmidd3els afgewikkeld en afgerekend. Aldus werden bedragen ad ,39 en 8.691,24 (beide inclusief BTW en inclusief een separaat door de boedel van de opdrachtgevers bedongen boedelbijdrage) betaalbaar gesteld op de faillissementsrekening. De laatste opdracht is nog niet voltooid. De faillissementsrekening vertoont thans een stand van , Verkoopopbrengst : Zie Boedelbijdrage : Zie Bodemvoorrecht fiscus : De fiscus heeft een bodemvoorrecht ten aanzien van de opbrengst van de bodemzaken (inventaris en bedrijfsmiddelen). Duidelijk was echter dat de vordering van de fiscus waarvoor het voorrecht geldt (beduidend) minder bedraagt dan de verkoopopbrengst van de bodemzaken. De fiscale positie van gefailleerde dient nog nader te worden vastgesteld. Voorraden/ onderhanden werk 3.9 Beschrijving : Zie Verkoopopbrengst : Niet van toepassing. Zie Boedelbijdrage : Niet van toepassing. Zie 3.5. Andere activa 3.12 Beschrijving : Ten aanzien van een drietal separate opdrachten die voor faillissementsdatum aan gefailleerde werden gegeven werd met de koper van de activa/activiteiten overeengekomen dat die zullen worden voltooid, waarbij de netto opbrengst bij helfte wordt gedeeld. De werkzaamheden en de daarmee samenhangende bedragen zullen in de komende verslagperiode worden gerealiseerd. Zie Verkoopopbrengst : Nog niet van toepassing. Zie Zie Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren : Er was sprake van een debiteurenportefeuille. De debiteuren werden rechtsgeldig verpand aan de drie vorengenoemde pandhouders. De debiteurenportefeuille werd verkocht. Verwezen zij naar onderdeel 3.5 van dit verslag. Voor de boedel is geen taak meer weggelegd ten aanzien van de uitwinning van de debiteurenportefeuille. 4.2 Opbrengst : ,-- (zie 3.5.). 4.3 Boedelbijdrage : De boedelbijdrage bedraagt ,--. 4

5 *** 5. Bank / Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) : De onderneming werd gefinancierd door de Rabobank Harderwijk-Ermelo-Putten, Esus Participaties B.V. en J. Pinkster Beheer B.V./B. Pinkster Beheer B.V. De totale vordering van hen bedroeg ,--, vermeerderd met rente en kosten. Tot zekerheid voor de terugbetaling van al hetgeen gefailleerde verschuldigd was aan hen, werden bedrijfsinventaris/ bedrijfsmiddelen, voorraden en vorderingen verpand. 5.2 Leasecontracten : Er was sprake van een (operational lease-overeenkomst met betrekking tot een machine (ABN AMRO Lease). De onderneming had uit hoofde van operational lease overeenkomst de beschikking over bedrijfsauto s. Deze overeenkomsten zijn beëindigd. De zaken zijn weer aan de leasemaatschappijen ter beschikking gesteld. Door de koper van de activa wordt nog overleg gevoerd met ABN AMRO Lease over de overname van lease-overeenkomst / de aankoop van de machine. De leaseovereenkomst met betrekking tot een machine (ABN AMRO Lease) is beëindigd. ABN AMRO Lease heeft de machine ter beschikking gekregen. 5.3 Beschrijving zekerheden : Zie Separatistenpositie : Zie Boedelbijdragen : Zie Eigendomsvoorbehoud : Diverse partijen hebben een beroep gedaan op een eigendom(svoorbehoud). Het betreft leveranciers van diverse roerende zaken (voorraad en opdrachtgevers die producten/halffabricaten leverden aan gefailleerde). Een en ander is uitgezocht en is/wordt verder afgewikkeld. Een van de partijen die een beroep heeft gedaan op eigendomsvoorbehoud/retournering van geleverde zaken, betreft Verum B.V. Dit betreft een kort gezegd inkoopcombinatie via dewelke gefailleerde allerlei zaken en diensten betrok en waarvan gefailleerde aandeelhouder is (8 aandelen ad nominaal 227,--). De deelneming in deze vennootschap dient nog te worden afgewikkeld. Daarbij zij vermeld dat Verum B.V. nog een vordering heeft op gefailleerde. 5.7 Reclamerechten : Niet van toepassing. 5.8 Retentierechten : Niet van toepassing. 6. Doorstart / voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie / zekerheden : Niet van toepassing. De ondernemingsactiviteiten zijn gestaakt. 6.2 Financiële verslaglegging : Zie 6.1. Doorstart 6.3 Beschrijving : De bedrijfsactiviteiten zijn door gefailleerde gestaakt. De bedrijfsmiddelen zijn inmiddels verkocht. 6.4 Verantwoording : Niet van toepassing. 5

6 6.5 Opbrengst : Niet van toepassing. 6.6 Boedelbijdrage : Niet van toepassing. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht : Door de gefailleerde vennootschap werd een boekhouding gevoerd. De boekhouding komt ordentelijk en compleet voor. De administratie lijkt op dusdanige wijze te zijn gevoerd dat de rechten en verplichtingen van de vennootschap daaruit kan worden gekend. De administratie dient nog wel aan een nadere beschouwing te worden onderworpen. Uit een administratief onderzoek dat is uitgevoerd door een met toestemming van de rechter-commissaris ingeschakeld accountantskantoor, zijn geen bijzonderheden gebleken. 7.2 Depot jaarrekeningen : De laatst gedeponeerde jaarrekening betrof het boekjaar Deponering vond tijdig plaats. 7.3 Goedk. Verkl. Accountant : Niet van toepassing. 7.4 Stortingsverpl. aandelen : Niet van toepassing. 7.5 Onbehoorlijk bestuur : Vooralsnog is niet gebleken van paulianeus en/of anderszins onregelmatig/onrechtmatig handelen van de zijde van (het bestuur van) de gefailleerde vennootschap. Niet van toepassing. 7.6 Paulianeus handelen : Zie 7.5. Niet van toepassing 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen : Behoudens de loonbetalingsverplichtingen en huurverplichtingen van na faillissementsdatum zijn er naast het salaris curator en de verschotten geen boedelvorderingen bekend. 8.2 Pref. vord. van de fiscus : De Belastingdienst diende nog geen vorderingen in. De Belastingdienst diende (deels ambtshalve) vorderingen in ten bedrage van , Pref. vord. van het UWV : Het UWV diende nog geen (preferente of boedel-)vorderingen in. Het UWV diende een boedelvordering in van ,52 en een preferente vordering van , Andere pref. crediteuren : Niet van toepassing. 8.5 Aantal concurrente crediteuren: Er dienden 71 concurrente crediteuren een vordering in ten bedrage van in totaal 6

7 , Bedrag concurrente crediteuren: Zie Verwachte wijze van afwikkeling: Het is nog te vroeg om een verwachting uit te spreken ten aanzien van de wijze van afwikkeling van het faillissement. Een en ander zal nog afhangen van de definitieve beeldvorming en de te realiseren baten. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faill. : Nog niet bekend. 9.2 Plan van aanpak : Naast de verdere inventarisatie van schulden en activa, zullen vorengenoemde onderzoeksen actiepunten ter handen worden genomen. 9.3 Indiening volgend verslag : 27 september